ProForm PFEL03815 de handleiding

Type
de handleiding
iconeurope.com
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PFEL03815.1
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
Serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft
of wanneer er onderdelen ontbre-
ken of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
iconsupport.eu
Email:
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze
handleiding voor verdere
raadpleging.
2
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE HYBRIDE TRAINER GEBRUIKEN ..........................................................15
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN .............................................Achterzijde
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterzijde
PROFORM en IFIT zijn gedeponeerd handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van
Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG,
Inc. en in licentie worden gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS
en andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn
op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg
de achterzijde van deze handleiding wanneer een
sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om
een vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Let op: De sticker(s) worden niet
op ware grootte weergegeven.
3
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies
in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw hybride trainer voordat u deze gebruikt om het
risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen
dat alle gebruikers van de hybride trai-
ner voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De hybride trainer is niet bedoeld voor
gebruik door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan erva-
ring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij
zij instructie hebben ontvangen over het
gebruik van de hybride trainer door iemand
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de hybride trainer alleen zoals
beschreven is.
5. De hybride trainer is alleen voor thuisgebruik
bedoeld. Gebruik de hybride trainer niet
commercieel, voor verhuur of institutionele
situatie.
6. Gebruik de hybride trainer uitsluitend bin-
nenshuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de hybride trainer niet in een garage,
op een overdekt terras of bij water.
7. Plaats de hybride trainer op een vlakke
ondergrond en zorg ervoor dat er minstens
0,9 m vrije ruimte voor en achter en 0,6 m
vrije ruimte aan zijkanten van de trainer
is. Leg een matje onder de hybride trai-
ner om uw vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
8. Controleer steeds bij gebruik regelmatig alle
onderdelen van de hybride trainer en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13
jaar en huisdieren bij de hybride trainer
vandaan.
10. De hybride trainer is niet geschikt voor
personen die meer dan 159 kg wegen.
11. Draag geschikte kleding wanneer u de
hybride trainer gebruikt; draag geen losse
kleding die vast kan komen te zitten in de
hybride trainer. Draag altijd gymschoe-
nen tijdens het oefenen om uw voeten te
beschermen.
12. Houd de handgrepen of de armen van het
bovendeel vast bij het opstappen, het afstap-
pen of tijdens het gebruik van de hybride
trainer.
13. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Diverse factoren kunnen invloed
hebben op nauwkeurigheid van de hartslag-
waarden. De hartslagmonitor dient slechts
om de hartslag globaal te meten, als hulp-
middel bij het oefenen.
14. Met de hybride trainer kan men niet free-
wheelen; de pedalen blijven ronddraaien
totdat het vliegwiel stopt. Verlaag uw ets-
snelheid op een gecontroleerde manier.
15. Houd tijdens het gebruik van de hybride trai-
ner uw rug recht. Krom uw rug niet.
16. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het
oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en
af te koelen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de revolutionaire PROFORM
®
HYBRID
TRAINER gekozen heeft. De HYBRID TRAINER biedt
een aantal indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld
om uw trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees deze handleiding voor uw welzijn zorgvuldig
door voordat u de hybride trainer gaat gebrui-
ken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht
u nog vragen hebben nadat u de handleiding hebt
doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt,
schrijf het productnummer en serienummer even op.
De plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke-
ning hieronder en de verschillende onderdelen.
Lengte: 180 cm
Breedte: 64 cm
Handvat
Zitting
Zwenkasknop
Bedieningspaneel
Pedaal
Pedaalbeugel
Hartslagmonitor
Rugleuning
Accessoireshouder
Stelvoet
Knop van de Drager
Arm van het Bovendeel
5
M10 x 80mm Schroef (19)–4
M10 x 20mm
Schroef (76)–6
M8 Borgmoer
(68)–10
M8 Tussenring
(87)–6
M8 x 38mm Bout
(95)–4
M8 x 12mm
Schroef (106)–6
M8 x 14mm
Schouderschroef
(86)–6
M8 x 38mm
Inbusbout (102)–6
M4 x 16mm
Schroef (84)–6
M6 x 35mm Schroef
(98)–4
M6 x 18mm
Schroef (97)–4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg bij de montage de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen
haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind
van deze handleiding. Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let
op: Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te
zien of het al gemonteerd is. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
6
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
Zie bladzijde 5 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een instelbare sleutel
een rubber hamer
Montage is makkelijker met een set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
MONTAGE
2. Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat
stevige verpakkingsmaterialen (niet afgebeeld)
onder het Onderstel (1).
Richt de Achterste Stabilisator (6) zodat de
grote gaten (A) tegenover het Onderstel (1)
liggen. Bevestig de Achterste Stabilisator
aan het Onderstel met twee M10 x 80mm
Schroeven (19).
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
2
19
1
6
A
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet opne-
men met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
7
4
4. Plaats de Staander (2) naast het Onderstel (1)
zoals is afgebeeld.
Zoek naar de draadband (C) in het Onderstel (1)
en trek de Hoofddraad (96) uit de onderkant van
het Onderstel.
Herhaal deze actie om het Bovenste Draad
(niet afgebeeld) uit de onderkant van de
Staander (2) te trekken.
Maak dan los en gooi de draadbanden (C, D)
weg.
96
3
3. Richt de Staander (2) en de Voorste Stabilisator
(5) zo dat de grote gaten (B) gericht zijn naar de
Staander.
Maak de Voorste Stabilisator (5) aan de
Staander (2) vast met twee M10 x 80mm
Schroeven (19).
19
5
2
2
1
B
C
D
8
5
76
76
96
94
76
5. Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Steek de Staander in (2) in het Onderstel (1).
Bevestig de Staander (2) met zes M10 x 20mm
Schroeven (76); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
Verbind de Bovenste Draad (94) aan de
Hoofddraad (96).
Vermijd dat de draden
bekneld raken
Vermijd dat de draden
bekneld raken
6
6. Zoek naar de draadband (D) in de bovenkant
van de Staander (2) en trek de Bovenste Draad
(94) uit de Staander. Maak dan los en gooi het
draadband weg.
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Maak dan de Draadkap (20) vast aan het
Onderstel (1) en de Staander (2) met twee
M4 x 16mm Schroeven (84). Zorg ervoor dat
het lipje (E) op de Draadkap zich op de aan-
gegeven locatie bevindt.
84
E
20
94
2
2
1
1
D
9
94
3
2
2
3
Smeervet
Vermijd het
afklemmen van
de Bovenste
Draad (94)
8
13
94
80
8. Smeer, door een plastic zakje te gebruiken om
uw vingers schoon te houden, wat van het mee-
geleverd smeervet om de Zwenkas (80).
Tip: Vermijd het afklemmen van de Bovenste
Draad (94). Schuif de Zwenkbeugel (3) op de
Staander (2) en houd deze op zijn plaats.
Steek vervolgens de Zwenkas (80) in de
Zwenkbeugel (3) en in de Staander (2). Centreer
de Zwenkas.
Draai vervolgens de Zwenkasknop (13) vast in
de Zwenkbeugel (3).
7
7. Laat een tweede persoon de Zwenkbeugel (3) bij
de Staander (2) houden.
Vind het draadband (F) in de Zwenkbeugel
(3). Verbind het draadband met de Bovenste
Draad (94) en trek het andere uiteinde van
het draadband tot de Bovenste Draad door de
Zwenkbeugel is geleid.
F
F
10
9
9. Vind de Rechterpedaalarm (9) en het
Rechterzwenkasbeen (8) en richt deze zoals
afgebeeld.
Breng een ruime hoeveelheid aan van het
meegeleverde smeervet op de as op het
Rechterzwenkasbeen (8).
Schuif vervolgens de Rechterpedaalarm (9)
op het Rechterzwenkasbeen (8). Bevestig
de Rechterpedaalarm met een M8 x 14mm
Schouderschroef (86), een Zwenkaskap (83) en
een M8 Tussenring (87).
Herhaal deze stap voor de Linkerpedaalarm
(niet getoond) en het Linkerzwenkasbeen
(niet getoond).
86
83
87
8
11
8
9
10
79
79
80
87
87
86
86
83
83
10. Schuif een Tussenstuk van de Zwenkas (79) op
iedere uiteinde van de Zwenkas (80).
Schuif vervolgens de Rechter- en
Linkerzwenkasbenen (8, 11) op de Zwenkas
(80); zorg ervoor dat de Zwenkasbenen aan
de juiste kant zijn.
Bevestig vervolgens tegelijkertijd een
M8 x 14mm Schouderschroef (86), een
Zwenkaskap (83) en een M8 Tussenring (87) op
elk uiteinde van Zwenkas (80).
Smeervet
11
11
11. Verwijder de verpakking van de
Rechtercrankbeugel (30) en gooi deze
weg. Draai vervolgens een M8 x 14mm
Schouderschroef (86) vast met een Zwenkaskap
(83), en een M8 Tussenring (87) in de rechter
Crankarm (24).
Schuif vervolgens de Rechterpedaalarm (9) op
de Rechtercrankbeugel (30).
Bevestig vervolgens de Rechterpedaalarm (9)
met drie M8 x 12mm Schroeven (106); draai alle
Schroeven aan en draai ze vast.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
hybride trainer.
106
30
86
83
87
9
12
12. Het Bedieningspaneel (4) werkt met vier
D-batterijen (niet meegeleverd); alkalinebatte-
rijen worden aanbevolen. Gebruik geen oude
en nieuwe batterijen of alkaline, standaard en
oplaadbare batterijen samen. BELANGRIJK:
Als het Bedieningspaneel is blootgesteld
aan koude temperaturen, dient u het op
kamertemperatuur te laten komen voordat
u er batterijen in plaatst. Anders kunt u de
displays van het bedieningspaneel of andere
elektrische onderdelen beschadigen.
Verwijder de schroeven en de batterijdeksel (G)
van de achterkant van het Bedieningspaneel
(4), steek de batterijen in het batterijcomparti-
ment en maak de batterijdeksel weer vast. Richt
de batterijen zoals wordt aangegeven met
de markeringen aan de binnenkant van het
batterijcompartiment.
Bel met het telefoonnummer vermeld op de
kaft van deze handleiding om een optionele
stroomadapter aan te schaffen. Gebruik
alleen een door de fabrikant geleverde
stroomadapter om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen. Steek het ene
einde van de stroomadapter in de aansluiting
in het batterijcompartiment op het bedie-
ningspaneel en leid de stroomadapter via de
inkeping op de batterijdeksel, steek het andere
uiteinde in een stopcontact dat voldoet aan de
lokale normen en bepalingen.
G
4
24
12
13
84
94
103, 104
3
4
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
14
102
7
8
78
68
68
14. Zoek de Rechterarm van het Bovendeel (7).
Richt een Kap van het Bovendeel (78) zoals
afgebeeld en schuif het op de Rechterarm van
het Bovendeel (7).
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel
(7) aan het Rechterzwenkasbeen (8) met drie
M8 x 38mm Inbusbouten (102) en drie M8
Borgmoeren (68). Draai alle Inbusbouten aan
en draai ze vervolgens vast. Zorg ervoor dat
de Borgmoeren zich in de zeshoekige gaten
(H) bevinden.
Schuif vervolgens de Kap van het Bovendeel
(78) omlaag op het Rechterzwenkasbeen (8).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
hybride trainer.
H
13. Maak de binddraad rond de Bovenste Draad
(94) los en gooi weg.
Steek het Bovenste Draad (94) en de Linker-
en de Rechterdraad van de Hartslagsensoren
(103, 104) in de aansluitingen op het
Bedieningspaneel, terwijl een tweede persoon
het Bedieningspaneel (4) in de buurt van de
Zwenkbeugel (3) vasthoudt.
De connectoren op de Draden (94, 103, 104)
moeten makkelijk in de aansluitingen glijden
en op hun plaats klikken. Indien een connector
niet makkelijk in een aansluiting glijdt, draait u de
connector en probeert u het opnieuw. Als u de
verbindingsstukken niet goed verbindt, kan
het Bedieningspaneel (4) beschadigd raken
als u de hybride trainer gebruikt.
Stop het overmatige draad in de
Zwenkbeugel (3).
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (4) aan de
Beugel van de Zwenkbeugel (3) met vier
M4 x 16mm Schroeven (84); draai alle
Schroeven aan en draai ze vast.
13
15
61
68
29
29
95
I
15. Oriënteer het Onderstel van de Zitting (61) zoals
getoond.
Plaats een Handvat van de Zitting (29) in het
Onderstel van de Zitting (61). Bevestig het
Handvat van de Zitting met twee M8 x 38mm
Bouten (95) en twee M8 Borgmoeren (68); zorg
ervoor dat de Borgmoeren in de zeskantige
gaten (I) vallen.
Herhaal deze stap om het andere Handvat
van de Zitting (29) te bevestigen.
16
16. Bevestig het Onderstel van de Zitting (61)
aan de Drager van de Zitting (32) met vier
M6 x 35mm Schroeven (98); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
61
98
98
32
14
17
17. Bevestig de Zitting (28) aan het Onderstel van
de Zitting (61) met vier M6 x 18mm Schroeven
(97) (slechts twee schroeven zijn afgebeeld);
draai alle Schroeven eerst aan en draai ze
daarna vast.
18. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de hybride trainer goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje onder de hybride trainer om uw vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
28
61
97
15
DE HYBRIDE TRAINER VERPLAATSEN
Til de achterste stabilisator (A) omhoog tot de hybride
trainer op zijn wielen rolt. Verplaats de hybride trainer
voorzichtig naar de gewenste plaats en laat hem dan
op de vloer zakken.
DE HYBRIDE TRAINER WATERPAS STELLEN
Draai, wanneer
de hybride trainer
tijdens het gebruik
wat wiebelt, aan
één of aan beide
stelvoeten (B)
onder de achterste
stabilisator totdat
het toestel niet
meer wiebelt.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK:
De tablethouder
(C) is ontwikkeld
om te gebruiken
met de meest
gebruikte forma-
ten tablets en
smartphones.
Plaats geen ander
elektronisch
apparaat of object in de tablethouder.
Plaats de onderste rand van de tablet of smartp-
hone in de houder om een tablet of smartphone in de
tablethouder (C) te steken. Zorg ervoor dat de tablet
of smartphone stevig vastzit in de tablethouder.
Doe deze handelingen in omgekeerde volgorde om de
tablet of smartphone uit de tablethouder te halen.
DE ELLIPTISCHE MODUS GEBRUIKEN
Om de hybride
trainer te gebruiken
als een elliptische
trainer, draait u
eerst de zwenkas-
beugel naar de
hoogste stand en
draait u de zwen-
kasknop (D) vast in
de staander.
Til vervolgens een pedaal omhoog, vouw de beugel (E)
omhoog en draai de pedaal omlaag naar de laagste
stand. Herhaal deze actie voor de andere pedaal.
A
B
B
C
D
E
DE HYBRIDE TRAINER GEBRUIKEN
16
Om de hybride trainer in de elliptische modus te mon-
teren houdt u de handvatten (F) of de armen van het
bovendeel (G) vast en stapt u op het pedaal (H) dat
zich in de laagste positie bevindt. Stap vervolgens op
het andere pedaal.
Duw op de pedalen (H) tot u een vloeiende bewe-
ging bereikt. Let op: De crankarmen (I) kunnen in
beide richtingen draaien. Aanbevolen wordt om de
crankarmen in de richting van de pijl te bewegen; u
kunt echter om af te wisselen de crankarmen in de
tegenovergestelde richting draaien.
Wacht tot de pedalen (H) helemaal gestopt zijn voor-
dat u van de hybride trainer afstapt. Let op: Met de
hybride trainer kan men niet freewheelen; de peda-
len blijven ronddraaien totdat het vliegwiel stopt.
Wanneer de pedalen tot stilstand zijn gekomen, stapt u
eerst van de hoogste pedaal. Stap vervolgens van het
laagste pedaal.
DE LIGFIETSSTAND GEBRUIKEN
Om de hybride
trainer te kunnen
gebruiken als
ligets, maakt u
de zwenkasknop
(D) los en draait u
de zwenkasbeugel
naar de laagste
stand.
Til vervolgens een pedaal omhoog, vouw de beugel
(E) open en steek het uiteinde van de beugel in de
pedaalarm (J). Zorg ervoor dat de beugel goed is
bevestigd in de pedaalarm. Herhaal deze actie voor
de andere pedaal.
Stel vervolgens de
zitting voorwaarts
en achterwaarts af
in de meest com-
fortabele positie.
Om de zitting af te
stellen maakt u de
knop van de drager
(K) los en trekt
deze naar buiten,
schuift de zitting
naar de gewenste
stand en maakt de knop van de drager los in een
afstelgat op het onderstel. Zorg ervoor dat de knop
van de drager goed vastzit in een afstelgat. Draai
dan de knop van de drager vast.
H
I
G
F
D
E
J
K
17
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk
op de toets bijstellen wanneer de handmatige instel-
ling van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het
bedieningspaneel zal tijdens het oefenen doorlopend
feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door
gebruik te maken van de handgreep-hartslagmonitor
of door middel van een compatibele borstkas-hartslag-
monitor. Zie bladzijde 21 voor informatie over het
kopen van een borstkas-hartslagmonitor.
U kunt ook uw tablet op het bedieningspaneel aanslui-
ten en een iFit
®
Bluetooth Tablet app gebruiken om uw
oefening-informatie vast te leggen en bij te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook zestien vooraf
ingestelde oefeningen - acht oefeningen voor de
ligetsstand en acht oefeningen voor de elliptische
trainerstand. Elke oefening wijzigt automatisch de
weerstand van de pedalen en vraagt u om de pedaals-
nelheid te variëren terwijl u door een effectieve
oefening wordt begeleid.
U kunt zelfs uw persoonlijke audiospeler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en naar
uw favoriete muziek of audioboeken luisteren terwijl u
oefent.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 18. Voor gebruik van het geluidssysteem, zie
bladzijde 19. Om een vooraf ingestelde oefening
te gebruiken, zie bladzijde 20. Om uw tablet aan te
sluiten op het bedieningspaneel, zie bladzijde 21.
Om uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 22. Voor gebruik van de
instellingenmodus zie bladzijde 22.
Let op: Zorg ervoor voordat u het bedieningspaneel
gebruikt dat de batterijen goed zijn geïnstalleerd (zie
montagestap 12 op pagina 11). Als er een laagje plas-
tic op het display ligt, moet u dat verwijderen.
Audi
ELPF03815
PFEL03815
18
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk op welke toets dan ook of begin gewoon te
stappen om het bedieningspaneel in te schakelen.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedie-
ningspaneel aanzet zal de
handmatige instelling auto-
matisch gekozen worden.
U kunt, als u een oefening
gekozen heeft, de handma-
tige instelling opnieuw kiezen
door op de toets On/Reset
(aan/resetten) te drukken.
3. Begin te stappen en verander desgewenst de
weerstand van de pedalen.
Verander tijdens het stap-
pen de weerstand van de
pedalen door op de toena-
metoets en de afnametoets
Resistance (weerstand) te
drukken.
Let op: Wanneer u de knoppen indrukt, duurt het
even voordat de pedalen het gewenste weerstand-
sniveau bereiken.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
De snelheidsmeter: Deze
display toont een visuele
weergave van uw trapsnel-
heid. Er zullen balkjes op de
snelheidsmeter verschijnen
of verdwijnen wanneer u uw
trapsnelheid verhoogt of verlaagt.
Let op: Tijdens een vooraf ingestelde oefening
geeft dit scherm een doelsnelheidszone aan voor
ieder segment van de oefening.
De bovenste display: Deze
display toont uw trapsnel-
heid in rotaties per minuut
(RPM) en uw tempo in watt.
De display zal iedere paar
seconden veranderen.
Deze display toont ook het weerstandsniveau van
de trappers gedurende enkele seconden telkens
wanneer het weerstandsniveau verandert.
Deze display toont uw
hartslag (BPM) als u de hart-
slagmonitor met handgreep
gebruikt of een geschikte
hartslagmonitor (zie stap 5).
De middelste display: Deze
display toont de afstand
(Dist.) die u heeft geetst
in mijlen of kilometer en de
verstreken tijd. De display
zal iedere paar seconden
veranderen.
Let op: Tijdens een vooraf ingestelde oefening, zal
het display de resterende tijd in de oefening weer-
geven in plaats van de verstreken tijd.
De onderste display: Deze
display toont uw etssnelheid
in mijlen per uur of kilometer
per uur en het geschatte
aantal calorieën (Cals.) dat
u heeft verbrand. De display
zal iedere paar seconden veranderen.
Wanneer u een informatiemodus voor doorlopende
weergave wilt selecteren, drukt u herhaaldelijk op
de toets Display tot de gewenste informatie wordt
weergegeven in de display.
Druk om naar de informatie die in de displays wordt
weergeven, terug te keren herhaaldelijk op de toets
Display totdat het woord SCAN in de middelste
display verschijnt.
Druk op de toenametoets
en de afnametoets Volume
om het volumeniveau van
het bedieningspaneel te
veranderen.
19
Stop met stappen om het bedieningspaneel
tot stilstand te brengen. Wanneer het
bedieningspaneel wordt stilgezet, stopt de
display. Om met uw oefening door te gaan,
begin gewoon weer te stappen.
Druk op de toets On/Reset om de displays op nul
te resetten.
Let op: Het bedieningspaneel kan de gestapte
snelheid en afstand in mijlen of kilometers aange-
ven. Zie DE INSTELLINGMODUS op bladzijde 22
om van eenheid te wisselen.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te
maken van de ingebouwde handgreep-hartslag-
monitor of door middel van de bijbehorende
borstkas-hartslagmonitor. Zie bladzijde 21 voor
informatie over het kopen van een optionele
borstkas-hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren. Om
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 22.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Als er velletjes plastic
op de metalen con-
tactpunten (A) van de
handgreep met hart-
slagmonitor zitten,
verwijder die dan.
Zorg er ook voor dat
uw handen schoon
zijn. Om uw hartslag te
meten, houd uw handen
op de handgreep-hart-
slagmonitor met de palmen van uw hand leunend
tegen de contactpunten. Beweeg uw handen niet
en houd de contacten niet te stevig vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hart-
slag worden getoond op de bovenste display. Voor
een correcte hartslagmeting, houdt u de con-
tactpunten ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorgt
u ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
bevinden zoals aangegeven. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt of houd de contacten
niet te stevig vast. Voor de beste werking maakt
u de contactpunten schoon met een zachte doek;
gebruik nooit alcohol, schuur- of chemische
middelen om de contactpunten schoon te
maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen zal een serie tonen te horen zijn, zal het
bedieningspaneel stilvallen en stoppen de displays.
Als de pedalen een paar minuten lang niet bewe-
gen zal het bedieningspaneel uitgaan en zullen de
displays zich resetten.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van
uw eigen audio-speler. Pas het
volume aan met de volume-toe-
nametoets en -afnametoets op
het bedieningspaneel of de volu-
meregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
A
20
HOE EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING TE
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk op welke toets dan ook of begin gewoon te
stappen om het bedieningspaneel in te schakelen.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Wanneer u kiest voor een vooraf ingestelde
Ligetsoefening, moet u de hybride trainer afstel-
len op de ligetsstand zodat het bedieningspaneel
op de juiste wijze feedback kan geven (zie DE
LIGFIETSSTAND GEBRUIKEN op bladzijde 16).
Wanneer u kiest voor een vooraf ingestelde
Elliptische Traineroefening, moet u de hybride
trainer afstellen op de elliptische trainerstand zodat
het bedieningspaneel op de juiste wijze feed-
back kan geven (zie DE ELLIPTISCHE MODUS
GEBRUIKEN op bladzijde 15).
Druk, om een vooraf inge-
stelde oefening te kiezen,
herhaaldelijk op de toets
Elliptical Workouts (ellip-
tische traineroefeningen)
of op de toets Recumbent
Workouts (ligetsoefeningen)
tot het nummer van de gewenste oefening in de
onderste display verschijnt. De duur van de oefe-
ning zal dan op de middelste display verschijnen.
3. Start de oefening.
Begin met trappen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmen-
ten. Een weerstandsniveau en een na te streven
snelheid zijn voor elk segment geprogrammeerd.
Let op: U kunt hetzelfde weerstand- en/of doel-
temponiveau programmeren voor opeenvolgende
segmenten.
Een reeks tonen zal aan het einde van ieder
segment van de oefening te horen zijn. Het weer-
standsniveau voor het volgende segment zal een
paar seconden lang op de bovenste display ver-
schijnen om u te waarschuwen. De weerstand van
de pedalen zal dan veranderen.
De snelheidsmeter
toont twee knipperende
balkjes die de doels-
nelheidszone (B) voor
dat segment verte-
genwoordigen; de
doelsnelheidszone
omvat een reeks snel-
heden die zich binnen een aantal RPM’s van de
doelsnelheid van het segment bevinden. De niet
knipperende balkjes vertegenwoordigen uw feite-
lijke trapsnelheid.
Als u traint, dient u uw trapsnelheid binnen de
doelsnelheidszone te houden voor het huidige seg-
ment door uw trapsnelheid te verhogen of verlagen
of door het verhogen of verlagen van de weerstand
van de pedalen.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Zorg ervoor dat u
op een tempo stapt en een weerstandsniveau
hebt dat aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt, kunt u de instel-
ling handmatig veranderen door op de toetsen
Resistance (weerstand) drukken. BELANGRIJK:
De pedalen zullen, wanneer het huidig segment
van de oefening eindigt, automatisch aan de
geprogrammeerde weerstandsinstelling van het
volgend segment aangepast worden.
Als u enkele seconden lang stopt met stappen, dan
zal een serie tonen te horen zijn en zal de oefening
stilvallen.
Begin gewoon weer te stappen om de oefening
opnieuw te starten. De oefening zal zo doorgaan
totdat het laatste segment van de oefening is
voltooid.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
B
21
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbran-
den of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke tnessdoelen te behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas-hartslagmoni-
tor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL
AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTH-
verbindingen naar tablets via de iFit Bluetooth app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Let op: Andere
BLUETOOTH-verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit Bluetooth Tablet
app op uw tablet.
Open op uw iOS
®
of Android™ tablet, de App
Store℠ of de Google Play™ store, zoek naar de
gratis iFit Bluetooth Tablet app, en installeer dan
de app op uw tablet. Zorg ervoor dat de optie
BLUETOOTH op uw tablet is ingeschakeld.
Open dan de iFit Bluetooth Tablet app en volg de
instructies om een iFit-account aan te maken en
instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor en uw tablet
aansluit op het bedieningspaneel, dient u de hart-
slagmonitor eerder dan de tablet aan te sluiten.
Zie UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP
HET BEDIENINGSPANEEL op bladzijde 22.
3. Uw tablet aansluiten op het bedieningspaneel.
Druk op de toets Bluetooth Smart button op het
bedieningspaneel; het koppelingsnummer van het
bedieningspaneel zal in de display verschijnen.
Volg vervolgens de instructies op de iFit Bluetooth
Tablet app om uw tablet op het bedieningspaneel
aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED verlichting op het bedieningspaneel blauw
branden.
4. Leg uw oefeninginformatie vast en houd die bij.
Volg de instructies op de iFit Bluetooth Tablet app
om uw oefeninginformatie vast te leggen en bij te
houden.
5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het
bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie
in de iFit Bluetooth Tablet app te selecteren. Houd
vervolgens de toets Bluetooth Smart op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
22
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets Bluetooth Smart op het
bedieningspaneel om uw BLUETOOTH Smart hart-
slagmonitor met het bedieningspaneel te verbinden.
Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal de
LED verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Als er zich meer dan één compatibele hart-
slagmonitor in de nabijheid van het bedieningspaneel
bevindt, dan zal het bedieningspaneel verbinding
maken met de hartslagmonitor met het sterkste
signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het bedie-
ningspaneel, houdt u de toets Bluetooth Smart op het
bedieningspaneel 5 seconden ingedrukt.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen losge-
koppeld worden.
DE INSTELLINGENMODUS
Het bedieningspaneel heeft een instellingenmodus
zodat u een meeteenheid voor het bedieningspaneel
kunt kiezen en om de gebruikersinformatie van het
bedieningspaneel te kunnen bekijken.
Houd de toets On/Reset (aan/resetten) een paar
seconden ingedrukt om de instellingenmodus te
selecteren, tot de instellingenmodus op het scherm
verschijnt.
Het bedieningspaneel kan de
gestapte snelheid en afstand
in mijlen of kilometers aange-
ven. De bovenste display zal de
gekozen meeteenheid aange-
ven. Er verschijnt een M voor
metrische kilometers of een E voor Engelse mijlen
op de display. Druk om van meeteenheid te wisselen
herhaaldelijk op de toets Elliptical Workouts (elliptische
traineroefeningen).
Let op: U moet wanneer u de batterijen vervangt
opnieuw een eenheid kiezen.
Druk op de toets Recumbent
Workouts (ligetsoefeningen) om
de totale afstand en de totale tijd
te zien. De middelste display zal
de totale tijd (in uren) aangeven
dat het bedieningspaneel sinds
de aankoop van de hybride
trainer in gebruik is. De onderste display zal de totale
afstand (in mijlen of kilometers) op de hybride trainer
aangeven.
Druk twee keer op de toets On/Reset om de instellin-
genmodus te verlaten.
23
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer-
king en vermindering van slijtage. Controleer steeds
bij gebruik regelmatig alle onderdelen van de hybride
trainer en draai ze goed vast. Vervang versleten onder-
delen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de hybride trainer te reinigen. BELANGRIJK:
Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedie-
ningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
De meeste problemen met het bedieningspaneel ont-
staan door lege batterijen. Raadpleeg montagestap 12
op bladzijde 11 om de batterijen te vervangen.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont
wanneer u de handgreep-hartslagmonitor gebruikt,
raadpleegt u stap 5 op bladzijde 19.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Voor het afstellen
van de snelheids-
sensor, verwijdert
u eerst de twee
M4 x 16mm
Schroeven (84)
uit de Achterste
Toegangskap
(26), en verwij-
dert u vervolgens
de Achterste
Toegangskap.
Zoek de Snelheidssensor (60). Draai de M4 x 16mm
Schroeven (84) wat los.
Draai vervolgens aan de Grote Katrol (48) totdat een
Katrolmagneet (93) gelijk ligt met de Snelheidssensor
(60). Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of
verder van de Katrolmagneet. Draai dan de M4 x
16mm Schroeven (84) weer vast.
Draai even aan de Grote Katrol (48). Herhaal deze
procedure tot het bedieningspaneel de juiste informatie
weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor juist is afgesteld, maakt u
de achterste toegangskap weer vast.
84
26
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
84
93
48
60
24
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de drijfriem moet worden bijgesteld
wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de
weerstand in de hoogste stand staat.
Voor het afstellen van de aandrijfriem, verwij-
dert u eerst de M4 x 16mm Schroef (84) uit de
Zijtoegangskap (21) en vervolgens de Achterste
Toegangskap door in de door de pijl aangegeven rich-
ting te bewegen.
Maak vervolgens de M10 x 55mm Schouderbout (99)
los. Draai vervolgens de M8 Slotmoer (68) vast totdat
de Aandrijfriem (64) strak staat.
Als de Aandrijfriem (64) strak staat, draait u de
M10 x 55mm Schouderbout vast (99). Maak dan de
zijtoegangskap weer vast.
84
21
64
99
68
25
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u
uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afge-
rond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een aero-
bic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: Voordat
u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulpmid-
del bij de oefening voor het bepalen van de
hartslag over het algemeen.
26
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van
uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Achillespezen, onder-
rug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet
plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw
heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15
seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht moge-
lijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en
ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
27
OPMERKINGEN
28
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnummer PFEL03815.1 R0717A
1 1 Onderstel
2 1 Staander
3 1 Zwenkbeugel
4 1 Bedieningspaneel
5 1 Voorste Stabilisator
6 1 Achterste Stabilisator
7 1 Rechterarm van het Bovendeel
8 1 Rechterzwenkasbeen
9 1 Rechterpedaalarm
10 1 Linkerarm van het Bovendeel
11 1 Linkerzwenkasbeen
12 1 Linkerpedaalarm
13 1 Zwenkasknop
14 1 Accessoireshouder
15 2 Greep van het Bovendeel
16 2 Greep van de Hartslagsensor
17 2 Wielkap
18 2 Crankdop
19 4 M10 x 80mm Schroef
20 1 Draadkap
21 1 Zijtoegangskap
22 1 Linkerscherm
23 1 Rechterscherm
24 2 Crankarm
25 1 Draaikap
26 1 Achterste Toegangskap
27 1 Rugleuning
28 1 Zitting
29 2 Handvat van de Zitting
30 1 Rechtercrankbeugel
31 2 Greep van de Zitting
32 1 Drager van de Zitting
33 2 Dop van het Handvat van de Zitting
34 1 Beugel van de Drager van de Zitting
35 2 Bus van de Drager van de Zitting
36 1 Afstelpen
37 1 Knop van de Drager
38 1 Knopschroef van de Drager
39 4 M10 x 10mm Bout
40 12 M6 x 16mm Schroef
41 2 Dop van de Drager
42 2 Stabilisatorkap
43 1 C-magneet
44 1 Weerstandmotor
45 1 Weerstandarm
46 1 Weerstandschijf
47 1 Weerstandblok
48 2 Grote Katrol
49 1 Crank
50 1 Gelast Tussenstuk
51 6 Cranklager
52 1 Tussenstuk van het Lager
53 1 Crankhuls
54 1 Spanrolas
55 1 Bout van de Spanrol
56 2 Spanrolbus
57 1 Beugel van de Spanrol
58 1 Kleine Katrol
59 1 Vliegwiel
60 1 Snelheidssensor/Draad
61 1 Onderstel van de Zitting
62 2 Stelvoet
63 1 Klem
64 2 Aandrijfriem
65 14 Zwenkhuls
66 1 Linkercrankbeugel
67 1 Schroef van de Zitting
68 24 M8 Borgmoer
69 3 Crankschroef
70 1 Rechterpedaal
71 1 Linkerpedaal
72 2 Plaat van de Pedaal
73 2 Bumper
74 2 Pedaalbeugel
75 2 Kap van het Bovendeel
76 6 M10 x 20mm Schroef
77 1 M5 x 10mm Schroef
78 2 Kap van het Bovendeel
79 2 Tussenstuk van de Zwenkas
80 1 Zwenkas
81 2 Kap van het Zwenkasbeen
82 2 Wiel
83 6 Zwenkaskap
84 31 M4 x 16mm Schroef
85 4 Voet
86 6 M8 x 14mm Schouderschroef
87 7 M8 Tussenring
88 2 M5 Moer
89 2 M5 x 10mm Zwarte Schroef
90 5 M4 x 10mm Schroef
91 2 M5 Tussenring
92 8 M8 x 20mm Bout
93 2 Katrolmagneet
94 1 Bovenste Draad
95 4 M8 x 38mm Bout
96 1 Hoofddraad
97 4 M6 x 18mm Schroef
98 4 M6 x 35mm Schroef
99 1 M10 x 55mm Schouderbout
100 1 M8 Borgring
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
29
101 2 M10 x 54mm Schouderschroef
102 6 M8 x 38mm Inbusbout
103 1 Linkerdraad van de
Hartslagsensoren
104 1 Rechterdraad van de
Hartslagsensoren
105 2 M19 Borgring
106 6 M8 x 12mm Schroef
107 2 M8 x 89mm Inbusschouderbout
108 1 M4 x 16mm Heldere Schroef
109 2 M10 x 110mm Schouderbout
110 8 M8 Gespleten Tussenring
111 4 M6 Slotmoer
112 2 Klemmoer
* Gebruikershandleiding
* Gereedschap voor het Monteren
* Pakje Smeervet
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande bericht gewijzigd worden. Zie de achterkant
van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen zijn niet
afgebeeld.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
30
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnummer PFEL03815.1 R0717A
68
75
83
109
107
3
8
10
12
5
2
4
7
9
11
14
16
16
17
19
13
77
15
15
17
20
70
72
71
74
78
78
73
75
80
81
83
86
68
68
68
86
85
85
82
82
87
25
84
84
84
84
84
84
101
40
40
84
40
102
102
103
104
87
106
106
65
65
65
79
79
65
65
96
94
31
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnummer PFEL03815.1 R0717A
108
36
18
35
111
41
67
69
51
1
6
21
23
26
22
24
24
43
48
48
50
52
42
42
49
51
51
51
100
54
56
56
105
51
51
58
69
18
59
53
55
57
87
60
63
30
66
68
68
68
110
110
68
68
85
84
68
110
110
93
65
65
62
62
64
64
92
92
92
92
91
89
99
76
76
84
84
84
84
84
84
84
84
84
84
83
86
87
19
28
29
32
27
29
31
34
38
39
39
39
33
37
40
40
41
61
95
68
97
98
105
90
91
90
46
45
44
47
88
88
89
93
112
Voor het bestellen van reserveonderdelen, raadpleegt u de voorzijde van deze handleiding. Om u van dienst te
kunnen zijn moet u de volgende informatie bij de hand hebben als u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het product (zie de voorzijde van deze handleiding)
• de naam van het product (zie de voorzijde van deze handleiding)
het onderdeelnummer en beschrijving van het/de reserveonderdeel (delen) (zie de ONDERDELENLIJST en de
GEDETAILLEERDE TEKENING achterin deze handleiding)
BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Dit elektronische product mag niet worden weggegooid bij het normale
huishoudelijke afval. Voor milieubehoud, moet dit product overeenkomstig
de wetgeving worden gerecycled na aoop van de levensduur.
Maak gebruik van recyclingfaciliteiten die bevoegd zijn om dit type afval te verza-
melen in uw gebied. Door dit te doen helpt u mee aan het behoud van natuurlijke
bronnen en verbetert u de Europese normen van milieubescherming. Indien u
meer informatie nodig heeft over veilige en juiste afvoermethoden, kunt u contact
opnemen met het plaatselijke stadskantoor van de winkel waar u dit product heeft
gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
Onderdeelnr. 394368 R0717A © 2017 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PFEL03815 de handleiding

Type
de handleiding