Documenttranscriptie

Inhoud Inhoud NL 1  Algemeen ............................................ 67  1.1  1.2  1.3  1.4  1.5  1.6  1.7  Informatie over bedieningshandleiding ........ 67  Aanwijzingen in de bedieningshandleiding .. 67  Gebruik volgens de bestemming.................. 67  Omvang van de levering .............................. 68  Transport ..................................................... 68  Afvoer en recycling ...................................... 68  Adres ........................................................... 69  2  Technische gegevens ........................ 69  3  Bouw en Werking ............................... 72  3.1  3.2  Functietoekenning aan toetsen .................... 73  Indeling van het display ............................... 74  4  Voorbereiding voor de bediening ..... 75  4.1  4.2  Plaatsen van de batterijen ........................... 75  Werken met aan-sluiting op het elektrische net ................................................................ 75  5  Bediening ............................................ 76  5.1  Inschakelen van het apparaat ...................... 76  5.2  Meten ........................................................... 77  5.2.1  Selectie van de meetgrootte ........................ 77  5.3  5.4  Vasthouden van de meetwaarden ............... 78  Minimum, maximum en gemiddelde over 8 uur en over 15 minuten ................................ 78  6  Handmatig opslaan van datasets ...... 80  6.1  Weergave van opgeslagen data (Recall) ..... 81  7  Datalogging ........................................ 82  8  Achtergrondverlichting...................... 84  9  Alarmfunctie ....................................... 84  10  Automatisch uitschakelen ................. 84  11  Instellingen ......................................... 85  11.1  P10 Wissen van de datasets ....................... 86  11.2  P20 Instellen van de CO-alarmdrempel ....... 86  65  Inhoud 11.3  11.4  11.5  11.6  P30 Selectie van de temperatuureenheid ... 87  P40 Instellen van de lograte ........................ 87  P50 Invoer van de luchtdruk ....................... 88  P60 Instellen van datum en tijd ................... 88  12  Kalibrering .......................................... 89  12.1  CO2-Kalibrering ........................................... 90  12.2  Kalibrering van de luchtvochtigheids-sensor 90  12.2.1  33%-kalibrering ........................................... 91  12.2.2  75%-Kalibrering ........................................... 91  12.3  CO-kalibrering ............................................. 92  13  Storingen ............................................ 93  14  Evaluatie van de data op de PC ........ 94  15  Richtlijnen en aanbevelingen voor het CO2-gehalte in binnenruimten..... 94  16  Garantie en dienst na verkoop .......... 95  16.1  Garantie ...................................................... 95  16.2  Service na verkoop...................................... 95  17  Accessoires ........................................ 96  18  Conformiteitsverklaring ..................... 96  Points of sale and service............................ 97  66  Algemeen 1 Algemeen NL Deze bedieningshandleiding maakt u een veilige bediening van het Wöhler KM 410 meetapparaat voor de luchtkwaliteit mogelijk. Bewaar haar permanent. Het Wöhler KM 410 meetapparaat voor de luchtkwaliteit mag in principe alleen door vakkundig personeel voor gebruik volgens de bestemming worden gebruikt. Voor schade, die ontstaat op grond van nietinachtneming van deze bedieningshandleiding, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid. 1.1 Informatie over bedieningshandle iding 1.2 Aanwijzingen in WAARSCHUWING! de Het niet volgen van deze waarschuwing kan tot bedieningshandle letsel of de dood leiden. iding PAS OP! Het niet volgen van dit voorschrift kan blijvende schade aan het meetinstrument veroorzaken. OPGELET! Nuttige informatie 1.3 Gebruik volgens de bestemming Het meetapparaat is bedoeld voor de beoordeling van de kamerluchtkwaliteit door een gecombineerde meting en bepaling van het CO2gehalte, de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid. Daarnaast is het geschikt voor de bepaling van het CO-gehalte, het dauwpunt en de vochtkogeltemperatuur. 67  Algemeen 1.4 Omvang van de levering Apparaat Omvang levering Wöhler KM 410 meetapparaat voor de luchtkwaliteit meetapparaat voor de luchtkwaliteit 4 AA batterijen USB-datakabel PC-software koffer 1.5 Transport PAS OP! Door ondeskundig transport kan het instrument beschadigd worden! Om transportschade te voorkomen, behoort het instrument altijd in de daarvoor bestemde koffer te worden getransporteerd. De drukaansluitingen dienen met de beschermkap te worden beveiligd. De koffer kan met het instrument als set of apart worden gekocht. 1.6 Afvoer en recycling Elektronische apparaten mogen niet worden weggegooid als algemeen huishoudelijk afval, maar moeten worden afgevoerd volgens de geldende milieuregels. Defecte accu's worden beschouwd als gevaarlijk afval en moeten worden ingeleverd bij de desbetreffende inzamelpunten. 68  Technische gegevens 1.7 2 Adres Wöhler Messgeräte Kehrgeräte GmbH Schützenstr. 41 33181 Bad Wünnenberg Tel.: +49 2953 73-100 Fax: +49 2953 7396-100 E-Mail: [email protected] NL Technische gegevens Kooldioxide Koolmonoxide Beschrijving weergave Meetbereik 0 – 5.000 ppm Resolutie 1 ppm Nauwkeurigheid ± 30 ppm ± 5 % v.M Opwarmingsfase 30 seconden Reactietijd <30 seconden Meetprincipe NDIR-procedure (nietdispersieve infrarood-absorptie) Beschrijving weergave Meetbereik 0 – 1.000 ppm Resolutie 1 ppm Nauwkeurigheid ± 10 ppm bij <100 ppm ± 10 % bij 101-500 ppm ± 20 % bij >500 ppm Reactietijd <60 seconden 69  Technische gegevens Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid 70 Beschrijving weergave Meetbereik -20 °C t/m +60 °C (-5 – 140 °F) Resolutie 0,1 °C (0,1 °F) Nauwkeurigheid ± 0,5 °C (± 0,9 °F) Beschrijving Weergave Meetbereik 0,1 – 99,9 % r.F. Resolutie 0,1 % r.F. Nauwkeurigheid ± 3 % bij 10 – 90 % rF en 25°C, ±5 % bij andere rFwaarden en 25°C  Technische gegevens Algemene technische gegevens Beschrijving Weergave Arbeidstemperatuur 0 °C … + 50°C Opslagtemperatuur -20 °C … +60 °C 10 – 90 % r.F. niet condenserend Stroomvoorziening 4 AA-batterijen of netaansluiting via een 9V-DC-adapter (niet bijgeleverd) Typische Standzeit bij voortdurend gebruik: 24 uur Aansluiting op PC USB-interface Maten 205 mm x 60 mm x 56 mm Gewicht 200 g Geheugen 6.000 meetwaardereeksen CO2, temp., r.F., CO logrates: 1S … 4h49m59s Lograte 1 s tot 4 h 49 min 59 s NL Akoestische waarschuwing bij overschrijden van een vooraf ingestelde CO-grens 71  Bouw en Werking 3 Bouw en Werking 4 5 2 3 1 Afb. 1: delen van het apparaat Legende 72 1 2 3 4 5 batterijenvak (achterkant) aansluiting netstroomkabel aansluiting USB-datakabel sensoren met beschermkap luchtspleten (achterkant)  Bouw en Werking 3.1 Functietoekenning aan toetsen NL Toetsenaanduiding Werking ON/OFF SET - Aan-/uitschakelen van het apparaat - Bij uitgeschakeld apparaat oproepen van het SETUP-menu - Tegelijk drukken op ON/OFF- toets en HOLD-toets: uitschakelen van de automatische uitschakeling START ESC - Verlaten van SETUP-menu of recallmodus en terugkeer in de meetmodus - Verlaten van de recall-modus en -Starten en beëindigen van de logprocedure MODE RECALL - Wisselen tussen de verschillende meetmodi - Ingedrukt houden om het geheugen op te roepen HOLD ▲ - HOLD-functie: invriezen van de actuele meetwaarden - Opheffen van de HOLD-functie - In het SETUP-menu: kiezen van de eenheid of verhogen van een waarde MEM ▼ - Opslaan van de actuele meetwaarde - In het SETUP-menu: kiezen van de eenheid of verminderen van een waarde Min/Max/AVG - Activeren van de MIN-/MAX-/TWA (gewogen gemiddelde) en STEL (gewogen gemiddelde) - functie - Opslaan van de instellingen en beëindigen van de instellingsmodus ON/OFF + START + MEM Oproepen van de kalibreermodus 73  Bouw en Werking 3.2 Indeling van het display Afb. 2: Display Detailaanzicht Bovenste deel van het display: weergave van de meetwaarden Onderste deel van het display: alternerende weergave van datum en tijd Icoon Betekenis HOLD Waarden worden vastgehouden MIN Minimumwaarde MAX Maximumwaarde STEL Gewogen gemiddelde over 15 minuten TWA Gewogen gemiddelde over 8 uur B Batterijwaarschuwing CAL Kalibrering CO2 Kooldioxidewaarde CO Koolmonoxidewaarde TA Luchttemperatuur WBT Vochtkogeltemperatuur °C/°F Luchttemperatuur in °C of °F %rh Relatieve luchtvochtigheid in % ppm CO2-concentratie of CO-concentratie in ppm REC Opslaan van data (handmatig of automatisch(datalogging) RECALL Weergave van opgeslagen data 74  Voorbereiding voor de bediening 4 Voorbereiding voor de bediening NL De stroomvoorziening van het apparaat gebeurt via batterijen of via aansluiting op het elektrische net. 4.1 Plaatsen van de batterijen  Plaats 4 AA batterijen met inachtneming van de correcte poling in het batterijvak aan de achterkant van het apparaat. Bij lage batterijspanning verschijnt in het display een batterijsymbool. PAS OP! Bij lage batterijspanning meet de CO2 sensor niet meer correct! Plaats in dat geval nieuwe batterijen of gebruik Afb. 3: Meetaanzicht bij zwakke batterij- het apparaat aangesloten op het elektrische net. spanning 4.2 Werken met aan-  sluiting op het elektrische net Verbind het meetapparaat via een 9V-DC adapter met het elektrisch net (niet bijgeleverd, zie accessoires). Vgl. afb. 1, contact 2. De stroomtoevoer vindt nu automatisch plaats via het net en niet meer via de batterijen. PAS OP! De adapter kan niet als acculader worden gebruikt. WAARSCHUWING! Levensgevaar door elektrische stroom! Netstekker nooit met natte handen aanraken! Adapter uit de buurt van vochtigheid houden! Adapter niet aan de kabel uit de trekken, hij zou kunnen breken! Adapter alleen gebruiken, als de op het typeplaatje aangegeven elektrische spanning overeenkomt met die van de contactdoos! 75  Bediening 5 Bediening PAS OP! Kalibreer het apparaat voor de eerste ingebruikneming een keer met frisse lucht (CO2), zie hoofdstuk 12.1 5.1 Inschakelen van het apparaat  Druk op de ON/OFF-toets, om het apparaat in- en uit te schakelen. Na het inschakelen klinkt er een korte pieptoon. In het display kan de gebruiker nu volgen, hoe het apparaat 30 seconden lang terugtelt, tot de opwarmfase beëindigd is. Afb. 4: Displayaanzicht direct na het inschakelen Na een nieuwe pieptoon geeft het display het hoofdmenu weer met de actuele gemeten waarde. Afb. 5: Meetaanzicht 76  Bediening 5.2 Meten Na het inschakelen begint het apparaat met de meting. NL AANWIJZING! Steeds wordt de meetwaarde weergegeven, die voor het laatste uitschakelen van het apparaat in het setupmenu was geselecteerd, zie hst. 5.2.1 Afb. 6: Meetaanzicht De weergegeven meetwaarde wordt iedere seconde geactualiseerd. In het onderste deel van het display worden afwisselend de actuele tijd en de actuele datum ingelast. Bij verandering van de omgeving (b.v. uit een gebied met hoge temperatuur in een gebied met lage temperatuur) heeft de CO2-sensor 30 seconden nodig, om zich op de nieuwe omgeving in te stellen, de sensor voor de luchtvochtigheid heeft ca. 30 minuten nodig. AANWIJZING! Houd het meetapparaat bij de CO2meting van het gezicht vandaan, daar de uitademing het CO2gehalte kan beinvloeden. 5.2.1 Selectie van de meetgrootte Afb. 7: Meetgrootte „Luchttemperatuur“  Selecteer met de MODE-toets de gewenste meetgrootte. Bij meerdere malen drukken op de mode-toets worden de verschillende meetgrootten achtereenvolgens opgeroepen. Op deze wijze komt u in de volgende meetmodi: CO2 (kooldioxide), DP (dauwpunttemperatuur), WBT (vochtkogeltemperatuur), TA (luchttemperatuur), %rH (relatieve vochtigheid), CO (koolmonoxide). 77  Bediening 5.3 Vasthouden van de meetwaarden  Druk in de meetmodus op de HOLDtoets, om de meetwaarden vast te houden. Links boven in het display knippert de icoon HOLD.  AANWIJZING! In de MIN/MAX en AVG-modus is de vasthoudfunctie gedeactiveerd. Afb. 8: Vasthoudmodus 5.4  Minimum, maximum en gemiddelde over 8 uur en over 15 minuten  Afb. 9: Weergave van de minimale CO2-waarde Druk nogmaals op de HOLD-toets, om de vasthoudfunctie weer te deactiveren. Druk in de meetmodus op de M/AVG-toets, om de minimumwaarde (MIN) van de geselecteerde meetgrootte op te roepen. Na opnieuw meerdere malen drukken op de M/AVG-toets worden achtereenvolgens de andere parameters opgeroepen, en wel in de volgorde: Min>Max>STEL>TWA>actuele waarde>Min>Max … STEL: gemiddelde over 15 minuten TWA: gemiddelde over 8 uur  Druk op de START/ESC-toets, om weer naar de meetmodus terug te keren. In de modi Max, Min, STEL, TWA en actuele waarde wordt in het bovenste gebied steeds de gekozen waarde aangegeven en in het onderste gebied de tijd, gedurende welke deze functie reeds actief is. Het langst mogelijke tijdsinterval is 18 uur Afb. 10: Weergave van de maximale CO2-waarde AANWIJZING! Bij de weergave van de actuele waarde ziet de gebruiker alleen aan de tijdsaanduiding in het onderste 78  Bediening displaygebied, dat hij zich in de MIN/MAX/AVG-modus en niet in de meetmodus bevindt. NL AANWIJZING! In deze modus zijn de functies HOLD; HANDMATIG OPSLAAN, en RECALL niet beschikbaar. STEL en TWA-modus (gewogen gemiddelde) Na selectie van de MIN- c.q. de MAXmodus laat het apparaat in het bovenste deel van het display de hoogste c.q. laagste gemeten waarde van de op dat moment geselecteerde meetgrootte zien. Na selectie van de STEL- c.q. TWAmodus laat het apparaat in het bovenste deel van het display het gewogen gemiddelde van de waarde van de laatste 15 minuten resp. van de laatste 8 uur zien. Als het apparaat korter dan 15 minuten resp. 8 uur is ingeschakeld, geeft de gemiddelde waarde het gewogen gemiddelde voor de periode vanaf het inschakelen van het apparaat aan. Het gewogen gemiddelde kan pas na 5 minuten worden berekend. De eerste 5 minuten na het inschakelen wordt dus „---„ voor het op dat moment gewogen gemiddelde aangegeven. De waarden voor het gewogen gemiddelde worden om de 5 minuten geactualiseerd.  Voor het verlaten van het Min/Max/Avg-menu drukt u op de START/ESC-toets. 79  Handmatig opslaan van datasets 6 Handmatig opslaan van datasets Afb. 11: Opslaan van dataset nr. 20 Het apparaat kan 99 datasets opslaan en weer weergeven  Druk in de meetmodus of in de HOLD-modus op de MEM-toets, om een waarde op te slaan. De weergave in het hoofddisplay en de RECicoon knipperen nu ongeveer 3 seconden lang. In het hoofddisplay wordt het serienummer van de opgeslagen dataset aangegeven (ten hoogste 99). Iedere dataset bevat alle meetwaarden (CO2, CO, TA …%rh), die op het moment van het opslaan door het apparaat gemeten werden, dus niet alleen de in het display aangegeven meetwaarde. AANWIJZING! U kunt de waarden ook in de vasthoud-modus (na drukken op de HOLD-toets) opslaan. Dit kan zinvol zijn, als de waarden snel veranderen. AANWIJZING! De functie „Handmatig opslaan“ is in de MIN/MAX/AVG-modus niet beschikbaar. 80  Handmatig opslaan van datasets 6.1  Weergave van opgeslagen data (Recall) Afb. 12: Opvragen van dataset nr. 23 Houd in de meetmodus of in de HOLD-modus de MODE/RECALL-toets langer dan 2 seconden ingedrukt, tot de Recall-icoon in het onderste deel van het display knippert.  Eerst wordt het serienummer van de laatst opgeslagen dataset en dan de bijbehorende waarde aangegeven.  Druk op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼toets, om de opgeslagen datasets door te scrollen.  In het display wordt weer eerst het serienummer van de dataset aangegeven en daarna de opgeslagen meetwaarde. (vgl. de beide nevenstaande afbeeldingen Abb. 13 en Abb. 14). Afb. 13: Weergave van de CO2-waarde uit dataset nr. 23  Druk kort op de MODE/RECALL-toets, om in de displayweergave tussen de meetwaarden, die bij de dataset behoren, te wisselen. In het onderste deel van het display worden steeds afwisselend de opslagdatum en de opslagtijd aangegeven. Afb. 14: Weergave van de CO-waarde uit dataset nr. 23  Druk op de START/ESC-toets, om de opslagweergave-modus te verlaten en in de meetmodus terug te keren. 81 NL  Datalogging 7 Datalogging Afb. 15: Datalogging AANWIJZING! Als data gedurende een langere tijd gelogd moeten worden, is het aan te bevelen om met netaansluiting te werken, om de batterijen te ontzien. Zodra het meetapparaat via de adapter op het stroomnet is aangesloten, worden de batterijen uitgeschakeld. Voor de controle over langere tijd van de kamerluchtkwaliteit kan de Wöhler KM 410 CO2 -, CO-, temperatuur- en vochtigheidswaarden optekenen. Er kunnen 6.000 datasets met steeds alle op een bepaald tijdstip gemeten meetwaarden worden opgetekend, dus in totaal 24.000 meetwaarden. De lograte kan door de gebruiker van 1 seconde tot 4:59:59 uur worden ingesteld. (vgl. hoofdstuk 11.4, Instellen van de lograte)  Voor het starten van de optekening van data drukt u ca. 2 seconden lang op de START/ESC-toets in de meetmodus. De REC-icoon knippert gedurende de optekening van data. In het hoofddisplay verschijnt de actuele meetwaarde. In het onderste deel van het display worden afwisselend tijd en datum aangegeven. 82  Datalogging  Om de optekening van data te stoppen houdt u de START/ESC-toets twee seconden lang ingedrukt, tot de REC-icoon niet meer knippert. NL AANWIJZING! Na het opnieuw starten van de optekening van data door te drukken op de toets START/ESC worden die tot dusver opgetekende logdata overschreven. Logdata, die opgeslagen moeten worden, moeten dus tevoren naar de PC worden geëxporteerd (vgl. hst. 14).  Druk op de MODE/RECALL-toets, om in de displayweergave tussen de meetwaarden die tot de dataset behoren, te wisselen. Dit kan ook tijdens het loggen gebeuren. AANWIJZING! Gedurende de dataoptekening zijn de functies MIN/MAX/AVG, Handmatig opslaan, Vasthouden en Weergave van opgeslagen data niet beschikbaar. Bovendien kan het apparaat niet worden uitgeschakeld. 83  Achtergrondverlichting 8 Achtergrondverlich  ting 9 Alarmfunctie Elke druk op een willekeurige toets van het apparaat schakelt de achtergrondverlichting 10 seconden lang in. Er klinkt een alarmtoon, zodra de vooraf ingestelde CO-grens wordt overschreden. Voor het instellen van de alarmgrens vgl. hst. 11.2.  Druk op een willekeurige toets (behalve de ON/OFF-toets), om de alarmtoon te stoppen). De alarmtoon houdt op, zodra het CO-gehalte weer onder de vooraf ingestelde waarde valt. 10 Automatisch uitschakelen Afb. 16: Deactiveren van de uitschakelfunctie 84 Het apparaat schakelt zichzelf automatisch uit, als er na 20 minuten nog geen toets ingedrukt is en de automatische logfunctie niet geactiveerd is. Om de functie automatisch uitschakelen te deactiveren, houdt u bij uitgeschakeld apparaat de ON/OFF-toets en de HOLD-toets 2 seconden lang ingedrukt tot er „n“ in het display verschijnt. AANWIJZING! In de kalibreermodus is de functie automatisch uitschakelen automatisch gedeactiveerd.  Instellingen 11 Instellingen NL  Om in het instellingsmenu (Setup) te komen, houdt u bij uitgeschakeld apparaat de ON-/OFF-toets langer dan een seconde ingedrukt.  Met de Hold-toets komt u van de ene instellingsmodus in de andere (van P10 naar P20 etc.). Met de M/AVG-toets vraagt u de te veranderen parameter op. Met de Hold/▲-toets en de M▼-toets kiest u steeds tussen de parameters.  Om het Setup-menu te verlaten, drukt u op de START/ESC-toets in de P10 – P60 modus. U komt dan in de meetmodus. Het setupmenu beschikt over verschillende modi, waarin verschillende parameter vooraf ingesteld kunnen worden. Modus Parameter P10 Opgeslagen data wissen P20 Instelling van de CO-alarmdrempel P30 Selectie van de temperatuureenheid P40 Instelling van de lograte P50 Instelling van de luchtdruk P60 Selectie van 24-uurs- of 12-uurs-weergave Instelling van datum en tijd 85  Instellingen 11.1 P10 Wissen van de datasets Na het oproepen van de setup-modus worden P10 en „CLr“ in het display aangegeven.  Druk op de M/AVG-toets, om alle handmatig opgeslagen datasets te wissen. In het display verschijnt „yes“ of „no , vgl. Afb. 18.  Druk op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼toets, om tussen NO (opgeslagen data niet wissen) en YES (opgeslagen data wissen) te wisselen.  Druk op de M/AVG-toets, om uw keuze te bevestigen  Druk op de START/ESC-toets, om weer naar de P10-modus terug te keren. Afb. 17: Setup – Alle datasets wissen, Display 1 Afb. 18: Setup - Alle datasets wissen, Display 2 11.2 P20 Instellen van Na het oproepen van de setup-modus en drukken op de HOLD-toets worden P20 en „ALAr“ in het de COdisplay weergegeven. alarmdrempel Afb. 19: Setup - Instellen van de COalarmdrempel 86  Druk op de M/AVG-toets, om de alarmwaarde in te stellen.  De actueel ingestelde alarmwaarde CO knippert in het display en er verschijnt P21.  Druk op de HOLD/▲-toets, om de waarde te verhogen en de MEM/▼-toets, om de waarde te verminderen. Met iedere toetsdruk verandert u de waarde met 5 ppm.  Druk op de M/AVG-toets, om uw instellingen op te slaan of druk op de START/ESC-toets, om in de P20 modus terug te keren, zonder op te slaan.  Instellingen 11.3 P30 Selectie van de temperatuureenhe id Druk in de setupmodus meerdere malen op de HOLD-toets, om in de P30-modus voor de keuze van de temperatuureenheid te komen. In het display worden „unit“ en P30 aangegeven.  Druk op de M/AVG-toets, om de temperatuureenheid te kiezen.  De actueel gekozen temperatuureenheid en P31 worden in het display aangegeven.  Druk op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼toets, om tussen °C en °F te wisselen.  Druk op de M/AVG-toets, om uw instellingen op te slaan of druk op de START/ESC-toets, om in de P30-modus terug te keren, zonder op te slaan. Afb. 20: Setup – Keuze van de temperatuureenheid 11.4 NL P40 Instellen van Druk in de setupmodus op de HOLD-toets, tot u in de P40-modus komt. Hier kunt u de lograte van 1 de lograte seconde tot 4 uur, 59 minuten en 59 seconden instellen.  Druk op de M/AVG-toets, om in de instellingsmodus te komen. De digits, die het uur aangeven, knipperen.  Druk op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼toets, om het aantal uren te verhogen of te verminderen. Afb. 21: Setup – Instellen van de lograte  Druk op de M/AVG-toets, om uw instellingen op te slaan en in de modus te komen voor minuten instellen.  Ga evenzo te werk voor de secondeninstelling.  Druk op die M/AVG-toets, om uw instelling te bevestigen en in de P40-modus terug te keren. Afb. 22: Setup – Instellen van de lograte uur 87  Instellingen 11.5 P50 Invoer van de luchtdruk Afb. 23: Setup – luchtdruk, display1 Druk in de setupmodus meerdere malen op de HOLD-toets, tot u in de P50-modus komt. In het display worden „PrES“ en P50 aangegeven.  Druk op de M/AVG-toets, om in de modus voor invoer van de luchtdruk (drukcompensatie voor de CO2 meting) te komen.  In het display knippert de actueel ingestelde luchtdrukwaarde in de eenheid kilopascal (kpa).  Druk op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼toets, om de waarde te wijzigen.  Druk op de M/AVG-toets, om uw instellingen op te slaan en terug te keren in de P50modus.  Druk op de START/ESC-toets, om in de meetmodus terug te keren. Afb. 24: Setup – luchtdruk, display 2 11.6 P60 Instellen van Druk in de setupmodus meerdere malen op de HOLD-toets, tot u in de P60-modus komt. In het datum en tijd display worden „rtC“ en P60 aangegeven.  Druk op de M/AVG-toets, om in de modus voor wisselen tussen een 12-uurs en een 24uurs-weergave te komen.  Druk op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼toets, om tussen de beide weergaven te wisselen.  Druk op de M/AVG-toets, om uw instellingen op te slaan en in de modus voor instelling van datum en tijd te komen.  Met de HOLD/▲-toets of de MEM/▼-toets verandert u steeds de geselecteerde parameter, met de M/AVG-toets slaat u de instelling op en komt u bij de volgende parameter. Hierbij is de volgorde: jaar – maand – dag - uur – minuut – seconde. Afb. 25: Keuze tussen 12-uurs en 24uurs-weergave Afb. 26: Instelling van het uur 88  Kalibrering 12 Kalibrering NL Het meetapparaat wordt in de fabriek op een CO2-concentratie van 400 ppm gekalibreerd. Er dient echter regelmatig en in het bijzonder voor de eerste inbedrijfneming een handmatige kalibrering aan de frisse lucht te worden uitgevoerd, om een nauwkeurige meting te waarborgen. Dit proces duurt ca. 10 minuten. PAS OP! Als het apparaat lange tijd of onder bijzondere omstandigheden is gebruikt, moet het voor kalibrering naar de fabriek worden opgestuurd.  De handmatige kalibrering dient in de open lucht bij frisse lucht en zonnig weer te worden verricht. Leg het uitgeschakelde apparaat daar neer, waar het gekalibreerd moet worden.  Houd de START/ESC-toets, de MEM/▼-toets en de ON/OFF/SET-toets tegelijk 3 seconden lang ingedrukt. Het apparaat bevindt zich nu in de kalibreermodus. Er staan de volgende kalibreermenu‘s ter beschikking: CO2, Relatieve vochtigheid, CO. 89  Kalibrering 12.1 CO2-Kalibrering Drukken op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼-toets, om in de modus voor CO2-kalibrering te komen. 400 ppm en CAL knipperen in het display.  Afb. 27: CO2-kalibriering Start het kalibreren door te drukken op de M/AVG-toets Na ongeveer 10 minuten is het kalibreren afgesloten, en de displayweergave behoort te gaan knipperen. U kunt het kalibreren te allen tijde afbreken door uitschakelen van het apparaat. PAS OP! Kalibreer het apparaat nooit met een onbekend CO2-gehalte. Het apparaat stelt de kalibreringswaarde anders gelijk met 400 ppm, hetgeen daarna tot verkeerde meetresultaten leidt. PAS OP! Let erop, dat er gedurende het kalibreren voldoende batterijspanning beschikbaar is. 12.2 Kalibrering van de luchtvochtigheidssensor Afb. 28: Kalibrering van de luchtvochtigheidssensor 90 De luchtvochtigheidssensor wordt met een zoutoplossing van 33% en een van 75% gekalibreerd. Aanbevolen wordt om de kalibrering te verrichten bij 25°C en een stabiele luchtvochtigheid (die zo dicht mogelijk bij de kalibreerwaarde moet liggen). Het kalibreren kan te allen tijde worden afgebroken door het apparaat uit te schakelen. PAS OP! Kalibreer de luchtvochtigheidssensor nooit zonder kalibreerzout, want anders wordt het apparaat beschadigd. De geschikte kalibreerset krijgt u bij de accessoires.  Kalibrering 12.2.1 33%-kalibrering Steek de sensor (met beschermhoes, zie afb. 1) in de bak met de 33%-zoutoplossing.  Houd de START/ESC-toets, de MEM/▼-toets en de ON/OFF/SET-toets tegelijk 3 seconden lang ingedrukt. Het apparaat bevindt zich nu in de kalibreermodus.  Druk op de M/AVG-toets, om in de modus voor 33%-kalibrering te komen. CAL en de kalibreerwaarde (32,8 % bij 25 °C) knipperen in het display.  Start het kalibreren door te drukken op de M/AVG-toets. Het apparaat kalibreert nu. Na ca. 60 minuten is het kalibreren beëindigd en de displayweergave knippert niet meer. U kunt het kalibreren te allen tijde afbreken door het apparaat uit te schakelen. 12.2.2 75%-Kalibrering Steek de sensor in de bak met de zoutoplossing van 75%.  Houd de START/ESC-toets, de MEM/▼-toets en de ON/OFF/SET-toets tegelijk 3 seconden lang ingedrukt. Het apparaat bevindt zich nu in de kalibreermodus.  Druk op de HOLD/▲-toets, om in de modus voor 75%-kalibrering te komen.  Start het kalibreren door te drukken op de M/AVG-toets. CAL en de kalibreerwaarde (75,3 % bij 25 °C) knipperen in het display. Het apparaat kalibreert nu. Na ca. 60 minuten is het kalibreren beëindigd en de displayweergave knippert niet meer.  U kunt het kalibreren te allen tijde afbreken door het apparaat uit te schakelen. 91 NL  Kalibrering 12.3 CO-kalibrering  Houd Sie bij uitgeschakeld apparaat de START/ESC-toets, de MEM/▼-toets en de ON/OFF/SET-toets tegelijk 3 seconden lang ingedrukt. Het apparaat bevindt zich nu in de kalibreermodus.  Afb. 29: CO-kalibrering Druk op de HOLD/▲-toets of de MEM/▼toets, om in de modus voor CO-kalibrering (0 ppm of 400 ppm) te komen. 0 ppm of 400 ppm en CAL knipperen in het display.  Start het kalibreren door te drukken op de M/AVG-toets Na ongeveer 5 minuten is het kalibreren afgesloten, en de displayweergave hoort op te knipperen. U kunt het kalibreren te allen tijde afbreken door het apparaat uit te schakelen. PAS OP! Kalibreer het apparaat nooit met een onbekend CO-gehalte. Het apparaat stelt de kalibreerwaarde anders gelijk met 0 of 400 ppm, hetgeen daarna leidt tot verkeerde meetresultaten. PAS OP! Let erop dat er tijdens het kalibreren een voldoende batterijspanning aanwezig is. 92  Storingen 13 Storingen NL Storing Mogelijke oorzaak Verhelpen Het apparaat kan niet worden ingeschakeld. Batterijen zijn leeg. Controleer de poling van de batterijen of de netverbinding via de DCadapter. Eventueel batterijen verwisselen. Aan-/uit-toets niet goed ingedrukt. Houd de aan-/uit-toets ca. 1 sec. ingedrukt. In het display verschijnen niet de actuele meetwaarden De vasthoudmodus is geactiveerd. Als linksboven de HOLDicoon knippert, drukt u op de HOLD-toets voor het deactiveren van de HOLDfunctie. Langzame reactietijden De luchtsleuven aan de achterzijde zijn verstopt. Controleren en eventueel reinigen. Foutmelding Betekenis E01/E33 De CO2-sensor meet niet correct. S.v.p. kalibreren. E02 De waarde ligt beneden het meetbereik. E03 De waarde ligt boven het meetbereik. E04 Het dauwpunt en de vochtkogeltemperatuur kunnen niet worden bepaald, daar de waarden die nodig zijn voor de berekening niet correct zijn gemeten. E07 Batterijspanning is te laag voor de CO2-meting. Batterijen wisselen of adapter gebruiken. E11 Kalibreer de luchtvochtigheidssensor opnieuw. E17 Kalibreer de CO2-waarde opnieuw. E31 De temperatuursensor is beschadigd. E34 De vochtigheidssensor is beschadigd. 93  Evaluatie van de data op de PC 14 Evaluatie van de data op de PC Voor evaluatie van de meetdata van de Wöhler KM 410 kunnen de opgeslagen datasets op de PC worden overgezet en daar met de Wöhler software voor kamerluchtkwaliteit worden uitgelezen.  Verbind daarvoor het meetapparaat via de bijgeleverde USB-kabel met de PC.  Voor het installeren en gebruiken van de Wöhler software voor kamerluchtkwaliteit dient u de aanwijzingen in de bedieningshandleiding van de software in acht te nemen. 15 Richtlijnen en aanbevelingen voor het CO2-gehalte in binnenruimten Technische Regel für Arbeitsstätten Lüftung ASR A3.6/Januar 2012 Technische vuistregel voor het ventileren van werkplekken ASR A3.6/januari 2012 (Duitsland) : Een CO2-concentratie beneden 1000 ppm wordt gezien als een gezond binnenklimaat. NIOSH-aanbevelingen voor bescherming van de adem (National Institute for Occupational Safety and Health): 250 – 350 ppm: normale CO2-gehalte in de buitenlucht 1000 ppm: Aanwijzing voor onvoldoende ventilatie; klachten als vermoeidheid, hoofdpijn etc. kunnen zich voordoen. Bovengrens voor het CO2-gehalte in afgesloten ruimten. ASHRAE standaard 62-1989 (American Society of Heating, Refrigerating and AirConditioning Engineers): Grenswaarde voor het CO2-gehalte in gebouwen: 1000 ppm OSHA (Occupational Safety and Health Administration): 5000 ppm Het statistisch gewogen gemiddelde over 5 werkdagen (8 uur/dag) mag op de arbeidsplek de 5000 ppm niet overschrijden. Duitsland, Japan, Australië, UK: 5000 ppm Het statistisch gewogen gemiddelde over 8 uur mag op de arbeidsplek de 5000 ppm niet overschrijden. 94  Garantie en dienst na verkoop 16 Garantie en dienst na verkoop 16.1 Garantie Elk Wöhler DC 430 meetinstrument voor lekhoeveelheden wordt op al zijn functies getest en verlaat de fabriek enkel na een uitgebreide kwaliteitscontrole. De eindcontrole wordt gedetailleerd in een testrapport geregistreerd en meegeleverd met elk toestel. Bij deskundig gebruik bedraagt de garantieperiode op het Wöhler meetapparaat voor lekhoeveelheden DC 430 twaalf maanden vanaf de verkoopdatum. Uitgezonderd van deze garantie zijn accu’s en schade aan de druksensor, die door overbelasting worden veroorzaakt. De kosten voor het transport en de verpakking van het apparaat in geval van reparatie worden door deze garantie niet gedekt. Deze garantie vervalt als er reparaties en modificaties aan het apparaat zijn verricht door een derde, niet gemachtigde dienst. 16.2 Service na verkoop Wöhler vindt Service na verkoop heel belangrijk. Daarom kunt u ook nog bij Wöhler terecht wanneer de garantieperiode al verlopen is.  U kunt de Wöhler DC 430 naar ons terugsturen. Wij repareren de DC 430 binnen een paar dagen en sturen hem naar u terug.  Per telefoon staan onze technici voor vragen en hulp graag ter beschikking. NL 95  Accessoires 17 Accessoires Kalibreerset Wöhler IR Hygrotemp 24/RF 220/KM 410 Best.-nr. 6605 Adapter Wöhler KM 410 (voor metingen over een langere periode) Best.-nr. 4281 18 Conformiteitsverklaring Het product:: naam van het product: meetapparaat voor de luchtkwaliteit nummer van het model: Wöhler KM 410 overeenkomen met de fundamentele voorschriften in de richtlijnen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG). Ter beoordeling van het product ten aanzien van de elektromagnetische compatibiliteit werden de volgende normen in acht genomen: EN 61326-1 (2006) (CISPR11, IEC/EN 61000-3-2 (2006), IEC/EN 61000-3-3 (1995+A1:2001 + A2:2005) (IEC/EN61000-4-2 (1995+A1:1998+A2:2001)/-3 (2006)/-4(2004)/-5(2006) /-6 (1996+A1:2 96