Motorola PMR446 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Motorola PMR446 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
Nederlands
PRODUCTVEILIGHEID EN
BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN
VOOR DRAAGBARE ZENDONTVANGERS
LET OP!
Om zeker te stellen dat wordt voldaan aan de limieten voor
blootstelling aan radiogolven, dient u de informatie met betrekking
tot radiogolven en de bedieningsinstructies te lezen alvorens dit
product in gebruik te nemen. U vindt deze gegevens in het boekje
Productveiligheid en blootstelling aan radiogolven.
Veiligheid en algemeen gebruik tijdens het
veiligheidsinstructies voor de lader
Vooraleer u de batterijlader gebruikt, moet u alle instructies en
veiligheidsopmerkingen lezen van:
de batterij
de batterijlader en
de radio die de batterij gebruikt
.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
1. Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
2. Gebruik of ontmantel de lader niet als hij een stevige klap
kreeg, gevallen is of op een of andere manier beschadigd is.
3. Verander het AC-snoer of de AC-stekker die bij het apparaat
horen nooit. Als de stekker niet in het AC-stopcontact past,
moet u een gepast stopcontact laten plaatsen door een
gekwalificeerde elektricien. Slechte staat kan tot elektrische
schokken leiden.
4. Om het risico van schade aan het snoer of de stekker te
beperken, moet u aan de stekker en niet aan het snoer
trekken wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt.
5. Om het risico op elektrische schokken te beperken, moet u de
stekker uit het stopcontact halen vooraleer u het apparaat
onderhoudt of schoonmaakt.
6. Het gebruik van een opzetstuk dat niet door Motorola wordt
aanbevolen of verkocht, kan resulteren in brand, elektrische
schokken of persoonlijke verwondingen.
7. Zorg ervoor dat u het snoer zo plaatst dat men er niet op kan
staan, over kan struikelen of zodat het niet uitgerekt of
beschadigd wordt.
8. Gebruik geen verlengsnoer tenzij dat absoluut noodzakelijk is.
Het gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan resulteren in
brand en/of elektrische schokken. Als u toch een verlengsnoer
moet gebruiken, zorg er dan voor:
dat de pennen op de stekker van het verlengsnoer gelijk zijn in
aantal, afmetingen en vorm aan die van de stekker van de
lader.
dat het verlengsnoer juist bedraad is en zich in goede staat
bevindt en
dat het een snoer van 18 AWG (1mm
2
) is voor een lengte tot
100 voet (30 meter) en van 16 AWG (1,3mm
2
) voor lengte tot
150 voet (45 meter).
9. Het snoer van deze lader kan niet vervangen worden. Als het
snoer beschadigd is, moet u het terugbrengen naar waar u het
kocht.
Lees alvorens dit product te gebruiken de
bedieningsinstructies voor veilig gebruik in het
boekje Producveiligheid en blootstelling aan
radiogolven, dat met uw portofoon werd geleverd.
!
C
a u t i o
n
Let op!
!
C
a u t i o
n
Laad, om het risico van verwondingen te beperken,
alleen de door Motorola goedgekeurde oplaadbare
batterij voor dit product. Andere soorten batterijen
kunnen barsten en zo verwondingen en schade
veroorzaken.
Let op!
Nederlands
2
AAN DE SLAG
Uw nieuwe portofoon
De zendontvanger XTB446 van Motorola werkt op PMR446-
frequenties en is geschikt voor gebruik in ieder land waar
PMR446-frequenties zijn goedgekeurd voor gebruik binnen de
wettelijk geldende voorschriften. Voor deze zendontvanger is geen
licentie vereist en de portofoon is uitsluitend bestemd voor
recreatief gebruik. Gebruik van deze radio buiten het land
waarvoor distributie bestemd was, is onderhevig aan de landelijk
geldende wetten en kan daarom verboden zijn. Lees deze
handleiding zorgvuldig door en zorg dat u bekend bent met het
juiste gebruik alvorens de zendontvanger in gebruik te nemen.
Bewaar uw originele en gedateerde ontvangstbewijs voor uw
informatie. In geval van garantieclaims voor uw zendontvanger
van Motorola, dient u een kopie van uw ontvangstbewijs te
overhandigen ter bevestiging van uw recht op garantie.
Batterijen en batterijen opladen
De XTB446 portofoon werkt op een oplaadbaar nikkel-
metaalhydride (NiMH) batterijpakket (met de portofoon geleverd).
Opmerking:
Verwijder de batterijen als de radio gedurende langere
periodes niet wordt gebruikt. Batterijen kunnen na verloop
van tijd corroderen en blijvende schade aan de portofoon
veroorzaken. Lekkende batterijen moeten uiterst
voorzichtig worden behandeld. Lege batterijen moeten
volgens de voorschriften op specifieke hiervoor bestemde
locaties worden weggegooid en niet bij het huisvuil.
De batterijen plaatsen
1. Schuif het veerslotje terug en
maak het deksel van de
batterijhouder open.
2. Plaats het NiMH batterijpakket
zodanig, dat de laadcontacten
naar buiten wijzen en contact
maken met de polen in de
batterijhouder.
3. Plaats het batterijdeksel weer en druk op de batterijgrendel tot
het deksel met een klik sluit.
PTT gebruiken
om:
te spreken
MON gebruiken
om:
kanalen uit te
luisteren
Gebruik PRI/
ROOM voor het:
• Selecteren van
een
prioriteitsscankan
aal
Selecteren van
de functie Kamer
uitluisteren
Luidspreker
Deksel
accessoire-
aansluiting
CH/SCAN
gebruiken om:
• kanaalselectie
te activeren
te scannen
Microfoon
MEM gebruiken
om:
kanaalgeheugen
te selecteren
VOL/CH
+
en
-
gebruiken om
:
• het volume in te
stellen
door de
beschikbare
instellingen te
lopen
SEL/
gebruiken om
:
de portofoon aan
en uit te zetten
• een optie te
selecteren
• een instelling te
bevestigen
gebruiken om:
de oproeptoon te
verzenden
!
C
a u t i o
n
Het NiMH batterijpakket niet demonteren
Let op!
3
Nederlands
Dubbele lader
In de laadvakken van deze lader kunnen twee portofoons met
NiMH batterijen worden opgeladen. De lader kan op een
willekeurige vlakke ondergrond worden gezet, bijvoorbeeld een
bureau of werkblad. Alvorens het batterijpakket voor het eerst in
gebruik te nemen, de NiMH-batterij ‘s nachts (16 uur) opladen.
1. Sluit de wisselstroomadapter aan op het contact op de
achterkant van de lader.
2. Sluit het snoer van de wisselstroomadapter aan op een
normaal stopcontact.
3. Plaats de portofoon in het laadvak van de lader met de toetsen
naar voren. Het rode lampje gaat branden om aan te geven
dat de portofoon goed is geplaatst, en blijft branden totdat de
portofoon uit de lader wordt verwijderd.
4. Laad de batterij 16 uur op en verwijder dan de portofoon uit de
lader.
5. U kunt het NiMH batterijpakket met gebruikmaking van de
meegeleverde batterijsteun ook zonder portofoon opladen.
Plaats de batterijsteun in het laadvak en installeer het NiMH
batterijpakket met de laadcontacten tegen de contacten in
laadvak. Het apparaat kan verkeerd geplaatste batterijen niet
opladen.
Status van de lading
Het constant brandende rode lampje geeft aan dat de portofoon
met NiMH batterij wordt opgeladen. Een geheel lege batterij wordt
in 16 uur volledig opgeladen.
Opmerking:
Wanneer u de portofoon van een koude naar een warme
omgeving of omgekeerd verplaatst, de batterij eerst
(gewoonlijk ongeveer 20 minuten) laten acclimatiseren
voordat deze wordt opgeladen. Voor een optimale
levensduur van de batterij, de portofoon binnen 16 uur uit de
lader verwijderen. De portofoon niet in de lader bewaren.
Portofoon aan- en uitzetten
1. Houd SEL/ circa 2 seconden ingedrukt om uw portofoon
aan te zetten.
2. De portofoon geeft een piepsignaal en de symbolen van alle
functies van de portofoon verschijnen kort in het display. Het
display toont dan het kanaalnummer
1-8, de
ruisbegrenzingscode
00-38 en de batterijmeter.
3. Houd SEL/ ongeveer twee seconden ingedrukt om de
portofoon uit te schakelen.
Volume
1. Zet het volume luider door de zijknop VOL/CH (+) in te
drukken. Druk op de zijknop VOL/CH (-) om het volume
zachter te zetten. Het volumeniveau (
0-7) wordt vijf seconden
lang weergegeven.
Toetstonen
U hoort een piepje telkens wanneer u een toets van de portofoon
indrukt, behalve wanneer u op de zendtoets (PTT) en drukt.
Houd wanneer u de portofoon inschakelt ingedrukt om de
toetstonen te activeren of deactiveren.
Batterijmeter en -waarschuwing
Met de batterijmeter boven in het display wordt de
resterende lading van de batterij aangegeven. Als de batterij in het
apparaat leeg begint te raken, gaat de batterijmeter knipperen. Om
de oplaadbare batterij te beschermen, schakelt de portofoon over
naar de slaapstand wanneer de spanning tot onder een
voorgedefinieerd niveau daalt.
Levensduur van de batterij
NiMH batterijen gaan doorgaans (gemiddeld) 14 uur mee.
Dit is gebaseerd op een gebruik van 5% zenden, 5% ontvangen en
90% standby.
Opmerking:
Bij regelmatig gebruik van handsfree-accessoires
(VOX) wordt de levensduur van batterijen verkort.
Riemklem
De portofoon wordt geleverd met twee riemklemmen.
1. Bevestig de riemklem door de groeven van de riemklem
parallel met die aan de achterkant van de portofoon te
plaatsen. Schuif de riemklem naar beneden totdat u een klik
hoort.
2. Verwijder de riemklem door het lipje van de achterkant van de
portofoon weg te trekken en de riemklem naar boven te
schuiven.
!
C
a u t i o
n
Alvorens de portofoon in de lader te plaatsen,
controleren dat de portofoon is UITgeschakeld.
Let op!
Nederlands
4
ZENDEN EN ONTVANGEN
Uw portofoon heeft 8 kanalen en 38 ruisbegrenzingscodes. Als u
de portofoons in een groep wilt gebruiken, moeten alle portofoons
op hetzelfde kanaal en dezelfde code staan. Als u ruis of storing
ondervindt en een ander kanaal wilt kiezen, zorg dan ook dat het
kanaal en de code op alle andere portofoons worden gewijzigd.
Spreken met andere portofoongebruikers:
1. Houd de portofoon op 5 tot 7 centimeter van de mond.
2. Houd de zendtoets (PTT) ingedrukt en spreek in de microfoon.
Tijdens het zenden wordt weergegeven.
3. Laat de zendtoets (PTT) los als u klaar bent. U kunt nu
inkomende oproepen ontvangen. Tijdens het ontvangen wordt
weergegeven
Zendbereik
Uw portofoon is ontworpen voor optimale prestaties en verbeterd
zendbereik buitenshuis. U wordt aanbevolen de portofoons
minimaal op 1,5 meter afstand van elkaar te gebruiken om ruis te
vermijden.
Het zendbereik is afhankelijk van de omgeving. Hoge gebouwen,
dichte bebossing en gebruik binnenshuis of in voertuigen, heeft
een negatieve invloed op het zendbereik.
In vlakke, open gebieden bereikt u het beste resultaat, met een
zendbereik van maximaal 8 kilometer. In een omgeving met
gebouwen en bomen bereikt u een gemiddeld resultaat. In
omgevingen met dichte bebossing en bergen worden de minste
communicatieresultaten bereikt.
Kanalen uitluisteren
Het behoort tot de goede gedragsregels voor portofoongebruik om
een kanaal eerst uit te luisteren alvorens te gaan zenden, om te
controleren dat u geen andere gebruikers op dat kanaal
onderbreekt.
1. Druk kort op MON en laat de toets weer los om een korte
controle uit te voeren. knippert in het display. Als u statische
ruis hoort, is het kanaal vrij voor gebruik. De sterkte van het
binnenkomend signaal kan worden beïnvloed als er zich
obstakels in het pad van het signaal bevinden.
2. Houd MON 2 seconden ingedrukt om constant kanalen uit te
luisteren. blijft knipperen in het display. U hoort zowel
statische ruis als eventuele signalen.
3. Druk op MON om de uitluisterfunctie uit te schakelen.
verdwijnt nu van het display.
Radiokanaal kiezen
1. Drup op CH/SCAN. Het kanaalnummer begint te knipperen.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager
kanaalnummer te kiezen.
3. Druk op CH/SCAN om het kanaal in te stellen.
Ruisbegrenzingscode
De ruisbegrenzingscodes geven u een keuze uit codecombinaties
om ruis en storing tot het minimum te beperken. Voor ieder kanaal
kan een andere code worden gespecificeerd. Voor ieder kanaal
1-8 kan een van de codes 00-38 worden geselecteerd. Code 00
geeft aan dat er geen code is geselecteerd en uw portofoon
signalen kan ontvangen ongeacht van de codeinstelling op de
verzendende portofoon.
Opmerking:
Portofoons met verschillende ruisbegrenzingscodes
kunnen niet met elkaar communiceren.
1. Drup op SEL/ . Het codenummer begint te knipperen.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager
codenummer te kiezen.
3. Druk vier keer op SEL/ om de nieuwe code te bevestigen.
Optimaal bereik
buitenshuis
Middelmatig bereik
buitenshuis
Minimaal bereik
buitenshuis
Vlakke, open
gebieden
Gebouwen of
bomen. Ook in de
buurt van
woonhuizen.
Dichte bebossing of
bergen. Ook in
sommige
gebouwen.
5
Nederlands
Kanaalgeheugen
U kunt maximaal 10 combinaties van kanalen en
ruisbegrenzingscodes opslaan in het geheugen van uw portofoon.
Kanaalgeheugen gebruiken:
1. Houd de toets MEM twee seconden ingedrukt. Het symbool
MEM begint te knipperen en het geheugennummer wordt
weergegeven.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager
geheugennummer te kiezen.
3. Druk op SEL/ om het geheugennummer in te stellen. Nu
begint het kanaalnummer te knipperen.
4. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager
kanaalnummer te kiezen.
5. Drup op SEL/ . Het codenummer begint te knipperen.
6. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager
codenummer te kiezen.
7. Druk op SEL/ om de instelling te bevestigen.
Een kanaal in het kanaalgeheugen gebruiken:
1. Druk op de toets MEM. Het symbool MEM en het
geheugennummer worden in het display weergegeven.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om het
geheugennummer te selecteren.
3. Druk op SEL/ om uw selectie te bevestigen.
Scannen
Met de scanfunctie kunt u op eenvoudige wijze alle 8 kanalen
scannen. Als de portofoon een actief kanaal detecteert, wordt op
dat kanaal gestopt totdat het kanaal weer vrij is. Na twee seconden
gaat de portofoon weer door met scannen.
1. Houd CH/SCAN ingedrukt totdat SCAN wordt weergegeven
om de scanfunctie te selecteren. De portofoon bladert door de
kanalen.
2. Als de scanfunctie wordt geactiveerd wanneer uw code is
ingesteld op
0, luistert de portofoon elk kanaal uit, ongeacht
welke code op dat kanaal wordt gebruikt.
3. Als u de scanfunctie activeert als de code op
01 tot 38, is
ingesteld, luistert de portofoon alleen de specifieke
combinaties van code en kanaal uit die op uw portofoon zijn
ingesteld.
4. Als activiteit op een kanaal wordt waargenomen, stopt de
portofoon met scannen en hoort u de zending die is
waargenomen. Op het display worden het kanaal en de code
weergegeven waar activiteit is gedetecteerd.
5. Druk op de zendtoets (PTT) terwijl de portofoon op een kanaal
blijft staan als u op de zending wilt reageren.
6. Druk op SEL/ , of houd CH/SCAN twee seconden ingedrukt
om het scannen te stoppen.
Functie Prioriteitskanaal scannen
Uw portofoon beschikt over een functie voor het scannen van een
prioriteitskanaal, waarmee u kunt wisselen tussen het scannen
van het huidige kanaal en een prioriteitskanaal. Als de portofoon
een actief kanaal detecteert, wordt op dat kanaal gestopt totdat het
kanaal weer vrij is. De portofoon zal het scannen na een pauze van
twee seconden hervatten. Als de portofoon tijdens de scan op een
kanaal stopt, kunt u op dat kanaal gaan zenden door op de
zendtoets (PTT) te drukken.
Een prioriteitskanaal selecteren:
1. Druk op PRI/ROOM. Het symbool PRI wordt weergegeven en
het prioriteitskanaal gaat knipperen.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager
prioriteitskanaalnummer te kiezen.
3. Drup op SEL
/ . De code van het prioriteitskanaal begint te
knipperen.
4. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om een hoger of lager
codenummer te kiezen.
5. Druk op SEL/ om de scan te beginnen.
6. Druk op PRI/ROOM om het scannen naar een prioriteitskanaal
te stoppen.
Handsfree gebruik (VOX)
Met VOX kunt u handsfree in de portofoon of daarop aangesloten
accessoires praten:
Opmerking:
Bij gebruik van audioaccessoires met uw portofoon,
dient u het volume laag te zetten voordat u dit
accessoire op uw hoofd of in uw oor plaatst.
Nederlands
6
De VOX-functie gebruiken:
1. Houd SEL/ ingedrukt om de portofoon uit te schakelen.
2. Maak het deksel van de accessoire-aansluiting open en steek
het audioaccessoire in de accessoire-aansluiting.
3. Houd SEL/ ingedrukt om de portofoon in te schakelen.
4. Druk op SEL/ totdat het symbool VOX wordt weergegeven.
Ook het huidige niveau (oF,
1-3) gaat knipperen. Als u oF
(UIT) selecteert, wordt VOX uitgeschakeld.
5. Gebruik de zijtoets Volume/Kanaal (+) of (-) om het gewenste
gevoeligheidsniveau te selecteren.
1 - Als u een zachte stem hebt of in een stille omgeving bent.
2 - Geschikt voor de meeste omgevingen.
3 - Als u luid spreekt of in een lawaaiige omgeving bent.
6. Druk drie keer op SEL/ om af te sluiten met het nieuwe
niveau geselecteerd (het symbool VOX knippert niet meer).
Kamer uitluisteren
Wanneer u deze functie inschakelt, neemt de portofoon stemmen/
geluiden waar (afhankelijk van het gevoeligheidsniveau dat u hebt
ingesteld) en stuurt hij deze terug naar de luisterende portofoon
zonder dat u de zendtoets (PTT) hoeft in te drukken.
In deze stand kan de luisterende portofoon geen zendingen
ontvangen.
Gebruik van de functie Kamer uitluisteren:
1. Houd PRI/ROOM twee seconden lang ingedrukt.
Het symbool BABY knippert en ook het huidige niveau (
1-3)
wordt weergegeven.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om het gewenste
gevoeligheidsniveau te selecteren.
3. Druk op SEL/ om het niveau te bevestigen.
4. Om de functie Kamer uitluisteren uit te schakelen houdt u PRI/
ROOM twee seconden ingedrukt; u kunt de portofoon echter
ook uit- en weer aanzetten.
Automatische energiespaarstand
Deze functie verlengt de levensduur van de batterij. Als er
gedurende 3 seconden geen zending of inkomende oproep
plaatsvindt, schakelt de portofoon over in de energiespaarstand. In
deze stand kan de portofoon gewoon zendingen ontvangen.
Toetsenblokkering
Met deze functie worden alle toetsen uitgeschakeld behalve de
zendtoets (PTT). De portofoon kan ook nog gewoon in- en
uitgeschakeld worden.
De toetsen blokkeren:
1. Druk op SEL/ totdat wordt weergegeven. De huidige
status oF (UIT) knippert in het display.
2. Druk op de zijknop VOL/CH (+) om de
toetsenbordvergrendeling weer in te schakelen.
3. Druk op SEL/ om de instelling te bevestigen.
Opmerking:Als u de instelling afsluit voordat u uw selectie
bevestigt met SEL/ , wordt de functie voor
toetsenblokkering ingesteld op oF (UIT).
De toetsen vrijgeven:
1. Houd SEL/ ingedrukt om uw portofoon UIT te zetten.
2. Houd SEL/ ingedrukt om uw portofoon AAN te zetten.
7
Nederlands
Achterverlichting
Uw portofoon heeft een achterverlichting die wordt ingeschakeld
als op elke toets (behalve de zendtoets (PTT) wordt gedrukt, en
automatisch 10 seconden na het indrukken van de laatste toets
weer wordt uitgeschakeld.
WAARSCHUWINGEN
Oproeptoon
U kunt met uw portofoon verschillende tonen naar andere
portofoons zenden om gebruikers op hetzelfde kanaal en met
dezelfde code te laten weten dat u gaat praten. U kunt kiezen uit 5
oproeptonen.
1. U stelt een oproeptoon in door op SEL/ te drukken totdat
het symbool CALL wordt weergegeven. Ook het nummer
(
1-5) van de huidige oproeptoon gaat knipperen.
2. Gebruik de zijknop VOL/CH (+) of (-) om de oproeptoon te
wijzigen en beluisteren terwijl het betreffende nummer
knippert.
3. Druk twee keer op SEL/ om af te sluiten met de nieuwe
oproeptoon geselecteerd.
4. Druk op . om de geselecteerde oproeptoon uit te zenden.
De geselecteerde oproeptoon wordt automatisch en
gedurende een vaste duur uitgezonden. De oproeptoon wordt
geannuleerd zodra u op de zendtoets (PTT) drukt.
Spraakbevestigingstoon
Als deze functie is ingeschakeld, geeft uw zendontvanger een
piepsignaal wanneer u stopt met zenden en de zendtoets (PTT)
loslaat Dit is te vergelijken met de termen 'Roger' of 'Over', en laat
de andere persoon weten dat u bent gestopt met praten. Gebruik
wanneer u de portofoon inschakelt de zijknop VOL/CH (+) om
deze toon te activeren of deactiveren.
VERDERE INFORMATIE
Het Oplossen van Problemen
Geen vermogen
of onregelmatig
vertoning
Verplaats, vervang, of herlaad de batterijen.
Bericht niet
doorgestuurd
Zorg dat de knop
PTT
volledig wordt ingedrukt
terwijl u doorstuurt.
Verplaats, vervang of herlaad de batterijen.
Het gedeelde kanaal kan in gebruik zijn, een
ander kanaal proberen
.
Bericht niet
ontvangen
Bevestig dat de radio's op hetzelfde kanaal
ingesteld zijn en dezelfde interferentie
eliminatiecodes hebben (dit helpt de interferentie
te minimaliseren).
Zorg ervoor dat
PTT
niet per ongeluk wordt
ingedrukt.
Verander van plaats, verplaats, vervang of
herlaad de batterijen
.
Obstakels, zich binnenshuis of in een voertuig
bevinden kan de communicatie belemmeren.
Verander uw plaats.
Controleer of het volume aanstaat.
Het horen van
andere geluiden
of andere
conversaties op
een kanaal
Het gedeelde kanaal kan in gebruik zijn, Probeer
een ander.
Beperkt
spreekbereik
Stalen of de betonnen structuren, het zware
gebladerte en het gebruik binnen gebouwen en
in voertuigen zullen het bereik verminderen.
Controleer of je een open gezichtsveld hebt om
de transmissie te verbeteren.
Het dragen van de radio dicht bij lichaam zoals in
een zak of op een riem zal het bereik ook
verminderen. Verander de plaats van de radio.
Zware statische
omgeving of
interferentie
De radio's staan te dicht bij elkaar. De radio's
moeten minstens 1,5 meters uit elkaar staan.
Radio's staan te ver uit elkaar. Obstakels
mengen
zich in transmissie
.
Nederlands
8
Gebruik en Reiniging
Om de radio schoon te maken:
Gebruik een zachte vochtige doek.
Dompel niet onder in water.
Gebruik geen alcohol of schoonmaakoplossingen.
Als uw radio nat wordt:
Schakel hem uit en verwijder de batterijen.
Maak hem droog met een zachte doek.
U kunt de batterijcontacten met een droge, pluisvrije doek drogen.
Gebruik de radio niet tot hij volledig droog is.
Specificaties
Garantie Informatie
De door Motorola goedgekeurde verdeler of kleinhandelaar
waarbij u uw two-way radio en/of originele accessoires van
Motorola kocht, zal een garantieclaim aanvaarden en/of reparaties
onder garantie uitvoeren.
Breng uw radio terug naar uw verdeler of kleinhandelaar om uw
reparatie onder garantie te vragen. Stuur uw radio niet terug naar
Motorola.
Om gedekt te zijn door de garantie, moet u uw kassabon of een
vergelijkbaar aankoopbewijs waarop de aankoopdatum staat,
voorleggen. Het serienummer van de two-way radio moet ook
duidelijk te zien zijn. De garantie is niet van toepassing als het type
of serienummer op het product gewijzigd, uitgewist, verwijderd of
onleesbaar zijn.
Wat Niet Wordt Gedekt Door de Garantie
Defecten of schade die ontstaan door het foute gebruik van het
product of door het niet volgen van de aanwijzingen in deze
handleiding.
Defecten of schade door misbruik, ongevallen of verwaarlozing.
Defecten of schade door foute testen, bediening, onderhoud,
aanpassingen of wijzigingen of verbouwingen van alle aard.
Breuk van of schade aan antennes tenzij rechtstreeks veroorzaakt
door materiaal- of fabricagefouten.
Producten die zo zijn samengesteld of gerepareerd dat ze de
prestaties negatief beïnvloeden of een gepaste controle en test van
de garantieclaim onmogelijk maken.
Defecten of schade omwille van het bereik.
Defecten of schade omwille van vocht, vloeistoffen of morsen.
Alle plastic oppervlakken en externe blootgestelde onderdelen die
schrammen vertonen of beschadigd zijn door normaal gebruik.
Producten die voor een bepaalde periode worden verhuurd.
Periodiek onderhoud en reparaties of vervanging van onderdelen
door gewoon gebruik en slijtage.
Copyrightinformatie
De Motorola-producten die in deze handleiding beschreven staan,
bevatten mogelijk programma's, opgeslagen
halfgeleidergeheugens of andere media van Motorola waarop
copyright van toepassing is. De wetten van de Verenigde Staten en
andere landen geven Motorola bepaalde exclusieve rechten op
computerprogramma's met copyright, waaronder het exclusieve
recht om deze programma's op om het even welke manier te
kopiëren of reproduceren.
GOEDGEKEURDE ACCESSOIRES
Neem contact op met uw leverancier als u deze nieuwe
accessoires wenst te kopen.
Kanalen 8
Codes 38
Werkingsfrequentie 446.00625-446.09375 MHz
Bereik Maximaal 8 kilometer, afhankelijk
van terrein en omstandigheden
Stroomvoorziening NiMH batterijpakket of vier AAA
alkaline batterijen
Type XTB446
Zendervermogen (Watt) 0,5 ERP
Modulatietype Fase (Hoek)
Kanaalafstand (kHz) 12,5
MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het gestileerde M Logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Motorola Trademark Holdings,
LLC en worden onder licentie gebruikt. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom
van hun respectieve eigenaars.
© 2012 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden.
1/124