ProForm 280 RAZOR PFEVEL73008.0 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding voor verdere raad-
pleging.
M
odelnr. PFEVEL73008.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan
contact op met de winkel waar u
dit produkt hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
Sticker met
serienummer
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
M
ONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De sticker(s) met waarschuwing hier getoond
zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet lees-
baar is, het nummer op de kaft van deze
handleiding en vraag voor een vervangsti-
cker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Opmerking: De sticker(s) worden niet
op ware groote weergegeven.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan
35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat alleen die gebruik maken van de elliptis-
che trainer voldoende op de hoogte zijn van
alle voorzorgsmaatregelen.
3. Deze elliptische trainer is alleen voor
huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de ellip-
tische trainer niet commercieel of voor ver-
huur.
4. Gebruik de elliptische trainer uitsluitend bin-
nenshuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond met een matje onder de elliptis-
che trainer om uw vloer (bedekking) te
beschermen. Zorg ervoor dat er genoeg
ruimte rond de elliptische trainer is zodat u
gemakkelijk kunt opstappen en afstappen en
om de elliptical trainer te kunnen gebruiken.
5. Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de
elliptische trainer en draai ze dan goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
6. Houdt te alleen tijde kinderen jonger dan 12
en huisdieren bij de elliptische trainer van-
daan.
7. De fiets kan alleen door mensen die minder
dan 113 kg wegen worden gebruikt.
8. Draag geschikte kleding wanneer u de ellip-
tische trainer gebruikt. Draag altijd
sportschoenen.
9. Houd u altijd aan de handgreep met polssen-
sor aan de armhendels vast wanneer u de
elliptische trainer opstapt, gebruikt of
afstapt.
10. Houdt tijdens het gebruik van de elliptische
trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
11. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe-
den. De polssensor is alleen als hulpmiddel
bedoeld voor algemene hartslag meting.
12. Stopt meteen en begin geleidelijk af te koe-
len wanneer u pijn voelt of duizelig wordt.
13. Laat de pedalen langzaam tot stilstand
komen wanneer u met uw oefening stopt.
14. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals
beschreven in deze handleiding.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
d
eze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt om het
risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u de revolutionaire PROFORM
®
280 RAZOR
e
lliptische trainer hebt gekozen. De 280 RAZOR ellip-
tische trainer biedt een reeks aan indrukwekkende
functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effec-
tiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de elliptische trainer
begint te gebruiken. Indien u vragen heeft na het
lezen van deze handleiding, raadpleeg dan de voor-
flap van deze handleiding. Noteer het product model-
n
ummer en het serienummer voordat u contact met
ons opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn.
De plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de vol-
gende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
Polssensor
Arm van het bovendeel
Pedaalschijf
Wiel
Pedaal
Bedieningspaneel
Niveauvoeten
5
MONTAGE
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder
de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde inbussleutel zult u ook een kruiskopschroevendraaier , een Engelse
sleutel , en een rubberen hamer voor de montage nodig hebben.
Raadpleeg bij de montage van de elliptische trainer de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te
herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET
ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen
aan. Aandacht: Sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te vergemakkelijken.
Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien
of het al gemonteerd is. Om schade aan de plastic onderdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch
gereedschap voor de montage.
M4 x 16mm
Schroef met
Ronde Kop
(84)–10
M4 x 16mm
Schroef (94)–14
M6 x 18mm
Hechtschroef
(102)–4
M10 x 70mm Schroef met Ronde Kop
(75)–6
M10 x 41mm
Schouderschroef (63)–2
M6 x 36mm Bout met
ronde kop (76)–4
M6 x 16mm
Hechtschroef
(80)–2
Gebogen
Tussenring
(88)–2
M10 Veerring
(78)–10
M6 Slotmoer
(77)–6
M6 Gespleten
tussenring
(101)–4
M8 Slotmoer
(82)–4
M6 Tussenring
(35)–4
M10 x 20mm
Schroef met Ronde
Kop (79)–4
M8 x 38mm Bout
met Ronde Kop
(98)–4
M6 x 72mm
Schouderbout (21)–2
6
2. Bevestig een Wiel (50) aan de voorkant van het
Onderstel (1) met een M10 x 41 mm
Schouderschroef (63).
Herhaal deze stap voor het andere Wiel (50).
2
1
.
Stel vast wat de Linkeronderstelkap en
R
echteronderstelkap zijn (48, 49) deze zijn
gemarkeerd met ʻLinksʼ en ʻRechtsʼ stickers (L
of Left (links) geeft de linkerkant aan; R of Right
(rechts) voor de rechterkant).
Richt de linker en Rechter Onderstelkappen
(48, 49) vast met de afgeronde kanten in de
aangegeven locaties.
Bevestig elke Onderstelkap (48, 49) aan het
Onderstel met twee M4 x 16 mm schroeven
(94) terwijl een andere persoon de achterkant
van het Onderstel (1) optilt.
4
8
Afgeronde
kant
1
Afgeronde
kant
1
Om de montage eenvoudiger te maken,
l
ees eerst de informatie op pagina 5 voor-
dat u met de montage van het elliptische
o
efentoestel begint.
94
63
50
1
63
50
94
49
7
4. Schuif de Kap van het bedieningspaneel (96)
op de Staander (2) en schuif het naar beneden.
Voeg vervolgens de Beugel van het bedien-
ingspaneel (3) in de bovenkant van de Staander
(2).
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Draadharnas (86). Bevestig de Beugel van het
bedieningspaneel (3) met vier M6 x 18mm
Schroef (102) en vier M6 Gespleten tussenrin-
gen (101).
4
3
. Tip: Vermijd het afklemmen van de
Draadharnas (86). Draai alle schroeven
vaster voordat u ze echt vast draait.
Z
org dat een andere persoon de Staander (2)
vasthoudt in de buurt van het Onderstel (1).
Vind het draadband in de Staander (2).
B
evestig de onderkant van de draadband aan
de Draadharnas (86). Trek vervolgens het
bovenste gedeelte van de opbinddraad omhoog
en uit de bovenkant van de Staander. Maak dan
los en gooi het opbinddraad weg.
Tip: Om te voorkomen dat de Draadharnas
(86) in de Staander (2) valt, maakt u de
Draadharnas vast met een rubberen band.
Bevestig de Staander (2) aan het Onderstel (1)
met vier M10 x 20mm Schroeven met ronde
kop (79) en vier M8 Gespleten Tussenringen
(78). Draai de Schroeven met Ronde Kop
nog niet vast.
3
Vermijd het afklemmen
van de Draadkoker (86)
Vermijd het afklemmen
van de Draadkoker (86)
2
1
86
78
78
78
79
79
79
102
102
101
101
86
96
Draadband
2
3
8
7. Het Bedieningspaneel (4) werkt met “AA” bat-
terijen (niet inhouden); alkalinebatterijen worden
aanbevolen. BELANGRIJK: Als het
Bedieningspaneel is blootgesteld aan koude
temperaturen, dient u het op kamertemper-
atuur te laten komen voordat u er batterijen
in plaatst. Anders kunt u het bedieningspa-
neel of andere elektrische onderdelen
beschadigen. Draai de Schroef, verwijder de
batterijdeksel, plaats vier batterijen in het batter-
ijvakje, Maak de deksel weer vast. Richt de
batterijen zoals wordt aangegeven met de
markeringen aan de binnenkant van het bat-
terijcompartiment.
7
4
Batterijen
Kap
Schroef
5. Stel vast wat de Linker en Rechter
Stabilisatorkappen zijn (5, 16) deze zijn gemar-
keerd met ʻLinksʼ en ʻRechtsʼ stickers (L of Left
(
links) geeft de linkerkant aan; R of Right
(rechts) voor de rechterkant).
Zorg dat een andere persoon de Rechter sen-
sorstang (16) vasthoudt in de buurt van de
Beugel van het bedieningspaneel (3).
Vind het draadband in de Beugel van het bedi-
eningspaneel (3). Bevestig de onderkant van
het draadband aan de Rechter draad van de
hartslagsensor (37). Trek vervolgens het boven-
ste gedeelte van de opbinddraad omhoog en uit
de bovenkant van de Beugel van het bedien-
ingspaneel. Maak dan los en gooi het opbind-
draad weg.
Herhaal dit voor de Linker Stabilisatorkappen
(5).
5
16
5
3
37
37
86
Opbinddraad
O
pbinddraad
6
16
5
82
98
37
86
Zeshoekige
Gaten
6. Schuif de Rechter Stabilisatorkappen (16) op de
rechterkant van de Beugel van het bedien-
ingspaneel (3). Zorg dat de zeskantige gaten
zich in de aangegeven locatie bevinden.
Tip: Zorg ervoor dat de Draadkokers niet
geklemd raken. Bevestig de Rechter
Stabilisatorkappen (16) aan de Beugel van het
bedieningspaneel (3) met twee M8 x 38mm
Bouten met ronde kop (98) en twee M8
Slotmoeren (82). Zorg dat de Slotmoeren zich
bevinden in de zeskantige gaten.
Herhaal dit voor de Linker Stabilisatorkappen
(5).
3
37
Vermijd het
afklemmen
van de
draden
9
9
9. Schuif de bedieningspaneelkap (96) omhoog
naar het Bedieningspaneel (4).
Bevestig de bedieningspaneelkap (96) met vier
M4 x 16mm Schroeven met ronde kop (84).
96
84
4
84
8. Terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (4) vasthoudt naast de
Beugel van het bedieningspaneel (3), dient u de
D
raad van het Bedieningspaneel te verbinden
met de Draadharnas (86). Sluit de sensor-
d
raden van het bedieningspaneel aan op de
Draden van de hartslagsensoren (37).
Stop het overmatige draad neerwaarts in de
Staander (2).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig het Bedieningspaneel (4) met vier M4
x 16mm Schroeven (94).
8
4
3
94
2
94
86
3
7
Bedieningspaneel
Draadkoker
D
raden van de
hartslagsensoren
Vermijd het afk-
lemmen van de
draden
10
11. Zoek de Linker Arm van het Bovendeel (8), die
met een “L” gemarkeerd is.
Richt de Linkerarm van het Bovendeel (8) aan
een Been van het Bovendeel (6) zoals is afge-
beeld. Zorg dat de zeskantige gaten en de
brede kant van het Been van het Bovendeel
zich bevinden in de aangegeven locaties.
Schuif de Linkerarm van het Bovendeel (8) op
het Been van het Bovendeel (6).
Bevestig de Linkerarm van het Bovendeel (8)
met twee M6 x 36mm Bouten met ronde kop
(76) en twee M6 Slotmoeren (77). Zorg ervoor
dat de Nylon Borgmoeren zich in de
zeshoekige gaten bevinden.
Herhaal deze stap voor de Linkerarm van
het Bovendeel (niet afgebeeld) en het andere
Been van het Bovendeel (niet afgebeeld).
11
8
77
76
Zeshoekige
Gaten
Brede kant
6
1
0. Zoek het Linker pedaal (12) die staat
aangegeven met een ʻLinksʼ-sticker en richt
deze zoals is afgebeeld.
Bevestig het Linker pedaal (12) aan de Linker
pedaalarm (14) met drie M10 x 70mm
S
chroeven met ronde kop (75), drie M10
Gespleten tussenringen (78), en een M4 x
16mm Schroef (94).
Herhaal deze stap voor het Rechter pedaal
(13) en de rechter Pedaalarm (14).
1
0
14
14
75
78
7
8
12
13
94
11
12. Breng een ruime hoeveelheid aan van het
meegeleverde vet op de assen op de Staander
(2). Breng dan een kleine hoeveelheid van het
vet aan op de Twee Gegolfde Tussenringen (88).
Richt de Binnenste armkap (22) aan een
Rechterbeen van het Bovendeel (6) zoals is
afgebeeld.
Schuif de Binnenste armkap (22) en het
Rechterbeen van het Bovendeel (6) naar de
rechterkant van de Staander (2).
Schuif een Gegolfde tussenring (88) op de as
aan de rechterkant van de Staander (2).
Bevestig het Rechterbeen van het Bovendeel
(6) met een M6 x 16mm Hechtschroef (80) en
een M6 Tussenring (35). Zorg dat de Gegolfde
Tussenring (88) zich op de as bevindt.
Maak de Rechter Been van het Bovendeel
(6) op dezelfde manier vast.
12
6
22
88
6
35
80
2
Smeervet
Smeervet
13. Bevestig een Buitenste armkap (20) rond het
Linkerbeen van het Bovendeel (6) met twee M4
x 16mm Schroeven (94).
Bevestig de andere Buitenste armkap (20)
rond het Rechterbeen van het Bovendeel (6)
op dezelfde manier.
13
6
6
20
20
94
12
14. Breng een klein beetje vet aan op de binnenkant
van een M6 x 72mm Schouderbout (21).
L
aat een andere persoon de Rechter
pedaalarm (14) vasthouden in de beugel op het
R
echterbeen van het Bovendeel (6).
Bevestig de Rechter Pedaalarm (14) aan het
Linkerbeen van het Bovendeel (6) met de M6 x
72mm Schouderbout (21), een M6 Tussenring
(35) en een M6 Slotmoer (77).
Herhaal deze stap aan de andere kant van
de elliptische trainer.
Zie stap 3. Draai de vier M10 x 20mm
Schroeven met ronde kop (79) vast. Tip: Draai
de twee Schroeven met ronde kop aan de
voorkant van de elliptische trainer vast voor-
dat u de andere twee Schroeven met ronde
kop vastdraait.
14
21
14
Smeervet
35
6
77
15. Stel vast waar de Binnenste rechterbeenkap
(32) en de Buitenste Rechterbeenkap (30) zijn,
die staan aangegeven met ʻRechtsʼ-stickers.
Bevestig de Binnenste rechterbeenkap (32) en
de Buitenste Rechterbeenkap (30), rond het
Rechterbeen van het Bovendeel (6) met drie
M4 x 16 mm Schroeven met ronde kop (84).
Herhaal deze stap aan de andere kant van
de elliptische trainer.
15
32
30
84
84
6
16. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Opmerking: Het
kan zijn dat sommige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw
vloer (bedekking) niet te beschadigen.
13
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE VERPLAAT-
SEN
Om de elliptische trainer te verplaatsen, moet u ervoor
gaan staan, één voet tegen een van de wielen plaat-
sen en stevig het bovenste einde van de staander
vasthouden. Trek de staander naar voren tot u de
elliptische trainer kan verplaatsen op de wielen.
Verplaats de elliptische trainer voorzichtig naar de
gewenste plaats en zet het apparaat weer op de vloer
neer. Om het risico op letsel te vermijden moet u
niet proberen om de elliptische trainer te verplaat-
sen over een ongelijkmatig oppervlak.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE NIVELLEREN
Indien de elliptische
trainer enigszins schom-
melt op de vloer tijdens
gebruik, dient u de
niveaupoten aan de
onderkant van de ellip-
tische trainer te draaien
tot de speling weg is, zie
het inzettekeningetje.
Plaats
hier uw
voet
Staander
Wiel
Niveauvoeten
14
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
Om de elliptische trainer te monteren houdt u de han-
d
leuningen vast en stapt u op het pedaal dat zich in
de laagste positie bevindt. Stap dan op de andere
p
edaal. Duw op de pedalen tot u een vloeiende
beweging bereikt.
Opmerking: De crankarmen kunnen in beide
richtingen draaien. U kunt de crankarmen beter in
de richting van het rechter pijltje laten draaien; om
de oefening af te wisselen, kunt u de crankarmen
ook in de andere richting laten draaien.
Wacht tot de elliptische trainer helemaal is gestopt
voor u van de elliptische trainer afstapt. Opmerking:
Met de elliptische trainer kan men niet freewhee-
len; de pedalen blijven ronddraaien totdat het
vliegwiel stopt. Wanneer de pedalen stilhouden, stap
dan eerst van het hoogste pedaal af. Stap vervolgens
van het laagste pedaal.
Pedalen
Crankarm
Arm van het
Bovendeel
15
WAARSCHUWINGEN
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis meer effectiever te maken. U kunt de
weerstand van de gebruikt door een druk op de knop
bijstellen wanneer de handmatige instelling van het
bedieningspaneel gekozen wordt. Het bedieningspa-
neel zal tijdens uw oefening constant informatie
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de
handgreep met polssensor.
Het bedieningspaneel biedt zestien vooraf ingestelde
oefeningen. Elke oefening wijzigt automatisch de
weerstand van de pedalen en vraagt u om de pedaal-
snelheid te verhogen of te verlagen terwijl deze u
begeleidt tijdens een effectieve oefening.
BELANGRIJK: Voordat u het bedieningspaneel
voor de eerste keer gebruikt moet u BIKE (fiets) of
ELLIPTICAL (elliptische trainer) kiezen. Als u dit
niet doet zal het bedieningspaneel niet de juiste
informatie weergeven. (Zie BEDIENINGSPANEEL-
INSTELLINGEN INVOEREN op pagina 16.)
Om naar de bedieningspaneelinstellingen te gaan,
kijkt u op pagina 16. Voor het gebruik van de hand-
matige modus, kijkt u op pagina 17. Voor gebruik
van een vooraf ingestelde oefening, kijkt u op pagi-
na 19.
Opmerking: Als er een doorzichtig plastic laagje op het
bedieningspaneel ligt, dan moet u dat verwijderen.
B
EDIENINGSPANEELDIAGRAM
Weerstandknop
16
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN INVOEREN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
b
egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2. De handmatige instelling kiezen.
Met de gebruikersmodus kunt u het type product
selecteren dat het bedieningspaneel uitvoert, de
maateenheid kiezen voor een oefeningencyclus en
een optie achtergrondverlichting voor het bedien-
ingspaneel kiezen.
Om de gebruikersmodus te selecteren houd u de
weerstandknop enkele seconden ingedrukt (zie de
tekening op pagina 15) totdat de woorden BIKE
(fiets) en ELLIPTICAL (elliptische trainer) op de
display verschijnen.
3. Selecteer BIKE of ELLIPTICAL als het product-
type.
De pijl op de display geeft het huidig gese-
lecteerde producttype weer. Om de selectie te
wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de toets Display.
Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, selecteert u BIKE als producttype. Als
het bedieningspaneel een elliptische training
uitvoert, selecteert u ELLIPTICAL als producttype.
Druk dan opnieuw op de Intelligente Programma-
toets om uw keuze op te slaan. De andere bedien-
ingspaneelinstellingen verschijnen dan in de dis-
play.
BELANGRIJK: Indien u BIKE hebt geselecteerd
gaat u naar stap 4. Als u ELLIPTICAL hebt gese-
lecteerd gaat u naar stap 5.
4. Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, selecteert u een maateenheid.
A
ls het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, kan het bedieningspaneel de snelheid en
a
fstand weergeven in mijlen of kilometers.
Indien u BIKE hebt geselecteerd als producttype,
verschijnen de woorden ENGLISH (voor Engelse
mijlen) of METRIC (voor metrische kilometers) op
de display om aan te geven welke maateenheid is
geselecteerd.
Om de maateenheid te veranderen draait u aan de
weerstandsknop tot de gewenste maateenheid in
de display verschijnt.
5. Selecteer indien gewenst, een optie achter-
grondverlichting.
U kunt kiezen tussen drie soorten achtergrondver-
lichting. In de ON-stand blijft de achtergrondver-
lichting altijd aanstaan. Om de batterijen te
sparen, kunt u de AUTO-stand kiezen. De achter-
grondverlichting zal dan slechts aangaan als u
begint te lopen. In de OFF-stand blijft de achter-
grondverlichting uit.
Om een optie achtergrondverlichting te selecteren,
drukt u herhaaldelijk op de toets DISPLAY tot de
gewenste optie achtergrondverlichting wordt
weergegeven in de display.
6. De gebruikersmodus verlaten.
Druk op de toets Oefening om de bedieningspa-
neelinstellingen op te slaan en de gebruik-
ersmodus te verlaten.
17
H
OE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
b
egin te fietsen om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het
bedieningspaneel
aanzet, zal de
handmatige modus
worden geac-
tiveerd. Indien u
een oefening heeft
geselecteerd, dient u de handmatige modus
opnieuw te selecteren door herhaaldelijk te
drukken op de toets Oefening [WORKOUT] tot het
woord MANUAL (Handmatig) linksonder in de dis-
play verschijnt.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
Als u fiets kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door te draaien aan de weerstandknop.
Om de mate van weerstand te verlagen, draait u
de weerstandknop naar rechts, om de mate van
weerstand te vergroten draait u de weerstandknop
naar links. Opmerking: Als u de stapsgewijze
weerstandstoetsen hebt ingedrukt, zal het een tijd-
je duren voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
In de linker bovenhoek van de display wordt de
verlopen tijd getoond [TIME]. Opmerking: Als u
een programma kiest, dan zal de resterende tijd
van het programma in plaats van de verlopen tijd
op de display verschijnen.
L
inksonder op de display ziet u de afstand die u
hebt gefietst [DISTANCE].
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefen-
i
ngcyclus uitvoert, zal de afstand worden
weergegeven in mijlen of kilometers. Als het bedi-
e
ningspaneel een elliptische oefening uitvoert, zal
de afstand worden weergegeven in het aantal
rotaties.
In de rechter bovenhoek van de display wordt
het aantal verbrande calorieën [CALORIES] bij
benadering weergegeven. In de rechter boven-
hoek van de display wordt ook uw hartslag
weergegeven als u de handsensoren gebruikt
(raadpleeg stap 5 op pagina 18).
Rechtsonder op de display ziet u de trapsnel-
heid.
Opmerking: Als het bedieningspaneel een oefen-
ingcyclus uitvoert, zal uw trapsnelheid worden
weergegeven in mijlen of kilometers per uur. Als
het bedieningspaneel een elliptische oefening
uitvoert, zal uw trapsnelheid worden weergegeven
in het aantal rotaties per minuut [RPM].
In het midden van de display wordt de weer-
stand [RESISTANCE] van de pedalen enkele sec-
onden weergegeven telkens als de weerstand
wijzigt.
U kunt bepaalde informatie ook in een groter for-
maat zien. Druk herhaaldelijk op de Display-toets
[DISPLAY] om de informatie over tijd en afstand,
tijd en calorieverbruik of tijd en snelheid te zien.
Druk opnieuw op de Display-toets om alle infor-
matie te zien.
18
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Het kan zijn dat er
o
p de metalen
contactpunten
v
an de handgreep
met polssensor
een plastic vel zit.
Om uw hartslag te
meten, houd de
handsensoren vast
met uw handpal-
men tegen de met-
alen contactpunten. Zorg ervoor dat uw handen
niet bewegen en houd de contactpunten niet te
strak vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zullen er een,
twee of drie streepjes verschijnen en dan wordt uw
hartslag weergegeven. Voor een correcte hartslag-
meting, houd de contactpunten ongeveer 15 sec-
onden vast. Opmerking: Als u de handsensoren
blijft vasthouden, dan zal uw hartslag 30 seconden
op de onderste display worden weergegeven.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat u uw handen goed op de sensoren hebt
geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven.
B
eweeg uw handen niet of houd de metalen con-
tactpunten niet te strak vast. Voor de beste werk-
i
ng maakt u de metalen contactpunten schoon met
een zacht doek. Gebruik nooit alcohol,
schurende of chemische middelen.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen
is een geluid te horen, zal het bedieningspaneel
pauzeren en zal de tijd op de display knipperen.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan
zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en
de displays worden gereset.
Contactpunten
19
HOE EEN VOORAF INGESTELD OEFENPRO-
GRAMMA TE GEBRUIKEN
1
. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
t
e zetten.
Even nadat u begint met trappen of op een druk
knopt, zal de display oplichten.
2. Selecteer een vooraf ingesteld oefenprogramma.
Om een vooraf
ingestelde oefen-
ing te selecteren,
drukt u her-
haaldelijk op de
toets Oefening
[WORKOUT] tot
het nummer van
de gewenste oefening verschijnt in de display. De
programmatijd en een profiel van de weerstandin-
stellingen van het programma zullen op de display
worden weergegeven.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in seg-
menten van 1 minute. Voor elk segment is een
weerstand- en een doeltemponiveau geprogram-
meerd. Opmerking: U kunt hetzelfde weerstand-
en/of doeltemponiveau programmeren voor ver-
schillende segmenten.
Het oefeningprofiel zal uw vooruitgang laten zien
(zie de tekening hierboven). De flikkerende balk
van het profiel stelt het huidige oefeningsegment
voor. De hoogte van de flikkerende balk duidt het
weerstandniveau van het huidige segment aan.
Als het eerste segment van de oefening klaar is,
zal een geluid te horen zijn en zullen de weer-
standniveau en de doelsnelheid voor het tweede
segment gedurende een paar seconden verschij-
nen in het midden van de display om u te
waarschuwen. Het volgende segment van het
profiel begint te knipperen en de pedalen passen
zich automatisch aan, aan het weerstandsniveau
van het volgende segment.
Terwijl u oefent,
wordt u
aangegeven uw
l
oopritme zo dicht
mogelijk bij uw
d
oelomwentelingen
voor het huidige
segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op
de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen.
Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw
snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt,
behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is bedoeld om
u te motiveren. Uw feitelijke snelheid kan wat
lager zijn dan de gangbare snelheid. Zorg
ervoor dat u op een temp fietst dat aangenaam
voor u is.
Als het weerstandniveau van het huidige
onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling
handmatig overschrijven door te draaien aan de
weerstandsknop. BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
naar de instellingen van het volgende segment
worden gewijzigd.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om het programma te stop-
pen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om de oefening opnieuw te
starten, moet u gewoon beginnen te fietsen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 17.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 18.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
Profiel
20
Bekijk de onderdelen van de elliptische trainer regel-
m
atig en draai ze goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
Om de elliptische trainer schoon te maken, gebruik
e
en vochtig doek en een kleine hoeveelheid zachte
zeep. BELANGRIJK: Houd vloeistoffen weg bij het
bedieningspaneel. Houd het bedieningspaneel uit
direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
De batterijen moeten vervangen worden wanneer het
bedieningspaneel niet meer goed oplicht. De meeste
problemen ontstaan door lege batterijen. Bekijk mon-
tage stap 7 op pagina 8 voor instructies om de batteri-
jen te vervangen. Als de handsensoren niet goed
werken, raadpleeg stap 5 op pagina 18.
HOE DE SNELHEIDSSENSOR BIJ TE STELLEN
De snelheidssensor moet bijgesteld worden wanneer
het bedieningspaneel onjuiste gegevens aangeeft.
Verwijder dan alle schroeven van beide zijschermen.
Er zitten drie soorten schroeven in de zijscher-
men—let op welke soort schroef in de verschil-
lende gaten moet worden gedraaid. Verwijder dan
voorzichtig de zijschermen van het onderstel.
Zoek de
Snelheidssensor
(58). Draai de
Linker
pedaalschijf (26)
tot de Magneet
(41) is uitgelijnd
met de
Snelheidsensor.
Draai de
aangegeven M4
x 16mm Schroef
(94) los maar
verwijder deze niet. Schuif de Snelheidssensor dichter
bij of verder van de Magneet en draai de Schroef
opnieuw vast. Beweeg de Katrol heen en weer, zodat
de Snelheidssensor verschillende keren voorbij de
Magneet komt. Herhaal deze handeling totdat het
bedieningspaneel de goede gegevens aangeeft. Als
de Snelheidsensor juist is uitgelijnd, dient u de scher-
men terug te plaatsen. Opmerking: Als u vragen hebt
over de correcte plaatsing van de schroeven in de ver-
schillende gaten, raadpleeg de GEDETAILLEERDE
Tekening B op pagina 27 en de LIJST MET
ONDERDELEN op pagina 24.
HOE DE RIEM BIJ TE STELLEN
Als de pedalen beginnen te slippen tijdens uw oefen-
ing en de weerstand staat op het hoogste niveau, dan
moet de Riem (46) waarschijnlijk bijgesteld worden.
V
erwijder dan de schroeven van beide zijschermen. Er
zitten drie soorten schroeven in de zijschermen—
let op welke soort schroef in de verschillende
gaten moet worden gedraaid. Verwijder dan
voorzichtig de zijschermen van het onderstel.
Draai vervolgens
de Band ins-
telschroef (72) tot
de Riem (46)
strak staat. Maak
dan de schermen
weer vast.
Opmerking: Als u
vragen hebt over
de correcte
plaatsing van de
schroeven in de
verschillende gaten, raadpleeg de GEDETAILLEERDE
TEKENING B op pagina 27 en de LIJST MET
ONDERDELEN op pagina 24.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
94
41
26
58
72
46
21
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw ʻtrainingszone.ʼ
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
g
ebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszo-
ne bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te
oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van
uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Opwarming—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening–houd niet
uw adem in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefe-
n
ingenprogramma, dient u een arts te consul-
teren. Dit is vooral belangrijk voor personen
boven de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
22
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt
r
echts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken–spring nooit
op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de
dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw
teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achilles-
pezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van kuiten/ achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw
achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren
en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze
positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achilles-
pezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achil-
lespezen en enkels.
4. Strekken van de dijbeenspier.
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo
dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tel-
len en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken binnenkant dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën
naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw lie-
zen. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan
weer. Herhaal dit 3 keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
23
OPMERKEN
24
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEL73008.0 R0908A
11Onderstel
21Staander
31Beugel van het bedieningspaneel
41Bedieningspaneel
51Linker Stabilisatorkappen
62Been van het Bovendeel
71Spanrolwiel
81Linkerarm van het Bovendeel
91Rechterarm van het Bovendeel
10 2 Schuimgreep
11 2 Bovenste Kapje
12 1 Linker Pedaal
13 1 Rechter Pedaal
14 2 Pedaalarm
15 2 Pedaalbeugel
16 1 Rechter Stabilisatorkappen
17 2 Handgreep van de hartslagsen-
soren
18 2 Buitenste busset
19 4 Polssensor
20 2 Buitenste armkap
21 2 M6 x 72mm Schouderbout
22 2 Binnenste armkap
23 4 Busset Pedaalarm
24 1 Crankmodule
25 1 Crankarm
26 1 Linker Pedaalschijf
27 1 Rechter pedaalschijf
28 2 Sensorstangkapje
29 1 Buitenste Linkerbeenkap
30 1 Buitenste Rechterbeenkap
31 1 Binnenste Linkerbeenkap
32 1 Binnenste Rechterbeenkap
33 4 Huls voor de Arm van het Pedaal
34 2 Pedaalarmkap
35 8 M6 Tussenring
36 2 Binnenste busset
37 2 Draad van de hartslagsensor
38 2 Cranklager
39 1 Tussenstuk van de Crank
40 1 Tussenstuk van de Crankarm
41 2 Magneet
42 1 Linkervoorscherm
43 1 Rechtervoorscherm
44 1 Linkerscherm
45 1 Rechterscherm
46 1 Riem
47 2 Poot
48 1 Linkeronderstelkap
49 1 Rechteronderstelkap
50 2 Wiel
51 1 Vliegwiel
52 1 Spanrol
53 1 C-magneet
54 1 Weerstandmotor
55 1 Motorbeugel
56 1 Weerstandsarm
57 1 Klem
58 1 Snelheidssensor/Draad
59 1 Tussenstuk Magneet
60 1 Sleutel
61 1 Vierkante moer
62 1 Flensschroef
63 2 M10 x 41mm Schouderschroef
64 1 Vliegwielbout
65 1 C-magneetbout
66 1 Spanrolbout
67 1 Sleutelschroef
68 1 Crankarmschroef
69 4 Bout van de weerstandmotor
70 4 Moer van de weerstandmotor
71 4 Motorbeugelschroef
72 1 Rieminstelschroef
73 4 Cosmetische schroef met ronde
kop
74 1 M10 Slotmoer
75 6 M10 x 70mm Schroef met Ronde
Kop
76 4 M6 x 36mm Bout met ronde kop
77 6 M6 Slotmoer
78 10 M10 Gespleten Tussenringen
79 4 M10 x 20mm Schroef met Ronde
Kop
80 2 M6 x 16mm Hechtschroef
81 4 M8 x 16mm Schroef met Ronde
Kop
82 6 M8 Slotmoer
83 7 M6 Stertussenstuk
84 10 M4 x 16mm Schroef met Ronde
Kop
85 2 Vliegwieltussenstuk
86 1 Draadharnas
87 1 M3 x 12mm Schroef
88 2 Gebogen Tussenring
89 6 M4 Tussenring
90 2 M8 x 19mm Schroef
25
Opmerking: specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Betekent onderdeel niet getoond.
N
r. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
91 3 M4 x 48mm Schroef
92 14 M4 x 25mm Schroef
93 3 M4 x 35mm Schroef
94 21 M4 x 16mm Schroef
9
5 7 M5 x 12mm Schroef
96 1 Bedieningspaneelkap
97 4 M4 x 20mm Schroef
98 4 M8 x 38mm Bout met Ronde Kop
99 2 M8 Tussenring
100 1 Aardingsschroef
101 4 M6 Gespleten tussenring
102 4 M6 x 18mm Schroef
*
Gebruiksaanwijzing
*–Montagehulpstuk
*–Smeervet
26
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PFEVEL73008.0 R0908A
4
5
9
10
10
17
19
22
23
21
86
11
3
96
8
11
94
84
76
77
18
20
80
6
88
36
12
2
78
79
78
79
79
78
75
78
78
14
15
77
21
35
23
23
94
94
89
89
88
76
77
80
18
20
13
6
15
23
94
89
89
94
14
75
78
78
36
30
32
33
35
84
31
37
16
17
19
22
28
28
29
90
90
33
34
33
33
34
98
82
82
98
35
99
99
84
84
94
94
94
94
97
97
37
77
35
101
101
102
102
102
102
27
1
24
25
26
27
38
38
39
40
41
41
42
43
44
45
46
47
47
48
49
50
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
85
85
35
61
62
63
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
81
82
74
35
93
92
92
92
92
94
95
95
92
92
91
92
92
91
60
83
83
87
7
94
93
92
93
91
82
95
35
83
95
35
83
83
73
100
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PFEVEL73008.0 R0908A
Onderdeel Nr. 266052 R0908A Gedrukt in China © 2008 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende
informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm 280 RAZOR PFEVEL73008.0 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor