10. Gebruikers- en veiligheidsvoorschriften
Niet-toegestaan bedrijf met andere middelen kan leiden tot storingen,
beschadigingen en mogelijk dodelijk letsel.
Montage / demontage
Montage en demontage mogen alleen verricht worden als het toestel
van het stroomnet gescheiden is en niet onder druk staat!
Onderdelen mogen alleen door betrouwbaar vakpersoneel gemonteerd
worden, dat o.a. opgeleid is omtrent en op de hoogte is van:
de actueelste geldende veiligheidsregels en vereisten omtrent de
toepassing van de onderdelen en de bijbehorende besturingen in
toestellen, machines en installaties (voor elektromagnetische kleppen,
drukschakelaars, elektronische besturingen etc.)
en de vereiste elektrische aansturing, bijv. redundanties en eventuele
meldingen (voor elektromagnetische kleppen, drukschakelaars,
elektronische besturingen etc.)
en correcte omgang met onderdelen en producten voor de
bijbehorende bedoelde toepassing
en de juiste toepassing van bedrijfsmiddelen in installaties
en de desbetreffende, actueelste geldende EG-richtlijnen, wetten,
regelingen en normen
en de actuele technische stand van zaken.
Foutief gebruik van de onderdelen, o.a. met andere dan de toegestane
bedrijfsmiddelen, aangegeven spanning en milieuvoorschriften, kan leiden
tot storingen, beschadigingen en letsel.
Deze opsomming is bedoeld als hulpmiddel en maakt geen aanspraak
volledig te zijn. De voorschriften dienen indien nodig door de exploitant/
operator aangevuld te worden.
Veiligheidsinstruties
Voor veilige installatie en storingsvrij bedrijf dienen bovendien o.a. de
volgende handelwijzen opgevolgd te worden:
Haal de onderdelen voorzichtig uit de verpakkingen.
Ga voorzichtig met de onderdelen om ter voorkoming van
beschadigingen.
Bij installatie en onderhoud: Schakel de spanningstoevoer naar
het onderdeel en het toestel uit en zorg ervoor dat de spanning
niet onbedoeld ingeschakeld kan worden.
Gebruik het apparaat uitsluitend met voedingsadapters met
laagspanning (PELV) en goed gescheiden van de
bedrijfsspanning, conform EN 60204.
Er mogen geen wijzigingen aan de onderdelen verricht worden.
Zorg ervoor dat het toestel en de omgeving schoon gehouden worden.
Op de onderdelen staan aansluitingssymbolen en -gegevens, die
opgevolgd dienen te worden.
Gebruik alleen de daarvoor bestemde aansluitingen.
Gebruik uitsluitend slangen/buizen die voor het bedrijfsmiddel geschikt
zijn en sluit deze correct aan (losschietende slangen of elektrische
leidingen kunnen levensgevaarlijk zijn!)
Alle stroom- en spanningsleidingen dienen voldoende geïsoleerd te
zijn, de juiste diameter te hebben en correct geïnstalleerd te worden.
Pneumatische en elektrische leidingen dienen permanent aan het
onderdeel vastgekoppeld te blijven en geborgd te worden.
De elektrische aansluitingen en geïnstalleerde onderdelen moeten
voldoende tegen aanraking beschermd worden.
Gebruik uitsluitend de reeds aanwezige bevestigingsgaten en
meegeleverde bevestigingsmiddelen.
Alle actuele en geldende richtlijnen, wetten, regelingen en normen die
betrekking hebben op de bedoelde toepassing van het toestel en de
actuele technische stand van zaken dienen aangehouden te worden.
Indien nodig moet de exploitant/gebruiker er door middel van extra
maatregelen voor zorgen dat de desbetreffende richtlijnen, wetten,
regelingen en normen en de actuele technische stand van zaken
aangehouden worden.
Als de bovenstaande voorschriften niet opgevolgd worden, kan dat leiden tot
storingen, beschadigingen en mogelijk dodelijk letsel.
Als er onderdelen buiten bedrijf worden gesteld, dienen deze op een
milieuvriendelijke manier afgevoerd te worden!
Opmerking over elektromagnetische compatibiliteit
Iedere elektromagneet, elektromagnetische klep en relais heeft een spoel
die voor inductiviteit zorgt. Als de stroom door deze inductiviteit wordt
uitgeschakeld, genereert het aflopende magnetische veld altijd een
overspanningsimpuls, die in de omgeving elektromagnetische storing kan
veroorzaken. Deze storende impulsen kunnen door de exploitant onderdrukt
worden door de installatie van daartoe bestemde componenten. Hiervoor
kunnen zenerdioden en varistors toegepast worden.
10. Safety instructions for operation and
maintenance
Operation with other than the specified media can result in incorrect
function, damage to the components and (possibly fatal) injuries to
persons.
Assembly and disassembly
This may be done only with the electrical and compressed-air
supplies switched off !
The components may be installed only by reliable and trained persons who
have been instructed in and are familiar with:
the current safety regulations and the requirements for the use of the
components and their controllers in devices, machines and plants
(applies to solenoid valves, pressure switches, electronic controllers,
etc.);
the necessary electrical controls such as redundancy and, if
applicable, feedback signals (applies to solenoid valves, pressure
switches, electronic controllers, etc.);
the correct handling of components and products for the intended
purpose;
the correct use of the components with the operating medium being
used;
the current editions of the applicable EU guidelines, laws and
standards;
and the state of the art.
Incorrect use of the components, such as their with other than the
specified operating media, specified voltages and permissible ambient
conditions, can result in incorrect function, damage to equipment and
injuries to persons.
This information is intended as an aid and is not necessarily complete. If
necessary, it must be supplemented by the company operating the
equipment.
Safety notes
For safe installation and trouble-free operation, the following instructions
must be observed and complied with:
Remove the components carefully from their packing materials.
Handle the components carefully to avoid damaging them.
For installation and maintenance, switch off the electrical and
compressed-air supplies to the component or equipment and
ensure that they cannot be switched on inadvertently.
The unit may only be run via power supply units with protected
extra-low voltage and safe electrical cut-off of the operating
voltage, in accordance with EN60204.
The components may not be modified in any manner.
Keep the components and the work are clean.
The connections are clearly marked on the components and must be
connected accordingly.
Only the connection facilities provided may be used.
Only fittings and pipes/hoses suitable for the operating medium being
used may be used for installation and must be connected correctly
(hoses or power cables which are not securely connected are a
major cause of accidents, which may even result in fatal injuries
to persons in the vicinity!).
Electric cables must be suitably insulated and have a cross-section
suitable for the current they are to carry. They must be installed
securely and correctly.
Pneumatic pipes/hoses and electric cables must be permanently
connected to the component and secured to prevent them from
becoming loose.
All electrical terminals and components must be suitably covered to
prevent accidental contact.
Only the mounting holes and brackets provided may be used for
mounting the components.
All applicable regulations, guidelines, laws and standards must be
observed at all times. All work must comply with the state of the art.
If necessary, the company operating the equipment must implement
additional measures to ensure compliance with the applicable
regulations, guidelines, laws and standards.
Non-compliance with the above can result in incorrect function, damage to
equipment and (possible fatal) injuries to persons.
Any components removed from the equipment must be disposed of in
accordance with the local environmental regulations.
Note on electromagnetic compatibility (EMC)
Every electromagnet, solenoid valve and relay contains a coil, which acts
as an electrical inductance. When the current through such an inductance
is switched off, the decaying magnetic field generates an overvoltage pulse
which can cause electromagnetic disturbances in the vicinity. Such pulses
can be suppressed only locally by the connection of suitable damping
components, such as Zener diodes or varistor.