Invacare RPS350-1E Handleiding

Type
Handleiding
42
BIJZONDERE OPMERKINGEN
B
I
J
Z
O
N
D
E
R
E
O
P
M
E
R
K
I
N
G
E
N
BIJZONDERE OPMERKINGEN
VERKLARING VAN DE GEBRUIKTE SYMBOLEN
“LET OP” zie Gebruiksaanwijzingen”.
GEVAAR - ALTIJD letten op de
Hefarmen. Kan letsel veroorzaken
aan patiënt en/of verzorger.
GEVAAR - ALTIJD letten op de
Voetsteunen, en met name op
de positie van de patiënt op
de voetsteunen. Kan letsel
veroorzaken aan patiënt en/
of verzorger.
“Fabricagedatum”
Apparaat bevat NiCd-accu. NIET
weggooien met normale huisvuil. Deze
accu MOETEN op een daarvoor
bestemde plaats ingeleverd worden.
Neem contact op met de plaatselijke
afvalverwerkingsdienst voor verdere
informatie.
WAARSCHUWING
DEZE APPARATUUR NIET GEBRUIKEN ZONDER DAT U EERST DE
WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN EN AANWIJZINGEN IN DEZE
HANDLEIDING EN DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN DIE BIJ DE SLINGS HOREN
GOED GELEZEN EN BEGREPEN HEBT. BIJ PROBLEMEN MET DE
WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN EN AANWIJZINGEN, KUNT U ZO NODIG
CONTACT OPNEMEN MET EEN ZIEKENVERZORGER, DE DEALER OF DE
TECHNISCHE DIENST VOORDAT U DE APPARATUUR GEBRUIKT - LETSEL OF
SCHADE AAN HET TOESTEL KAN ANDERS HET GEVOLG ZIJN.
HF-STORING
De meeste elektronische apparatuur wordt beïnvloed door HF-storingen (RFI). Het is daarom
raadzaam om voorzichtig te zijn met het gebruik van draagbare communicatieapparatuur in
de buurt van elektronische apparatuur. Indien RFI ertoe leidt dat de apparatuur zich afwijkend
gedraagt, DRUK ONMIDDELLIJK op de rode noodknop. De rode noodknop NIET uitschakelen
zolang de transmissie voortduurt.
Dit produkt voldoet aan EN60601-1-2 Collaterale Standaard: Elektromagnetische Compatibiliteit.
ONDERHOUD
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door daartoe BEKWAAM PERSONEEL.
WAARSCHUWING wordt in deze handleiding gebruikt voor het aangeven van gevaren of onveilig
gebruik die/dat tot ernstig persoonlijk letsel kunnen/kan leiden.
PAS OP wordt in deze handleiding gebruikt voor het aangeven van gevaren of onveilig gebruik
die/dat tot persoonlijk letsel of beschadiging van eigendommen kunnen/kan leiden.
OPMERKINGEN wordt in deze handleiding gebruikt om aan te geven dat de tekst die volgt
betrekking heeft op procedures of informatie bevat die het makkelijker maken voor de
gebruiker van deze apparatuur om de informatie in deze handleiding te begrijpen.
DEZE INSTRUCTIES TEN ALLE TIJDE IN DE BUURT VAN DE STALIFT BEWAREN.
44
SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
S
A
M
E
N
V
A
T
T
I
N
G
V
E
I
L
I
G
H
E
I
D
S
I
N
S
T
R
U
C
T
I
E
S
OPMERKING: Controleer alle onderdelen op mogelijke tijdens het transport opgelopen beschadigingen. Indien er
beschadigingen zijn mag het toestel NIET gebruikt worden. Neem in dit geval contact op met de leverancier of het transportbedrijf.
WAARSCHUWING
Invacare adviseert dat twee (2) verzorgers aanwezig zijn bij ALLE voorbereidingen voor het tillen, en
het overbrengen van en naar.
NOOIT proberen de patiënt te verplaatsen zonder toestemming van diens dokter, verpleegster of
verpleeghulp. U dient eerst de handleiding zorgvuldig door te lezen, vervolgens een deskundig
team te observeren bij het uitvoeren van de tilhandelingen en tenslotte de volledige tilprocedure
met een valide persoon als patiënt meerdere malen onder deskundig toezicht uit te voeren.
Personen die gebruik maken van de stasling (Model R130) MOETEN het grootste gedeelte van hun
eigen gewicht kunnen dragen, anders kan er letsel veroorzaakt worden.
NOOIT de patiënt optillen tot een volledig staande positie wanneer er gebruik gemaakt wordt van
de transportsling (model R134) aangezien dit tot letsel kan leiden.
Invacare sta- en transportslings zijn speciaal ontworpen voor gebruik met de Invacare Stalift. Slings
en accessoires die ontworpen zijn door andere fabrikanten, of andere Invacare slings dienen niet
te worden gebruikt als onderdeel van het Invacare Staliftsysteem. Gebruik van deze produkten is
verboden en maakt de garantie op de Invacare stalift ongeldig. Gebruik alleen de eigenlijke Invacare
sta- en transportslings en Staliftaccessoires om de veiligheid van de patiënt en de bruikbaarheid van
het produkt te handhaven. Gebruik de sling die door de dokter, verpleegster of ander medisch personeel
geadviseerd is voor het gemak en de veiligheid van de te tillen patiënt.
Voordat u de stalift rond de patiënt plaatst, dient u ervoor te zorgen dat de voeten van de patiënt niet
in de weg van het onderstel zitten, anders kan er letsel veroorzaakt worden.
De poten van het onderstel MOETEN MAXIMAAL GESPREID ZIJN en de hendel moet VASTGEZET
worden voor maximale stabiliteit en veiligheid. Indien de patiënt in de transportsling zit en door een
nauwe doorgang vervoert moet worden, kunt u de poten van het onderstel sluiten MAAR ALLEEN
ZOLANG DIT NODIG IS OM DE DOORGANG TE PASSEREN. Wanneer de stalift de doorgang gepasseerd
is dienen de poten weer in de MAXIMALE SPREIDSTAND gezet en de hendel ONMIDDELLIJK VASTGEZET
te worden.
Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden wanneer de sling (sta-
of transportsling) rond de patiënt geplaatst wordt of verwijderd wordt.
Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen NIET worden vastgezet tijdens het tillen of
overbrengen van een patiënt. Hierdoor zou de stalift kunnen kantelen hetgeen gevaarlijk is voor de
patiënt en de verzorgers. Invacare adviseert dat de achterste zwenkwieltjes NIET WORDEN VASTGEZET
gedurende het tillen en overbrengen zodat de stalift zichzelf kan stabiliseren wanneer de patiënt
wordt opgetild en overgebracht naar een stoel, bed of ander stilstaand voorwerp.
STASLINGS - de stasling NIET in combinatie met de stalift gebruiken als transporttoestel. Deze sling is
bedoeld om een persoon van het ene naar een andere plaats over te brengen (zoals van het bed
naar een rolstoel). Een persoon verplaatsen met behulp van de stasling in combinatie met de stalift
wordt NIET aanbevolen.
STASLINGS - Alvorens een patiënt op te tillen dient u ervoor te zorgen dat de onderste rand van de
stasling laag om de rug van de patiënt zit en dat diens armen zich buiten de sling bevinden.
STASLINGS - De riem MOET strak, doch comfortable rond de patiënt zitten, omdat deze er anders uit
kan glijden, waardoor mogelijkerwijze letsel veroorzaakt wordt.
TRANSPORTSLINGS - Alvorens een patiënt op te tillen dient u ervoor te zorgen dat de onderste rand
van de transportsling onder de wervelkolom van de patiënt zit en dat diens armen zich buiten de
sling bevinden.
45
S
A
M
E
N
V
A
T
T
I
N
G
V
E
I
L
I
G
H
E
I
D
S
I
N
S
T
R
U
C
T
I
E
S
SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES, (VERVOLG)
WAARSCHUWING
Er mag zich NIETS tussen de patiënt en de sling bevinden (zoals een inkontinentiemat met
plastic rug) waardoor de patiënt tijdens het overbrengen uit de sling kan glijden.
Gebruik ALTIJD de gekleurde bevestigingsriem op de stasling die zich het dichtst bij de patiënt
bevindt, waarbij u dient te letten op de stabiliteit en het comfort van de patiënt.
Verkleurde, gescheurde, gerafelde of kapotte slings zijn niet veilig en kunnen letsels
veroorzaken. Ze dienen onmiddellijk weg geworpen te worden.
Breng GEEN veranderingen aan aan de slings.
Wanneer de patiënt zich enkele centimeters boven het oppervlak bevindt waarvan hij
overgebracht wordt, en voordat hij wordt overgebracht, dient er nogmaals gecontroleerd te
worden of de sling correct vast zit aan de bevestigingspunten op de stalift. Indien de sling niet
correct vast zit, dient u de patiënt terug te laten zakken op het rustvlak en de problemen te
corrigeren.
Tijdens het overbrengen, wanneer de patiënt zich in de sling die aan de stalift vast zit bevindt,
mag de stalift NIET over voorwerpen zoals vloerkleden, opstaande tapijtranden, drempels of
andere ongelijke oppervlakten of obstakels vervoerd worden waardoor de stalift uit balans kan
raken en kantelen. ALTIJD de handgreep op de staliftkolom gebruiken om de stalift te verplaatsen.
Ledere zes (6) maanden dient er gecontroleerd te worden of de zwenkwielen en asbouten
vastzitten en geen slijtage vertonen.
Na de eerste 12 maanden waarin de stalift in bedrijf is, moeten alle draai- en bevestigingspunten
op slijtage gecontroleerd worden. Indien het metaal slijtplekken vertoont, MOETEN deze
onderdelen vervangen worden. Deze inspectie dient vervolgens iedere drie (3) maanden
herhaald te worden.
De elektrische motor is in de fabriek verzegeld en MOET, wanneer er reparatiewerkzaamheden
nodig zijn, terug naar de fabriek gestuurd worden. NOOIT proberen de behuizing te openen of
de reparatiewerkzaamheden plaatselijk uit te voeren. Hierdoor wordt de garantie ongeldig
en het kan leiden tot beschadiging en kostbare reparaties. Neem contact op met uw leverancier
of Invacare voor meer informatie.
Regelmatig onderhoud van uw stalift en de bijbehorende accessoires is noodzakelijk voor het
goed functioneren ervan.
INSTRUCTIES VOOR HET AARDEN
Onder geen enkele voorwaarde mag het aardcontact van een stekker die met Invacare-
produkten gebruikt wordt VERWIJDERD WORDEN. Sommige apparatuur is uitgerust met een
stekker met drie contactpunten (één voor aarde) ter bescherming tegen mogelijke elektrische
schokken. Wanneer deze niet in het aanwezige stopcontact past, is het de verantwoordelijkheid
van de klant om contact op te nemen met een bevoegde elektriciën en het stopcontact te
vervangen door een contact met aardpunten. Wanneer het nodig is dat u gebruik maakt van
een verlengsnoer, mag u alleen een driedraadsverlengsnoer gebruiken met dezelfde of een
hogere elektrische waarde als het toestel waarmee het verbonden is. Invacare heeft verder
nog een aantal ROOD/ORANJE WAARSCHUWINGSSTICKERS op sommige onderdelen
aangebracht. Deze mogen NIET verwijderd worden. Lees de informatie voor de accu/oplader
zorgvuldig door alvorens deze in gebruik te nemen, op te laden of reparatiewerkzaamheden
aan uw stalift uit te voeren.
GEWICHTSBEPERKINGEN
NOOIT de maximale gewichtscapaciteit van de stalift overschrijden. De maximale
gewichtscapaciteit is 159 kg ongeacht enige extra gewichtsbeperkingen van gebruikte
accessoires.
46
MAST AAN ONDERSTEL
BEVESTIGEN (AFBEELDING 1)
1. Zet de achterste zwenkwieltjes op de rem. Er wordt
verwezen naar het hoofdstuk in de gebruikershandleiding
ACHTERSTE ZWENKWIELTJES OP DE REM
ZETTEN/ VAN DE REM HALEN.
2. Verwijder de zeskante bout, moer en sluitring, die
zich bevinden in de u-vormige gleuf van het onderstel.
3. Zet de mast rechtop en plaats hem in de u-vormige
gleuf in het onderstel.
4. Steek de zeskante bout met sluitringen door het
onderstel en de mast en zet hem met de moer vast.
WAARSCHUWING
U kunt de mast van het onderstel verwijderen als
dat makkelijk voor vervoer of opbergen is. Telkens
wanneer de mast wordt verwijderd en op het
onderstel wordt geplaatst, MOET de mast naar
behoren aan het onderstel worden vastgemaakt.
Hoogte tot bevestigingspunt
sling MAXIMUM:
Hoogte tot bevestigingspunt
sling MINIMUM:
Breedte onderstel OPEN:
Breedte ondestel DICHT:
Hoogte onderstel (speling):
Lengte onderstel:
Totale hoogte:
Totale lengte:
Totale breedte:
Afmetingen zwenkwieltjes
VOOR:
Afmetingen zwenkwieltjes
MET REM, ACHTER:
Slingopties:
Slingmateriaal
Gewichtscapaciteit:
Gewicht:
Accu:
Invoer acculader:
Uitvoer acculader:
Oplaadtijd:
Geluidsignaal bij bijna lege accu:
Motorbeveiliging:
* Aantal stalifts per lading
(ongeveer):
Garantie (Elektrische/
Electronische onderdelen):
Noodknop:
168 cm
102 cm
94 cm
66 cm
12 cm
90 cm
124,5 cm
99 cm
65,5 cm
7,6 cm
12,7 cm
Sta of Transport
(zie hieronder voor
meer informatie)
Polyester
159 kg
52,2 kg
24V gelijkstroom
(OPLAADBAAR)
100-240V
Wisselstroom
29,5V Gelijkstroom
Maximaal 6 uur
JA
Verzegeling
* 100-200 keer per
lading
1 Jaar
JA
SPECIFICATIES
Stalift
* Afhankelijk van gewicht en slag.
PATIËNTENSLINGS STASLINGS TRANSPORTSLINGS
Breedte 91,4 cm 97,8 cm
Lengte 33 cm 91,4 cm
AFBEELDING 1 - MAST AAN ONDERSTEL
BEVESTIGEN
Mast
U-vormige
gleuf
Zeskante
bout
Moer
Sluitring
MONTAGE
SPECIFICATIES / MONTAGE
S
P
E
C
I
F
I
C
A
T
I
E
S
M
O
N
T
A
G
E
ELECTRISCHE DRIJFSTANG AAN
MAST BEVESTIGEN (AFBEELDING 2)
1. Verwijder de bovenmoer, bovenbout, steun en mof
van de montagesteun van de liftarm.
2. Plaats de electrische drijfstang in de montagesteun
van de liftarm zoals op AFBEELDING 2 te zien is.
3. Monteer de bovenmoer, bovenbout en steun en
mof opnieuw in de montagesteun van de liftarm
en electrische drijfstang. Goed vastdraaien.
PAS OP
Draai de montageonderdelen NIET te hard
aan. Dit kan de montagesteun beschadigen.
47
BEDIENING
AFBEELDING 2 - DRIJFSTANG AAN MAST BEVESTIGEN
HET BEDIENEN VAN DE STALIFT
In-/uitklappen Van De Poten (FIGUUR 1)
De hendel wordt gebruikt om de poten van het
onderstel tijdens het optillen van de patiënt uit- of in te
klappen om de stabiliteit van de stalift te vergroten.
1. Ga achter de stalift staan en pak de hendel met
één (1) hand vast. Pak met de andere hand de
handgreep op de staliftkolom vast om de stalift in
balans te houden.
OPMERKING: De hendel MOET VASTGEZET
WORDEN zodat de poten in de uiterste spreidstand
of ingeklapt vastzitten.
INKLAPPEN.
1. Trek de hendel NAAR U TOE, weg van
staliftkolom, en schuif deze vervolgens naar LINKS
totdat hij VASTZIT in de inkeping in de beugel.
OPMERKING: Links wordt bepaald door achter de
stalift te gaan staan met het gezicht naar de voorste
zwenkwieltjes.
UITKLAPPEN.
1. Trek de hendel NAAR U TOE, weg van staliftkolom,
en schuif deze vervolgens naar RECHTS totdat hij
VASTZIT in de inkeping in de beugel.
OPMERKING: Rechts wordt bepaald door achter de
stalift te gaan staan met het gezicht naar de voorste
zwenkwieltjes.
Achterste Zwenkwieltjes Op De Rem
Zetten/Van De Rem Halen (FIGUUR 2)
1. Voer één (1) van de volgende handelingen uit:
A. OP DE REM ZETTEN - Stap met u voet ACHTER
op de rem en druk deze naar BENEDEN.
B. VAN DE REM HALEN - Stap met u voet VOOR
op de rem en druk deze naar BENEDEN.
FIGUUR 1 - IN-/UITKLAPPEN VAN DE POTEN
UITKLAPPEN
INKLAPPEN
Poten van het
onderstel
Vastzetgleuf
Hendel vast in
ingeklapte stand
Poten
van het
onderstel
Vastzetgleuf
Hendel vast in uitgeklapte
stand
FIGUUR 2 - ACHTERSTE ZWENKWIELTJES OP DE REM
ZETTEN/VAN DE REM HALEN
HIER STAPPEN OM
WIELTJE OP DE REM
TE ZETTEN
HIER STAPPEN OM
WIELTJE VAN DE REM
TE HALEN.
Rem
BEDIENING
B
E
D
I
E
N
I
N
G
Montagesteun
van liftarm
Electrische
drijfstang
Bovenmoer
Bovenbout
Mof
Steun
48
B
E
D
I
E
N
I
N
G
BEDIENING
Omhoog/Omlaag Bewegen Van De Stalift
(FIGUUR 3)
DE STALIFT OMHOOG HALEN. Druk op de OP (Ï)
knop van het bedieningspaneel om de hefarmen en
de patiënt omhoog te halen.
DE STALIFT OMLAAG HALEN. Druk op de NEER
(Ð) knop van het bedieningspaneel om de hefarmen
en de patiënt te laten zakken.
OPMERKING: Wanneer de stalift zich in de
allerhoogste stand bevindt, kan het nodig zijn dat er
licht aan de hefarmen getrokken moet worden voordat
de kolom zal zakken.
NOODKNOP. Druk de RODE knop IN zodat het
omhooghalen van de hefarmen en de patiënt wordt
stopgezet.
OPMERKING: Draai de RODE knop MET DE
WIJZERS VAN DE KLOK MEE totdat deze weer
uitspringt om de noodrem uit te schakelen.
Bedieningskastje
Rode Noodknop
Bedieningspaneel
OP Knop
NEER Knop
INDRUKKEN
om hefarmen te
stoppen
MET DE WIJZERS VAN DE
KLOK MEE draaien om de
noodrem uit te schakelen.
FIGUUR 3 - OMHOOG/OMLAAG BEWEGEN VAN
DE STALIFT
ACCULADER OPHANGEN
(FIGUUR 4)
OPMERKING: Raadpleeg de plaatselijk geldende
normen voor de correcte procedures.
1. Plaats de acculader met bevestigingsbeugel op
de gewenste plaats tegen de muur.
2. Markeer met potlood de positie van het
MIDDELSTE gat.
3. Boor 16,5 cm onder het potloodteken een (1) gat.
4. Schroef de ONDERSTE bevestigingsschroef in
dit gat totdat er een afstand van ongeveer 3mm
tussen de kop van de schroef en de muur is.
5. Plaats de acculader met bevestigingsbeugel op
de onderste schroef.
6. Boor de overige twee (2) schroefgaten.
7. Bevestig de twee (2) overige schroeven door de
bevestigingsbeugel in de muur. Goed aandraaien.
8. Steek de stekker van de acculader in het
stopcontact.
OPMERKING: AAN LED moet oplichten.
FIGUUR 4 - ACCULADER OPHANGEN
ONDERSTE
Bevestigingsschroef
(STAP 4)
Acculader met
Bevestigingsbeugel (STAP 5)
Bevestigingsschroeven
(STAP 7)
Bevestigingsbeugel
(STAP 6)
ACCU OPLADEN (FIGUUR 5)
OPMERKING:Invacare adviseert dat de accu
dagelijks opgeladen wordt.
OPMERKING: Wanneer de accu bijna leeg is klinkt
er een geluidsalarm (claxon gaat toeteren).
1. Til de accu OP aan de handgreep boven op de accu.
2. Til de accu OP en UIT het bedieningskastje.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de
accu op de acculader plaatst, zodat u weet dat
de accu goed bevestigt is. Het niet goed
bevestigen van de accu kan tot letsel of
beschadiging leiden. Zie in FIGUUR 5 hoe de accu
correct op de acculader geplaatst moet worden.
3. Plaats de accu op de acculader zoals aangegeven
in FIGUUR 5. Zorg ervoor dat u een klik hoort.
OPMERKING: Het oplaad-LED licht op. Wanneer de
accu volledig opgeladen is, gaat het LED weer uit.
49
OPMERKING: Er is ongeveer zes (6) uur nodig om
een accu volledig op te laden.
4. Til de accu OP aan de handgreep boven op de accu.
5. Til de accu OP en WEG van de acculader.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u
de accu in het bedieningskastje plaatst,
zodat u weet dat de accu goed bevestigt is.
Het niet goed bevestigen van de accu kan
tot letsel of beschadiging leiden. Zie FIGUUR
5 voor de correcte manier van bevestigen.
6. Plaats de accu terug in het bedieningskastje zoals
staat aangegeven in FIGUUR 5. Zorg ervoor dat
u een klik hoort.
B
E
D
I
E
N
I
N
G
BEDIENING
FIGUUR 5 - ACCU OPLADEN
Accu
Handgreep
(STAPPEN
1, 2, 4 en
5)
Acculader
(STAP 3)
Hoorbare klik
(STAPPEN 3
en 6)
Bedieningskastje
(STAP 6)
VOORBEREIDINGEN VOOR HET
TILLEN
Zie de handleiding voor de patiëntensling,
1023891, voor volledige informatie over de
voorbereidingen voor het tillen.
50
C. De onderste rand van de:
Stasling rond het laagste gedeelte van de rug zit.
Transportsling onder de wervelkolom van de
patiënt zit.
D. De armen van de patiënt zich buiten de sta- of
transportsling bevinden.
E. De achterste zwenkwieltjes niet vastzitten.
F. De poten van het onderstel in de maximale
spreidstand staan en dat de hendel op de juiste
plaats vast zit..
WAARSCHUWING
Wanneer de patiënt zich enkele centimeters
boven het oppervlak bevindt waarvan hij
overgebracht wordt, en voordat hij wordt
overgebracht, dient er nogmaals
gecontroleerd te worden of de sling correct vast
zit aan de bevestigingspunten van de stalift.
Indien de sling niet correct vast zit, dient u de
patiënt terug te laten zakken op het rustvlak en
de problemen te corrigeren.
Aanpassing die nodig zijn voor het gemak en
de veiligheid van de patiënt dienen gemaakt
te worden voordat de patiënt verplaatst wordt.
Invacare sta- en transportslings zijn specifiaal
ontworpen voor gebruik met de Invacare Stalift.
Slings en accessoires die ontworpen zijn door
andere fabrikanten, of andere Invacare slings
dienen niet te worden gebruikt als onderdeel
van het Invacare Staliftsysteem. Gebruik van
deze produkten is verboden en maakt de
garantie op de Invacare stalift ongeldig. Gebruik
alleen de eigenlijke Invacare sta- en
transportslings en liftaccessoires om de
veiligheid van de patiënt en de bruikbaarheid
van het produkt te handhaven.
Wanneer de patiënt wordt overgebracht vanuit
een rolstoel dienen de wielen van de rolstoel
vastgezet te worden voordat de patiënt
opgetild wordt.
3. Overbrengen vanuit een rolstoel - zet de wielen
van de rolstoel vast.
4. Druk op de OP (Ï) knop om de patiënt op te tillen
van het oppervlak waarvan hij overgebracht moet
worden (bed, rolstoel of postoel). De patiënt moet
worden opgetild tot hij net vrij is van het oppervlak
waarop hij rustte en zijn gewicht dient volledig door
de stalift gedragen te worden.
OPMERKING: Het lagere zwaartepunt zorgt voor een
grotere stabiliteit zodat de patiënt zich veiliger voelt
en de stalift gemakkelijker te verplaatsen is.
OVERBRENGEN VAN
OVERBRENGEN VAN
O
V
E
R
B
R
E
N
G
E
N
V
A
N
WAARSCHUWING
Invacare adviseert dat twee (2) verzorgers
aanwezig zijn bij ALLE voorbereidingen voor
het tillen, en het overbrengen van en naar.
HET TILLEN VAN DE PATIËNT
(FIGUUR 1)
1. Geef de patiënt de volgende aanwijzingen:
A. Houd de handgrepen aan beide zijden van de
stalift goed vast.
B. Leun vervolgens tegen de sta- of transportsling.
WAARSCHUWING
STASLINGS - Alvorens een patiënt op te tillen dient
u ervoor te zorgen dat de onderste rand van de
stasling laag om de rug van de patiënt zit en dat
diens armen zich buiten de sling bevinden.
TRANSPORTSLINGS - Alvorens een patiënt op te
tillen dient u ervoor te zorgen dat de onderste
rand van de transportsling onder de wervelkolom
van de patiënt zit en dat diens armen zich buiten
de sling bevinden.
Invacare adviseert dat de achterste
zwenkwielen NIET worden vastgezet tijdens het
tillen of overbrengen van een patiënt. Hierdoor
zou de stalift kunnen kantelen hetgeen gevaarlijk
is voor de patiënt en de verzorgers. Invacare
adviseert dat de achterste zwenkwieltjes NIET
WORDEN VASTGEZET gedurende het tillen en
overbrengen zodat de stalift zichzelf kan
stabiliseren wanneer de patiënt wordt opgetild
en overgebracht naar een stoel, bed of ander
stilstaand voorwerp.
De poten van het onderstel MOETEN MAXIMAAL
GESPREID ZIJN en de hendel moet VASTGEZET
worden voor maximale stabiliteit en veiligheid.
Indien de patiënt in een transportsling zit en door
een nauwe doorgang vervoert moet worden,
kunt u de poten van het onderstel sluiten MAAR
ALLEEN ZOLANG DIT NODIG IS OM DE
DOORGANG TE PASSEREN. Wanneer de stalift de
doorgang gepasseerd is dienen de poten weer
in de MAXIMALE SPREIDSTAND gezet en de
hendel ONMIDDELLIJK VASTGEZET te worden.
2. Zorg ervoor dat:
A. De knieën van de patiënt goed tegen de
kniesteunen rusten.
B. De voeten van de patiënt correct op de
voetensteun geplaatst zijn, zoals staat
aangegeven in STAP 2B van FIGUUR 1.
51
OPMERKING: De stalift blijft in positie totdat de NEER
(Ð) knop wordt ingedrukt.
5. Breng de patiënt over naar de gewenste plaats. Zie
vervolgens OVERBRENGEN VAN DE PATIËNT in
dit gedeelte van de handleiding.
STAP 1BSTAP 1A
STAP
2E
STAP
2A
STAP
2B
STAP
2D
STAP
2C
STAP 3
STAP 4
STAP 1
FIGUUR 1 - DE PATIËNT TILLEN FIGUUR 2 - DE PATIËNT OVERBRENGEN
DE PATIËNT OVERBRENGEN
(FIGUUR 2)
WAARSCHUWING
STASLINGS - de stasling NIET in combinatie met
de stalift gebruiken als transporttoestel. Deze
sling is bedoeld om een persoon van de ene
naar een andere plaats over te brengen
(zoals van het bed naar een rolstoel). Een
persoon verplaatsen met behulp van de
stasling in combinatie met de stalift wordt NIET
aanbevolen.
Tijdens het overbrengen, wanneer de patiënt
zich in de sling die aan de stalift vast zit
bevindt, mag de stalift NIET over voorwerpen
zoals vloerkleden, opstaande tapijtranden,
drempels of andere ongelijke oppervlakten
of obstakels vervoerd worden waardoor de
stalift uit balans kan raken en kantelen. ALTIJD
de handgreep op de liftkolom gebruiken om
de stalift te verplaatsen.
1. Gebruik de handgreep op de liftkolom om de stalift
te verplaatsen.
WAARSCHUWING
De poten van het onderstel MOETEN
MAXIMAAL GESPREID ZIJN en de hendel moet
VASTGEZET worden voor maximale stabiliteit
en veiligheid. Indien de patiënt in de
transportsling zit en door een nauwe
doorgang vervoert moet worden, kunt u de
poten van het onderstel sluiten MAAR ALLEEN
ZOLANG DIT NODIG IS OM DE DOORGANG
TE PASSEREN. Wanneer de stalift de doorgang
gepasseerd is dienen de poten weer in de
MAXIMALE SPREIDSTAND gezet en de hendel
ONMIDDELLIJK VASTGEZET te worden.
2. Breng de patiënt LANGZAAM over naar de
gewenste plaats.
3. Laat de patiënt neer op de gewenste rustplaats.
Zie VERPLAATSEN NAAR in deze handleiding.
O
V
E
R
B
R
E
N
G
E
N
V
A
N
OVERBRENGEN VAN
52
OVERBRENGEN NAAR
OVERBRENGEN NAAR
O
V
E
R
B
R
E
N
G
E
N
N
A
A
R
FIGUUR 1 - DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN
ROLSTOEL
STAP 1
STAP 2
STAP 4
STAP 6
WAARSCHUWING
Invacare adviseert dat twee (2) verzorgers
aanwezig zijn bij ALLE voorbereidingen voor
het tillen, en het overbrengen van en naar.
DE PATIËNT OVERBRENGEN
NAAR EEN ROLSTOEL (FIGUUR 1)
1. Breng de rolstoel in de juiste positie.
WAARSCHUWING
De wielen van de rolstoel moeten vastgezet
worden VOORDAT de patiënt in de stoel
wordt geplaatst.
2. Zet de wielen van de rolstoel vast.
3. Breng de patiënt boven de rolstoel.
4. Druk op de NEER (Ð) knop en laat de patiënt in
de rolstoel zakken.
WAARSCHUWING
Invacare adviseert dat de achterste
zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden
wanneer de sling (sta- of transportsling) rond
de patiënt geplaatst wordt of verwijderd
wordt.
5. Zet de achterste zwenkwieltjes vast. Zie OP DE
REM ZETTEN/VAN DE REM HALEN in de sectie
over BEDIENING in deze handleiding.
6. Maak de sta- of transportsling los van de stalift.
7. Maak de beenriemen, indien deze gebruikt zijn, los
van de benen van de patiënt.
8. Laat de patiënt de voeten van de voetsteun halen.
OPMERKING: Indien nodig de patiënt hierbij helpen.
9. Verwijder de sta- of transportsling van de patiënt.
10. Haal de stalift weg bij de rolstoel.
53
O
V
E
R
B
R
E
N
G
E
N
N
A
A
R
OVERBRENGEN NAAR
FIGUUR 2 - DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN
BED
STAPPEN 1 EN 2
STAP 4
DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR
EEN BED (FIGUUR 2)
OPMERKING: Het lagere zwaartepunt zorgt voor een
grotere stabiliteit zodat de patiënt zich veiliger voelt en
de stalift gemakkelijker te verplaatsen is.
OPMERKING: De stalift blijft in positie totdat de NEER
(Ð) knop wordt ingedrukt.
1. Breng de patiënt zover mogelijk over het bed.
OPMERKING: Indien de patiënt wordt overgebracht
van een rustplaats die lager is dan het bed,druk op de
OP (Ï) knop om de patiënt boven het bed uit te tillen.
De patiënt dient zo hoog getild te worden dat hij net
boven het bed is en zijn gewicht volledig gedragen wordt
door de lift.
2. Druk op de NEER (Ð) knop en laat de patiënt op
het bed zakken.
WAARSCHUWING
Invacare adviseert dat de achterste
zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden
wanneer de sling (sta- of transportsling) rond
de patiënt geplaatst wordt of verwijderd
wordt.
3. Zet de achterste zwenkwieltjes vast. Zie OP DE
REM ZETTEN/VAN DE REM HALEN in de sectie
over BEDIENING in deze handleiding.
4. Maar de sta- of transportsling los van de stalift.
5. Maak de beenriemen, indien deze gebruikt zijn, los
van de benen van de patiënt.
6. Laat de patiënt de voeten van de voetsteun halen.
OPMERKING: Indien nodig de patiënt hierbij helpen.
7. Verwijder de sta- of transportsling van de patiënt.
8. Haal de stalift weg bij het bed.
54
O
V
E
R
B
R
E
N
G
E
N
N
A
A
R
OVERBRENGEN NAAR
STAPPEN 4 EN 5
FIGUUR 3 - DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN
POSTOEL
STAP 1
STAP 3
DE PATIËNT OVERBRENGEN
NAAR EEN POSTOEL (FIGUUR 3)
1. Plaats de patiënt boven de postoel.
2. Druk op de NEER (Ð) knop en laat de patiënt op
de postoel zakken.
WAARSCHUWING
Invacare adviseert dat de achterste
zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden
wanneer de sling (sta- of transportsling) rond
de patiënt geplaatst wordt of verwijderd
wordt.
3. Zet de achterste zwenkwieltjes vast. Zie OP DE
REM ZETTEN/VAN DE REM HALEN in de sectie
over BEDIENING in deze handleiding.
4. Voer één (1) van de volgende handelingen uit:
A. Stasling (Model R130) -
z Maak de stasling los van de
bevestigingspunten op de stalift.
B. Transportsling (Model R134) -
z Maak de transportsling los van de onderste
bevestigingspunten op de stalift.
z Til de benen van de patiënt op en verwijder
de dijsteunen van onder de patiënt.
z Maak, indien gewenst, de transportsling los
van de bovenste bevestigingspunten op de
stalift.
OPMERKING: de patiënt kan tijdens het
gebruik van de postoel in het bovenste
gedeelte van de transportsling blijven.
5. Maak de beenriemen, indien deze gebruikt zijn, los
van de benen van de patiënt.
6. Laat de patiënt de voeten van de voetsteun halen.
OPMERKING: Indien nodig de patiënt hierbij helpen.
7. Verwijder de sta- of transportsling van de patiënt.
8. Haal de stalift weg bij de postoel.
9. Wanneer de patiënt klaar is om weer overgebracht
te worden, volg de aanwijzingen in de sectie
VOORBEREIDINGEN VOOR HET TILLEN in
deze handleiding.
55
CONTROLELIJST VOOR ONDERHOUD EN
VEILIGHEIDSINSPECTIE
CONTROLELIJST VOOR ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSINSPECTIE
ONDERDEEL
IN EERSTE
INSTANTIE
MAANDELIJKS
INSPECTEREN /
BIJSTELLEN
PERIODIEK
INSPECTEREN
BIJSTELLEN
ONDERSTEL MET ZWENKWIELEN
z Controleren op ontbrekende onderdelen.
z Poten kunnen gemakkelijk in-/uitgeklapt worden.
z Controleren of zwenkwielen en asbouten vastzitten
en geen slijtage vertonen.
z Controleer of zwenkwielen makkelijk rollen en
zwenken.
HENDEL
zz
zz
z Gemakkelijk te bedienen.
zz
zz
z Wanneer hendel in positie is, zit onderstel vast.
LIFTKOLOM
zz
zz
z Kolom MOET goed aan hefarmen bevestigd zijn.
zz
zz
z Controleren op bochten en afwijkingen.
HEFARMEN EN VERBINDINGEN
zz
zz
z Controleer alle onderdelen en verbindingspunten.
zz
zz
z Controleren op bochten en afwijkingen.
zz
zz
z Controleer schroefboutverbindingen van hefarmen
op slijtage.
zz
zz
z Controleer of de hefarmen centraal boven het
onderstel staan.
HET ELEKTRISCH AANGEDREVEN DEEL
zz
zz
z Controleren op slijtage of verval. (INDIEN
BESCHADIGD, CONTACT OPNEMEN MET
LEVERANCIER).
zz
zz
z Controleren of motor geruisarm en zonder stoten
loopt.
REINIGEN
zz
zz
z Wanneer nodig.
SLINGS
zz
zz
z SLINGBEVESTIGINGEN BIJ IEDER GEBRUIK
CONTROLEREN of deze goed vast zitten en de
patiënt veilig is.
zz
zz
z Controleer slingmateriaal op slijtage.
z Controleer riemen op slijtage
XX X
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX X
XX
XX
V
E
I
L
I
G
H
E
I
D
S
I
N
S
P
E
C
T
I
E
C
O
N
T
R
O
L
E
L
I
J
S
T
56
PROBLEEMOPLOSSING
SYMPTOMEN
Stalift voelt los aan.
Zwenkwielen/remmen maken
geluid of zijn stroef.
Hard of droog geluid van de
scharnieren.
Elektrisch aangedreven deel werkt
niet wanneer de knop wordt
ingedrukt.
Hefarmen zaken niet uit de
hoogste stand.
FOUTEN
Verbinding onderstel/liftkolom is los.
Centerpennen zijn los.
Pluisjes of stof in de lagers.
Moeten gesmeerd worden.
Los contact in handbediening of
aandrijfmechanisme.
RODE noodknop is ingedrukt.
Accu bijna leeg.
Accu zit niet goed in het
bedieningskastje.
Elektrisch aangedreven deel heeft
onderhoudsbeurt nodig.
Hefarmen hebben een minimale
belasting nodig om vanuit de
hoogste stand te kunnen zakken.
OPLOSSING
De bout, borgschijfje en borgmoer
die kolom aan onderstel verbinden
aandraaien.
Zie AFSTELLEN ONDERSTEL in de
sectie VERZORGING EN
ONDERHOUD van deze handleiding.
Zie ZWENKWIELEN in de sectie
VERZORGING EN ONDERHOUD
van deze handleiding.
Zie SMEREN in de sectie
VERZORGING EN ONDERHOUD
van deze handleiding.
Controleer contacten.
Draai de RODE noodknop met de
wijzers van de klok mee totdat deze
omhoog springt.
Laad accu op. Zie ACCU OPLADEN
in de sectie BEDIENING van deze
handleiding.
Plaats accu opnieuw in het
bedieningskastje. Zie ACCU
OPLADEN in de sectie
BEDIENING van deze handleiding.
Zie ELEKTRISCH AANGEDREVEN
deel vervangen in de sectie
VERZORGING EN ONDERHOUD
van deze handleiding.
Trek de hefarmen voorzichtig iets
omlaag.
OPMERKING: Indien de problemen niet door de hierboven gegeven suggesties verholpen worden, kunt u
contact opnemen met uw leverancier of met Invacare.
P
R
O
B
L
E
E
M
O
P
L
O
S
S
I
N
G
PROBLEEMOPLOSSING
57
OPMERKING:Volg de onderhoudsprocedures die in deze
handleiding omschreven staan zodat uw stalift continu
kan blijven functioneren.
De Invacare Stalift is ontworpen voor een optimaal veilig,
efficient en bevredigend functioneren met minimale
verzorging en onderhoud.
Alle onderdelen van de Invacare Stalift zijn vervaardigd
van de hoogste kwaliteit staal, maar waar metaal in con-
tact staat met metaal treedt bij intensief gebruik na verloop
van tijd slijtage op.
Er is geen onderhoud of bijstellen nodig aan de zwenkwielen
en remmen, behalve regelmatig reinigen, smeren en
controleren of de as- en wielbouten vastzitten. Verwijder
alle vuil, etc. van de lagers. Indien een onderdeel slijtage
vertoont, dient dit onmiddellijk te worden vervangen.
Mocht u vragen hebben over de veiligheid van de stalift
of een onderdeel ervan, neem dan onmiddellijk contact
op met de leverancier en leg hem/haar uw probleem voor.
SMEREN (FIGUUR 1)
De Invacare Stalift is ontworpen voor minimaal onderhoud.
U dient de stalift echter iedere zes (6) maanden te
controleren zodat u zeker kunt zijn van de voortdurende
veiligheid en betrouwbaarheid ervan.
Zorg ervoor dat de stalift en de slings schoon en in goede
orde blijven. Ieder defect dient onmiddellijk opgemerkt en zo
snel mogelijk aan uw leverancier doorgegeven te worden.
De zwenkwielen MOETEN gladjes zwenken en rollen. U
kunt eenmaal per jaar de lagers van de zwenkwielen licht
smeren met een waterafstotend smeermiddel. Doe dit
vaker indien de zwenkwielen worden blootgesteld aan
extreem vochtige omstandigheden.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT
SLIJTAGE EN BESCHADIGINGEN
Het is belangrijk om alle belaste delen, zoals de slings
en alle belangrijke bevestigingspunten voor de slings,
te controleren op scheuren, rafelen, vervorming of
slijtage. Vervang alle defecte onderdelen onmiddellijk
en zorg ervoor dat de stalift niet gebruikt wordt totdat
de reparatie uitgevoerd is.
SCHOONMAKEN
De sling dient regelmatig op 82°C (180°F) gewassen
te worden met een biologisch wasmiddel. Voor het
schoonmaken van de stalift is alleen een doek
bevochtigd met een weinig water en een mild
schoonmaakmiddel nodig. Er mogen geen
schuurmiddelen gebruikt worden.
VERSTELLEN VAN HET
ONDERSTEL (FIGUUR 2)
OPMERKING: Het onderstel vereist weinig aandacht.
U dient alleen:
1. Te controleren of de poten in INGEKLAPTE stand
een vierkant vormen.
2. Leg een winkelhaak tussen de poten en het
onderstel om een hoek van 90° te kunnen bepalen.
3. Stel de verbindingsroedes bij totdat de poten een
hoek van 90° vormen met het onderstel.
Smeer de lagers van de Zwenkwielen
FIGUUR 1 - SMEREN
Winkelhaak
Verbindingsroede
Verbindingsroedes
FIGUUR 2 - BIJSTELLEN VAN HET ONDERSTEL
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT
V
E
R
Z
O
R
G
I
N
G
E
N
O
N
D
E
R
H
O
U
D
58
OPTIONELE BEENRIEMEN
VERVANGEN (FIGUUR 4)
1. Verwijder de BOVENSTE twee (2) schroefjes en
borgringen waarmee de kniesteun en de
beenriemen aan de stalift vastzitten.
2. Draai de ONDERSTE twee (2) schroefjes en
borgringen waarmee de kniesteun en de
beenriemen aan de stalift vastzitten, los.
3. Verwijder de oude beenriemen.
4. Plaats de nieuwe beenriemen tussen de vier (4)
gaten zoals staat aangegeven in FIGUUR 4.
OPMERKING: Zorg dat de beenriemen aan
weerskanten van de stalift evenveel uitsteken.
KNIESTEUN VERVANGEN
(FIGUUR 3)
1. Verwijder de vier (4) schroefjes en borgringen
waarmee de kniesteun aan de stalift vastzit.
2. Verwijder de kniesteun van de stalift.
3. Plaats de gaten in de nieuwe kniesteun over de
schroefgaten in de stalift.
4. Bevestig de nieuwe kniesteun met de onder 1.
Verwijderde schroefjes aan de stalift.
FIGUUR 3 - KNIESTEUN VERVANGEN
Kniesteun
Schroefjes
Borgringen
Stalift
FIGUUR 4 - OPTIONELE BEENRIEMEN VERVANGEN
Beenriem
Kniesteun
Schroefje
Borgring
Stalift
5. Plaats de gaten in de kniesteun over de
schroefgaten in de stalift.
6. Bevestig de kniesteun met de onder 1. Verwijderde
schroefjes aan de stalift.
GECAPITONNEERDE BEKLEDING
VERVANGEN (FIGUUR 5)
1. Trek de bevestigingsstrips van de gecapitonneerde
bekleding open.
2. Verwijder de gecapitonneerde bekleding van de
hefarm.
3. Plaats de nieuwe gecapitonneerde bekleding over
de hefarm.
4. Maak de bevestigingsstrips van de nieuwe
gecapitonneerde bekleding vast.
FIGUUR 5 - GECAPITONNEERDE BEKLEDING
VERVANGEN
Gecapitonneerde
bekleding
Hefarm
Bevestigingsstrips
ELEKTRISCH AANGEDREVEN DEEL
VERVANGEN (FIGUUR 6)
1. Verwijder de onderste moer, borgring en borstbout
waarmee de elektrisch aangedreven deel aan de
bevestigingsbeugel op de liftkolom vast zit.
2. Laat de hefarm op uw schouder rusten en verwijder
de bovenste moer, bout en ring van de
bevestigingsbeugel op de liftkolom.
3. Verwijder de elektrisch aangedreven deel.
4. Voer STAPPEN 1-3 in omgekeerde volgorde uit
voor het installeren van de nieuwe elektrisch
aangedreven deel.
VOORZICHTING
De bevestigingsschroeven niet te vast
aandraaien. Hierdoor kan de bevestigingsbeugel
beschadigd worden.
V
E
R
Z
O
R
G
I
N
G
E
N
O
N
D
E
R
H
O
U
D
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT
59
FIGUUR 7 - ZWENKWIELEN EN/OF VORKEN
VERVANGEN
ACHTER
VOOR
Bout
Ring.
Achterste
zwenkwiel
Borgmoer
Vork
Onderstel
Onderstel
Voorste zwenkwielen
Borgmoer
Vork
Bout
Borgring
Bevestigingsbeugel Hefarm
FIGUUR 6 - ELEKTRISCH AANGEDREVEN DEEL
VERVANGEN
Onderste moer
Borgring
Borstbout
Elektrisch
aangedreven
deel
Bovenste
moer
Bovenste
bout
Ring
Beugel
Bevestigingsbeugel op liftkolom
ZWENKWIELEN EN/OF VORKEN
VERVANGEN (FIGUUR 7)
WAARSCHUWING
Iedere zes (6) maanden dient er gecontroleerd
te worden of de zwenkwielen en asbouten
vastzitten en geen slijtage vertonen.
Achterste zwenkwiel
1. Leg de stalift op een zij.
2. Verwijder de bout en de borgmoer waarmee het
zwenkwieltje aan de vork vast zit.
OPMERKING: Er valt een ring uit het achterste
zwenkwieltje.
OPMERKING: Deze ring hebt u nodig voor het
bevestigen van het nieuwe zwenkwiel of de vork.
Controleren en vervangen indien versleten.
3. Plaats de nieuwe/oude ring in het nieuwe
zwenkwieltje
4. Plaats de gaatjes in het nieuwe zwenkwieltje over
de gaten in de vork.
5. Steek de bout door de vork en het nieuwe
zwenkwieltje en zet dit goed vast m.b.v. de borgmoer.
Voorste zwenkwieltjes
1. Plaats de stalift op een zij.
2. Verwijder de bout en borgmoer waarmee de
zwenkwieltjes aan de vork vastzitten.
OPMERKING: de voorste zwenkwieltjes bestaan uit
twee (2) wieltjes met een ring ertussen.
OPMERKING: de borgring valt tussen de twee (2)
wieltjes uit.
OPMERKING: deze borgring moet weer opnieuw
gebruikt worden. Controleren en bij slijtage vervangen
3. Plaats de nieuwe/oude borgring tussen de twee
(2) nieuwe wieltjes.
4. Plaats de gaatjes in het nieuwe zwenkwieltje over
de gaten in de vork.
5. Steek de bout door de vork en het nieuwe
zwenkwieltje en zet dit goed vast m.b.v. de
borgmoer.
Vorken
1. Plaats de stalift op een zij.
2. Verwijder het voor- of achterwieltje van de stalift.
Zie ZWENKWIELTJES VERVANGEN in dit
gedeelte van de handleiding.
3. Draai de vork uit het onderstel.
4. Breng de nieuwe vork aan.
5. Bevestig het voor- of achterwieltje aan de stalift.
Zie ZWENKWIELTJES VERVANGEN in dit
gedeelte van de handleiding.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT
V
E
R
Z
O
R
G
I
N
G
E
N
O
N
D
E
R
H
O
U
D
60
GARANTIEBEPERKINGEN
Deze garantie wordt alleen verstrekt aan de oorspronkelijke koper van onze producten en laat
wettelijke rechten van de koper onaangetast.
Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare producten bledt de garantie dat de
vervaardigde producten vrij zijn van defecten in materialen en vakmanschap gedurende een
periode van drie (3) jaar na datum van aankoop op de stalift en één jaar na datum van aankoop
op de slings en electrische onderdelen. Wanneer er binnen deze garantieperiode naar de redelijke
genoegdoening van Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare bewezen wordt dat
een onderdeel defect is, dan zal Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare producten
beslissen of dit onderdeel wordt gerepareerd of vervangen: Invacare’s/de
servicevertegenwoordiger van Invacare’s enige verplichting en uw enige verhaal onder deze
garantie wordt tot deze reparatie of vervanging beperkt.
Voor service onder deze garantie kunt u tijdens gewone werkuren contact opnemen met de
serviceafdeling van Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare. Na ontvangst van
de kennisgeving over een beweerd defect aan een product zal Invacare/de
servicevertegenwoordiger van Invacare een retourautorisatie met serienummer afgeven. Daarna
dient het product volgens aanwijzing van Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare
ofwel naar de fabriek of het servicecentrum van Invacare te worden geretourneerd. Het (de)
defecte onderdeel(onderdelen) moet(en) binnen 30 dagen na afgifte van de retourautorisatie
ter inspectie worden ingezonden onder vermelding van het serienummer als identificatie. GEEN
producten zonder vooraf verkregen toestemming aan onze fabriek retourneren.
BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN: VOORMELDE GARANTIE GELDT NIET VOOR NORMALE SLIJTAGE
EN IS NIET VAN TOEPASSING OP PRODUCTEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN NALATIGHEID,
ONGELUKKEN OF ONJUISTE BEDIENING, ONDERHOUD OF BEWARING, OF PRODUCTEN DIE
COMMERCIEEL OF IN VERBAND MET EEN INSTELLING ZIJN GEBRUIKT EN PRODUCTEN, DIE ZONDER
VOORAFGAANDE UITDRUKKELIJKE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN INVACARE ZIJN GEWIJZIGD
(O.A. WIJZIGING DOOR GEBRUIK VAN ONDERDELEN OF TOEBEHOREN WAARVOOR GEEN
TOESTEMMING IS VERLEEND) OF OP PRODUCTEN, DIE VANWEGE REPARATIES AAN ENIG ONDERDEEL
ZONDER DE SPECIFIEKE TOESTEMMING VAN INVACARE/DE SERVICEVERTEGENWOORDIGER VAN
INVACARE, ZIJN BESCHADIGD.
G
A
R
A
N
T
I
E
GARANTIEBEPERKINGEN

Documenttranscriptie

BIJZONDERE OPMERKINGEN BIJZONDERE OPMERKINGEN B I J Z O N D E R E O P M E R K I N G E N WAARSCHUWING DEZE APPARATUUR NIET GEBRUIKEN ZONDER DAT U EERST DE WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN EN AANWIJZINGEN IN DEZE HANDLEIDING EN DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN DIE BIJ DE SLINGS HOREN GOED GELEZEN EN BEGREPEN HEBT. BIJ PROBLEMEN MET DE WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN EN AANWIJZINGEN, KUNT U ZO NODIG CONTACT OPNEMEN MET EEN ZIEKENVERZORGER, DE DEALER OF DE TECHNISCHE DIENST VOORDAT U DE APPARATUUR GEBRUIKT - LETSEL OF SCHADE AAN HET TOESTEL KAN ANDERS HET GEVOLG ZIJN. HF-STORING De meeste elektronische apparatuur wordt beïnvloed door HF-storingen (RFI). Het is daarom raadzaam om voorzichtig te zijn met het gebruik van draagbare communicatieapparatuur in de buurt van elektronische apparatuur. Indien RFI ertoe leidt dat de apparatuur zich afwijkend gedraagt, DRUK ONMIDDELLIJK op de rode noodknop. De rode noodknop NIET uitschakelen zolang de transmissie voortduurt. Dit produkt voldoet aan EN60601-1-2 Collaterale Standaard: Elektromagnetische Compatibiliteit. ONDERHOUD Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door daartoe BEKWAAM PERSONEEL. WAARSCHUWING wordt in deze handleiding gebruikt voor het aangeven van gevaren of onveilig gebruik die/dat tot ernstig persoonlijk letsel kunnen/kan leiden. PAS OP wordt in deze handleiding gebruikt voor het aangeven van gevaren of onveilig gebruik die/dat tot persoonlijk letsel of beschadiging van eigendommen kunnen/kan leiden. OPMERKINGEN wordt in deze handleiding gebruikt om aan te geven dat de tekst die volgt betrekking heeft op procedures of informatie bevat die het makkelijker maken voor de gebruiker van deze apparatuur om de informatie in deze handleiding te begrijpen. DEZE INSTRUCTIES TEN ALLE TIJDE IN DE BUURT VAN DE STALIFT BEWAREN. VERKLARING VAN DE GEBRUIKTE SYMBOLEN “LET OP” zie Gebruiksaanwijzingen”. “Fabricagedatum” GEVAAR - ALTIJD letten op de Hefarmen. Kan letsel veroorzaken aan patiënt en/of verzorger. GEVAAR - ALTIJD letten op de Voetsteunen, en met name op de positie van de patiënt op de voetsteunen. Kan letsel veroorzaken aan patiënt en/ of verzorger. 42 Apparaat bevat NiCd-accu. NIET weggooien met normale huisvuil. Deze accu MOETEN op een daarvoor bestemde plaats ingeleverd worden. Neem contact op met de plaatselijke afvalverwerkingsdienst voor verdere informatie. SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES S A M E N V A T T I N G V E I L I G H E I D S I N S T R U C T I E S OPMERKING: Controleer alle onderdelen op mogelijke tijdens het transport opgelopen beschadigingen. Indien er beschadigingen zijn mag het toestel NIET gebruikt worden. Neem in dit geval contact op met de leverancier of het transportbedrijf. WAARSCHUWING Invacare adviseert dat twee (2) verzorgers aanwezig zijn bij ALLE voorbereidingen voor het tillen, en het overbrengen van en naar. NOOIT proberen de patiënt te verplaatsen zonder toestemming van diens dokter, verpleegster of verpleeghulp. U dient eerst de handleiding zorgvuldig door te lezen, vervolgens een deskundig team te observeren bij het uitvoeren van de tilhandelingen en tenslotte de volledige tilprocedure met een valide persoon als patiënt meerdere malen onder deskundig toezicht uit te voeren. Personen die gebruik maken van de stasling (Model R130) MOETEN het grootste gedeelte van hun eigen gewicht kunnen dragen, anders kan er letsel veroorzaakt worden. NOOIT de patiënt optillen tot een volledig staande positie wanneer er gebruik gemaakt wordt van de transportsling (model R134) aangezien dit tot letsel kan leiden. Invacare sta- en transportslings zijn speciaal ontworpen voor gebruik met de Invacare Stalift. Slings en accessoires die ontworpen zijn door andere fabrikanten, of andere Invacare slings dienen niet te worden gebruikt als onderdeel van het Invacare Staliftsysteem. Gebruik van deze produkten is verboden en maakt de garantie op de Invacare stalift ongeldig. Gebruik alleen de eigenlijke Invacare sta- en transportslings en Staliftaccessoires om de veiligheid van de patiënt en de bruikbaarheid van het produkt te handhaven. Gebruik de sling die door de dokter, verpleegster of ander medisch personeel geadviseerd is voor het gemak en de veiligheid van de te tillen patiënt. Voordat u de stalift rond de patiënt plaatst, dient u ervoor te zorgen dat de voeten van de patiënt niet in de weg van het onderstel zitten, anders kan er letsel veroorzaakt worden. De poten van het onderstel MOETEN MAXIMAAL GESPREID ZIJN en de hendel moet VASTGEZET worden voor maximale stabiliteit en veiligheid. Indien de patiënt in de transportsling zit en door een nauwe doorgang vervoert moet worden, kunt u de poten van het onderstel sluiten MAAR ALLEEN ZOLANG DIT NODIG IS OM DE DOORGANG TE PASSEREN. Wanneer de stalift de doorgang gepasseerd is dienen de poten weer in de MAXIMALE SPREIDSTAND gezet en de hendel ONMIDDELLIJK VASTGEZET te worden. Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden wanneer de sling (staof transportsling) rond de patiënt geplaatst wordt of verwijderd wordt. Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen NIET worden vastgezet tijdens het tillen of overbrengen van een patiënt. Hierdoor zou de stalift kunnen kantelen hetgeen gevaarlijk is voor de patiënt en de verzorgers. Invacare adviseert dat de achterste zwenkwieltjes NIET WORDEN VASTGEZET gedurende het tillen en overbrengen zodat de stalift zichzelf kan stabiliseren wanneer de patiënt wordt opgetild en overgebracht naar een stoel, bed of ander stilstaand voorwerp. STASLINGS - de stasling NIET in combinatie met de stalift gebruiken als transporttoestel. Deze sling is bedoeld om een persoon van het ene naar een andere plaats over te brengen (zoals van het bed naar een rolstoel). Een persoon verplaatsen met behulp van de stasling in combinatie met de stalift wordt NIET aanbevolen. STASLINGS - Alvorens een patiënt op te tillen dient u ervoor te zorgen dat de onderste rand van de stasling laag om de rug van de patiënt zit en dat diens armen zich buiten de sling bevinden. STASLINGS - De riem MOET strak, doch comfortable rond de patiënt zitten, omdat deze er anders uit kan glijden, waardoor mogelijkerwijze letsel veroorzaakt wordt. TRANSPORTSLINGS - Alvorens een patiënt op te tillen dient u ervoor te zorgen dat de onderste rand van de transportsling onder de wervelkolom van de patiënt zit en dat diens armen zich buiten de sling bevinden. 44 SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES SAMENVATTING VEILIGHEIDSINSTRUCTIES, (VERVOLG) WAARSCHUWING Er mag zich NIETS tussen de patiënt en de sling bevinden (zoals een inkontinentiemat met plastic rug) waardoor de patiënt tijdens het overbrengen uit de sling kan glijden. Gebruik ALTIJD de gekleurde bevestigingsriem op de stasling die zich het dichtst bij de patiënt bevindt, waarbij u dient te letten op de stabiliteit en het comfort van de patiënt. Verkleurde, gescheurde, gerafelde of kapotte slings zijn niet veilig en kunnen letsels veroorzaken. Ze dienen onmiddellijk weg geworpen te worden. Breng GEEN veranderingen aan aan de slings. Wanneer de patiënt zich enkele centimeters boven het oppervlak bevindt waarvan hij overgebracht wordt, en voordat hij wordt overgebracht, dient er nogmaals gecontroleerd te worden of de sling correct vast zit aan de bevestigingspunten op de stalift. Indien de sling niet correct vast zit, dient u de patiënt terug te laten zakken op het rustvlak en de problemen te corrigeren. Tijdens het overbrengen, wanneer de patiënt zich in de sling die aan de stalift vast zit bevindt, mag de stalift NIET over voorwerpen zoals vloerkleden, opstaande tapijtranden, drempels of andere ongelijke oppervlakten of obstakels vervoerd worden waardoor de stalift uit balans kan raken en kantelen. ALTIJD de handgreep op de staliftkolom gebruiken om de stalift te verplaatsen. Ledere zes (6) maanden dient er gecontroleerd te worden of de zwenkwielen en asbouten vastzitten en geen slijtage vertonen. Na de eerste 12 maanden waarin de stalift in bedrijf is, moeten alle draai- en bevestigingspunten op slijtage gecontroleerd worden. Indien het metaal slijtplekken vertoont, MOETEN deze onderdelen vervangen worden. Deze inspectie dient vervolgens iedere drie (3) maanden herhaald te worden. De elektrische motor is in de fabriek verzegeld en MOET, wanneer er reparatiewerkzaamheden nodig zijn, terug naar de fabriek gestuurd worden. NOOIT proberen de behuizing te openen of de reparatiewerkzaamheden plaatselijk uit te voeren. Hierdoor wordt de garantie ongeldig en het kan leiden tot beschadiging en kostbare reparaties. Neem contact op met uw leverancier of Invacare voor meer informatie. Regelmatig onderhoud van uw stalift en de bijbehorende accessoires is noodzakelijk voor het goed functioneren ervan. INSTRUCTIES VOOR HET AARDEN Onder geen enkele voorwaarde mag het aardcontact van een stekker die met Invacareprodukten gebruikt wordt VERWIJDERD WORDEN. Sommige apparatuur is uitgerust met een stekker met drie contactpunten (één voor aarde) ter bescherming tegen mogelijke elektrische schokken. Wanneer deze niet in het aanwezige stopcontact past, is het de verantwoordelijkheid van de klant om contact op te nemen met een bevoegde elektriciën en het stopcontact te vervangen door een contact met aardpunten. Wanneer het nodig is dat u gebruik maakt van een verlengsnoer, mag u alleen een driedraadsverlengsnoer gebruiken met dezelfde of een hogere elektrische waarde als het toestel waarmee het verbonden is. Invacare heeft verder nog een aantal ROOD/ORANJE WAARSCHUWINGSSTICKERS op sommige onderdelen aangebracht. Deze mogen NIET verwijderd worden. Lees de informatie voor de accu/oplader zorgvuldig door alvorens deze in gebruik te nemen, op te laden of reparatiewerkzaamheden aan uw stalift uit te voeren. GEWICHTSBEPERKINGEN NOOIT de maximale gewichtscapaciteit van de stalift overschrijden. De maximale gewichtscapaciteit is 159 kg ongeacht enige extra gewichtsbeperkingen van gebruikte accessoires. 45 S A M E N V A T T I N G V E I L I G H E I D S I N S T R U C T I E S SPECIFICATIES / MONTAGE SPECIFICATIES S P E C I F I C A T I E S Stalift Hoogte tot bevestigingspunt sling MAXIMUM: MAST AAN ONDERSTEL BEVESTIGEN (AFBEELDING 1) 168 cm Hoogte tot bevestigingspunt sling MINIMUM: 102 cm Breedte onderstel OPEN: Breedte ondestel DICHT: 94 cm 66 cm Hoogte onderstel (speling): 12 cm Lengte onderstel: 90 cm Totale hoogte: Totale lengte: Totale breedte: 124,5 cm 99 cm 65,5 cm Afmetingen zwenkwieltjes VOOR: Afmetingen zwenkwieltjes MET REM, ACHTER: M O N T A G E MONTAGE 1. Zet de achterste zwenkwieltjes op de rem. Er wordt verwezen naar het hoofdstuk in de gebruikershandleiding ACHTERSTE ZWENKWIELTJES OP DE REM ZETTEN/ VAN DE REM HALEN. 2. Verwijder de zeskante bout, moer en sluitring, die zich bevinden in de u-vormige gleuf van het onderstel. 3. Zet de mast rechtop en plaats hem in de u-vormige gleuf in het onderstel. 4. Steek de zeskante bout met sluitringen door het onderstel en de mast en zet hem met de moer vast. WAARSCHUWING 7,6 cm U kunt de mast van het onderstel verwijderen als dat makkelijk voor vervoer of opbergen is. Telkens wanneer de mast wordt verwijderd en op het onderstel wordt geplaatst, MOET de mast naar behoren aan het onderstel worden vastgemaakt. 12,7 cm Slingopties: Sta of Transport (zie hieronder voor meer informatie) Slingmateriaal Polyester Gewichtscapaciteit: 159 kg Gewicht: 52,2 kg Accu: 24V gelijkstroom (OPLAADBAAR) Mast Sluitring Zeskante bout Moer U-vormige gleuf Invoer acculader: 100-240V Wisselstroom Uitvoer acculader: 29,5V Gelijkstroom Oplaadtijd: Maximaal 6 uur Geluidsignaal bij bijna lege accu: JA Motorbeveiliging: Verzegeling * Aantal stalifts per lading (ongeveer): * 100-200 keer per lading ELECTRISCHE DRIJFSTANG AAN MAST BEVESTIGEN (AFBEELDING 2) Garantie (Elektrische/ Electronische onderdelen): 1 Jaar Noodknop: JA 1. Verwijder de bovenmoer, bovenbout, steun en mof van de montagesteun van de liftarm. AFBEELDING 1 - MAST AAN ONDERSTEL BEVESTIGEN 2. Plaats de electrische drijfstang in de montagesteun van de liftarm zoals op AFBEELDING 2 te zien is. * Afhankelijk van gewicht en slag. 3. Monteer de bovenmoer, bovenbout en steun en mof opnieuw in de montagesteun van de liftarm en electrische drijfstang. Goed vastdraaien. PATIËNTENSLINGS STASLINGS TRANSPORTSLINGS Breedte Lengte 91,4 cm 33 cm 97,8 cm 91,4 cm PAS OP Draai de montageonderdelen NIET te hard aan. Dit kan de montagesteun beschadigen. 46 BEDIENING Bovenmoer Steun B E D I E N I N G Bovenbout Mof Montagesteun van liftarm Electrische drijfstang AFBEELDING 2 - DRIJFSTANG AAN MAST BEVESTIGEN BEDIENING HET BEDIENEN VAN DE STALIFT INKLAPPEN. 1. Trek de hendel NAAR U TOE, weg van staliftkolom, en schuif deze vervolgens naar LINKS totdat hij VASTZIT in de inkeping in de beugel. In-/uitklappen Van De Poten (FIGUUR 1) De hendel wordt gebruikt om de poten van het onderstel tijdens het optillen van de patiënt uit- of in te klappen om de stabiliteit van de stalift te vergroten. 1. Ga achter de stalift staan en pak de hendel met één (1) hand vast. Pak met de andere hand de handgreep op de staliftkolom vast om de stalift in balans te houden. OPMERKING: De hendel MOET VASTGEZET WORDEN zodat de poten in de uiterste spreidstand of ingeklapt vastzitten. INKLAPPEN OPMERKING: Links wordt bepaald door achter de stalift te gaan staan met het gezicht naar de voorste zwenkwieltjes. UITKLAPPEN. 1. Trek de hendel NAAR U TOE, weg van staliftkolom, en schuif deze vervolgens naar RECHTS totdat hij VASTZIT in de inkeping in de beugel. OPMERKING: Rechts wordt bepaald door achter de stalift te gaan staan met het gezicht naar de voorste zwenkwieltjes. Hendel vast in ingeklapte stand Achterste Zwenkwieltjes Op De Rem Zetten/Van De Rem Halen (FIGUUR 2) Poten van het onderstel 1. Voer één (1) van de volgende handelingen uit: Vastzetgleuf A. OP DE REM ZETTEN - Stap met u voet ACHTER op de rem en druk deze naar BENEDEN. B. VAN DE REM HALEN - Stap met u voet VOOR op de rem en druk deze naar BENEDEN. HIER STAPPEN OM WIELTJE OP DE REM TE ZETTEN Hendel vast in uitgeklapte stand HIER STAPPEN OM WIELTJE VAN DE REM TE HALEN. UITKLAPPEN Poten van het onderstel Rem Vastzetgleuf FIGUUR 2 - ACHTERSTE ZWENKWIELTJES OP DE REM ZETTEN/VAN DE REM HALEN FIGUUR 1 - IN-/UITKLAPPEN VAN DE POTEN 47 BEDIENING Omhoog/Omlaag Bewegen Van De Stalift (FIGUUR 3) B E D I E N I N G 3. Boor 16,5 cm onder het potloodteken een (1) gat. DE STALIFT OMHOOG HALEN. Druk op de OP (Ï) knop van het bedieningspaneel om de hefarmen en de patiënt omhoog te halen. DE STALIFT OMLAAG HALEN. Druk op de NEER (Ð) knop van het bedieningspaneel om de hefarmen en de patiënt te laten zakken. 5. Plaats de acculader met bevestigingsbeugel op de onderste schroef. 6. Boor de overige twee (2) schroefgaten. 7. Bevestig de twee (2) overige schroeven door de bevestigingsbeugel in de muur. Goed aandraaien. OPMERKING: Wanneer de stalift zich in de allerhoogste stand bevindt, kan het nodig zijn dat er licht aan de hefarmen getrokken moet worden voordat de kolom zal zakken. 8. Steek de stekker van de acculader in het stopcontact. OPMERKING: AAN LED moet oplichten. NOODKNOP. Druk de RODE knop IN zodat het omhooghalen van de hefarmen en de patiënt wordt stopgezet. OPMERKING: Draai de RODE knop MET DE WIJZERS VAN DE KLOK MEE totdat deze weer uitspringt om de noodrem uit te schakelen. OP Knop 4. Schroef de ONDERSTE bevestigingsschroef in dit gat totdat er een afstand van ongeveer 3mm tussen de kop van de schroef en de muur is. Bevestigingsbeugel (STAP 6) Acculader met Bevestigingsbeugel (STAP 5) Bevestigingsschroeven (STAP 7) ONDERSTE Bevestigingsschroef (STAP 4) NEER Knop Bedieningspaneel Bedieningskastje Rode Noodknop FIGUUR 4 - ACCULADER OPHANGEN ACCU OPLADEN (FIGUUR 5) OPMERKING:Invacare adviseert dat de accu dagelijks opgeladen wordt. OPMERKING: Wanneer de accu bijna leeg is klinkt er een geluidsalarm (claxon gaat toeteren). INDRUKKEN MET DE WIJZERS VAN DE om hefarmen te KLOK MEE draaien om de stoppen noodrem uit te schakelen. FIGUUR 3 - OMHOOG/OMLAAG BEWEGEN VAN DE STALIFT 1. Til de accu OP aan de handgreep boven op de accu. 2. Til de accu OP en UIT het bedieningskastje. WAARSCHUWING OPMERKING: Raadpleeg de plaatselijk geldende normen voor de correcte procedures. Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de accu op de acculader plaatst, zodat u weet dat de accu goed bevestigt is. Het niet goed bevestigen van de accu kan tot letsel of beschadiging leiden. Zie in FIGUUR 5 hoe de accu correct op de acculader geplaatst moet worden. 1. Plaats de acculader met bevestigingsbeugel op de gewenste plaats tegen de muur. 3. Plaats de accu op de acculader zoals aangegeven in FIGUUR 5. Zorg ervoor dat u een klik hoort. 2. Markeer met potlood de positie van het MIDDELSTE gat. OPMERKING: Het oplaad-LED licht op. Wanneer de accu volledig opgeladen is, gaat het LED weer uit. ACCULADER OPHANGEN (FIGUUR 4) 48 BEDIENING OPMERKING: Er is ongeveer zes (6) uur nodig om een accu volledig op te laden. 4. Til de accu OP aan de handgreep boven op de accu. 5. Til de accu OP en WEG van de acculader. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de accu in het bedieningskastje plaatst, zodat u weet dat de accu goed bevestigt is. Het niet goed bevestigen van de accu kan tot letsel of beschadiging leiden. Zie FIGUUR 5 voor de correcte manier van bevestigen. 6. Plaats de accu terug in het bedieningskastje zoals staat aangegeven in FIGUUR 5. Zorg ervoor dat u een klik hoort. Acculader (STAP 3) Handgreep (STAPPEN 1, 2, 4 en 5) Accu Hoorbare klik (STAPPEN 3 en 6) FIGUUR 5 - ACCU OPLADEN VOORBEREIDINGEN VOOR HET TILLEN Zie de handleiding voor de patiëntensling, 1023891, voor volledige informatie over de voorbereidingen voor het tillen. 49 Bedieningskastje (STAP 6) B E D I E N I N G OVERBRENGEN VAN OVERBRENGEN VAN O V E R B R E N G E N V A N C. De onderste rand van de: Stasling rond het laagste gedeelte van de rug zit. Transportsling onder de wervelkolom van de patiënt zit. D. De armen van de patiënt zich buiten de sta- of transportsling bevinden. E. De achterste zwenkwieltjes niet vastzitten. F. De poten van het onderstel in de maximale spreidstand staan en dat de hendel op de juiste plaats vast zit.. WAARSCHUWING Invacare adviseert dat twee (2) verzorgers aanwezig zijn bij ALLE voorbereidingen voor het tillen, en het overbrengen van en naar. HET TILLEN VAN DE PATIËNT (FIGUUR 1) 1. Geef de patiënt de volgende aanwijzingen: A. Houd de handgrepen aan beide zijden van de stalift goed vast. WAARSCHUWING Wanneer de patiënt zich enkele centimeters boven het oppervlak bevindt waarvan hij overgebracht wordt, en voordat hij wordt overgebracht, dient er nogmaals gecontroleerd te worden of de sling correct vast zit aan de bevestigingspunten van de stalift. Indien de sling niet correct vast zit, dient u de patiënt terug te laten zakken op het rustvlak en de problemen te corrigeren. B. Leun vervolgens tegen de sta- of transportsling. WAARSCHUWING STASLINGS - Alvorens een patiënt op te tillen dient u ervoor te zorgen dat de onderste rand van de stasling laag om de rug van de patiënt zit en dat diens armen zich buiten de sling bevinden. TRANSPORTSLINGS - Alvorens een patiënt op te tillen dient u ervoor te zorgen dat de onderste rand van de transportsling onder de wervelkolom van de patiënt zit en dat diens armen zich buiten de sling bevinden. Aanpassing die nodig zijn voor het gemak en de veiligheid van de patiënt dienen gemaakt te worden voordat de patiënt verplaatst wordt. Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen NIET worden vastgezet tijdens het tillen of overbrengen van een patiënt. Hierdoor zou de stalift kunnen kantelen hetgeen gevaarlijk is voor de patiënt en de verzorgers. Invacare adviseert dat de achterste zwenkwieltjes NIET WORDEN VASTGEZET gedurende het tillen en overbrengen zodat de stalift zichzelf kan stabiliseren wanneer de patiënt wordt opgetild en overgebracht naar een stoel, bed of ander stilstaand voorwerp. Invacare sta- en transportslings zijn specifiaal ontworpen voor gebruik met de Invacare Stalift. Slings en accessoires die ontworpen zijn door andere fabrikanten, of andere Invacare slings dienen niet te worden gebruikt als onderdeel van het Invacare Staliftsysteem. Gebruik van deze produkten is verboden en maakt de garantie op de Invacare stalift ongeldig. Gebruik alleen de eigenlijke Invacare sta- en transportslings en liftaccessoires om de veiligheid van de patiënt en de bruikbaarheid van het produkt te handhaven. De poten van het onderstel MOETEN MAXIMAAL GESPREID ZIJN en de hendel moet VASTGEZET worden voor maximale stabiliteit en veiligheid. Indien de patiënt in een transportsling zit en door een nauwe doorgang vervoert moet worden, kunt u de poten van het onderstel sluiten MAAR ALLEEN ZOLANG DIT NODIG IS OM DE DOORGANG TE PASSEREN. Wanneer de stalift de doorgang gepasseerd is dienen de poten weer in de MAXIMALE SPREIDSTAND gezet en de hendel ONMIDDELLIJK VASTGEZET te worden. Wanneer de patiënt wordt overgebracht vanuit een rolstoel dienen de wielen van de rolstoel vastgezet te worden voordat de patiënt opgetild wordt. 3. Overbrengen vanuit een rolstoel - zet de wielen van de rolstoel vast. 4. Druk op de OP (Ï) knop om de patiënt op te tillen van het oppervlak waarvan hij overgebracht moet worden (bed, rolstoel of postoel). De patiënt moet worden opgetild tot hij net vrij is van het oppervlak waarop hij rustte en zijn gewicht dient volledig door de stalift gedragen te worden. 2. Zorg ervoor dat: A. De knieën van de patiënt goed tegen de kniesteunen rusten. B. De voeten van de patiënt correct op de voetensteun geplaatst zijn, zoals staat aangegeven in STAP 2B van FIGUUR 1. OPMERKING: Het lagere zwaartepunt zorgt voor een grotere stabiliteit zodat de patiënt zich veiliger voelt en de stalift gemakkelijker te verplaatsen is. 50 OVERBRENGEN VAN OPMERKING: De stalift blijft in positie totdat de NEER (Ð) knop wordt ingedrukt. 5. Breng de patiënt over naar de gewenste plaats. Zie vervolgens OVERBRENGEN VAN DE PATIËNT in dit gedeelte van de handleiding. STAP 1A STAP 1B DE PATIËNT OVERBRENGEN (FIGUUR 2) WAARSCHUWING STASLINGS - de stasling NIET in combinatie met de stalift gebruiken als transporttoestel. Deze sling is bedoeld om een persoon van de ene naar een andere plaats over te brengen (zoals van het bed naar een rolstoel). Een persoon verplaatsen met behulp van de stasling in combinatie met de stalift wordt NIET aanbevolen. Tijdens het overbrengen, wanneer de patiënt zich in de sling die aan de stalift vast zit bevindt, mag de stalift NIET over voorwerpen zoals vloerkleden, opstaande tapijtranden, drempels of andere ongelijke oppervlakten of obstakels vervoerd worden waardoor de stalift uit balans kan raken en kantelen. ALTIJD de handgreep op de liftkolom gebruiken om de stalift te verplaatsen. 1. Gebruik de handgreep op de liftkolom om de stalift te verplaatsen. WAARSCHUWING STAP 2E STAP 2A STAP 2B STAP 2D De poten van het onderstel MOETEN MAXIMAAL GESPREID ZIJN en de hendel moet VASTGEZET worden voor maximale stabiliteit en veiligheid. Indien de patiënt in de transportsling zit en door een nauwe doorgang vervoert moet worden, kunt u de poten van het onderstel sluiten MAAR ALLEEN ZOLANG DIT NODIG IS OM DE DOORGANG TE PASSEREN. Wanneer de stalift de doorgang gepasseerd is dienen de poten weer in de MAXIMALE SPREIDSTAND gezet en de hendel ONMIDDELLIJK VASTGEZET te worden. STAP 2C STAP 3 2. Breng de patiënt LANGZAAM over naar de gewenste plaats. 3. Laat de patiënt neer op de gewenste rustplaats. Zie VERPLAATSEN NAAR in deze handleiding. STAP 4 STAP 1 FIGUUR 1 - DE PATIËNT TILLEN FIGUUR 2 - DE PATIËNT OVERBRENGEN 51 O V E R B R E N G E N V A N OVERBRENGEN NAAR OVERBRENGEN NAAR O V E R B R E N G E N N A A R STAP 1 WAARSCHUWING Invacare adviseert dat twee (2) verzorgers aanwezig zijn bij ALLE voorbereidingen voor het tillen, en het overbrengen van en naar. DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN ROLSTOEL (FIGUUR 1) 1. Breng de rolstoel in de juiste positie. WAARSCHUWING De wielen van de rolstoel moeten vastgezet worden VOORDAT de patiënt in de stoel wordt geplaatst. 2. Zet de wielen van de rolstoel vast. 3. Breng de patiënt boven de rolstoel. 4. Druk op de NEER (Ð) knop en laat de patiënt in de rolstoel zakken. WAARSCHUWING STAP 2 Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden wanneer de sling (sta- of transportsling) rond de patiënt geplaatst wordt of verwijderd wordt. 5. Zet de achterste zwenkwieltjes vast. Zie OP DE REM ZETTEN/VAN DE REM HALEN in de sectie over BEDIENING in deze handleiding. 6. Maak de sta- of transportsling los van de stalift. 7. Maak de beenriemen, indien deze gebruikt zijn, los van de benen van de patiënt. 8. Laat de patiënt de voeten van de voetsteun halen. OPMERKING: Indien nodig de patiënt hierbij helpen. 9. Verwijder de sta- of transportsling van de patiënt. STAP 4 10. Haal de stalift weg bij de rolstoel. STAP 6 FIGUUR 1 - DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN ROLSTOEL 52 OVERBRENGEN NAAR DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN BED (FIGUUR 2) STAPPEN 1 EN 2 OPMERKING: Het lagere zwaartepunt zorgt voor een grotere stabiliteit zodat de patiënt zich veiliger voelt en de stalift gemakkelijker te verplaatsen is. OPMERKING: De stalift blijft in positie totdat de NEER (Ð) knop wordt ingedrukt. 1. Breng de patiënt zover mogelijk over het bed. OPMERKING: Indien de patiënt wordt overgebracht van een rustplaats die lager is dan het bed,druk op de OP (Ï) knop om de patiënt boven het bed uit te tillen. De patiënt dient zo hoog getild te worden dat hij net boven het bed is en zijn gewicht volledig gedragen wordt door de lift. O V E R B R E N G E N N A A R 2. Druk op de NEER (Ð) knop en laat de patiënt op het bed zakken. WAARSCHUWING Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden wanneer de sling (sta- of transportsling) rond de patiënt geplaatst wordt of verwijderd wordt. 3. Zet de achterste zwenkwieltjes vast. Zie OP DE REM ZETTEN/VAN DE REM HALEN in de sectie over BEDIENING in deze handleiding. STAP 4 4. Maar de sta- of transportsling los van de stalift. 5. Maak de beenriemen, indien deze gebruikt zijn, los van de benen van de patiënt. 6. Laat de patiënt de voeten van de voetsteun halen. OPMERKING: Indien nodig de patiënt hierbij helpen. 7. Verwijder de sta- of transportsling van de patiënt. 8. Haal de stalift weg bij het bed. FIGUUR 2 - DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN BED 53 OVERBRENGEN NAAR O V E R B R E N G E N N A A R STAP 1 DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN POSTOEL (FIGUUR 3) 1. Plaats de patiënt boven de postoel. 2. Druk op de NEER (Ð) knop en laat de patiënt op de postoel zakken. WAARSCHUWING Invacare adviseert dat de achterste zwenkwielen ALLEEN vastgezet worden wanneer de sling (sta- of transportsling) rond de patiënt geplaatst wordt of verwijderd wordt. 3. Zet de achterste zwenkwieltjes vast. Zie OP DE REM ZETTEN/VAN DE REM HALEN in de sectie over BEDIENING in deze handleiding. 4. Voer één (1) van de volgende handelingen uit: A. Stasling (Model R130) z Maak de stasling los van de bevestigingspunten op de stalift. B. Transportsling (Model R134) z Maak de transportsling los van de onderste bevestigingspunten op de stalift. STAP 3 z Til de benen van de patiënt op en verwijder de dijsteunen van onder de patiënt. z Maak, indien gewenst, de transportsling los van de bovenste bevestigingspunten op de stalift. OPMERKING: de patiënt kan tijdens het gebruik van de postoel in het bovenste gedeelte van de transportsling blijven. 5. Maak de beenriemen, indien deze gebruikt zijn, los van de benen van de patiënt. 6. Laat de patiënt de voeten van de voetsteun halen. OPMERKING: Indien nodig de patiënt hierbij helpen. 7. Verwijder de sta- of transportsling van de patiënt. STAPPEN 4 EN 5 8. Haal de stalift weg bij de postoel. 9. Wanneer de patiënt klaar is om weer overgebracht te worden, volg de aanwijzingen in de sectie VOORBEREIDINGEN VOOR HET TILLEN in deze handleiding. FIGUUR 3 - DE PATIËNT OVERBRENGEN NAAR EEN POSTOEL 54 CONTROLELIJST VOOR ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSINSPECTIE CONTROLELIJST VOOR ONDERHOUD EN VEILIGHEIDSINSPECTIE ONDERDEEL ONDERSTEL MET ZWENKWIELEN z Controleren op ontbrekende onderdelen. z Poten kunnen gemakkelijk in-/uitgeklapt worden. z Controleren of zwenkwielen en asbouten vastzitten en geen slijtage vertonen. z Controleer of zwenkwielen makkelijk rollen en zwenken. IN EERSTE INSTANTIE MAANDELIJKS INSPECTEREN / BIJSTELLEN PERIODIEK INSPECTEREN BIJSTELLEN X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X op slijtage. X X onderstel staan. X X X X X X HENDEL z Gemakkelijk te bedienen. z Wanneer hendel in positie is, zit onderstel vast. LIFTKOLOM z Kolom MOET goed aan hefarmen bevestigd zijn. z Controleren op bochten en afwijkingen. HEFARMEN EN VERBINDINGEN z Controleer alle onderdelen en verbindingspunten. z Controleren op bochten en afwijkingen. z Controleer schroefboutverbindingen van hefarmen z Controleer of de hefarmen centraal boven het HET ELEKTRISCH AANGEDREVEN DEEL z Controleren op slijtage of verval. (INDIEN BESCHADIGD, CONTACT OPNEMEN MET LEVERANCIER). z Controleren of motor geruisarm en zonder stoten loopt. REINIGEN X z Wanneer nodig. X SLINGS z SLINGBEVESTIGINGEN BIJ IEDER GEBRUIK CONTROLEREN of deze goed vast zitten en de patiënt veilig is. z Controleer slingmateriaal op slijtage. z Controleer riemen op slijtage 55 X X X X X X X V E I L I G H E I D S I N S P E C T I E C O N T R O L E L I J S T PROBLEEMOPLOSSING PROBLEEMOPLOSSING P R O B L E E M O P L O S S I N G SYMPTOMEN Stalift voelt los aan. FOUTEN OPLOSSING Verbinding onderstel/liftkolom is los. De bout, borgschijfje en borgmoer die kolom aan onderstel verbinden aandraaien. Centerpennen zijn los. Zie AFSTELLEN ONDERSTEL in de sectie VERZORGING EN ONDERHOUD van deze handleiding. Zwenkwielen/remmen maken geluid of zijn stroef. Pluisjes of stof in de lagers. Zie ZWENKWIELEN in de sectie VERZORGING EN ONDERHOUD van deze handleiding. Hard of droog geluid van de scharnieren. Moeten gesmeerd worden. Zie SMEREN in de sectie VERZORGING EN ONDERHOUD van deze handleiding. Elektrisch aangedreven deel werkt niet wanneer de knop wordt ingedrukt. Los contact in handbediening of Controleer contacten. aandrijfmechanisme. RODE noodknop is ingedrukt. Draai de RODE noodknop met de wijzers van de klok mee totdat deze omhoog springt. Accu bijna leeg. Laad accu op. Zie ACCU OPLADEN in de sectie BEDIENING van deze handleiding. Accu zit niet goed in het Plaats accu opnieuw in het bedieningskastje. Zie ACCU bedieningskastje. OPLADEN in de sectie BEDIENING van deze handleiding. Elektrisch aangedreven deel heeft Zie ELEKTRISCH AANGEDREVEN deel vervangen in de sectie onderhoudsbeurt nodig. VERZORGING EN ONDERHOUD van deze handleiding. Hefarmen zaken niet uit de hoogste stand. Hefarmen hebben een minimale Trek de hefarmen voorzichtig iets belasting nodig om vanuit de omlaag. hoogste stand te kunnen zakken. OPMERKING: Indien de problemen niet door de hierboven gegeven suggesties verholpen worden, kunt u contact opnemen met uw leverancier of met Invacare. 56 VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT SLIJTAGE EN BESCHADIGINGEN OPMERKING:Volg de onderhoudsprocedures die in deze handleiding omschreven staan zodat uw stalift continu kan blijven functioneren. Het is belangrijk om alle belaste delen, zoals de slings en alle belangrijke bevestigingspunten voor de slings, te controleren op scheuren, rafelen, vervorming of slijtage. Vervang alle defecte onderdelen onmiddellijk en zorg ervoor dat de stalift niet gebruikt wordt totdat de reparatie uitgevoerd is. De Invacare Stalift is ontworpen voor een optimaal veilig, efficient en bevredigend functioneren met minimale verzorging en onderhoud. Alle onderdelen van de Invacare Stalift zijn vervaardigd van de hoogste kwaliteit staal, maar waar metaal in contact staat met metaal treedt bij intensief gebruik na verloop van tijd slijtage op. SCHOONMAKEN Er is geen onderhoud of bijstellen nodig aan de zwenkwielen en remmen, behalve regelmatig reinigen, smeren en controleren of de as- en wielbouten vastzitten. Verwijder alle vuil, etc. van de lagers. Indien een onderdeel slijtage vertoont, dient dit onmiddellijk te worden vervangen. De sling dient regelmatig op 82°C (180°F) gewassen te worden met een biologisch wasmiddel. Voor het schoonmaken van de stalift is alleen een doek bevochtigd met een weinig water en een mild schoonmaakmiddel nodig. Er mogen geen schuurmiddelen gebruikt worden. Mocht u vragen hebben over de veiligheid van de stalift of een onderdeel ervan, neem dan onmiddellijk contact op met de leverancier en leg hem/haar uw probleem voor. VERSTELLEN VAN HET ONDERSTEL (FIGUUR 2) SMEREN (FIGUUR 1) OPMERKING: Het onderstel vereist weinig aandacht. U dient alleen: De Invacare Stalift is ontworpen voor minimaal onderhoud. U dient de stalift echter iedere zes (6) maanden te controleren zodat u zeker kunt zijn van de voortdurende veiligheid en betrouwbaarheid ervan. 1. Te controleren of de poten in INGEKLAPTE stand een vierkant vormen. Zorg ervoor dat de stalift en de slings schoon en in goede orde blijven. Ieder defect dient onmiddellijk opgemerkt en zo snel mogelijk aan uw leverancier doorgegeven te worden. De zwenkwielen MOETEN gladjes zwenken en rollen. U kunt eenmaal per jaar de lagers van de zwenkwielen licht smeren met een waterafstotend smeermiddel. Doe dit vaker indien de zwenkwielen worden blootgesteld aan extreem vochtige omstandigheden. 2. Leg een winkelhaak tussen de poten en het onderstel om een hoek van 90° te kunnen bepalen. 3. Stel de verbindingsroedes bij totdat de poten een hoek van 90° vormen met het onderstel. Winkelhaak Verbindingsroedes Verbindingsroede Smeer de lagers van de Zwenkwielen FIGUUR 2 - BIJSTELLEN VAN HET ONDERSTEL FIGUUR 1 - SMEREN 57 V E R Z O R G I N G E N O N D E R H O U D VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT V E R Z O R G I N G E N O N D E R H O U D KNIESTEUN VERVANGEN (FIGUUR 3) 5. Plaats de gaten in de kniesteun over de schroefgaten in de stalift. 6. Bevestig de kniesteun met de onder 1. Verwijderde schroefjes aan de stalift. 1. Verwijder de vier (4) schroefjes en borgringen waarmee de kniesteun aan de stalift vastzit. GECAPITONNEERDE BEKLEDING VERVANGEN (FIGUUR 5) 2. Verwijder de kniesteun van de stalift. 3. Plaats de gaten in de nieuwe kniesteun over de schroefgaten in de stalift. 1. Trek de bevestigingsstrips van de gecapitonneerde bekleding open. 4. Bevestig de nieuwe kniesteun met de onder 1. Verwijderde schroefjes aan de stalift. Kniesteun 2. Verwijder de gecapitonneerde bekleding van de hefarm. 3. Plaats de nieuwe gecapitonneerde bekleding over de hefarm. Stalift 4. Maak de bevestigingsstrips van de nieuwe gecapitonneerde bekleding vast. Borgringen Gecapitonneerde bekleding Bevestigingsstrips Schroefjes FIGUUR 3 - KNIESTEUN VERVANGEN OPTIONELE BEENRIEMEN VERVANGEN (FIGUUR 4) Hefarm 1. Verwijder de BOVENSTE twee (2) schroefjes en borgringen waarmee de kniesteun en de beenriemen aan de stalift vastzitten. 2. Draai de ONDERSTE twee (2) schroefjes en borgringen waarmee de kniesteun en de beenriemen aan de stalift vastzitten, los. 3. Verwijder de oude beenriemen. 4. Plaats de nieuwe beenriemen tussen de vier (4) gaten zoals staat aangegeven in FIGUUR 4. FIGUUR 5 - GECAPITONNEERDE BEKLEDING VERVANGEN ELEKTRISCH AANGEDREVEN DEEL VERVANGEN (FIGUUR 6) 1. Verwijder de onderste moer, borgring en borstbout waarmee de elektrisch aangedreven deel aan de bevestigingsbeugel op de liftkolom vast zit. OPMERKING: Zorg dat de beenriemen aan weerskanten van de stalift evenveel uitsteken. 2. Laat de hefarm op uw schouder rusten en verwijder de bovenste moer, bout en ring van de bevestigingsbeugel op de liftkolom. Kniesteun 3. Verwijder de elektrisch aangedreven deel. Beenriem Borgring 4. Voer STAPPEN 1-3 in omgekeerde volgorde uit voor het installeren van de nieuwe elektrisch aangedreven deel. Stalift VOORZICHTING De bevestigingsschroeven niet te vast aandraaien. Hierdoor kan de bevestigingsbeugel beschadigd worden. Schroefje FIGUUR 4 - OPTIONELE BEENRIEMEN VERVANGEN 58 VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW STALIFT Onderstel Bevestigingsbeugel Hefarm Bovenste moer Borgmoer Beugel Vork Bout Bovenste bout Ring Achterste zwenkwiel Onderstel Vork Ring. Elektrisch aangedreven deel Borstbout ACHTER Borgmoer Borgring Onderste moer VOOR Borgring Bevestigingsbeugel op liftkolom FIGUUR 6 - ELEKTRISCH AANGEDREVEN DEEL VERVANGEN Bout Voorste zwenkwielen FIGUUR 7 - ZWENKWIELEN EN/OF VORKEN VERVANGEN ZWENKWIELEN EN/OF VORKEN VERVANGEN (FIGUUR 7) OPMERKING: de voorste zwenkwieltjes bestaan uit twee (2) wieltjes met een ring ertussen. OPMERKING: de borgring valt tussen de twee (2) wieltjes uit. WAARSCHUWING Iedere zes (6) maanden dient er gecontroleerd te worden of de zwenkwielen en asbouten vastzitten en geen slijtage vertonen. OPMERKING: deze borgring moet weer opnieuw gebruikt worden. Controleren en bij slijtage vervangen 3. Plaats de nieuwe/oude borgring tussen de twee (2) nieuwe wieltjes. Achterste zwenkwiel 1. Leg de stalift op een zij. 2. Verwijder de bout en de borgmoer waarmee het zwenkwieltje aan de vork vast zit. OPMERKING: Er valt een ring uit het achterste zwenkwieltje. 4. Plaats de gaatjes in het nieuwe zwenkwieltje over de gaten in de vork. 5. Steek de bout door de vork en het nieuwe zwenkwieltje en zet dit goed vast m.b.v. de borgmoer. Vorken OPMERKING: Deze ring hebt u nodig voor het bevestigen van het nieuwe zwenkwiel of de vork. Controleren en vervangen indien versleten. 1. Plaats de stalift op een zij. 3. Plaats de nieuwe/oude ring in het nieuwe zwenkwieltje 2. Verwijder het voor- of achterwieltje van de stalift. Zie ZWENKWIELTJES VERVANGEN in dit gedeelte van de handleiding. 4. Plaats de gaatjes in het nieuwe zwenkwieltje over de gaten in de vork. 3. Draai de vork uit het onderstel. 4. Breng de nieuwe vork aan. 5. Steek de bout door de vork en het nieuwe zwenkwieltje en zet dit goed vast m.b.v. de borgmoer. 5. Bevestig het voor- of achterwieltje aan de stalift. Zie ZWENKWIELTJES VERVANGEN in dit gedeelte van de handleiding. Voorste zwenkwieltjes 1. Plaats de stalift op een zij. 2. Verwijder de bout en borgmoer waarmee de zwenkwieltjes aan de vork vastzitten. 59 V E R Z O R G I N G E N O N D E R H O U D GARANTIEBEPERKINGEN GARANTIEBEPERKINGEN Deze garantie wordt alleen verstrekt aan de oorspronkelijke koper van onze producten en laat wettelijke rechten van de koper onaangetast. G A R A N T I E Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare producten bledt de garantie dat de vervaardigde producten vrij zijn van defecten in materialen en vakmanschap gedurende een periode van drie (3) jaar na datum van aankoop op de stalift en één jaar na datum van aankoop op de slings en electrische onderdelen. Wanneer er binnen deze garantieperiode naar de redelijke genoegdoening van Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare bewezen wordt dat een onderdeel defect is, dan zal Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare producten beslissen of dit onderdeel wordt gerepareerd of vervangen: Invacare’s/de servicevertegenwoordiger van Invacare’s enige verplichting en uw enige verhaal onder deze garantie wordt tot deze reparatie of vervanging beperkt. Voor service onder deze garantie kunt u tijdens gewone werkuren contact opnemen met de serviceafdeling van Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare. Na ontvangst van de kennisgeving over een beweerd defect aan een product zal Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare een retourautorisatie met serienummer afgeven. Daarna dient het product volgens aanwijzing van Invacare/de servicevertegenwoordiger van Invacare ofwel naar de fabriek of het servicecentrum van Invacare te worden geretourneerd. Het (de) defecte onderdeel(onderdelen) moet(en) binnen 30 dagen na afgifte van de retourautorisatie ter inspectie worden ingezonden onder vermelding van het serienummer als identificatie. GEEN producten zonder vooraf verkregen toestemming aan onze fabriek retourneren. BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN: VOORMELDE GARANTIE GELDT NIET VOOR NORMALE SLIJTAGE EN IS NIET VAN TOEPASSING OP PRODUCTEN DIE ZIJN ONDERWORPEN AAN NALATIGHEID, ONGELUKKEN OF ONJUISTE BEDIENING, ONDERHOUD OF BEWARING, OF PRODUCTEN DIE COMMERCIEEL OF IN VERBAND MET EEN INSTELLING ZIJN GEBRUIKT EN PRODUCTEN, DIE ZONDER VOORAFGAANDE UITDRUKKELIJKE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN INVACARE ZIJN GEWIJZIGD (O.A. WIJZIGING DOOR GEBRUIK VAN ONDERDELEN OF TOEBEHOREN WAARVOOR GEEN TOESTEMMING IS VERLEEND) OF OP PRODUCTEN, DIE VANWEGE REPARATIES AAN ENIG ONDERDEEL ZONDER DE SPECIFIEKE TOESTEMMING VAN INVACARE/DE SERVICEVERTEGENWOORDIGER VAN INVACARE, ZIJN BESCHADIGD. 60
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Invacare RPS350-1E Handleiding

Type
Handleiding