Documenttranscriptie
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
Over deze handleiding ...............................................423
1.1.
In deze handleiding gebruikte
waarschuwingssymbolen en -woorden ............... 423
1.2.
Gebruik voor het beoogde doel ............................. 425
1.3.
Opmerkingen over de conformiteit ....................... 425
Veiligheidsinstructies .................................................426
2.1.
Gevaren voor kinderen en personen met beperkte
vermogens ...................................................................... 426
2.2.
Opmerkingen over het onderbreken van de
netvoeding ...................................................................... 427
2.3.
Waarschuwingen .......................................................... 428
2.4.
Tips voor de accu .......................................................... 429
2.5.
Voorzorgsmaatregelen ............................................... 432
2.6.
Repareer de camera nooit zelf ................................. 435
Inhoud van de verpakking .........................................436
Overzicht van de camera ............................................437
4.1.
Voorkant........................................................................... 437
4.2.
Achterkant ....................................................................... 438
4.3.
Bovenkant ....................................................................... 439
4.4.
Onderkant ....................................................................... 440
4.5.
Pagina ............................................................................... 441
4.6.
Navigatietoets ................................................................ 442
Ingebruikname ...........................................................445
5.1.
Draaglus bevestigen .................................................... 445
5.2.
Accu plaatsen ................................................................. 446
5.3.
Accu verwijderen .......................................................... 448
419 van 686
6.
7.
8.
9.
10.
5.4.
De accu opladen via USB ........................................... 448
5.5.
SD-kaart plaatsen en verwijderen .......................... 449
Eerste stappen ............................................................452
6.1.
Camera inschakelen ..................................................... 452
6.2.
Camera uitschakelen ................................................... 453
6.3.
Taal en datum/tijd instellen ...................................... 453
6.4.
Energiebesparing.......................................................... 454
6.5.
Opname- en weergavemodus ................................ 454
6.6.
Videomodus.................................................................... 455
Schermaanduidingen .................................................456
7.1.
Schermaanduidingen voor de opname ............... 456
7.2.
Schermaanduidingen voor het weergeven van
foto's .................................................................................. 458
7.3.
Schermaanduidingen voor de videoweergave . 459
7.4.
Schermaanduidingen in- en uitschakelen........... 461
Eerste opnamen maken..............................................464
8.1.
Opnamemodus instellen ........................................... 464
8.2.
Tips voor goede foto's ................................................. 464
8.3.
Foto's maken .................................................................. 466
8.4.
Gebruik van de time-lapse functie ......................... 472
8.5.
Videoclips opnemen .................................................... 483
Opnamen bekijken/beluisteren ................................485
9.1.
Opnamen afzonderlijk weergeven ......................... 485
9.2.
Opnamen als miniaturen weergeven .................... 487
9.3.
Video-opnamen en spraaknotities afspelen ....... 489
9.4.
Opnamen wissen .......................................................... 490
De menu's ....................................................................492
10.1. Navigeren in de menu's .............................................. 492
420 van 686
11.
12.
13.
14.
10.2. Het foto-opnamemenu .............................................. 492
10.3. Het video-opnamemenu ........................................... 501
10.4. Het instellingenmenu ................................................. 502
10.5. Het weergavemenu ..................................................... 506
Menuoptie Opnamemodus ........................................515
11.1. De volgende opnamemodi zijn beschikbaar: .... 516
Verschillende opnamemodi gebruiken ....................519
12.1. De modus Aangepaste scène gebruiken ............. 519
12.2. Gebruik van de kindermodus................................... 521
12.3. De modus Sport gebruiken....................................... 522
12.4. De modus Party gebruiken ....................................... 522
12.5. Gebruik van de modus Panorama .......................... 522
12.6. Gebruik van de modus Kunsteffect ........................ 527
12.7. De opnamemodus P (Programma)......................... 530
Afspeelfuncties ...........................................................530
13.1. Foto's weergeven in een diashow .......................... 530
13.2. De functies Beveiligen en ontgrendelen.............. 531
13.3. Spraaknotitie opnemen ............................................. 532
13.4. Filtereffecten................................................................... 533
13.5. Bijsnijden ......................................................................... 534
13.6. Bestandsgrootte wijzigen .......................................... 535
13.7. Startfoto ........................................................................... 536
13.8. DPOF.................................................................................. 536
13.9. De kopieerfunctie ......................................................... 537
13.10. De functie "Film plakken"........................................... 538
Aansluiting op televisie en pc ....................................539
14.1. Foto's weergeven op een televisie ......................... 539
421 van 686
15.
16.
17.
18.
19.
20.
14.2. Foto's afdrukken op een fotoprinter ...................... 540
14.3. Gegevens overzetten naar een computer ........... 542
14.4. USB-kabel aansluiten................................................... 543
14.5. DCF-opslagstandaard ................................................. 544
14.6. Kaartlezer ......................................................................... 544
14.7. Mappenstructuur in het geheugen ....................... 544
Software installeren ...................................................545
Verhelpen van storingen............................................546
Onderhoud en verzorging .........................................549
Afvoer ..........................................................................550
Technische gegevens ..................................................551
Colofon ........................................................................553
422 van 686
1. Over deze handleiding
Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u de camera in gebruik neemt. Neem de waarschuwingen op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing in acht.
Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik.
Geef deze handleiding en het garantiebewijs mee
wanneer u het apparaat verkoopt of aan iemand anders doorgeeft.
1.1. In deze handleiding gebruikte waarschuwingssymbolen en -woorden
GEVAAR!
Waarschuwing voor direct levensgevaar!
WAARSCHUWING!
Waarschuwing voor mogelijk levensgevaar en/of ernstig onherstelbaar
letsel!
VOORZICHTIG!
Waarschuwing voor mogelijk minder
ernstig of licht letsel!
423 van 686
LET OP!
Neem de aanwijzingen in acht om materiële schade te voorkomen!
OPMERKING!
Aanvullende informatie over het gebruik van dit
apparaat!
OPMERKING!
Neem de aanwijzingen in de handleiding in acht!
WAARSCHUWING!
Waarschuwing voor gevaar van een
elektrische schok!
•
Opsommingsteken/informatie over voorvallen
die zich tijdens de bediening kunnen voordoen
Advies over uit te voeren handelingen
424 van 686
1.2. Gebruik voor het beoogde doel
Deze camera is bedoeld voor het opnemen van digitale foto's en
video's.
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor particulier gebruik
en is niet geschikt voor industriële of zakelijke toepassingen.
Let er op dat de garantie vervalt bij ondoelmatig gebruik:
• breng geen wijzigingen aan zonder onze toestemming en
gebruik geen accessoires die niet door ons zijn goedgekeurd
of geleverd,
• gebruik alleen door ons geleverde of goedgekeurde (vervangende) onderdelen en accessoires,
• neem alle informatie in deze handleiding in acht, met name
de veiligheidsvoorschriften. Elke andere toepassing wordt
beschouwd als oneigenlijk gebruik en kan leiden tot letsel of
schade.
gebruik het apparaat niet onder extreme omgevingsomstandigheden.
1.3. Opmerkingen over de conformiteit
Hiermee verklaart Medion AG dat dit product voldoet aan de
volgende Europese eisen:
• EMV-richtlijn 2004/108/EG
• RoHS richtlijn 2011/65/EU.
De volledige verklaring van conformiteit is te vinden op www.
medion.com/conformity.
425 van 686
2. Veiligheidsinstructies
2.1. Gevaren voor kinderen en personen
met beperkte vermogens
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (inclusief kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of intellectuele vermogens en/of onvoldoende ervaring en/of kennis,
tenzij dit gebeurt onder toezicht van een voor
hun veiligheid verantwoordelijke persoon of
de personen zijn geïnstrueerd in het juiste gebruik van het apparaat.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om er
zeker van te zijn dat zij niet met het apparaat
spelen. Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken.
• Berg het apparaat en de accessoires buiten bereik van kinderen op.
GEVAAR!
Houd ook de plastic verpakkingen buiten bereik van kinderen. Hierbij bestaat
gevaar voor verstikking!
426 van 686
2.2. Opmerkingen over het onderbreken
van de netvoeding
• Onderbreek de stroomvoorziening van uw apparaat door de stekker van de netadapter uit
het stopcontact te trekken. Houd bij het verwijderen van de stekker altijd de netadapter/
netstekker zelf vast. Trek nooit aan de kabel om
beschadiging te voorkomen.
• Als u de camera niet gebruikt, verwijdert u de
stekker van de netadapter uit het stopcontact
of gebruikt u een master-/slave-voorziening
om te voorkomen dat stroom wordt verbruikt
in uitgeschakelde toestand.
• Stopcontacten voor het opladen van accu
moeten zich in de buurt van het apparaat bevinden en moeten gemakkelijk bereikbaar zijn.
Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan
trappen of erover kan struikelen.
427 van 686
• Sluit de netadapter alleen aan op een geaard
stopcontact met 230 V~50 Hz. Neem contact
op met uw energieleverancier wanneer u niet
zeker bent van de stroomvoorziening op de
plaats van installatie.
• Dek de netadapter niet af om schade door sterke verhitting te voorkomen.
• Gebruik de netadapter niet meer, wanneer de
behuizing of kabels beschadigd zijn. Vervang
de netadapter door een apparaat van hetzelfde type.
• Gebruik uitsluitend het meegeleverde model
netadapter:
KSAS0060500100VEU, aangezien er anders beschadigingen kunnen ontstaan.
2.3. Waarschuwingen
Neem bij gebruik de volgende waarschuwingen
in acht om lichamelijk letsel te voorkomen:
• Flits niet vanaf korte afstand in de ogen. Hierdoor kan schade ontstaan aan de ogen van de
gefotografeerde persoon.
428 van 686
• Houd bij gebruik van de flitser minimaal een
meter afstand van kinderen aan.
• Open of demonteer de camera niet.
• Bij het demonteren van de camera bestaat er
gevaar voor een elektrische schok. Controle
van interne onderdelen, wijzigen en reparatie
mag alleen worden uitgevoerd door deskundigen. Breng het product voor onderzoek naar
een erkend Service Center.
• Als u de camera langere tijd niet gebruikt dient
u de batterijen te verwijderen om lekkage te
voorkomen.
• De camera mag niet worden blootgesteld aan
drup- of spatwater. Plaats geen voorwerpen
die zijn gevuld met vloeistof, bijvoorbeeld vazen, op of naast het apparaat.
• Verwijder de oplader uit het stopcontact, als
dit niet in gebruik is of bij onweer.
2.4. Tips voor de accu
Uw camera werkt op de meegeleverde accu. Laad
de accu uitsluitend op met de meegeleverde
USB-kabel en/of de meegeleverde netadapter.
429 van 686
Let op de volgende algemene aanwijzingen voor
de omgang met accu's:
• Houd accu's uit de buurt van kinderen. Raadpleeg meteen een arts als een accu is ingeslikt.
•
•
•
•
•
WAARSCHUWING!
Bij onjuist vervangen van de accu bestaat er gevaar voor explosie.
Vervang de accu uitsluitend door eenzelfde of een gelijkwaardig type.
Controleer, voordat u de accu plaatst, of de
contacten in de camera en op de accu schoon
zijn, en reinig de contacten indien nodig.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde accu.
Let bij het plaatsen van de accu op de polariteit (+/–).
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
Door rechtstreekse invloed van warmte kan de
accu worden beschadigd. Stel de camera daarom niet bloot aan sterke hittebronnen.
Vermijd het contact met huid, ogen en slijmvliezen. Spoel bij contact met batterij- of accuzuur de betreffende lichaamsdelen onmid-
430 van 686
•
•
•
•
•
•
•
dellijk met overvloedig schoon water af en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
Gooi de accu niet in het vuur, voorkom kortsluiting en haal de accu niet uit elkaar.
Stel de accu nooit bloot aan overmatige warmte zoals zon, vuur etc.!
Verwijder de accu wanneer u de camera gedurende langere tijd niet gebruikt.
Verwijder een lekkende accu meteen uit de apparaat. Maak de contacten schoon voordat u
een nieuwe accu plaatst. Door lekkage van batterijzuur kan de camera worden beschadigd!
Verwijder ook een lege accu uit de camera.
Bij lage temperaturen kan de capaciteit van de
accu door vertraging van de chemische reactie merkbaar afnemen. Houd tijdens opnamen
bij koud weer een tweede accu gereed op een
warme plek (bijvoorbeeld in uw broekzak).
Stel de accu niet bloot aan stoten of slagen,
klem de accu niet in en laat de accu niet vallen.
431 van 686
2.5. Voorzorgsmaatregelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om
beschadiging van uw camera te voorkomen en
een storingsvrije werking te garanderen:
• Droog bewaren
Deze camera is niet waterdicht en werkt niet
goed bij onderdompelen in water of wanneer
er vloeistoffen in de camera komen.
• Houd de camera uit de buurt van vocht, zout
en stof
Als u de camera heeft gebruikt op het strand
of bij zee veegt u zout of stof weg met een iets
vochtig, zacht doekje. Droog de camera daarna
zorgvuldig af.
• Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden. Houd de camera uit de buurt
van apparatuur die sterke elektromagnetische
velden opwekt, zoals elektromotoren. Sterke
elektromagnetische velden kunnen storingen
in de camera veroorzaken of de opslag van gegevens verstoren.
• Voorkom overmatige hitte.
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht of
432 van 686
hoge temperaturen. Daardoor kunnen accu's
gaan lekken of kan de behuizing van de camera vervormen.
• Vermijd grote temperatuurschommelingen
Wanneer u de camera snel van een koude naar
een warme omgeving brengt, of omgekeerd,
kan zich in of op de camera condenswater vormen; dit kan de werking beïnvloeden en schade veroorzaken. Wacht met het gebruik tot
de camera zich heeft aangepast aan de omgevingstemperatuur. Het gebruik van een opbergtas of plastic tas biedt een zekere mate
van bescherming tegen temperatuurverschillen.
• Laat de camera niet vallen.
Harde schokken of vibraties als gevolg van een
val kunnen storingen veroorzaken. Leg bij het
dragen van de camera de draagriem om uw
pols.
• Verwijder de accu niet tijdens het verwerken
van gegevens
Als de stroom uitvalt tijdens het bewerken van
beeldgegevens op de geheugenkaart kan dat
433 van 686
leiden tot verlies van gegevens of kan de interne schakeling of het geheugen beschadigd raken.
• Ga voorzichtig om met het objectief en alle bewegende onderdelen
Raak het objectief en de objectiefbuis niet aan.
Ga voorzichtig om met de geheugenkaart en
de accu's. Deze onderdelen zijn niet bestand
tegen zware belastingen.
• Accu's
Als de contacten van de accu's verontreinigd zijn, kunt u deze reinigen met een droog,
schoon doekje of met een vlakgom om resten
te verwijderen.
• Geheugenkaarten
Schakel de camera uit voordat u de geheugenkaart plaatst of verwijdert. Anders kan de werking van de geheugenkaart onbetrouwbaar
worden. Geheugenkaarten kunnen tijdens gebruik warm worden. Neem de geheugenkaart
altijd voorzichtig uit de camera.
434 van 686
2.6. Repareer de camera nooit zelf
WAARSCHUWING!
Probeer in geen geval de camera zelf te
openen of te repareren. Daarbij bestaat
gevaar voor een elektrische schok!
• Om risico's te vermijden kunt u bij storingen
contact opnemen met het Medion Service
Center of een deskundig reparatiebedrijf.
435 van 686
3. Inhoud van de verpakking
Controleer of alles in de verpakking aanwezig is en stel ons binnen 14 dagen na aanschaf op de hoogte van eventueel ontbrekende onderdelen.
De levering van het door u aangeschafte product omvat:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Camera MD 86938
3,7 V lithium-ionen accu
USB-kabel
USB-voeding (EU-versie)
AV-kabel
Draaglus
Opbergtasje VG0692172H80391
Software CD-ROM
Documentatie
GEVAAR!
Houd ook de plastic verpakkingen buiten bereik van kinderen. Hierbij bestaat
gevaar voor verstikking!
436 van 686
4. Overzicht van de camera
4.1. Voorkant
1)
2)
3)
4)
Flitser
LED voor zelfontspanner/AF-lamp
Cameralens met objectief
Microfoon
437 van 686
4.2. Achterkant
5)
6)
7)
8)
9)
10)
11)
LCD-scherm
Videotoets
Toets CG1CH"NQEM/YKUUGP
LED-indicator
Toets QM/richtingstoetsen (4-wegbesturing)
OGPW: Menu openen
: Weergavetoets
438 van 686
4.3. Bovenkant
12)
13)
14)
15)
Toets YNCP
T / W (Zoomwiel): In- en uitzoomen op onderwerp
Sluiterknop (half indrukken: autofocus activeren)
CCP1WKV: Camera in- of uitschakelen
439 van 686
4.5. Pagina
19)
20)
21)
Oog voor de draaglus
USB/TV-Out
Oog voor de draaglus
441 van 686
4.6. Navigatietoets
2
1
3
4
5
Toets
1)
Modus
In de opnamemodus:
In de weergavemodus:
Afspelen van video's:
In het menu
442 van 686
Beschrijving
Voor close-ups macro inschakelen
Vorige opname weergeven
Snel terugspoelen resp. vooruitspoelen in- of uitschakelen
Menu/submenu verlaten, in de
menu's/submenu's naar links
gaan
Toets
2)
Modus
In de opnamemodus:
In de videoweergavemodus:
In de weergavemodus voor foto's:
In het menu
3)
In de opnamemodus:
In de weergavemodus
Afspelen van video's:
In het menu
4) QM
Beschrijving
Belichtingsinstellingen wijzigen
Weergave starten/onderbreken
Foto in stappen van 90° draaien
In de menu's/submenu's omhoog
Soort flits kiezen
Volgende opname weergeven
Snel vooruitspoelen resp. terugspoelen in- of uitschakelen
Menu/submenu openen, in de
menu's/submenu's naar rechts
In de video/audioweergavemodus:
Afspelen starten
In het menu
In de menu's/submenu's een
keuze bevestigen
443 van 686
Toets
5)
444 van 686
Modus
Beschrijving
In de opname- Opties voor de zelfontspanner
modus:
weergeven
Afspelen van video-/audiobe- Afspelen stopzetten
standen:
In de menu's/submenu's omIn het menu
laag
5. Ingebruikname
5.1. Draaglus bevestigen
Bevestig voor een betere hanteerbaarheid en om veiligheidsredenen de draaglus aan de camera. Steek de draaglus door het
oog zoals weergegeven op de afbeelding.
Trek het andere eind van de draaglus door de lus van het
koordje en trek de draaglus vast.
LET OP!
Let er bij het dragen van de camera aan de
draaglus op dat de camera nergens tegenaan stoot. Leg de camera bij het bevestigen
van de draaglus op een stevige ondergrond
zodat de camera niet kan vallen en daardoor beschadigd raakt.
445 van 686
5.2. Accu plaatsen
Om de camera te gebruiken heeft u de meegeleverde lithium-ionen accu nodig.
Schakel de camera uit.
Schuif de vergrendeling van het accuklepje in de richting
QRGP en open het klepje in de richting van de pijl.
Plaats de accu zodanig dat de contacten in de richting van de
camera wijzen, zoals weergegeven op de afbeelding.
Druk de accu voorzichtig in de camera totdat deze hoorbaar
vastklikt.
446 van 686
Sluit het accuklepje weer in de richting van de pijl en schuif
de vergrendeling in de richting van NQEM.
447 van 686
5.3. Accu verwijderen
U verwijdert de accu door het accuvakje op de beschreven
wijze te openen.
Druk de accuvergrendeling voorzichtig omhoog. De accu
wordt dan een stukje naar buiten gestoten en u kunt deze
voorzichtig verwijderen.
5.4. De accu opladen via USB
OPMERKING!
Bij aanschaf is de accu niet opgeladen. U moet de accu
opladen voordat u de camera kunt gebruiken.
U kunt de accu opladen met de USB-lichtnetadapter of via de
USB-aansluiting van uw PC of een ander apparaat met een
USB-aansluiting.
OPMERKING!
Alleen de EU-stekker versie van de netvoeding wordt
meegeleverd. Voor het Verenigd Koninkrijk wordt geen
aparte UK AC-adapter meegeleverd. U kunt de camera
echter ook via de PC opladen of een adapter (van Brits
naar EU) gebruiken (niet meegeleverd).
Sluit de USB-kabel aan op de camera
Sluit het andere uiteinde aan op de USB-netvoeding en steek
deze in het stopcontact.
U kunt de camera met de meegeleverde USB-kabel ook aansluiten op de USB-aansluiting van uw PC of een ander apparaat met een USB-aansluiting.
448 van 686
OPMERKING!
Het opladen van de batterij met de meegeleverde netadapter is alleen mogelijk als de camera is uitgeschakeld.
5.5. SD-kaart plaatsen en verwijderen
Wanneer er geen kaart is geplaatst, worden de opnamen opgeslagen in het interne geheugen. Houd er rekening mee dat het
interne geheugen beperkt is.
Gebruik daarom een SD-geheugenkaart om de opslagcapaciteit
te vergroten. Als er een kaart geplaatst is, worden de opnamen
op de geheugenkaart opgeslagen.
5.5.1. Kaart plaatsen
Schakel eventueel de camera uit.
Schuif de vergrendeling van het accuvak open in de richting
van de pijl.
449 van 686
Houd de vergrendeling vast en schuif het klepje van het accuvak naar boven in de richting van de pijl. Het accuvak gaat
open.
Steek de kaart zoals weergegeven met de contacten naar boven in de kaartsleuf en controleer of hij hoorbaar vastklikt.
Sluit het accuvak weer en sluit de vergrendeling.
450 van 686
5.5.2. Kaart verwijderen
Als u de kaart wilt verwijderen, opent u eerst het accuvak, zoals hierboven beschreven.
Druk de kaart dan iets in om deze te ontgrendelen. De kaart
schuift er dan een stukje uit en kan worden uitgenomen.
Sluit het accuvak weer, zoals hierboven beschreven.
451 van 686
5.5.3. Camerageheugen
Intern geheugen
Uw camera is uitgerust met een intern geheugen van 64 MB.
U kunt daarvan maximaal 27 MB gebruiken voor opslag. Als er
geen geheugenkaart is geplaatst, worden alle foto's en video's
automatisch in het interne geheugen opgeslagen.
Extern geheugen
Uw camera ondersteunt SD-kaarten van maximaal 4 GB. De camera ondersteunt ook SDHC-kaarten met een maximale capaciteit van 32 GB. Als er een geheugenkaart is geplaatst, worden
alle foto's en video's automatisch op de externe geheugenkaart
opgeslagen. Het symbool geeft aan dat de camera gebruikmaakt
van de SD-kaart.
OPMERKING!
Mogelijk zijn niet alle kaarten met uw camera compatibel. Raadpleeg bij aanschaf de technische informatie van de kaart en neem de camera mee.
6. Eerste stappen
6.1. Camera inschakelen
Druk op de toets QP1QHH om de camera in te schakelen.
Het objectief schuift uit, het statuslampje brandt groen en het
scherm wordt ingeschakeld. De camera staat nu in de opnamemodus.
452 van 686
OPMERKING!
Als de camera niet wordt ingeschakeld, moet u controleren of de accu goed is geplaatst en is opgeladen.
6.2. Camera uitschakelen
Druk op de toets QP1QHH om de camera uit te schakelen.
6.3. Taal en datum/tijd instellen
Als u de camera voor de eerste keer inschakelt, wordt u gevraagd de taal en tijd in te stellen.
6.3.1. Taal instellen
Kies met de toetsen /en / de gewenste taal.
Bevestig de keuze door op de toets QM te drukken.
Na de taalkeuze gaat de camera automatisch naar het menu
voor het instellen van de datum en tijd.
6.3.2. Datum en tijd instellen
Stel met de toetsen en de juiste waarde voor de datum
of tijd in.
Met de toetsen en gaat u naar de volgende optie
Bevestig de instellingen met de toets QM.
Naast datum en tijd kunt u ook de notatie van de datum instellen. U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden:
• JJ/MM/DD
(jaar/maand/dag);
• MM/DD/JJ
(maand/dag/jaar);
• DD/MM/JJ
(dag/maand/jaar)
453 van 686
OPMERKING!
De camera geeft de datum en de tijd alleen weer in
de weergavemodus. Deze informatie kan ook rechts
onder op de foto worden ingevoegd, nadat eerst de
datumstempelfunctie geactiveerd werd (zie “10.2.
Het foto-opnamemenu” op pagina 492).
De tijdinstelling blijft opgeslagen via de interne batterij. De instelling gaat echter verloren als de accu
meer dan 48 uur uit de camera wordt verwijderd.
6.4. Energiebesparing
Wanneer de camera 60 seconden niet wordt gebruikt, schakelt
deze zichzelf uit. U kunt de automatische uitschakeltijd ook instellen op 3 of 5 minuten of volledig uitschakelen.
De energiebesparing is niet actief:
• tijdens het opnemen van audio- en videoclips;
• tijdens het weergeven van foto's, videoclips of audio-opnamen;
• wanneer de camera via de USB-aansluiting met een ander
apparaat is verbonden.
6.5. Opname- en weergavemodus
Na het inschakelen wordt de opnamemodus ingeschakeld: u
kunt direct foto's maken.
In de weergavemodus kunt u foto's, audio- en videoclips weergeven, bewerken en verwijderen.
454 van 686
U kunt naar de weergavemodus gaan door op de toets
te drukken. Het weergavesymbool wordt linksboven op het
scherm weergegeven. De als laatste genomen foto wordt
weergegeven.
U kunt weer naar de opnamemodus gaan door opnieuw op
te drukken.
6.6. Videomodus
Hiermee kunt u videoclips opnemen.
Druk op de toets
om een video-opname te starten.
Druk opnieuw op de toets
gen.
om de video-opname te beëindi-
455 van 686
7. Schermaanduidingen
7.1. Schermaanduidingen voor de opname
In de opnamemodus zijn de volgende schermaanduidingen mogelijk:
1)
2)
3)
4)
5)
Aanduiding van de huidige opnamemodus
Flitsinstelling
Zelfontspanner
Zoominstelling
Nog beschikbare opnamen/opnametijd
456 van 686
6)
7)
8)
9)
10)
11)
12)
13)
14)
15)
16)
17)
18)
19)
20)
21)
22)
23)
24)
25)
26)
27)
28)
29)
(bij de huidige resolutie)
Accustatus
Opslaglocatie (intern geheugen of kaart)
Windruisonderdrukking ingeschakeld
Weergave van videoresolutie
Datumstempel
Waarschuwing: Kans op bewegingsonscherpte!
Beeldstabilisatie ingeschakeld
Histogram
ISO-instelling
Toont de sluitersnelheid
Diafragma-instelling
Scherpstelbereik
AE/AF vergrendeling ingeschakeld
Belichtingsinstelling
Macro-instelling
Witbalans
Gezichtsherkenning
AF volgen ingeschakeld
Belichtingsmeting
Kwaliteitsinstelling
Beeldgrootte/Resolutie
AF-lamp ingeschakeld
Belichtingsreeks
Functie "Stijlvol" ingeschakeld
457 van 686
7.2. Schermaanduidingen voor het weergeven van foto's
In de weergavemodus zijn de volgende schermaanduidingen
mogelijk:
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
Weergave van de modus (opname of afspelen)
De opname is beveiligd
Geluidsopname
Aanwijzing voor de functie van een toets
Huidige opname/totale aantal opnamen
Accustatus
Opslaglocatie (intern geheugen of kaart)
Opnamegegevens
DPOF ingeschakeld
Resolutie van de momenteel weergegeven foto
458 van 686
7.3. Schermaanduidingen voor de videoweergave
In de weergavemodus voor videoclips zijn de volgende schermaanduidingen mogelijk:
1)
2)
Weergave van de modus (weergave)
De video is beveiligd
459 van 686
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
11)
12)
13)
14)
Video-opname
Aanwijzing voor de functie van een toets
Huidige opname/totale aantal opnamen
Accustatus
Opslaglocatie (intern geheugen of kaart)
Opnamegegevens
Resolutie/Bestandsgrootte
Aanwijzing voor toetsenfunctie
Lengte video
Afspeeltijd
Toont de weergavestatus (afspelen/pauze)
Aanwijzing voor toetsenfunctie
460 van 686
7.4. Schermaanduidingen in- en uitschakelen
In het menu "Instellingen" kunt u in het submenu "Weergavemodus" de schermweergave in- of uitschakelen of gedetailleerd
weergeven.
Kies met de toetsen en het menu instellingen.
Bevestig de keuze door op de toets QM te drukken.
Kies met de toetsen en het menu weergavemodus.
Bevestig de keuze door op de toets QM te drukken.
Kies met de toetsen en de weergavemodus en bevestig
de keuze met QM.
7.4.1. In de opnamemodus
Met de belangrijkste aanduidingen
Detailinfo (met alle aanduidingen)
461 van 686
Zonder aanduidingen
OPMERKING!
De schermaanduidingen kunnen per opnamemodus
variëren.
7.4.2. In de weergavemodus
Met de belangrijkste aanduidingen
462 van 686
Met alle aanduidingen
Zonder aanduidingen
De schermaanduidingen kunnen niet gewijzigd worden:
• tijdens het opnemen en afspelen van audio- en videoclips;
• tijdens weergave van een diashow of miniatuurafbeeldingen;
• tijdens het bijsnijden van een foto (in de bewerkingsmodus).
463 van 686
8. Eerste opnamen maken
8.1. Opnamemodus instellen
Als de camera wordt ingeschakeld, wordt automatisch de opnamemodus actief. Linksboven op het scherm wordt een symbool
voor de geselecteerde opnamemodus weergegeven. Meer informatie over de opnamemodi en de symbolen vindt u op Pagina 515.
8.2. Tips voor goede foto's
•
•
•
•
•
•
Bij het indrukken van de ontspanknop mag de camera niet
bewegen. Beweeg de camera niet meteen na het indrukken
van de ontspanknop. Wacht tot u het sluitergeluid heeft gehoord. Gebruik eventueel een statief of de beeldstabilisator
(zie Pagina 467) om de camera een stabiele positie te geven
en bewegingsonscherpte te voorkomen.
Bekijk het onderwerp op het scherm voordat u de ontspanknop indrukt.
Het hoofdonderwerp dient het grootste deel van het scherm
in beslag te nemen en de opname te domineren. Zorg dat u
zich altijd dicht genoeg bij het onderwerp bevindt.
Let er bij opnamen van landschappen en gebouwen op dat u
niet te veel van de omgeving in de foto opneemt.
Denk er bij portretopnamen aan dat het gezicht het hoofdonderwerp is, onderlichaam of schoenen zijn hierbij niet relevant en horen niet in beeld te komen.
Foto's zijn interessanter om te bekijken als het onderwerp
zich niet precies in het midden van het beeld bevindt, maar
iets meer naar de rand toe.
464 van 686
•
•
•
•
•
•
•
•
Veel mooie opnamen mislukken omdat de achtergrond te
veel afleidt. Verander de opnamehoek zodanig dat u een zo
neutraal mogelijke achtergrond verkrijgt.
Houd u bij opnamen van landschappen aan de éénderderegel, waarbij de opname wordt onderverdeeld in drie horizontale gebieden. Door deze onderverdeling kan de fotograaf de
werking van de opnamen beïnvloeden. Opnamen met een
verdeling van 1/3 lucht en 2/3 grond maken een rustige en
idyllische indruk, daarentegen werken beelden met een verdeling van 2/3 lucht en 1/3 grond dynamisch en levendig.
Voor dit soort landschapsopnamen zijn de hulplijnen (zie Pagina 461) bijzonder handig omdat belangrijke objecten in
beeld op de snijpunten kunnen worden geplaatst.
Geef uw opnamen diepte door meerdere niveaus in beeld
vast te leggen, bijvoorbeeld door de keuze van een geschikte
voor- en/of achtergrond.
Kies het beeldformaat dat past bij het onderwerp. Torens en
hoge gebouwen zien er bijvoorbeeld nog indrukwekkender
uit op staande opnamen.
Probeer met uw opnamen een verhaal te vertellen. Vaak zijn
4 of 5 foto's voldoende om van een momentopname een
kort verhaal te maken.
Beoordeel de hoek wanneer het onderwerp van achteren belicht wordt. Verander zo nodig van positie om de hinder door
tegenlicht te beperken.
Experimenteer met verschillende perspectieven om opnamen interessanter te maken.
De genoemde tips voor goede foto's gelden ook voor video-opnamen. Let er hierbij bovendien op dat u de camera
langzaam heen en weer beweegt en rustig vasthoudt. Als u
465 van 686
te snel beweegt, wordt de opname onscherp en vaag. Ook bij
video-opnamen kan een statief heel goed van pas komen.
8.3. Foto's maken
Selecteer het gewenste onderwerp op het scherm.
Druk de ontspanknop eerst iets in om de autofocus in te
schakelen.
Zodra de autofocus de scherpstelling uitgevoerd heeft, worden de gele beeldmarkeingen groen.
De beeldmarkeringen worden rood wanneer de autofocus
niet kan scherpstellen.
De waarden voor de sluitersnelheid, het diafragma en de
ISO-waarde worden weergegeven.
Vervolgens drukt u de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. Een geluid geeft aan dat de opname is gemaakt (wanneer deze functie in het instelmenu onder GELUIDEN is ingesteld (zie Pagina 502).
De foto's worden opgeslagen in JPEG-formaat.
OPMERKING!
Als de opname dreigt te bewegen, wordt daarnaast
het symbool getoond. In dat geval moet u de camera stilhouden, de beeldstabilisator inschakelen of
een statief gebruiken.
Schakel de macromodus in door op de toets
kunt u close-up foto's maken.
466 van 686
te drukken. Zo
8.3.1. Beeldstabilisator gebruiken
De beeldstabilisator corrigeert geringe bewegingen van de camera, bijvoorbeeld door trillen en voorkomt zo dat de opname
onscherp wordt.
Kies in het cameramenu de optie "STABILISATOR" om
deze functie in of uit te schakelen.
OPMERKING!
Bij het gebruik van een statief of als er voldoende
licht is, hoeft u de beeldstabilisator niet te gebruiken.
8.3.2. Gebruik van de flitser
Als er onvoldoende licht is voor een goede foto, kan de ingebouwde flitser voor extra licht zorgen.
Door herhaald indrukken van de flitstoets kiest u de volgende
flitsinstellingen:
Pictogram
Beschrijving
AUTO: de flitser wordt automatisch ingeschakeld, als
de opnameomstandigheden extra belichting vereisen.
Met voorflits vóór de eigenlijke flits om rode ogen te
voorkomen. De camera herkent de helderheid van
de objecten en flitst alleen als dat nodig is.
Flitser altijd aan
467 van 686
Pictogram
Beschrijving
"Slow Sync": de flitser wordt gesynchroniseerd met
een langere sluitertijd.
Flitser altijd uit
De flitser werkt alleen in de enkel- en zelfontspannermodus
De flitser kan niet worden gebruikt bij serie-opnamen en bij video-opnamen.
Het gebruik van de flitser vraagt extra energie van de accu. Als
de accu bijna leeg is, heeft de flitser meer tijd nodig om op te laden.
VOORZICHTIG!
Flits mensen en dieren niet van dichtbij.
Houd ten minste 1 meter afstand.
8.3.3. Zoom – vergroten of verkleinen
De camera is voorzien van een optische en een digitale zoom.
De optische zoom wordt ingesteld door de instelling van de lens,
de digitale zoom wordt ingeschakeld via het menu Instellingen.
Druk de zoomregelaar in de richting Y" of V" . Er verschijnt een balk die de zoominstelling
weergeeft.
Y" : De foto wordt uitgezoomd ("groothoek"); het beeld bestrijkt een groter gebied
V" : De foto wordt ingezoomd ("telelens"); het beeld bestrijkt
een kleiner gebied.
468 van 686
Pictogram
Beschrijving
Als de markering in het linker deel van de balk
staat, wordt de optische zoom gebruikt.
Als u opnieuw op V" drukt wordt de digitale
zoom automatisch ingeschakeld. U kunt nog
eens met een factor 8 verder inzoomen.
Hiervoor moet de digitale zoom in het menu
Instellingen zijn ingeschakeld!
OPMERKING!
Voor video-opnamen is de digitale zoom niet beschikbaar.
Bij digitale zoom wordt het vergrote beeldsegment
door interpolatie vergroot; daardoor kan de beeldkwaliteit iets minder worden.
8.3.4. Scherpstelmodus kiezen
Met deze functie kunt u de wijze van scherpstellen voor een te
maken foto of video kiezen.
Druk een aantal keren op de macrotoets tot het symbool
van de gewenste scherpstelmodus wordt weergegeven.
Bevestig uw keuze met de toets QM.
De camera heeft vier scherpstelsmodi:
AF - Autofocus In deze instelling wordt de camera automatisch
scherpgesteld op objecten.
469 van 686
- Macro
Deze modus is speciaal geschikt voor macro-opnamen. In deze
modus kunt u door een vaste scherpstelafstand details vastleggen en het onderwerp ook op korte afstand scherpstellen.
Scherpstelbereik ca.: 1 cm tot 50 cm.
- Super Macro
Deze modus is speciaal geschikt voor macro-opnamen. In deze
modus kunt u door een vaste scherpstelafstand details vastleggen en het onderwerp ook op korte afstand scherpstellen.
Scherpstelbereik ca.: 1 cm tot 30 cm. Wanneer de Super Macro-modus is ingeschakeld, kan de scherpte niet worden ingesteld.
- Oneindig
Bij de instelling "Oneindig" is de camera scherpgesteld op zeer
ver verwijderde objecten.
MF - Handmatige focus
Met de handmatige scherpstelling kunt u de scherpstelafstand
instellen op een waarde tussen Macro en Oneindig door op de
toets Omhoog/Omlaag te drukken. Druk op de toets OK om de
scherpstelling vast in te stellen en het instellingsvenster te verlaten.
8.3.5. Gebruik van de toets AE/AF LOCK
Met behulp van de toets CG1CH"NQEM op de camera kunnen
de scherpstelling en de belichting worden vergrendeld.
Om AE/AF te vergrendelen drukt u tijdens de video-opname
op de toets AE/AF LOCK of druk de ontspanknop half in en
druk vervolgens in de fotomodus op de toets CG1CH"NQEM.
De AE/AF blijft ook vergrendeld wanneer u de ontspanknop
loslaat.
470 van 686
U kunt de AE/AF op een van de volgende manieren ontgrendelen:
• Druk op de toets CG1CH"NQEM
• Draai aan de zoomring
• Druk op de toets MENU/weergave/Video/aan/uit om een andere functie uit te voeren.
8.3.6. Gebruik van de zelfontspanner
Met de zelfontspanner maakt u foto's na een vooraf ingestelde
vertraging. Met de functie voor serie-opnamen kunt u continu
achter elkaar foto's maken. Deze functie is alleen beschikbaar bij
met maken van foto's. De instelling van de functiemodus wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer u de camera uitschakelt.
Inschakelen van de zelfontspanner:
Druk op de toets \GNHQPVURCPPGT1QONCCI op de
camera om de zelfontspanner in te schakelen.
Druk op of om de gewenste opties voor de zelfontspanner in te stellen. Druk op de toets QM om de instellingen over
te nemen en op te slaan.
De camera is voorzien van drie modi voor de zelfontspanner:
UIT
De zelfontspanner is uitgeschakeld.
10 SEC.
De foto wordt 10 seconden na het indrukken
van de sluiterknop genomen.
De foto wordt 2 seconden na het indrukken
van de sluiterknop genomen.
Er worden 2 opnamen gemaakt. De eerste 10
seconden, de tweede 12 seconden na het indrukken van de ontspanknop.
2 SEC.
DUBBEL
471 van 686
8.4. Gebruik van de time-lapse functie
Met de WLAN-functie kunt u foto's en video's in deze camera rechtstreeks naar andere apparaten zoals smartphones of tablet-PC's overdragen en zelfs delen op sociale netwerken als u
hiermee verbonden bent. Bovendien kunnen deze apparaten
worden gebruikt als afstandsbediening. Behalve video-opnamen
kunnen ook foto-opnamen of bestanden van de camera rechtstreeks via uw smartphone of tablet-PC worden gedownload.
U kunt het WLAN-menu uitsluitend uitvoeren door op de WLANtoets te drukken in de voorbeeldmodus of modus voor afzonderlijke beelden.
8.4.1. De camera verbinden met een
smartphone
Download s.v.p. vóór gebruik van de WLAN-modus eerst de
WLAN-applicatie "LifeCam" van Google Play (Android) of de
Apple Store (iOS) en installeer de app op uw smartphone.
Als u een QR-codelezer op uw smartphone
heeft geïnstalleerd, gebruikt u de code hiernaast om de app te downloaden.
ONTDEK HET OP
Schakel de camera in en druk op de WLAN-toets. Tik vervolgens op afstandsbediening.
472 van 686
Functie
AFSTANDSBEDIENING
GEOTAGOPNAME
GPS-DATA DOWNLOADEN
Beschrijving
Met uitzondering van video-opnamen, kunt u uw smartphone gebruiken om de camera te bedienen voor
het opnemen van foto's of het downloaden van bestanden. Voor nadere
details raadpleegt u “Afstandsbediening” op pagina 475.
Synchroniseert de tijd van de smartphone met de camera. Verdere informatie vindt u in hoofdstuk “Geotag
opname” op pagina 476.
Download de GPS-gegevens met uw
smartphone om Geotags toe te voegen aan de foto's die in de camera
zijn opgeslagen. Verdere informatie
vindt u in hoofdstuk “GPS-gegevens
downloaden” op pagina 477.
473 van 686
Functie
Beschrijving
Upload foto's of video's van de cameNAAR DE APP
ra naar een smartphone. Verdere inZENDEN
formatie vindt u in hoofdstuk “Naar
de app sturen” op pagina 478.
Upload foto's naar sociale netwerken
via de netwerkserver. Ondersteunde
POSTEN OP SOCI- netwerken zijn Facebook en Picasa.
ALE NETWERKEN Verdere informatie vindt u in hoofdstuk “Posten op sociale netwerken”
op pagina 480.
Schakel het WLAN-netwerk in. Maak vervolgens een verbinding met de hotspot met de naam van de camera (de standaardnaam is "WiFi camera") in de lijst van gevonden netwerken.
Voer bij de eerste keer verbinden het standaard wachtwoord
"12345678" voor de hotspot in.
Wanneer uw smartphone verbinding maakt met het netwerk
van de camera, start u de applicatie "LifeCam" om de camera
vanaf de smartphone te bedienen of de foto's en video's van
de camera te downloaden en weer te geven.
8.4.2. WLAN-verbinding maken tussen de
camera en de smartphone.
Wanneer u de functies "AFSTANDSBEDIENING" of "GEOTAGOPNAME" op de smartphone wilt uitvoeren, moet u een
WLAN-verbinding tussen de camera en de smartphone maken.
Stel eerst een WLAN-optie in op de camera en zorg ervoor dat
de smartphone zich binnen bereik van het WLAN-netwerk be474 van 686
vindt. Kies vervolgens op de smartphone de naam van de camera in de lijst gevonden netwerken. Wanneer het de eerste keer
is dat er een verbinding wordt gemaakt, wordt er gevraagd om
een wachtwoord.
Afstandsbediening
Volg s.v.p. de onderstaande stappen om de functie afstandsbediening uit te voeren:
Kies "AFSTANDSBEDIENING" uit het WLAN-menu op
de camera.
De camera zal de WLAN stand-by modus oproepen:
Tik op de smartphone op de naam van de camera in de lijst
gevonden netwerken.
De camera zal de stand-by modus voor de afstandsbediening
oproepen.
Start de app "LifeCam" op de smartphone en klik vervolgens
op "Remote Shutter" of "Camera Link".
475 van 686
Wanneer u op "Remote Shutter" tikt, zal de camera de voorbeeldweergave starten. Wanneer u op "Camera Link" tikt,
wordt het beeldscherm van de camera zwart.
De camera zal vervolgens de modus "Remote Shutter" of "Camera Link" oproepen.
Geotag opname
Kies "AFSTANDSBEDIENING" uit het WLAN-menu op
de camera.
476 van 686
Kies "Geotagging" in het app-menu op uw smartphone.
Schakel GPS op uw smartphone in.
Start de 'LifeCam" app op uw smartphone en klik op de optie
"Geotagging".
Klik in het venster "Geotagging" op de rode toets. De camera zal worden gesynchroniseerd met de smartphone en
de smartphone zal beginnen met de opname van GPS-gegevens. De camera keert terug naar het venster voor de afstandsbediening. Druk opnieuw op de dezelfde toets om de
opname van GPS-gegevens te beëindigen.
Druk op de WLAN-toets om de verbinding tussen de smartphone en de camera te verbreken. In deze tijd kunt u met
de camera normaal foto's en video's opnemen. De "LifeCam"
app zal u informeren over het verbreken van de verbinding.
Klik ter bevestiging op OK maar stop niet het opnemen van
GPS-gegevens door de "LifeCam" app.
Gebruik na de opname van de foto's de functie "GPS-Daten
herunterl." om de locatiegegevens van de smartphone te importeren en deze informatie in de foto op te slaan.
OPMERKING!
Gebruik deze samen met de functie "GPS-DATA
DOWNLOADEN" om de locatiegegevens bij de eigenschappen van de foto weer te geven.
GPS-gegevens downloaden
Volg s.v.p. de onderstaande stappen om de functie "GPS-DATA DOWNLOADEN" uit te voeren:
Kies "GPS-DATA DOWNLOADEN" in het WLAN-menu
van de camera.
477 van 686
Tik op de cameranaam in de lijst met netwerken van uw
smartphone.
Tik op de smartphone op "Upload to Camera".
Op de camera zal het downloadvenster worden weergegeven.
Op het scherm wordt een voortgangsbalk voor het uploaden
weergegeven.
Op de smartphone wordt een venster weergegeven met de
vraag of de GPS-gegevens bewaard moeten blijven.
Na afloop van de upload wordt de WLAN-verbinding automatisch verbroken. De camera wordt vervolgens teruggezet
in de modus voor voorbeeldweergave of de weergavemodus.
U kunt de locatiegegevens voor de plaats van de opname
van de foto zien door op de PC de eigenschappen van de
foto op te vragen
OPMERKING!
De GPS-gegevens worden eenmaal per minuut opgenomen en geïmporteerd in de foto's met dezelfde
opnametijd. Afwijkende gegevens worden in geen
enkele foto geïmporteerd.
Naar de app sturen
Volg s.v.p. de onderstaande stappen om de functie "Zu App senden" uit te voeren:
Kies "NAAR APP ZENDEN" in het WLAN-menu van de
camera.
De camera zal een 4x3 voorbeeldweergave oproepen.
478 van 686
Tik op de toets om de gewenste opnamen op de camera te
markeren en druk vervolgens op de toets QM.
Tik op de smartphone op de naam van de camera in de lijst
gevonden netwerken.
De camera zal in de stand-by modus gaan.
Tik op start om de foto's op de smartphone te ontvangen.
De camera zal het venster "Zenden" weergeven om de foto's
te verzenden
De ontvangen foto's worden op de smartphone weergegeven.
Nadat het verzenden is voltooid, wordt de WLAN-verbinding
automatisch verbroken. De camera gaat vervolgens terug
naar de voorbeeld- of de weergavemodus.
Op de smartphone wordt een melding weergegeven over
het beëindigen van de verzending.
479 van 686
OPMERKING!
Vanwege compatibiliteitsproblemen worden video's
niet verzonden naar iOS apparatuur (bv. iPhone of
iPad).
Posten op sociale netwerken
Door de WLAN-functie is het niet nodig om uw camera via een
kabelverbinding aan te sluiten om foto's via sociale netwerken
te delen. Deze camera ondersteunt de onderstaande sociale netwerken. Volg de onderstaande stappen om uw foto's te delen.
480 van 686
Functie
OP FACEBOOK
PLAATSEN
Beschrijving
Kies "AOP FACEBOOK PLAATSEN" in het WLAN-menu op uw camera.
Kies het bestand en druk op de toets
QM. Er kan slechts één bestand tegelijk worden verzonden.
Voeg een beschrijving aan de foto
toe. Deze stap is voor Facebook niet
verplicht.
Alle beschikbare WLAN-netwerken
worden in een lijst weergegeven.
Kies het gewenste netwerk en voer
evt. het wachtwoord in.
Meldt u aan bij Facebook om het verzenden te starten.
OPMERKING!
Wanneer aanmelden bij Facebook via de camera niet
mogelijk is, dient u de beveiligingsinstellingen in Facebook te controleren. Schakel
eventueel de meldingen en
bevestigingen voor aanmelding uit.
481 van 686
Functie
OP PICASA
PLAATSEN
Beschrijving
Kies "OP PICASA PLAATSEN"
in het WLAN-menu op uw camera.
De camera zal een 4x3 voorbeeldweergave oproepen.
Druk op de toets omhoog/omlaag
om de foto te selecteren of deselecteren. Er kunnen maximaal 200 bestanden tegelijk worden geselecteerd.
Alle beschikbare WLAN-netwerken
worden in een lijst weergegeven.
Kies het gewenste netwerk en voer
evt. het wachtwoord in.
U kunt vervolgens de foto's uploaden.
OPMERKING!
Bij veel netwerkverkeer op de servers van het sociale netwerk of een lage snelheid van het door u gebruikte netwerk kunnen er tijdens de verbinding of
bij het uploaden van de foto's fouten optreden. Wij
raden aan om de netwerkomgeving te controleren
en een moment te wachten voordat u het opnieuw
probeert.
• Alle camerafuncties worden uitgeschakeld wanneer er een
WLAN-verbinding actief is, met uitzondering van de GKP1
CWU toets, de YNCP-toets en de OGPW/toets (alleen tijdens het posten naar sociale netwerken).
482 van 686
•
•
WLAN functioneert ook wanneer er geen geheugenkaart in
de camera is geplaatst.
De WLAN-functie wordt in de volgende situaties automatisch
beëindigd:
− Druk opnieuw op de YNCP-toets om de WLAN-modus af
te sluiten.
− Druk op de OGPW-toets om de WLAN-modus af te sluiten
en terug te gaan naar de voorbeeldweergave of de enkele weergave.
− Buiten WLAN-bereik.
− Aansluiten op de PC, televisie of printer.
− Geheugenkaart plaatsen of verwijderen.
− Resterende acculading minder dan 10% (±5%).
8.5. Videoclips opnemen
Behalve fotograferen kunt u met de camera ook videoclips opnemen en dus niet alleen stilstaande maar ook bewegende beelden opslaan.
483 van 686
Druk op de ontspanknop om de opname te starten. De opnametijd wordt op het scherm weergegeven.
Druk de zoomregelaar in de richting Y of V om in of uit
te zoomen en de beelduitsnede te veranderen.
Druk opnieuw op de opnametoets om de opname te beeindigen.
OPMERKING!
De digitale zoom en de flitser zijn niet beschikbaar
voor de opname van videoclips.
Tijdens het opnemen van een video is de microfoon
ingeschakeld en wordt er ook geluid opgenomen.
De video-opnamen worden samen met het geluid
als AVI-bestand opgeslagen.
8.5.1. PIV functie (Picture in Video)
Tijdens een video-opname kan een foto worden gemaakt:
Druk tijdens de video-opname de ontspanknop helemaal in,
op de display wordt tijdens de video-opname een symbool
weergegeven.
Wanneer u de ontspanknop volledig indrukt, kan de huidige weergave als foto worden opgeslagen zonder dat de video-opname wordt onderbroken.
Na de opname van de foto wordt een symbool en het aantal opnamen weergegeven. Wanneer het maximale aantal opnamen
is bereikt wordt het symbool op het scherm rood en kunnen er
geen foto's meer worden gemaakt.
484 van 686
OPMERKING!
Let er op dat de video-opname doorgaat, zelfs wanneer het camerasymbool rood is geworden. De PIV
functie kan alleen worden gebruikt bij de videoresoluties 720p30 en VGAp30.
OPMERKING!
Wanneer de videoresolutie is ingesteld op 720p (30
fps), worden de foto's opgeslagen met een resolutie
van 1280 x 720.
Wanneer de videoresolutie is ingesteld op VGA (30
fps), worden de foto's opgeslagen met een resolutie
van 640 x 480.
9. Opnamen bekijken/beluisteren
9.1. Opnamen afzonderlijk weergeven
U kunt de als laatste gemaakte opnamen in de weergavemodus
na elkaar weergeven.
Druk op de weergavetoets
om de weergavemodus in te
schakelen.
Op het scherm wordt de als laatste gemaakte opname weergegeven, afhankelijk van het type zijn de volgende weergaven mogelijk:
485 van 686
Foto
Video
Druk op de toetsen of om de voorgaande of volgende
opname te bekijken.
486 van 686
9.2. Opnamen als miniaturen weergeven
Druk in de weergavemodus het zoomwiel tegen de klok in
om maximaal negen kleine voorbeeldopnamen weer te geven.
Met de navigatietoetsen of , of kunt u het gewenste bestand kiezen.
Druk op de toets QM om de opname schermvullend weer te
geven.
Draai het zoomwiel met de klok mee om terug te keren naar
volledig beeld.
Sommige miniatuurbeelden bevatten pictogrammen die het bestandstype aangeven.
Pictogram
Bestandstype
Beschadigd bestand
Betekenis
Geeft een beschadigd bestand
aan.
487 van 686
9.2.1. Inzoomen op foto's
Bij foto-opnamen kunt u afzonderlijke uitsneden bekijken.
Door bij schermvullende weergave meerdere malen het
zoomwiel rechtsom te drukken, kunt u het beeldsegment tot
12x vergroten. Door herhaaldelijk het zoomwiel richting V
te drukken, kunt u de weergave ook weer verkleinen.
De vier pijlen aan de rand geven aan dat het beeldsegment
vergroot is.
Met de richtingstoetsen of kunt u de uitsnede
binnen het beeld verschuiven.
Druk op de toets OGPW om naar de schermvullende weergave terug te gaan.
Er wordt gevraagd of het beeldfragment moet worden opgeslagen. Na de beantwoording schakelt de camera weer terug
naar de schermvullende weergave.
488 van 686
9.3. Video-opnamen en spraaknotities
afspelen
Kies de gewenste opname.
Druk op de toets QM om het afspelen te starten.
Bij het afspelen van videoclips drukt u op de toetsen of
om snel vooruit of terug te spoelen.
Druk de zoomtoets tegen de klok in (naar links) om het volume te verlagen.
Druk de zoomtoets met de klok mee (naar rechts) om het volume te verhogen.
Als u het afspelen wilt stopzetten, drukt u op de toets .
Druk opnieuw op de toets om het afspelen te hervatten.
Als u de video beeld voor beeld vooruit of achteruit weer wilt
geven, drukt u op voor het stilzetten van de weergave en
vervolgens op of .
Wanneer u het afspelen wilt beëindigen, drukt u op de toets
.
489 van 686
9.4. Opnamen wissen
OPMERKING!
Als er een geheugenkaart is geplaatst, kunt u alleen
de op de geheugenkaart opgeslagen bestanden wissen.
Als de geheugenkaart tegen schrijfbewerkingen is
beveiligd, kunt u de op de geheugenkaart opgeslagen bestanden niet wissen. (Er verschijnt een mededeling "Kaart beveiligd".)
Een gewist bestand kan niet worden hersteld. Wees daarom
voorzichtig bij het wissen van bestanden.
9.4.1. Afzonderlijke bestanden
Kies in de weergavemodus een foto met de toetsen of .
Druk op de toets
om de menuopties voor de wisfunctie
weer te geven.
Kies "EÉN" en druk op de toets QM om de gewenste opname te wissen.
Kies "ANNULEREN" en bevestig met de toets QM om terug te keren naar de weergavemodus.
9.4.2. Meerdere bestanden
Druk op de toets
om de menuopties voor de wisfunctie
weer te geven.
Kies "MULTI" en druk op de toets QM om de te wissen opnamen te selecteren in de miniatuurweergave.
490 van 686
Kies een foto met de toetsen of en stel met de toets
een wismarkering in of maak een reeds vastgelegde wismarkering weer ongedaan met de toets .
Als u de miniatuurweergave wilt verlaten zonder te wissen,
drukt u op de toets OGPW. Alle reeds geplaatste wismarkeringen gaan verloren.
Bevestig nu de keuze met de toets QM, kies "JA" en druk op
de toets QM om alle gemarkeerde bestanden te wissen.
Kies "ANNULEREN" en bevestig met de toets QM om terug te keren naar de weergavemodus.
9.4.3. Alle bestanden
Kies in de weergavemodus een foto met de toetsen of .
om de menuopties voor de wisfunctie
Druk op de toets
weer te geven.
Kies "ALLE" en druk op de toets QM.
Kies "JA" en bevestig met de toets QM om alle bestanden te
wissen.
Kies "ANNULEREN" en bevestig met de toets QM om terug te keren naar de weergavemodus.
OPMERKING!
Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist, in
dat geval wordt de mededeling "BESTAND VERGRENDELD" op de display weergegeven.
Als er een geheugenkaart is geplaatst, kunt u alleen
de op de geheugenkaart opgeslagen bestanden wissen.
491 van 686
Als de geheugenkaart is beveiligd, kunt u de op de geheugenkaart opgeslagen bestanden niet wissen.
Een gewist bestand kan niet worden hersteld. Wees daarom
voorzichtig bij het wissen van bestanden.
10. De menu's
10.1. Navigeren in de menu's
Druk op de toets OGPW om de menu's te openen.
Kies met de richtingstoetsen of de instelling die u wilt
wijzigen.
Druk op de toets QM"of de toets. Het betreffende submenu wordt geopend.
Kies met de richtingstoetsen of de gewenste optie en
bevestig dit met de toets QM.
Met de toets OGPW kunt u op elk moment teruggaan naar
het vorige niveau.
10.2. Het foto-opnamemenu
492 van 686
Instelling
SCÈNEMODUS
FOTOFORMAAT
Pictogram
Betekenis
Voor bepaalde opnamesituaties of motieven
kunt u vooraf ingestelde opnamemodi selecteren waarin een voorgeprogrammeerde automatische instelling gebruikt wordt (zie “11.
Menuoptie Opnamemodus” op pagina 515).
De resolutie bepaalt in belangrijke mate de
kwaliteit van de foto. Bij een hogere resolutie
is meer geheugenruimte nodig voor een opname. De hoogste resoluties zijn vooral aan
te raden voor grote afdrukken (groter dan
A4-formaat) of beeldfragmenten achteraf.
16 M
4608 x 3456
8M
3264 x 2448
5M
2592 x 1944
3M
2048 x 1536
VGA
640 x 480
3:2
4608 x 3072
16:9
(10M)
16:9
(2M)
1:1
4608 x 2592
1920 x 1080
2992 x 2992
493 van 686
Instelling
Pictogram
KWALITEIT
Fijn compressieverhouding 8x
AWB
WITBALANS
494 van 686
Betekenis
Superfijn: compressieverhouding 5x
Normaal: compressieverhouding 12x
De witbalans wordt automatisch aangepast.
Bij gebruik van de toets op
de 4-wegbesturing wordt de
functie ingeschakeld (zie hiervoor “WB-Shift” op pagina
500.)
Geschikt voor foto's bij helder
daglicht.
Geschikt voor opnamen bij
een bewolkte hemel, tijdens
de schemering of in de schaduw.
Geschikt voor foto's bij gloeilamplicht.
Geschikt voor opnamen bij
roodachtig TL-licht.
Geschikt voor opnamen bij
blauwachtig TL-licht.
Instelling
Pictogram
Betekenis
Voor meer nauwkeurige aanpassing of wanneer er voor de
lichtbron geen keuze is.
OPMERKING!
WITBALANS
U kunt de juiste
instelling vinden
door de camera,
bij de lichtverhoudingen waarvoor u
een witbalans wilt
instellen, op een
wit vel papier of
een vergelijkbaar
object te richten
en een proeffoto te
maken.
Door indrukken van de toets
op de 4-wegbesturing, stelt
de camera automatisch de witbalans in.
495 van 686
Instelling
ISO (LICHTGEVOELIGHEID)
Pictogram
Betekenis
Deze instelling verandert de lichtgevoeligheid van de sensor. Een hogere waarde verhoogt de lichtgevoeligheid maar veroorzaakt
ook meer ruis. Dit kan de beeldkwaliteit aantasten. Stel daarom de ISO-waarde op basis
van de opnameomstandigheden zo laag mogelijk in.
ISO AUTO Automatische ISO-waarde.
Stelt de gevoeligheid in op ISO
ISO 100
100.
Stelt de gevoeligheid in op ISO
ISO 200
200.
Stelt de gevoeligheid in op ISO
ISO 400
400.
Stelt de gevoeligheid in op ISO
ISO 800
800.
Stelt de gevoeligheid in op ISO
ISO 1600
1600.
Stelt de gevoeligheid in op ISO
ISO 3200
3200.
Stelt de gevoeligheid in op ISO
ISO 6400
6400.
OPMERKING!
Als u een ISO-waarde van ISO
3200 of ISO 6400 wilt instellen, moet u eerst resolutieniveau
3M instellen!
496 van 686
Instelling
MAXIMUM
ISO AUTO
METING
Pictogram
Betekenis
Met deze functie kan de camera, afhankelijk van het omgevingslicht, automatisch een
ISO-waarde selecteren tussen ISO 100 en de
waarde die is ingesteld voor de maximale gevoeligheid. De beschikbare opties zijn 200
(standaard), 400, 800.
Met deze functie stelt u in waar de lichtmetingen voor de foto- of video-opname zullen
plaatsvinden.
Kiest een belichting op basis van de meetresultaten
van meerdere plaatsen in het
beeldveld.
Het licht wordt gemeten over
het gehele beeldveld, maar de
waarden rond het midden tellen zwaarder.
Kiest een belichting op basis
van een enkel meetresultaat in
het midden van het beeldveld.
497 van 686
Instelling
Pictogram
Betekenis
Met deze functie kan een serie foto's worden
gemaakt met verschillende belichtingscorrecties. Bij een belichtingsreeks worden 3
serie-opnamen gemaakt in de volgorde:
BELICHstandaardbelichting, onderbelichting en
TING-BRAC- overbelichting.
KET.
Uit
±0,3
Diafragmawaarde
±0.7
Diafragmawaarde
±1.0
Diafragmawaarde
Hier kunt u het autofocusgebied (AF) kiezen.
De camera herkent automatisch gezichten.
Er wordt een breed bereik
scherp ingesteld.
AF-GEBIED
Het centrale deel wordt scherp
ingesteld.
De camera stelt automatisch
scherp op het bewegende object en houdt de instelling vast
op dat object.
Hier kunt u de AF-lamp op automatisch
AF-LAMP
(AUTO) instellen of de AF-lamp uitschakelen (UIT).
498 van 686
Instelling
AE-L/AF-L
DIGITALE
ZOOM
DATUMSTEMPEL
Pictogram
Betekenis
Met deze functie kan de belichting, de
scherpstelling, of beide worden vergrendeld
door de toets AE/AF LOCK in te drukken De
toets AE/AF LOCK kan op een van de volgende functies worden ingesteld:
AE-L
Belichting ver-/ontgrendelen.
Scherpstelling ver-/ontgrendeAF-L
len.
AE-L/
Belichting en scherpstelling
AF-L
ver-/ontgrendelen.
Hier kunt u de digitale zoom instellen of de
functie uitschakelen (UIT).
Hier kunt u de datum en tijd op de foto's laten weergeven.
DATUM
DATUM/
TIJD
UIT
Na de opname wordt de gemaakte foto geAUTO
durende een paar seconden weergegeven.
WEERGAVE
Deze functie kunt u in- of uitschakelen.
499 van 686
Instelling
Pictogram
Betekenis
Hier kunt u de knipperdetectie instellen of de
functie uitschakelen (AUS).
Als de camera knipperen detecteert nadat
KNIPPER- een foto is gemaakt, wordt de optie BESPADETECTIE REN of ANNULEREN weergegeven op
het scherm.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd
als gezichtsherkenning actief is.
De functie hulplijnen geeft in de preview een
RASTERrooster om de opnamen goed in te delen. De
LIJN
beschikbare instellingen zijn: Aan, uit
STABILISA- Hier kunt u de automatische beeldstabilisator
TOR
in- of uitschakelen.
WB-Shift
Met de functie WB-Shift heeft u de mogelijkheid om de witbalans handmatig in te stellen. Hiertoe beweegt u met behulp
van de 4-wegbesturing het dradenkruis in de weergave van het
scherm naar het door u gewenste kleursegment.
500 van 686
10.3. Het video-opnamemenu
Instelling
FILMMODUS
VOOROPNAME
Pictogram
Betekenis
De resolutie bepaalt in belangrijke mate de
kwaliteit van de foto. Bij een hogere resolutie
is meer geheugenruimte nodig voor een opname.
Videoresolutie 1280x720
30 beelden per seconde (bij
720P30
gebruik van een SDHC-geheugenkaart van klasse 6)
Videoresolutie 640x480
VGAP30
30 beelden per seconde
U kunt de eerste drie seconden opnemen van
een actie die u waarschijnlijk gemist zou hebben. Bij geactiveerde vooropname begint de
camera automatisch met de video-opname
voordat de sluiterknop volledig wordt ingedrukt.
501 van 686
Instelling
Pictogram
Betekenis
WIKKELEN Met deze functie kunnen windgeluiden bij viSNIJDEN deo-opnamen worden verminderd.
Met deze functie kunt u video's opnemen met
CONTINU
autofocus. Mogelijke instellingen zijn AAN en
AF
UIT
10.4. Het instellingenmenu
Instelling
Pictogram
OPSTARTEN
GELUIDEN
SLUITER
PIEPVOLUME
502 van 686
Betekenis
Hier kunt u een van 3 tonen
als starttoon kiezen of de
starttoon uitschakelen.
Hiermee kunt u het geluid
van de sluiter in- resp. uitschakelen
Volume voor tonen instellen
Instelling
Pictogram
Betekenis
Om de accu te sparen, wordt de camera na de
ingestelde tijd automatisch uitgeschakeld. Maak
een keuze uit: 1 MIN, 3 MIN, 5 MIN of UIT.
De energiebesparing is niet actief:
• tijdens het opnemen van audio- en videoclips;
STROOM• tijdens het weergeven van foto's, videoclips
BESPAof audio-opnamen;
REN
• wanneer de camera via de USB-aansluiting
met een ander apparaat is verbonden;
• wanneer AE/F is vergrendeld;
• tijdens gebruik van Film invoegen;
• tijdens intervaltijd voor Time-lapse;
• bij WLAN-gebruik.
Hier kunt u de datum en de tijd instellen en het
DATUM/
weergaveformaat van de datum kiezen. (zie PaTIJD
gina 453).
Hier kunt u de taal van de menu's instellen. (zie
TAAL
Pagina 453).
Hier kunt u de weergaven van de symbolen op
WEERGA- het LCD-scherm zowel in de opname- als de
weergavemodus instellen.
VEMODUS
Maak een keuze uit: AAN, GEDETAILLEERDE INFO of UIT.
503 van 686
Instelling
Pictogram
Betekenis
Met de TV-instellingsfunctie kunt u het videouitvoersignaal aan verschillende regio-instellingen
aanpassen. Als de TV-instellingen niet correct
zijn uitgevoerd, kan de foto niet goed op de teTV-UIT
levisie weergegeven worden.
Het video-uitgangssignaal kan worden omgeschakeld, afhankelijk van de lokaal geldende
standaard: NTSC of PAL.
Hier kunt u de helderheid van het scherm instellen.
Automatische aanpassing
LCD-HELAUTO
van de helderheid van het
DERHEID
LCD-scherm
HELDER
Scherm is lichter
NORMAAL
Standaard helderheid
Formatteert de geheugenkaart of het interne
geheugen. Hierbij worden alle opnamen gewist.
OPMERKING!
Als u het geheugen formatteert,
FORMATworden alle gegevens in het geheuTEREN
gen gewist.
Controleer of er geen belangrijke gegevens in het geheugen of op de SD-geheugenkaart staan.
504 van 686
Instelling
Pictogram
Betekenis
Hier kunt u alle individuele instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Bevestig in
dat geval de vraag met JA.
ALLES
De volgende instellingen worden niet teruggeHERSTELzet:
LEN
• Datum en tijd
• Taal
• TV-systeem
De WLAN-instellingen bevatten de naam van de
camera en een wachtwoord. U kunt de 4-wegbesturing gebruiken om de cursor te verplaatsen
en de OK-toets indrukken om de gekozen letter
of het cijfer in te voeren.
WI-FI-IN- De standaard cameranaam is "WI-FI CAMESTELLIN- RA". U kunt deze naam wijzigen met 1 tot 32 alGEN
fanumerieke tekens (er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters).
Het standaard wachtwoord is "12345678". U
kunt dit wijzigen met 8 tot 16 alfanumerieke tekens (er wordt onderscheid gemaakt tussen
hoofdletters en kleine letters).
505 van 686
10.5. Het weergavemenu
Als u het weergavemenu wilt openen, schakelt u eerst over naar
de weergavemodus door op de toets te drukken.
Instelling
Pictogram
Betekenis
U kunt opnamen (alleen foto's) laten weergeven
DIASHOW
als diashow. (zie Pagina 530).
Met deze functie beveiligt u foto's tegen onbedoeld wissen.
U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden:
EÉN
Eén opname beveiligen
Meerdere opnamen beveiBEVEILIMULTI
ligen die u in de miniatuurGEN
weergave kunt kiezen.
ALLES VERAlle opnamen beveiligen
GR.
ALLES ONTDe beveiliging voor alle opGR.
namen opheffen.
506 van 686
Instelling
Pictogram
Betekenis
U kunt voor elke opgenomen foto een spraaknotitie opslaan (zie Pagina 532).
Selecteer een foto waaraan u een spraaknotitie wilt toevoegen.
Kies STARTEN en druk vervolgens op de
toets QM om de opname te starten.
SPRAAK Druk opnieuw op de toets QM om de viMEMO
deo-opname te beëindigen.
De maximale duur van de spraaknotitie is 30 seconden. De resterende opnametijd wordt op het
scherm weergegeven.
Als er al een spraaknotitie voor de gekozen foto
bestaat, wordt deze overschreven.
De opname wordt voorzien
van een soft-focus effect.
ZACHT
Maak een keuze voor
het bereik uit BREED,
NORMAAL of ENG
FILTEREFFECSelecteer met de richTEN
tingstoetsen resp. de
KLEURNAkleur die moet worden verDRUK
sterkt. De rest van het tafereel wordt in zwart-wit weergegeven.
507 van 686
Instelling
FILTEREFFECTEN
508 van 686
Pictogram
Betekenis
De opname wordt van meer
contrast en verzadiging
voorzien zodat krachtige
kleuren worden geaccentueerd.
LEVENDIG
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
Delen van de foto worden
onscherp gemaakt zodat het
geheel er uit komt te zien als
een opname van een miniatuurmodel. U wordt geadviseerd onder een grote hoek
MINIATUUREFFECT op te nemen om het miniatuureffect te simuleren.
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
De foto wordt voorzien van
een stervormige lichtreflecties.
ASTRAAL
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
Instelling
Pictogram
IMPOSANTE
KUNST
SCHILDERIJ
FILTEREFFECTEN
NEGATIEF
ZWART-WIT
Betekenis
De opname wordt van een
dramatisch contrast voorzien.
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
De opname wordt voorzien
van een waterverf effect.
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
De kleuren worden geïnverteerd weergegeven.
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
De opname wordt in zwartwit weergegeven.
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
509 van 686
Instelling
Pictogram
MOZAÏEK
FILTEREFFECTEN
SEPIA
510 van 686
Betekenis
De opname wordt met mozaiekdelen weergegeven.
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
De opname wordt in sepiakleuren weergegeven.
Druk op de toets QM"
en kies vervolgens OPSLAAN om deze functie
te activeren.
Instelling
Pictogram
Betekenis
Door bijsnijden kunt u een foto-opname een andere grootte geven.
Selecteer de foto die u wilt bijsnijden.
Activeer het menu Bijsnijden.
Wijzig het bijsnijdkader door aan het zoomwiel te draaien.
Verschuif het bijsnijdkader met de richtingstoetsen , , en .
BIJSNIJ Druk op de toets QM"en kies vervolgens JA
DEN
om de wijzigingen op te slaan.
OPMERKING!
De bijsnijdfunctie is niet beschikbaar
voor opnamen met de beeldformaat
VGA.
Alle foto's worden in de beeldverhouding 4 : 3 bijgesneden, onafhankelijk van de
originele beeldverhouding.
511 van 686
Instelling
FORMAAT
AANPASSEN
BEELD
512 van 686
Pictogram
Betekenis
Kies uit de beeldformaten 640, 320 of
160.
Druk op de toets QM"en kies vervolgens met
of de optie JA en druk nogmaals op
de toets QM"als u de gekozen functie wilt uitvoeren.
OPMERKING!
Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor foto's met een beeldverhouding van 4:3.
De grootte van foto's waarvan het
formaat is aangepast kan niet nogmaals worden gewijzigd.
U kunt de startfoto kiezen die na het inschakelen
van de camera op het beeldscherm wordt weergegeven.
U kunt kiezen tussen:
SYSTEEM: Het standaardsysteembeeld wordt
weergegeven.
MIJN BEELD: De gekozen foto wordt weergegeven.
UIT: Er wordt geen foto weergegeven.
Kies met of de optie Mijn FOTO.
Kies met of de foto en druk ter bevestiging
op QM.
Instelling
DPOF
Pictogram
Betekenis
Met de DPOF-functie (Digital Print Order Format)
kunt u afdrukinformatie op de geheugenkaart
opslaan. In het DPOF-menu van de camera kunt
u instellen welke foto's in welk aantal afgedrukt
moeten worden. Deze informatie wordt in het interne geheugen of op de geheugenkaart opgeslagen. Als het afdrukken gestart wordt, leest de
printer de op de geheugenkaart opgeslagen informatie en drukt de aangegeven foto's af.
Selecteer met of onder FOTO'S SELECTEREN de opnamen op de geheugenkaart die u wilt afdrukken.
Selecteer met of bij de gekozen foto
het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken.
Druk op de toets QM"en kies vervolgens GEREED om de instellingen op te slaan.
Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, kiest
u de menuoptie OPN. INST. en drukt u op de
toets QM
513 van 686
Instelling
KOPIËREN
FILM
PLAKKEN
514 van 686
Pictogram
Betekenis
Kopieert opnamen van het
interne geheugen naar de
geheugenkaart.
Selecteer de foto's die u wilt
KOPIËREN
kopiëren.
NAAR
Druk op de toets QM"en kies
KAART
vervolgens met of de
optie JA en druk nogmaals
op de toets OK als u de gekozen functie wilt uitvoeren.
KOPIËREN
Kopieert opnamen vanaf de
NAAR CAME- geheugenkaart naar het inRA
terne geheugen.
Gebruik deze functie om twee video's met dezelfde specificaties (videoformaat en resolutie)
tot één opname samen te voegen.
Selecteer met de film die u aan een andere
film wilt toevoegen (AN). Met de toets verwijdert u de markering weer.
Selecteer vervolgens de film waaraan de film
moet worden toegevoegd, druk op de toets QM"
en kies vervolgens met of de optie JA.
Instelling
Pictogram
Betekenis
De functie voor het retoucheren van gezichten
kan worden gebruikt in opnamen die zijn gemaakt met gezichtsherkenning.
GEZICHT U beschikt over de volgende mogelijkheden om
RETOU- instellingen in telkens 4 fasen te wijzigen:
CHEREN EGALISEREN, HELDER MAKEN, GROTERE OGEN.
Kies OPSLAAN om de instellingen op te
slaan.
11. Menuoptie Opnamemodus
De camera biedt 24 modi voor het maken van opnamen met de
meest geschikte instellingen.
Druk op de toets OGPW om het keuzemenu te openen.
Druk op de toets QM om het menu Opnamemodus te openen.
Kies met de toetsen de gewenste opnamemodus.
Druk op de toets QM om de keuze te bevestigen.
515 van 686
11.1. De volgende opnamemodi zijn beschikbaar:
Bij de volgende bijzondere soorten opnamen zijn bepaalde instellingen (bijvoorbeeld flitser, macro) niet te wijzigen omdat ze vooringesteld zijn voor dat type opname.
Pictogram
Instelling
INTELLIGENTE
SCÈNE
PROGRAMMA
PORTRET
LANDSCHAP
ZONSONDERGANG
TEGENLICHT
KINDEREN
516 van 686
Betekenis
De camera herkent de opnameomstandigheden en gaat automatisch
naar de betreffende opnamemodus.
Zie voor meer details "”12.1. De modus Aangepaste scène gebruiken” op
pagina 519".
De camera voert automatisch de
passende opname-instellingen uit,
bv. belichtingstijd en diafragmawaarde.
Maakt de achtergrond onscherper
en stelt scherp op het midden van
de foto.
Geschikt voor weidse landschapsfoto's.
Versterkt de rode tint bij foto's van
zonsondergangen.
Past de instelling "Meting" aan het
tegenlicht aan.
Geschikt voor het fotograferen van
mensen in beweging.
Pictogram
Instelling
Betekenis
NACHTSCÈNE
VUURWERK
Geschikt voor portretopnamen met
donkere achtergrond.
Verlaagt de sluitersnelheid om opnamen van vuurwerk te maken.
Geschikt voor strand- en sneeuwfoto's.
Geschikt voor foto's met snelle bewegingen.
Geschikt voor binnenopnamen en
party's.
SNEEUW
SPORT
FEESTJE
KAARS
Maakt opnamen met warm licht.
Deze functie wordt gebruikt voor het
NACHTmaken van foto's met een nachtscèPORTRET
ne of een donkere achtergrond .
STROZorgt voor een zacht effect bij snelle
MEND WAbewegingen.
TER
VOEDSEL
Verhoogt de kleurverzadiging.
517 van 686
Pictogram
Instelling
Betekenis
Deze functie gebruikt de gezichtsherkenning voor het automatisch
vastleggen van gezichten om zo zonder hulp van derden portretfoto's te
LIEFmaken.
DESPORAls er meer dan een gezicht wordt
TRET
herkend, wordt automatisch de autofocus ingeschakeld. De camera begint met de countdown en maakt na
2 seconden een foto.
Deze functie zet de zoom op groothoek. Als een gezicht wordt herkend,
wordt automatisch de AF ingeschaZELFPORkeld en klinkt er een waarschuwingsTRET
signaal. De camera start een countdown van 2 seconden en maakt
vervolgens een opname.
Deze functie verhoogt de dynamiek
D-LIGHvan een foto door hogere helderTING
heids- en contrastwaarden.
Gebruik deze functie om foto's autoTIJDVERmatisch met de aangegeven tussenTRAGING
pozen op te nemen.
Gebruik deze functie om een panoPANORAramafoto te maken door uw camera
MA
horizontaal of verticaal te bewegen
518 van 686
Pictogram
Instelling
Betekenis
KUNSTEF- Bij deze functie worden verschillenFECT
de kunsteffecten toegepast op foto's.
Houd de sluiterknop volledig ingedrukt om een serie-opname te maBURST
ken totdat u de sluiterknop loslaat of
de geheugenkaart vol is.
Neemt 30 foto's in één opname als
SNELLE de sluiterknop wordt ingedrukt. Het
BURST
automatisch ingestelde beeldformaat is alleen 4:3 VGA.
12. Verschillende opnamemodi gebruiken
12.1. De modus Aangepaste scène gebruiken
Deze functie is vooral handig voor beginnende fotografen. U behaalt behoorlijke resultaten zonder over veel kennis van fotografie en fototechniek te beschikken.
Als u de camera instelt op deze modus, worden 7 verschillende
soorten opnamen automatisch herkend en wordt hieruit het optimale opnametype geselecteerd.
De camera herkent automatisch de scènes portret, landschap,
zonsondergang, macro, sneeuw, tegenlicht, tegenlicht-portret,
nachtscène en nacht-portret.
519 van 686
Kies in de menoptie SCÈNEMODUS de optie . Op het
scherm wordt in de linkerbovenhoek het symbool voor de
modus Aangepaste scène weergegeven.
Stel de camera voor het maken van de foto scherp op het geselecteerde onderwerp door de sluiterknop half in te drukken.
520 van 686
De camera analyseert het onderwerp en selecteert de meest
geschikte soort opname. Op het scherm verschijnt in de linkerbovenhoek het symbool voor de herkende modus.
Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
12.2. Gebruik van de kindermodus
Kinderen zijn bijzonder moeilijk te fotograferen, omdat zij vrijwel
altijd in beweging zijn en daardoor een echte uitdaging vormen.
Gebruik bij foto's van kinderen de Kindermodus.
Bij deze modus wordt een kortere sluitersnelheid gebruikt en altijd scherpgesteld op het bewegende onderwerp.
Kies in de opnamemodus de optie .
Bevestig de keuze met de toets QM.
Stel de camera scherp op het onderwerp en druk de sluiterknop in.
521 van 686
12.3. De modus Sport gebruiken
Sportieve bewegingen zijn vaak alleen met een korte sluitertijd
op een foto vast te leggen. Hierbij komt de Sportmodus uitstekend van pas. In deze modus maakt de camera een foto met een
extreem korte sluitertijd.
Kies in de opnamemodus de optie .
Bevestig de keuze met de toets QM.
Stel de camera scherp op het onderwerp en druk de sluiterknop in.
12.4. De modus Party gebruiken
Als u foto's van groepen wilt maken, is de modus Party daarvoor
heel geschikt.
Kies in de opnamemodus de optie .
Bevestig de keuze met de toets QM.
Stel de camera scherp op het onderwerp en druk de sluiterknop in.
Veel plezier tijdens uw party.
12.5. Gebruik van de modus Panorama
Met deze functie kunt u een panoramafoto maken. De camera
ondersteunt dit door middel van hulpgrafieken en een automatisch gestuurde ontspanner.
Kies in de opnamemodus de optie
. Op het scherm wordt
in de linkerbovenhoek het symbool voor de modus Panorama
weergegeven.
522 van 686
Druk op de toets om het keuzemenu voor de graadwaarde
van de panoramafoto te openen.
Kies met de toetsen of de gewenste graadwaarde. U
kunt kiezen uit de waarden 120°; 180° en 360°.
Bevestig de keuze met de toets QM.
Druk op de toets om het keuzemenu voor de opnamerichting van de panoramafoto te openen.
523 van 686
Kies met de toetsen of de gewenste richting:
LINKS NAAR RECHTS
BENEDEN NAAR BOVEN
BOVEN NAAR BENEDEN
RECHTS NAAR LINKS
Bevestig de keuze met de toets QM.
Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te starten.
Als de opname wordt gestart, wordt een wit kruis weergegeven in het midden van het scherm. Bovendien verschijnt
tevens een gele lijn in het midden van het scherm. Deze is
afhankelijk van de geselecteerde richting (horizontaal of verticaal) en dient voor het uitlijnen van de camera.
Aan de onderste beeldrand wordt een opnamebalk weergegeven die tijdens de opname wordt gevuld.
524 van 686
Voor een ideale panoramafoto moet de gele geleidelijn altijd
horizontaal resp. verticaal door het positiekruis lopen.
Als de opnamebalk volledig gevuld is, is de opname voltooid
en wordt de opname opgeslagen.
525 van 686
OPMERKING!
De volgende instellingen zijn vast gedefinieerd voor
de panoramafunctie en kunnen niet gewijzigd worden:
•
De flitser is altijd uit.
•
De zelfontspanner is uitgeschakeld.
•
De autofocus is actief.
•
Het autofocusbereik is ingesteld op BREED.
12.5.1. Opmerkingen en tips voor de
panoramafunctie
•
•
De grootte van het samen te stellen beeld kan verschillen, afhankelijk van de panoramahoek en het resultaat van de samenvoeging, alsmede de mate waarin de camera is bewogen.
Wij adviseren gebruik te maken van een statief om de camera te stabiliseren en de camera tijdens de opname beter langzaam te kunnen bewegen.
526 van 686
•
•
•
Als u BOVEN NAAR ONDER of ONDER NAAR BOVEN selecteert bij een panorama van 360°, adviseren wij
de camera 90° te draaien om de stabiliteit tijdens de opname
te waarborgen.
In de panoramamodus kan een onregelmatige helderheid tot
verschillen in de gemaakte opname en het werkelijke motief
leiden.
De langste opnametijd in de panoramamodus bedraagt ca.
45 seconden.
12.6. Gebruik van de modus Kunsteffect
Stel de opnamemodus KUNSTEFFECT in door de optie
CTV in de opnamemodus te selecteren.
Druk nu op de toets OGPW"en kies in het foto-opnamemenu
de optie KUNSTEFFECT.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
527 van 686
Pictogram
Instelling
Betekenis
De functie wordt gebruikt voor het
opnemen van foto's met oververzaARTISTIEK
digde kleuren, ongelijkmatige belichting of onscherpte.
Hiermee wordt een lichtsluier rond
ZACHTE het gefotografeerde object gegeneFOCUS
reerd om een softfocus-effect te realiseren.
LICHTE
Vermindert het contrast om een rusTONEN
tige en ontspannen sfeer te creëren.
De camera zal de foto maken met
meer contrast en verzadiging zodat
LEVENDIG
krachtige kleuren worden geaccentueerd.
Delen van de foto worden onscherp
gemaakt zodat het geheel er uit
MINIAkomt te zien als een opname van
TUUREF- een miniatuurmodel. U wordt geadFECT
viseerd onder een grote hoek op te
nemen om het miniatuureffect te simuleren.
VISOOG- Deze functie maakt een halfbolvorLENS
mige foto.
De foto wordt voorzien van een sterASTRAAL
vormige lichtreflecties.
528 van 686
Pictogram
Instelling
Betekenis
POSTER
Bij deze functie worden foto's opgenomen met het effect van een oude
poster of afbeelding.
IMPOSAN- Met deze functie worden foto's met
TE KUNST een dramatisch contrast gemaakt.
ZWARTWIT
SEPIA
KLEURACCENT
(ROOD)
KLEURACCENT
(ORANJE)
KLEURACCENT
(GEEL)
KLEURACCENT
(GROEN)
KLEURACCENT
(BLAUW)
Foto's worden in zwart/wit opgenomen.
Foto's worden in sepia-tinten opgenomen.
Houdt de kleur rood vast en verandert de rest van de scène in zwartwit.
Houdt de kleur oranje vast en verandert de rest van de scène in zwartwit.
Houdt de kleur geel vast en verandert de rest van de scène in zwartwit.
Houdt de kleur groen vast en verandert de rest van de scène in zwartwit.
Houdt de kleur blauw vast en verandert de rest van de scène in zwartwit.
529 van 686
Pictogram
Instelling
Betekenis
KLEURACCENT
(PAARS)
Houdt de kleur lila vast en verandert
de rest van de scène in zwart-wit.
12.7. De opnamemodus P (Programma)
Selecteer in het opnamemenu onder de optie SCÈNEMODUS de optie PROGRAMMA.
De camera stelt automatisch de bijpassende opties in, bv. belichtingstijd en diafragmawaarde.
13. Afspeelfuncties
Roep de weergavefunctie op door op de toets
te drukken.
Druk op de toets OGPW om het weergavemenu te openen.
13.1. Foto's weergeven in een diashow
U kunt de foto's in het geheugen van de camera als diashow laten weergeven.
Kies in het weergavemenu de optie DIASHOW. Het menu
DIASHOW wordt geopend.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
• STARTEN: kies deze optie om de diashow te starten.
• ANNULEREN: kies deze optie om het menu te verlaten.
• INTERVAL: leg met deze optie de duur van de fotoweergave vast (1, 3, 5 of 10 seconden).
530 van 686
HERHALEN: Kies of de serie foto's steeds herhaald moet
worden ( ) of na de laatste foto moet stoppen ( ).
Als alle instellingen zijn ingevoerd, kiest u de optie START
en drukt u op de toets QM om de diashow te starten.
Tijdens het weergeven kunt u de show met QM stilzetten en
weer hervatten.
•
13.2. De functies Beveiligen en ontgrendelen
13.2.1. Afzonderlijke bestanden
Kies in het weergavemenu de optie "BEVEILIGEN" en vervolgens de optie "EÉN".
Kies in de weergavemodus een foto met de toetsen of .
Kies "VERGRENDELEN" of "ONTGRENDELEN" en
druk op de toets QM om het geselecteerde bestand respectievelijk te beveiligen of te ontgrendelen.
Kies "SLUITEN" en bevestig met de toets QM om terug te
keren naar de weergavemodus.
13.2.2. Meerdere bestanden
Kies in het weergavemenu de optie "BEVEILIGEN" en vervolgens de optie "MULTI".
Kies een foto met de toetsen of en stel met de toets
een wismarkering in of maak een reeds vastgelegde wismarkering weer ongedaan met de toets .
Als u de miniatuurweergave wilt verlaten zonder de blokkeringsmarkeringen op te slaan, drukt u op de toets OGPW.
Alle reeds geplaatste blokkeringsmarkeringen gaan verloren.
531 van 686
Bevestig nu de keuze met de toets QM.
13.2.3. Alle bestanden
Kies in de weergavemodus een foto met de toetsen of .
Kies in het weergavemenu de optie "BEVEILIGEN" en vervolgens de optie "ALLES VERGR." resp. "ALLES ONTGR.".
Kies "JA" en bevestig met de toets QM om alle bestanden te
beveiligen resp. te ontgrendelen.
Kies "ANNULEREN" en bevestig met de toets QM om terug te keren naar de weergavemodus.
13.3. Spraaknotitie opnemen
Kies in de weergavemodus de gewenste foto.
OPMERKING!
Als de foto al een spraaknotitie bevat, verschijnt het
symbool spraaknotitie .
Open het weergavemenu met de toets OGPW en selecteer
de optie SPRAAKMEMO.
Op het scherm worden de voorbeeldweergave en een keuzemenu weergegeven.
Kies STARTEN en druk op de toets QM om de opname te
starten. De microfoon bevindt zich onder de lens.
De opname wordt automatisch na 30 seconden beëindigd.
Als u de opname eerder wilt beëindigen, kiest u STOP en
drukt u opnieuw op de toets QM.
532 van 686
OPMERKING!
U kunt spraaknotities alleen aan foto's toevoegen,
niet aan videoclips. Aan beveiligde foto's kunt u geen
spraaknotities toevoegen.
13.4. Filtereffecten
De filtereffectfunctie is alleen beschikbaar bij een beeldverhouding van 4:3 met andere kunstzinnige effecten. De met deze
functie bewerkte foto's worden als nieuwe bestanden opgeslagen.
De volgende effecten zijn mogelijk:
− ZACHT: De opname wordt voorzien van een soft-focus
effect.
− KLEURNADRUK: Houdt één kleur vast en verandert
de rest van de scène in zwart/wit.
− LEVENDIG: De opname wordt van meer contrast en
verzadiging voorzien zodat krachtige kleuren worden geaccentueerd.
− MINIATUUREFFECT: delen van foto's zijn vaag en laten de opname lijken op een miniatuurmodel.
− ASTRAAL: Helder verlichte gebieden worden van sterren voorzien.
− IMPOSANTE KUNST: De opname wordt van een
dramatisch contrast voorzien.
− SCHILDERIJ: het beeld wordt omgezet in een lijntekening met kleuraccenten.
− NEGATIEF: De kleuren van het beeld worden omgekeerd.
− Z/W: Zwart-wit
533 van 686
− MOZAÏEK: de foto wordt in grote pixels weergegeven
− SEPIA: De opname wordt voorzien van sepiatinten.
13.5. Bijsnijden
Met deze functie kunt u een beeldsegment kiezen en de foto
op deze maat bijsnijden. De op het scherm niet zichtbare rand
wordt gewist.
Het gecorrigeerde bestand kunt u onder een nieuwe naam opslaan.
.
1
2
3
4
5
Vergroot beeld
4–weg weergave
Bijgesneden maat
De positie bij benadering van het bijgesneden deel
Beeldvlak
Kies in de weergavemodus de gewenste foto.
Open in het menu Weergave het submenu "BIJSNIJDEN".
Op het scherm wordt het bewerkingsvenster weergegeven.
Gebruik het zoomwiel om het bijsnijdkader te vergroten of
534 van 686
verkleinen zoals bij het zoomen.
Tijdens de vergroting kunt u de toetsen , , of gebruiken om het beeldsegment te wijzigen.
Na het afsluiting van de functie wordt er een keuzemenu weergegeven. Maak een keuze uit:
− JA:
het nieuwe bestand wordt als een nieuw bestand opgeslagen.
− ANNULEREN: de functie wordt afgebroken.
Druk voor het opslaan/annuleren van de wijzigingen op de
toets QM.
13.6. Bestandsgrootte wijzigen
Kies in de weergavemodus de gewenste foto.
Open het weergavemenu met de toets OGPW en selecteer
de optie FORMAAT AANPASSEN. Op het scherm wordt
het keuzemenu weergegeven.
Kies een van de volgende resoluties: 640, 320, 160 of VGA
en bevestig de keuze met de toets QM.
Bevestig de grootte met:
− JA: het nieuwe bestand wordt opgeslagen,
of
− ANNULEREN: de functie wordt afgebroken.
Bevestig de keuze met de toets QM.
OPMERKING!
De beschikbare resoluties kunnen variëren, afhankelijk van de originele bestandsgrootte van de foto.
Instellingen die niet beschikbaar zijn worden grijs
weergegeven.
535 van 686
13.7. Startfoto
U kunt de startfoto kiezen die na het inschakelen van de camera
op het beeldscherm wordt weergegeven.
over naar de weergavemodus.
Schakel met de toets
Open het weergavemenu met de toets OGPW en kies de
menuoptie "STARTBEED".
U kunt kiezen tussen:
− SYSTEEM: De standaardfoto wordt weergegeven.
− MIJN BEELD: De gekozen foto wordt weergegeven.
Kies met of de gewenste foto en druk op QM ter bevestiging.
− UIT: Er wordt geen foto weergegeven.
13.8. DPOF
DPOF staat voor "Digital Print Order Format".
Hier kunt u de printerinstellingen voor foto's kiezen als u de foto's wilt laten afdrukken door een Fotostudio of een met DPOF
compatibele printer. Met een printer die DPOF ondersteunt, kunt
u de foto's direct afdrukken zonder deze eerst op de computer te
zetten.
U kunt alle foto's of een enkele foto afdrukken of de DPOF-instellingen terugzetten.
Met de toets of stelt u het aantal afdrukken van elke foto
in.
OPMERKING!
U kunt bij DPOF tot 99 kopieën instellen. Als u 0 kopieen instelt, wordt de DPOF-instelling van dit beeld automatisch uitgeschakeld.
536 van 686
13.9. De kopieerfunctie
Met deze functie kunnen de opnamen worden gekopieerd vanuit het interne geheugen naar de geheugenkaart resp. vanaf de
geheugenkaart naar het interne geheugen.
over naar de weergavemodus.
Schakel met de toets
Open het weergavemenu met de toets OGPW en selecteer
de menuoptie "KOPIËREN".
Kies nu de kopieeroptie "KOPIE NR KRT" resp. "KOPIeREN NAAR CAMERA" en bevestig de keuze met de
toets QM.
Bij elke kopieeroptie kunt u kiezen uit twee keuzemogelijkheden:
− FOTO'S SELECTEREN: hiermee markeert u de te
kopiëren foto's eerst in een miniatuuroverzicht.
− ALLE FOTO'S: met deze functie worden alle opgeslagen foto's naar het gewenste medium gekopieerd.
13.9.1. Geselecteerde foto's kopiëren
Kies in het submenu van de kopieerfunctie de optie "FOTO'S SELECTEREN".
Kies een foto met de toetsen of en stel met de toets
een selectiemarkering in of maak een reeds vastgelegde markering weer ongedaan met de toets .
Bevestig de keuze met de toets QM.
Kies "JA" en bevestig met de toets QM om alle bestanden te
beveiligen resp. te ontgrendelen.
Kies "ANNULEREN" en bevestig met de toets QM om terug te keren naar de weergavemodus.
537 van 686
13.9.2. Alle foto's kopiëren
Kies in het submenu van de kopieerfunctie de optie "ALLE
FOTO´S".
Bevestig de keuze met de toets QM.
Kies "JA" en bevestig met de toets QM om alle bestanden te
beveiligen resp. te ontgrendelen.
Kies "ANNULEREN" en bevestig met de toets QM om terug te keren naar de weergavemodus.
13.10.
De functie "Film plakken"
Met deze functie kunt u twee opgeslagen films met dezelfde
specificaties (videoformaat en resolutie) tot één video samenvoegen.
Kies in de weergavemodus een video met de toetsen of
.
Open het weergavemenu met de toets OGPW en selecteer
de menuoptie "FILM PLAKKEN".
Op het scherm wordt een miniatuurweergave van alle video's
weergegeven met dezelfde specificatie als de originele video.
Kies de tweede video met de toetsen of en stel met de
toets een selectiemarkering in of maak een reeds vastgelegde selectiemarkering weer ongedaan met de toets .
Bevestig de keuze met de toets QM en selecteer "JA" om de
video's samen te voegen.
538 van 686
OPMERKING!
Na de combinatie van de video's bevindt zich alleen
nog de nieuwe, langere video in het geheugen. De
twee afzonderlijke video's worden gewist.
De totale lengte van de gecombineerde video mag niet meer
dan 30 minuten bedragen.
14. Aansluiting op televisie en pc
14.1. Foto's weergeven op een televisie
U kunt de foto's op de camera weergeven op een televisie.
Schakel camera en televisie uit.
Verbind de AV-kabel met de
USB-aansluiting aan de zijkant van
de camera.
Schakel de camera en de televisie in.
De camera wordt automatisch in
de weergavemodus gezet.
Sluit het andere einde van de kabel aan op de AV-ingang van uw
televisie.
Als de televisie het camerabeeld niet vanzelf herkent, schakelt u op de televisie de video-ingang in (meestal met de
toets CX).
539 van 686
14.2. Foto's afdrukken op een fotoprinter
U kunt uw foto's via PictBridge rechtstreeks op een PictBridge-compatibele fotoprinter afdrukken.
Sluit de printer en camera aan met de meegeleverde
USB-kabel.
Schakel de camera en de fotoprinter in.
De camera stelt vast dat een
USB-apparaat is aangesloten en
herkent de printer automatisch.
OPMERKING!
De hieronder beschreven functies moeten door de
PictBridge-compatibele printer worden ondersteund
om te kunnen worden gebruikt.
Nadat de verbinding tussen printer en camera tot
stand gebracht is, verschijnt het keuzemenu van de afdrukmodus.
540 van 686
De afdrukmodus heeft drie keuzemogelijkheden:
• SELECTIE AFDRUKKEN: u kunt uit alle opnamen de
foto's kiezen die afgedrukt moeten worden.
• ALLES AFDRUKKEN: alle opgeslagen foto's worden afgedrukt.
• INDEX AFDRUKKEN: hiermee worden alle foto's afgedrukt die met DPOF zijn ingesteld.
14.2.1. De optie "Selectie afdrukken" instellen
Selecteer de gewenste foto met de richtingstoetsen of .
Leg het aantal af te drukken exemplaren vast met de toetsen
of .
Met QM gaat u naar de printerinstellingen.
14.2.2. De opties "Alles afdrukken" en "DPOF
afdrukken" instellen
Leg het aantal af te drukken exemplaren vast met de toetsen
of .
Met QM gaat u naar de printerinstellingen.
14.2.3. Vastleggen van de afdrukinstellingen
Kies met de richtingstoetsen of de gewenste instelling.
Bepaald de papierafmeting (STANDARD) en kwaliteit
(STANDARD) met de toetsen of .
Stel in of de opnamedatum (JA; NEE) en de opnamegegevens (JA; NEE) mee moeten worden afgedrukt.
541 van 686
Selecteer AFDRUCKEN om het afdrukken te starten of
verlaat de printerinstellingen met ANNULEREN.
14.2.4. Afdrukken starten
Op het scherm wordt de mededeling "AFDRUCKEN..." weergegeven.
U kunt dit proces op elk moment afbreken met de toets
OGPW.
14.3. Gegevens overzetten naar een computer
U kunt de opnamen overzetten naar een computer.
Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows Vista SP1
• Windows 7
• Windows 8
• Windows 8.1
542 van 686
14.4. USB-kabel aansluiten
Schakel de camera uit.
Sluit de meegeleverde
USB-kabel bij ingeschakelde computer aan op de
USB-aansluiting van de camera en een USB-aansluiting
op de PC.
Wanneer de camera met de PC
is verbonden, verschijnt op de
display van da camera de keuze "MASS STORAGE" of
"PTP".
Als u MASS STORAGE selecteert, wordt de camera als massaopslagapparaat herkend en als eigen station weergegeven in
Windows Verkenner. Open Windows Verkenner of dubbelklik op
"Deze computer" (bij Vista/Windows 7: "Computer").
Dubbelklik op het mediasymbool voor de camera.
Navigeer naar de map "DCIM" en eventueel naar de daarin
staande map om de bestanden weer te geven (*.jpg = foto's;
*.avi = geluidsopnamen; *.wav = video-opnamen). Zie ook de
mappenstructuur in het geheugen.
Sleep de gewenste bestanden vervolgens met een ingedrukte linkermuisknop naar de gewenste map op de PC, bijvoorbeeld naar de map "Mijn documenten". U kunt de bestanden
ook selecteren en de Windows-opdrachten "Kopiëren" en
"Plakken" gebruiken.
543 van 686
De bestanden worden naar de PC overgezet en daar opgeslagen.
U kunt de bestanden met geschikte software weergeven, afspelen en bewerken.
Wanneer u PTP kiest, wordt de camera verbonden met PTP
(Picture Transfer Protocol).
Onder Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 heeft u directe
toegang tot de inhoud van het camerageheugen of de geheugenkaart.
14.5. DCF-opslagstandaard
De opnamen op uw camera worden opgeslagen en benoemd
volgens de DCF-standaard (DCF = Design Rule for Camera File
System). Opnamen op geheugenkaarten van andere DCF-camera's kunnen op uw camera worden weergegeven.
14.6. Kaartlezer
Als uw PC een kaartlezer heeft of er een kaartlezer op aangesloten is en u de foto's op de geheugenkaart heeft opgeslagen,
kunt u de foto's natuurlijk ook op die manier naar de PC kopiëren.
De kaartlezer wordt op het bureaublad van Windows eveneens
herkend als verwisselbaar opslagmedium (of onder Windows
Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows 8.1 bij "Computer").
14.7. Mappenstructuur in het geheugen
Uw camera maakt automatisch specifieke mapindexen op de interne geheugenkaart om gemaakte foto's en videobestanden te
organiseren.
544 van 686
•
•
Bestandsnamen beginnen met "DSCI" met daarna een 4-cijferig getal in een oplopende reeks. De bestandsnummering
start bij 0001, als er een nieuwe map gemaakt wordt.
Het hoogste bestandsnummer is 9999. Na 9999 begint de camera opnieuw met bestandsnummer 0001.
OPMERKING!
Wijzig de map- en bestandsnamen van de geheugenkaart niet via uw PC. De gegevens kunnen daarna mogelijk door de camera niet meer worden weergegeven.
15. Software installeren
Op de meegeleverde CD staat "CyberLink PhotoDirector", een
programma waarmee u uw foto's kunt bewerken.
Installeer CyberLink PhotoDirector als volgt:
Plaats de installatie-CD in het DVD/CD-station.
De CD wordt automatisch uitgevoerd en er verschijnt een
keuzescherm.
Selecteer in het keuzescherm de optie "CyberLink PhotoDirector installeren".
Volg de aanwijzingen om de installatie uit te voeren.
Start indien nodig het programma via het pictogram op het
bureaublad.
Als het programma voor het eerst wordt opgestart, moet het
programma worden geactiveerd.
Voer daartoe het serienummer
HEVK4-S9JM4-AWZXQ-SXML6-T8EQ9-PVSH7 in.
545 van 686
OPMERKING!
Hulp om het programma te gebruiken vindt u in de
helpsysteemsoftware. Open deze door op H3 te drukken.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, installeert u de software als volgt:
Dubbelklik op "Deze Computer".
Ga met de muis naar het DVD/CD-station.
Klik met de rechtermuisknop op Openen.
Dubbelklik op Setup.exe.
Er wordt een hulpprogramma weergegeven dat u door de installatie leidt.
Volg de aanwijzingen om de installatie uit te voeren.
Start het programma via het pictogram op het bureaublad.
Als het programma voor het eerst wordt opgestart, moet het
programma worden geactiveerd.
Voer daartoe het serienummer
HEVK4-S9JM4-AWZXQ-SXML6-T8EQ9-PVSH7 in.
16. Verhelpen van storingen
Als de camera niet correct functioneert, controleert u de volgende punten. Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op
met MEDION Service.
16.7.1. De camera kan niet worden ingeschakeld.
•
•
De accu's zijn verkeerd geplaatst.
De accu's zijn leeg.
546 van 686
16.7.2. De camera maakt geen foto's.
•
•
•
De flitser is nog bezig met opladen.
Het geheugen is vol.
De SD-geheugenkaart is niet correct geformatteerd of defect.
16.7.3. De flitser gaat niet af.
•
•
•
De flitser is niet opgeklapt.
De flitser is nog niet volledig opgeladen.
De automatische modus is uitgeschakeld.
16.7.4. De foto is onscherp.
•
•
•
De camera is tijdens de opname bewogen.
Het motief was buiten het instelbereik van de camera. Gebruik eventueel de macromodus voor close-ups.
Verbeter de lichtomstandigheden.
16.7.5. De foto wordt niet op het scherm
weergegeven.
•
Er is een SD-kaart geplaatst waarop met een andere camera foto's gemaakt zijn in een niet-DCF-modus. De camera kan
deze foto's niet weergeven.
16.7.6. De tijdsduur tussen de opnamen is
langer bij foto's in het donker
•
Bij minder licht werkt de sluiter normaal gesproken langzamer. Wijzig de positie van de camera of zorg voor beter licht.
547 van 686
16.7.7. De camera wordt uitgeschakeld.
•
•
•
De accu's zijn leeg.
Het accutype is niet correct ingesteld.
De camera schakelt na een ingestelde tijd uit om de accu's te
sparen. Start de camera opnieuw.
16.7.8. De opname is niet opgeslagen.
•
•
De camera is uitgeschakeld voordat de opname kon worden
opgeslagen.
De geheugenkaart is vol.
16.7.9. De foto's kunnen via de USB-kabel niet
naar de PC worden overgezet.
•
De camera is niet ingeschakeld.
16.7.10.
Wanneer de camera voor het eerst
op de PC wordt aangesloten, wordt er
geen nieuwe hardware gevonden
•
•
De USB-aansluiting van de PC is gedeactiveerd.
Het besturingssysteem is niet compatibel.
548 van 686
17. Onderhoud en verzorging
Reinig de behuizing, het objectief en het scherm als volgt:
reinig de behuizing van de camera met een zacht droog
doekje.
gebruik geen verdunners of schoonmaakmiddelen die olie
bevatten. Daardoor kan de camera beschadigd raken.
Om het objectief of het scherm te reinigen, verwijdert u het
stof eerst met een objectiefkwastje. Reinig daarna met een
zacht doekje. Druk niet op het scherm en gebruik voor het
schoonmaken ervan geen harde voorwerpen.
Gebruik voor de behuizing en het objectief geen sterke
schoonmaakmiddelen (vraag advies aan de MEDION-Service
of een gekwalificeerd bedrijf als vuil niet verwijderd kan worden).
549 van 686
18. Afvoer
VERPAKKING
Uw digitale camera bevindt zich in een verpakking
ter bescherming tegen schade bij het transport. Verpakkingen zijn grondstoffen en kunnen worden hergebruikt of teruggebracht in de grondstoffenkringloop.
APPARAAT
Gooi de camera aan het einde van de levensduur in
geen geval bij het gewone huisvuil. Verwijder de camera op een milieubewuste manier via een plaatselijk inzamelpunt voor oude apparaten. Vraag bij de
plaatselijke instanties naar de locatie van de inzamelpunten.
BATTERIJEN/ACCU'S
Lege batterijen/accu's horen niet thuis in het huisvuil. De batterijen of accu's moeten bij een verzamelpunt voor oude batterijen worden ingeleverd.
550 van 686
19. Technische gegevens
19.7.1. Camera
Pixel:
Sensor:
Diafragma:
Sluitersnelheid:
Brandpuntsafstand:
Optische zoom
Digitale zoom:
LCD-monitor:
Bestandsformaat
Max. resoluties:
Cameramodus:
Videomodus:
Beeldgeheugen:
Intern:
Extern:
16 Megapixel
16 MP CMOS 1/2,3“
F = 3.1 ~ 6.3
1/2000 ~ 4 sec.
f = 4,3 ~ 51,6 mm (equivalent aan
kleinbeeldformaat: 24 mm ~ 288
mm)
12-voudig
8-voudig
7,62 cm / 3,0" Flip LCD-scherm
JPEG (EXIF 2.3), DPOF, AVI, WAV
4608 x 3456 pixel
1280 x 720 (30 beelden per sec.)
64 MB intern geheugen (bruikbaar geheugen: ca. 86 MB)
SD - geheugenkaart (tot 4 GB)
SDHC - geheugenkaart (tot 32
GB)
Aansluiting:
MicroUSB 2.0
Afmetingen (ca.)
109 x 64 x 38 mm (B x H x D)
Gewicht: ca. 211 g (incl. accu)
Omgevingstemperatuur:
0 °C - 40 °C bij 0% - 90% rel. lucht551 van 686
vochtigheid
802.11 b/g/n
WiFi-module:
USB-ADAPTER
Modelnummer:
Fabrikant:
Ingangsspanning:
Uitgangsspanning:
KSAS0060500100VEU
Ktec, China
100 - 240 V ~ 50/60 Hz 180 mA
1,0 A
5,0 V
ACCU
Fabrikant:
Modelnummer:
Technische gegevens:
Fuji Electronics
NP-50
3,7 V / 940 mAh / 3,478 Wh
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden!
552 van 686
20. Colofon
Copyright © 2014
Alle rechten voorbehouden.
Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd.
Vermenigvuldiging in mechanische, elektronische of enige andere vorm zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden.
Het copyright berust bij de firma:
Medion AG
Am Zehnthof 77
45307 Essen
Duitsland
De handleiding is via de Service Hotline te bestellen en is via het
serviceportal
www.medion.com/nl/service/start/ beschikbaar voor download.
U kunt ook de bovenstaande QR-code scannen en de handleiding via het serviceportal naar uw mobiele toestel downloaden.
553 van 686