Festool KS 120 EB, KS 88 E, KS KAPEX 120 EB, KS KAPEX 88 E de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Festool KS 120 EB de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Originalbetriebsanleitung/Ersatzteilliste 6
Original operating manual/Spare parts list 16
Notice d’utilisation d’origine/Liste de pièces de rechange 24
Manual de instrucciones original/Lista de piezas de repuesto 33
Istruzioni per l’uso originali/Elenco parti di ricambio 42
Originele gebruiksaanwijzing/Lijst met reserveonderdelen 51
Originalbruksanvisning/Reservdelslista 60
Alkuperäiset käyttöohjeet/Varaosaluettelo 68
Original brugsanvisning/Reservedelsliste 76
Originalbruksanvisning/Reservedelsliste 84
Manual de instruções original/Lista de peças sobresselentes 92
Оригинал Руководства по эксплуатации/Перечень запасных частей 101
Originální návod k použití/Seznam náhradních dílů 111
Oryginalna instrukcja eksploatacji/Lista części zamiennych 119
KAPEX
KS 120 EB
KS 88 E
478954_003
2
1
*1.11
1.10
1.9
1.8
2.9
2.8
2.7
*2.6
*2.5
2.4
1.5
1.7
1.4
1.6
1.2 1.1 1.3
*2.1 2.3 2.2
L
R
3*
3A
3.6*
3.7*
*3.2 *3.3 *3.5*3.4*3.1
3B
3C
5.4
5.5
5.3*
5.1
5.2
5
4
4.1
4.3
4.4
4.2
6.4
6.3
6.1
6.2
6
51
1 Symbolen
Waarschuwing voor algemeen gevaar!
Handleiding/aanwijzingen lezen!
Gevarenzone! Kom niet met uw handen,
vingers en armen in deze zone!
Draag een veiligheidsbril!
Draag gehoorbescherming!
Draag een zuurstofmasker!
Draag veiligheidshandschoenen!
Pas op laserstralen!
Voer het apparaat, de accessoires en de
verpakking op milieuvriendelijke wijze
af!
2 Technische gegevens
Vermogen 1600 W
Toerental (onbelast) 1400 - 3400 min
-1
Gereedschapsspil, Ø 30 mm
Gewicht
KS 120 EB 21,5 kg
KS 88 E 20,7 kg
Beveiligingsklasse
/ II
Max. werkstukafmetingen zie paragraaf „8 Ge-
bruik“.
De vermelde afbeeldingen staan aan het begin en
aan het einde van de handleiding.
De componenten die op de afbeeldingen met * ge-
markeerd zijn, zijn alleen bij de leveringsomvang
van de KS 120 EB inbegrepen.
3 Apparaatonderdelen
(1.1) Handgreep
(1.2) In-/uit-schakelaar
(1.3) Inschakelblokkering
(1.4) Hendel voor begrenzing zaagdiepte
(1.5) Draaiknop voor de klemming van de tre-
kinrichting
(1.6) Transportbeveiliging
(1.7) Schaal voor verstekhoek (verticaal)
(1.8) Schaal voor verstekhoek (horizontaal)
(1.9) Spanhendel voor verstekhoek (horizon-
taal)
(1.10) Bevestigingshendel voor vooraf inge-
stelde verstekhoek (horizontaal)
(1.11) Draaigreep voor de fi jninstelling van de
verstekhoek (verticaal) *
(2.1) In-/uit-schakelaar voor laser *
(2.2) Stelknop voor toerental
(2.3) Fastfi x spilvergrendeling
(2.4) Spanhendel voor aanslagliniaal
(2.5) Ontgrendelingshendel voor speciale af-
kortstand *
(2.6) Hendel voor speciale afkortstand *
(2.7) Kabelopwikkeling met geïntegreerd
handvat
(2.8) Spanhendel voor verstekhoek (verticaal)
(2.9) Keuzeschakelaar voor verstekhoekbereik
(verticaal)
* Alleen bij de leveringsomvang KS 120 EB inbe-
grepen.
4 Gebruik volgens de bestemming
Het elektrische gereedschap is als stationair toe-
stel bestemd voor het zagen van hout, kunststof,
aluminiumprofi elen en vergelijkbare materialen.
Andere materialen, vooral staal, beton en mine-
raal materiaal mogen niet bewerkt worden. Het
elektrische gereedschap is uitsluitend bestemd
voor en mag alleen worden gebruikt door hiervoor
geïnstrueerde personen of vakkrachten.
Voor schade en letsel bij gebruik dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt, is
de gebruiker aansprakelijk.
Restrisico's
Ook wanneer men zich aan alle relevante bouw-
voorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van
de machine nog gevaarlijke situaties voordoen,
bijv. als gevolg van:
Wegvliegen van werkstukdelen
Afkortzaag KAPEX KS 120 EB / KS 88 E
Inhoudsopgave
1 Symbolen ................................................. 51
2 Technische gegevens ............................... 51
3 Apparaatonderdelen ................................. 51
4 Gebruik volgens de bestemming .............. 51
5 Veiligheidsvoorschriften ........................... 52
6 Inbedrijfstelling ......................................... 53
7 Instellingen .............................................. 53
8 Gebruik ..................................................... 56
9 Onderhoud en verzorging ......................... 57
10 Accessoires ............................................... 58
11 Afvalverwijdering ...................................... 58
12 Garantie .................................................... 59
13 EG-conformiteitsverklaring ...................... 59
52
Wegvliegen van delen van het gereedschap bij
beschadigd gereedschap
• Geluidsemissie
• Stofemissie
5 Veiligheidsvoorschriften
5.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschriften
en instructies. Wanneer de waarschuwin-
gen en instructies niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig
letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheids-
instructies en handleidingen om ze later te kun-
nen raadplegen.
Zorg ervoor dat kinderen nooit de machine ge-
bruiken.
Maak u voor het gebruik van de machine vol-
doende met het gebruik, de instelling en de
bediening ervan vertrouwd.
5.2 Machinespecifieke veiligheidsvoor-
schriften
Veiligheidsmaatregelen
Gebruik alleen origineel Festool-gereedschap
(conform EN 847-1).
Om veiligheidsredenen moeten de zaagbladen
de volgende afmetingen hebben: zaagbladdia-
meter 260 mm, opnameboring 30 mm, stam-
bladdikte 1,8 mm. Worden zaagbladen met af-
wijkende afmetingen gebruikt, bestaat verhoogd
risico op verwondingen voor de gebruiker en de
machine kan wegens het niet goed aanspreken
van de geïntegreerde slipkoppeling beschadigd
worden.
Om werkstukken veilig op te kunnen spannen,
dienen deze een minimale lengte van 200 mm
te hebben.
Gebruik uitsluitend volgens de regels aange-
scherpt gereedschap, zonder beschadigingen
of vervormingen. Het hoogste toerental dat op
het gereedschap is aangegeven dient te worden
aangehouden.
Kies voor het materiaal dat u wilt bewerken het
geschikte zaagblad.
Gebruik geen zaagbladen van snelstaal.
Gebruik geen afstandhouders en spilringen.
Zorg voor een voldoende verlichte werkplaats.
Bevestig de machine stevig aan de werkbank of
een tafel.
Om de hoeveelheid vrijkomende stof zo gering
mogelijk te houden, moet de machine aan een
geschikt afzuigapparaat worden aangesloten en
dienen alle elementen voor de opvang van stof
(afzuigkappen, etc.) volgens de regels te zijn
ingesteld.
Draag een geschikte persoonlijke veiligheidsuit-
rusting: gehoorbescherming teneinde minder
risico te lopen hardhorig te worden, veiligheids-
bril, mondmasker ter vermindering van het ri-
sico stoffen in te ademen die schadelijk zijn voor
de gezondheid, veiligheidshandschoenen bij het
hanteren van gereedschap en ruw materiaal.
Transporteer het gereedschap alleen in een
geschikte verpakking.
Onderhoud en reparaties
Vervang een versleten tafelinlegstuk.
Gebruik de machine alleen wanneer alle veilig-
heidsinrichtingen zich in de juiste positie bevin-
den en indien de machine in goede toestand ver-
keert en volgens voorschrift is onderhouden.
Indien er fouten bij de machine, inclusief de
scheidende veiligheidsinrichtingen, of bij het
gereedschap worden vastgesteld, dient het on-
derhoudspersoneel hiervan onmiddellijk op de
hoogte te worden gebracht. De machine mag
pas weer in gebruik worden genomen nadat de
fouten zijn verholpen.
Wanneer de machine met een laser is uitgerust,
mag deze niet door een laser van een ander type
worden vervangen. Reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door de producent van de la-
ser of een geautoriseerde vertegenwoordiger.
Veilig werken
• Bewerk alleen materiaal waarvoor de machine
goedgekeurd is. Aluminium mag alleen met de
daarvoor door Festool bestemde speciale zaag-
bladen worden gezaagd.
Bewerk geen asbesthoudend materiaal.
Zorg ervoor dat de vloer in de omgeving van de
machine vlak, schoon en vrij is van losse deeltjes
(zoals spanen en zaagresten).
Houd handen, vingers en armen uit de buurt van
het draaiende gereedschap. Grijp in het bereik
van het zaagblad niet achter de aanslag.
Neem bij het zagen de juiste werkpositie aan:
- van voren aan de kant van de gebruiker;
- frontaal t.o.v. de machine;
- naast de zaaglijn.
Verwijder geen zaagresten of andere werkstuk-
delen uit het zaagbereik, zolang de machine
loopt en de zaageenheid zich nog niet in de
ruststand bevindt.
Ondersteun lange werkstukken door een ge-
schikte technische voorziening, zodat ze lood-
recht liggen.
Laat tijdens de bewerking nooit een andere per-
soon het werkstuk vasthouden of ondersteunen.
53
Span het werkstuk altijd met geschikte voorzie-
ningen vast.
Neem de maximale werkstukafmetingen in
acht.
Neem de aanwijzingen voor het optillen en het
transport van de machine in acht.
Neem de aanwijzingen voor de montage en het
gebruik van het gereedschap in acht.
Neem de toegestane afmetingen van het zaag-
blad in acht. Gebruik nooit reductiestukken of
adapters om het zaagblad op de gereedschaps-
spil te bevestigen.
Zaag geen hout met metalen delen, zoals spij-
kers, schroeven, enz.
Oefen geen zijdelingse druk op het zaagblad
uit.
Zaag altijd slechts één werkstuk. Meerdere
werkstukken tegelijk kunnen niet veilig vastge-
spannen worden en kunnen daardoor tijdens het
zagen t.o.v. elkaar verschuiven en het zaagblad
blokkeren.
Is het zaagblad geblokkeerd, schakel de ma-
chine dan onmiddellijk uit en trek de stekker
uit het stopcontact. Verwijder pas daarna het
ingeklemde werkstuk.
5.3 Emissiewaarden
De volgens EN 61029 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau 88 dB(A)
Geluidsvermogenniveau 101 dB(A)
Meetonzekerheidstoeslag K = 3 dB
Draag gehoorbescherming!
Beoordeelde acceleratie < 2,5 m/s²
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
zijn gemeten volgens de testvoorwaarden in EN
61029 en dienen voor de machinevergelijking. Aan
de hand van deze waarden kan ook een voorlopige
inschatting van de trillings- en geluidsbelasting
tijdens het gebruik worden gemaakt. De aangege-
ven emissiewaarden gelden voor de belangrijkste
toepassingen van het elektrische gereedschap.
Wordt het elektrisch gereedschap echter voor an-
dere toepassingen of met ander inzetgereedschap
gebruikt, of is het onvoldoende onderhouden, dan
kan hierdoor de trillings- en geluidsbelasting
gedurende de hele werktijd aanzienlijk worden
verhoogd. Met het oog op een vastgelegde werk-
periode dienen voor een juiste beoordeling ook
de hierin optredende vrijloop- en stilstandtijden
van de machine in acht te worden genomen. De
belasting over de totale werkperiode kan op deze
manier aanzienlijk worden verminderd.
6 Inbedrijfstelling
Waarschuwing
Netspanning in acht nemen: De spanning en
frequentie van de stroombron dient overeen te
komen met de gegevens van de kenplaat van de
machine.
In Noord-Amerika mogen alleen Festool-ma-
chines met de spanningsopgave 120 V/60 Hz
worden ingezet.
Voor de eerste inbedrijfstelling:
- Verwijder de transportbeveiliging (4.4) van de
trekstang.
In-/Uitschakelen
Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) tot aan de
weerstand in om het zaagaggregaat en de pen-
delbeschermkap te ontgrendelen.
Druk op de inschakelblokkering (1.3).
Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) geheel door om
de machine in te schakelen.
Laat de in-/uit-schakelaar weer los om de ma-
chine uit te schakelen.
7 Instellingen
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact.
Alleen KS 120 EB: Vervang de waarschuwings-
sticker (3.1) voor de laser door de bijgevoegde
waarschuwingssticker in uw eigen taal.
7.1 Transport
Machine beveiligen (transportstand)
Druk op de aan-/uit-schakelaar (4.1).
Draai het zaagaggregaat tot de aanslag naar
beneden.
Druk op de vergrendeling (4.2). Het zaagaggre-
gaat bevindt zich nu in de onderste stand.
Trek de draaiknop (4.3) aan om het zaagaggre-
gaat in de achterste stand te beveiligen.
Wikkel het netsnoer voor het transport op de
kabelopwikkeling (5.5).
Berg de inbussleutel (5.4) en de hoektranspor-
teur (5.3) (alleen KS 120 EB) op in de daarvoor
bestemde opberghouder.
De machine nooit aan de bewegende
pendelbeschermkap (5.1) optillen of dra-
gen.
Pak de machine bij het dragen aan de zijkant bij
de zaagtafel (5.2) en aan het handvat (5.5) in de
kabelopwikkeling.
Machine ontgrendelen (werkstand)
Druk het zaagaggregaat iets omlaag en trek aan
54
de transportbeveiliging (4.2).
Draai het zaagaggregaat omhoog.
Open de draaiknop (4.3).
7.2 Opstellen van de machine
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact.
Monteer de machine voor het gebruik op een vlak
en stabiel werkvlak (bijv. het onderstel UG-KAPEX,
de multifunctionele tafel MFT of een werkbank).
Er zijn verschillende manieren om de machine
te monteren:
Schroeven: Bevestig de machine met vier schroe-
ven op het werkvlak. Daarvoor dienen de boorga-
ten (6.1) in de vier ondersteuningspunten van de
zaagtafel.
Schroefklemmen: Bevestig de machine met vier
schroefklemmen op het werkvlak. De egale vlak-
ken (6.2) op de vier ondersteuningspunten van de
zaagtafel dienen als spanvlakken.
Spanset (voor MFT): Bevestig de machine met
de spanset (6.4, 494693) op de Festool-multi-
functionele tafel MFT. Daarvoor dienen de beide
schroefgaten (6.3).
Onderstel UG-KAPEX: Bevestig de machine op het
onderstel zoals beschreven in de montagehand-
leiding die bij het onderstel is gevoegd.
7.3 Gereedschapswissel
Gevaar voor ongevallen
Haal de stekker uit het stopcontact alvorens het
gereedschap te wisselen.
Druk alleen op de spilvergrendeling (7.2) als het
zaagblad stilstaat.
Het zaagblad wordt bij het werken heel heet,
neem het niet vast voor het afgekoeld is.
Draag, wegens het gevaar voor letsel door de
scherpe snijkanten, veiligheidshandschoenen
bij het wisselen van gereedschap.
Zaagblad uitbouwen
Breng de machine in de werkstand.
Druk op de spilvergrendeling (7.2) en draai deze
90° met de wijzers van de klok mee.
Draai de moer (7.8) met de inbussleutel (7.9)
geheel naar buiten (linkse schroefwinding).
Druk op de in-/uit-schakelaar (7.3) en open
daarmee de vergrendeling van de pendelbe-
schermkap.
Maak de pendelbeschermkap (7.4) geheel
open.
Verwijder de spanring (7.7) en het zaagblad.
Zaagblad inbouwen
Reinig alle delen voor u ze inbouwt (zaagblad,
ens, moer).
Plaats het zaagblad op de gereedschapsspil
(7.5).
Zorg ervoor dat de draairichtingen van
het zaagblad (7.6) en de machine (7.1)
overeenkomen.
–Bevestig het zaagblad met de fl ens (7.7) en de
moer (7.8).
Draai de moer (7.8) stevig aan (linkse schroef-
winding).
Druk op de spilvergrendeling (7.2) en draai deze
90° tegen de wijzers van de klok in.
7.4 Werkstukklem inzetten
Plaats de werkstukklem (8.1) in een van beide
boorgaten (8.2). Daarbij dient de kleminrichting
naar achteren te wijzen.
Draai aan de werkstukklem, zodat de klemin-
richting naar voren wijst.
7.5 Afzuiging
Tijdens het werken kunnen schadelijke/giftige
stoffen ontstaan (bijv. bij loodhoudende verf, en-
kele houtsoorten en metaal). Voor degene die de
machine bedient of voor personen die zich in de
buurt van de machine bevinden kan het aanraken
of inademen van deze stoffen gevaarlijk zijn.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in
uw land van toepassing zijn.
Sluit het gereedschap aan op een geschikte
afzuiginstallatie.
Draag ter bescherming van uw gezondheid een
P2-mondmasker.
Op de afzuigaansluiting (9.1) kan een Festool-
afzuigapparaat met een afzuigslang met een
diameter van 36 mm of 27 mm worden aange-
sloten (36 mm aanbevolen wegens het geringere
verstoppingsgevaar).
De fl exibele spaanvanger (9.2) verbetert de op-
vang van stof en spanen. Werk daarom niet zonder
gemonteerde spaanvanger.
De spaanvanger wordt met de klem (10.1) aan de
beschermkap vastgeklemd. Daarbij dienen de
haken (10.2) van de klemmen in de uitsparingen
(10.3) van de beschermkap te klikken.
7.6 Werkstukaanslag
Aanslagliniaal instellen
Bij versteksnedes dient u de aanslaglinialen (11.1)
te verstellen, zodat de werking van de pendelbe-
schermkap er niet door wordt gehinderd en ze
niet in contact met het zaagblad komen.
Open de spanhendel (11.2).
Verschuif de aanslagliniaal totdat de kortste
55
afstand tot het zaagblad bij het werken max. 4,5
mm bedraagt.
Sluit de spanhendel weer.
Aanslagliniaal afnemen
Bij sommige versteksnedes kan het nodig zijn een
aanslagliniaal weg te nemen, omdat deze anders
tegen het zaagaggregaat aan kan komen.
Draai de moer (11.3) zo ver mogelijk in het
draadgat (naar beneden).
– U kunt nu de aanslagliniaal zijwaarts naar buiten
trekken.
Draai de moer weer drie slagen naar buiten na-
dat u de aanslagliniaal opnieuw heeft ingezet.
Hulpaanslag
Om het aanslagvlak te vergroten kunt in de boor-
gaten (12.1) van beide aanslaglinialen een hulp-
aanslag van hout (12.2) monteren. Daardoor kunt
u grotere werkstukken veiliger aanleggen.
Let hierbij op de volgende punten:
De moeren voor het bevestigen van de hulp-
aanslagen mogen niet boven het oppervlak uit
steken.
De hulpaanslagen mogen alleen voor 0°-ver-
steksnedes gebruikt worden.
De hulpaanslagen mogen het functioneren van
de beschermkappen niet belemmeren.
7.7 Horizontale verstekhoek
Er kunnen willekeurige horizontale verstekhoe-
ken tussen 50° (aan de linkerkant) en 60° (aan
de rechterkant) worden ingesteld. Bovendien
kunnen de gebruikelijke verstekhoeken worden
ingesteld.
De pijl van de naald (13.2) geeft de ingestelde
horizontale verstekhoek aan. Met de beide mar-
keringen rechts en links van de pijl van de naald
kunt u exact hoeken van een halve graad instellen.
Daartoe moeten deze beide markeringen geheel
samenvallen met de strepen op de schaalverde-
ling.
Standaard-verstekhoek horizontaal
De volgende verstekhoeken kunnen worden in-
gesteld:
links: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45°
rechts: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45°, 60°
Breng de machine in de werkstand.
Trek de spanhendel (13.5) naar boven.
Druk de bevestigingshendel (13.4) naar bene-
den.
Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstek-
hoek.
Laat de bevestigingshendel weer los. De beves-
tigingshendel moet merkbaar inklikken.
Druk de spanhendel naar beneden.
Willekeurige verstekhoeken horizontaal
Breng de machine in de werkstand.
Trek de spanhendel (13.5) naar boven.
Druk de bevestigingshendel (13.4) naar bene-
den.
Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstek-
hoek.
Druk de spanhendel naar beneden.
Laat de bevestigingshendel weer los.
7.8 Verticale verstekhoek
Breng de machine in de werkstand.
Open de spanhendel (14.1).
– Draai de keuzeschakelaar (14.2) op het gewenste
instelbereik (0° - 45°, +/-45° of +/-47°).
Draai het zaagaggregaat tot de naald (14.3) de
gewenste verstekhoek aangeeft. Alleen KS 120
EB: Met de draaigreep voor de fi jninstelling
(14.4) kunt u de verticale verstekhoek gevoelig
instellen.
Sluit de spanhendel (14.1) weer.
7.9 Speciale afkortstand (alleen KS 120
EB)
Naast de gebruikelijke stand voor het zagen of
afkorten van planken/panelen bezit de machine
een speciale afkortstand voor het afkorten van
hoge plinten tot 120 mm.
Trek het zaagaggregaat naar voren.
Draai de hendel (15.3) naar beneden.
Schuif het zaagaggregaat terug tot de metalen
beugel (15.1) in de achterste opening van het
zaagaggregaat springt.
In deze stand kunt u nu tot 120 mm hoge plinten
tegen de aanslag afkorten. De trekfunctie en
de verticale draaifunctie van de afkortzaag zijn
echter gedeactiveerd.
Om de machine weer in de standaardpositie te
brengen, drukt u op de ontgrendelingshendel
(15.2) en trekt u het zaagaggregaat naar voren.
De metalen beugel (15.1) komt daardoor weer
los en de hendel (15.3) draait terug.
7.10 Begrenzing zaagdiepte
Met de traploos instelbare begrenzing van de
zaagdiepte kan het verticale draaibereik van
het zaagaggregaat worden ingesteld. Daardoor
wordt het groeven of afplatten van werkstukken
mogelijk.
Neem de grenzen van de groef in acht: De
L
traploze instelling is alleen mogelijk in het
bereik tussen 0 en 45 mm. Ook de mogelij-
ke lengte van de groef is begrensd. Bijvoor-
beeld: Bij een groefdiepte van 48 mm en een
56
werkstukdikte van 88 mm ligt dit bereik tus-
sen 40 en 270 mm.
Breng de machine in de werkstand.
Draai de hendel voor de begrenzing van de zaag-
diepte (16.1) naar beneden totdat deze inklikt.
Het zaagaggregaat kan nu alleen nog tot aan de
ingestelde zaagdiepte naar beneden draaien.
Stel de gewenste zaagdiepte in door aan de
hendel voor de begrenzing van de zaagdiepte
te draaien.
Om de begrenzing van de zaagdiepte te deacti-
veren draait u de hendel voor de begrenzing van
de zaagdiepte weer naar boven.
7.11 Vaste horizontale stand
Met de draaiknop (16.2) kunt u het zaagaggregaat
in een willekeurige positie langs de trekstangen
(16.3) vastklemmen.
7.12 Laser inschakelen (alleen KS 120 EB)
De machine bezit twee lasers die de zaagsnede
rechts en links van het zaagblad markeren. Daar-
mee kunnen ze het werkstuk aan beide kanten
(linker- of rechterkant van het zaagblad resp. de
zaagsnede) afstellen.
Druk op de toets (2.1) om de laser in of uit te
schakelen. Wordt de machine gedurende 30
minuten niet gebruikt, dan schakelt de laser
automatisch uit en moet weer opnieuw inge-
schakeld worden.
8 Gebruik
Gevaar voor ongevallen
Zorg er voor de werkzaamheden voor dat het
zaagblad de aanslaglinialen, de werkstuk- en
schroefklemmen of andere machinedelen niet
kan raken.
Kruis de handen niet voor het zaagaggregaat,
houd dus nooit met de linkerhand het werkstuk
rechts van het zaagblad vast of omgekeerd.
Overbelast de machine niet zo, dat deze tot stil-
stand komt.
Maximale werkstukafmetingen
Verstekhoek volgens schaal,
horizontaal/verticaal - hoogte x breedte [mm]
0°/0° - speciale afkortstand 120 x 60 (alleen KS
120 EB)
0°/0° - 88 x 305
45°/0° - 88 x 215
0°/45° rechts - 35 x 305
0°/45° links - 55 x 305
45°/45° rechts - 35 x 215
45°/45° links - 55 x 215
8.1 Werkstuk vastspannen
Gevaar voor ongevallen
Span de werkstukken altijd met de werkstuk-
klem vast. Daarbij dient de neerdrukarm (17.2)
goed op het werkstuk te liggen. (Opmerking:
afhankelijk van de contouren van het werkstuk,
bijv. ronde contouren, kunnen hier hulpmiddelen
voor nodig zijn).
Bewerk geen werkstukken die te klein zijn om
vast te spannen.
Ga heel voorzichtig te werk, zodat geen werk-
stukken door het zaagblad naar achteren in de
voeg tussen het zaagblad en de aanslagliniaal
getrokken worden. Dit gevaar bestaat met name
bij horizontale versteksnedes.
Neem de vastgestelde werkpositie in.
Versterk zeer dunne werkstukken (24.2) door
deze samen met een extra lijst (24.2) door te
zagen. Zeer dunne werkstukken kunnen bij het
zagen „klapperen“ of breken.
Handelwijze
Leg het werkstuk op de zaagtafel en druk het
tegen de aanslaglinialen.
Open de spanhendel (17.1) van de werkstuk-
klem.
Draai aan de werkstukklem tot de neerdrukarm
(17.2) boven het werkstuk staat.
Laat de neerdrukarm op het werkstuk neer.
Sluit de spanhendel (17.1).
8.2 Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (2.2) traploos
tussen 1400 en 3400 min
-1
ingesteld worden.
Daardoor kunt u de zaagsnelheid aan het betref-
fende materiaal optimaal aanpassen.
Aanbevolen stand van de stelknop
Hout 3 - 6
Kunststof 3 - 5
Vezelmaterialen 1 - 3
Aluminium- en NE-profi elen 3 - 6
8.3
Zaagsnedes zonder trekbeweging
Stel de machine naar wens in.
Span het werkstuk vast.
Schuif het zaagaggregaat tot de aanslag naar
achteren (richting werkstukaanslag) en zet de
draaiknop (1.5) voor de klemming van de trek-
inrichting vast, of fi xeer het zaagaggregaat in de
speciale afkortstand (alleen KS 120 EB).
Schakel de machine in.
Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1)
langzaam naar beneden en zaag het werkstuk
met een gelijkmatige voorwaartse beweging
door.
57
Schakel de machine uit en wacht tot het zaag-
blad geheel tot stilstand is gekomen.
Draai het zaagaggregaat weer omhoog.
8.4 Zaagsnedes met trekbeweging
Stel de machine naar wens in.
Span het werkstuk vast.
Trek het zaagaggregaat langs de trekstangen
naar voren.
Schakel de machine in.
Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1)
langzaam naar beneden.
Druk het zaagaggregaat met een gelijkmatige
voorwaartse beweging naar achteren en zaag
het werkstuk.
Schakel de machine uit.
Wacht tot het zaagblad geheel tot stilstand is
gekomen en draai pas dan het zaagaggregaat
naar boven.
8.5 Hoektransporteur (alleen KS 120 EB)
Met de hoektransporteur kunt u een willekeurige
hoek (bijv. tussen twee wanden) opnemen en op
de afkortzaag de hoekdeellijn instellen. (als ac-
cessoire lever-baar)
Binnenhoek
Open de klemming (18.2).
Leg de hoektransporteur met de beide benen
(18.1) tegen de binnenhoek aan.
Sluit de klemming (18.2).
Leg de hoektransporteur met één been tegen
een aanslagliniaal van de afkortzaag aan.
Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek)
in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de
laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de
hoektransporteur.
Buitenhoek
Open de klemming (18.3).
Schuif de aluminiumprofi elen (18.4) van beide
benen naar voren.
Leg de hoektransporteur met de beide benen
(18.4) tegen de buitenhoek aan.
Sluit de klemming (18.3).
Schuif de aluminiumprofi elen van beide benen
weer terug.
Leg de hoektransporteur met één been tegen
een aanslagliniaal van de afkortzaag aan.
Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek)
in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de
laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de
hoektransporteur.
9 Onderhoud en verzorging
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact!
Alle onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden, waarvoor het vereist is de
motorbehuizing te openen, mogen alleen
door een geautoriseerde onderhouds-
werkplaats worden uitgevoerd.
Beschadigde beveiligingen en onderde-
len moeten op deskundige wijze door
een erkende servicewerkplaats worden
gerepareerd of vervangen, indien in de
gebruiksaanwijzing niets anders staat
aangegeven.
Ter bescherming van de luchtcirculatie dienen de
koelluchtopeningen in de motorbehuizing steeds
vrij en schoon te worden gehouden.
Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale
kolen uitgerust. Zijn die versleten, dan volgt een
automatische stroomonderbreking en het toestel
komt tot stilstand.
Reinig regelmatig het tafelinlegstuk [20.1] en het
afzuigkanaal bij de spaanvanger (zie Afbeelding
10) om houtsplinters, stofafzettingen en werk-
stukresten te verwijderen.
9. 1 Laser instellen (alleen KS 120 EB)
Wanneer de laserstralen niet met de zaagsnede
overeenkomen, kunt u beide lasers bijstellen.
Gebruik daarvoor een inbusschroevendraaier
(SW 2,5).
- Doorboor met de inbusschroevendraaier op de
gemarkeerde plekken (3.2 tot 3.7) de sticker om
bij de instelschroeven daaronder te komen.
De instelling van de laserstralen is in de fabriek
correct ingesteld. Draai alleen in de aangegeven
gevallen aan de instelschroeven.
- Ter controle van de laser legt u een proefwerk-
stuk op de machine.
- Zaag een groef in het werkstuk.
- Draai de kop van de zaag naar boven en contro-
leer de instelling.
De laserstraal is niet zichtbaar
Controleer eerst of de laser ingeschakeld is. Is
dit niet het geval, schakel deze met de knop (2.1)
in.
Identifi ceer de niet-zichtbare laser.
- Draai aan instelschroef (3.3) voor de laser-
straal links en aan instelschroef (3.5) voor de
laserstraal rechts tot de laser op het werkstuk
verschijnt.
- Stel, zoals beschreven, eerst de (a) parallelliteit
t.o.v. de afgetekende lijn in, en vervolgens (b)
58
de helling en (c) de axiale verschuiving van de
laserstraal.
a) De laserstraal staat niet parallel aan de
afgetekende lijn [Afbeelding 3A]
Stel de parallelliteit in.
Laserstraal links Instelschroef (3.4)
Laserstraal rechts Instelschroef (3.6)
b) De laserstraal wandelt bij het afkorten
naar links of rechts [Afbeelding 3B]
Stel de helling in tot de laserstraal bij het afkorten
niet meer wandelt.
Laserstraal links Instelschroef (3.3)
Laserstraal rechts Instelschroef (3.5)
c) De laserstraal staat niet op de plaats van
de zaagsnede [Afbeelding 3C]
Stel de axiale verschuiving in.
Laserstraal links Instelschroef (3.2)
Laserstraal rechts Instelschroef (3.7)
9.2
Horizontale verstekhoek corrigeren
Wanneer de naald (13.2) bij de in te stellen ver-
stekhoeken niet meer de ingestelde waarde aan-
wijst, kunt u deze na het losdraaien van de moer
(13.1) bijstellen.
Indien de feitelijke (gezaagde) verstekhoek van de
ingestelde waarde afwijkt, kunt u dit corrigeren:
Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in.
Draai de drie moeren (13.3) los waarmee de
schaal aan de zaagtafel bevestigd is.
Verschuif de schaal met het zaagaggregaat tot
de feitelijke waarde 0° bedraagt. U kunt dit met
een hoek tussen de aanslagliniaal en het zaag-
blad controleren.
Draai de drie moeren (13.3) weer aan.
– Controleer de hoekinstelling met een proefzaag-
snede.
9.3 Verticale verstekhoek corrigeren
Indien de feitelijke waarde niet meer met de
ingestelde waarde overeenkomt, kunt u dit cor-
rigeren:
Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in.
Draai de beide schroeven (23.1) los.
Draai het zaagaggregaat tot de feitelijke waarde
0° bedraagt. U kunt dit met een hoek tussen de
zaagtafel en het zaagblad controleren.
Draai de beide moeren (23.1) weer aan.
– Controleer de hoekinstelling met een proef-
zaagsnede.
Wanneer de naald (22.2) niet meer de ingestelde
waarde aanwijst, kunt u deze na het losdraaien
van de moer (22.1) bijstellen.
9.4 Tafelinlegstuk verwisselen
Werk niet met een versleten tafelinlegstuk (20.1),
maar vervang dit door een nieuw.
Draai voor het verwisselen de zes moeren (20.2)
los.
9.5 Venster voor de laser reinigen of ver-
vangen (alleen KS 120 EB)
Het venster (21.2) ter bescherming van de laser
kan tijdens het gebruik vuil worden. Om het te
reinigen of te vervangen kunt u het demonteren.
Draai de schroef (21.5) los in ca. 2 draaibewe-
gingen.
Druk het venster gelijktijdig in de richting (21.3)
en (21.4).
Neem het venster eruit.
Reinig het venster of vervang het door een nieuw
exemplaar.
Breng het gereinigde/nieuwe venster in. De
beide pennen (21.1) van het venster dienen zoals
weergegeven (Afbeelding 21) in de uitsparingen
van de bovenste beschermkap te vergrendelen.
Draai de schroeven (21.5) vast.
10 Accessoires
Maak uitsluitend gebruik van de voor deze ma-
chine bestemde originele Festool-accessoires
en het Festool-verbruiksmateriaal, omdat deze
systeemcomponenten optimaal op elkaar zijn
afgestemd. Bij het gebruik van accessoires en
verbruiksmateriaal van andere leveranciers is een
kwalitatieve beïnvloeding van de werkresultaten
en een beperking van de garantieaanspraken
waarschijnlijk. Al naar gelang de toepassing kan
de slijtage van de machine of de persoonlijke be-
lasting van u zelf toenemen. Bescherm daarom
uzelf, uw machine en uw garantieaanspraken
door uitsluitend gebruik te maken van originele
Festool-accessoires en Festool-verbruiksmate-
riaal!
Festool biedt u zeer uitgebreide accessoires voor
de afkortzaag:
Zaagbladen voor verschillende materialen.
Afkortaanslag (werkblad met geïntegreerde
maatschaal): daardoor kunnen langere werk-
stukken ondersteund en maatzuiver bewerkt
worden.
• Randprofi elaanslag: aanleghulp voor schuine
plinten en randprofi elen.
Andere accessoires en de bestelnummers voor
accessoires en gereedschap vindt u in uw Fes-
tool-catalogus of op het internet op www.festool.
com.
59
11 Afvalverwijdering
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil
mee! Voer het apparaat, de accessoires en de
verpakking op milieuvriendelijke wijze af! Neem
daarbij de geldende nationale voorschriften in
acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn 2002/96/
EG dienen oude elektroapparaten gescheiden te
worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze
te worden afgevoerd.
12 Garantie
Voor onze toestellen verlenen we op materiaal- of
productiefouten garantie conform de landspe-
cifi eke wettelijke bepalingen, minstens echter
12 maanden. Binnen de lidstaten van de EU be-
draagt de garantietermijn 24 maanden (bewijs
door rekening of afl everingsbewijs). Schade door
natuurlijke slijtage, overbelasting, ondeskun-
dige behandeling of schade veroorzaakt door
de gebruiker of door gebruik ingaande tegen de
aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing of schade
die bij de aankoop gekend was, blijft uitgesloten
van de garantie. Ook schade die is terug te voeren
op het gebruik van niet-originele accessoires en
verbruiksmaterialen (bijv. steunschijf) wordt niet
in aanmerking genomen. Klachten kunnen alleen
aanvaard worden als het toestel volledig naar de
leverancier of naar een geautoriseerde Festool-
klantendienstwerkplaats teruggestuurd wordt.
Bewaar de gebruiksaanwijzing, veiligheidsvoor-
schriften, onderdelenlijst en het aankoopbewijs
zorgvuldig. Overigens gelden de actuele garan-
tiebepalingen van de fabrikant.
Opmerking
Wegens de permanente onderzoeks- en ontwik-
kelingswerkzaamheden zijn wijzigingen aan de
hier gegeven technische informatie voorbehou-
den.
13 EG-conformiteitsverklaring
Afkortzaag Serienr.
KS 120 EB 495773, 495774, 495775,
495776, 495777
KS 88 E 496868, 496869, 496871,
496872
Jaar van de CE-markering: KS 120 EB 2007
KS 88 E 2009
Wij verklaren en stellen ons ervoor verantwoor-
delijk dat dit product voldoet aan de volgende
normen en normatieve documenten: EN 61029-
1, EN 61029-2-9, EN 55014-1, EN 55014-2, EN
61000-3-2, EN 61000-3-3 volgens de bepalingen
van de richtlijnen 2004/108/EG, 2006/42/EG.
Dr. Johannes Steimel 22.01.2010
Hoofd onderzoek, ontwikkeling en technische
documentatie
Festool GmbH
Wertstrasse 20,
D-73240 Wendlingen
REACh voor producten, accessoires en ver-
bruiksmateriaal van Festool
REACh is de sinds 2007 in heel Europa toepasselij-
ke chemicaliënverordening. Wij als „downstream-
gebruiker“, dus als fabrikant van producten, zijn
ons bewust van onze informatieplicht tegenover
onze klanten. Om u altijd over de meest actuele
stand van zaken op de hoogte te houden en over
mogelijke stoffen van de kandidatenlijst in onze
producten te informeren, hebben wij de volgende
website voor u geopend: www.festool.com/re-
ach
8.2
8.1
7.1 7.37.2
7.4
7.5
7.7
7.6
7.9
7.8
8
7
11.3
11.2
10.1 10.3 10.2
11.1
11
10
9
9.1 9.2
13.1
13.2
14.2
14.3
14.1
13.5
13.4
13.3
12.2
14.4*
12.1
13
14
12
0
5
10
0-45°
±45°
±47°
16.2
16.3
16.1
*15.1
*15.3 *15.2
16
15*
17.1
17.2
17
*18.1
*18.4
*18.2
*18.3
18*
*19.1
20
19*
20.2
20.1
21*
21.5*
*21.3
*21.4
*21.2
*21.1
22.2
22.1
22
24.1
24.2
23.1
23.1
23
24
1/138