Bosch MFW3X13W/02 de handleiding

Type
de handleiding
61
nl Bestemming van het apparaat
Bestemming van het apparaat
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, houd u eraan en
bewaar hem goed! Als u dit apparaat aan iemand anders geeft,
lever dan ook deze gebruiksaanwijzing mee.
Bij niet-naleving van de aanwijzingen voor het juiste gebruik van het appa-
raat is de fabrikant niet aansprakelijk voor daaruit resulterende schade.
Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huise-
lijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor verwerkingshoe-
veelheden en -tijden die gebruikelijk zijn in het huishouden.
Het apparaat en de accessoires (afhankelijk van het model) zijn
geschikt voor de volgende gebruiksdoeleinden:
Vleesmolen: voor het fijnmaken en mengen van rauw en gekookt
vlees, spek, gevogelte en vis.
Worstvuller: voor het maken van worsten en rolletjes.
Rasp-opzetstuk: voor het raspen, fijnwrijven en snijden van levensmiddelen.
Citruspers: voor het uitpersen van citrusvruchten.
Graanmolen: voor het malen van alle soorten graan (behalve mais)
en voor maanzaad, lijnzaad, sesam, boekweit, kruiden, specerijen
en koffie.
Vruchtenpers: voor het persen van fruit, zoals bijv. frambozen,
aalbessen, aardbeien, kruisbessen, of druiven en tomaten.
De te verwerken levensmiddelen mogen geen harde bestanddelen
(bijv. beenderen) bevatten. Het apparaat mag niet worden gebruikt om
andere substanties of voorwerpen te verwerken. Bij gebruik van door
de fabrikant goed gekeurde andere accessoires zijn aanvullende toe-
passingen mogelijk. Het apparaat uitsluitend met originele onderdelen
en accessoires gebruiken. Nooit opzetstukken of snij- en rasp-inzet-
stukken voor andere apparaten gebruiken. Uitsluitend de bijbehorende
onderdelen voor de desbetreffende opzetstukken gebruiken.
Gebruik het apparaat alleen binnenshuis bij kamertemperatuur en tot
2.000 m boven de zeespiegel. Het apparaat niet neerzetten op of in
de buurt van hete oppervlakken, zoals fornuisplaten.
Het werkvlak moet goed toegankelijk, vochtbestendig, vast, vlak,
droog en voldoende groot zijn om schade door spatten te voorkomen
en ongehinderd te kunnen werken.
Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke, zin-
tuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of kennis
worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien zij over
het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en de hieruit
voortvloeiende gevaren hebben begrepen. Kinderen moeten van het
apparaat en aansluitsnoer worden weggehouden en mogen het appa-
raat niet bedienen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
62
nl Veiligheidsaanwijzingen
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen worden
uitgevoerd.
Veiligheidsaanwijzingen
W Gevaar voor elektrische schokken en brand
Het apparaat mag uitsluitend via een conform de voorschriften geïn-
stalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wissel-
stroom worden aangesloten. Overtuig u ervan dat het randaardesys-
teem van de elektrische huisinstallatie conform de elektrotechnische
voorschriften is geïnstalleerd.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gege-
vens op het typeplaatje. Alleen gebruiken wanneer het aansluitsnoer
en het apparaat niet beschadigd zijn. Om gevaarlijke situaties te
vermijden mogen reparaties aan het apparaat, zoals vervanging van
een beschadigd aansluitsnoer, alleen door onze servicedienst worden
uitgevoerd. Het apparaat nooit aansluiten op een tijdschakelaar of
op een op afstand bedienbaar stopcontact. Tijdens het gebruik altijd
toezicht houden op het apparaat! Wij adviseren u het apparaat niet
langer ingeschakeld te laten dan nodig is voor het verwerken van het
levensmiddel.
Het netsnoer niet met hete delen in aanraking brengen of over
scherpe randen trekken. Het basisapparaat niet in water dompelen
en niet in de vaatwasmachine doen. Gebruik geen stoomreiniger.
Het apparaat niet met vochtige handen gebruiken en niet onbelast
gebruiken.
Het apparaat moet na ieder gebruik, als er geen toezicht aanwezig is,
voor de montage, demontage of reiniging en bij storingen altijd van het
stroomnet worden losgekoppeld.
W Gevaar voor letsel
Direct na gebruik van het apparaat wachten totdat de aandrijving
stilstaat. Voordat u opzetstukken monteert of vervangt, moet het
apparaat worden uitgeschakeld en van het stroomnet worden
losgekoppeld.
Niet in de scherpe messen en randen van de snij- en rasp-inzetstuk-
ken grijpen. Nooit in de draaiende onderdelen grijpen. Nooit met de
handen in de vulschacht of de uitlaatopening grijpen.
Nooit het te verwerken levensmiddel met de handen in de vulschacht
schuiven. Altijd de bijgevoegde stopper gebruiken!
De scherpe messen en randen van de snij- en rasp-inzetstukken nooit
met de blote handen reinigen.
63
nl Veiligheidsaanwijzingen
W Let op! Gevaar voor apparaatbeschadiging
Erop letten dat er zich geen vreemde voorwerpen in de vulschacht of
in de opzetstukken bevinden. Niet met voorwerpen (zoals messen,
lepels) in de vulschacht of uitlaatopening komen.
Het apparaat maximaal 10 minuten ononderbroken laten werken.
Daarna uitschakelen en tot kamertemperatuur laten afkoelen.
W Belangrijk!
Het apparaat na elk gebruik of als het langere tijd niet is gebruikt,
altijd volgens de beschrijving reinigen. X

Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop
van uw nieuwe Bosch-apparaat.
Op de volgende bladzijden van deze
gebruiksaanwijzing vindt u waardevolle
aanwijzingen voor een veilig gebruik van dit
apparaat.
Wij verzoeken u deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig te lezen en alle aanwijzingen
op te volgen. Zo zult u lang plezier beleven
van dit apparaat beleven en de resultaten
van uw werk zullen uw koopbeslissing
bevestigen.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor later
gebruik of voor volgende eigenaars.
Meer informatie over onze producten vindt
u op onze internetsite.
Inhoud
Bestemming van het apparaat..................61
Veiligheidsaanwijzingen............................62
In één oogopslag ......................................64
Voor het eerste gebruik ............................64
Bedienings- en indicatie-elementen .........65
Overbelastingsbeveiliging.........................65
Snelheidsinstelling ....................................66
Draairichtingswijziging ..............................66
Basisapparaat...........................................66
Basis-opzetstuk ........................................66
Rasp-opzetstuk.........................................67
Citruspers-opzetstuk.................................68
Graanmolen-opzetstuk .............................69
Vruchtenpers-opzetstuk ............................70
Onderhoud en dagelijkse reiniging ...........71
Recepten ..................................................72
Tips ...........................................................72
Afval..........................................................73
Garantie ....................................................73
Onderdelen en accessoires ......................74
Hulp bij storingen ......................................75
64
nl In één oogopslag
In één oogopslag
X Afb. A
1 Basisapparaat
a Aandrijving voor opzetstukken
b Toets ä of k*
c Toets ö of +*
d Gebruiksindicatie
e Veiligheidsknop
f Draaggreep
g Opbergvak met deksel
h Aansluitsnoer
i Snoeropbergvak
2 Basis-opzetstuk
a Behuizing
b Vulschacht
c Vultrechter
d Stopper
e Wormaandrijving met meenemer
f Schroefring
3 Vleesmolen-inzetstuk
a Mes
b Ponsschijf fijn (2,7 mm)*
c Ponsschijf gemiddeld (4 mm)
d Ponsschijf grof (8 mm)
4 Worstvuller-inzetstuk
a Draagring
b Worstvuller-mondstuk
X Afb. C
5
Rasp-opzetstuk*
a Behuizing
b Vulschacht
c Sluitklep
d Vultrechter
e Stopper
f Snij-inzetstuk
g Rasp-inzetstuk, grof
h Rasp-inzetstuk, fijn
i Wrijf-inzetstuk
6 Citruspers-opzetstuk*
a Verzamelkom
b Zeefinzetstuk
c Perskegel
d Aandrijfas met veer
7 Graanmolen-opzetstuk*
a Behuizing
b Vulschacht
c Vultrechter
d Wormaandrijving
e Maalring
f Maalkegel
g Maalkamer
h Instelring
i Instelschroef met schaalverdeling
j Schroefring
8 Vruchtenpers-opzetstuk* Vultrechter
en stopper van het basisopzetstuk
gebruiken.
a Behuizing
b Vulschacht
c Wormaandrijving met afdichtring
d Zeefinzetstukken fijn (1) & grof (2)
e Zeefhouder met afdichtring
f Schroefring
g Afvoertrechter
h Pulppijpje (instelbaar)
i Haakje voor het uitnemen van de
zeefinzetstukken
j Reinigingsborstel
* Afhankelijk van het model
De gebruiksaanwijzing beschrijft verschil-
lende modellen van het apparaat. Op de
beeldpagina’s bevindt zich een overzicht.
X Afb. P
Reserveonderdelen en accessoi-
res zijn via de servicedienst of op
www.bosch-home.com verkrijgbaar.
X

Voor het eerste gebruik
Voordat het nieuwe apparaat kan worden
gebruikt, moet dit volledig uitgepakt,
gereinigd en gecontroleerd worden.
Attentie!
Neem een beschadigd apparaat nooit in
bedrijf!
Neem het basisapparaat en alle
accessoires uit de verpakking.
Verwijder het aanwezige
verpakkingsmateriaal.
65
nl Bedienings- en indicatie-elementen
Gemonteerde onderdelen uit elkaar
halen. Hierbij de instructies onder
“Voorbereiding” in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
Controleer alle onderdelen op volledig-
heid. X Afb. A / C
Controleer alle delen op zichtbare
schade.
Voor het eerste gebruik alle delen
grondig reinigen en drogen.
X

Bedienings- en
indicatie-elementen
MFW39...
Toets ä
Door de toets ä in te drukken, wordt het
apparaat ingeschakeld. De aandrijving start
direct.
Toets ö
Door de toets ö in te drukken, wordt het
apparaat uitgeschakeld. De aandrijving
wordt gestopt.
MFW3X...
Toets k
Door de toets k in te drukken, wordt het
apparaat ingeschakeld. De aandrijving
start direct met snelheid 2 (snel). Door de
toets k nogmaals in te drukken, wordt
het apparaat uitgeschakeld. De aandrijving
wordt gestopt.
Toets +
Door de toets + kort in te drukken
wordt de snelheid van het apparaat omge-
schakeld tussen 1 (langzaam) en 2 (snel).
X
Door de toets + in te drukken en
ingedrukt te houden, wordt de draairichting-
wijzigingsfunctie gestart. X

Alle modellen
Gebruiksindicatie
Wanneer de kookplaat is ingeschakeld is de
bedrijfsindicatie verlicht. Bij modellen met
draairichtingwijzigingsfunctie knippert de
functie-indicatie, zo lang de toets +
wordt ingedrukt.
Veiligheidsknop
Door de veiligheidsknop in te drukken,
wordt het op het apparaat gemonteerde
opzetstuk ontgrendeld. Pas na het indruk-
ken van de veiligheidsknop kan het opzet-
stuk rechtsom worden gedraaid en van het
basisapparaat worden verwijderd.
Snoeropbergvak
Het aansluitsnoer kan uit het snoeropberg-
vak worden getrokken of er weer in worden
geschoven. Het snoer altijd slechts zo ver
uittrekken als u nodig hebt.
Opbergvak
Niet-gebruikte ponsschijven van de
vleesmolen kunnen worden opgeborgen
in het opbergvak dat vervolgens met het
deksel kan worden afgesloten.
Overbelastingsbeveiliging
Om bij overbelasting van het basis-op-
zetstuk grotere schade aan uw apparaat
te voorkomen, is de meenemer voorzien
van een inkerving (breekpunt). Bij overbe-
lasting breekt de meenemer op dit punt.
Een nieuwe meenemer is verkrijgbaar
bij de klantenservice (nr. 10005188).
Vervangingsonderdelen met ingebouwde
breekpunten vallen niet onder onze
garantieverplichtingen.
Meenemer vervangen
X Afb. B
1. De schroef in de meenemer met een
geschikte schroevendraaier (PH2)
eruit draaien en de defecte meenemer
verwijderen.
2. De nieuwe meenemer aanbrengen en
weer vastschroeven.
66
nl Snelheidsinstelling
Snelheidsinstelling
ALLEEN MFW3X...
Met de snelheidsinstelling kan het toe-
rental op 1 (langzaam) of 2 (snel) worden
ingesteld.
Attentie!
Bij bepaalde toepassingen is de snelheid
1 (langzaam) absoluut noodzakelijk.
Snelheidsadviezen opvolgen! Zie tabel
X Afb. P
Apparaat met de toets k inschakelen.
Het apparaat loopt op snelheid 2 (snel).
Toets + kort indrukken. Het appa-
raat gaat naar snelheid 1 (langzaam).
Toets + kort indrukken. Het
apparaat gaat weer terug naar snelheid
2 (snel).
Draairichtingswijziging
ALLEEN MFW3X...
De draairichtingwijzigingsfunctie dient
ervoor om vastzittende levensmiddelen
weer los te maken door de worm kort
achteruit te laten draaien. De draairichtings-
wijzigingsfunctie schakelt na 15 seconden
automatisch uit.
Attentie!
De draairichtingswijzigingsfunctie nooit
met het graanmolen-opzetstuk of het
vruchtenpers-opzetstuk gebruiken!
De toets + nooit lang ingedrukt
houden, terwijl het apparaat ingescha-
keld is. De toets + pas lang
ingedrukt houden nadat het apparaat
volledig tot stilstand gekomen is.
Apparaat met de toets k uitschakelen
en wachten tot de aandrijving stilstaat.
Toets + indrukken en ingedrukt
houden.
Na ca. 5-10 seconden de toets +
loslaten en wachten tot de aandrijving
stilstaat.
Het apparaat met de toets k weer
inschakelen.
Aanwijzing:
Als de vastzittende levensmiddelen na een
korte draairichtingwijziging niet zijn losge-
komen, dan het apparaat uitschakelen, de
stekker uit het stopcontact nemen en het
apparaat reinigen. X

Basisapparaat
Voorbereiding
W Gevaar voor letsel!
De stekker pas in het stopcontact steken
wanneer alle voorbereidingen voor het
werken met het apparaat zijn uitgevoerd
en de benodigde opzetstukken correct in
elkaar zijn gezet en met het basisapparaat
zijn verbonden.
Het basisapparaat op een stabiel, hori-
zontaal werkvlak plaatsen.
Het aansluitsnoer tot de benodigde
lengte uit het snoeropbergvak trekken.
Het basisapparaat is voorbereid.
Basis-opzetstuk
Het basis-opzetstuk wordt voor de volgende
toepassingen gebruikt:
Vleesmolen
Voor het verkleinen van rauwe of gekookte
levensmiddelen. Afhankelijk van de aard en
consistentie van de te verwerken levens-
middelen de juiste ponsschijf gebruiken.
X
Worstvuller
Voor het vullen van kunst- en natuurdarm
met worstmassa. Voor het vormen van
rolletjes.
Aanwijzing: met het basisopzetstuk en
een bijpassend accessoire, dat u via de
servicedienst kunt bestellen, zijn nog meer
toepassingen mogelijk.
Attentie!
Bij het in elkaar zetten van de diverse losse
onderdelen de uitsparingen in de inzetstuk-
ken op het desbetreffende tegenstuk op de
behuizing uitlijnen.
67
nl Rasp-opzetstuk
Voorbereiding vleesmolen
W Gevaar voor letsel!
Niet in het scherpe mes grijpen.
Attentie!
Altijd slechts één ponsschijf gebruiken.
X Afb. D
1. De worm met de meenemer vooraan in
de behuizing aanbrengen.
2. Eerst het mes en vervolgens de
gewenste ponsschijf op de worm
aanbrengen.
3. De schroefring op de behuizing
aanbrengen en zonder uitoefening van
kracht rechtsom vastschroeven.
De vleesmolen is voorbereid.
Voorbereiding worstvuller
X Afb. E
1. De worm met de meenemer vooraan in
de behuizing aanbrengen.
2. Eerst de draagring op de worm aan-
brengen en dan de worstvuller in de
behuizing plaatsen.
3. De schroefring op de behuizing
aanbrengen en zonder uitoefening van
kracht rechtsom vastschroeven.
De worstvuller is voorbereid.
Gebruik
Aanwijzing: afhankelijk van het
gebruiksdoel worden de levensmiddelen
verschillend verwerkt. X

In het volgende voorbeeld wordt
beschreven hoe u het basisopzetstuk als
vleesmolen kunt gebruiken:
W Gevaar voor letsel!
Niet met de handen in de vulschacht
grijpen.
Gebruik voor het aandrukken uitsluitend
de stopper.
Voorzichtig!
Geen beenderen, kraakbeen, zeen of
andere vaste bestanddelen verwerken.
Geen bevroren vlees verwerken.
Geen hoge druk met de stopper
uitoefenen.
X Afbeeldingenreeks F
1. Het voorbereide opzetstuk schuin op
de aandrijving van het basisapparaat
aanbrengen.
2. Het opzetstuk vervolgens linksom
draaien tot dit hoorbaar vastklikt.
3. De vultrechter aanbrengen en de
stopper in de vulschacht steken.
4. De levensmiddelen voorbereiden. Grote
delen vooraf verkleinen, zodat deze
zonder aandrukken in de vulschacht
passen.
Een geschikte kom onder het opzetstuk
plaatsen. De voorbereide levensmidde-
len in de vultrechter doen.
5. De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat inschakelen.
Aanwijzing (MFW3X...):
Het apparaat loopt na het inschakelen met
de optimale snelheid 2 (snel).
6. Met de stopper de levensmiddelen met
lichte druk in de vulschacht schuiven.
7. Na afloop van de werkzaamheden het
apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
De vultrechter en de stopper
verwijderen.
8. De veiligheidsknop ingedrukt houden en
het opzetstuk rechtsom draaien tot het
loskomt.
Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar
nemen en alle onderdelen reinigen.
X

Rasp-opzetstuk
Voor het raspen, wrijven en snijden van
bijv. kaas, fruit, groente, noten, amandelen,
gedroogde broodjes en andere harde
levensmiddelen. Afhankelijk van de aard
en consistentie van de te verwerken
levensmiddelen de desbetreffende inzetstuk
gebruiken. X
Voorbereiding
W Gevaar voor letsel!
Niet in de scherpe messen en randen van
de rasp-, wrijf- en snij-inzetstukken grijpen.
68
nl Citruspers-opzetstuk
X Afbeeldingenreeks G
1. De beschermkap openen. Het gewenste
inzetstuk in de behuizing aanbrengen.
2. De beschermkap sluiten totdat deze
hoorbaar vastklikt.
Het rasp-opzetstuk is voorbereid.
Gebruik
W Gevaar voor letsel!
Niet met de handen in de vulschacht
grijpen.
Gebruik voor het aandrukken uitsluitend
de stopper.
Attentie!
De stopper kan maar in één richting
worden aangebracht.
Harde schillen (bijv. van noten)
verwijderen.
Geen hoge druk met de stopper
uitoefenen.
Attentie! (MFW3X...)
De rasp- en snij-opzetstukken
uitsluitend gebruiken op snelheid 1
(langzaam).
Het wrijf-inzetstuk gebruiken op snelheid
2 (snel). X

X Afbeeldingenreeks H
1. Het voorbereide opzetstuk schuin op
de aandrijving van het basisapparaat
aanbrengen.
2. Het opzetstuk vervolgens linksom
draaien tot dit hoorbaar vastklikt.
3. De vultrechter aanbrengen en de
stopper in de vulschacht steken.
4. De levensmiddelen voorbereiden. Grote
delen vooraf verkleinen, zodat deze
zonder aandrukken in de vulschacht
passen.
5. Een geschikte kom onder het opzetstuk
plaatsen. De voorbereide levensmidde-
len in de vultrechter doen.
6. De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat inschakelen.
Attentie! (MFW3X...)
Het apparaat loopt na het inschakelen met
de snelheid 2 (snel). Voor gebruik van de
rasp- en snij-opzetstukken altijd 1 keer de
toets + indrukken, om de snelheid
op 1 (langzaam) in te stellen. X

7. Met de stopper de levensmiddelen met
lichte druk in de vulschacht schuiven.
De levensmiddelen worden gesneden of
geraspt.
8. Na afloop van de werkzaamheden het
apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
9. De vultrechter en de stopper
verwijderen.
10. De veiligheidsknop ingedrukt houden en
het opzetstuk rechtsom draaien tot het
loskomt.
11. Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar
nemen en alle onderdelen reinigen.
X

Citruspers-opzetstuk
Voor het uitpersen van citrusvruchten, bijv.
citroenen, sinaasappels, grapefruits.
Voorbereiding
W Gevaar voor letsel!
Het citruspers-opzetstuk wordt direct op
het basisapparaat in elkaar gezet. Stekker
pas in het stopcontact steken wanneer alle
voorbereidingen voor het werken met het
apparaat zijn uitgevoerd.
Attentie!
Voor de voorbereiding en het gebruik van
het citruspers-opzetstuk wordt het basisap-
paraat 90° gekanteld. Nooit andere opzet-
stukken in deze positie gebruiken.
X Afbeeldingenreeks I
1. Het basisapparaat aan de draaggreep
vasthouden en voorzichtig zo kantelen
dat de aandrijving omhoog wijst. Het
basisapparaat eventueel draaien, zodat
de toetsen goed toegankelijk zijn.
69
nl Graanmolen-opzetstuk
2. De aandrijfas met het veerelement
omlaag in de aandrijving van het
basisapparaat aanbrengen.
Attentie!
De aandrijfas moet met een vinger licht
omlaag kunnen worden gedrukt. De as mag
niet door sapresten zijn vastgekleefd of
door pitten of vreemde voorwerpen geblok-
keerd worden.
3. De verzamelkom schuin op de aandrij-
ving plaatsen.
4. De verzamelkom linksom draaien tot
deze hoorbaar vastklikt.
5. Het zeefinzetstuk op de verzamelkom
aanbrengen.
6. De perskegel op de aandrijfas
aanbrengen.
Het citruspers-opzetstuk is op het basisap-
paraat gemonteerd en voorbereid.
Gebruik
X Afbeeldingenreeks J
1. De citrusvruchten in tweeën snijden.
2. Een geschikte kom onder het opzetstuk
plaatsen.
3. De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat inschakelen. De aandrij-
ving loopt.
Attentie! (MFW3X...)
Het apparaat loopt na het inschakelen met
de snelheid 2 (snel). Voor gebruik van de
citruspers altijd 1 keer de toets +
indrukken, om de snelheid op 1 (langzaam)
in te stellen. X

4. De gehalveerde citrusvruchten met het
snijvlak op de perskegel plaatsen en
omlaag drukken. De citruspers gaat
lopen zodra er een vrucht op de perske-
gel wordt gedrukt.
5. Het persproces kan worden beëindigd
door de druk op de perskegel te
verminderen.
6. Na afloop van de werkzaamheden het
apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
7. De veiligheidsknop ingedrukt houden en
het opzetstuk rechtsom draaien tot het
loskomt.
8. Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar
nemen en alle onderdelen reinigen.
X

Aanwijzingen:
Om een optimale persopbrengst te
behalen moet het persen enkele keren
worden herhaald.
Het zeefinzetstuk met het grove
vruchtvlees en de pitten naar behoefte
leegmaken.
Graanmolen-opzetstuk
Voor het malen van producten zoals tarwe,
haver, rijst, koffiebonen, peperkorrels, wilde
mosterd, walnoten, hazelnoten, gedroogde
paddenstoelen, amandels, soja, lijnzaad,
boekweitegort, gepelde zonnebloempitten
enz. Het apparaat is niet geschikt voor
het malen van heel harde producten
zoals gedroogde erwten, mais of popcorn.
X
Voorbereiding
X Afb. K
1. De instelschroef in de instelring plaat-
sen. Erop letten dat de schaal naar
boven wijst.
2. De instelschroef in de richting van de
maalkamer drukken en de instelring
rechtsom draaien tot de schaal voor de
maalgraad is bereikt.
3. De wormaandrijving in de behuizing
aanbrengen.
4. De maalring in de behuizing plaatsen.
Op de vorm van de onderdelen letten.
5. De maalkegel met het vierkant in de
desbetreffende opening van de wor-
maandrijving plaatsen.
6. Maalkamer op de behuizing plaatsen.
De uitsparing op de maalkamer moet
zich op de nok van de behuizing
bevinden.
7. De schroefring op de behuizing
aanbrengen en zonder uitoefening van
kracht rechtsom vastschroeven.
70
nl Vruchtenpers-opzetstuk
Gebruik
W Gevaar voor letsel!
Niet met de handen in de vulschacht
grijpen.
Tijdens het bedrijf niet in de vulschacht
kijken. Weggeslingerde deeltjes kunnen
oogletsels veroorzaken.
Attentie!
Als de graanmolen is geplaatst, nooit de
omkeerfunctie gebruiken. Het opzetstuk kan
zijn beschadigd!
X Afbeeldingenreeks L
1. Het voorbereide opzetstuk schuin op
de aandrijving van het basisapparaat
aanbrengen.
2. Het opzetstuk vervolgens linksom
draaien tot het hoorbaar vastklikt.
Schroefring aantrekken.
3. De vultrechter aanbrengen.
4. Een geschikte kom onder het opzetstuk
plaatsen. Vultrechter vullen. X

Attentie!
Het graanmolen-opzetstuk nooit zonder
maalgoed laten draaien.
5. Maalgraad door het draaien van de
instelring instellen:
– linksom = grovere korrel
– rechtsom = fijnere korrel
Altijd een waarden tussen de volgende
punten kiezen:
– STOP = grofste maalgraad
– 1 = fijnste maalgraad (nooit hiermee
beginnen)
STOP
1
6. De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat inschakelen.
Attentie!
Het apparaat mag maximaal 15 minuten na
elkaar worden gebruikt. Daarna 45 minuten
laten afkoelen!
7. Het meel valt door de maalkamer.
8. Maalgraad kan tijdens het gebruik in
kleine stappen worden bijgeregeld.
Attentie!
Wordt de instelling tijdens het gebruik
verder dan de STOP-lijn gedraaid, dan kan
er schade aan het apparaat ontstaan.
9. Zodra u klaar bent, het apparaat
uitschakelen en de stekker uit het stop-
contact trekken.
10. De vultrechter verwijderen.
11. De veiligheidsknop ingedrukt houden en
het opzetstuk rechtsom draaien tot het
loskomt.
12. Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar
nemen en alle onderdelen reinigen.
X

Vruchtenpers-opzetstuk
Voor het persen van fruit, zoals bijv. frambo-
zen, aalbessen, aardbeien, kruisbessen, of
druiven en tomaten.
Voorbereiding
Aanwijzing: de keuze van het zeefinzet-
stuk bepaalt het gehalte aan vruchtvlees
in het sap. Geen fruit persen waarvan de
diameter van de pit ongeveer gelijk is aan
de gatdiameter van het zeefinzetstuk (bijv.
frambozen).
X
Afb. M
Controleer of de afdichtringen aan de
zeefhouder en aan de wormaandrijving
zijn bevestigd. Indien niet, de afdicht-
ringen in de afdichtgroeven van deze
delen plaatsen.
1. Het gewenste zeefinzetstuk in de zeef-
houder plaatsen vastdrukken.
2. De wormaandrijving in de behuizing
aanbrengen.
3. De zeefhouder in de behuizing plaatsen.
De nok aan de zeefhouder
4. De schroefring op de behuizing
aanbrengen en zonder uitoefening van
kracht rechtsom vastschroeven.
5. De afvoertrechter op de zeefhouder
plaatsen tot deze hoorbaar vastklikt.
6. Het in de zeefhouder schroeven.
Het vruchtpers-opzetstuk is voorbereid.
71
nl Onderhoud en dagelijkse reiniging
Gebruik
W Waarschuwing gevaar voor letsel!
Niet met de handen in de vulschacht
grijpen.
Attentie!
Harde fruitschillen, -pitten en -stelen
verwijderen.
Bessen, zoals bijv. aalbessen kunnen
met stelen worden geperst.
Vruchten met grotere pitten of stenen,
zoals bijv. pruimen en kersen moeten
voor het persen worden ontpit.
Geen bevroren fruit verwerken.
Geen hoge druk met de stopper
uitoefenen.
X Afbeeldingenreeks N
1. Het voorbereide opzetstuk schuin op
de aandrijving van het basisapparaat
aanbrengen.
2. Het opzetstuk vervolgens linksom
draaien tot het hoorbaar vastklikt.
Schroefring aantrekken.
3. De vultrechter aanbrengen en de
stopper in de vulschacht steken.
4. Het fruit voorbereiden. Grote vruchten
vooraf verkleinen, zodat deze zonder
aandrukken in de vulschacht passen.
Grote pitten (bijv. kersen, pruimen)
verwijderen.
Kannen onder de openingen voor het
sap en vruchtvlees zetten.
De voorbereide vruchten in de vultrech-
ter doen.
5. De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat inschakelen.
6. Met de stopper de vruchten met lichte
druk in de vultrechter schuiven.
7. Het uitgeperste sap stroomt door de
afvoertrechter weg. Het vruchtvlees
(vaste delen) wordt door het pulppijpje
gedrukt.
8. Het pulppijpje instellen. Door het uit-
draaien wordt het vruchtvlees vochtiger;
door het indraaien wordt het droger en
uit de trechter stroomt meer sap. Is het
vruchtvlees te droog, pijpje afschroeven
zodat het apparaat niet door het vrucht-
vlees wordt verstopt.
9. Na afloop van de werkzaamheden het
apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
10. De vultrechter en de stopper
verwijderen.
11. De veiligheidsknop ingedrukt houden en
het opzetstuk rechtsom draaien tot het
loskomt.
Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar
nemen en alle onderdelen reinigen.
X

12. Voor het verwijderen van het zeefin-
zetstuk de haak in het gat van het
zeefinzetstuk hangen en voorzichtig
uittrekken.
Attentie!
Bij het uitpersen bijzonder voorzichtig te
werk gaan. Ervoor zorgen dat de zeefope-
ningen niet zijn verstopt. Is de behuizingsaf-
voer met vruchtvlees van sappige vruchten
verstopt, dan kan vloeistof in de aandrijving
terechtkomen.
Is de behuizingsafvoer verstopt, dan het
apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken. Het opzetstuk verwij-
deren, uit elkaar nemen en alle onderdelen
reinigen. X

Onderhoud en dagelijkse
reiniging
Het apparaat, alle opzetstukken en de
gebruikte accessoires moet na elk gebruik
grondig worden gereinigd.
W Gevaar voor elektrische schok!
Voor het reinigen het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
Het basisapparaat niet in vloeistof dom-
pelen en niet reinigen in de vaatwasser.
W Gevaar voor letsel!
Niet in de scherpe messen en randen van
de rasp- en snij-inzetstukken grijpen. Een
borstel gebruiken om te reinigen.
72
nl Recepten
Attentie!
Metalen delen niet reinigen in de
vaatwasmachine!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
alcohol of spiritus bevatten.
Gebruik geen scherpe, puntige of
metalen voorwerpen.
Gebruik geen schurende doeken of
reinigingsmiddelen.
In afbeelding O vindt u een overzicht van
de manier waarop de afzonderlijke onder-
delen moeten worden gereinigd.
Veeg het basisapparaat schoon met een
zachte, vochtige doek en droog het af.
De gebruikte opzetstukken in omge-
keerde volgorde uit elkaar nemen (zie
“Voorbereiding” bij het desbetreffende
opzetstuk).
Alle accessoires met zeepsop en een
zachte doek/spons of me een zachte
borstel reinigen.
Alle onderdelen laten drogen.
Aanwijzingen:
Metalen onderdelen direct droogwrijven
en met een beetje slaolie tegen roest
beschermen.
Bij de verwerking van bijv. wortel kunnen
verkleuringen bij de kunststof onderdelen
optreden.
Deze kunnen met enkele drup-
pels spijsolie worden verwijderd.
Recepten
Aanwijzing (MFW3X...):
Snelheid bij alle werkstappen op 2 (snel)
instellen.
Deegballetjes
300 g vers wittebrood
20 ml melk
40 g boter of margarine
3 eieren
1 el fijngehakte ui
Peterselie
een beetje bloem
Zout en peper
Het brood in dikke plakken van 10 mm
snijden en in de lengte halveren.
Met 20 ml melk overgieten en laten
intrekken.
De vochtige stukken brood met de
vleesmolen (ponsschijf middelste stand)
ca. 60 sec. verwerken.
Fijngehakte ui, peterselie en gesmolten
boter toevoegen en erdoor mengen.
Geklutste eieren, zout en peper onder
de broodmassa mengen.
Het deeg enkele minuten laten rusten.
Dan nogmaals doorkneden.
Voor het vormen van de deegballetjes
de handen altijd goed bevochtigen met
water. Deegballetjes door het meel
rollen.
Deegballetjes in kokend water doen en
ca. 20 minuten laten trekken. Niet aan
de kook laten komen!
Tips
Vleesmolen
Gebruik van de ponsschijven
Ponsschijf fijn (2,7 mm) voor:
gekookt kippen-, varkens- en rundvlees,
gekookte lever, gekookte vis voor
soep, rauw varkens- en rundvlees voor
gehakt, rauwe lever, vlees en spek voor
leverworst; varkensvlees voor metworst
Ponsschijf gemiddeld (4 mm) voor:
varkens- en rundvlees voor paté en
cervelaatworst;
Ponsschijf grof (8 mm) voor: gebra-
den varkensvlees voor goulashsoep,
kliekjes (bijv. gebraden vlees, worst)
voor kliekjes-ovenschotel
Als de verwerkte levensmiddelen een
fijnere consistentie moeten krijgen,
dan het verkleiningsproces herhalen of
verscheidene ponsschijven na elkaar
gebruiken (grof, gemiddeld, fijn).
Verdere ingrediënten (zoals uien en
specerijen) kunnen direct tijdens de
verwerking worden toegevoegd. Daardoor
worden alle ingrediënten goed met elkaar
vermengd.
73
nl Afval
Worstvuller
Natuurdarm voor de verwerking ca.
10 minuten in lauwwarm water laten
inweken.
Het worstomhulsel niet te vol maken,
aangezien de worsten anders bij het
koken of braden kunnen barsten.
Rasp-opzetstuk
Voorzichtig! (MFW3X...)
De rasp- en snij-opzetstukken
uitsluitend gebruiken op snelheid 1
(langzaam).
Het wrijf-inzetstuk gebruiken op snel-
heid 2 (snel).
X
Gebruik van de inzetstukken
Snij-inzetstuk: voor wortelen, selderij,
koolrabi, courgette
Rasp-inzetstuk (grof): voor wortelen,
noten, harde kazen (bijv. Emmentaler)
Rasp-inzetstuk (fijn): voor noten,
harde kaas, Parmezaanse kaas
Wrijf-inzetstuk: voor aardappels,
Parmezaanse kaas, noten
Graanmolen-opzetstuk
Oliehoudende producten niet met de
kleinste maalgraad malen. Het maal-
werk kan vastplakken of verstoppen.
Voor zachter graan zoals haver of
lijnzaad moet om te maken de grove
instelling worden gekozen.
Maalwerk bij het wisselen van het ene
naar het andere product goed afwassen.
Hierdoor wordt een wederzijdse geur-
hinder vermeden.
Afval
J
Gooi verpakkingsmateriaal op een
milieuvriendelijke manier weg. Dit
apparaat is gekenmerkt in overeen-
stemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische appara-
tuur (waste electrical and electronic
equipment – WEEE). De richtlijn
geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking
van oude apparaten. Raadpleeg uw
gespecialiseerde handelaar voor
de geldende voorschriften inzake
afvalverwijdering.
Garantie
Voor dit apparaat gelden de garantievoor-
waarden die worden uitgegeven door de
vertegenwoordiging van ons bedrijf in het
land van aankoop. De leverancier, bij wie u
het apparaat heeft gekocht, geeft u hierover
graag meer informatie. Om aanspraak te
maken op de garantie heeft u
altijd uw
aankoopbewijs nodig.
Wijzigingen voorbehouden.
75
nl Hulp bij storingen
Hulp bij storingen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat
start niet bij het
inschakelen.
Het apparaat ontvangt
geen stroom.
De stekker in het contactdoos steken.
Het apparaat loopt
normaal, maar de
levensmiddelen
worden niet
verwerkt.
Het apparaat is over-
belast geweest en de
meenemer is op het
breekpunt gebroken.
Apparaat uitschakelen en wachten tot
het stilstaat. Apparaat van stroomnet
loskoppelen, opzetstuk verwijderen, uit
elkaar nemen en reinigen. Meenemer
vervangen. X


De levensmiddelen
worden niet of
slechts zeer lang-
zaam verwerkt.
Het opzetstuk of de
worm is verstopt.
Apparaat zonder draairichtingwijzi-
ging: apparaat uitschakelen, wachten
tot het stilstaat en van het stroomnet
loskoppelen. Opzetstuk verwijderen, uit
elkaar nemen en reinigen om de blok-
kering te verhelpen. X

Apparaat met draairichting wijziging:
Apparaat met de toets k uitschakelen
en wachten tot de aandrijving stilstaat.
Toets + indrukken en ingedrukt
houden. Na ca. 5-10 seconden de toets
+ loslaten en wachten tot de aan-
drijving stilstaat. Apparaat weer inscha-
kelen en verder werken. X

Er wordt te veel druk op
de stopper uitgeoefend
of de vulschacht is te
vol.
De druk op de stopper verminderen
en de vulschacht met minder
levensmiddelen vullen.
De te verwerken levens-
middelen bevatten nog
harde bestanddelen.
De harde bestanddelen verwijderen.
Harde groenten vóór verwerking
voorgaren of fruiten.
De draairichtingwij-
zigingsfunctie start
niet.
De toets + is te
kort ingedrukt.
De toets + ingedrukt houden tot
de draairichtingwijziging start.
De worm is te sterk
verstopt.
Apparaat uitschakelen, wachten tot het
stilstaat en stekker uit het stopcontact
nemen. Opzetstuk verwijderen, uit elkaar
nemen en reinigen om de blokkering te
verhelpen. X

Bel de hotline als u de problemen niet kunt verhelpen!
De telefoonnummers staan op de laatste pagina’s van de gebruiksaanwijzing.

Documenttranscriptie

Bestemming van het apparaat nl Bestemming van het apparaat Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, houd u eraan en bewaar hem goed! Als u dit apparaat aan iemand anders geeft, lever dan ook deze gebruiksaanwijzing mee. Bij niet-naleving van de aanwijzingen voor het juiste gebruik van het apparaat is de fabrikant niet aansprakelijk voor daaruit resulterende schade. Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor verwerkingshoeveelheden en -tijden die gebruikelijk zijn in het huishouden. Het apparaat en de accessoires (afhankelijk van het model) zijn geschikt voor de volgende gebruiksdoeleinden: Vleesmolen: voor het fijnmaken en mengen van rauw en gekookt vlees, spek, gevogelte en vis. Worstvuller: voor het maken van worsten en rolletjes. Rasp-opzetstuk: voor het raspen, fijnwrijven en snijden van levensmiddelen. Citruspers: voor het uitpersen van citrusvruchten. Graanmolen: voor het malen van alle soorten graan (behalve mais) en voor maanzaad, lijnzaad, sesam, boekweit, kruiden, specerijen en koffie. Vruchtenpers: voor het persen van fruit, zoals bijv. frambozen, aalbessen, aardbeien, kruisbessen, of druiven en tomaten. De te verwerken levensmiddelen mogen geen harde bestanddelen (bijv. beenderen) bevatten. Het apparaat mag niet worden gebruikt om andere substanties of voorwerpen te verwerken. Bij gebruik van door de fabrikant goed gekeurde andere accessoires zijn aanvullende toepassingen mogelijk. Het apparaat uitsluitend met originele onderdelen en accessoires gebruiken. Nooit opzetstukken of snij- en rasp-inzetstukken voor andere apparaten gebruiken. Uitsluitend de bijbehorende onderdelen voor de desbetreffende opzetstukken gebruiken. Gebruik het apparaat alleen binnenshuis bij kamertemperatuur en tot 2.000 m boven de zeespiegel. Het apparaat niet neerzetten op of in de buurt van hete oppervlakken, zoals fornuisplaten. Het werkvlak moet goed toegankelijk, vochtbestendig, vast, vlak, droog en voldoende groot zijn om schade door spatten te voorkomen en ongehinderd te kunnen werken. Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of kennis worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien zij over het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en de hieruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen. Kinderen moeten van het apparaat en aansluitsnoer worden weggehouden en mogen het apparaat niet bedienen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. 61 nl Veiligheidsaanwijzingen Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen worden uitgevoerd. Veiligheidsaanwijzingen W Gevaar voor elektrische schokken en brand Het apparaat mag uitsluitend via een conform de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom worden aangesloten. Overtuig u ervan dat het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie conform de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd. Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje. Alleen gebruiken wanneer het aansluitsnoer en het apparaat niet beschadigd zijn. Om gevaarlijke situaties te vermijden mogen reparaties aan het apparaat, zoals vervanging van een beschadigd aansluitsnoer, alleen door onze servicedienst worden uitgevoerd. Het apparaat nooit aansluiten op een tijdschakelaar of op een op afstand bedienbaar stopcontact. Tijdens het gebruik altijd toezicht houden op het apparaat! Wij adviseren u het apparaat niet langer ingeschakeld te laten dan nodig is voor het verwerken van het levensmiddel. Het netsnoer niet met hete delen in aanraking brengen of over scherpe randen trekken. Het basisapparaat niet in water dompelen en niet in de vaatwasmachine doen. Gebruik geen stoomreiniger. Het apparaat niet met vochtige handen gebruiken en niet onbelast gebruiken. Het apparaat moet na ieder gebruik, als er geen toezicht aanwezig is, voor de montage, demontage of reiniging en bij storingen altijd van het stroomnet worden losgekoppeld. W Gevaar voor letsel Direct na gebruik van het apparaat wachten totdat de aandrijving stilstaat. Voordat u opzetstukken monteert of vervangt, moet het apparaat worden uitgeschakeld en van het stroomnet worden losgekoppeld. Niet in de scherpe messen en randen van de snij- en rasp-inzetstukken grijpen. Nooit in de draaiende onderdelen grijpen. Nooit met de handen in de vulschacht of de uitlaatopening grijpen. Nooit het te verwerken levensmiddel met de handen in de vulschacht schuiven. Altijd de bijgevoegde stopper gebruiken! De scherpe messen en randen van de snij- en rasp-inzetstukken nooit met de blote handen reinigen. 62 nl Veiligheidsaanwijzingen W Let op! Gevaar voor apparaatbeschadiging Erop letten dat er zich geen vreemde voorwerpen in de vulschacht of in de opzetstukken bevinden. Niet met voorwerpen (zoals messen, lepels) in de vulschacht of uitlaatopening komen. Het apparaat maximaal 10 minuten ononderbroken laten werken. Daarna uitschakelen en tot kamertemperatuur laten afkoelen. W Belangrijk! Het apparaat na elk gebruik of als het langere tijd niet is gebruikt, altijd volgens de beschrijving reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Bosch-apparaat. Op de volgende bladzijden van deze gebruiksaanwijzing vindt u waardevolle aanwijzingen voor een veilig gebruik van dit apparaat. Wij verzoeken u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig te lezen en alle aanwijzingen op te volgen. Zo zult u lang plezier beleven van dit apparaat beleven en de resultaten van uw werk zullen uw koopbeslissing bevestigen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor later gebruik of voor volgende eigenaars. Meer informatie over onze producten vindt u op onze internetsite. Inhoud Bestemming van het apparaat..................61 Veiligheidsaanwijzingen............................62 In één oogopslag ......................................64 Voor het eerste gebruik ............................64 Bedienings- en indicatie-elementen .........65 Overbelastingsbeveiliging.........................65 Snelheidsinstelling ....................................66 Draairichtingswijziging ..............................66 Basisapparaat...........................................66 Basis-opzetstuk ........................................66 Rasp-opzetstuk.........................................67 Citruspers-opzetstuk.................................68 Graanmolen-opzetstuk .............................69 Vruchtenpers-opzetstuk ............................70 Onderhoud en dagelijkse reiniging ...........71 Recepten ..................................................72 Tips ...........................................................72 Afval..........................................................73 Garantie ....................................................73 Onderdelen en accessoires ......................74 Hulp bij storingen ......................................75 63 nl In één oogopslag In één oogopslag X Afb. A 1 Basisapparaat a Aandrijving voor opzetstukken b Toets ä of k* c Toets ö of +* d Gebruiksindicatie e Veiligheidsknop f Draaggreep g Opbergvak met deksel h Aansluitsnoer i Snoeropbergvak 2 Basis-opzetstuk a Behuizing b Vulschacht c Vultrechter d Stopper e Wormaandrijving met meenemer f Schroefring 3 Vleesmolen-inzetstuk a Mes b Ponsschijf fijn (2,7 mm)* c Ponsschijf gemiddeld (4 mm) d Ponsschijf grof (8 mm) 4 Worstvuller-inzetstuk a Draagring b Worstvuller-mondstuk X Afb. C 5 Rasp-opzetstuk* a Behuizing b Vulschacht c Sluitklep d Vultrechter e Stopper f Snij-inzetstuk g Rasp-inzetstuk, grof h Rasp-inzetstuk, fijn i Wrijf-inzetstuk 6 Citruspers-opzetstuk* a Verzamelkom b Zeefinzetstuk c Perskegel d Aandrijfas met veer 64 7 Graanmolen-opzetstuk* a Behuizing b Vulschacht c Vultrechter d Wormaandrijving e Maalring f Maalkegel g Maalkamer h Instelring i Instelschroef met schaalverdeling j Schroefring 8 Vruchtenpers-opzetstuk* Vultrechter en stopper van het basisopzetstuk gebruiken. a Behuizing b Vulschacht c Wormaandrijving met afdichtring d Zeefinzetstukken fijn (1) & grof (2) e Zeefhouder met afdichtring f Schroefring g Afvoertrechter h Pulppijpje (instelbaar) i Haakje voor het uitnemen van de zeefinzetstukken j Reinigingsborstel * Afhankelijk van het model De gebruiksaanwijzing beschrijft verschillende modellen van het apparaat. Op de beeldpagina’s bevindt zich een overzicht. X Afb. P Reserveonderdelen en accessoires zijn via de servicedienst of op www.bosch-home.com verkrijgbaar. X “Onderdelen en accessoires” zie pagina 74 Voor het eerste gebruik Voordat het nieuwe apparaat kan worden gebruikt, moet dit volledig uitgepakt, gereinigd en gecontroleerd worden. Attentie! Neem een beschadigd apparaat nooit in bedrijf! ■ Neem het basisapparaat en alle accessoires uit de verpakking. ■ Verwijder het aanwezige verpakkingsmateriaal. nl Bedienings- en indicatie-elementen ■ Gemonteerde onderdelen uit elkaar halen. Hierbij de instructies onder “Voorbereiding” in omgekeerde volgorde uitvoeren. ■ Controleer alle onderdelen op volledigheid. X Afb. A / C ■ Controleer alle delen op zichtbare schade. ■ Voor het eerste gebruik alle delen grondig reinigen en drogen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Bedienings- en indicatie-elementen MFW39... Toets ä Door de toets ä in te drukken, wordt het apparaat ingeschakeld. De aandrijving start direct. Toets ö Door de toets ö in te drukken, wordt het apparaat uitgeschakeld. De aandrijving wordt gestopt. Alle modellen Gebruiksindicatie Wanneer de kookplaat is ingeschakeld is de bedrijfsindicatie verlicht. Bij modellen met draairichtingwijzigingsfunctie knippert de functie-indicatie, zo lang de toets + wordt ingedrukt. Veiligheidsknop Door de veiligheidsknop in te drukken, wordt het op het apparaat gemonteerde opzetstuk ontgrendeld. Pas na het indrukken van de veiligheidsknop kan het opzetstuk rechtsom worden gedraaid en van het basisapparaat worden verwijderd. Snoeropbergvak Het aansluitsnoer kan uit het snoeropbergvak worden getrokken of er weer in worden geschoven. Het snoer altijd slechts zo ver uittrekken als u nodig hebt. Opbergvak Niet-gebruikte ponsschijven van de vleesmolen kunnen worden opgeborgen in het opbergvak dat vervolgens met het deksel kan worden afgesloten. MFW3X... Overbelastingsbeveiliging Toets k Door de toets k in te drukken, wordt het apparaat ingeschakeld. De aandrijving start direct met snelheid 2 (snel). Door de toets k nogmaals in te drukken, wordt het apparaat uitgeschakeld. De aandrijving wordt gestopt. Toets + Door de toets + kort in te drukken wordt de snelheid van het apparaat omgeschakeld tussen 1 (langzaam) en 2 (snel). X “Snelheidsinstelling” zie pagina 66 Door de toets + in te drukken en ingedrukt te houden, wordt de draairichtingwijzigingsfunctie gestart. X “Draairichtingswijziging” zie pagina 66 Om bij overbelasting van het basis-opzetstuk grotere schade aan uw apparaat te voorkomen, is de meenemer voorzien van een inkerving (breekpunt). Bij overbelasting breekt de meenemer op dit punt. Een nieuwe meenemer is verkrijgbaar bij de klantenservice (nr. 10005188). Vervangingsonderdelen met ingebouwde breekpunten vallen niet onder onze garantieverplichtingen. Meenemer vervangen X Afb. B 1. De schroef in de meenemer met een geschikte schroevendraaier (PH2) eruit draaien en de defecte meenemer verwijderen. 2. De nieuwe meenemer aanbrengen en weer vastschroeven. 65 nl Snelheidsinstelling Snelheidsinstelling ALLEEN MFW3X... Met de snelheidsinstelling kan het toerental op 1 (langzaam) of 2 (snel) worden ingesteld. Attentie! Bij bepaalde toepassingen is de snelheid 1 (langzaam) absoluut noodzakelijk. Snelheidsadviezen opvolgen! Zie tabel X Afb. P ■ Apparaat met de toets k inschakelen. Het apparaat loopt op snelheid 2 (snel). ■ Toets + kort indrukken. Het apparaat gaat naar snelheid 1 (langzaam). ■ Toets + kort indrukken. Het apparaat gaat weer terug naar snelheid 2 (snel). Draairichtingswijziging ALLEEN MFW3X... De draairichtingwijzigingsfunctie dient ervoor om vastzittende levensmiddelen weer los te maken door de worm kort achteruit te laten draaien. De draairichtingswijzigingsfunctie schakelt na 15 seconden automatisch uit. Attentie! – De draairichtingswijzigingsfunctie nooit met het graanmolen-opzetstuk of het vruchtenpers-opzetstuk gebruiken! – De toets + nooit lang ingedrukt houden, terwijl het apparaat ingeschakeld is. De toets + pas lang ingedrukt houden nadat het apparaat volledig tot stilstand gekomen is. ■ Apparaat met de toets k uitschakelen en wachten tot de aandrijving stilstaat. ■ Toets + indrukken en ingedrukt houden. ■ Na ca. 5-10 seconden de toets + loslaten en wachten tot de aandrijving stilstaat. ■ Het apparaat met de toets k weer inschakelen. 66 Aanwijzing: Als de vastzittende levensmiddelen na een korte draairichtingwijziging niet zijn losgekomen, dan het apparaat uitschakelen, de stekker uit het stopcontact nemen en het apparaat reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Basisapparaat Voorbereiding W Gevaar voor letsel! De stekker pas in het stopcontact steken wanneer alle voorbereidingen voor het werken met het apparaat zijn uitgevoerd en de benodigde opzetstukken correct in elkaar zijn gezet en met het basisapparaat zijn verbonden. ■ Het basisapparaat op een stabiel, horizontaal werkvlak plaatsen. ■ Het aansluitsnoer tot de benodigde lengte uit het snoeropbergvak trekken. Het basisapparaat is voorbereid. Basis-opzetstuk Het basis-opzetstuk wordt voor de volgende toepassingen gebruikt: Vleesmolen Voor het verkleinen van rauwe of gekookte levensmiddelen. Afhankelijk van de aard en consistentie van de te verwerken levensmiddelen de juiste ponsschijf gebruiken. X “Tips” zie pagina 72 Worstvuller Voor het vullen van kunst- en natuurdarm met worstmassa. Voor het vormen van rolletjes. Aanwijzing: met het basisopzetstuk en een bijpassend accessoire, dat u via de servicedienst kunt bestellen, zijn nog meer toepassingen mogelijk. Attentie! Bij het in elkaar zetten van de diverse losse onderdelen de uitsparingen in de inzetstukken op het desbetreffende tegenstuk op de behuizing uitlijnen. Rasp-opzetstuk Voorbereiding vleesmolen W Gevaar voor letsel! Niet in het scherpe mes grijpen. Attentie! Altijd slechts één ponsschijf gebruiken. X Afb. D 1. De worm met de meenemer vooraan in de behuizing aanbrengen. 2. Eerst het mes en vervolgens de gewenste ponsschijf op de worm aanbrengen. 3. De schroefring op de behuizing aanbrengen en zonder uitoefening van kracht rechtsom vastschroeven. De vleesmolen is voorbereid. Voorbereiding worstvuller X Afb. E 1. De worm met de meenemer vooraan in de behuizing aanbrengen. 2. Eerst de draagring op de worm aanbrengen en dan de worstvuller in de behuizing plaatsen. 3. De schroefring op de behuizing aanbrengen en zonder uitoefening van kracht rechtsom vastschroeven. De worstvuller is voorbereid. Gebruik Aanwijzing: afhankelijk van het gebruiksdoel worden de levensmiddelen verschillend verwerkt. X “Recepten” zie pagina 72 In het volgende voorbeeld wordt beschreven hoe u het basisopzetstuk als vleesmolen kunt gebruiken: W Gevaar voor letsel! – Niet met de handen in de vulschacht grijpen. – Gebruik voor het aandrukken uitsluitend de stopper. Voorzichtig! – Geen beenderen, kraakbeen, zeen of andere vaste bestanddelen verwerken. – Geen bevroren vlees verwerken. – Geen hoge druk met de stopper uitoefenen. nl X Afbeeldingenreeks F 1. Het voorbereide opzetstuk schuin op de aandrijving van het basisapparaat aanbrengen. 2. Het opzetstuk vervolgens linksom draaien tot dit hoorbaar vastklikt. 3. De vultrechter aanbrengen en de stopper in de vulschacht steken. 4. De levensmiddelen voorbereiden. Grote delen vooraf verkleinen, zodat deze zonder aandrukken in de vulschacht passen. ■ Een geschikte kom onder het opzetstuk plaatsen. De voorbereide levensmiddelen in de vultrechter doen. 5. De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat inschakelen. Aanwijzing (MFW3X...): Het apparaat loopt na het inschakelen met de optimale snelheid 2 (snel). 6. Met de stopper de levensmiddelen met lichte druk in de vulschacht schuiven. 7. Na afloop van de werkzaamheden het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. ■ De vultrechter en de stopper verwijderen. 8. De veiligheidsknop ingedrukt houden en het opzetstuk rechtsom draaien tot het loskomt. ■ Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en alle onderdelen reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Rasp-opzetstuk Voor het raspen, wrijven en snijden van bijv. kaas, fruit, groente, noten, amandelen, gedroogde broodjes en andere harde levensmiddelen. Afhankelijk van de aard en consistentie van de te verwerken levensmiddelen de desbetreffende inzetstuk gebruiken. X “Tips” zie pagina 72 Voorbereiding W Gevaar voor letsel! Niet in de scherpe messen en randen van de rasp-, wrijf- en snij-inzetstukken grijpen. 67 nl Citruspers-opzetstuk X Afbeeldingenreeks G 1. De beschermkap openen. Het gewenste inzetstuk in de behuizing aanbrengen. 2. De beschermkap sluiten totdat deze hoorbaar vastklikt. Het rasp-opzetstuk is voorbereid. Gebruik W Gevaar voor letsel! – Niet met de handen in de vulschacht grijpen. – Gebruik voor het aandrukken uitsluitend de stopper. Attentie! – De stopper kan maar in één richting worden aangebracht. – Harde schillen (bijv. van noten) verwijderen. – Geen hoge druk met de stopper uitoefenen. Attentie! (MFW3X...) – De rasp- en snij-opzetstukken uitsluitend gebruiken op snelheid 1 (langzaam). – Het wrijf-inzetstuk gebruiken op snelheid 2 (snel). X “Snelheidsinstelling” zie pagina 66 X Afbeeldingenreeks H 1. Het voorbereide opzetstuk schuin op de aandrijving van het basisapparaat aanbrengen. 2. Het opzetstuk vervolgens linksom draaien tot dit hoorbaar vastklikt. 3. De vultrechter aanbrengen en de stopper in de vulschacht steken. 4. De levensmiddelen voorbereiden. Grote delen vooraf verkleinen, zodat deze zonder aandrukken in de vulschacht passen. 5. Een geschikte kom onder het opzetstuk plaatsen. De voorbereide levensmiddelen in de vultrechter doen. 6. De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat inschakelen. 68 Attentie! (MFW3X...) Het apparaat loopt na het inschakelen met de snelheid 2 (snel). Voor gebruik van de rasp- en snij-opzetstukken altijd 1 keer de toets + indrukken, om de snelheid op 1 (langzaam) in te stellen. X “Snelheidsinstelling” zie pagina 66 7. Met de stopper de levensmiddelen met lichte druk in de vulschacht schuiven. De levensmiddelen worden gesneden of geraspt. 8. Na afloop van de werkzaamheden het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. 9. De vultrechter en de stopper verwijderen. 10. De veiligheidsknop ingedrukt houden en het opzetstuk rechtsom draaien tot het loskomt. 11. Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en alle onderdelen reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Citruspers-opzetstuk Voor het uitpersen van citrusvruchten, bijv. citroenen, sinaasappels, grapefruits. Voorbereiding W Gevaar voor letsel! Het citruspers-opzetstuk wordt direct op het basisapparaat in elkaar gezet. Stekker pas in het stopcontact steken wanneer alle voorbereidingen voor het werken met het apparaat zijn uitgevoerd. Attentie! Voor de voorbereiding en het gebruik van het citruspers-opzetstuk wordt het basisapparaat 90° gekanteld. Nooit andere opzetstukken in deze positie gebruiken. X Afbeeldingenreeks I 1. Het basisapparaat aan de draaggreep vasthouden en voorzichtig zo kantelen dat de aandrijving omhoog wijst. Het basisapparaat eventueel draaien, zodat de toetsen goed toegankelijk zijn. Graanmolen-opzetstuk 2. De aandrijfas met het veerelement omlaag in de aandrijving van het basisapparaat aanbrengen. Attentie! De aandrijfas moet met een vinger licht omlaag kunnen worden gedrukt. De as mag niet door sapresten zijn vastgekleefd of door pitten of vreemde voorwerpen geblokkeerd worden. 3. De verzamelkom schuin op de aandrijving plaatsen. 4. De verzamelkom linksom draaien tot deze hoorbaar vastklikt. 5. Het zeefinzetstuk op de verzamelkom aanbrengen. 6. De perskegel op de aandrijfas aanbrengen. Het citruspers-opzetstuk is op het basisapparaat gemonteerd en voorbereid. Gebruik X Afbeeldingenreeks J 1. De citrusvruchten in tweeën snijden. 2. Een geschikte kom onder het opzetstuk plaatsen. 3. De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat inschakelen. De aandrijving loopt. Attentie! (MFW3X...) Het apparaat loopt na het inschakelen met de snelheid 2 (snel). Voor gebruik van de citruspers altijd 1 keer de toets + indrukken, om de snelheid op 1 (langzaam) in te stellen. X “Snelheidsinstelling” zie pagina 66 4. De gehalveerde citrusvruchten met het snijvlak op de perskegel plaatsen en omlaag drukken. De citruspers gaat lopen zodra er een vrucht op de perskegel wordt gedrukt. 5. Het persproces kan worden beëindigd door de druk op de perskegel te verminderen. 6. Na afloop van de werkzaamheden het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. 7. De veiligheidsknop ingedrukt houden en het opzetstuk rechtsom draaien tot het loskomt. nl 8. Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en alle onderdelen reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Aanwijzingen: – Om een optimale persopbrengst te behalen moet het persen enkele keren worden herhaald. – Het zeefinzetstuk met het grove vruchtvlees en de pitten naar behoefte leegmaken. Graanmolen-opzetstuk Voor het malen van producten zoals tarwe, haver, rijst, koffiebonen, peperkorrels, wilde mosterd, walnoten, hazelnoten, gedroogde paddenstoelen, amandels, soja, lijnzaad, boekweitegort, gepelde zonnebloempitten enz. Het apparaat is niet geschikt voor het malen van heel harde producten zoals gedroogde erwten, mais of popcorn. X “Tips” zie pagina 72 Voorbereiding X Afb. K 1. De instelschroef in de instelring plaatsen. Erop letten dat de schaal naar boven wijst. 2. De instelschroef in de richting van de maalkamer drukken en de instelring rechtsom draaien tot de schaal voor de maalgraad is bereikt. 3. De wormaandrijving in de behuizing aanbrengen. 4. De maalring in de behuizing plaatsen. Op de vorm van de onderdelen letten. 5. De maalkegel met het vierkant in de desbetreffende opening van de wormaandrijving plaatsen. 6. Maalkamer op de behuizing plaatsen. De uitsparing op de maalkamer moet zich op de nok van de behuizing bevinden. 7. De schroefring op de behuizing aanbrengen en zonder uitoefening van kracht rechtsom vastschroeven. 69 nl Vruchtenpers-opzetstuk Gebruik W Gevaar voor letsel! ■ Niet met de handen in de vulschacht grijpen. ■ Tijdens het bedrijf niet in de vulschacht kijken. Weggeslingerde deeltjes kunnen oogletsels veroorzaken. Attentie! Als de graanmolen is geplaatst, nooit de omkeerfunctie gebruiken. Het opzetstuk kan zijn beschadigd! X Afbeeldingenreeks L 1. Het voorbereide opzetstuk schuin op de aandrijving van het basisapparaat aanbrengen. 2. Het opzetstuk vervolgens linksom draaien tot het hoorbaar vastklikt. Schroefring aantrekken. 3. De vultrechter aanbrengen. 4. Een geschikte kom onder het opzetstuk plaatsen. Vultrechter vullen. X “Tips” zie pagina 72 Attentie! Het graanmolen-opzetstuk nooit zonder maalgoed laten draaien. 5. Maalgraad door het draaien van de instelring instellen: – linksom = grovere korrel – rechtsom = fijnere korrel Altijd een waarden tussen de volgende punten kiezen: – STOP = grofste maalgraad – 1 = fijnste maalgraad (nooit hiermee beginnen) STOP 1 6. De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat inschakelen. Attentie! Het apparaat mag maximaal 15 minuten na elkaar worden gebruikt. Daarna 45 minuten laten afkoelen! 7. Het meel valt door de maalkamer. 8. Maalgraad kan tijdens het gebruik in kleine stappen worden bijgeregeld. 70 Attentie! Wordt de instelling tijdens het gebruik verder dan de STOP-lijn gedraaid, dan kan er schade aan het apparaat ontstaan. 9. Zodra u klaar bent, het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. 10. De vultrechter verwijderen. 11. De veiligheidsknop ingedrukt houden en het opzetstuk rechtsom draaien tot het loskomt. 12. Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en alle onderdelen reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Vruchtenpers-opzetstuk Voor het persen van fruit, zoals bijv. frambozen, aalbessen, aardbeien, kruisbessen, of druiven en tomaten. Voorbereiding Aanwijzing: de keuze van het zeefinzetstuk bepaalt het gehalte aan vruchtvlees in het sap. Geen fruit persen waarvan de diameter van de pit ongeveer gelijk is aan de gatdiameter van het zeefinzetstuk (bijv. frambozen). X Afb. M ■ Controleer of de afdichtringen aan de zeefhouder en aan de wormaandrijving zijn bevestigd. Indien niet, de afdichtringen in de afdichtgroeven van deze delen plaatsen. 1. Het gewenste zeefinzetstuk in de zeefhouder plaatsen vastdrukken. 2. De wormaandrijving in de behuizing aanbrengen. 3. De zeefhouder in de behuizing plaatsen. De nok aan de zeefhouder 4. De schroefring op de behuizing aanbrengen en zonder uitoefening van kracht rechtsom vastschroeven. 5. De afvoertrechter op de zeefhouder plaatsen tot deze hoorbaar vastklikt. 6. Het in de zeefhouder schroeven. Het vruchtpers-opzetstuk is voorbereid. Onderhoud en dagelijkse reiniging Gebruik W Waarschuwing gevaar voor letsel! Niet met de handen in de vulschacht grijpen. Attentie! – Harde fruitschillen, -pitten en -stelen verwijderen. – Bessen, zoals bijv. aalbessen kunnen met stelen worden geperst. – Vruchten met grotere pitten of stenen, zoals bijv. pruimen en kersen moeten voor het persen worden ontpit. – Geen bevroren fruit verwerken. – Geen hoge druk met de stopper uitoefenen. X Afbeeldingenreeks N 1. Het voorbereide opzetstuk schuin op de aandrijving van het basisapparaat aanbrengen. 2. Het opzetstuk vervolgens linksom draaien tot het hoorbaar vastklikt. Schroefring aantrekken. 3. De vultrechter aanbrengen en de stopper in de vulschacht steken. 4. Het fruit voorbereiden. Grote vruchten vooraf verkleinen, zodat deze zonder aandrukken in de vulschacht passen. Grote pitten (bijv. kersen, pruimen) verwijderen. ■ Kannen onder de openingen voor het sap en vruchtvlees zetten. ■ De voorbereide vruchten in de vultrechter doen. 5. De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat inschakelen. 6. Met de stopper de vruchten met lichte druk in de vultrechter schuiven. 7. Het uitgeperste sap stroomt door de afvoertrechter weg. Het vruchtvlees (vaste delen) wordt door het pulppijpje gedrukt. 8. Het pulppijpje instellen. Door het uitdraaien wordt het vruchtvlees vochtiger; door het indraaien wordt het droger en uit de trechter stroomt meer sap. Is het vruchtvlees te droog, pijpje afschroeven zodat het apparaat niet door het vruchtvlees wordt verstopt. nl 9. Na afloop van de werkzaamheden het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. 10. De vultrechter en de stopper verwijderen. 11. De veiligheidsknop ingedrukt houden en het opzetstuk rechtsom draaien tot het loskomt. ■ Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en alle onderdelen reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 12. Voor het verwijderen van het zeefinzetstuk de haak in het gat van het zeefinzetstuk hangen en voorzichtig uittrekken. Attentie! Bij het uitpersen bijzonder voorzichtig te werk gaan. Ervoor zorgen dat de zeefopeningen niet zijn verstopt. Is de behuizingsafvoer met vruchtvlees van sappige vruchten verstopt, dan kan vloeistof in de aandrijving terechtkomen. Is de behuizingsafvoer verstopt, dan het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Het opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en alle onderdelen reinigen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Onderhoud en dagelijkse reiniging Het apparaat, alle opzetstukken en de gebruikte accessoires moet na elk gebruik grondig worden gereinigd. W Gevaar voor elektrische schok! – Voor het reinigen het netsnoer uit het stopcontact trekken. – Het basisapparaat niet in vloeistof dompelen en niet reinigen in de vaatwasser. W Gevaar voor letsel! Niet in de scherpe messen en randen van de rasp- en snij-inzetstukken grijpen. Een borstel gebruiken om te reinigen. 71 nl Recepten Attentie! – Metalen delen niet reinigen in de vaatwasmachine! – Gebruik geen reinigingsmiddelen die alcohol of spiritus bevatten. – Gebruik geen scherpe, puntige of metalen voorwerpen. – Gebruik geen schurende doeken of reinigingsmiddelen. In afbeelding O vindt u een overzicht van de manier waarop de afzonderlijke onderdelen moeten worden gereinigd. ■ Veeg het basisapparaat schoon met een zachte, vochtige doek en droog het af. ■ De gebruikte opzetstukken in omgekeerde volgorde uit elkaar nemen (zie “Voorbereiding” bij het desbetreffende opzetstuk). ■ Alle accessoires met zeepsop en een zachte doek/spons of me een zachte borstel reinigen. ■ Alle onderdelen laten drogen. Aanwijzingen: – Metalen onderdelen direct droogwrijven en met een beetje slaolie tegen roest beschermen. – Bij de verwerking van bijv. wortel kunnen verkleuringen bij de kunststof onderdelen optreden. Deze kunnen met enkele druppels spijsolie worden verwijderd. Recepten Aanwijzing (MFW3X...): Snelheid bij alle werkstappen op 2 (snel) instellen. Deegballetjes – – – – – – – – 72 300 g vers wittebrood 20 ml melk 40 g boter of margarine 3 eieren 1 el fijngehakte ui Peterselie een beetje bloem Zout en peper ■ Het brood in dikke plakken van 10 mm snijden en in de lengte halveren. Met 20 ml melk overgieten en laten intrekken. ■ De vochtige stukken brood met de vleesmolen (ponsschijf middelste stand) ca. 60 sec. verwerken. ■ Fijngehakte ui, peterselie en gesmolten boter toevoegen en erdoor mengen. ■ Geklutste eieren, zout en peper onder de broodmassa mengen. ■ Het deeg enkele minuten laten rusten. Dan nogmaals doorkneden. ■ Voor het vormen van de deegballetjes de handen altijd goed bevochtigen met water. Deegballetjes door het meel rollen. ■ Deegballetjes in kokend water doen en ca. 20 minuten laten trekken. Niet aan de kook laten komen! Tips Vleesmolen Gebruik van de ponsschijven – Ponsschijf fijn (2,7 mm) voor: gekookt kippen-, varkens- en rundvlees, gekookte lever, gekookte vis voor soep, rauw varkens- en rundvlees voor gehakt, rauwe lever, vlees en spek voor leverworst; varkensvlees voor metworst – Ponsschijf gemiddeld (4 mm) voor: varkens- en rundvlees voor paté en cervelaatworst; – Ponsschijf grof (8 mm) voor: gebraden varkensvlees voor goulashsoep, kliekjes (bijv. gebraden vlees, worst) voor kliekjes-ovenschotel ■ Als de verwerkte levensmiddelen een fijnere consistentie moeten krijgen, dan het verkleiningsproces herhalen of verscheidene ponsschijven na elkaar gebruiken (grof, gemiddeld, fijn). ■ Verdere ingrediënten (zoals uien en specerijen) kunnen direct tijdens de verwerking worden toegevoegd. Daardoor worden alle ingrediënten goed met elkaar vermengd. Afval Worstvuller ■ Natuurdarm voor de verwerking ca. 10 minuten in lauwwarm water laten inweken. ■ Het worstomhulsel niet te vol maken, aangezien de worsten anders bij het koken of braden kunnen barsten. Rasp-opzetstuk Voorzichtig! (MFW3X...) – De rasp- en snij-opzetstukken uitsluitend gebruiken op snelheid 1 (langzaam). – Het wrijf-inzetstuk gebruiken op snelheid 2 (snel). X “Snelheidsinstelling” zie pagina 66 Gebruik van de inzetstukken – Snij-inzetstuk: voor wortelen, selderij, koolrabi, courgette – Rasp-inzetstuk (grof): voor wortelen, noten, harde kazen (bijv. Emmentaler) – Rasp-inzetstuk (fijn): voor noten, harde kaas, Parmezaanse kaas – Wrijf-inzetstuk: voor aardappels, Parmezaanse kaas, noten Graanmolen-opzetstuk – – – Oliehoudende producten niet met de kleinste maalgraad malen. Het maalwerk kan vastplakken of verstoppen. Voor zachter graan zoals haver of lijnzaad moet om te maken de grove instelling worden gekozen. Maalwerk bij het wisselen van het ene naar het andere product goed afwassen. Hierdoor wordt een wederzijdse geurhinder vermeden. nl Afval J Gooi verpakkingsmateriaal op een milieuvriendelijke manier weg. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. Raadpleeg uw gespecialiseerde handelaar voor de geldende voorschriften inzake afvalverwijdering. Garantie Voor dit apparaat gelden de garantievoorwaarden die worden uitgegeven door de vertegenwoordiging van ons bedrijf in het land van aankoop. De leverancier, bij wie u het apparaat heeft gekocht, geeft u hierover graag meer informatie. Om aanspraak te maken op de garantie heeft u altijd uw aankoopbewijs nodig. Wijzigingen voorbehouden. 73 Hulp bij storingen nl Hulp bij storingen Probleem Het apparaat start niet bij het inschakelen. Het apparaat loopt normaal, maar de levensmiddelen worden niet verwerkt. Oorzaak Het apparaat ontvangt geen stroom. Oplossing De stekker in het contactdoos steken. Het apparaat is overbelast geweest en de meenemer is op het breekpunt gebroken. De levensmiddelen worden niet of slechts zeer langzaam verwerkt. Het opzetstuk of de worm is verstopt. Apparaat uitschakelen en wachten tot het stilstaat. Apparaat van stroomnet loskoppelen, opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en reinigen. Meenemer vervangen. X “Overbelastingsbeveiliging” zie pagina 65 Apparaat zonder draairichtingwijziging: apparaat uitschakelen, wachten tot het stilstaat en van het stroomnet loskoppelen. Opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en reinigen om de blokkering te verhelpen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Apparaat met draairichtingwijziging: Apparaat met de toets k uitschakelen en wachten tot de aandrijving stilstaat. Toets + indrukken en ingedrukt houden. Na ca. 5-10 seconden de toets + loslaten en wachten tot de aandrijving stilstaat. Apparaat weer inschakelen en verder werken. X “Draairichtingswijziging” zie pagina 66 De druk op de stopper verminderen en de vulschacht met minder levensmiddelen vullen. Er wordt te veel druk op de stopper uitgeoefend of de vulschacht is te vol. De te verwerken levensmiddelen bevatten nog harde bestanddelen. De toets + is te kort ingedrukt. De worm is te sterk verstopt. De harde bestanddelen verwijderen. Harde groenten vóór verwerking voorgaren of fruiten. De draairichtingwijDe toets + ingedrukt houden tot zigingsfunctie start de draairichtingwijziging start. niet. Apparaat uitschakelen, wachten tot het stilstaat en stekker uit het stopcontact nemen. Opzetstuk verwijderen, uit elkaar nemen en reinigen om de blokkering te verhelpen. X “Onderhoud en dagelijkse reiniging” zie pagina 71 Bel de hotline als u de problemen niet kunt verhelpen! De telefoonnummers staan op de laatste pagina’s van de gebruiksaanwijzing. 75
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277

Bosch MFW3X13W/02 de handleiding

Type
de handleiding