42
– Schakel de machine in.
– Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1) langzaam
naar beneden en zaag het werkstuk met een gelijkmatige
voorwaartse beweging door.
– Schakel de machine uit en wacht tot het zaagblad geheel
tot stilstand is gekomen.
– Draai het zaagaggregaat weer omhoog.
8.4 Zaagsnedes met trekbeweging
– Stel de machine naar wens in.
– Span het werkstuk vast.
– Trek het zaagaggregaat langs de trekstangen naar vo-
ren.
– Schakel de machine in.
– Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1) langzaam
naar beneden.
– Druk het zaagaggregaat met een gelijkmatige voorwaart-
se beweging naar achteren en zaag het werkstuk.
– Schakel de machine uit.
– Wacht tot het zaagblad geheel tot stilstand is gekomen
en draai pas dan het zaagaggregaat naar boven.
8.5 Hoektransporteur
Met de hoektransporteur kunt u een willekeurige hoek
(bijv. tussen twee wanden) opnemen en op de afkortzaag
de hoekdeellijn instellen.
Binnenhoek
– Open de klemming (18.2).
– Leg de hoektransporteur met de beide benen (18.1) tegen
de binnenhoek aan.
– Sluit de klemming (18.2).
– Leg de hoektransporteur met één been tegen een aans-
lagliniaal van de afkortzaag aan.
– Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek) in te
stellen, draait u het zaagaggregaat tot de laserstraal
samenvalt met de lijn (19.1) van de hoektransporteur.
Buitenhoek
– Open de klemming (18.3).
– Schuif de aluminiumprofi elen (18.4) van beide benen
naar voren.
– Leg de hoektransporteur met de beide benen (18.4) tegen
de buitenhoek aan.
– Sluit de klemming (18.3).
– Schuif de aluminiumprofi elen van beide benen weer te-
rug.
– Leg de hoektransporteur met één been tegen een aans-
lagliniaal van de afkortzaag aan.
– Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek) in te
stellen, draait u het zaagaggregaat tot de laserstraal
samenvalt met de lijn (19.1) van de hoektransporteur.
9 Onderhoud en verzorging
Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine
altijd de stekker uit het stopcontact!
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden,
waarvoor het vereist is de motorbehuizing te
openen, mogen alleen door een geautoriseerde
onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd.
Ter bescherming van de luchtcirculatie dienen de koelluch-
topeningen in de motorbehuizing steeds vrij en schoon te
worden gehouden.
Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale kolen uit-
gerust. Zijn die versleten, dan volgt een automatische
stroomonderbreking en het toestel komt tot stilstand.
9.1 Laser instellen
Wanneer de laserstraal niet met de zaagsnede overeen-
komt, kunt u beide lasers bijstellen. Gebruik daarvoor een
inbusschroevendraaier (SW 2,5). Doorboor met de inbuss-
leutel op de gemarkeerde plekken (3.2 tot 3.7) de sticker
om bij de instelschroeven daaronder te komen.
Stel de laser als volgt in:
linker/rechter laser
3.4/3.6: Draaiing in horizontaal vlak
3.3/3.6: Draaiing in verticaal vlak
3.2/3.7: Instelling parallel aan het snijvlak
9.2 Horizontale verstekhoek corrigeren
Wanneer de naald (13.1) bij de in te stellen verstekhoeken
niet meer de ingestelde waarde aanwijst, kunt u deze na
het losdraaien van de moer (13.2) bijstellen.
Indien de feitelijke (gezaagde) verstekhoek van de inge-
stelde waarde afwijkt, kunt u dit corrigeren:
– Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in.
– Draai de drie moeren (13.3) los waarmee de schaal aan
de zaagtafel bevestigd is.
– Verschuif de schaal met het zaagaggregaat tot de feiteli-
jke waarde 0° bedraagt. U kunt dit met een hoek tussen
de aanslagliniaal en het zaagblad controleren.
– Draai de drie moeren (13.3) weer aan.
– Controleer de hoekinstelling met een proefzaagsnede.
9.3 Verticale verstekhoek corrigeren
Wanneer de naald (12.3) niet meer de ingestelde waarde
aanwijst, kunt u deze na het losdraaien van de moer (12.4)
bijstellen.
Indien de feitelijke waarde niet meer met de ingestelde
waarde overeenkomt, kunt u dit corrigeren:
– Klik het zaagaggregaat in de 0°-stand in.
– Draai de beide schroeven (12.5) los.
– Draai het zaagaggregaat tot de feitelijke waarde 0° be-
draagt. U kunt dit met een hoek tussen de zaagtafel en
het zaagblad controleren.
– Draai de beide moeren (12.5) weer aan.
– Controleer de hoekinstelling met een proefzaagsnede.
9.4 Tafelinlegstuk verwisselen
Werk niet met een versleten tafelinlegstuk (20.1), maar
vervang dit door een nieuw.
– Draai voor het verwisselen de zes moeren (20.2) los.
10 Accessoires
Maak uitsluitend gebruik van de voor deze machine bes-
temde originele Festool-accessoires en het Festool-verbru-
iksmateriaal, omdat deze systeemcomponenten optimaal
op elkaar zijn afgestemd. Bij het gebruik van accessoires
en verbruiksmateriaal van andere leveranciers is een
kwalitatieve beïnvloeding van de werkresultaten en een
beperking van de garantieaanspraken waarschijnlijk. Al
naar gelang de toepassing kan de slijtage van de machine
of de persoonlijke belasting van u zelf toenemen. Bescherm
daarom uzelf, uw machine en uw garantieaanspraken door
uitsluitend gebruik te maken van originele Festool-acces-
soires en Festool-verbruiksmateriaal!
Festool biedt u zeer uitgebreide accessoires voor de af-
kortzaag:
• Zaagbladen voor verschillende materialen.
• Afkortaanslag (werkblad met geïntegreerde maatschaal):
daardoor kunnen langere werkstukken ondersteund en
maatzuiver bewerkt worden.
• Randprofi elaanslag: aanleghulp voor schuine plinten en
randprofi elen.
Andere accessoires en de bestelnummers voor accessoires
en gereedschap vindt u in uw Festool-catalogus of op het
internet op www.festool.com.