.tschakelaar(12)
t de netschakelaar schakelt u het gehele orgel in of uit.
t op dat de spanning, vermeld op de serienummerplaat, gelijk is aan de
anning van de wandkontaktdoos waarop het orgel wordt aangesloten.
e serienummerplaat bevindt zich links onder de manualen.
Het orgel wordt door middel van een relais na twee seconden ingeschakeld.
Chorus (6)
Het begrip "chorus" heeft in eerste instantie de betekenis van vele
stemmen in een zangkoor. Ook wordt er wel gesproken van een langzame
tremulant, zoals die in het Franse kerkorgel veel wordt gebruikt.
Het chorus effect in de JOHANNUS orgels wordt bereikt door de
verschillende toonopwekkingen onderling een weinig te verstemmen.
Doordat de octaven hun eigen toonopwekking hebben, ontstaat hierdoor
een verstemming tussen deze octaven.
Het optimale effect van het chorus bereikt men door de manualen te
koppelen. Vooral bij gebruik van registers van gelijk karakter, verdeeld over
de manualen, ontstaat een breed, juichend orgel.
Speelt u ook eens met de vaste combinatie "tutti", gesloten zwel en ruim
chorus, in te stellen met de regelaar "chorus diepte".
Vaste combinaties (3)
Devaste combinaties zijn voorgeprogrammeerde registergroepen die
volgens de klassieke normen, beginnend bij PP (pianissimo) en eindigend
bij T (tutti) ingesteld zijn.
Om zelf te registreren moet men de knop HR (handregistratie) indrukken.
De vaste combinaties worden hierdoor vanzelf uitgeschakeld.
De knop TA (tongwerken af) schakelt de tongwerken af, zowel bij gebruik
van de vaste combinaties als bij de handregistratie. Is de knop ingedrukt
dan zijn de tongwerken van het gehele orgel buiten werking. Separate zwel en zwelpedaal (14)
Dit pedaal zwelt beide manualen op en af, met andere woorden meer of
minder volume.
Is het register Separate zwel in gebruik, dan werkt het zwelpedaal alleen op
Manuaaili.
Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om bijvoorbeeld een uitkomende stem
op Manuaal II op of af te zwellen zonder dat dit invloed heeft op de sterkte
van Manuaal I.
Ook is het mogelijk bij gekoppelde manualen het tweede manuaal op te
zwellen in het hoofdwerk.
Bij ingeschakelde separate zwel staan hoofdwerk en pedaal vrijwel op volle
sterkte.
Bij afnemend volume door middel van het sluiten van het zwelpedaal neemt
ook de scherpte van de registers af.
Om ten volle van de juiste registerklank te kunnen genieten dient men dus
altijd met "open" zwelpedaal te spelen.
Hoofdtelefoon aansluiting (4)
De hoofdtelefoon aansluiting is stereo uitgevoerd, en is geschikt voor elke
laagohmige stereo hoofdtelefoon.
Bij gebruik van de hoofdtelefoon worden de luidsprekers van het orgel
uitgeschakeld.
Koppels
De koppels bestaan uit een manuaalkoppel en twee pedaalkoppels.
De Manuaalkoppel schakelt Manuaal II aan Manuaal I zodat beide werken
bespeelbaar zijn op Manuaal I.
De pedaalkoppels I-P en II-P schakelen respectievelijk Manuaal I en
Manuaal II aan het Pedaal.
Tremulanten
Zowel het Hoofdwerk als het Zwelwerk hebben hun eigen tremulant.
De tremulanten werken niet op de pedaalstemmen, doch bij gebruik van de
pedaalkoppels zijn de tremulanten van de betreffende werken wel in het
pedaalspel hoorbaar.
Echo
De door JOHANNUS ontworpen Echo is stereo uitgevoerd.
De twee kanalen zijn verdeeld over de versterkers en luidsprekers van het
orgel, waardoor een brede naklank van de orgeltoon ontstaat.
De Echo wordt v66r men begint te spelen aangezet met het register "Echo".
Na het inschakelen hoort u de schakelklik door de echo heen.
De tijdsduur is instelbaar d.m.v. de regelaar "echo lengte" (5). Echo
lengte Chorus
diepte