protech Nitro 12 Handleiding

Categorie
Speelgoed met afstandsbediening
Type
Handleiding
2 channel radio not included
Exclusief 2 kanaalsradiobesturingsset en batterijen.
Télécommande 2-voies et accus non inclus.
2 Kanal Fernsteuerung und batterien nicht in Baukasten enthalten.
4WD
Instruction manual • Bouwhandleiding • Bauanleitung • Instruction de montage
version: 25/11/03
Tech Nitro - 6
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik uw telegeleide auto met een zekere verantwoordelijkheidszin, om eventuele materiele schade en of
lichamelijk letsel te voorkomen, en lees de volgende aanbevelingen. Houd altijd rekening met uw omgeving en
de natuur. Nooit uw auto laten rijden in de buurt van mensen of dieren.
Nooit uw auto gebruiken op de straat of openbare wegen, het model kan ernstige ongevallen veroorzaken in
het verkeer. Houd steeds rekening met de omgeving en de natuur. Vermijd het besturen van uw wagen in om-
gevingen waar het geluid storend werkt.
Gebruik uw auto nooit in de buurt van warmtebronnen of vlammen om ernstige ongelukken te voorkomen.
Gebruik uw auto steeds in open oppervlaktes of in ruimtes zonder veel obstakels. Hierdoor brengt men geen
schade aan andere objecten of aan het model zelf.
Kijk uit dat er niemand in uw omgeving dezelfde frequentie gebruikt als uzelf. Dit kan tot stor ing of volledige
oncontroleerbaarheid van het model leiden. Ernstige ongevallen kunnen het gevolg zijn. Gebruik enkel speciaal
voor de modelbouw samengestelde brandstoffen. Gebruik nooit brandstof van het pompstation of andere brand-
stoffen die ontploffi ngs- en of brandgevaarlijk zijn. Lees steeds de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik.
Een verkeerdelijk gebruik van de brandstof kan ernstige materiële en of lichamelijke schade aanbrengen. Enkel
de gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor het gebruik van deze produkten.
WARMTE, VUUR EN BRANDSTOF
De motor en uitlaat worden heel heet gedurende het gebruik van de auto en kunnen ernstige brandwonden
veroorzaken als men deze elementen aanraakt.
Raak nooit de draaiende delen aan. Doordat deze elementen zeer snel draaien kunnen ze ernstige letsels
veroorzaken.
Gebruik enkel brandstof voor de modelbouw gemaakt. Gebruik de brandstof enkel in goed geventileerde ruimtes.
Houd de brandstof buiten het bereik van kinderen of warmtebronnen. Vul de brandstoftank nooit als de startbat-
terij op de motor aangesloten is. De brandstof is toxisch, vermijd daarom elk contact met de huid en ogen.
ONDERHOUD
De motor en uitlaat worden tijdens het rijden zeer warm, en kunnen ernstige letsels veroorzaken als men deze
aanraakt. Laat steeds deze elementen voldoende afkoelen, vooraleer men met het onderhoud van de auto aan-
vangt. Laat nooit brandstof in de tank staan. Rijd steeds de brandstoftank volledig leeg. Het is zeer belangrijk
de luchtfi lter goed zuiver te houden.
VEILIGHEID
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
• Plaats nieuwe of goed geladen batterijen in de zender (8 stuks) en de ontvangerbatterijhouder (4 stuks)
• Controleer of de stuurbevelen overeen komen met de bewegingen van de auto (gas-rem en stuur)
GASHENDEL
Getrokken positie > Vooruit
Neutrale positie > Motor draait stationair en de rem is lichtjes geactiveerd
Gedrukte positie > De rem is geactiveerd
STUURWIEL
Linkse positie > De auto stuurt naar links
Rechtse positie > De auto stuurt naar rechts
Laad de GLOWSTART op met de bijgeleverde lader (14 uur)
• Controleer goed of alle schroeven, moeren en andere onderdelen goed vast zitten.
Controleer of het luchtfi lter en de uitlaat juist zijn gemonteerd. Nooit de auto laten rijden als één van deze
beide elementen niet juist gemonteerd zijn. Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben voor de motor.
• Controleer of de brandstofslangen niet gescheurd of beschadigd zijn.
• De motor moet eerst goed ingelopen worden (Zie paragraaf inlopen van de motor)
VOOR ELK GEBRUIK
• Plaats nieuwe of goed geladen batterijen in de zender (8 stuks) en de ontvangerbatterijhouder (4 stuks)
Oude of slecht opgeladen batteijen kan tot controle verlies leiden.
• Steeds eerst de zender aanzetten en vervolgens de schakelaar van de auto
• Controleer of de stuurbevelen overeen komen met de bewegingen van de auto (gas-rem en stuur)
GASHENDEL
CONTROLELIJST
Tech Nitro - 7
Getrokken positie > Vooruit
Neutrale positie > Motor draait stationair en de rem is lichtjes geactiveerd
Gedrukte positie > De rem is geactiveerd
STUURWIEL
Linkse positie > De auto stuurt naar links
Rechtse positie > De auto stuurt naar rechts
Regel de stuurservo zo af dat de auto een rechte lijn rijdt. Dit kan u doen door de stuurtrim op de zender bij
te regelen.
Controleer goed of de gashendel in de neutraalpositie staat, zo ook de trim van de gas. Een slechte instelling
kan de auto op hol doen slaan.
Controleer of de hoofdregelnaald van de carburator correct afgesteld is. De motor zal niet of slecht starten
als de hoofdregelnaald niet correct ingesteld is.
Controleer of het luchtfi lter en de uitlaat juist zijn gemonteerd. Nooit de auto laten rijden als één van deze
beide elementen niet juist gemonteerd zijn. Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben voor de motor.
• Controleer of de brandstofslangen niet gescheurd of beschadigd zijn.
Gebruik een weinig olie of vet op de draaiende delen, ... enkel indien nodig. Nooit op het plastiek hoofd-
tandwiel.
Vul de brandstoftank met modelbouwbrandstof (DAYTONA CAR 10%, nooit andere brandstof gebruiken dan
de spéciale modelbouwbrandstof)
• Start de motor (Zie paragraaf “Starten en inlopen”)
NA ELK GEBRUIK
• Zet de schakelaar van de auto uit en vervolgens de zender
• Leeg de brandstoftank volledig (Laat nooit brandstof in de brandstoftank)
• Reinig de auto met een doek en een borstel (Niet met water)
• Controleer de staat van de luchtfi lter, indien nodig vervang het mousse fi lterelement
• Controleer de goede werking van de schokdempers
• Controleer of de luchtfi lter en de uitlaat goed bevestigd zijn
• Controleer goed of alle schroeven, moeren en andere onderdelen goed vast zitten.
• Gebruik een weinig olie of vet op de draaiende delen, ... enkel indien nodig
CONTROLELIJST
STARTEN EN INLOPEN
HOE DE MOTOR TE STARTEN
1. Vul de brandstoftank
2. Draai de hoofdregelnaald (1) van de carburator dicht om hem vervolgens met 4 toeren te openen.
3. Druk 5 tot 6 maal op het pompje om de brandstof aan te zuigen.
4. Sluit de gloeiplugstekker met zijn batterij op de gloeiplug aan. Laat de stekker op zijn plaats zitten en geef
50 % gas.
5. Start de motor met korte trekjes aan de trekstarter. Trek voorzichtig met herhalende en korte trekjes. Trek
het touw nooit verder als 25 cm.
6. Als de motor niet start, ga dan niet verder ! Als de motor teveel brandstof heeft, draai dan de gloeiplug uit
de motor en trek ongeveer 10 keer aan de trekstarter tot de motor weer leeg is. Let op voor de ogen ! Blaas
op de gloeiplug om het gloeidraadje van de gloeiplug te drogen. Hermonteer de gloeiplug en start terug
van stap 4.
HOE DE MOTOR INLOPEN
De motor moet eerst goed ingelopen worden alvorens met het model echt te gaan rijden.
Zoek een zuivere en goed geventileerde ruimte. Plaats het model op een verhoogje zodat de wielen vrij van de
grond kunnen draaien.
Vul de brandstoftank en start het model zoals voorheen beschreven werd. Laat de motor op leegloop draaien tot
de brandstoftank leeg is. Laat de motor afkoelen en vul de brandstoftank opnieuw voor een nieuwe inloopses-
sie. Regel de gastrim zo dat de wielen niet aangedreven worden.
Na deze inloopperiode kan het model gereden worden. Dit dient traag te gebeuren voor een periode van 2 tot
3 tankvullingen.
Vermijd de volgas positie tijdens het inlopen.
Een nieuwe motor reageert minder snel op het gasgeven en het is zelfs mogelijk dat de motor afslaat tijdens
het inlopen. In dit geval de motor herstarten en meer progressief gas geven.
Tech Nitro - 8
HOE DE MOTOR AF TE REGELEN
Draai eerst de hoofdregelnaald (1) dicht om deze vervolgens met 4 toeren te openen. Nu kunnen we de motor
starten. De motor zal veel roken, wat op een zeer rijke afstelling duidt. Rij met de auto rechte lijnen.Om het
toptoerental van de motor te regelen gaan wij de hoofdregelnaald (1) dicht draaien, dit doen we met 1/8 toer
per keer. Als het toerental van de motor tijdens het rijden afneemt en de motor weinig of bijna geen rook meer
verspreidt staat deze te mager afgeregeld.
Laat de motor vervolgens 10 sec op leegloop draaien, om vervolgens volgas te geven. Als de motor niet snel
reageert, maar eerst sputtert om dan naar het volgas regime op te lopen moet de onderste regelnaald (2) een
weinig ingedraaid worden. Dit doen we ook weer per 1/8 toer. Neemt de motor echter direct op, dan kunnen wij
de onderste regelnaald (2) een ietsje opendraaien. De inregeling van de beide regelnaalden kan de afregeling
beinvloeden. Regel de stationair schroef (3) zo dat de motor in de leegloopstand een zo laag mogelijk toerental
draait.
LET OP : OM DE LEVENSDUUR VAN UW MOTOR TE VERLENGEN IS HET STEEDS AAN TE RADEN
DE MOTOR EEN WEINIG TE RIJK AF TE STELLEN.
STARTEN EN INLOPEN
DE MOTOR START NIET
Geen brandstof Vul de brandstoftank en pomp vervolgens 3 keer
Gloeiplug defect Schroef de gloeiplug los en controleer de goede werking
Glowstart leeg Laad de glowstart volledig op
Te veel brandstof in de motor Shroef de gloeiplug los, draai de hoofdregelnaald dicht en trek verschillende
keren aan de trekstarter om de overtollige brandstof te verwijderen.
DE MOTOR BLOKKEERT ALS AAN DE TREKSTARTER GETROKKEN WORDT
Te veel brandstof in de motor Shroef de gloeiplug los, draai de hoofdregelnaald dicht en trek verschillende
keren aan de trekstarter om de overtollige brandstof te verwijderen.
DE MOTOR START MAAR SLAAGT VERVOLGENS AF
Gloeiplug versleten Vervang de gloeiplug
Motor te arm afgesteld Open de hoofdregelnaald (1) 1/8 toer en start opnieuw
Motor te rijk afgesteld Draai de hoofdregelnaald (1) 1/8 toer dicht en start opnieuw
Geen toevoer van brandstof Controleer alle brandstofl eidingen
Stationair regeling te laag Schroef de stationair schroef (3) een beetje in
Motor versleten Vervang de zuiger en zuigerbus, of stuur de motor op naar de SNV
DE MOTOR DRAAIT GOED, MAAR SLAAT AF OP HOGE TOEREN
Gloeiplug versleten Vervang de gloeiplug
Motor te arm afgesteld Open de hoofdregelnaald 1/8 toer en start opnieuw
Motor te rijk afgesteld Draai de hoofdregelnaald 1/8 toer dicht en start opnieuw
Geen toevoer van brandstof Controleer alle brandstofl eidingen
Motor loopt warm Laat de motor afkoelen, open de hoofdregelnaald (1) 1/8 toer en start
opnieuw
Motor versleten Vervang de zuiger en zuigerbus, of stuur de motor op naar de SNV
DE RADIOBESTURING WERKT NIET
Batterijen leeg Vervang of herlaad de batterijen
Schakelaar staat niet aan Controleer of de zender en ontvanger aangeschakeld zijn
Stekker los Controleer of alle stekkers goed in de ontvanger steken
DE RADIOBESTURING HEEFT GEEN REIKWIJDTE
Batterijen leeg Vervang of herlaad de batterijen
Antenne gebroken Controleer de antenne van de ontvanger en zender
PROBLEMEN OPLOSSEN
Tech Nitro - 15
1
2
Plaats de batterijen in de
radiobesturing.Plaats de bat-
terijen in de batterijhouder.
Sluit de batterijhouder,de
gas- en stuurservo aan op de
ontvanger. Schakel de radi-
obesturing en de ontvanger
aan. Plaats de stuurhendels en
de stuurtrims van de radiobes-
turing in de middelste positie.
De stuurarmen van de beide
servo ʼs moeten nu neutraal
staan.
Place the batteries in the
trans mit ter.
Place the batteries in the
bat tery hold er for the
receiver. Plug the bat tery
holder into the slot on the
re ceiv er marked “BATT”.
Plug your steer ing servo
into channel 1 and your
throt tle servo into channel
2. Check that your servos
move when you move the
sticks on the trans mit ter,
next set the trims on the
trans mit ter to the neu tral
po si tion as shown in g 1.
Placez les piles dans la radio-
commande.
Placez les piles dans le boîtier-
piles.
Raccordez le boîtier-piles, le
servo de gaz et de direction sur
le récepteur.
Mettez la radiocommande et le
récepteur en marche.
Placez les manettes et les trims
en position neutre.
Les leviers de commande des
deux servos doivent mainten-
ant se trouver en po si tion
neutre.
Voor de bevestiging van de
stuurservo gebruiken we
de plastiek steunen zoals
afgebeeld.Bevestig de plastiek
steunen zoals afgebeeld met
de 3 X 8 mm zelftap schroeven.
The mounting for the steer-
ing servo uses 2 plastic
blocks.
Fix the steering servo to the
plastic blocks using the two
3X8mm selftappers sup-
plied.
Pour xer le servo de direc-
tion, utilisez les sup ports en
plastique. Fixez les supports en
plastique sur le servo avec les
vis auto-taraudeuses 3x8 mm.
Parts needed to conect the
steering servo.
Onderdelen die nodig zijn voor
de aansturing van de servo-
sav er.
Pièces nécessaire à la com-
mande de direction.
3
g 1
Steering trim
Throttle trim
g 3
g 4
g 2
g 5
Tech Nitro - 16
4
Monteer het kogelgewricht op
de verstevigde stuurhevel en
monteer de verstevigde stuur-
hevel op de stuurservo.
Screw the ball into the
servo arm .Mount the
reenforced steering arm
onto the servo as shown in
g 6/7.
Placez la rotule letée sur le
levier renforcé. Fixez le lev i er
renforcé sur le servo de direc-
tion.
5
Monteer het kogelgewricht
op de servo-saver arm. Mon-
teer de stuurservo d.m.v. 2
zelftapschroeven 3x8mm op
de onderste chassisplaat zoals
afgebeeld en sluit de stuur-
stang aan.
Mount the ball link into the
servo saver and mount the
servo into the chassis using
the 3x8mm self-tappers
surplied.
Montez la rotule sur le levier de
sauve-servo.
Montez le servo de direction
sur le chassis à l’aide de 2 vis
auto- taraudeuses. Connectez
la commande de direction.
6
Bevestig de gasservo.
Mount the throttle servo
into the radio tray.
Fixez le servo de gas.
g 7
g 8
g 9
g 6
g 10
Tech Nitro - 17
7
Onderdelen die nodig zijn voor
de aansturing van de
carburator en de rem.
Monteer de gas en
remaansturing zoals afgebeeld.
Als de servo neutraal staat
moet de carburator een klein
beetje openstaan.Als de
knuppel van het gas naar voor
geduwd wordt moet de
carburator volledig opengaan.
Als de knuppel naar achteren
getrokken wordt moet de rem
werken.
Parts needed for the linkage
of the throttle and brake.
Mount the throttle and
brake linkage as shown in
g 24 and 25. Make sure
that the throttle stick is in
the neutral position,when
your throttle linkage is
adjusted correctly your car-
burator should be open 1-
2mm and the brake should
not be engaged. When the
stick is pushed fo rwards
the carburator should open
completely and when you
pull back the stick the brake
should engage.
Pièces nécessaires à la com-
mande du carburateur et du
frein. Montez la commande
d’accélération et de frein-
age comme représenté sur
l’illustration. Si le servo se
trouve en position neutre,
le carburateur doit être un
petit peu ouvert. Si la manette
d’accélération est poussée vers
l’avant, le carburateur doit
s’ouvrir complètement. Si la
manette est tirée vers l’arrière,
le frein doit fonctionner.
8
Monteer de schakelaar.
Bevestig de ontvanger op de
radioplaat d.m.v. dubbelzijdige
kleefband en de ontvangerbat-
terij onder de radioplaat.
Attach the receiver to the
chassis with double-sided
tape and the battery under
the radio tray see g.
Installez l’interrupteur.
Fixez le récepteur sur la platine
radio à l’aide de bande ad-
he sive double face. Installez le
boîtier-piles du récepteur sous
la platine radio.
g 13
g 14
g 12
g 11
Tech Nitro - 18
12
13
Monteer het lucht lter.
Mount the air lter. Installez le ltre à air.
Bevestig de bodysteunen
d.m.v. de zelftap schroeven
3x12mm.
Mount the body mounting
posts using the 3x12mm
self-tappers surplied.
Montez les supports de car-
rosserie à l’aide des vis auto-
taraudeuses 3x12mm.
Front body mount’s
Voorste carrosseriesteun
Support de carrosserie avant
Rear body mount’s
Achterste carrosseriesteun
Support de carrosserie arrière
14
g 15
g 16
g 18
g 17
Tech Nitro - 20
20
Mounting the body
Cut out the polycarbonate body
using a pair of curved lexan
scis sors. These spe cial lexan
scis sors are avail a ble from all
good model shops (AK100).
When cut ting , fol low the bot-
tom line on the body. Then cut
out the front wheel open ings. Do
not cut the rear wheels out yet.
When the body is cut out place
it onto the chas sis and center it
over the chassis. Once the body
is centered on the chas sis, mark
the po si tion of the body mount-
ing posts with a marker pen. Drill
holes the same di am e ter as the
bodyposts. Once all the holes
have been drilled, place the
body onto the chas sis and mark
the position of the rear wheels,
and cut out.
Mounting the wing
Cut out the wing along the
marked line. Centre the wing
over the body and mark the po-
si tion of the holes. Drill holes with
a 3 mm drill. Fix the wing with
the plastic 3mm screws and the
plastic spacers sup plied.
Painting the body and wing
The body is painted or sprayed
on the inside. For this use only
spe cial paint that is suitable for
polycarbonate. (We rec om mend
PROTECH RACING FIN ISH)
Be fore starting to paint or spray,
the body must be thor ough ly
degreased. This can be done by
wash ing the inside of the body
with water and washing up liq-
uid. Use a normal towel to dry
the body, do not use pa per tow-
els to do this as they cause stat ic
elec tric i ty to build up inside the
body and this will at tract dust.
When the body is dry, try not to
touch the in side of the body. The
fol low ing step is to mask of the
win dows with mask ing tape/ lm
or mask ing liquid. When spray ing
the body, use very light coats and
al low to dry between coats.
Montage van de carrosserie
Knip de polycarbonaat carrosserie
uit d.m.v. een speciale lexanschaar.
Deze lexanschaar is te verkrijgen bij
uw modelbouwvakhandelaar. (Best
nr AK100). Volg voor het uitknippen
de onderste lijn die in de carrosserie
afgetekend staat. Knip vervolgens de
voorste wielrondingen uit. Plaats de
uitgesneden carrosserie op het chas-
sis en centreer de carrosserie op het
chas sis. Als de carrosserie mooi
uitgelijnd is, teken vervolgens de
plaats van de bodysteunen af d.m.v.
een stift of pen. Boor gaten op de
afgetekende plaatsen. De di am e ter
van de gaten is afhankelijk van de
diameter van de carrosseriesteun.
Montage van de spoiler
Knip de spoiler uit op de contourlijn.
Centreer de spoiler op de carrosserie
en teken de plaatsen af waar de
gaten voor de plastiekvijzen moeten
komen. De diameter van de plastiek
vijzen is 3mm. Boor de gaten met
een di am e ter van 3mm. Monteer de
spoil er op de carrosserie, vergeet
niet de plastiek afstandsbussen te
plaatsen en schroef het geheel aan
elkaar vast.
Schilderen van de carrosserie
De carrosserie wordt aan de bin-
nenkant geschilderd met penseel
of gespoten. Gebruik hiervoor enkel
speciale verf geschikt voor poly-
carbonaat (b.v. Lexanit). Alvorens
met het schilderen of spuiten te
beginnen moet de carrosserie goed
ontvet worden. De carrosserie kan
eenvoudig ontvet worden met wa ter
en detergent voor de afwas. Daarna
goed afdrogen. Gebruik hiervoor
geen papieren doekjes, zij maken
de carrosserie statisch. Een gewone
keukenhanddoek is per fect.
Montage de la carrosserie
Découpez la carrosserie en polycar-
bonate au moyen de ciseaux spé-
ciaux pour Lexan. Ces ciseaux sont
disponibles dans votre magasin de
modélisme sous la référence PRO-
TECH AK100. Découpez en suivant
la ligne inférieure qui est marquée
dans la carrosserie. Découpez en-
suite les pas sag es des roues AV et
les ori ces de refroidissement pour
le moteur. Placez la carrosserie dé-
coupée sur le châssis et centrez-la.
Lorsque la carrosserie est parfaite-
ment alignée, tracez l’emplacement
des supports de carrosserie et pas-
sages de roues AR au moyen d’un
crayon ou d’un stylo à bille. Forez
et découpez les trous aux emplace-
ments que vous avez marqués. Le
diamètre des trous = diamètre des
supports de la carrosserie.
Montage du spoiler
Découpez le spoiler sur la ligne de
contour. Centrez le spoiler sur la car-
rosserie et marquez l’emplacement
des trous de vis (plastique) de xa-
tion. Le diamètre des vis en plastique
est de 3 mm. Forez les trous à un
ø3 mm. Montez le spoiler sur la car-
rosserie, n’oubliez pas de placer les
entretoises (en fonction du type de
carrosserie) et vissez le tout ferme-
ment ensemble.
Peinture de la carrosserie
La carrosserie est peinte au pinceau
ou à l'aérographe du côté intérieur.
Utilisez pour cela uniquement de
la peinture spéciale convenant au
polycarbonate (PROTECH Racing
Finish). Avant de commencer à
peindre, la carrosserie doit être bien
dégraissée avec de l’eau et du déter-
gent vaisselle. Ensuite, séchez soi-
gneusement, n’utilisez pas de papier
absorbant de cuisine qui charge la
carrosserie en électricité statique.
Un essuie de cuisine en tissu ordi-
naire convient parfaitement.
Cut out
Uitsnijding
A découper
Ausschnit
Cut a hole in the rear window
Faîtes une découpe dans la vitre arrière
Cut out for the engine cooling
Découpe des orifices de refroidissement du moteur
Tech Nitro - 35
FREQUENTIE / FREQUENCE / FREQUENCY / FREQUENZ
Frequentie Kanaal Frequentie Toegelaten in volgende landen
Bande Canal Fréquence Admises dans les pays suivants
Frequency Channel Frequency Admitted in folowing countries
Frequenz Kanal Frequenz Zugelassen in folgende Länder
D B A DK F I L N NL S CH
27 MHz-Band
1 26,965
2 26,975
3 26,985
4 26,995 # # # # # # # # # #
5 27,005 # #
6 27,015 # #
7 27,025 # #
8 27,035 # #
9 27,045 # # # # # # # # # #
10 27,055 # #
11 27,065 # #
12 27,075 # #
13 27,085 # #
14 27,095 # # # # # # # #
15 27,105 # #
16 27,115 # #
17 27,125 # #
18 27,135 # #
19 27,145 # # # # # # # # # #
20 27,155 #
21 27,165 #
22 27,175 #
23 27,185 #
24 27,195 # # # # # # # # #
25 27,205 #
26 27,215 #
27 27,225 #
28 27,235 # #
29 27,245 #
30 27,255 # # # # # #
31 27,265 #
32 27,275 # #
40 MHz-Band
50 40,665 # # # # # # # # #
51 40,675 # # # # # # # # #
52 40,685 # # # # # # # # #
53 40,695 # # # # # # # # #
54 40,715 # # # #
55 40,725 # # # #
56 40,735 # # # #
57 40,765 # # #
58 40,775 # # #
59 40,785 # # #
81 40,815 # # #
82 40,825 # # #
83 40,835 # # #
84 40,865 # # #
85 40,875 # # #
86 40,885 # # #
87 40,915 # # #
88 40,925 # # #
89 40,935 # # #
90 40,965 # # #
91 40,975 # # #
92 40,985 # # #
41 MHz-Band
400 41,000 #
401 41,010 #
402 41,020 #
403 41,030 #
404 41,040 #
405 41,050 #
406 41,060 #
407 41,070 #
408 41,080 #
409 41,090 #
410 41,100 #
411 41,110 #
412 41,120 #
413 41,130 #
414 41,140 #
415 41,150 #
416 41,160 #
417 41,170 #
418 41,180 #
419 41,190 #
420 41,200 #
Tech Nitro - 36
CONFORMITY / GELIJKVORMIGHEID / CONFORMITÉ / KONFORMITÄT
This product is in accordance with/ce produit est conforme la/ Dit produkt is overeenkomstig
Richtlijnen - Directive - Richtlinie - Directive 1999/5/EG R&TTE
• This product is destinated for use in Europe. Use may be restricted by licence in some countries.
• Dit produkt is bestemd voor gebruik in Europa. Gebruik kan beperkt zijn door vergunningen in bepaalde landen.
• Ce produit est destiné pour emploi en Europe. Lʼemploi peut être limité par une autorisation dans certains pays.
• Dieses Produkt ist bestimmt für Gebrauch in Europa. Das Gebrauch kann eingeschrankt sein durch ein Erlaubniss
in einige Länder.
PROTECH® is a registered trademark
P.O.-Box 60 • B-2250 Olen
Tel.: +32 (0)14 25 92 80
Fax: +32 (0)14 25 92 89
http://www.protech.be

Documenttranscriptie

4WD Instruction manual • Bouwhandleiding • Bauanleitung • Instruction de montage 2 channel radio not included Exclusief 2 kanaalsradiobesturingsset en batterijen. Télécommande 2-voies et accus non inclus. 2 Kanal Fernsteuerung und batterien nicht in Baukasten enthalten. version: 25/11/03 VEILIGHEID VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Gebruik uw telegeleide auto met een zekere verantwoordelijkheidszin, om eventuele materiele schade en of lichamelijk letsel te voorkomen, en lees de volgende aanbevelingen. Houd altijd rekening met uw omgeving en de natuur. Nooit uw auto laten rijden in de buurt van mensen of dieren. Nooit uw auto gebruiken op de straat of openbare wegen, het model kan ernstige ongevallen veroorzaken in het verkeer. Houd steeds rekening met de omgeving en de natuur. Vermijd het besturen van uw wagen in omgevingen waar het geluid storend werkt. Gebruik uw auto nooit in de buurt van warmtebronnen of vlammen om ernstige ongelukken te voorkomen. Gebruik uw auto steeds in open oppervlaktes of in ruimtes zonder veel obstakels. Hierdoor brengt men geen schade aan andere objecten of aan het model zelf. Kijk uit dat er niemand in uw omgeving dezelfde frequentie gebruikt als uzelf. Dit kan tot storing of volledige oncontroleerbaarheid van het model leiden. Ernstige ongevallen kunnen het gevolg zijn. Gebruik enkel speciaal voor de modelbouw samengestelde brandstoffen. Gebruik nooit brandstof van het pompstation of andere brandstoffen die ontploffings- en of brandgevaarlijk zijn. Lees steeds de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik. Een verkeerdelijk gebruik van de brandstof kan ernstige materiële en of lichamelijke schade aanbrengen. Enkel de gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor het gebruik van deze produkten. WARMTE, VUUR EN BRANDSTOF De motor en uitlaat worden heel heet gedurende het gebruik van de auto en kunnen ernstige brandwonden veroorzaken als men deze elementen aanraakt. Raak nooit de draaiende delen aan. Doordat deze elementen zeer snel draaien kunnen ze ernstige letsels veroorzaken. Gebruik enkel brandstof voor de modelbouw gemaakt. Gebruik de brandstof enkel in goed geventileerde ruimtes. Houd de brandstof buiten het bereik van kinderen of warmtebronnen. Vul de brandstoftank nooit als de startbatterij op de motor aangesloten is. De brandstof is toxisch, vermijd daarom elk contact met de huid en ogen. ONDERHOUD De motor en uitlaat worden tijdens het rijden zeer warm, en kunnen ernstige letsels veroorzaken als men deze aanraakt. Laat steeds deze elementen voldoende afkoelen, vooraleer men met het onderhoud van de auto aanvangt. Laat nooit brandstof in de tank staan. Rijd steeds de brandstoftank volledig leeg. Het is zeer belangrijk de luchtfilter goed zuiver te houden. CONTROLELIJST VOOR HET EERSTE GEBRUIK • Plaats nieuwe of goed geladen batterijen in de zender (8 stuks) en de ontvangerbatterijhouder (4 stuks) • Controleer of de stuurbevelen overeen komen met de bewegingen van de auto (gas-rem en stuur) GASHENDEL Getrokken positie > Vooruit Neutrale positie > Motor draait stationair en de rem is lichtjes geactiveerd Gedrukte positie > De rem is geactiveerd STUURWIEL Linkse positie > De auto stuurt naar links Rechtse positie > De auto stuurt naar rechts • Laad de GLOWSTART op met de bijgeleverde lader (14 uur) • Controleer goed of alle schroeven, moeren en andere onderdelen goed vast zitten. • Controleer of het luchtfilter en de uitlaat juist zijn gemonteerd. Nooit de auto laten rijden als één van deze beide elementen niet juist gemonteerd zijn. Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben voor de motor. • Controleer of de brandstofslangen niet gescheurd of beschadigd zijn. • De motor moet eerst goed ingelopen worden (Zie paragraaf inlopen van de motor) VOOR ELK GEBRUIK • Plaats nieuwe of goed geladen batterijen in de zender (8 stuks) en de ontvangerbatterijhouder (4 stuks) Oude of slecht opgeladen batteijen kan tot controle verlies leiden. • Steeds eerst de zender aanzetten en vervolgens de schakelaar van de auto • Controleer of de stuurbevelen overeen komen met de bewegingen van de auto (gas-rem en stuur) GASHENDEL Tech Nitro - 6 CONTROLELIJST Getrokken positie > Vooruit Neutrale positie > Motor draait stationair en de rem is lichtjes geactiveerd Gedrukte positie > De rem is geactiveerd STUURWIEL Linkse positie > De auto stuurt naar links Rechtse positie > De auto stuurt naar rechts • Regel de stuurservo zo af dat de auto een rechte lijn rijdt. Dit kan u doen door de stuurtrim op de zender bij te regelen. • Controleer goed of de gashendel in de neutraalpositie staat, zo ook de trim van de gas. Een slechte instelling kan de auto op hol doen slaan. • Controleer of de hoofdregelnaald van de carburator correct afgesteld is. De motor zal niet of slecht starten als de hoofdregelnaald niet correct ingesteld is. • Controleer of het luchtfilter en de uitlaat juist zijn gemonteerd. Nooit de auto laten rijden als één van deze beide elementen niet juist gemonteerd zijn. Dit kan ernstige schade tot gevolg hebben voor de motor. • Controleer of de brandstofslangen niet gescheurd of beschadigd zijn. • Gebruik een weinig olie of vet op de draaiende delen, ... enkel indien nodig. Nooit op het plastiek hoofdtandwiel. • Vul de brandstoftank met modelbouwbrandstof (DAYTONA CAR 10%, nooit andere brandstof gebruiken dan de spéciale modelbouwbrandstof) • Start de motor (Zie paragraaf “Starten en inlopen”) NA ELK GEBRUIK • Zet de schakelaar van de auto uit en vervolgens de zender • Leeg de brandstoftank volledig (Laat nooit brandstof in de brandstoftank) • Reinig de auto met een doek en een borstel (Niet met water) • Controleer de staat van de luchtfilter, indien nodig vervang het mousse filterelement • Controleer de goede werking van de schokdempers • Controleer of de luchtfilter en de uitlaat goed bevestigd zijn • Controleer goed of alle schroeven, moeren en andere onderdelen goed vast zitten. • Gebruik een weinig olie of vet op de draaiende delen, ... enkel indien nodig STARTEN EN INLOPEN HOE DE MOTOR TE STARTEN 1. Vul de brandstoftank 2. Draai de hoofdregelnaald (1) van de carburator dicht om hem vervolgens met 4 toeren te openen. 3. Druk 5 tot 6 maal op het pompje om de brandstof aan te zuigen. 4. Sluit de gloeiplugstekker met zijn batterij op de gloeiplug aan. Laat de stekker op zijn plaats zitten en geef 50 % gas. 5. Start de motor met korte trekjes aan de trekstarter. Trek voorzichtig met herhalende en korte trekjes. Trek het touw nooit verder als 25 cm. 6. Als de motor niet start, ga dan niet verder ! Als de motor teveel brandstof heeft, draai dan de gloeiplug uit de motor en trek ongeveer 10 keer aan de trekstarter tot de motor weer leeg is. Let op voor de ogen ! Blaas op de gloeiplug om het gloeidraadje van de gloeiplug te drogen. Hermonteer de gloeiplug en start terug van stap 4. HOE DE MOTOR INLOPEN De motor moet eerst goed ingelopen worden alvorens met het model echt te gaan rijden. Zoek een zuivere en goed geventileerde ruimte. Plaats het model op een verhoogje zodat de wielen vrij van de grond kunnen draaien. Vul de brandstoftank en start het model zoals voorheen beschreven werd. Laat de motor op leegloop draaien tot de brandstoftank leeg is. Laat de motor afkoelen en vul de brandstoftank opnieuw voor een nieuwe inloopsessie. Regel de gastrim zo dat de wielen niet aangedreven worden. Na deze inloopperiode kan het model gereden worden. Dit dient traag te gebeuren voor een periode van 2 tot 3 tankvullingen. Vermijd de volgas positie tijdens het inlopen. Een nieuwe motor reageert minder snel op het gasgeven en het is zelfs mogelijk dat de motor afslaat tijdens het inlopen. In dit geval de motor herstarten en meer progressief gas geven. Tech Nitro - 7 STARTEN EN INLOPEN HOE DE MOTOR AF TE REGELEN Draai eerst de hoofdregelnaald (1) dicht om deze vervolgens met 4 toeren te openen. Nu kunnen we de motor starten. De motor zal veel roken, wat op een zeer rijke afstelling duidt. Rij met de auto rechte lijnen.Om het toptoerental van de motor te regelen gaan wij de hoofdregelnaald (1) dicht draaien, dit doen we met 1/8 toer per keer. Als het toerental van de motor tijdens het rijden afneemt en de motor weinig of bijna geen rook meer verspreidt staat deze te mager afgeregeld. Laat de motor vervolgens 10 sec op leegloop draaien, om vervolgens volgas te geven. Als de motor niet snel reageert, maar eerst sputtert om dan naar het volgas regime op te lopen moet de onderste regelnaald (2) een weinig ingedraaid worden. Dit doen we ook weer per 1/8 toer. Neemt de motor echter direct op, dan kunnen wij de onderste regelnaald (2) een ietsje opendraaien. De inregeling van de beide regelnaalden kan de afregeling beinvloeden. Regel de stationair schroef (3) zo dat de motor in de leegloopstand een zo laag mogelijk toerental draait. LET OP : OM DE LEVENSDUUR VAN UW MOTOR TE VERLENGEN IS HET STEEDS AAN TE RADEN DE MOTOR EEN WEINIG TE RIJK AF TE STELLEN. PROBLEMEN OPLOSSEN DE MOTOR START NIET Geen brandstof Gloeiplug defect Glowstart leeg Te veel brandstof in de motor Vul de brandstoftank en pomp vervolgens 3 keer Schroef de gloeiplug los en controleer de goede werking Laad de glowstart volledig op Shroef de gloeiplug los, draai de hoofdregelnaald dicht en trek verschillende keren aan de trekstarter om de overtollige brandstof te verwijderen. DE MOTOR BLOKKEERT ALS AAN DE TREKSTARTER GETROKKEN WORDT Te veel brandstof in de motor Shroef de gloeiplug los, draai de hoofdregelnaald dicht en trek verschillende keren aan de trekstarter om de overtollige brandstof te verwijderen. DE MOTOR START MAAR SLAAGT VERVOLGENS AF Gloeiplug versleten Motor te arm afgesteld Motor te rijk afgesteld Geen toevoer van brandstof Stationair regeling te laag Motor versleten Vervang de gloeiplug Open de hoofdregelnaald (1) 1/8 toer en start opnieuw Draai de hoofdregelnaald (1) 1/8 toer dicht en start opnieuw Controleer alle brandstofleidingen Schroef de stationair schroef (3) een beetje in Vervang de zuiger en zuigerbus, of stuur de motor op naar de SNV DE MOTOR DRAAIT GOED, MAAR SLAAT AF OP HOGE TOEREN Gloeiplug versleten Motor te arm afgesteld Motor te rijk afgesteld Geen toevoer van brandstof Motor loopt warm Motor versleten Vervang de gloeiplug Open de hoofdregelnaald 1/8 toer en start opnieuw Draai de hoofdregelnaald 1/8 toer dicht en start opnieuw Controleer alle brandstofleidingen Laat de motor afkoelen, open de hoofdregelnaald (1) 1/8 toer en start opnieuw Vervang de zuiger en zuigerbus, of stuur de motor op naar de SNV DE RADIOBESTURING WERKT NIET Batterijen leeg Schakelaar staat niet aan Stekker los Vervang of herlaad de batterijen Controleer of de zender en ontvanger aangeschakeld zijn Controleer of alle stekkers goed in de ontvanger steken DE RADIOBESTURING HEEFT GEEN REIKWIJDTE Batterijen leeg Antenne gebroken Tech Nitro - 8 Vervang of herlaad de batterijen Controleer de antenne van de ontvanger en zender 1 Steering trim Throttle trim fig 1 fig 2 Place the batteries in the transmitter. Place the batteries in the battery holder for the receiver. Plug the battery holder into the slot on the receiver marked “BATT”. Plug your steering servo into channel 1 and your throttle servo into channel 2. Check that your servos move when you move the sticks on the transmitter, next set the trims on the transmitter to the neutral position as shown in fig 1. Plaats de batterijen in de radiobesturing.Plaats de batterijen in de batterijhouder. Sluit de batterijhouder,de gas- en stuurservo aan op de ontvanger. Schakel de radiobesturing en de ontvanger aan. Plaats de stuurhendels en de stuurtrims van de radiobesturing in de middelste positie. De stuurarmen van de beide servo ʼs moeten nu neutraal staan. Placez les piles dans la radiocommande. Placez les piles dans le boîtierpiles. Raccordez le boîtier-piles, le servo de gaz et de direction sur le récepteur. Mettez la radiocommande et le récepteur en marche. Placez les manettes et les trims en position neutre. Les leviers de commande des deux servos doivent maintenant se trouver en position neutre. Voor de bevestiging van de stuurservo gebruiken we de plastiek steunen zoals afgebeeld.Bevestig de plastiek steunen zoals afgebeeld met de 3 X 8 mm zelftap schroeven. Pour fixer le servo de direction, utilisez les supports en plastique. Fixez les supports en plastique sur le servo avec les vis auto-taraudeuses 3x8 mm. Onderdelen die nodig zijn voor de aansturing van de servosaver. Pièces nécessaire à la commande de direction. 2 fig 3 fig 4 The mounting for the steering servo uses 2 plastic blocks. Fix the steering servo to the plastic blocks using the two 3X8mm selftappers supplied. 3 fig 5 Parts needed to conect the steering servo. Tech Nitro - 15 4 fig 7 fig 6 Screw the ball into the servo arm .Mount the reenforced steering arm onto the servo as shown in fig 6/7. Monteer het kogelgewricht op de verstevigde stuurhevel en monteer de verstevigde stuurhevel op de stuurservo. Placez la rotule filetée sur le levier renforcé. Fixez le levier renforcé sur le servo de direction. 5 fig 8 Mount the ball link into the servo saver and mount the servo into the chassis using the 3x8mm self-tappers surplied. fig 9 Monteer het kogelgewricht op de servo-saver arm. Monteer de stuurservo d.m.v. 2 zelftapschroeven 3x8mm op de onderste chassisplaat zoals afgebeeld en sluit de stuurstang aan. Montez la rotule sur le levier de sauve-servo. Montez le servo de direction sur le chassis à l’aide de 2 vis auto- taraudeuses. Connectez la commande de direction. 6 fig 10 Mount the throttle servo into the radio tray. Tech Nitro - 16 Bevestig de gasservo. Fixez le servo de gas. 7 fig 11 Parts needed for the linkage of the throttle and brake. Mount the throttle and brake linkage as shown in fig 24 and 25. Make sure that the throttle stick is in the neutral position,when your throttle linkage is adjusted correctly your carburator should be open 12mm and the brake should not be engaged. When the stick is pushed fo rwards the carburator should open completely and when you pull back the stick the brake should engage. fig 12 Onderdelen die nodig zijn voor de aansturing van de carburator en de rem. Monteer de gas en remaansturing zoals afgebeeld. Als de servo neutraal staat moet de carburator een klein beetje openstaan.Als de knuppel van het gas naar voor geduwd wordt moet de carburator volledig opengaan. Als de knuppel naar achteren getrokken wordt moet de rem werken. Pièces nécessaires à la commande du carburateur et du frein. Montez la commande d’accélération et de freinage comme représenté sur l’illustration. Si le servo se trouve en position neutre, le carburateur doit être un petit peu ouvert. Si la manette d’accélération est poussée vers l’avant, le carburateur doit s’ouvrir complètement. Si la manette est tirée vers l’arrière, le frein doit fonctionner. 8 fig 13 Attach the receiver to the chassis with double-sided tape and the battery under the radio tray see fig. fig 14 Monteer de schakelaar. Bevestig de ontvanger op de radioplaat d.m.v. dubbelzijdige kleefband en de ontvangerbatterij onder de radioplaat. Installez l’interrupteur. Fixez le récepteur sur la platine radio à l’aide de bande adhesive double face. Installez le boîtier-piles du récepteur sous la platine radio. Tech Nitro - 17 12 fig 15 Mount the air filter. Monteer het luchtfilter. Installez le filtre à air. Bevestig de bodysteunen d.m.v. de zelftap schroeven 3x12mm. Montez les supports de carrosserie à l’aide des vis autotaraudeuses 3x12mm. 13 fig 16 Mount the body mounting posts using the 3x12mm self-tappers surplied. 14 fig 18 fig 17 Rear body mount’s Front body mount’s Achterste carrosseriesteun Voorste carrosseriesteun Support de carrosserie arrière Support de carrosserie avant Tech Nitro - 18 20 Cut out for the engine cooling Découpe des orifices de refroidissement du moteur Cut a hole in the rear window Faîtes une découpe dans la vitre arrière Cut out Uitsnijding A découper Ausschnit Mounting the body Cut out the polycarbonate body using a pair of curved lexan scis sors. These spe cial lexan scissors are available from all good model shops (AK100). When cutting , follow the bottom line on the body. Then cut out the front wheel openings. Do not cut the rear wheels out yet. When the body is cut out place it onto the chassis and center it over the chassis. Once the body is centered on the chassis, mark the position of the body mounting posts with a marker pen. Drill holes the same diameter as the bodyposts. Once all the holes have been drilled, place the body onto the chassis and mark the position of the rear wheels, and cut out. Mounting the wing Cut out the wing along the marked line. Centre the wing over the body and mark the position of the holes. Drill holes with a 3 mm drill. Fix the wing with the plastic 3mm screws and the plastic spacers supplied. Painting the body and wing The body is painted or sprayed on the inside. For this use only special paint that is suitable for polycarbonate. (We recommend PROTECH RACING FIN ISH) Before starting to paint or spray, the body must be thoroughly degreased. This can be done by washing the inside of the body with water and washing up liquid. Use a normal towel to dry the body, do not use paper towels to do this as they cause static electricity to build up inside the body and this will attract dust. When the body is dry, try not to touch the inside of the body. The following step is to mask of the windows with masking tape/film or masking liquid. When spraying the body, use very light coats and allow to dry between coats. Tech Nitro - 20 Montage van de carrosserie Knip de polycarbonaat carrosserie uit d.m.v. een speciale lexanschaar. Deze lexanschaar is te verkrijgen bij uw modelbouwvakhandelaar. (Best nr AK100). Volg voor het uitknippen de onderste lijn die in de carrosserie afgetekend staat. Knip vervolgens de voorste wielrondingen uit. Plaats de uitgesneden carrosserie op het chassis en centreer de carrosserie op het chas sis. Als de carrosserie mooi uitgelijnd is, teken vervolgens de plaats van de bodysteunen af d.m.v. een stift of pen. Boor gaten op de afgetekende plaatsen. De diameter van de gaten is afhankelijk van de diameter van de carrosseriesteun. Montage van de spoiler Knip de spoiler uit op de contourlijn. Centreer de spoiler op de carrosserie en teken de plaatsen af waar de gaten voor de plastiekvijzen moeten komen. De diameter van de plastiek vijzen is 3mm. Boor de gaten met een diameter van 3mm. Monteer de spoiler op de carrosserie, vergeet niet de plastiek afstandsbussen te plaatsen en schroef het geheel aan elkaar vast. Schilderen van de carrosserie De carrosserie wordt aan de binnenkant geschilderd met penseel of gespoten. Gebruik hiervoor enkel speciale verf geschikt voor polycarbonaat (b.v. Lexanit). Alvorens met het schilderen of spuiten te beginnen moet de carrosserie goed ontvet worden. De carrosserie kan eenvoudig ontvet worden met water en detergent voor de afwas. Daarna goed afdrogen. Gebruik hiervoor geen papieren doekjes, zij maken de carrosserie statisch. Een gewone keukenhanddoek is perfect. Montage de la carrosserie Découpez la carrosserie en polycarbonate au moyen de ciseaux spéciaux pour Lexan. Ces ciseaux sont disponibles dans votre magasin de modélisme sous la référence PROTECH AK100. Découpez en suivant la ligne inférieure qui est marquée dans la carrosserie. Découpez ensuite les passages des roues AV et les orifices de refroidissement pour le moteur. Placez la carrosserie découpée sur le châssis et centrez-la. Lorsque la carrosserie est parfaitement alignée, tracez l’emplacement des supports de carrosserie et passages de roues AR au moyen d’un crayon ou d’un stylo à bille. Forez et découpez les trous aux emplacements que vous avez marqués. Le diamètre des trous = diamètre des supports de la carrosserie. Montage du spoiler Découpez le spoiler sur la ligne de contour. Centrez le spoiler sur la carrosserie et marquez l’emplacement des trous de vis (plastique) de fixation. Le diamètre des vis en plastique est de 3 mm. Forez les trous à un ø3 mm. Montez le spoiler sur la carrosserie, n’oubliez pas de placer les entretoises (en fonction du type de carrosserie) et vissez le tout fermement ensemble. Peinture de la carrosserie La carrosserie est peinte au pinceau ou à l'aérographe du côté intérieur. Utilisez pour cela uniquement de la peinture spéciale convenant au polycarbonate (PROTECH Racing Finish). Avant de commencer à peindre, la carrosserie doit être bien dégraissée avec de l’eau et du détergent vaisselle. Ensuite, séchez soigneusement, n’utilisez pas de papier absorbant de cuisine qui charge la carrosserie en électricité statique. Un essuie de cuisine en tissu ordinaire convient parfaitement. FREQUENTIE / FREQUENCE / FREQUENCY / FREQUENZ Frequentie Bande Frequency Frequenz Kanaal Canal Channel Kanal Frequentie Fréquence Frequency Frequenz Toegelaten in volgende landen Admises dans les pays suivants Admitted in folowing countries Zugelassen in folgende Länder D B A DK # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # F I L N NL S CH # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # 27 MHz-Band 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 26,965 26,975 26,985 26,995 27,005 27,015 27,025 27,035 27,045 27,055 27,065 27,075 27,085 27,095 27,105 27,115 27,125 27,135 27,145 27,155 27,165 27,175 27,185 27,195 27,205 27,215 27,225 27,235 27,245 27,255 27,265 27,275 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 40,665 40,675 40,685 40,695 40,715 40,725 40,735 40,765 40,775 40,785 40,815 40,825 40,835 40,865 40,875 40,885 40,915 40,925 40,935 40,965 40,975 40,985 400 401 402 403 404 405 406 407 408 409 410 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 41,000 41,010 41,020 41,030 41,040 41,050 41,060 41,070 41,080 41,090 41,100 41,110 41,120 41,130 41,140 41,150 41,160 41,170 41,180 41,190 41,200 # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # 40 MHz-Band # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # 41 MHz-Band # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # Tech Nitro - 35 CONFORMITY / GELIJKVORMIGHEID / CONFORMITÉ / KONFORMITÄT This product is in accordance with/ce produit est conforme la/ Dit produkt is overeenkomstig Richtlijnen - Directive - Richtlinie - Directive 1999/5/EG R&TTE • This product is destinated for use in Europe. Use may be restricted by licence in some countries. • Dit produkt is bestemd voor gebruik in Europa. Gebruik kan beperkt zijn door vergunningen in bepaalde landen. • Ce produit est destiné pour emploi en Europe. Lʼemploi peut être limité par une autorisation dans certains pays. • Dieses Produkt ist bestimmt für Gebrauch in Europa. Das Gebrauch kann eingeschrankt sein durch ein Erlaubniss in einige Länder. PROTECH® is a registered trademark P.O.-Box 60 • B-2250 Olen Tel.: +32 (0)14 25 92 80 Fax: +32 (0)14 25 92 89 [email protected] http://www.protech.be Tech Nitro - 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

protech Nitro 12 Handleiding

Categorie
Speelgoed met afstandsbediening
Type
Handleiding