NordicTrack NTEVEL77909.3 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding voor verdere raad-
pleging.
Modelnr. NTEVEL77909.3
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hieron-
der) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft
of wanneer er onderdelen ontbre-
ken of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
B
ELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
2
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De sticker(s) met waarschuwing hier getoond zijn
op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wan-
neer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is,
het nummer op de kaft van deze handleiding
en vraag voor een vervangsticker. Plak de sti-
cker op de aangegeven plaats. Opmerking: de
sticker(s) worden niet op ware groote weergege-
ven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan
35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals in
deze handleiding beschreven.
3. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen dat
allen die de elliptische trainer gebruiken
voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. De elliptische trainer is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de elliptische
trainer niet commercieel, niet voor verhuur of
in een instelling.
5. Gebruik de elliptische trainer enkel
binnenshuis en uit de buurt van vocht en
stof. Plaats de elliptische trainer niet in een
garage, niet op een overdekt terras, of bij
water.
6. Plaats de elliptische trainer op een vlakke
ondergrond met een matje er onder om uw
vloer of vloerbedekking te beschermen. Zorg
ervoor dat voor en achter de elliptische
trainer minstens 0,9 m ruimte is en aan de
iedere kant van de trainer 0,6 m ruimte is.
7. Controleer alle delen en draai ze regelmatig
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
8. Houd kinderen jonger dan 12 jaar en
huisdieren altijd uit de buurt van de
elliptische trainer.
9. De elliptische trainer is niet geschikt voor
gebruik door personen die meer dan 150 kg
wegen.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de
elliptische trainer gebruikt; draag geen losse
kleding die in de elliptische trainer verstrikt
kunnen raken. Draag altijd gymschoenen om
uw voeten tijdens het trainen te beschermen.
11. Houd de hendels of de armhendels vast bij
het opstappen, afstappen of het gebruik van
de elliptische trainer.
12. De polssensor is geen medisch instrument.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
de nauwkeurigheid van de hartslagmetingen.
De polssensor dient slechts om een
algemene hartslag te meten, als hulpmiddel
bij uw workouts.
13. De elliptische trainer heeft een vliegwiel; de
pedalen blijven in beweging totdat het
vliegwiel tot stilstand komt. Stop op een
gecontrolleerde manier met stappen.
14. Houd uw rug recht terwijl u de elliptische
trainer gebruikt, en buig uw rug niet.
15. Te veel oefenen kan leiden tot ernstig letsel
of tot de dood. Als u zich duizelig voelt of
pijn voelt, stop dan meteen met het oefenen
en begin met een afkoeling.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt om het
risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
s
chade door het gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
Polssensor
Arm van het Bovendeel
Handleuning
Pedaalschijf
Wiel
Pedaal
Bedieningspaneel
Houder voor de Waterfles*
Niveauvoet
Hendel
*Drinkfles niet inbegrepen
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe
NORDICTRACK
®
E7 REAR DRIVE elliptische trainer.
De E7 REAR DRIVE elliptische trainer biedt een reeks
f
uncties die zijn ontwikkeld om uw oefeningen thuis
effectiever en leuker te maken.
Lees deze handleiding voor uw eigen profijt aan-
dachtig door voordat u de elliptische trainer gaat
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact
opneemt, schrijf het productnummer en serienummer
e
ven op. De plaats waar u beide stickers kunt vinden
wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Lengte: 168 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 66 kg
5
MONTAGE
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder
de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde inbussleutel zult u ook een kruiskop schroevendraaier .
Gebruik de tekening hieronder om de kleine onderdelen te onderscheiden bij het monteren van de elliptische
trainer. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het hoofdnummer van het onderdeel van de LIJST
MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor
de montage. Aandacht: als een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al
vooraf is gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij
het monteren gebruiken.
M10 x 48mm Schroef (75)–6
M10 x 95mm Schroef (82)–4
M4 x 28mm Schroef
(99)–4
M8 x 45mm Bout met
Ronde Kop (76)–4
M4 x 16mm Schroef
(92)–6
M10 x 20mm
Schroef (79)–6
M8 x 20mm
Schroef (80)–2
Schouderbout (31)–2
M8 Tussenring
(33)–2
M10 Gespleten
Tussenring (78)–10
M8 Klemmoer
(77)–4
6
1.
Terwijl een tweede persoon de achterkant van
het Onderstel (1) optilt, maak de Achterste
Stabilisator (70) vast aan het Onderstel met
t
wee M10 x 95mm Schroeven (82).
2. Terwijl een tweede persoon de voorkant van het
Onderstel (1) optilt, maak de Voorste
Stabilisator (73) vast aan het Onderstel met
twee M10 x 95mm Schroeven (82).
70
82
1
1
2
1
Om het monteren wat gemakkelijk te
maken, lees dan voordat u begint de
informatie op pagina 5.
82
73
7
3
Draad
band
2
42
37
4. Schuif de Staander (2) op het Onderstel (1).
Tip: laat een tweede persoon de Bovenste
Schildkap uit de weg vasthouden.
Tip: zorg ervoor dat de Draadharnas (42) niet
bekneld raakt. Maak de Staander (2) vast met
vier M10 x 20mm Schroeven (79) en vier M10
Gespleten Tussenringen (78).
Schuif de Bovenste Schildkap (37) naar bene-
den en druk deze in het Onderstel (1).
4
1
1
78
78
79
79
1
2
42
Draadband
Zorg ervoor dat de
Draadharnas (42)
niet bekneld raakt
3. Plaats de Staander (2) en de Bovenste
Schildkap (37) zoals afgebeeld. Schuif de
Bovenste Schildkap naar boven op de
S
taander.
L
aat een tweede persoon de Staander (2) bij
het Onderstel (1) vasthouden.
Bekijk de inzet-tekening. Zoek naar de draad-
band in de Staander (2). Maak het onderste
eind van de draadband vast aan de
Draadharnas (42). Trek vervolgens het boven-
ste eind van de draadband naar boven en uit de
Staander. Maak de draadband los en gooi deze
weg.
Tip: om er voor te zorgen dat de Draad-
harnas (42) niet in de Staander (2) valt,
bevestig de Draadharnas met een elastiek of
een stukje plakband.
2
42
37
8
5. Draai de Kap van het Bedieningspaneel (32)
zoals afgebeeld. Schuif dan de Kap van het
Bedieningspaneel op de Staander (2).
Draai het Handvat (39) zoals afgebeeld. Zorg
e
rvoor dat u de Draad voor de Hartslag (28)
en de Draad voor de Borstkaspolssensor
(103) uit het Handvat trekt.
Tip: zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak het Handvat (39) vast aan de
Staander (2) met twee M10 x 20mm Schroeven
(79).
79
Zorg ervoor dat de
draden niet
bekneld raken
5
2
6
4
2
6. Terwijl een tweede persoon het Bedienings-
paneel (4) bij de Staander (2) vasthoudt, sluit
de draden van het bedieningspaneel op de
Draadharnas (42), de Draad voor de Hartslag
(28) en de Draad voor de Borstkaspolssensor
(103).
Steek het extra hoeveelheid draad in de
Staander (2) of in het Bedieningspaneel (4).
Tip: zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak het Bedieningspaneel (4) vast aan
de Staander (2) met vier M4 x 28mm
Schroeven (99).
28
103
32
39
99
99
Zorg ervoor dat de
draden niet bekneld
raken
Draden van het
Bedieningspaneel
42
103
28
9
7. Schuif de Kap van het Bedieningspaneel (32)
naar boven naar het Bedieningspaneel (4).
M
aak de Kap van het Bedieningspaneel (32)
vast aan de Staander (2) met een M4 x 16mm
Schroef (92).
M
aak dan de Kap van het Bedieningspaneel
(32) vast aan het Bedieningspaneel (4) met
twee M4 x 16mm Schroeven (92).
7
4
2
32
92
9
2
8. Zoek van de Linker and Rechter Bovenarmen
(8, 9). Deze worden met “Left” en “Right” stick-
ers aangegeven. (L of Left geeft links aan; R of
Right geeft rechts aan)
Plaats de Linker Bovenarm (8) en een
Bovenbeen (6) zoals afgebeeld. Zorg ervoor
dat de hexagonale gaten op de aangegeven
plaatsen zitten.
Steek de Linker Bovenarm (8) in het
Bovenbeen (6).
Maak de Linker Bovenarm (8) vast met twee M8
x 45mm Bouten met Ronde Koppen (76) en
twee M8 Klemmoeren (77). Zorg ervoor dat de
Klemmoeren in de hexagonale gaten zitten.
Draai de Bouten met Ronde Koppen nog niet
te vast.
Maak de Rechter Bovenarm (9) op dezelfde
manier vast aan het andere Bovenbeen (6).
8
Hexagonale
Gaten
8
6
6
9
77
77
76
76
10
9. Smeer de assen van de Staander (2) goed in
met het inbegrepen vet.
P
laats de Linker en Rechter Bovenarmen (8, 9)
zoals afgebeeld en schuif deze op de linker en
r
echter kanten van de Staander (2).
Maak iedere Bovenarm (8, 9) vast met een M8
x 20mm Schroef (80) en een M8 Tussenring
(33).
9
2
33
80
31
76
76
49
80
33
10
8
9
6
6
Vet
Vet
10. Smeer een klein hoeveelheid vet op de
Schouderbout (31).
Terwijl een tweede persoon het voorste eind
van de Rechter Pedaalarm (49) in de beugel
van het rechter Bovenbeen (6) vasthoudt, schuif
de Schouderbout (31) door het rechter
Bovenbeen en de Rechter Pedaalarm.
Draai de Schouderbout (31) in de gelaste moer
op het rechter Bovenbeen (6) vast.
Herhaal deze stap om de Linker Pedaalarm
(niet getoond) vast te maken aan het linker
Bovenbeen (6).
Draai de M8 x 45mm Bouten met Ronde
Koppen (76) vast.
11
11. Bekijk de inzet-tekening. Zoek naar een
Zwenkaskap A (19), deze is voorzien met haak-
en, en een Zwenkaskap B (22), deze is
v
oorzien met randjes.
D
ruk een Zwenkaskap A (19) en een
Zwenkaskap B (22) samen rond de Rechter
Bovenarm (9).
Herhaal deze stap voor de andere zijde van
de elliptische trainer.
Tip: zorg ervoor dat de Zwenkaskappen (19,
22) geplaats worden zoals afgebeeld.
11
22
22
19
12
12. Maak de Kap van de Achterste Staander (3)
vast aan de Staander (2) met drie M4 x 16mm
Schroeven (92).
Draai de Kap van de Voorste Staander (16)
zodanig dat het aangegeven pijltje naar boven
wijst.
Druk de Kap van de Voorste Staander (16) in
de Kap van de Achterste Staander (3).
Druk een Waterfleshouder (5) in de Kap van de
Achterste Staander (3).
9
8
19
92
5
92
16
Pijl
3
2
Rand
-jes
Haaken
Haaken
19
22
12
49
13
78
75
14
14. Zoek naar het Rechter Pedaal (13). Deze wordt
met een “Right” sticker aangegeven. (L of Left
geeft links aan; R of Right geeft rechts aan)
Maak het Rechter Pedaal (13) vast aan de
Rechter Pedaalarm (49) met drie M10 x 48mm
Schroeven (75) en drie M10 Gespleten
Tussenringen (78). Zorg ervoor dat u het mid-
delste gat en de gaten aan de buitenzijde
gebruikt om het Rechter Pedaal vast te
maken.
Maak het Linker Pedaal (niet getoond) op
dezelfde manier vast aan het Linker Pedaal
(niet getoond).
13
20
21
13. Druk een Kap van het Voorbeen (20) en een
Kap van het Achterbeen (21) samen rond het
rechter Bovenbeen (6).
Herhaal deze stap voor de andere zijde van
d
e elliptische trainer.
6
13
16. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed zijn vastgedraaid. Opmerking: het kan
zijn dat er nog wat onderdelen over zijn na het voltooien van de montage. Leg een mat onder de elliptische
exerciser om uw vloer of vloerbedekking te beschermen.
15. Druk de Achterste Schildkap (59) op de Linker
a
nd Rechter Schilden (44, 45).
Steek de Stroomadapter (100) in de
Stroomcontactdoos (104) van het Onderstel (1).
Mocht het nodig zijn, steek de Stroomadapter
(
100) in de Stekkeradapter (101).
Om de Stroomadapter (100) in het stopcontact
te stekken, raadpleeg dan HOE DE STROOM-
ADAPTER IN TE STEKKEN op pagina 14.
Zie de onderste tekening. Het bedieningspa-
neel werkt op vier D-batterijen (niet inbe-
grepen). Het is aan te raden om alkaline batteri-
jen te gebruiken. Maak de schroeven los, verwi-
jder de batterijdeksel, steek de batterijen in het
batterijvakje en maak de batterijdeksel weer
vast. Zorg ervoor dat de batterijen geplaatst
worden zoals op het plaatje in het batterij-
vakje wordt aangegeven.
15
59
101
100
44
104
1
45
Batterijdeksel
Batterijen
Batterijen
Schroeven
4
14
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE STROOMADAPTER IN TE STEKKEN
BELANGRIJK: wanneer uw elliptsiche trainer aan
koude temparturen is blootgesteld, laat deze dan
eerst op kamertemperatuur komen voordat u de
stroomadapter insteekt. Als u dit niet doet, kunt u
de displays van het bedieningspaneel en andere
elektronische elementen beschadigen.
Steek de stroom-
adapter in het
contacpunt op het
onderstel van de
elliptische trainer.
Steek vervolgens
de stroomadapter
in de stekke-
radapter. Steek
daarna de stekke-
radapter in een
stopcontact die
geinstalleerd is in
overeemkomst
met de plaatselijke voorschriften en wetten.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE
V
ERPLAATSEN
Aangezien de omvang en de zwaarte van de ellipti-
sche trainer moeten twee mensen deze verplaat-
sen. Ga aan de voorkant van de elliptische trainer
staan, neem de staander vast en plaats een voet
tegen een van de voorwieltjes. Trek aan de staander
en laat de tweede persoon de hendel optillen totdat de
elliptische trainer op de wieltjes kan rollen. Verplaats
de elliptische trainer voorzichtig naar de gewenste
plaats en laat deze weer naar de vloer zakken.
Stroomadapter
Stekker-
adapter
Plaats
uw voet
hier
Hendel
Staander
15
HOE OP DE ELLIPTISCHE TRAINER TE
OEFENEN
O
m op de elliptische trainer te stappen, moet u zich
aan de handvatten of de bovenarmen vasthouden en
o
p het pedaal in de laagste stand stappen. Stap dan
vervolgens op het andere pedaal.
Duw op de pedalen totdat een continu motie bereikt
wordt. Opmerking: de pedaalschijven kunnen in
beide richtingen draaien. Het is aan te raden om
d
e pedaalschijven in de richting van de pijlen te
draaien. U kunt echter, om uw oefening wat te
v
eranderen, de pedaalschijven in de omgekeerde
richting draaien.
Om van de elliptische trainer af te stappen moet u
eerst wachten totdat de pedalen tot een volledige stil-
stand komen. Opmerking: de elliptische trainer
heeft geen vrijwiel. De pedalen blijven draaien tot-
dat het vliegwiel tot stilstand komt. Wanneer de
pedalen stil staan, stap dan van het hoogtste pedaal
af. Stap dan van het laagste pedaal af.
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER GELIJK TE
STELLEN
Als de elliptische
trainer wat op uw
vloer wiebelt wan-
neer u deze
gebruikt, draai
dan een of beide
stelknoppen van
de achterste sta-
bilisator en stel
de stelvoetjes bij
totdat de exercis-
er niet meer
wiebelt.
Stelknop
pen
Pedalen
Pedaal
schijf
Bovenarmen
Handvatten
16
Weerstandknop
DIAGRAM VAN HET
B
EDIENINGSPANEEL
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het moderne bedieningspaneel is voorzien van verschil-
lende functies om doeltreffender en met meer plezierig
te kunnen oefenen.
U kunt, wanneer de handmatige instelling van het bedi-
eningspaneel wordt gekozen, de weerstand van de ped-
alen met een draai aan de knop veranderen. Het bedi-
eningspaneel zal tijdens uw oefening continu informatie
weergeven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik
te maken van de ingebouwde handgreep met polssen-
sor of door middel van de optionele borstkas-polssensor.
Het bedieningspaneel biedt 12 voorafingestelde oefenin-
gen–zes oefeningen om af te slanken en zes oefenin-
gen om te presteren. Elke oefening wijzigt automatisch
de weerstand van de pedalen en vraagt u om de
pedaalsnelheid te variëren terwijl deze u begeleidt tij-
dens een effectieve oefening.
Tevens biedt het bedieningspaneel ook nog twee
oefeningen voor de hartslag. Oefeningen die de weer-
stand van de pedalen veranderen en u vraagt om de
trapsnelheid stipt te variëren om uw hartslag bij uw na te
streven hartslag te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook nog drie watts oefenin-
gen die de weerstand van de pedalen veranderen en u
vraagt om de pedaalsnelheid stipt te variëren om uw
krachtsinspanning bij uw na te streven inspanning te
houden.
Het bedieningspaneel biedt ook het nieuwe iFit interac-
tieve oefensysteem waarbij het bedieningspaneel iFit
kaarten accepteert met trainingsoefeningen die
ontwikkeld zijn om u te helpen specifieke fitnessdoelen
te bereiken. Bijvoorbeeld, ongewenste kils te verliezen
met de 8-weken Weight Loss (afslanken) oefening. iFit
regelt automatisch de loopband terwijl de stem van een
persoonlijke trainer u door iedere stap van uw oefening
leidt. iFit kaarten zijn apart verkrijgbaar. Om iFit kaarten
te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u het tele-
foonnummer, dat vermeld staat op de voorkant van
deze handleiding. iFit kaarten zijn ook in speciaalza-
ken verkrijgbaar.
U kunt ook naar uw favoriete oefen-muziek of
audioboeken luisteren op het extra stereo geluidssys-
teem van het bedieningspaneel.
Raadpleeg pagina 17 om hoe het apparaat aan te
zetten. Zie pagina 17 om de handmatige instelling te
gebruiken. Zie pagina 19 om een voorangesteld
oefening te gebruiken. Zie pagina 20 om een oefen-
ing voor de hartslag te gebruiken. Zie pagina 21 om
een watts oefening te gebruiken. Zie pagina 23 om
een iFit oefening te gebruiken. Zie pagina 23 om het
stereo geluidssysteem te gebruiken.
Opmerking: als er een doorzichtig plastic velletje op het
bedieningspaneel zit, moet u dat verwijderen.
17
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat de elliptische trainer tot
k
amertemperatuur komen, wanneer de loopband
aan koude temperaturen bloodgestelt is geweest,
v
oordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet
doet kunt u het bedieningspaneel of andere elek-
trische onderdelen beschadigen.
Steek de stroomadapter in (HOE DE
STROOMADAPTER IN TE STEKKEN op pagina 14).
De displays zullen, wanneer de stroomadapter is
ingestoken, gaan oplichten en het bedieningspaneel
kan dan gebruikt worden.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hier-
boven.
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het bedieningspaneel aanzet, zal de
handmatige instelling worden geactiveerd.
Als u een
oefening hebt
gekozen, druk
dan meerdere
keren op een
van de oefen-
toetsen
[WORKOUTS]
om de hand-
matige instelling opnieuw te kiezen totdat nullen
op de display verschijnen.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
A
ls u fietst, kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door de weerstandknop te draaien.
Om de weerstand te verhogen, draait u de weer-
standknop naar rechts, om de weerstand te verla-
gen draait u de weerstandknop naar links.
Opmerking: het zal even duren wanneer u de
stapsgewijze weerstandstoetsen hebt ingedrukt
voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display
instellingen. De door u gekozen display instelling
zal bepalen welke oefeninformatie weergeven
wordt. Druk meerdere keren op de Display toets
[DISPLAY] om de gewenste display instelling te
kiezen.
De displays geven de volgende informatie aan:
Tijd [TIME]
De display zal,
wanneer de
handmatige
instelling
gekozen
wordt, de ver-
lopen tijd
aangegeven.
Indien u een oefening kiest, zal het display de
resterende tijd in de oefening weergeven in plaats
van de verlopen tijd.
Snelheid [SPEED]—Deze display geeft de
getrapte snelheid aan, in revoluties per minuut
(rpm).
Afstand [DISTANCE]—Deze display geeft de
getrapte afstand aan (totaal nummer in revoluties).
Caloriëen [CALORIES]—Deze display geeft bij
benadering het aantal verbruikte calorieen aan.
Watts [WT.]—Deze display geeft bij benadering
uw krachtinspanning aan in watts.
18
Hartslag—Deze display geeft uw hartslag aan
wanneer u de handgreep met polssensor of de
meegeleverde borstkas-polssensor (zie stap 5)
g
ebruikt.
W
eerstand [RESISTANCE]—Deze display geeft
iedere keer dat het weerstandsniveau verandert
een paar seconden lang de weerstand van de
pedalen aan.
Profiel—Deze display zal, wanneer een oefening
gekozen wordt, een profiel van de weerstandsin-
stellingen van de oefening aangeven.
Pas het volume van het bedieningspaneel aan
door op de Volume toetsname- en afnametoetsen
[VOLUME] te drukken.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
U kunt uw hartslag meten door de handgreep met
polssensor of de optionele borstkas-polssensor te
gebruiken (raadpleeg pagina 23 voor information
over de optionele borstkas-polssensor).
Opmerking: het bedieningspaneel zal, wanneer u
tegelijkertijd de handgreep met polssensor
vasthoudt en de borstkas-polssensor draagt, de
hartslag niet goed weergeven.
Het kan zijn dat
er op de metalen
contactpunten
van de handgreep
met polssensor
een plastic vel zit.
Haal deze van de
handvaten af.
Zorg er tevens
voor dat u
schone handen
hebt. Om uw hart-
slag te meten, houd de handsensoren vast met uw
palmen tegen de metalen contactpunten. Uw
handpalmen moeten op de metalen contact-
punten rusten.
Uw hartslag zal, wanneer deze gemeten kan wor-
den, in de display verschijnen. Voor een correcte
hartslagmeting, houd de contactpunten ongeveer
1
5 seconden lang vast.
A
ls uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
bevinden zoals aangegeven. Zorg dat u uw han-
den niet te veel beweegt of dat u de metalen con-
tactpunten te hart knijpt. Voor de beste werking,
maak de metalen contactpunten schoon met een
zacht doek; gebruik nooit alcohol, schurende of
chemische middelen om de contactpunten
schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
U zult een pieptoon horen als de pedalen enkele
seconden niet bewegen en het bedieningspaneel
zal blijven stilstaan.
Het bedieningspaneel gaat uit als de pedalen
enkele minuten niet bewegen en de displays wor-
den gereset.
Contactpunten
19
HOE EEN VOORAFINGESTELD OEFENING TE
GEBRUIKEN
1
. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
s
chakelen.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 17.
2. Kies een voorafingestelde oefening.
Druk, om een voorafïngestelde oefening te kiezen,
eerst op de afslanken [WEIGHT LOSS] Oefening
of op prestatie [PERFORMANCE WORKOUTS]
Oefening toets.
Draai vervolgens aan de weerstandknop totdat het
nummer van de gewenste oefening in de display
verschijnt.
Druk dan de
Enter toets
[ENTER] om
de oefening te
kiezen. De
oefeningentijd
en een profiel
van de weer-
standsin-
stellingen van de oefening verschijnen ook in de
display.
3. Begin te trappen om het oefenprogramma te
starten.
Ledere oefening is verdeeld in segmenten van 1-
minuut. Een weerstand en tempo instelling zijn
voor iedere periode geprogrammeerd. Opmerking:
u kunt dezelfde weerstand- en/of hetzelfde na te
streven temponiveau programmeren voor verschil-
lende segmenten.
Het profiel van uw programma geeft uw vordering
aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
het programma voor. De hoogte van het flikkerend
segment geeft de weerstand van het huidige seg-
ment aan.
Wanneer het eerste segment van de oefening
eindigt, dan zal de weerstand en de na te streven
snelheid een paar seconden lang op de display
verschijnen om u waakzaam te houden. Het profiel
van het volgende segment zal opflikkeren, en de
de weerstand van de pedalen zullen automatisch
worden bijgesteld.
Terwijl u oefent, wordt u
aangegeven uw tempo
zo dicht mogelijk bij het
n
a te streven snelheid
voor het huidige seg-
m
ent te houden. U moet
uw snelheid verhogen wanneer een pijl naar
boven wijst of wanneer het woord FASTER
(sneller) in de display verschijnt. U moet uw snel-
heid verlagen wanneer een pijl naar beneden wijst
of wanneer het woord SLOWER (langzamer) in de
display verschijnt. Houdt dezelfde snelheid aan
wanneer er geen pijl of wanneer de woorden ON
TARGET (op peil) in de display verschijnen.
BELANGRIJK: de na te streven snelheid is
alleen als motivatie bedoeld. Uw werkelijke
snelheid kan lager zijn dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een aangenaam
tempo oefent.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door de weerstandknop te
draaien. BELANGRIJK: als het huidige segment
van het programma voltooid is, dan zal de
weerstand van de pedalen automatisch naar de
instellingen van het volgende segment worden
gewijzigd.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 17–18.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 18.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1
. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 17.
2. Kies een oefening voor de hartslag.
Druk eerst, om een oefening voor de hartslag te
kiezen, op toets voor de oefeningen voor de
Hartslag.
Draai vervolgens aan de weerstandknop totdat het
nummer van de gewenste oefening in de display
verschijnt. Druk dan de Enter toets [ENTER] om de
oefening te kiezen.
3. Toets een na te streven hartslag in.
De oefentijd en
de woorden
ENTER TAR-
GET (na te
streven hart-
slag invoeren)
zullen een
paar seconden
nadat u een na
te streven hartslag hebt gekozen op de display ver-
schijnen.
Een ander na te streven hartslag wordt geprogram-
meerd voor elk segment van de oefening voor de
hartslag. Draai de weerstandsknop om de gewenste
maximum hartslag voor de oefening in te voeren
(zie INTENSITEIT VAN OEFENINGEN op pagina
26). Druk dan de Enter toets.
4. Houd de handgreep met polssensor.
Als u de handgreep met polssensor gebruikt, moet
u ze niet voortdurend vasthouden tijdens het pro-
gramma voor de hartslag. U moet de handgreep
met polssensor geregeld vasthouden om het pro-
gramma correct te laten werken. Telkens als u de
handgreep met polssensor vasthoudt, houd
dan uw handen minstens 15 seconden op de
contactpunten.
5. Begin te trappen om het oefenprogramma te
starten.
Elke oefening voor de hartslag is verdeeld in seg-
menten van 1-minuut. Er wordt een na te streven
hartslag geprogrammeerd voor elk segment.
Opmerking: dezelfde na te streven hartslag kan wor-
den geprogrammeerd voor opeenvolgende seg-
menten.
Het bedieningspaneel zal tijdens de oefening uw
hartslag vergelijken met de na te streven hartslag
v
an het huidige segment van de oefening. Als uw
hartslag te ver onder of boven van de na te
streven hartslag ligt, dan zal de weerstand van de
pedalen automatisch verhogen of verlagen om uw
h
artslag dichter bij uw na te streven hartslag te
brengen. Elke keer als de weerstand wijzigt, zal
h
et weerstandniveau gedurende enkele seconden
in de display verschijnen om u waakzaam te
houden.
Tijdens de
oefening wordt
u verteld om
met een gelijk-
matige snel-
heid te trap-
pen. U moet
uw snelheid
verhogen wan-
neer een pijl naar boven wijst of wanneer het
woord FASTER (sneller) in de display verschijnt. U
moet uw snelheid verlagen wanneer een pijl naar
beneden wijst of wanneer het woord SLOWER
(langzamer) in de display verschijnt. Houdt
dezelfde snelheid aan wanneer er geen pijl of
wanneer de woorden ON TARGET (op peil) in de
display verschijnen.
BELANGRIJK: zorg ervoor dat u op een aange-
naam tempo oefent. U kunt wanneer de weer-
stand van het huidige segment te hoog of te laag
ligt handmatig veranderen door de weerstandknop
te draaien. Het kan echter zijn dat wanneer u de
weerstand verandert u niet uw na te streven hart-
slag kunt behouden.
Als het bedieningspaneel uw hartslag met de na te
streven hartslag vergelijkt, dan kan de weerstand
van de pedalen automatisch verhogen of verlagen
om uw hartslag dichter bij de na te streven hart-
slag te brengen.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met trappen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 17–18.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
20
21
HOE EEN WATTS OEFENING UIT TE GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
p
en van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT TE ZETTEN op pagina
17.
2. Kies een watts oefening.
Druk, om een watts oefening te kiezen, eerst op
de oefeningen [WATTS WORKOUTS] toets. Draai
vervolgens aan de totdat het nummer van de
gewenste oefening in de display verschijnt. Druk
dan de Enter toets om de oefening te kiezen.
De oefentijd
en de woor-
den ENTER
WATTS TAR-
GET (de na te
streven watts
invoeren)
zullen op de
display ver-
schijnen wanneer u watts oefening 1 kiest.
De oefentijd en
een profiel van
de weer-
standsinstel-
lingen van de
oefening zullen
de display ver-
schi-
jnen wanneer
u watts oefening 2 of 3 kiest.
3. Voer een na te streven watts instelling in wan-
neer u watts oefening 1 kiest.
Tijdens watts oefening 1 wordt dezelfde na te
streven watts instelling voor alle segmenten van
de oefening geprogrammeerd. Draai aan de weer-
standsknop om de gewenste na te streven watts
instelling in te voeren.
4. Begin de oefening door te gaan trappen.
Watts oefening 1 is verdeeld in 40 segmenten
v
an 1-minuut. Het bedieningspaneel zal tijdens de
oefening uw watts inspanning met de na te
s
treven watts instelling die u hebt ingevoerd
vergelijken.
Als uw watts inspanning teveel onder of boven de
na te streven instelling ligt zal de weerstand van
de trappers automatisch toe- of afnemen om uw
watts inspanning dichter bij de na te streven watts
instelling te brengen. Telkens wanneer de weer-
stand verandert, zal het weerstandsniveau enkele
momenten in de display verschijnen om u te
waarschuwen..
U kunt, wanneer de na te streven wattsinstelling te
hoog of te laag is, de instelling handmatig veran-
deren door de weerstandsknop te draaien.
Watts oefening 2 of 3 is verdeeld in 40 seg-
menten van 1 minuut. Een weerstandsniveau en
een na te streven watt niveau worden voor ieder
segment geprogrammeerd. Opmerking: hetzelfde
weerstandsniveau en/of het na te streven watts
niveau kunnen voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd worden.
Het profiel van de oefening zal uw vordering
aangeven (zie tekening links). Het flikkerende seg-
ment van het profiel geeft het huidige segment van
de oefening aan. De hoogte van het flikkerend
segment geeft het weerstandsniveau van het
huidige segment aan.
Terwijl u oefent, wordt u
aangespoord uw tempo
zo dicht mogelijk bij een
na te streven snelheid te
houden. U moet uw
snelheid verhogen wan-
neer een pijl naar boven wijst of wanneer het
woord FASTER (sneller) in de display verschijnt. U
moet uw snelheid verlagen wanneer een pijl naar
beneden wijst of wanneer het woord SLOWER
(langzamer) in de display verschijnt. Houdt
dezelfde snelheid aan wanneer er geen pijl of
wanneer de woorden ON TARGET (op peil) in de
display verschijnen.
22
BELANGRIJK: de na te streven snelheid is
alleen als motivatie bedoeld. Uw werkelijke
snelheid kan lager liggen dan de na te streven
s
nelheid. Zorg ervoor dat u op een aangenaam
tempo oefent.
Wanneer het eerste segment eindigt dan zullen,
om u te waarschuwen, de weerstand en de na te
streven snelheid van het tweede segment een
paar seconden lang in de display verschijnen. Het
volgende segment zal beginnen te flikkeren en de
pedalen zullen automatisch op het weerstand-
sniveau van het volgende segment ingesteld wor-
den.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door aan de weerstand-
knop te draaien. BELANGRIJK: als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
in de instellingen van het volgende segment
gewijzigd worden.
Stop, op welk moment dan ook met trappen, om
een oefening te beëindigen. U zult een pieptoon
horen en de tijd zal op de display beginnen te
f
likkeren. Om verder te gaan met de oefening, dient
u eenvoudigweg weg verder te gaan met trappen.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 17–18.
6. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 18.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
23
HOE EEN IFIT OEFENING TE GEBRUIKEN
iFit kaarten zijn apart verkrijgbaar. Om Fit kaarten te
k
open gaat u naar www.iFit.com of belt u met het tele-
foonnummer dat vermeld staat op de voorkant van deze
h
andleiding. iFit kaarten zijn ook in speciaalzaken verkri-
jgbaar.
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT TE ZETTEN op
pagina 17.
2. Steek in een iFit kaart en kies een oefening.
Steek een iFit kaart in de gleuf om een iFit oefen-
ing uit te voeren; zorg ervoor dat de iFit kaart
zodanig geplaatst is dat de metalen contactpunten
naar beneden en naar de gleuf wijzen. Wanneer
de iFit kaart goed ingestoken is zal de indicator
naast de gleuf gaan oplichten en zal er tekst in de
display te zien zijn.
Vervolgens kiest u een iFit oefening door te
drukken op de iFit toename- en afnametoetsen
naast de gleuf.
Even nadat u een van de oefeningen hebt
gekozen zal de stem van een persoonlijke trainer
u tijdens uw oefening begeleiden.
iFit oefeningen functioneren net zoals de voorafin-
gestelde oefeningen. Zie stappen 3 tot en met 6
op pagina 19 om een oefening te doen.
3. Als u klaar bent met de oefening dient u de iFit
kaart uit het bedieningspaneel te trekken.
Haal de iFit kaart uit de gleuf wanneer u klaar bent
met oefenen. Bewaar de iFit kaart op een veilige
plaats.
HOE HET STEREOGELUIDSYSTEEM TE
GEBRUIKEN
S
teek de audio/geluidssnoer in de aansluiting van het
bedieningspaneel en in de aansluiting van uw MP3-
s
peler of CD-speler om muziek of audioboeken te
kunnen afspelen tijdens het oefenen. Zorg ervoor dat
het audiosnoer goed is ingestoken.
Druk dan op de Afspelen [PLAY] toets van uw MP3-
speler of CD-speler. Pas het volume aan op uw MP-3
speler of CD-speler of druk op de Volume toetsen op
het bedieningspaneel.
DE OPTIONELE HARTSLAGMONITOR
De optionele hartslagmonitor biedt een handvrije bedi-
ening aan en het houdt uw hartslag continu bij tijdens
het oefenen. Om de optionele hartslagmonitor te
kopen, bekijk dan de kaft van deze handleiding.
iFit Gleuf
iFit Kaart
24
Bekijk de onderdelen van de fiets regelmatig en draai
z
e goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een zachte doek en een niet agressief schoon-
maakmiddel om de fiets schoon te maken. BELAN-
G
RIJK: houd vloeistoffen weg bij het bedieningspa-
neel. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Zie stap 5 op pagina 18 wanneer de handgreep met
polssensor niet goed werkt.
HOE DE AANDRIJFRIEM BIJ TE STELLEN
Als u voelt dat de pedalen tijdens het trappen wat slip-
pen, al is de weerstand op de hoogste stelling
ingesteld, dan kan het zijn dat de aandrijfriem
bijgesteld moet worden.
Verwijder, om de aandrijfriem bij te stellen, het linker
pedaal, de kap van het bovenste schild, de kap van
het actherste schild, en het linker schild.
Trek stekker eerst de stroomadapter. Zie eerst stap 14
op pagina 12 om het linker pedaal te verwijderen.
Zie vervolgens stap 15 op pagina 13 en maak de kap
van het achterste schild los.
Zie dan stap 4 op pagina 7 en maak de kap van het
bovenste schild van het linker schild los. Schuif de kap
het bovenste schild naar boven.
Verwijderen de M4 x 16mm Schroeven (92) uit het
Linker Schild (44) en verplaats het Linker Schild
voorzichtig naar buiten over de Linker Pedaalarm (14).
Maak vervolgens de Zwenkschroef (88) los. Draai dan
de Bijstelschroef van de Aandrijfriem (72) vast totdat
de Aandrijriem (46) strak is.
Draai, wanneer de Drijfriem (46) strak staat, de
Zwenkschroef (88) vast.
Maak het linker schild, de kap van het achterste
schild, de kap van het bovenste schild, en het linker
pedaal weer vast. Sluit de stroomadapter.
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN
92
14
44
92
92
88
72
46
25
HOE HET REED-CONTACT BIJ TE STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel de informatie niet
goed weergeeft dan moet het reed-contact bijgesteld
worden.
U moet eerst, om het reed-contact bij te stellen, de
k
ap van de rechter schijf en de rechter pedaalschijf
losmaken.
Trek stekker eerst de stroomadapter. Verwijder met
gebruik van een schroevendraaier de rechter Kap van
de Schijf (18).
Verwijder dan de M8 x 14mm Schroeven met Ronde
Kop (81) van de Rechter Pedaalschijf (27), en draai
de Rechter Pedaalschijf voorzichtig uit de weg.
Zoek naar het Reed-contact (58). Maak de M4 x
1
6mm Schroef (92) los, maar verwijder deze echter
niet.
Draai aan Katrol (24) totdat een Magneet (41) op
gelijke hoogte komt met het Reed-contact (58). Schuif
het Reed-contact wat tegen of verder weg van de
Magneet. Draai dan de M4 x 16mm Schroef (92) weer
vast.
Sluit de stroomadapter en draai even aan de Katrol
(24). Herhaal deze procedure totdat het bedieningspa-
neel goede informatie weergeeft.
Maak, wanneer het reed-contact goed is bijgesteld, de
rechter pedaalschijf en de rechter kap van de schijf
weer vast.
18
27
81
24
41
92
58
26
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszo-
ne bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te
oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van
uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
27
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
k
en–spring nooit op.
1
. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe-
zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en
beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespe-
zen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespe-
zen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën
naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen.
Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
28
11Onderstel
2
1 Staander
31Kap van de Achterste Staander
41Bedieningspaneel
51Waterfleshouder
62Bovenste Been
71Weerstandswiel
81Linker Bovendeel van de Arm
91Rechter Bovendeel van de Arm
10 2 Schuimrubberengreep
11 2 Bovenste Kap
12 1 Linker Pedaal
13 1 Rechter Pedaal
14 1 Linker Pedaalarm
15 2 Pedaalbeugel
16 1 Kap van de Voorste Staander
17 4 Zwenkpacking
18 2 Kap van de Schijf
19 2 Zwenkaskap A
20 2 Kap van het Voorste Been
21 2 Kap van het Achterste Been
22 2 Zwenkaskap B
23 4 Zwenkaspacking
24 1 Katrol
25 1 Rechter Crankarm
26 1 Linker Crankarm
27 2 Pedaalschijf
28 1 Draad voor de Hartslag
29 4 Packing
30 2 Kap van de Pedaalarm
31 2 Schouderbout
32 1 Kap van het Bedieningspaneel
33 4 M8 Tussenring
34 1 Afstelmoer
35 1 M5 Tussenring
36 1 Kleine Snapring
37 1 Kap van het Bovenste Schild
38 2 Crankpacking
39 1 Handvat
40 1 Grote Snapring
41 2 Magneet
42 1 Draadharnas
43 7 M6 Tussenring
44 1 Linker Schild
45 1 Rechter Schild
46 1 Aandrijfriem
4
7 2 Stelvoet
48 2 Kap van de Achterste Stabilisator
49 1 Rechter Pedaalarm
50 2 Wiel
51 1 Vliegwiel
52 1 Spanrol
53 1 C-magneet
54 1 Weerstandsmotor
55 1 Motorbeugel
56 1 Bovenarm
57 1 Klem
58 1 Reed-contact/Draad
59 1 Kap van het Achterste Schild
60 1 Sleutel
61 1 M8 Borgmoer
62 1 M6 x 16mm Schroef met Ronde
Kop
63 2 Voet
64 1 Vliegwielas
65 1 C-magneet Schroef
66 1 Spanrolschroef
67 1 Sleutelschroef
68 1 Schroef van de Crankarm
69 4 Bout van de Weerstandsmotor
70 1 Achterste Stabilisator
71 2 Schroef van de Motorbeugel
72 1 Bijstelschroef van de Aandrijfriem
73 1 Voorste Stabilisator
74 1 M6 Borgmoer
75 6 M10 x 48mm Schroef
76 4 M8 x 45mm Bout met Ronde Kop
77 6 M8 Klemmoer
78 10 M10 Gespleten Tussenring
79 6 M10 x 20mm Schroef
80 2 M8 x 20mm Schroef
81 8 M8 x 12mm Schroef met Ronde
Kop
82 4 M10 x 95mm Schroef
83 1 M5 x 7mm Schroef
84 10 #10 x 16mm Schroef
85 2 M8 x 18mm Hexagonale Schroef
86 1 Tussenstuk van de Crankarm
87 1 M3,5 x 12mm Schroef
88 1 Zwenkschroef
LIJST MET ONDERDELEN Modelnr. NTEVEL77909.3 R0113A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
29
Opmerking: specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Betekent onderdeel niet getoond.
89 2 M4 x 16mm Schroef met Platte Kop
90 1 M4 x 16mm Geaarde Schroef
91 1 Crank
92 23 M4 x 16mm Schroef
93 1 Polssensor
94 1 Vliegwielpacking
95 2 Stelknop
96 2 M4 x 19mm Schroef
97 1 Kap van de Achterste Stabilisator
98 1 Kap van de Linker Stabilisator
99 4 M4 x 28mm Schroef
100 1 Stroomadapter
101 1 Stekkeradapter
102 1 Weerstandsbeugel
103 1 Ontvanger van de
Borstkaspolssensor/Draad
104 1 Stroomcontactpunt/Draad
105 4 M8 x 10mm Schroef
106 4 M8 x 15mm Schroef
*–Gebruikershandleiding
*–Montagegereedschap
*–Pakje met Vet
*–Draadband
N
r. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
30
GEDETAILLEERDE TEKENING A Modelnr. NTEVEL77909.3 R0113A
29
29
30
85
33
29
29
33
85
30
84
84
15
13
21
20
20
21
15
84
84
49
31
75
75
23
23
31
6
6
12
23
79
78
79
79
78
78
79
22
19
19
22
17
17
33
80
17
17
33
80
76
77
76
77
8
9
11
11
5
10
10
2
4
32
99
92
92
92
3
16
93
14
78
78
78
78
39
28
79
89
103
31
51
77
52
53
55
54
69
7
87
56
72
64
65
66
83
71
71
34
35
36
88
43
74
77
94
81
27
92
92
92
42
38
40
92
58
57
90
38
92
92
92
92
92
44
18
73
50
50
18
45
48
82
82
37
47
47
63
59
1
63
48
92
95
95
96
97
92
96
92
98
46
101
100
104
105
105
106
92
70
102
81
27
41
41
91
26
24
86
25
61
60
43
62
67
68
40
GEDETAILLEERDE TEKENING B Modelnr. NTEVEL77909.3 R0113A
Onderdeel Nr. 342632 R0113A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

NordicTrack NTEVEL77909.3 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor