Facom 712 de handleiding

Categorie
Meten
Type
de handleiding
31
Veiligheid !
Nooit metingen van weerstanden en dioden op een circuit onder spanning uitvoe-
ren.
Nooit gebruiken op netten met een spanning hoger dan 600 V eff.
Voorafgaande aan elke afl ezing, nagaan of de snoeren en de schakelaar correct in de juiste stand
staan.
Het kastje van het toestel nooit openen alvorens elke elektrische bron te hebben afgeschakeld.
Nooit op het te meten circuit aansluiten wanneer het kastje van het toestel niet correct is gesloten.
Accessoires gebruiken die conform de veiligheidsnormen zijn (EN 61010-2-031)
met een minimum spanning van 600 V en van categorie overspanning III.
Specifi caties
Afmetingen : 193 x 70 x 37 mm
Gewicht : 260 gram
Opening van de bekken : 26 mm
1 batterij : 9 volt (type 6LF22)
Levensduur batterij : 100 uur of 6 000 metingen van 1 minuut.
Automatisch vitschakelen na 10 minuten zonder de schakelaar
of een functietoets te hebben bediend.
NB :
Opnieuw inschakelen via de stand OFF van de schakelaar of door op een of andere toets te
drukken.
Aanwijzing slijtage batterij : Het knipperende symbool batterij wijst op een
werking < werking uur.
Gebruikstemperatuur :
0° tot + 50°C
Opslagtemperatuur : - 20° tot + 70°C
Relatieve vochtigheid in gebruik : < 80 % RV
Relatieve vochtigheid opslag : < 90 % RV (tot 45 °C)
Gelijkvormigheid met de normen : EN61010.1 (Uitg. 95) Klasse II (dubbele isolatie)
Vervuilingsgraad 2
Installatiecategorie III
Bedrijfsspanning 600 V
: EN61110.2.032 (Uitg. 93)
: EN61326 (Uitg. 98)
Veiligheidsgetal :
IP 40 volgens EN60529 (Uitg. 92).
IK 04 volgens EN 50102 (Uitg. 95)
Index zelfdovend :
UL 94 VO
Uitgestraalde velden : 3 V/m (volgens CEI 1000.4.3).
Vrije val :
1 m (volgens CEI 68.2.32).
Trillingen :
0,75 mm (volgens CEI 68.2.6).
Schokken :
0,75 Joule (volgens CEI 68.2.27).
Elektrische schokken :
6 kV (volgens CEI 1000.4.5).
Elektrostatische ontlading :
4 kV klasse 2 (volgens CEI 1000.4.2).
Snelle doorvoeren :
2 kV (volgens CEI 1000.4.4).
Selectie van de meetmethode (AC of DC) automatisch of handmatig (gele toets).
Selectie van de reeksen automatisch meten.
Automatisch systeem uitschakelen van het toestel.
Registratiefuncties van de waarden MIN – MAX – PIEK (piek).
Blokkering van de display via toets HOLD (blauwe toets).
Scherm met vloeibare kristallen (LED), 4000 meetpunten (begrensd tot 600 V), hoogte van de cijfers 8 mm.
Ritme vernieuwen van de display : 400 ms.
Achtergrondverlichting via handmatige toets (groene toets).
Automatische display van de polariteit (+ en -) voor de metingen op gelijkstroom (DC) en PEAK (top)
waarden.
Aanduiding van de overschrijding : het scherm duidt OL aan.
Correctie van de afwijkingen in het meten op gelijkstroom (DC nul).
Automatische compensatie van de weerstand van de meetsnoeren in de functie ohmmeter (
Ω
nul).
Meting stroomsterkten via de klem.
Functie-V-Live : “BIP” wanneer spanning > 30 V is.
NL
32
5 – functiesschakelaar
OFF = Stand uit (besparing van de batterij)
V
DC/AC
= Voltmeter of meting elektrische gelijkspanning
Ω = Continuïteitgeluidstest voor een weerstand R < of gelijk aan 40Ω
en meting weerstanden tot 4 kΩ.
= Test halfgeleiders
A
DC/AC
= Meting van de elektrische gelijkstroom of wisselstroom
via de klem tot 400 A.
T° = Meten van de binnen- of buitentemperatuur met een thermokoppel
sonde. (Adapter en sonde, zie bladzij onderdelen).
Knoppen voor aanvullende functies
GEEL
In stand V of A, voor de overgang van wissel- naar gelijkstroom.
In stand Ω, voor de overgang van continuïteit met weerstand naar test halfgeleider.
In stand T°, voor de overgang van °C naar F°.
BLAUW
HOLD/Ω/DCNul – Vier verschillende standen :
1 – De toets kort indrukken blokkeert het scherm.Nogmaals
indrukken en het scherm deblokkert.
2 – De toets
HOLD kort indrukken en daarna de toets MIN/MAX
geeft een voorselectie van de modus
MIN/MAX. Wanneer het toestel is
aangesloten, maakt een opnieuw drukken op
HOLD de modus MIN/MAX effectief.
3 – de toets lang indrukken maakt het automatisch compenseren
van de weerstand van de snoeren mogelijk. Om deze
compensatie tot stand te brengen, de op het toestel aangesloten
snoeren, functie continuïteit of geselecteerde weerstand, kortsluiten.
4 – De toets lang indrukken maakt het compenseren, maakt het
compenseren van de nul automatisch mogelijk in de functie ampèremeter DC.
ZWART
MIN/MAX De toets functioneert via een rondgaande omschakeling
bij een korte drukbeweging :
Eenmaal drukken : Ingang in de modus
IN/MAX; display van
de waarde
PEAK (top) (uitsluitend in volt en ampère; anders,
display van de waarde
MAX).
Tweemaal drukken : Display van de waarde
MAX.
Driemaal drukken : Display van de waarde
MIN.
Viermaal drukken : Terug naar de waarde
PEAK (indien deze
effectief is, anders waarde
MAX). Lang indrukken : Verlaten
van de modus
MIN/MAX (geldig op elk ogenblik).
GROEN
Kort indrukken : bediening van de achtergrondverlichting van het
scherm. Automatisch uitgaan na verloop van 2 minuten.
Lang indrukken : display van de voor de batterij resterende
levensduur, uitgedrukt in uren.
33
Afl ezen van het scherm
Het betreffende symbool gaat branden wannneer de functie actief is.
Slijtage van de batterij
PEAK In functie V en A in de modus MIN/MAX wanneer de waarde PEAK wordt
aangesproken.
MAX Geeft een maximum waarde in de modus MIN/MAX aan.
MIN Geeft een minimum waarde in de modus MIN/MAX aan.
HOLD De laatste waarde wordt gememoriseerd.
AC De lopende meting wordt op wisselstroom gedaan (knippert wanneer de
klem automatisch de meetmodus heeft geselecteerd en brandt
onafgebroken indien de modus handmatig wordt geselecteerd).
DC De lopende meting wordt op gelijkstroom gedaan (knippert wanneer de
klem automatisch de meetmodus heeft geselecteerd en brandt
onafgebroken indien de modus handmatig wordt geselecteerd).
+ of - Geeft de polariteit op gelijkstroom aan en met afl ezing van de waarde PEAK (top)
Test halfgeleider
T° INT Stand T° van de schakelaar of wanneer het op de klemmen
aangesloten
thermokoppel is afgesloten of niet aangesloten (meten van de
interne temperatuur).
T° EXT Stand T° van de schakelaar en wanneer het thermokoppel correct is
aangesloten.
De tester functioneert permanent (opheffi ng van het automatische stoppen).
Brandt onafgebroken : wanneer de functie in continuïteit wordt geselecteerd
Knippert : wanneer de functie V-Live wordt geselecteerd.
Combinatie van de toetsen
Wijziging van de drempel van de «BIP» in de functie continuïteit : Gele toets ingedrukt
houden en de draaischakelaar van de stand OFF naar Ω brengen.
De regeling kan worden gedaan van 1Ω tot 40Ω achtereenvolgens te drukken op de gele
toets. Wanneer de waarde eenmaal is gekozen, op de schakelaar drukken om deze waarde te
memoriseren.
Opheffi ng van het automatische stoppen : De toets
HOLD ingedrukt houden en de schakelaar
van de stand
OFF naar Ω brengen.
Opheffi ng van de functie V-Life : De toets
HOLD ingedrukt houden en de schakelaar van de
stand
OFF naar Ω brengen.
Datum van de laatste kalibrering : De toets
MIN/MAX ingedrukt houden en de schakelaar
van de stand
OFF naar V brengen.
Display van de versie van de interne software : De toets
HOLD ingedrukt houden en de
schakelaar van de stand
OFF naar A brengen. De versie van de software wordt gedurende 2 seconden
op de display aangegeven en daarna worden alle segmenten van het scherm gevisualiseerd.
In confi guratie brengen door afronding : Gele toets ingedrukt houden en de schakelaar van
de stand
OFF naar A brengen.
Confi guratie door afronding : drempel BIP : 40 Ω
automatisch stoppen
met functie V-Live
met eenheid op temperatuur : °C
Aansluiting van de draden op de tester
Plaats de stekker van de zwarte draad in de klem gemerkt “COM”.
Plaats de stekker van de rode draad in de klem gemerkt “+”.
34
Meten van gelijk- of wisselspanningen
Plaats de schakelaar op de functie voltmeter V.
Plaats de testpennen parallel op het te meten circuit.
De omschakeling van reeks en de selectie AC/DC zijn automatisch.
In V DC, geeft het scherm aan :
OL
___
verder dan + 600 V
OL
___
verder dan – 600 V
In V AC, geeft het scherm aan :
OL verder dan 900 V piek
In V AC, geeft een herhaalde biptoon aan dat de gemeten spanning hoger is dan de normatieve vei-
ligheidsspanning ten opzichte van de gebruiker, ofwel 30V AC (45V DC of piek) (functie V-Live).
Reeks display V V V
Meetbereik 0,20 - 39,99 V 40,0 - 399,9 V 400 - 600 V DC
400 - 900 V piek
Precisie 1% L ± 5 punten 1% L ± 2 punten 1% L ± 2 punten
Resolutie 10 mV 0,1 V 1 V
Ingangsimpedantie 1 MΩ
35
Meten van weerstanden en continuïteit
CONTINUITEIT
Plaats de schakelaar op de stand
Ω
Controleer het te meten circuit met de testpennen. De biptoon voor continuïteit zal actief zijn voor
een weerstand of gelijk aan de door de programmering gekozen drempel (40 Ω afgerond).
WEERSTAND
Uitgaande van de stand Continuïteit, op de gele toets drukken (secundaire functies) teneinde de
functie Weerstand te selecteren.
Controleer het te meten circuit met de testpennen. De omschakeling van de reeks is automa-
tisch.
De overschrijding van het kaliber wordt op het scherm door
OL aangegeven.
Mogelijkheid om de weerstand van de snoeren te compenseren door de toest
HOLD ingedrukt te
houden en door de snoeren te kortsluiten.
Reeks display 400 Ω 4000 Ω
Meetbereik 0,0 - 399,9 Ω 400 - 3999 Ω
Precisie 1,5 L ± 2 points 1,5 L ± 2 points
Resolutie 0,1 Ω 1 Ω
Spanning in open circuit 3,2 V 3,2 V
Bescherming 500 V AC ou 750 V (DC of piek)
36
1
0
Meten van dioden
Vanuit de stand Weerstand, op de gele toets (secundaire functies) drukken teneinde de functie Test
diode te selecteren. Het te meten circuit controleren met de toetspunten.
Aanduiding van verbinding in kortsluiting : biptoon voor een drempel < 0,050 V.
Aanduiding van een omgekeerde verbinding : display
OL
___
Reeks display V
Meetbereik 0 – 3.999 V
Meetstroom 500 µA
Precisie 1,5 L ± 2 punten
Resolutie 0,001 V
Bescherming 500 V AC of 750 V (DC of piek)
37
Meten van de gelijk- of wisselstroomsterkten
Plaats de schakelaar op de functie ampèremeter A.
Open de bek van de klem met de stuurelektrode en voeg de geleider in waarop men de meting
wil uitvoeren.
Laat de stuurelektrode weer los waarbij moet worden gelet op het goede contact van de bekken
om het magnetische circuit weer correct te sluiten.
De overschakeling van reeks en de selectie AC/DC zijn automatisch.
In DC kan de reststroom op nul worden gecorrigeerd door een gehandhaafde drukbeweging op
de toets
HOLD.
In stroomsterkte DC, bedraagt de max. stroom 400 A.
In A DC, geeft de display aan :
OL
___
verder dan + 399,9 A
OL
___
verder dan – 399,9 A
In A AC, geeft de display
OL verder dan 600 A piek aan.
Meten van temperaturen
Zonder sonde
De meting van de aangegeven temperatuur is die van het toestel, gelijkwaardig aan de omge-
vingstemperatuur, na thermische stabilisatie.
De symbolen T° INT verschijnen op het scherm.
Reeks display A A A
Meetbereik 0,20 – 39,99 A 40,0 – 399,9 A 400 – 600 A piek
Precisie 1,5 % ± 10 punten 1,5 % ± 2 punten 1,5 % ± 2 punten
Resolutie 10 mA 0,1 A 1 A
38
Interne temperatuur Externe temperatuur Externe temperatuur
Type sonde geïntegreerd circuit koppel K koppel K
Reeks display °C °C °C
Meetbereik - 10 °C tot + 50 °C 50,0 °C tot 399,9 °C + 400 °C tot 1000 °C
+ 15 °F tot + 120 °F 50,0 °F tot + 399,9 °F + 400 °F tot 1800 °F
Precisie ± 1,5 °C 1 % L ± 1,5 °C 1 % L ± 1,5 °C
± 2,7 °F 1 % L ± 2,7 °F 1 % L ± 2,7 °F
Resolutie 0,1 °C 0,1 °C 1 °C
0,1 °F 0,1 °F 1 °F
Meten van de temperaturen
Met sondes (Adapter en sondes zijn in optie)
Het thermokoppel van de adapter aansluiten op de beide ingangsklemmen van de klem met
inachtneming van de polariteit (- op klem COM en + op klem +).
De gewenste sonde op de adapter aansluiten.
712-01 Adapter
DX.12-06 Soepele sonde
DX.12-08 Armbandsonde
DX.12R Verlengstuk (wordt met de armbandsonde gebruikt)
DX.12-11 Standaard naaldsonde
DX.12-15 Contactsonde oppervlak
DX.12-17 Luchtsonde
De symbolen T° EXT verschijnen op het scherm.
DX.12-11
DX.12-15
DX.12-17
DX.12-06
DX.12-08
DX.12-11
DX.12R
DX.12-15
DX.12-17
712-01
DX.12-06
DX.12-08
39
Onderdelen
1
2
712
1 711.19 Set van 2 meetsnoeren met testpennen
2 Batterij6LF22
Batterij van 9 volt
712.02
Etui
Garantie : 1 Jaar.
Let op : het ferriet, de toebehoren (aanrakingspunten, etui) zijn verbruiksartikelen en vallen niet
in het kader van de garantie.

Documenttranscriptie

Veiligheid ! NL Nooit metingen van weerstanden en dioden op een circuit onder spanning uitvoeren. Nooit gebruiken op netten met een spanning hoger dan 600 V eff. Voorafgaande aan elke aflezing, nagaan of de snoeren en de schakelaar correct in de juiste stand staan. Het kastje van het toestel nooit openen alvorens elke elektrische bron te hebben afgeschakeld. Nooit op het te meten circuit aansluiten wanneer het kastje van het toestel niet correct is gesloten. Accessoires gebruiken die conform de veiligheidsnormen zijn (EN 61010-2-031) met een minimum spanning van 600 V en van categorie overspanning III. Specificaties Afmetingen Gewicht Opening van de bekken 1 batterij Levensduur batterij : 193 x 70 x 37 mm : 260 gram : 26 mm : 9 volt (type 6LF22) : 100 uur of 6 000 metingen van 1 minuut. Automatisch vitschakelen na 10 minuten zonder de schakelaar of een functietoets te hebben bediend. NB : Opnieuw inschakelen via de stand OFF van de schakelaar of door op een of andere toets te drukken. Aanwijzing slijtage batterij : Het knipperende symbool batterij wijst op een werking < werking uur. Gebruikstemperatuur : 0° tot + 50°C Opslagtemperatuur : - 20° tot + 70°C Relatieve vochtigheid in gebruik : < 80 % RV Relatieve vochtigheid opslag : < 90 % RV (tot 45 °C) Gelijkvormigheid met de normen : EN61010.1 (Uitg. 95) Klasse II (dubbele isolatie) Vervuilingsgraad 2 Installatiecategorie III Bedrijfsspanning 600 V : EN61110.2.032 (Uitg. 93) : EN61326 (Uitg. 98) Veiligheidsgetal : IP 40 volgens EN60529 (Uitg. 92). IK 04 volgens EN 50102 (Uitg. 95) Index zelfdovend : UL 94 VO Uitgestraalde velden : 3 V/m (volgens CEI 1000.4.3). Vrije val : 1 m (volgens CEI 68.2.32). Trillingen : 0,75 mm (volgens CEI 68.2.6). Schokken : 0,75 Joule (volgens CEI 68.2.27). Elektrische schokken : 6 kV (volgens CEI 1000.4.5). Elektrostatische ontlading : 4 kV klasse 2 (volgens CEI 1000.4.2). Snelle doorvoeren : 2 kV (volgens CEI 1000.4.4). Selectie van de meetmethode (AC of DC) automatisch of handmatig (gele toets). Selectie van de reeksen automatisch meten. Automatisch systeem uitschakelen van het toestel. Registratiefuncties van de waarden MIN – MAX – PIEK (piek). Blokkering van de display via toets HOLD (blauwe toets). Scherm met vloeibare kristallen (LED), 4000 meetpunten (begrensd tot 600 V), hoogte van de cijfers 8 mm. Ritme vernieuwen van de display : 400 ms. Achtergrondverlichting via handmatige toets (groene toets). Automatische display van de polariteit (+ en -) voor de metingen op gelijkstroom (DC) en PEAK (top) waarden. Aanduiding van de overschrijding : het scherm duidt OL aan. Correctie van de afwijkingen in het meten op gelijkstroom (DC nul). Automatische compensatie van de weerstand van de meetsnoeren in de functie ohmmeter (Ω nul). Meting stroomsterkten via de klem. Functie-V-Live : “BIP” wanneer spanning > 30 V is. 31 5 – functiesschakelaar OFF V DC/AC Ω A DC/AC T° = Stand uit (besparing van de batterij) = Voltmeter of meting elektrische gelijkspanning = Continuïteitgeluidstest voor een weerstand R < of gelijk aan 40Ω en meting weerstanden tot 4 kΩ. = Test halfgeleiders = Meting van de elektrische gelijkstroom of wisselstroom via de klem tot 400 A. = Meten van de binnen- of buitentemperatuur met een thermokoppel sonde. (Adapter en sonde, zie bladzij onderdelen). Knoppen voor aanvullende functies GEEL In stand V of A, voor de overgang van wissel- naar gelijkstroom. In stand Ω, voor de overgang van continuïteit met weerstand naar test halfgeleider. In stand T°, voor de overgang van °C naar F°. HOLD/Ω/DCNul – Vier verschillende standen : 1 – De toets kort indrukken blokkeert het scherm.Nogmaals indrukken en het scherm deblokkert. 2 – De toets HOLD kort indrukken en daarna de toets MIN/MAX geeft een voorselectie van de modus MIN/MAX. Wanneer het toestel is aangesloten, maakt een opnieuw drukken op HOLD de modus MIN/MAX effectief. 3 – de toets lang indrukken maakt het automatisch compenseren van de weerstand van de snoeren mogelijk. Om deze compensatie tot stand te brengen, de op het toestel aangesloten snoeren, functie continuïteit of geselecteerde weerstand, kortsluiten. 4 – De toets lang indrukken maakt het compenseren, maakt het compenseren van de nul automatisch mogelijk in de functie ampèremeter DC. BLAUW ZWART GROEN 32 De toets functioneert via een rondgaande omschakeling bij een korte drukbeweging : Eenmaal drukken : Ingang in de modus IN/MAX; display van de waarde PEAK (top) (uitsluitend in volt en ampère; anders, display van de waarde MAX). Tweemaal drukken : Display van de waarde MAX. Driemaal drukken : Display van de waarde MIN. Viermaal drukken : Terug naar de waarde PEAK (indien deze effectief is, anders waarde MAX). Lang indrukken : Verlaten van de modus MIN/MAX (geldig op elk ogenblik). MIN/MAX Kort indrukken : bediening van de achtergrondverlichting van het scherm. Automatisch uitgaan na verloop van 2 minuten. Lang indrukken : display van de voor de batterij resterende levensduur, uitgedrukt in uren. Combinatie van de toetsen Wijziging van de drempel van de «BIP» in de functie continuïteit : Gele toets ingedrukt houden en de draaischakelaar van de stand OFF naar Ω brengen. De regeling kan worden gedaan van 1Ω tot 40Ω achtereenvolgens te drukken op de gele toets. Wanneer de waarde eenmaal is gekozen, op de schakelaar drukken om deze waarde te memoriseren. Opheffing van het automatische stoppen : De toets HOLD ingedrukt houden en de schakelaar van de stand OFF naar Ω brengen. Opheffing van de functie V-Life : De toets HOLD ingedrukt houden en de schakelaar van de stand OFF naar Ω brengen. Datum van de laatste kalibrering : De toets MIN/MAX ingedrukt houden en de schakelaar van de stand OFF naar V brengen. Display van de versie van de interne software : De toets HOLD ingedrukt houden en de schakelaar van de stand OFF naar A brengen. De versie van de software wordt gedurende 2 seconden op de display aangegeven en daarna worden alle segmenten van het scherm gevisualiseerd. In configuratie brengen door afronding : Gele toets ingedrukt houden en de schakelaar van de stand OFF naar A brengen. Configuratie door afronding : drempel BIP : 40 Ω automatisch stoppen met functie V-Live met eenheid op temperatuur : °C Aflezen van het scherm Het betreffende symbool gaat branden wannneer de functie actief is. Slijtage van de batterij PEAK In functie V en A in de modus MIN/MAX wanneer de waarde PEAK wordt aangesproken. MAX Geeft een maximum waarde in de modus MIN/MAX aan. MIN Geeft een minimum waarde in de modus MIN/MAX aan. HOLD De laatste waarde wordt gememoriseerd. AC De lopende meting wordt op wisselstroom gedaan (knippert wanneer de klem automatisch de meetmodus heeft geselecteerd en brandt onafgebroken indien de modus handmatig wordt geselecteerd). DC De lopende meting wordt op gelijkstroom gedaan (knippert wanneer de klem automatisch de meetmodus heeft geselecteerd en brandt onafgebroken indien de modus handmatig wordt geselecteerd). + of Geeft de polariteit op gelijkstroom aan en met aflezing van de waarde PEAK (top) Test halfgeleider T° INT Stand T° van de schakelaar of wanneer het op de klemmen aangesloten thermokoppel is afgesloten of niet aangesloten (meten van de interne temperatuur). T° EXT Stand T° van de schakelaar en wanneer het thermokoppel correct is aangesloten. De tester functioneert permanent (opheffing van het automatische stoppen). Brandt onafgebroken : wanneer de functie in continuïteit wordt geselecteerd Knippert : wanneer de functie V-Live wordt geselecteerd. Aansluiting van de draden op de tester Plaats de stekker van de zwarte draad in de klem gemerkt “COM”. Plaats de stekker van de rode draad in de klem gemerkt “+”. 33 Meten van gelijk- of wisselspanningen Plaats de schakelaar op de functie voltmeter V. Plaats de testpennen parallel op het te meten circuit. De omschakeling van reeks en de selectie AC/DC zijn ___automatisch. In V DC, geeft het scherm aan : OL verder dan + 600 V OL ___ verder dan – 600 V In V AC, geeft het scherm aan : OL verder dan 900 V piek In V AC, geeft een herhaalde biptoon aan dat de gemeten spanning hoger is dan de normatieve veiligheidsspanning ten opzichte van de gebruiker, ofwel 30V AC (45V DC of piek) (functie V-Live). Reeks display Meetbereik V 0,20 - 39,99 V V 40,0 - 399,9 V Precisie 1% L ± 5 punten 1% L ± 2 punten Resolutie 10 mV V 400 - 600 V DC 400 - 900 V piek Ingangsimpedantie 34 0,1 V 1 MΩ 1% L ± 2 punten 1V Meten van weerstanden en continuïteit CONTINUITEIT Plaats de schakelaar op de stand Ω Controleer het te meten circuit met de testpennen. De biptoon voor continuïteit zal actief zijn voor een weerstand ≤ of gelijk aan de door de programmering gekozen drempel (40 Ω afgerond). WEERSTAND Uitgaande van de stand Continuïteit, op de gele toets drukken (secundaire functies) teneinde de functie Weerstand te selecteren. Controleer het te meten circuit met de testpennen. De omschakeling van de reeks is automatisch. De overschrijding van het kaliber wordt op het scherm door OL aangegeven. Mogelijkheid om de weerstand van de snoeren te compenseren door de toest HOLD ingedrukt te houden en door de snoeren te kortsluiten. 400 Ω 4000 Ω Meetbereik 0,0 - 399,9 Ω 400 - 3999 Ω Precisie 1,5 L ± 2 points 1,5 L ± 2 points Resolutie 0,1 Ω 1Ω Spanning in open circuit 3,2 V 3,2 V Bescherming 500 V AC ou 750 V (DC of piek) Reeks display 35 Meten van dioden Vanuit de stand Weerstand, op de gele toets (secundaire functies) drukken teneinde de functie Test diode te selecteren. Het te meten circuit controleren met de toetspunten. Aanduiding van verbinding in kortsluiting : biptoon ___voor een drempel < 0,050 V. Aanduiding van een omgekeerde verbinding : display OL Reeks display V Meetbereik 0 – 3.999 V Meetstroom 500 µA Precisie 1,5 L ± 2 punten Resolutie Bescherming 0,001 V 500 V AC of 750 V (DC of piek) 0 1 36 Meten van de gelijk- of wisselstroomsterkten Plaats de schakelaar op de functie ampèremeter A. Open de bek van de klem met de stuurelektrode en voeg de geleider in waarop men de meting wil uitvoeren. Laat de stuurelektrode weer los waarbij moet worden gelet op het goede contact van de bekken om het magnetische circuit weer correct te sluiten. De overschakeling van reeks en de selectie AC/DC zijn automatisch. In DC kan de reststroom op nul worden gecorrigeerd door een gehandhaafde drukbeweging op de toets HOLD. In stroomsterkte DC, bedraagt de max. ___ stroom 400 A. In A DC, geeft de display aan : OL verder dan + 399,9 A OL ___ verder dan – 399,9 A In A AC, geeft de display OL verder dan 600 A piek aan. Reeks display A Meetbereik 0,20 – 39,99 A Precisie Resolutie A A 40,0 – 399,9 A 400 – 600 A piek 1,5 % ± 10 punten 1,5 % ± 2 punten 1,5 % ± 2 punten 10 mA 0,1 A 1A Meten van temperaturen Zonder sonde De meting van de aangegeven temperatuur is die van het toestel, gelijkwaardig aan de omgevingstemperatuur, na thermische stabilisatie. De symbolen T° INT verschijnen op het scherm. 37 Meten van de temperaturen Met sondes (Adapter en sondes zijn in optie) Het thermokoppel van de adapter aansluiten op de beide ingangsklemmen van de klem met inachtneming van de polariteit (- op klem COM en + op klem +). De gewenste sonde op de adapter aansluiten. 712-01 DX.12-06 DX.12-08 DX.12R DX.12-11 DX.12-15 DX.12-17 Adapter Soepele sonde Armbandsonde Verlengstuk (wordt met de armbandsonde gebruikt) Standaard naaldsonde Contactsonde oppervlak Luchtsonde De symbolen T° EXT verschijnen op het scherm. DX.12-06 DX.12-08 DX.12-11 DX.12R DX.12-15 DX.12-17 712-01 DX.12-06 DX.12-11 DX.12-08 DX.12-17 DX.12-15 Interne temperatuur Type sonde geïntegreerd circuit Reeks display Meetbereik Precisie Resolutie 38 Externe temperatuur koppel K °C Externe temperatuur koppel K °C °C - 10 °C tot + 50 °C 50,0 °C tot 399,9 °C + 400 °C tot 1000 °C + 15 °F tot + 120 °F 50,0 °F tot + 399,9 °F + 400 °F tot 1800 °F ± 1,5 °C 1 % L ± 1,5 °C 1 % L ± 1,5 °C ± 2,7 °F 1 % L ± 2,7 °F 1 % L ± 2,7 °F 0,1 °C 0,1 °C 1 °C 0,1 °F 0,1 °F 1 °F Onderdelen 1 2 Garantie : 1 Jaar. Let op : het ferriet, de toebehoren (aanrakingspunten, etui) zijn verbruiksartikelen en vallen niet in het kader van de garantie. 1 2 712 711.19 Batterij6LF22 712.02 Set van 2 meetsnoeren met testpennen Batterij van 9 volt Etui 39
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Facom 712 de handleiding

Categorie
Meten
Type
de handleiding