Festool 561287 Handleiding

Type
Handleiding
50
1 Symbolen
Waarschuwing voor algemeen gevaar!
Handleiding/aanwijzingen lezen!
Gevarenzone! Kom niet met uw handen,
vingers en armen in deze zone!
Draag een veiligheidsbril!
Draag gehoorbescherming!
Draag een zuurstofmasker!
Draag veiligheidshandschoenen!
Pas op laserstralen!
Voer het apparaat, de accessoires en de
verpakking op milieuvriendelijke wijze af!
2 Technische gegevens
Vermogen 1600 W
Toerental (onbelast) 1400 - 3400 min
-1
Gereedschapsspil, Ø 30 mm
Gewicht
KS 120 EB 21,5 kg
KS 88 E 20,7 kg
Beveiligingsklasse / II
Max. werkstukafmetingen zie paragraaf „8 Ge-
bruik“.
De vermelde afbeeldingen staan aan het begin en
aan het einde van de handleiding.
De componenten die op de afbeeldingen met * ge-
markeerd zijn, zijn alleen bij de leveringsomvang
van de KS 120 EB inbegrepen.
3 Apparaatonderdelen
(1.1) Handgreep
(1.2) In-/uit-schakelaar
(1.3) Inschakelblokkering
(1.4) Hendel voor begrenzing zaagdiepte
(1.5) Draaiknop voor de klemming van de tre-
kinrichting
(1.6) Transportbeveiliging
(1.7) Schaal voor verstekhoek (verticaal)
(1.8) Schaal voor verstekhoek (horizontaal)
(1.9) Spanhendel voor verstekhoek (horizon-
taal)
(1.10) Bevestigingshendel voor vooraf inge-
stelde verstekhoek (horizontaal)
(1.11) Draaigreep voor de fi jninstelling van de
verstekhoek (verticaal) *
(2.1) In-/uit-schakelaar voor laser *
(2.2) Stelknop voor toerental
(2.3) Fastfi x spilvergrendeling
(2.4) Spanhendel voor aanslagliniaal
(2.5) Ontgrendelingshendel voor speciale af-
kortstand *
(2.6) Hendel voor speciale afkortstand *
(2.7) Kabelopwikkeling met geïntegreerd
handvat
(2.8) Spanhendel voor verstekhoek (verticaal)
(2.9) Keuzeschakelaar voor verstekhoekbereik
(verticaal)
* Alleen bij de leveringsomvang KS 120 EB inbe-
grepen.
4 Gebruik volgens de bestemming
Het elektrische gereedschap is als stationair toe-
stel bestemd voor het zagen van hout, kunststof,
aluminiumprofi elen en vergelijkbare materialen.
Andere materialen, vooral staal, beton en mine-
raal materiaal mogen niet bewerkt worden. Het
elektrische gereedschap is uitsluitend bestemd
voor en mag alleen worden gebruikt door hiervoor
geïnstrueerde personen of vakkrachten.
Voor schade en letsel bij gebruik dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt, is
de gebruiker aansprakelijk.
Restrisico's
Ook wanneer men zich aan alle relevante bouw-
voorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van
de machine nog gevaarlijke situaties voordoen,
bijv. als gevolg van:
Wegvliegen van werkstukdelen
Afkortzaag KAPEX KS 120 EB / KS 88 E
Inhoudsopgave
1 Symbolen ................................................. 50
2 Technische gegevens ............................... 50
3 Apparaatonderdelen ................................. 50
4 Gebruik volgens de bestemming .............. 50
5 Veiligheidsvoorschriften ........................... 51
6 Inbedrijfstelling ......................................... 52
7 Instellingen .............................................. 52
8 Gebruik ..................................................... 55
9 Onderhoud en verzorging ......................... 56
10 Afvalverwijdering ...................................... 57
11 EG-conformiteitsverklaring ...................... 57
51
Wegvliegen van delen van het gereedschap bij
beschadigd gereedschap
• Geluidsemissie
• Stofemissie
5 Veiligheidsvoorschriften
5.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschriften
en instructies. Wanneer de waarschuwin-
gen en instructies niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig
letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheids-
instructies en handleidingen om ze later te kun-
nen raadplegen.
Zorg ervoor dat kinderen nooit de machine ge-
bruiken.
Maak u voor het gebruik van de machine vol-
doende met het gebruik, de instelling en de
bediening ervan vertrouwd.
5.2 Machinespecifieke veiligheidsvoor-
schriften
Veiligheidsmaatregelen
Gebruik alleen origineel Festool-gereedschap
(conform EN 847-1).
Om veiligheidsredenen moeten de zaagbladen
de volgende afmetingen hebben: zaagbladdia-
meter 260 mm, opnameboring 30 mm, stam-
bladdikte 1,8 mm. Worden zaagbladen met af-
wijkende afmetingen gebruikt, bestaat verhoogd
risico op verwondingen voor de gebruiker en de
machine kan wegens het niet goed aanspreken
van de geïntegreerde slipkoppeling beschadigd
worden.
Om werkstukken veilig op te kunnen spannen,
dienen deze een minimale lengte van 200 mm
te hebben.
Gebruik uitsluitend volgens de regels aange-
scherpt gereedschap, zonder beschadigingen
of vervormingen. Het hoogste toerental dat op
het gereedschap is aangegeven dient te worden
aangehouden.
Kies voor het materiaal dat u wilt bewerken het
geschikte zaagblad.
Gebruik geen zaagbladen van snelstaal.
Gebruik geen afstandhouders en spilringen.
Zorg voor een voldoende verlichte werkplaats.
Bevestig de machine stevig aan de werkbank of
een tafel.
Om de hoeveelheid vrijkomende stof zo gering
mogelijk te houden, moet de machine aan een
geschikt afzuigapparaat worden aangesloten en
dienen alle elementen voor de opvang van stof
(afzuigkappen, etc.) volgens de regels te zijn
ingesteld.
Draag een geschikte persoonlijke veiligheidsuit-
rusting: gehoorbescherming teneinde minder
risico te lopen hardhorig te worden, veiligheids-
bril, mondmasker ter vermindering van het ri-
sico stoffen in te ademen die schadelijk zijn voor
de gezondheid, veiligheidshandschoenen bij het
hanteren van gereedschap en ruw materiaal.
Transporteer het gereedschap alleen in een
geschikte verpakking.
Onderhoud en reparaties
Vervang een versleten tafelinlegstuk.
Gebruik de machine alleen wanneer alle veilig-
heidsinrichtingen zich in de juiste positie be-
vinden en indien de machine in goede toestand
verkeert en volgens voorschrift is onderhouden.
Indien er fouten bij de machine, inclusief de
scheidende veiligheidsinrichtingen, of bij het
gereedschap worden vastgesteld, dient het on-
derhoudspersoneel hiervan onmiddellijk op de
hoogte te worden gebracht. De machine mag
pas weer in gebruik worden genomen nadat de
fouten zijn verholpen.
Wanneer de machine met een laser is uitgerust,
mag deze niet door een laser van een ander type
worden vervangen. Reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door de producent van de
laser of een geautoriseerde vertegenwoordiger.
Veilig werken
• Bewerk alleen materiaal waarvoor de machine
goedgekeurd is. Aluminium mag alleen met de
daarvoor door Festool bestemde speciale zaag-
bladen worden gezaagd.
Bewerk geen asbesthoudend materiaal.
Zorg ervoor dat de vloer in de omgeving van de
machine vlak, schoon en vrij is van losse deeltjes
(zoals spanen en zaagresten).
Houd handen, vingers en armen uit de buurt van
het draaiende gereedschap. Grijp in het bereik
van het zaagblad niet achter de aanslag.
Neem bij het zagen de juiste werkpositie aan:
- van voren aan de kant van de gebruiker;
- frontaal t.o.v. de machine;
- naast de zaaglijn.
Verwijder geen zaagresten of andere werkstuk-
delen uit het zaagbereik, zolang de machine
loopt en de zaageenheid zich nog niet in de
ruststand bevindt.
Ondersteun lange werkstukken door een ge-
schikte technische voorziening, zodat ze lood-
recht liggen.
Laat tijdens de bewerking nooit een andere per-
52
soon het werkstuk vasthouden of ondersteunen.
Span het werkstuk altijd met geschikte voorzie-
ningen vast.
Neem de maximale werkstukafmetingen in acht.
Neem de aanwijzingen voor het optillen en het
transport van de machine in acht.
Neem de aanwijzingen voor de montage en het
gebruik van het gereedschap in acht.
Neem de toegestane afmetingen van het zaag-
blad in acht. Gebruik nooit reductiestukken of
adapters om het zaagblad op de gereedschaps-
spil te bevestigen.
Zaag geen hout met metalen delen, zoals spij-
kers, schroeven, enz.
Oefen geen zijdelingse druk op het zaagblad uit.
Zaag altijd slechts één werkstuk. Meerdere
werkstukken tegelijk kunnen niet veilig vastge-
spannen worden en kunnen daardoor tijdens het
zagen t.o.v. elkaar verschuiven en het zaagblad
blokkeren.
Is het zaagblad geblokkeerd, schakel de ma-
chine dan onmiddellijk uit en trek de stekker
uit het stopcontact. Verwijder pas daarna het
ingeklemde werkstuk.
Veiligheidsvoorschriften voor lasers
Richt de laserstraal nooit op personen. Door
verblinding kunnen er ongevallen ontstaan.
Kijk nooit in een directe of refl ecterende la-
serstraal. Komt de laserstraal toch in uw ogen,
sluit ze dan direct en beweeg uw hoofd weg van
de straal. Wanneer de laserstraal uw oog raakt,
kan dit tot oogletsel leiden.
Breng geen wijzigingen aan de laser aan. Een
gewijzigde laser kan extra gevaar veroorzaken.
5.3 Emissiewaarden
De volgens EN 61029 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau 88 dB(A)
Geluidsvermogenniveau 101 dB(A)
Meetonzekerheidstoeslag K = 3 dB
Draag gehoorbescherming!
Beoordeelde acceleratie < 2,5 m/s²
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
zijn geschikt om machines te vergelijken,
om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te
maken
en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toe-
passingen, met ander inzetgereedschap of bij
onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en
stilstandtijden van de machine in acht!
6 Inbedrijfstelling
Waarschuwing
Netspanning in acht nemen: De spanning en
frequentie van de stroombron dient overeen te
komen met de gegevens van de kenplaat van de
machine.
In Noord-Amerika mogen alleen Festool-ma-
chines met de spanningsopgave 120 V/60 Hz
worden ingezet.
Voor de eerste inbedrijfstelling:
- Verwijder de transportbeveiliging (4.4) van de
trekstang.
In-/Uitschakelen
Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) tot aan de
weerstand in om het zaagaggregaat en de pen-
delbeschermkap te ontgrendelen.
Druk op de inschakelblokkering (1.3).
Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) geheel door om
de machine in te schakelen.
Laat de in-/uit-schakelaar weer los om de ma-
chine uit te schakelen.
7 Instellingen
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact.
Alleen KS 120 EB: Vervang de waarschuwings-
sticker (3.1) voor de laser door de bijgevoegde
waarschuwingssticker in uw eigen taal.
7.1 Transport
Machine beveiligen (transportstand)
Druk op de aan-/uit-schakelaar (4.1).
Draai het zaagaggregaat tot de aanslag naar
beneden.
Druk op de vergrendeling (4.2). Het zaagaggre-
gaat bevindt zich nu in de onderste stand.
Trek de draaiknop (4.3) aan om het zaagaggre-
gaat in de achterste stand te beveiligen.
Wikkel het netsnoer voor het transport op de
kabelopwikkeling (5.5).
Berg de inbussleutel (5.4) en de hoektranspor-
teur (5.3) (alleen KS 120 EB) op in de daarvoor
bestemde opberghouder.
De machine nooit aan de bewegende pen-
delbeschermkap (5.1) optillen of dragen.
Pak de machine bij het dragen aan de zijkant bij
de zaagtafel (5.2) en aan het handvat (5.5) in de
53
kabelopwikkeling.
Machine ontgrendelen (werkstand)
Druk het zaagaggregaat iets omlaag en trek aan
de transportbeveiliging (4.2).
Draai het zaagaggregaat omhoog.
Open de draaiknop (4.3).
7.2 Opstellen van de machine
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact.
Monteer de machine voor het gebruik op een vlak
en stabiel werkvlak (bijv. het onderstel UG-KAPEX,
de multifunctionele tafel MFT of een werkbank).
Er zijn verschillende manieren om de machine
te monteren:
Schroeven: Bevestig de machine met vier schroe-
ven op het werkvlak. Daarvoor dienen de boorga-
ten (6.1) in de vier ondersteuningspunten van de
zaagtafel.
Schroefklemmen: Bevestig de machine met vier
schroefklemmen op het werkvlak. De egale vlak-
ken (6.2) op de vier ondersteuningspunten van de
zaagtafel dienen als spanvlakken.
Spanset (voor MFT): Bevestig de machine met
de spanset (6.4, 494693) op de Festool-multi-
functionele tafel MFT. Daarvoor dienen de beide
schroefgaten (6.3).
Onderstel UG-KAPEX: Bevestig de machine op het
onderstel zoals beschreven in de montagehand-
leiding die bij het onderstel is gevoegd.
7.3 Gereedschapswissel
Gevaar voor ongevallen
Haal de stekker uit het stopcontact alvorens het
gereedschap te wisselen.
Druk alleen op de spilvergrendeling (7.2) als het
zaagblad stilstaat.
Het zaagblad wordt bij het werken heel heet,
neem het niet vast voor het afgekoeld is.
Draag, wegens het gevaar voor letsel door de
scherpe snijkanten, veiligheidshandschoenen
bij het wisselen van gereedschap.
Zaagblad uitbouwen
Breng de machine in de werkstand.
Druk op de spilvergrendeling (7.2) en draai deze
90° met de wijzers van de klok mee.
Draai de moer (7.8) met de inbussleutel (7.9)
geheel naar buiten (linkse schroefwinding).
Druk op de in-/uit-schakelaar (7.3) en open
daarmee de vergrendeling van de pendelbe-
schermkap.
Maak de pendelbeschermkap (7.4) geheel open.
Verwijder de spanring (7.7) en het zaagblad.
Zaagblad inbouwen
Reinig alle delen voor u ze inbouwt (zaagblad,
ens, moer).
Plaats het zaagblad op de gereedschapsspil
(7.5).
Zorg ervoor dat de draairichtingen van
het zaagblad (7.6) en de machine (7.1)
overeenkomen.
–Bevestig het zaagblad met de fl ens (7.7) en de
moer (7.8).
Draai de moer (7.8) stevig aan (linkse schroef-
winding).
Druk op de spilvergrendeling (7.2) en draai deze
90° tegen de wijzers van de klok in.
7.4 Werkstukklem inzetten
Plaats de werkstukklem (8.1) in een van beide
boorgaten (8.2). Daarbij dient de kleminrichting
naar achteren te wijzen.
Draai aan de werkstukklem, zodat de klemin-
richting naar voren wijst.
7.5 Afzuiging
Tijdens het werken kunnen schadelijke/giftige
stoffen ontstaan (bijv. bij loodhoudende verf, en-
kele houtsoorten en metaal). Voor degene die de
machine bedient of voor personen die zich in de
buurt van de machine bevinden kan het aanraken
of inademen van deze stoffen gevaarlijk zijn.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in
uw land van toepassing zijn.
Sluit het gereedschap aan op een geschikte
afzuiginstallatie.
Draag ter bescherming van uw gezondheid een
P2-mondmasker.
Op de afzuigaansluiting (9.1) kan een Festool-
afzuigapparaat met een afzuigslang met een
diameter van 36 mm of 27 mm worden aange-
sloten (36 mm aanbevolen wegens het geringere
verstoppingsgevaar).
De fl exibele spaanvanger (9.2) verbetert de op-
vang van stof en spanen. Werk daarom niet zonder
gemonteerde spaanvanger.
De spaanvanger wordt met de klem (10.1) aan de
beschermkap vastgeklemd. Daarbij dienen de
haken (10.2) van de klemmen in de uitsparingen
(10.3) van de beschermkap te klikken.
7.6 Werkstukaanslag
Aanslagliniaal instellen
Bij versteksnedes dient u de aanslaglinialen (11.1)
te verstellen, zodat de werking van de pendelbe-
schermkap er niet door wordt gehinderd en ze
54
niet in contact met het zaagblad komen.
Open de spanhendel (11.2).
Verschuif de aanslagliniaal totdat de kortste
afstand tot het zaagblad bij het werken max. 4,5
mm bedraagt.
Sluit de spanhendel weer.
Aanslagliniaal afnemen
Bij sommige versteksnedes kan het nodig zijn een
aanslagliniaal weg te nemen, omdat deze anders
tegen het zaagaggregaat aan kan komen.
Draai de moer (11.3) zo ver mogelijk in het
draadgat (naar beneden).
– U kunt nu de aanslagliniaal zijwaarts naar buiten
trekken.
Draai de moer weer drie slagen naar buiten
nadat u de aanslagliniaal opnieuw heeft ingezet.
Hulpaanslag
Om het aanslagvlak te vergroten kunt in de
boorgaten (12.1) van beide aanslaglinialen een
hulpaanslag van hout (12.2) monteren. Daardoor
kunt u grotere werkstukken veiliger aanleggen.
Let hierbij op de volgende punten:
De moeren voor het bevestigen van de hulp-
aanslagen mogen niet boven het oppervlak uit
steken.
De hulpaanslagen mogen alleen voor 0°-ver-
steksnedes gebruikt worden.
De hulpaanslagen mogen het functioneren van
de beschermkappen niet belemmeren.
7.7 Horizontale verstekhoek
Er kunnen willekeurige horizontale verstekhoe-
ken tussen 50° (aan de linkerkant) en 60° (aan de
rechterkant) worden ingesteld. Bovendien kunnen
de gebruikelijke verstekhoeken worden ingesteld.
De pijl van de naald (13.2) geeft de ingestelde
horizontale verstekhoek aan. Met de beide mar-
keringen rechts en links van de pijl van de naald
kunt u exact hoeken van een halve graad instellen.
Daartoe moeten deze beide markeringen geheel
samenvallen met de strepen op de schaalverde-
ling.
Standaard-verstekhoek horizontaal
De volgende verstekhoeken kunnen worden in-
gesteld:
links: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45°
rechts: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45°, 60°
Breng de machine in de werkstand.
Trek de spanhendel (13.5) naar boven.
Druk de bevestigingshendel (13.4) naar bene-
den.
Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstek-
hoek.
Laat de bevestigingshendel weer los. De beves-
tigingshendel moet merkbaar inklikken.
Druk de spanhendel naar beneden.
Willekeurige verstekhoeken horizontaal
Breng de machine in de werkstand.
Trek de spanhendel (13.5) naar boven.
Druk de bevestigingshendel (13.4) naar bene-
den.
Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstek-
hoek.
Druk de spanhendel naar beneden.
Laat de bevestigingshendel weer los.
7.8 Verticale verstekhoek
Breng de machine in de werkstand.
Open de spanhendel (14.1).
– Draai de keuzeschakelaar (14.2) op het gewenste
instelbereik (0° - 45°, +/-45° of +/-47°).
Draai het zaagaggregaat tot de naald (14.3) de
gewenste verstekhoek aangeeft. Alleen KS 120
EB: Met de draaigreep voor de fi jninstelling
(14.4) kunt u de verticale verstekhoek gevoelig
instellen.
Sluit de spanhendel (14.1) weer.
7.9 Speciale afkortstand (alleen KS 120 EB)
Naast de gebruikelijke stand voor het zagen of
afkorten van planken/panelen bezit de machine
een speciale afkortstand voor het afkorten van
hoge plinten tot 120 mm.
Trek het zaagaggregaat naar voren.
Draai de hendel (15.3) naar beneden.
Schuif het zaagaggregaat terug tot de metalen
beugel (15.1) in de achterste opening van het
zaagaggregaat springt.
In deze stand kunt u nu tot 120 mm hoge plinten
tegen de aanslag afkorten. De trekfunctie en
de verticale draaifunctie van de afkortzaag zijn
echter gedeactiveerd.
Om de machine weer in de standaardpositie te
brengen, drukt u op de ontgrendelingshendel
(15.2) en trekt u het zaagaggregaat naar voren.
De metalen beugel (15.1) komt daardoor weer
los en de hendel (15.3) draait terug.
7.10 Begrenzing zaagdiepte
Met de traploos instelbare begrenzing van de
zaagdiepte kan het verticale draaibereik van
het zaagaggregaat worden ingesteld. Daardoor
wordt het groeven of afplatten van werkstukken
mogelijk.
Neem de grenzen van de groef in acht: De
traploze instelling is alleen mogelijk in het
bereik tussen 0 en 45 mm. Ook de mogelij-
ke lengte van de groef is begrensd. Bijvoor-
55
beeld: Bij een groefdiepte van 48 mm en een
werkstukdikte van 88 mm ligt dit bereik tus-
sen 40 en 270 mm.
Breng de machine in de werkstand.
Draai de hendel voor de begrenzing van de zaag-
diepte (16.1) naar beneden totdat deze inklikt.
Het zaagaggregaat kan nu alleen nog tot aan de
ingestelde zaagdiepte naar beneden draaien.
Stel de gewenste zaagdiepte in door aan de
hendel voor de begrenzing van de zaagdiepte
te draaien.
Om de begrenzing van de zaagdiepte te deacti-
veren draait u de hendel voor de begrenzing van
de zaagdiepte weer naar boven.
7.11 Vaste horizontale stand
Met de draaiknop (16.2) kunt u het zaagaggregaat
in een willekeurige positie langs de trekstangen
(16.3) vastklemmen.
7.12 Laser inschakelen (alleen KS 120 EB)
De machine bezit twee lasers die de zaagsnede
rechts en links van het zaagblad markeren. Daar-
mee kunnen ze het werkstuk aan beide kanten
(linker- of rechterkant van het zaagblad resp. de
zaagsnede) afstellen.
Druk op de toets (2.1) om de laser in of uit te
schakelen. Wordt de machine gedurende 30
minuten niet gebruikt, dan schakelt de laser
automatisch uit en moet weer opnieuw inge-
schakeld worden.
8 Gebruik
Gevaar voor ongevallen
Zorg er voor de werkzaamheden voor dat het
zaagblad de aanslaglinialen, de werkstuk- en
schroefklemmen of andere machinedelen niet
kan raken.
Kruis de handen niet voor het zaagaggregaat,
houd dus nooit met de linkerhand het werkstuk
rechts van het zaagblad vast of omgekeerd.
Overbelast de machine niet zo, dat deze tot stil-
stand komt.
Maximale werkstukafmetingen
Verstekhoek volgens schaal,
horizontaal/verticaal - hoogte x breedte [mm]
0°/0° - speciale afkortstand 120 x 60 (alleen KS
120 EB)
0°/0° - 88 x 305
45°/0° - 88 x 215
0°/45° rechts - 35 x 305
0°/45° links - 55 x 305
45°/45° rechts - 35 x 215
45°/45° links - 55 x 215
8.1 Werkstuk vastspannen
Gevaar voor ongevallen
Span de werkstukken altijd met de werkstuk-
klem vast. Daarbij dient de neerdrukarm (17.2)
goed op het werkstuk te liggen. (Opmerking:
afhankelijk van de contouren van het werkstuk,
bijv. ronde contouren, kunnen hier hulpmiddelen
voor nodig zijn).
Bewerk geen werkstukken die te klein zijn om
vast te spannen.
Ga heel voorzichtig te werk, zodat geen werk-
stukken door het zaagblad naar achteren in de
voeg tussen het zaagblad en de aanslagliniaal
getrokken worden. Dit gevaar bestaat met name
bij horizontale versteksnedes.
Neem de vastgestelde werkpositie in.
Versterk zeer dunne werkstukken (24.2) door
deze samen met een extra lijst (24.2) door te
zagen. Zeer dunne werkstukken kunnen bij het
zagen „klapperen“ of breken.
Handelwijze
Leg het werkstuk op de zaagtafel en druk het
tegen de aanslaglinialen.
Open de spanhendel (17.1) van de werkstuk-
klem.
Draai aan de werkstukklem tot de neerdrukarm
(17.2) boven het werkstuk staat.
Laat de neerdrukarm op het werkstuk neer.
Sluit de spanhendel (17.1).
8.2 Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (2.2) traploos
tussen 1400 en 3400 min
-1
ingesteld worden.
Daardoor kunt u de zaagsnelheid aan het betref-
fende materiaal optimaal aanpassen.
Aanbevolen stand van de stelknop
Hout 3 - 6
Kunststof 3 - 5
Vezelmaterialen 1 - 3
Aluminium- en NE-profi elen 3 - 6
8.3
Zaagsnedes zonder trekbeweging
Stel de machine naar wens in.
Span het werkstuk vast.
Schuif het zaagaggregaat tot de aanslag naar
achteren (richting werkstukaanslag) en zet de
draaiknop (1.5) voor de klemming van de trek-
inrichting vast, of fi xeer het zaagaggregaat in de
speciale afkortstand (alleen KS 120 EB).
Schakel de machine in.
Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1)
langzaam naar beneden en zaag het werkstuk
56
met een gelijkmatige voorwaartse beweging
door.
Schakel de machine uit en wacht tot het zaag-
blad geheel tot stilstand is gekomen.
Draai het zaagaggregaat weer omhoog.
8.4 Zaagsnedes met trekbeweging
Stel de machine naar wens in.
Span het werkstuk vast.
Trek het zaagaggregaat langs de trekstangen
naar voren.
Schakel de machine in.
Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1)
langzaam naar beneden.
Druk het zaagaggregaat met een gelijkmatige
voorwaartse beweging naar achteren en zaag
het werkstuk.
Schakel de machine uit.
Wacht tot het zaagblad geheel tot stilstand is
gekomen en draai pas dan het zaagaggregaat
naar boven.
8.5 Hoektransporteur (alleen KS 120 EB)
Met de hoektransporteur kunt u een willekeurige
hoek (bijv. tussen twee wanden) opnemen en op
de afkortzaag de hoekdeellijn instellen. (als ac-
cessoire lever-baar)
Binnenhoek
Open de klemming (18.2).
Leg de hoektransporteur met de beide benen
(18.1) tegen de binnenhoek aan.
Sluit de klemming (18.2).
Leg de hoektransporteur met één been tegen
een aanslagliniaal van de afkortzaag aan.
Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek)
in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de
laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de
hoektransporteur.
Buitenhoek
Open de klemming (18.3).
Schuif de aluminiumprofi elen (18.4) van beide
benen naar voren.
Leg de hoektransporteur met de beide benen
(18.4) tegen de buitenhoek aan.
Sluit de klemming (18.3).
Schuif de aluminiumprofi elen van beide benen
weer terug.
Leg de hoektransporteur met één been tegen
een aanslagliniaal van de afkortzaag aan.
Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek)
in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de
laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de
hoektransporteur.
9 Onderhoud en verzorging
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact!
Alle onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden, waarvoor het vereist is de
motorbehuizing te openen, mogen alleen
door een geautoriseerde onderhouds-
werkplaats worden uitgevoerd.
Beschadigde beveiligingen en onderde-
len moeten op deskundige wijze door
een erkende servicewerkplaats worden
gerepareerd of vervangen, indien in de
gebruiksaanwijzing niets anders staat
aangegeven.
Klantenservice en reparatie alleen door
producent of servicewerkplaatsen:
Dichtstbijzijnde adressen op:
www.festool.com/Service
EKAT
1
2
3
5
4
Alleen originele Festool-reserveonderde-
len gebruiken! Bestelnr. op:
www.festool.com/Service
Ter bescherming van de luchtcirculatie dienen de
koelluchtopeningen in de motorbehuizing steeds
vrij en schoon te worden gehouden.
Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale
kolen uitgerust. Zijn die versleten, dan volgt een
automatische stroomonderbreking en het toestel
komt tot stilstand.
Reinig regelmatig het tafelinlegstuk [20.1] en het
afzuigkanaal bij de spaanvanger (zie Afbeelding
10) om houtsplinters, stofafzettingen en werk-
stukresten te verwijderen.
9. 1 Laser instellen (alleen KS 120 EB)
Wanneer de laserstralen niet met de zaagsnede
overeenkomen, kunt u beide lasers bijstellen.
Gebruik daarvoor een inbusschroevendraaier
(SW 2,5).
- Doorboor met de inbusschroevendraaier op de
gemarkeerde plekken (3.2 tot 3.7) de sticker om
bij de instelschroeven daaronder te komen.
De instelling van de laserstralen is in de fabriek
correct ingesteld. Draai alleen in de aangegeven
gevallen aan de instelschroeven.
- Ter controle van de laser legt u een proefwerk-
stuk op de machine.
- Zaag een groef in het werkstuk.
- Draai de kop van de zaag naar boven en contro-
leer de instelling.
De laserstraal is niet zichtbaar
Controleer eerst of de laser ingeschakeld is. Is
dit niet het geval, schakel deze met de knop (2.1)
in.
57
Identifi ceer de niet-zichtbare laser.
- Draai aan instelschroef (3.3) voor de laser-
straal links en aan instelschroef (3.5) voor de
laserstraal rechts tot de laser op het werkstuk
verschijnt.
- Stel, zoals beschreven, eerst de (a) parallelliteit
t.o.v. de afgetekende lijn in, en vervolgens (b)
de helling en (c) de axiale verschuiving van de
laserstraal.
a) De laserstraal staat niet parallel aan de
afgetekende lijn [Afbeelding 3A]
Stel de parallelliteit in.
Laserstraal links Instelschroef (3.4)
Laserstraal rechts Instelschroef (3.6)
b) De laserstraal wandelt bij het afkorten
naar links of rechts [Afbeelding 3B]
Stel de helling in tot de laserstraal bij het afkorten
niet meer wandelt.
Laserstraal links Instelschroef (3.3)
Laserstraal rechts Instelschroef (3.5)
c) De laserstraal staat niet op de plaats van
de zaagsnede [Afbeelding 3C]
Stel de axiale verschuiving in.
Laserstraal links Instelschroef (3.2)
Laserstraal rechts Instelschroef (3.7)
9.2
Horizontale verstekhoek corrigeren
Wanneer de naald (13.2) bij de in te stellen ver-
stekhoeken niet meer de ingestelde waarde aan-
wijst, kunt u deze na het losdraaien van de moer
(13.1) bijstellen.
Indien de feitelijke (gezaagde) verstekhoek van de
ingestelde waarde afwijkt, kunt u dit corrigeren:
Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in.
Draai de drie moeren (13.3) los waarmee de
schaal aan de zaagtafel bevestigd is.
Verschuif de schaal met het zaagaggregaat tot
de feitelijke waarde 0° bedraagt. U kunt dit met
een hoek tussen de aanslagliniaal en het zaag-
blad controleren.
Draai de drie moeren (13.3) weer aan.
– Controleer de hoekinstelling met een proefzaag-
snede.
9.3 Verticale verstekhoek corrigeren
Indien de feitelijke waarde niet meer met de inge-
stelde waarde overeenkomt, kunt u dit corrigeren:
Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in.
Draai de beide schroeven (23.1) los.
Draai het zaagaggregaat tot de feitelijke waarde
0° bedraagt. U kunt dit met een hoek tussen de
zaagtafel en het zaagblad controleren.
Draai de beide moeren (23.1) weer aan.
– Controleer de hoekinstelling met een proef-
zaagsnede.
Wanneer de naald (22.2) niet meer de ingestelde
waarde aanwijst, kunt u deze na het losdraaien
van de moer (22.1) bijstellen.
9.4 Tafelinlegstuk verwisselen
Werk niet met een versleten tafelinlegstuk (20.1),
maar vervang dit door een nieuw.
Draai voor het verwisselen de zes moeren (20.2)
los.
9.5 Venster voor de laser reinigen of ver-
vangen (alleen KS 120 EB)
Het venster (21.2) ter bescherming van de laser
kan tijdens het gebruik vuil worden. Om het te
reinigen of te vervangen kunt u het demonteren.
Draai de schroef (21.5) los in ca. 2 draaibewe-
gingen.
Druk het venster gelijktijdig in de richting (21.3)
en (21.4).
Neem het venster eruit.
Reinig het venster of vervang het door een nieuw
exemplaar.
Breng het gereinigde/nieuwe venster in. De
beide pennen (21.1) van het venster dienen zoals
weergegeven (Afbeelding 21) in de uitsparingen
van de bovenste beschermkap te vergrendelen.
Draai de schroeven (21.5) vast.
10 Afvalverwijdering
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil
mee! Voer het apparaat, de accessoires en de
verpakking op milieuvriendelijke wijze af! Neem
daarbij de geldende nationale voorschriften in
acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake
gebruikte elektrische en elektronische apparaten
en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving
dienen oude elektrische apparaten gescheiden te
worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze
te worden afgevoerd.
REACh:
www.festool.com/reach
11 EG-conformiteitsverklaring
Afkortzaag Serienr.
KS 120 EB 495773, 495774, 495775,
495776, 495777
KS 88 E 496868, 496869, 496871,
496872
Jaar van de CE-markering: KS 120 EB 2007
KS 88 E 2009
58
Wij verklaren en stellen ons ervoor verantwoorde-
lijk dat dit product voldoet aan de volgende nor-
men en normatieve documenten: EN 61029-1, EN
61029-2-9, EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-
3-2, EN 61000-3-3 volgens de bepalingen van de
richtlijnen 2004/108/EG, 2006/42/EG,
2011/65/EU
.
Festool Group GmbH & Co. KG
Wertstr. 20, D-73240 Wendlingen, Germany
Dr. Johannes Steimel
Hoofd onderzoek, ontwikkeling en technische
documentatie
2014-05-14

Documenttranscriptie

Afkortzaag KAPEX KS 120 EB / KS 88 E Inhoudsopgave 1 Symbolen ................................................. 50 2 Technische gegevens ............................... 50 3 Apparaatonderdelen ................................. 50 4 Gebruik volgens de bestemming .............. 50 5 Veiligheidsvoorschriften ........................... 51 6 Inbedrijfstelling......................................... 52 7 Instellingen .............................................. 52 8 Gebruik ..................................................... 55 9 Onderhoud en verzorging ......................... 56 10 Afvalverwijdering ...................................... 57 11 EG-conformiteitsverklaring ...................... 57 1 Symbolen Waarschuwing voor algemeen gevaar! Handleiding/aanwijzingen lezen! Gevarenzone! Kom niet met uw handen, vingers en armen in deze zone! Draag een veiligheidsbril! Draag gehoorbescherming! Draag een zuurstofmasker! Draag veiligheidshandschoenen! Pas op laserstralen! Voer het apparaat, de accessoires en de verpakking op milieuvriendelijke wijze af! 2 Technische gegevens Vermogen 1600 W Toerental (onbelast) 1400 - 3400 min-1 Gereedschapsspil, Ø 30 mm Gewicht KS 120 EB 21,5 kg KS 88 E 20,7 kg Beveiligingsklasse / II Max. werkstukafmetingen zie paragraaf „8 Gebruik“. De vermelde afbeeldingen staan aan het begin en aan het einde van de handleiding. 50 De componenten die op de afbeeldingen met * gemarkeerd zijn, zijn alleen bij de leveringsomvang van de KS 120 EB inbegrepen. 3 (1.1) (1.2) (1.3) (1.4) (1.5) Apparaatonderdelen Handgreep In-/uit-schakelaar Inschakelblokkering Hendel voor begrenzing zaagdiepte Draaiknop voor de klemming van de trekinrichting (1.6) Transportbeveiliging (1.7) Schaal voor verstekhoek (verticaal) (1.8) Schaal voor verstekhoek (horizontaal) (1.9) Spanhendel voor verstekhoek (horizontaal) (1.10) Bevestigingshendel voor vooraf ingestelde verstekhoek (horizontaal) (1.11) Draaigreep voor de fijninstelling van de verstekhoek (verticaal) * (2.1) In-/uit-schakelaar voor laser * (2.2) Stelknop voor toerental (2.3) Fastfix spilvergrendeling (2.4) Spanhendel voor aanslagliniaal (2.5) Ontgrendelingshendel voor speciale afkortstand * (2.6) Hendel voor speciale afkortstand * (2.7) Kabelopwikkeling met geïntegreerd handvat (2.8) Spanhendel voor verstekhoek (verticaal) (2.9) Keuzeschakelaar voor verstekhoekbereik (verticaal) * Alleen bij de leveringsomvang KS 120 EB inbegrepen. 4 Gebruik volgens de bestemming Het elektrische gereedschap is als stationair toestel bestemd voor het zagen van hout, kunststof, aluminiumprofielen en vergelijkbare materialen. Andere materialen, vooral staal, beton en mineraal materiaal mogen niet bewerkt worden. Het elektrische gereedschap is uitsluitend bestemd voor en mag alleen worden gebruikt door hiervoor geïnstrueerde personen of vakkrachten. Voor schade en letsel bij gebruik dat niet volgens de voorschriften plaatsvindt, is de gebruiker aansprakelijk. Restrisico's Ook wanneer men zich aan alle relevante bouwvoorschriften houdt, kunnen zich bij gebruik van de machine nog gevaarlijke situaties voordoen, bijv. als gevolg van: • Wegvliegen van werkstukdelen • Wegvliegen van delen van het gereedschap bij beschadigd gereedschap • Geluidsemissie • Stofemissie 5 5.1 Veiligheidsvoorschriften Algemene veiligheidsvoorschriften LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschriften en instructies. Wanneer de waarschuwingen en instructies niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en handleidingen om ze later te kunnen raadplegen. • Zorg ervoor dat kinderen nooit de machine gebruiken. • Maak u voor het gebruik van de machine voldoende met het gebruik, de instelling en de bediening ervan vertrouwd. 5.2 Machinespecifieke veiligheidsvoorschriften Veiligheidsmaatregelen • Gebruik alleen origineel Festool-gereedschap (conform EN 847-1). • Om veiligheidsredenen moeten de zaagbladen de volgende afmetingen hebben: zaagbladdiameter 260 mm, opnameboring 30 mm, stambladdikte 1,8 mm. Worden zaagbladen met afwijkende afmetingen gebruikt, bestaat verhoogd risico op verwondingen voor de gebruiker en de machine kan wegens het niet goed aanspreken van de geïntegreerde slipkoppeling beschadigd worden. • Om werkstukken veilig op te kunnen spannen, dienen deze een minimale lengte van 200 mm te hebben. • Gebruik uitsluitend volgens de regels aangescherpt gereedschap, zonder beschadigingen of vervormingen. Het hoogste toerental dat op het gereedschap is aangegeven dient te worden aangehouden. • Kies voor het materiaal dat u wilt bewerken het geschikte zaagblad. • Gebruik geen zaagbladen van snelstaal. • Gebruik geen afstandhouders en spilringen. • Zorg voor een voldoende verlichte werkplaats. • Bevestig de machine stevig aan de werkbank of een tafel. • Om de hoeveelheid vrijkomende stof zo gering mogelijk te houden, moet de machine aan een geschikt afzuigapparaat worden aangesloten en dienen alle elementen voor de opvang van stof (afzuigkappen, etc.) volgens de regels te zijn ingesteld. • Draag een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting: gehoorbescherming teneinde minder risico te lopen hardhorig te worden, veiligheidsbril, mondmasker ter vermindering van het risico stoffen in te ademen die schadelijk zijn voor de gezondheid, veiligheidshandschoenen bij het hanteren van gereedschap en ruw materiaal. • Transporteer het gereedschap alleen in een geschikte verpakking. Onderhoud en reparaties • Vervang een versleten tafelinlegstuk. • Gebruik de machine alleen wanneer alle veiligheidsinrichtingen zich in de juiste positie bevinden en indien de machine in goede toestand verkeert en volgens voorschrift is onderhouden. • Indien er fouten bij de machine, inclusief de scheidende veiligheidsinrichtingen, of bij het gereedschap worden vastgesteld, dient het onderhoudspersoneel hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht. De machine mag pas weer in gebruik worden genomen nadat de fouten zijn verholpen. • Wanneer de machine met een laser is uitgerust, mag deze niet door een laser van een ander type worden vervangen. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door de producent van de laser of een geautoriseerde vertegenwoordiger. Veilig werken • Bewerk alleen materiaal waarvoor de machine goedgekeurd is. Aluminium mag alleen met de daarvoor door Festool bestemde speciale zaagbladen worden gezaagd. • Bewerk geen asbesthoudend materiaal. • Zorg ervoor dat de vloer in de omgeving van de machine vlak, schoon en vrij is van losse deeltjes (zoals spanen en zaagresten). • Houd handen, vingers en armen uit de buurt van het draaiende gereedschap. Grijp in het bereik van het zaagblad niet achter de aanslag. • Neem bij het zagen de juiste werkpositie aan: - van voren aan de kant van de gebruiker; - frontaal t.o.v. de machine; - naast de zaaglijn. • Verwijder geen zaagresten of andere werkstukdelen uit het zaagbereik, zolang de machine loopt en de zaageenheid zich nog niet in de ruststand bevindt. • Ondersteun lange werkstukken door een geschikte technische voorziening, zodat ze loodrecht liggen. • Laat tijdens de bewerking nooit een andere per- 51 soon het werkstuk vasthouden of ondersteunen. Span het werkstuk altijd met geschikte voorzieningen vast. • Neem de maximale werkstukafmetingen in acht. • Neem de aanwijzingen voor het optillen en het transport van de machine in acht. • Neem de aanwijzingen voor de montage en het gebruik van het gereedschap in acht. • Neem de toegestane afmetingen van het zaagblad in acht. Gebruik nooit reductiestukken of adapters om het zaagblad op de gereedschapsspil te bevestigen. • Zaag geen hout met metalen delen, zoals spijkers, schroeven, enz. • Oefen geen zijdelingse druk op het zaagblad uit. • Zaag altijd slechts één werkstuk. Meerdere werkstukken tegelijk kunnen niet veilig vastgespannen worden en kunnen daardoor tijdens het zagen t.o.v. elkaar verschuiven en het zaagblad blokkeren. • Is het zaagblad geblokkeerd, schakel de machine dan onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder pas daarna het ingeklemde werkstuk. Veiligheidsvoorschriften voor lasers • Richt de laserstraal nooit op personen. Door verblinding kunnen er ongevallen ontstaan. • Kijk nooit in een directe of reflecterende laserstraal. Komt de laserstraal toch in uw ogen, sluit ze dan direct en beweeg uw hoofd weg van de straal. Wanneer de laserstraal uw oog raakt, kan dit tot oogletsel leiden. • Breng geen wijzigingen aan de laser aan. Een gewijzigde laser kan extra gevaar veroorzaken. passingen, met ander inzetgereedschap of bij onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en stilstandtijden van de machine in acht! 6 Waarschuwing • Netspanning in acht nemen: De spanning en frequentie van de stroombron dient overeen te komen met de gegevens van de kenplaat van de machine. • In Noord-Amerika mogen alleen Festool-machines met de spanningsopgave 120 V/60 Hz worden ingezet. Voor de eerste inbedrijfstelling: - Verwijder de transportbeveiliging (4.4) van de trekstang. In-/Uitschakelen – Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) tot aan de weerstand in om het zaagaggregaat en de pendelbeschermkap te ontgrendelen. – Druk op de inschakelblokkering (1.3). – Druk de in-/uit-schakelaar (1.2) geheel door om de machine in te schakelen. – Laat de in-/uit-schakelaar weer los om de machine uit te schakelen. 7 Instellingen Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine altijd de stekker uit het stopcontact. Alleen KS 120 EB: Vervang de waarschuwingssticker (3.1) voor de laser door de bijgevoegde waarschuwingssticker in uw eigen taal. 7.1 5.3 Emissiewaarden De volgens EN 61029 bepaalde waarden bedragen gewoonlijk: Geluidsdrukniveau 88 dB(A) Geluidsvermogenniveau 101 dB(A) Meetonzekerheidstoeslag K = 3 dB Draag gehoorbescherming! Beoordeelde acceleratie < 2,5 m/s² De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid) – zijn geschikt om machines te vergelijken, – om tijdens het gebruik een voorlopige inschatting van de trillings- en geluidsbelasting te maken – en gelden voor de belangrijkste toepassingen van het persluchtgereedschap. Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toe52 Inbedrijfstelling Transport Machine beveiligen (transportstand) – Druk op de aan-/uit-schakelaar (4.1). – Draai het zaagaggregaat tot de aanslag naar beneden. – Druk op de vergrendeling (4.2). Het zaagaggregaat bevindt zich nu in de onderste stand. – Trek de draaiknop (4.3) aan om het zaagaggregaat in de achterste stand te beveiligen. – Wikkel het netsnoer voor het transport op de kabelopwikkeling (5.5). – Berg de inbussleutel (5.4) en de hoektransporteur (5.3) (alleen KS 120 EB) op in de daarvoor bestemde opberghouder. De machine nooit aan de bewegende pendelbeschermkap (5.1) optillen of dragen. Pak de machine bij het dragen aan de zijkant bij de zaagtafel (5.2) en aan het handvat (5.5) in de kabelopwikkeling. Machine ontgrendelen (werkstand) – Druk het zaagaggregaat iets omlaag en trek aan de transportbeveiliging (4.2). – Draai het zaagaggregaat omhoog. – Open de draaiknop (4.3). 7.2 Opstellen van de machine Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine altijd de stekker uit het stopcontact. Monteer de machine voor het gebruik op een vlak en stabiel werkvlak (bijv. het onderstel UG-KAPEX, de multifunctionele tafel MFT of een werkbank). Er zijn verschillende manieren om de machine te monteren: Schroeven: Bevestig de machine met vier schroeven op het werkvlak. Daarvoor dienen de boorgaten (6.1) in de vier ondersteuningspunten van de zaagtafel. Schroefklemmen: Bevestig de machine met vier schroefklemmen op het werkvlak. De egale vlakken (6.2) op de vier ondersteuningspunten van de zaagtafel dienen als spanvlakken. Spanset (voor MFT): Bevestig de machine met de spanset (6.4, 494693) op de Festool-multifunctionele tafel MFT. Daarvoor dienen de beide schroefgaten (6.3). Onderstel UG-KAPEX: Bevestig de machine op het onderstel zoals beschreven in de montagehandleiding die bij het onderstel is gevoegd. 7.3 Gereedschapswissel Gevaar voor ongevallen • Haal de stekker uit het stopcontact alvorens het gereedschap te wisselen. • Druk alleen op de spilvergrendeling (7.2) als het zaagblad stilstaat. • Het zaagblad wordt bij het werken heel heet, neem het niet vast voor het afgekoeld is. • Draag, wegens het gevaar voor letsel door de scherpe snijkanten, veiligheidshandschoenen bij het wisselen van gereedschap. Zaagblad uitbouwen – Breng de machine in de werkstand. – Druk op de spilvergrendeling (7.2) en draai deze 90° met de wijzers van de klok mee. – Draai de moer (7.8) met de inbussleutel (7.9) geheel naar buiten (linkse schroefwinding). – Druk op de in-/uit-schakelaar (7.3) en open daarmee de vergrendeling van de pendelbeschermkap. – Maak de pendelbeschermkap (7.4) geheel open. – Verwijder de spanring (7.7) en het zaagblad. Zaagblad inbouwen – Reinig alle delen voor u ze inbouwt (zaagblad, flens, moer). – Plaats het zaagblad op de gereedschapsspil (7.5). Zorg ervoor dat de draairichtingen van het zaagblad (7.6) en de machine (7.1) overeenkomen. –Bevestig het zaagblad met de flens (7.7) en de moer (7.8). – Draai de moer (7.8) stevig aan (linkse schroefwinding). – Druk op de spilvergrendeling (7.2) en draai deze 90° tegen de wijzers van de klok in. 7.4 Werkstukklem inzetten – Plaats de werkstukklem (8.1) in een van beide boorgaten (8.2). Daarbij dient de kleminrichting naar achteren te wijzen. – Draai aan de werkstukklem, zodat de kleminrichting naar voren wijst. 7.5 Afzuiging Tijdens het werken kunnen schadelijke/giftige stoffen ontstaan (bijv. bij loodhoudende verf, enkele houtsoorten en metaal). Voor degene die de machine bedient of voor personen die zich in de buurt van de machine bevinden kan het aanraken of inademen van deze stoffen gevaarlijk zijn. • Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in uw land van toepassing zijn. • Sluit het gereedschap aan op een geschikte afzuiginstallatie. • Draag ter bescherming van uw gezondheid een P2-mondmasker. Op de afzuigaansluiting (9.1) kan een Festoolafzuigapparaat met een afzuigslang met een diameter van 36 mm of 27 mm worden aangesloten (36 mm aanbevolen wegens het geringere verstoppingsgevaar). De flexibele spaanvanger (9.2) verbetert de opvang van stof en spanen. Werk daarom niet zonder gemonteerde spaanvanger. De spaanvanger wordt met de klem (10.1) aan de beschermkap vastgeklemd. Daarbij dienen de haken (10.2) van de klemmen in de uitsparingen (10.3) van de beschermkap te klikken. 7.6 Werkstukaanslag Aanslagliniaal instellen Bij versteksnedes dient u de aanslaglinialen (11.1) te verstellen, zodat de werking van de pendelbeschermkap er niet door wordt gehinderd en ze 53 niet in contact met het zaagblad komen. – Open de spanhendel (11.2). – Verschuif de aanslagliniaal totdat de kortste afstand tot het zaagblad bij het werken max. 4,5 mm bedraagt. – Sluit de spanhendel weer. Aanslagliniaal afnemen Bij sommige versteksnedes kan het nodig zijn een aanslagliniaal weg te nemen, omdat deze anders tegen het zaagaggregaat aan kan komen. – Draai de moer (11.3) zo ver mogelijk in het draadgat (naar beneden). – U kunt nu de aanslagliniaal zijwaarts naar buiten trekken. – Draai de moer weer drie slagen naar buiten nadat u de aanslagliniaal opnieuw heeft ingezet. Hulpaanslag Om het aanslagvlak te vergroten kunt in de boorgaten (12.1) van beide aanslaglinialen een hulpaanslag van hout (12.2) monteren. Daardoor kunt u grotere werkstukken veiliger aanleggen. Let hierbij op de volgende punten: • De moeren voor het bevestigen van de hulpaanslagen mogen niet boven het oppervlak uit steken. • De hulpaanslagen mogen alleen voor 0°-versteksnedes gebruikt worden. • De hulpaanslagen mogen het functioneren van de beschermkappen niet belemmeren. 7.7 Horizontale verstekhoek Er kunnen willekeurige horizontale verstekhoeken tussen 50° (aan de linkerkant) en 60° (aan de rechterkant) worden ingesteld. Bovendien kunnen de gebruikelijke verstekhoeken worden ingesteld. De pijl van de naald (13.2) geeft de ingestelde horizontale verstekhoek aan. Met de beide markeringen rechts en links van de pijl van de naald kunt u exact hoeken van een halve graad instellen. Daartoe moeten deze beide markeringen geheel samenvallen met de strepen op de schaalverdeling. Standaard-verstekhoek horizontaal De volgende verstekhoeken kunnen worden ingesteld: links: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45° rechts: 0°, 15°, 22,5°, 30°, 45°, 60° – Breng de machine in de werkstand. – Trek de spanhendel (13.5) naar boven. – Druk de bevestigingshendel (13.4) naar beneden. – Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstekhoek. 54 – Laat de bevestigingshendel weer los. De bevestigingshendel moet merkbaar inklikken. – Druk de spanhendel naar beneden. Willekeurige verstekhoeken horizontaal – Breng de machine in de werkstand. – Trek de spanhendel (13.5) naar boven. – Druk de bevestigingshendel (13.4) naar beneden. – Draai de zaagtafel tot aan de gewenste verstekhoek. – Druk de spanhendel naar beneden. – Laat de bevestigingshendel weer los. 7.8 Verticale verstekhoek – Breng de machine in de werkstand. – Open de spanhendel (14.1). – Draai de keuzeschakelaar (14.2) op het gewenste instelbereik (0° - 45°, +/-45° of +/-47°). – Draai het zaagaggregaat tot de naald (14.3) de gewenste verstekhoek aangeeft. Alleen KS 120 EB: Met de draaigreep voor de fijninstelling (14.4) kunt u de verticale verstekhoek gevoelig instellen. – Sluit de spanhendel (14.1) weer. 7.9 Speciale afkortstand (alleen KS 120 EB) Naast de gebruikelijke stand voor het zagen of afkorten van planken/panelen bezit de machine een speciale afkortstand voor het afkorten van hoge plinten tot 120 mm. – Trek het zaagaggregaat naar voren. – Draai de hendel (15.3) naar beneden. – Schuif het zaagaggregaat terug tot de metalen beugel (15.1) in de achterste opening van het zaagaggregaat springt. – In deze stand kunt u nu tot 120 mm hoge plinten tegen de aanslag afkorten. De trekfunctie en de verticale draaifunctie van de afkortzaag zijn echter gedeactiveerd. – Om de machine weer in de standaardpositie te brengen, drukt u op de ontgrendelingshendel (15.2) en trekt u het zaagaggregaat naar voren. De metalen beugel (15.1) komt daardoor weer los en de hendel (15.3) draait terug. 7.10 Begrenzing zaagdiepte Met de traploos instelbare begrenzing van de zaagdiepte kan het verticale draaibereik van het zaagaggregaat worden ingesteld. Daardoor wordt het groeven of afplatten van werkstukken mogelijk.  Neem de grenzen van de groef in acht: De traploze instelling is alleen mogelijk in het bereik tussen 0 en 45 mm. Ook de mogelijke lengte van de groef is begrensd. Bijvoor- beeld: Bij een groefdiepte van 48 mm en een werkstukdikte van 88 mm ligt dit bereik tussen 40 en 270 mm. – Breng de machine in de werkstand. – Draai de hendel voor de begrenzing van de zaagdiepte (16.1) naar beneden totdat deze inklikt. Het zaagaggregaat kan nu alleen nog tot aan de ingestelde zaagdiepte naar beneden draaien. – Stel de gewenste zaagdiepte in door aan de hendel voor de begrenzing van de zaagdiepte te draaien. – Om de begrenzing van de zaagdiepte te deactiveren draait u de hendel voor de begrenzing van de zaagdiepte weer naar boven. 7.11 Vaste horizontale stand Met de draaiknop (16.2) kunt u het zaagaggregaat in een willekeurige positie langs de trekstangen (16.3) vastklemmen. 7.12 Laser inschakelen (alleen KS 120 EB) De machine bezit twee lasers die de zaagsnede rechts en links van het zaagblad markeren. Daarmee kunnen ze het werkstuk aan beide kanten (linker- of rechterkant van het zaagblad resp. de zaagsnede) afstellen. – Druk op de toets (2.1) om de laser in of uit te schakelen. Wordt de machine gedurende 30 minuten niet gebruikt, dan schakelt de laser automatisch uit en moet weer opnieuw ingeschakeld worden. 8 Gebruik Gevaar voor ongevallen • Zorg er voor de werkzaamheden voor dat het zaagblad de aanslaglinialen, de werkstuk- en schroefklemmen of andere machinedelen niet kan raken. • Kruis de handen niet voor het zaagaggregaat, houd dus nooit met de linkerhand het werkstuk rechts van het zaagblad vast of omgekeerd. • Overbelast de machine niet zo, dat deze tot stilstand komt. Maximale werkstukafmetingen Verstekhoek volgens schaal, horizontaal/verticaal - hoogte x breedte [mm] 0°/0° - speciale afkortstand 120 x 60 (alleen KS 120 EB) 0°/0° - 88 x 305 45°/0° - 88 x 215 0°/45° rechts - 35 x 305 0°/45° links - 55 x 305 45°/45° rechts - 35 x 215 45°/45° links - 55 x 215 8.1 Werkstuk vastspannen Gevaar voor ongevallen • Span de werkstukken altijd met de werkstukklem vast. Daarbij dient de neerdrukarm (17.2) goed op het werkstuk te liggen. (Opmerking: afhankelijk van de contouren van het werkstuk, bijv. ronde contouren, kunnen hier hulpmiddelen voor nodig zijn). • Bewerk geen werkstukken die te klein zijn om vast te spannen. • Ga heel voorzichtig te werk, zodat geen werkstukken door het zaagblad naar achteren in de voeg tussen het zaagblad en de aanslagliniaal getrokken worden. Dit gevaar bestaat met name bij horizontale versteksnedes. • Neem de vastgestelde werkpositie in. • Versterk zeer dunne werkstukken (24.2) door deze samen met een extra lijst (24.2) door te zagen. Zeer dunne werkstukken kunnen bij het zagen „klapperen“ of breken. Handelwijze – Leg het werkstuk op de zaagtafel en druk het tegen de aanslaglinialen. – Open de spanhendel (17.1) van de werkstukklem. – Draai aan de werkstukklem tot de neerdrukarm (17.2) boven het werkstuk staat. – Laat de neerdrukarm op het werkstuk neer. – Sluit de spanhendel (17.1). 8.2 Toerentalregeling Het toerental kan met de stelknop (2.2) traploos tussen 1400 en 3400 min-1 ingesteld worden. Daardoor kunt u de zaagsnelheid aan het betreffende materiaal optimaal aanpassen. Aanbevolen stand van de stelknop Hout Kunststof Vezelmaterialen Aluminium- en NE-profielen 3-6 3-5 1-3 3-6 Zaagsnedes zonder trekbeweging 8.3 – Stel de machine naar wens in. – Span het werkstuk vast. – Schuif het zaagaggregaat tot de aanslag naar achteren (richting werkstukaanslag) en zet de draaiknop (1.5) voor de klemming van de trekinrichting vast, of fixeer het zaagaggregaat in de speciale afkortstand (alleen KS 120 EB). – Schakel de machine in. – Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1) langzaam naar beneden en zaag het werkstuk 55 met een gelijkmatige voorwaartse beweging door. – Schakel de machine uit en wacht tot het zaagblad geheel tot stilstand is gekomen. – Draai het zaagaggregaat weer omhoog. 8.4 Zaagsnedes met trekbeweging – Stel de machine naar wens in. – Span het werkstuk vast. – Trek het zaagaggregaat langs de trekstangen naar voren. – Schakel de machine in. – Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1) langzaam naar beneden. – Druk het zaagaggregaat met een gelijkmatige voorwaartse beweging naar achteren en zaag het werkstuk. – Schakel de machine uit. – Wacht tot het zaagblad geheel tot stilstand is gekomen en draai pas dan het zaagaggregaat naar boven. 8.5 Hoektransporteur (alleen KS 120 EB) Met de hoektransporteur kunt u een willekeurige hoek (bijv. tussen twee wanden) opnemen en op de afkortzaag de hoekdeellijn instellen. (als accessoire lever-baar) Binnenhoek – Open de klemming (18.2). – Leg de hoektransporteur met de beide benen (18.1) tegen de binnenhoek aan. – Sluit de klemming (18.2). – Leg de hoektransporteur met één been tegen een aanslagliniaal van de afkortzaag aan. – Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek) in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de hoektransporteur. Buitenhoek – Open de klemming (18.3). – Schuif de aluminiumprofielen (18.4) van beide benen naar voren. – Leg de hoektransporteur met de beide benen (18.4) tegen de buitenhoek aan. – Sluit de klemming (18.3). – Schuif de aluminiumprofielen van beide benen weer terug. – Leg de hoektransporteur met één been tegen een aanslagliniaal van de afkortzaag aan. – Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek) in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de hoektransporteur. 56 9 Onderhoud en verzorging Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine altijd de stekker uit het stopcontact! Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, waarvoor het vereist is de motorbehuizing te openen, mogen alleen door een geautoriseerde onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd. Beschadigde beveiligingen en onderdelen moeten op deskundige wijze door een erkende servicewerkplaats worden gerepareerd of vervangen, indien in de gebruiksaanwijzing niets anders staat aangegeven. Klantenservice en reparatie alleen door producent of servicewerkplaatsen: Dichtstbijzijnde adressen op: www.festool.com/Service EKAT Alleen originele Festool-reserveonderdelen gebruiken! Bestelnr. op: www.festool.com/Service Ter bescherming van de luchtcirculatie dienen de koelluchtopeningen in de motorbehuizing steeds vrij en schoon te worden gehouden. Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale kolen uitgerust. Zijn die versleten, dan volgt een automatische stroomonderbreking en het toestel komt tot stilstand. • Reinig regelmatig het tafelinlegstuk [20.1] en het afzuigkanaal bij de spaanvanger (zie Afbeelding 10) om houtsplinters, stofafzettingen en werkstukresten te verwijderen. 4 2 3 5 1 9. 1 Laser instellen (alleen KS 120 EB) Wanneer de laserstralen niet met de zaagsnede overeenkomen, kunt u beide lasers bijstellen. Gebruik daarvoor een inbusschroevendraaier (SW 2,5). - Doorboor met de inbusschroevendraaier op de gemarkeerde plekken (3.2 tot 3.7) de sticker om bij de instelschroeven daaronder te komen. • De instelling van de laserstralen is in de fabriek correct ingesteld. Draai alleen in de aangegeven gevallen aan de instelschroeven. - Ter controle van de laser legt u een proefwerkstuk op de machine. - Zaag een groef in het werkstuk. - Draai de kop van de zaag naar boven en controleer de instelling. De laserstraal is niet zichtbaar • Controleer eerst of de laser ingeschakeld is. Is dit niet het geval, schakel deze met de knop (2.1) in. Identificeer de niet-zichtbare laser. - Draai aan instelschroef (3.3) voor de laserstraal links en aan instelschroef (3.5) voor de laserstraal rechts tot de laser op het werkstuk verschijnt. - Stel, zoals beschreven, eerst de (a) parallelliteit t.o.v. de afgetekende lijn in, en vervolgens (b) de helling en (c) de axiale verschuiving van de laserstraal. zaagsnede. Wanneer de naald (22.2) niet meer de ingestelde waarde aanwijst, kunt u deze na het losdraaien van de moer (22.1) bijstellen. a) 9.5 De laserstraal staat niet parallel aan de afgetekende lijn [Afbeelding 3A] Stel de parallelliteit in. Laserstraal links Instelschroef (3.4) Laserstraal rechts Instelschroef (3.6) b) De laserstraal wandelt bij het afkorten naar links of rechts [Afbeelding 3B] Stel de helling in tot de laserstraal bij het afkorten niet meer wandelt. Laserstraal links Instelschroef (3.3) Laserstraal rechts Instelschroef (3.5) c) De laserstraal staat niet op de plaats van de zaagsnede [Afbeelding 3C] Stel de axiale verschuiving in. Laserstraal links Instelschroef (3.2) Laserstraal rechts Instelschroef (3.7) Horizontale verstekhoek corrigeren 9.2 Wanneer de naald (13.2) bij de in te stellen verstekhoeken niet meer de ingestelde waarde aanwijst, kunt u deze na het losdraaien van de moer (13.1) bijstellen. Indien de feitelijke (gezaagde) verstekhoek van de ingestelde waarde afwijkt, kunt u dit corrigeren: – Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in. – Draai de drie moeren (13.3) los waarmee de schaal aan de zaagtafel bevestigd is. – Verschuif de schaal met het zaagaggregaat tot de feitelijke waarde 0° bedraagt. U kunt dit met een hoek tussen de aanslagliniaal en het zaagblad controleren. – Draai de drie moeren (13.3) weer aan. – Controleer de hoekinstelling met een proefzaagsnede. 9.3 Verticale verstekhoek corrigeren Indien de feitelijke waarde niet meer met de ingestelde waarde overeenkomt, kunt u dit corrigeren: – Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in. – Draai de beide schroeven (23.1) los. – Draai het zaagaggregaat tot de feitelijke waarde 0° bedraagt. U kunt dit met een hoek tussen de zaagtafel en het zaagblad controleren. – Draai de beide moeren (23.1) weer aan. – Controleer de hoekinstelling met een proef- 9.4 Tafelinlegstuk verwisselen Werk niet met een versleten tafelinlegstuk (20.1), maar vervang dit door een nieuw. – Draai voor het verwisselen de zes moeren (20.2) los. Venster voor de laser reinigen of vervangen (alleen KS 120 EB) Het venster (21.2) ter bescherming van de laser kan tijdens het gebruik vuil worden. Om het te reinigen of te vervangen kunt u het demonteren. – Draai de schroef (21.5) los in ca. 2 draaibewegingen. – Druk het venster gelijktijdig in de richting (21.3) en (21.4). – Neem het venster eruit. – Reinig het venster of vervang het door een nieuw exemplaar. – Breng het gereinigde/nieuwe venster in. De beide pennen (21.1) van het venster dienen zoals weergegeven (Afbeelding 21) in de uitsparingen van de bovenste beschermkap te vergrendelen. – Draai de schroeven (21.5) vast. 10 Afvalverwijdering Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Voer het apparaat, de accessoires en de verpakking op milieuvriendelijke wijze af! Neem daarbij de geldende nationale voorschriften in acht. Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektrische apparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. REACh: www.festool.com/reach 11 EG-conformiteitsverklaring Afkortzaag KS 120 EB Serienr. 495773, 495774, 495775, 495776, 495777 KS 88 E 496868, 496869, 496871, 496872 Jaar van de CE-markering: KS 120 EB 2007 KS 88 E 2009 57 Wij verklaren en stellen ons ervoor verantwoordelijk dat dit product voldoet aan de volgende normen en normatieve documenten: EN 61029-1, EN 61029-2-9, EN 55014-1, EN 55014-2, EN 610003-2, EN 61000-3-3 volgens de bepalingen van de richtlijnen 2004/108/EG, 2006/42/EG, 2011/65/EU. Festool Group GmbH & Co. KG Wertstr. 20, D-73240 Wendlingen, Germany Dr. Johannes Steimel Hoofd onderzoek, ontwikkeling en technische documentatie 2014-05-14 58
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138

Festool 561287 Handleiding

Type
Handleiding