NL 23
D
Nederlands
Praktische informatie
NL22
C
Gebruik van het toestel
Gebruiksvoorzorgen Voorzorgen bij gebruik en onderhoud
Alvorens het toestel te gebruiken, dient
u ervoor te zorgen dat het op een vlak en
stabiel oppervlak staat.
Dit toestel is uitgerust met een anti-
kantelschakelaar die het toestel uitschakelt
wanneer het omvalt en wanneer het niet op
een stabiel oppervlak staat.
Zet de radiator op ten minste 90 cm van de
muur, meubels en gordijnen.
Controleer of de spanning van het
toestel overeenkomt met de netspanning
(stopcontact van 230 volt).
Laat de radiator afkoelen en haal de stekker
uit het stopcontact alvorens het toestel te
verplaatsen. Gebruik de handvatten om het
te bewegen.
Haal steeds de stekker van
het toestel uit het stopcontact
en houd het toestel uit de
buurt van het stopcontact
alvorens het te reinigen.
Om het buitenoppervlak
van het toestel te reinigen,
gebruikt u een licht vochtige
doek. Droog het vervolgens
goed af met een zachte en
droge doek alvorens u het
opnieuw in gebruik neemt.
Gebruik geen detergens
of chemisch product van
ongeacht welke soort.
Gebruik geen was of
glansmiddelen want deze
kunnen reageren met de
warmte en tot verkleuring
leiden.
Wanneer het toestel
een bepaalde periode niet
gebruikt wordt, dient u zich
ervan te vergewissen dat
de stekker niet meer in het
stopcontact zit, daarna steekt
u het in de verpakking om
het makkelijker te kunnen
opbergen met het oog op een
later gebruik.
Reinig uw radiator zoals
eerder aangegeven.
Gebruik van uw toestel
De knoppen voor het bedienen van de
thermostaat en het kiezen van het vermogen
dienen op de stopstand '0' te staan. Steek de
stekker van de radiator in het stopcontact.
Zet de radiator op één van de volgende
standen:
- Draai de knop op het vermogen 1: 1200W
- Draai de knop op het vermogen 2: 2400W
De vermogensschakelaars lichten op
wanneer de radiator werkt.
De omgevingstemperatuur kan ingesteld
worden dankzij de thermostaat. Draai
de knop van de thermostaat in wijzerzin
om de temperatuur te verhogen of in
tegenwijzerzin om deze te verlagen tot
wanneer de gewenste temperatuur bereikt
wordt.
Na de gewenste temperatuur bereikt te
hebben, om de omgevingstemperatuur
aan te houden: draai de knop van de
thermostaat in tegenwijzerzin tot wanneer
het controlelampje dooft. De gewenste
temperatuur zal constant gehouden worden
door de werking van de thermostaat.
Wanneer deze radiator niet gebruikt
wordt, zet u de 2 knoppen op de originele
stoppositie '0' en 'MIN.', trek vervolgens de
stekker uit het stopcontact.
De verwarming beschikt over een systeem
dat beschermt tegen oververhitting.
Wanneer er zich een oververhitting
van het toestel voordoet, zal een
temperatuurbeperkend systeem in het
toestel automatisch de elektrische voeding
onderbreken om de brandrisico's te
beperken. Het toestel kan opnieuw starten
zodra de omstandigheden en de normale
werkingstemperatuur hersteld zijn. Bepaal
de oorzaken van deze oververhitting om elk
later incident te voorkomen.
Dek de radiator, wanneer deze in werking
is, niet af en leg er nooit een voorwerp op.
Antivriesfunctie
Wanneer de thermostaat op min staat
en een vermogen geselecteerd werd, houdt
het toestel een kamer op een temperatuur
van ongeveer 5°C, waardoor er zich geen
vorst kan vormen.
Nederlands