van uw mond af is. Hou de antenne minstens 2,5 cm van uw hoofd en
lichaam wanneer u aan het zenden bent.
Als u een draagbare radio op uw lichaam draagt, moet u ervoor
zorgen dat de antenne tijdens het zenden ten minste 2,5 cm van uw
lichaam af is.
Elektromagnetische interferentie/compatibiliteit:
Bijna elk elektronisch apparaat is gevoelig voor elektromagnetische
interferentie (EMI) als het slecht afgeschermd, ontworpen of
anderszins voor elektromagnetische compatibiliteit geconfigureerd is.
Om elektromagnetische interferentie en/of compatibiliteitsconflicten
te vermijden, moet de radio uitgezet worden in de buurt van
faciliteiten waar meldingen hangen die daartoe instructie geven. In
ziekenhuizen of gezondheidscentra kan apparatuur gebruikt worden
die gevoelig is voor externe RF-energie.
Zet uw radio aan boord van een vliegtuig uit als u daartoe instructies
krijgt. De radio mag alleen gebruikt worden volgens de voorschriften
van de luchtvaartmaatschappij en -personeel.
Opletten bij het gebruik

!
Beschadigde antennes:
Een radio met een beschadigde antenne mag niet gebruikt worden.
Als een beschadigde antenne in contact komt met de huid, kan dit
een kleine brandwond veroorzaken.
Batterijen:
Alle batterijen kunnen schade aan eigendommen en/of lichamelijk
letsel zoals brandwonden veroorzaken, als een geleidend materiaal
zoals sieraden, sleutels of kralenkettingen in aanraking komt met
batterijpolen. Het geleidende materiaal kan een elektrisch circuit
rondmaken (kortsluiten) en kan vrij heet worden. Wees voorzichtig bij
het hanteren van een opgeladen batterij, vooral wanneer u hem in een
zak, tas of andere houder met metalen voorwerpen bewaart.
Waarschuwing bij het gebruik

!
Voor voertuigen met een airbag:
Plaats de draagbare radio niet in de buurt van een airbag of op de
plaats waar de airbag er uit komt. Airbags worden met grote kracht
opgeblazen. Als een draagbare radio geplaatst wordt in de buurt van
de plaats waar de airbag uit komt, en de airbag wordt opgeblazen, kan
de radio met grote kracht weggeslingerd worden en zodoende ernstige
verwondingen toebrengen aan de inzittenden van het voertuig.
Mogelijk explosieve atmosferen:
Als u zich in een gebied bevindt met een mogelijk explosieve atmosfeer,
moet de radio UIT gezet worden, tenzij het een radio is die specifiek
voor gebruik in dergelijke gebieden goedgekeurd is (bijvoorbeeld
wederzijdse fabrieksgoedkeuring). Vonken in een mogelijk explosieve
atmosfeer kunnen een explosie of brand veroorzaken wat kan
resulteren in lichamelijk letsel of zelfs overlijden.
Batterijen:
Vervang of verwissel de batterijen niet in een mogelijk explosieve atmosfeer.
Tijdens het plaatsen of verwijderen van batterijen kunnen er vonkjes
van het contact af komen, die een explosie kunnen veroorzaken.
Ontstekers en ontploffingsgebieden:
Om mogelijke interferentie met ontploffingswerkzaamheden te vermijden,
moet u uw radio UIT zetten als u in de buurt van elektrische ontstekers
of in een ‘ontploffingsgebied’ bent of in gebieden waar u de melding
‘Tweeweg-radio’s uitzetten’ ziet. Volg alle meldingen en instructies op.
N.B.: Gebieden met een mogelijk explosieve atmosfeer, waarnaar
hierboven verwezen wordt, zijn o.a. gebieden voor brandstoflading, zoals
benedendeks op boten, brandstof- of chemische overdrachts- of opslag-
installaties, gebieden waar de lucht chemicaliën of deeltjes, zoals vezels,
stof, of metaalpoeders bevat, en andere gebieden waarin u normaliter
geadviseerd wordt de motor van uw voertuig uit te zetten. Gebieden met
een mogelijk explosieve atmosfeer zijn vaak, maar niet altijd, aangegeven.
61 Nederland