Neem contact op met uw winkelier als er iets ontbreekt.
5 Bedieningselementen
5.1 Hoofdtelefoon (fig. 1)
(1) POWER: aan/uitschakelaar
(2) Controle-LED: geeft aan of de hoofdtelefoon
is ingeschakeld
(3) Laadaansluiting
(4) Accuvak (onder afneembare oorkussens)
(5) Knop en LED AUTOTUNING: schakelt de functie
automatisch afstemmen in
(6) VOLUME: volumeregelaar
5.2 Zender (fig. 2)
(7) AUDIO IN: ingang voor audio
(8) DC 12 V: aansluiting voor netvoedingsadapter
(9) FREQ: keuzeschakelaar voor frequentie
(10) LAADCONTACTEN
(11) POWER ON: als de groene LED brandt,
is het apparaat in bedrijf
(12) CHARGE: als de rode LED brandt, worden de accu’s
in de hoofdtelefoon geladen
6 In gebruik nemen
6.1 De zender op het lichtnet aansluiten
1. Sluit de kabel van de meegeleverde lichtnetadapter aan
op de DC 12 V-aansluiting (8) op de achterkant van de
zender (zie fig. 3).
2. Controleer of de spanning waarop de adapter is ingesteld,
overeenkomt met de afgegeven netspanning. Als dat het
geval is, kunt u de adapter op het lichtnet aansluiten (zie
fig. 4). De zender is dan direct klaar voor gebruik.
> STEREO-ADAPTER 3,5/6,3 mm
> NETVOEDING VOOR DE ZENDER (12 V DC, 200 mA)
> 2 STUKS NIMH-ACCU’S 1,2 V AAA
VOOR HOOFDTELEFOON
Houd er rekening mee dat de zender pas actief wordt als
er een geluidssignaal wordt afgegeven op een van de
AUDIO IN-aansluitingen.
6.2 De zender met de audio- of videoapparatuur verbinden
U kunt de zender verbinden met de aansluiting van de hoofd-
telefoon (3,5 mm of 6,3 mm aansluiting) of op een LINE OUT-of
REC OUT-uitgang.
6.2.1 Verbinden met de aansluiting voor een hoofdtelefoon
1. Schakel de installatie uit voordat u de zender daarmee
verbindt.
2. Verbind de rode Cinch-steker (rechterkanaal) van de
meegeleverde aansluitkabel met de rode AUDIO IN R-aanslui-
ting (7) en de witte Cinch-steker (linkerkanaal) met de
witte AUDIO IN L-aansluiting (7) op de achterkant van de
zender (zie fig. 5).
3. Steek de stereosteker van de aansluitkabel (zie fig. 6) in
de uitgang voor de hoofdtelefoon van de installatie.
4. Als uw apparaat beschikt over een 6,3 mm aansluiting
voor de hoofdtelefoon, kunt u deze met de meegeleverde
verloopsteker met de aansluitkabel verbinden. Verbind
vervolgens de verloopsteker met de uitgang voor de
hoofdtelefoon.
6.2.2 Verbinden met een LINE OUT/REC OUT-uitgang
1. Schakel de installatie uit voordat u de zender daarmee
verbindt.
2. Verbind de rode Cinch-steker (rechterkanaal) van de meege
leverde aansluitkabel met de rode LINE OUT of REC
OUT R-aansluiting en de witte Cinch-steker (linkerkanaal)
met de witte LINE OUT of REC OUT L-aansluiting op de
achterkant van de zender (zie fig. 7).
3. Steek de stereosteker van de aansluitkabel in de stereo-
aansluiting (7) achterop de zender (zie fig. 8).
6.3 Batterijen laden
Om de levensduur van de accu’s niet nadelig te beïnvloeden,
zijn ze in de fabriek ongeladen verpakt. U moet de accu’s dus
eerst laden voor u ze in gebruik neemt.
> BELANGRIJK! Als u de hoofdtelefoon gebruikt met niet-
herlaadbare batterijen (zie hoofdstuk 6.4) moet u nooit
proberen ze met de lader op te laden. Dat kan de
hoofdtelefoon zwaar beschadigen. Werp lege batterijen
weg volgens de daartoe geldende regels.
1. Verwijder beide oorkussens (zie fig. 9).
2. Plaats de accu’s op de manier als is afgebeeld in fig. 10 in
de accuruimte (4). Let op de juiste polariteit.
3. Plaats de oorkussens terug.
4. Plaats de hoofdtelefoon zo op de zender dat de
laadcontacten (10) van de zender zijn verbonden met de
laadaansluiting (3) onderop het rechter luistergedeelte
(zie fig. 11).
De CHARGE LED (12) op de zender gaat branden om aan
te geven dat de accu’s van de hoofdtelefoon worden geladen.
Na ongeveer 24 uur zijn de beide batterijen geladen (de
CHARGE LED (12) brandt weer). U kunt de hoofdtelefoon
zo lang als u wilt op de zender laten staan zonder dat u
het gevaar loopt dat u de accu’s overbelast.
> BELANGRIJK! Om de capaciteit van de accu’s zo lang
mogelijk te behouden, moet u de accu’s elke maand een
keer volledig ontladen:
1. Laat de hoofdtelefoon net zo lang ingeschakeld naast de
zender liggen tot het controle-LED (2) dooft.
2. Laad de accu’s weer op.
6.4 Accu’s vervangen
Na verloop van tijd neemt de capaciteit van de accu’s af. Als
de bedrijfsduur van de hoofdtelefoon met de meegeleverde
accu’s niet meer voldoet, moet u beide accu’s vervangen door
nieuwe accu’s van hetzelfde type (AAA, 1,2 V, 550 mAh) of
normale 1,5 V AAA-alkalinebatterijen.
1. Verwijder beide oorkussens (zie fig. 9).
2. Haal de gebruikte accu’s of batterijen uit de vakken.
3. Steek de nieuwe accu’s of batterijen zoals afgebeeld in
fig. 10 in de vakken (4). Let op de juiste polariteit.
4. Plaats de oorkussens terug.
6.5 Inschakelen
1. Ontkoppel de hoofdtelefoon van de zender.
2. Schakel de TV, audio- of videoinstallatie of de PC of
notebook in waarmee de zender is verbonden.
Als er een geluidssignaal binnenkomt via de ingang van
de zender, brandt de POWER ON-LED (11) op de zender
voortdurend.
> TIP: Als er gedurende ongeveer 3 minuten geen signaal
binnenkomt, schakelt de zender zichzelf automatisch uit
en dooft de POWER ON-LED (11).
3. Zet de keuzeschakelaar FREQ (9) op de zender in de
middelste positie.
4. Gebruik de POWER-knop (5) op de hoofdtelefoon om
deze in te schakelen. De controle-LED gaat branden.
5. Druk op de knop AUTOTUNING (5) op de hoofdtelefoon.
De rode AUTOTUNING-LED gaat branden.
Met de functie AUTOTUNING stelt u de ontvangstfrequentie
automatisch in op de draagfrequentie van de zender.
Na korte tijd hoort u het signaal helder en zonder storingen
door de hoofdtelefoon.
Als dat niet gebeurt, kiest u met de schakelaar FREQ (9)
op de zender een andere draagfrequentie en drukt u
nogmaals op de knop AUTOTUNING (5).
Met de keuzeschakelaar FREQ (9) kunt u drie verschillende
draaggolffrequenties instellen.
6. Stel het gewenste volume op de hoofdtelefoon met de
volumeknop (6) in.
6.6 Functies van de LEDs POWER ON en CHARGE
CHARGE POWER ON STATUS
LED UIT LED AAN Zender is verbonden met lichtnet
en geluidsinstallatie en ontvangt
een signaal.
Hoofdtelefoon is niet met zender
verbonden.
Laadfunctie is niet actief.
LED AAN LED UIT Zender met lichtnet verbonden.
Hoofdtelefoon met zender verbon-
den, laadfunctie actief.
LED UIT LED UIT Zender ontvangt sinds een paar
minuten geen signaal; hoofdtelefoon
is niet met zender verbonden,
laadfunctie is niet actief OF
zender is niet met lichtnet verbonden.
NEDERLANDS
28_29