Nederlands | 671 609 929 K06 • 12.6.06
f Kalibreer het meetgereedschap
alleen als het verschil ∆ van
beide meetwaarden groter is
dan 0,1°.
Kalibreer het meetgereedschap in de
positie (verticaal of horizontaal), waarin
het verschil van de meetwaarden is
vastgesteld.
Kalibreren van de horizontale
raakvlakken (zie afbeelding E)
Het oppervlak waarop u het meetge-
reedschap legt, mag niet meer dan
5° van het horizontale oppervlak afwij-
ken. Als de afwijking groter is, wordt
het kalibreren afgebroken en wordt
„---” weergegeven.
Schakel het meetgereedschap in
en leg het zodanig op het horizontale
oppervlak dat de libel 2 naar boven
wijst en het display 6 naar u toe is
gericht. Wacht 10 seconden.
Druk vervolgens op de kalibratie-
toets „Calibrate” 9 totdat kort
„CAL1” in het display wordt weerge-
geven. Vervolgens knippert de meet-
waarde in het display.
Draai het meetgereedschap 180°
om de verticale as, zodat de libel nog
steeds naar boven wijst, maar het dis-
play 6 zich op de van u afgewende
zijde bevindt. Wacht 10 seconden.
Druk vervolgens opnieuw op de
kalibratietoets „Calibrate” 9. In het
display wordt kort „CAL2” weergege-
ven. Vervolgens verschijnt de meet-
waarde (niet meer knipperend) in het
display. Het meetgereedschap is nu
voor dit raakvlak opnieuw gekalibreerd.
In aansluiting daarop moet u het
meetgereedschap voor het tegenoverlig-
gende raakvlak kalibreren. Daarvoor
draait u het meetgereedschap zodanig
om de horizontale as dat de libel 2 naar
beneden en het display 6 naar u toe wijst.
Leg het meetgereedschap op het hori-
zontale oppervlak. Wacht 10 seconden.
Druk vervolgens op de kalibratie-
toets „Calibrate” 9 totdat kort
„CAL1” in het display wordt weerge-
geven. Vervolgens knippert de meet-
waarde in het display.
Draai het meetgereedschap 180°
om de verticale as, zodat de libel nog
steeds naar onderen wijst, maar het
display 6 zich op de van u afgewende
zijde bevindt. Wacht 10 seconden.
OBJ_BUCH-17-004.book Page 67 Monday, June 12, 2006 11:10 A