Cannondale E-Series de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

E-SERIES
OWNER’S MANUAL SUPPLEMENT
CANNONDALE USA
Cycling Sports Group, Inc.
172 Friendship Road,
Bedford, Pennsylvania, 15522-6600, USA
(Voice): 1-800-BIKE-USA
(Fax): 814-623-6173
custserv@cyclingsportsgroup.com
CANNONDALE EUROPE
Cycling Sports Group Europe, B.V.
mail: Postbus 5100
visits: Hanzepoort 27
7570 GC, Oldenzaal, Netherlands
(Voice): +41 61.4879380
(Fax): 31-5415-14240
servicedeskeurope@cyclingsportsgroup.com
Warning! Read this supplement and your cannondale bicycle owner’s manual.
Both contain important safety information. Keep both for future reference.
CANNONDALE UK
Cycling Sports Group
Vantage Way, The Fulcrum,
Poole, Dorset, BH12 4NU
(Voice): +44 (0)1202 732288
(Fax): +44 (0)1202 723366
sales@cyclingsportsgroup.co.uk
CANNONDALE AUSTRALIA
Cycling Sports Group
Unit 8, 31-41 Bridge Road
Stanmore NSW 2048
Phone: +61 (0)2 8595 4444
Fax: +61 (0) 8595 4499
askus@cyclingsportsgroup.com.au
CANNONDALE JAPAN
Namba Sumiso Building 9F,
4-19, Minami Horie 1-chome,
Nishi-ku, Osaka 550-0015, Japan
(Voice): 06-6110-9390
(Fax): 06-6110-9361
cjcustserv@cannondale.com
WWW.CANNONDALE.COM
© 2013 Cycling Sports Group
130374 (12/13)
130374
E-SERIES
OWNER’S MANUAL SUPPLEMENT
013_Can_OMS_Cover_130374_ESERIES.indd 1 11.12.13 09:56
MODEL CODE MODEL DESCRIPTION
CM2038 MAVARO MENS HEADSHOK
CM2290 MAVARO MENS HEADSHOK ALFINE 8
CF2293 MAVARO CITY HEADSHOK
CF2294 MAVARO CITY HEADSHOK ALFINE 8
CF2390 MAVARO WOMENS HEADSHOK
CM2389 MAVARO MENS RIGID
CF2393 MAVARO WOMENS RIGID
CM2394 TRAMOUNT 1
CM2396 TRAMOUNT 2
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
73
Over dit supplement
De supplementen bij deze handleiding bieden belangrijke
modelspecifieke informatie met betrekking tot veiligheid,
onderhoud en techniek. Ze kunnen niet dienen ter vervanging van
uw Cannondale Handleiding voor de Eigenaar.
Dit supplement kan slechts een van meerdere supplementen voor
uw fiets zijn. Zorg dat u alle supplementen verkrijgt en leest.
Als u een handleiding of een supplement nodig hebt, of als u vragen
hebt over uw fiets, neem dan direct contact op met uw Cannondale
dealer, of bel ons via een van de telefoonnummers die u op de
achterflap van deze handleiding vindt.
U kunt Adobe Acrobat PDF-versies van alle Cannondale
handleidingen en supplementen downloaden van onze website:
http://www.cannondale.com.
Houd er rekening mee dat de specificaties en informatie in deze
handleiding onderhevig zijn aan verandering ter verbetering van het
product. Voor de meest recente product informatie, ga naar:
http://www.cannondale.com/
Online E-series productondersteuning
U kunt dit supplement en eventuele andere handleidingen en
instructies voor uw fiets downloaden van: http://www.cannondale.
com/manual_ebikes/
Uw Cannondale-dealer
Om er zeker van te zijn dat uw fiets op de juiste wijze wordt
onderhouden en dat garantievoorwaarden van toepassing blijven,
raden wij u aan alle onderhoudswerkzaamheden te laten uitvoeren
door uw geautoriseerde Cannondale-dealer.
OPMERKING
Ongeautoriseerde service, onderhoud of vervangingsonderdelen
kunnen leiden tot aanzienlijke schade en het vervallen van de
garantievoorwaarden.
INHOUD
VEILIGHEIDSINFORMATIE ...................................74
ONDERDELEN VAN DE E-SERIES FIETS .............. 76
BEDIENINGSINSTRUCTIES.................................. 79
LITHIUMIONACCU ..............................................84
OPLAADAPPARAAT ............................................88
ONDERHOUD ......................................................90
HEADSHOK GEVEERDE VOORVORK .................... 92
TECHNISCHE INFORMATIE ................................. 94
SLEUTELS ...........................................................96
Deze fiets voldoet aan de EN 15194,
. EN14764 -norm voor elektrisch
ondersteunde fietsen (EPAC’s).
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
74
Gebruiksdoel
Uw E-series fiets heeft een elektrisch trapondersteuningssysteem. Het
is geen bromfiets of motorfiets. In de EU-landen is deze fiets volgens
de wet een ‘EPAC-fiets’, ofwel een Electrically Powered Assisted Cycle
(elektrisch ondersteunde fiets).
Het aandrijfsysteem bestaat uit een aandrijfeenheid, een accu, een
boordcomputer en diverse elektronische componenten (bedrading,
sensors en schakelaars). Uw E-series bike heeft voor een deel dezelfde
onderdelen als een normale (pedaalaangedreven) fiets.
Het is belangrijk om te weten dat als het ondersteuningssysteem
is ingeschakeld (schakelaar in stand ON), de aandrijfeenheid alleen
ondersteuning biedt als u gaat trappen. De hoeveelheid vermogen
die de aandrijfeenheid levert, hangt af van hoeveel kracht die u op
de pedalen zet én welke stand voor de mate van ondersteuning en
assistentiemodus u hebt gekozen via de stuurschakelaar. Als u stopt met
trappen, zal de aandrijfondersteuning ook worden losgekoppeld. In alle
standen van het systeem wordt de mate van ondersteuning progressief
verminderd en stopt op het moment dat de fiets een snelheid van
25 km/u (15.5 mph) bereikt of eerder, als u stopt met trappen. De
aandrijvingsondersteuning zal weer in werking treden op het moment
dat de snelheid onder de 25 km/u (15,5 mph) zakt zolang de pedalen
maar worden rondgedraaid.
Als de aandrijvingsondersteuning is uitgeschakeld (schakelaar in stand
OFF), kunt u normaal trappen met de fiets. Het aandrijfsysteem zal dan
niet in werking treden.
MAVARO
ASTM Gebruiksprofiel 2,
Algemeen Gebruik
GEBRUIKSDOEL: Verharde wegen, grind- of
bospaden in goede staat, en fietspaden.
NIET GESCHIKT VOOR: Off-road rijden of
mountainbiken, of voor het maken van
sprongen. Sommige van deze fietsen hebben
vering, maar deze is bedoeld voor extra comfort
en niet om off-roadmogelijkheden te bieden.
TRAMOUNT
ASTM Gebruiksprofiel 3,
Hardtails
BEDOELD VOOR: ‘beperkt’ atb gebruik,
waarbij alleen over geëffende paden en
wegoppervlakken zonder obstakels wordt
gereden.
NIET BEDOELD VOOR: elke vorm van springen,
aggressief cross country atb-en, rijden van
wedstrijden of het uitvoeren van stunts.
Springen of rijden over zeer technisch, ruig
en geimproviseerde paden kan leiden tot
aanzienlijke schade aan het frame of de
aandrijving. Indicaties dat de fiets in dergelijke
omstandigheden is gebruikt leidt ertoe dat
onze garantievoorwaarden niet van toepassing
zijn.
**UITZONDERING: dit model mag niet gebruikt
worden als transportfiets totdat de geschikte/
vereiste accesoires (reflectoren, verlichting, en
lokaal vereiste hulpmiddelen) zijn geinstalleerd
door een proffesionele fietshersteller.
WAARSCHUWING
**GEBRUIKSDOEL: Deze fiets is bedoeld voor woon-
werkverkeer. Deze fiets voldoet aan de eisen van de Europese
standaard E 15194 voor elektrisch ondersteunde fietsen
(EPAC’s). De aandrijfondersteuning is beperkt tot een maximum
continu vermogen van 0,25kW (250 W) en een maximum
snelheid van 25 km/u (15,5 mph).
NIET-BEDOELD GEBRUIK: U mag niet met deze fiets rijden op
wegen die uitsluitend voor auto’s bedoeld zijn. De fiets mag
alleen op verharde wegen worden gebruikt en op voorzieningen
die officieel in gebruik zijn als fietspaden. Deze fiets is niet
bedoeld voor het gebruik als mountainbike, om te springen of
om mee te racen.
VOLDOEN AAN DE LANDELIJKE WETGEVING: Het is uw eigen
verantwoordelijkheid om te voldoen en op de hoogte te zijn van
de landelijke wet- en regelgeving (waaronder de regelgeving
met betrekking tot het uitrusten van uw fiets met aanvullende
onderdelen). Vraag uw Cannondale-dealer om meer informatie
over het gebruik van een elektrisch ondersteunde fiets in het
land waar u woont.
WIJZIGINGEN EN MODIFICATIES AAN FIETS OF VORK ZIJN
OM GEEN ENKELE REDEN TOEGESTAAN Het aanbrengen van
wijzigingen kan leiden tot aanzienlijke schade, foutieve of
gevaarlijke gebruiksomstandigheden of kan in strijd zijn met
landelijke wetgeving.
OEFENEN & RIJVAARDIGHEIDSTRAINING – Ga op een veilig
terrein oefenen met deze fiets voordat u op de openbare
weg gaat rijden. Neem de tijd om de fiets onder controle te
krijgen en gewend te raken aan de prestaties. Oefen met de
bedieningsschakelaars en doe ervaring op die nodig is om
de gevaren tijdens een rit op de openbare weg het hoofd te
kunnen bieden.
RIJ NOOIT MET LOSSE HANDEN - Houd altijd uw handen aan
het stuur tijdens het rijden op de fiets. Als u uw handen van het
stuur haalt tijdens het rijden, kunt u de controle over de fiets
verliezen en komen te vallen.
ZORG DAT U GOED BEGRIJPT WAT HET GEBRUIKSDOEL EN DE
MOGELIJKHEDEN VAN UW BIKE ZIJN. ONJUIST GEBRUIK VAN
UW BIKE IS GEVAARLIJK.
Lees het Cannondale gebruikershandboek voor
meer informatie over het bedoeld gebruik en de
gebruikscategorieën 1-5.
NEGEREN VAN DEZE WAARSCHUWINGEN VERGROOT DE KANS
OP EEN ONGEVAL DAT KAN RESULTEREN IN ERNSTIG LETSEL,
VERLAMMING OF OVERLIJDEN.
VeIlIgHeIDsINfOrmatIe
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
75
Accu & laadapparaat
WAARSCHUWING
BOSCH INSTRUCTIES - Naast dit supplement, dient u ook de
instructies voor de BOSCH accu en oplader te lezen en op te
volgen. Deze kunt u vinden op: http://www.cannondale.com/
manual_ebikes/
VERVANGING - Gebruik alleen het type accupakket en de
lader die worden genoemd in de paragraaf Specificaties in dit
supplement. Gebruik geen andere accu’s of laders. Gebruik de
lader niet om andere accu’s op te laden.
VOORKOM SCHADE – Laat de accu of de lader niet op de
grond vallen. Maak de accu of de lader niet open en breng
geen wijzingen aan. Er bevinden zich geen onderdelen in deze
componenten die u zelf kunt onderhouden.
Houd de accu zoveel mogelijk uit intens zonlicht. Uit de buurt
van warmte houden. Warmte kan de accu beschadigen.
Houd geen paperclips, sleutels, spijkers, schroeven of kleine
metalen voorwerpen in de buurt van de accu om kortsluiting
tussen de aansluitpunten te voorkomen. Het kortsluiten van
de accucontacten kan leiden tot brandwonden, brand of een
explosie.
ONGEWENST INSCHAKELEN – Verwijder altijd de accu uit het
rek op de fiets voordat u onderhoud pleegt aan de fiets of als
u de fiets vervoert met de auto of per vliegtuig. Het ongewenst
inschakelen van het aandrijvingssysteem van de fiets kan leiden
tot verwondingen.
OPSLAG & TRANSPORT – Als de accu niet wordt gebruikt in
de fiets, is het transport ervan onderhevig aan de regels en
voorschriften met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke
materialen. Er kunnen speciale voorschriften voor verpakking
en labeling van toepassing zijn. Neem contact op met de
betreffende autoriteiten omtrent deze speciale voorschriften.
Vervoer nooit een beschadigde accu. Isoleer de aansluitpunten
van de accu voorafgaand aan verpakking. Plaats de accu in een
transportcontainer om schade te voorkomen.
OPLADEN – Verwijder de accu van de fiets voordat u
deze gaat opladen. Zet de accu binnen en laat de accu op
kamertemperatuur komen voordat deze wordt opgeladen.
Let erop dat de lader en het stopcontact in de muur dezelfde
voltage hebben.
Plaats zowel de lader als de accu binnen, in een schone, droge
en goed geventileerde ruimte om te laden. Controleer of er zich
geen brandbare stoffen in de ruimte bevinden om brand te
vermijden in het geval er een vonk overspringt of oververhitting
ontstaat. Zorg dat de ventilatieopeningen van de lader niet zijn
afgedekt. Dek de lader niet af.
Haal de accu los van de lader als deze volledig is opgeladen.
Laat een volgeladen accu niet verbonden staan met de lader.
Haal de stekker van de lader uit het stopcontact als deze niet in
gebruik is.
AFVAL- Accupakket en lader bevatten schadelijke stoffen en
moeten daarom worden afgevoerd volgens nationale en/of
lokale wet- en regelgeving. Gooi de accu/lader niet in het vuur,
in het water of bij het normale huishoudelijke afval. Breng de
spullen naar een afvalperron of recyclingbedrijf.
+
+
TRANSPORT & VERVOER - De accu van deze fiets valt onder
de wetgeving met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke
stoffen. De accu moet worden verwijderd voorafgaand aan een
vlucht en moet mogelijk een speciale afhandelingsprocedure
ondergaan bij de vliegmaatschappij.
Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot
elektrische branden, explosie, brandwonden of elektrocutie.
NEGEREN VAN DEZE WAARSCHUWINGEN VERGROOT DE KANS
OP EEN ONGEVAL DAT KAN RESULTEREN IN ERNSTIG LETSEL,
VERLAMMING OF OVERLIJDEN.
Achterdrager & standaard
WAARSCHUWING
Ga niet op de fiets zitten als de standaard uit staat. De
standaard is niet ontworpen om het gewicht van een persoon
te kunnen dragen. Controleer of de standaard is ingeklapt
voordat u gaat fietsen.
Hang niet teveel gewicht aan de achterdrager. Controleer of de
bagage die u vervoert stevig is vastgezet.
MAXIMALE BELASTING ACHTERDRAGER: 25KG
NEGEREN VAN DEZE WAARSCHUWINGEN VERGROOT DE KANS
OP EEN ONGEVAL DAT KAN RESULTEREN IN ERNSTIG LETSEL,
VERLAMMING OF OVERLIJDEN.
L2
A2
L1
3
9
10
17,18
9
A8
3
10
17,18
3
BELL
FB
SHFT
RB
10
CHN
CR
CG
KCK
RCS
RD
MAVARO
TRAMOUNT
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
76
ONDERDELEN VAN DE E-SERIES FIETS
3 Bedieningscomputer
9 Aandrijfeenheid
10 Bedieningseenheid
17 Snelheidssensor
18 Spaakmagneet van
snelheidssensor
A2 Bagagedrageraccu
A8 Standaardaccu
L1 Koplamp
L2 Achterlicht
FB - Remhendel voorrem
RB - Remhendel achterrem
BELL - Fietsbel
SHFT - Schakelhendel achter
CHN - Aandrijfketting
CR - Voortandwiel
CG - Kettingkast
KCK - Standaard
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
77
Aanwijzingen voor het rijden met het
eBike-systeem
Wanneer werkt de eBike-aandrijving?
De eBike-aandrijving ondersteunt u tijdens het rijden zolang u op de
pedalen trapt. Als u niet op de pedalen trapt, vindt geen ondersteuning
plaats. Het motorvermogen is altijd afhankelijk van de kracht die u
tijdens het trappen uitoefent.
Als u weinig kracht uitoefent, is de ondersteuning geringer dan
wanneer u veel kracht uitoefent. Dat geldt onafhankelijk van het
ondersteuningsniveau.
De eBike-aandrijving wordt automatisch uitgeschakeld bij snelheden
boven 25 km per uur. Als de snelheid onder 25 km per uur daalt, staat de
aandrijving automatisch weer ter beschikking.
Een uitzondering geldt voor de functie hulp bij het lopen met de fiets,
waarin met de eBike langzaam kan worden gelopen.
U kunt met de eBike altijd ook zonder ondersteuning net als met
een normale fiets rijden, als u het eBike-systeem uitschakelt of het
ondersteuningsniveau op „OFF” instelt. Hetzelfde geldt als de accu leeg
is.
Samenspel van eBike-systeem en versnellingen
Ook met de eBike-aandrijving kunt u de versnellingen net als bij een
normale fiets gebruiken (zie daarvoor de gebruiksaanwijzing van
uw eBike).
Onafhankelijk van de aard van de versnelling is het raadzaam om
tijdens het schakelen het trappen kort te onderbreken. Daardoor
wordt het schakelen vergemakkelijkt en de slijtage van de
aandrijflijn beperkt.
Door de keuze van de juiste versnelling kunt u bij gelijke
krachtsinspanning de snelheid en het bereik vergroten.
Eerste ervaringen opdoen
Geadviseerd wordt om de eerste ervaringen met de eBike op te doen op
een weg zonder druk verkeer.
Probeer verschillende ondersteuningsniveaus uit. Zodra u zich zeker
voelt, kunt u met de eBike net als met elke andere fiets aan het verkeer
deelnemen.
Test het bereik van uw eBike onder verschillende omstandigheden
voordat u een langere tocht plant die meer van u eist.
Factoren die invloed hebben op het
bereik
1. Acculadingsniveau - Een volledig opgeladen accu zal het grootste
bereik hebben. Let erop dat de accu volledig is opgeladen voor elke
rit.
2. Assistentiemodus & ondersteuningsniveau - De
assistentiemodus en het ondersteuningsniveau dat u kiest
beïnvloedt het bereik.
3. Temperatuur & wind – Extreem koude of warme omstandigheden
zullen leiden tot snellere uitputting van de accu waardoor het
beschikbare actieradius/bereik afneemt. Tegen een sterke wind
in fietsen zal het actieradius verkleinen omdat meer energie van
de accu wordt gevraagd voor de voortstuwing. Andersom zal een
sterke rugwind u juist vooruit stuwen waardoor minder energie
nodig is.
4. Gewicht van rijder & bagage – Als er meer gewicht (rijder of
bagage) moet worden verplaatst, zal de ondersteuningseenheid
harder moeten werken. Dat vraagt meer energie van de accu en
resulteert in een kleiner bereik. Als u een rugzak draagt of extra
bagage meeneemt op de drager, zal er meer energie nodig zijn en
het totale bereik zal afnemen.
5. Bandendruk/conditie - Let erop dat uw banden nog in goede
conditie zijn (voldoende profiel, onbeschadigd) en dat ze
voldoende op druk staan, conform hetgeen op de zijkant van
de band staat aangegeven. Slechte conditie van de banden of
onvoldoende luchtdruk zal het bereik doen afnemen.
6. Schakelen & remmen – U moet op dezelfde manier schakelen als
bij een normale fiets. Efficiënt schakelen zal leiden tot een groter
bereik. Het vasthouden van een constante snelheid en effectief
remmen, zal helpen om zoveel mogelijk energie in de accu vast te
houden.
7. Acceleratie vanuit stilstand - Het ondersteuningssysteem vraagt
meer energie van de accu tijdens het optrekken vanuit stilstand.
Daarom zal een woon-werkverkeerritje met veel starten en stoppen
meer energie gebruiken waardoor het bereik kleiner wordt. U kunt
het bereik vergroten door uw snelheid goed te doseren tijdens de
trip en onnodige starts en stops vermijden.
8. Conditie van de aandrijving – Let erop dat de ketting schoon en
goed gesmeerd blijft. Laat de ketting desnoods vervangen door
een nieuwe.
9. Trappen - Trappen met een constant tempo en met
een gemiddelde druk op de pedalen zal samen met de
ondersteuningseenheid leiden tot een maximaal bereik. Om
ondersteuning te krijgen is het ronddraaien van de pedalen
voldoende maar u kunt zeker bergop of in zware omstandigheden
bijdragen aan het totale bereik door zelf meer inspanning te
leveren. Als u in die omstandigheden volledig gebruikmaakt van de
ondersteuningseenheid, zal het bereik veel kleiner zijn.
BeDIeNINgsINstrUctIes
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
78
Bedieningscomputer aanbrengen en
verwijderen (zie afbeelding A)
Voor het monteren van de bedieningscomputer 3 duwt u deze naar
achteren in de houder 4.
Voor het verwijderen van de bedieningscomputer 3 drukt u op de
vergrendeling 15 en duwt u deze naarvoren uit de houder 4.
■ Als u de eBike parkeert, verwijdert u de bedienings-
computer.
Het is mogelijk om de bedieningscomputer in de houder tegen het
verwijderen te beveiligen. Demonteer hiervoor de houder 4 van
het stuur. Plaats de bedieningscomputer in de houder. Schroef de
blokkeerschroef 16 (schroefdraad M3, 8mm lang) van onderen in de
daarvoor bestemde schroefdraad van de houder. Monteer de houder
opnieuw op het stuur.
ECO
KM/H
Reichweite
KM /H
RESET
EC O
KM /H
Reichweite
K
M
/H
4
3
15
16
A
Snelheidssensor controleren
(zie afbeelding B)
De snelheidssensor 17 en de bijbehorende spaakmagneet 18 moeten
zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneet bij een omwenteling
van het wiel op een afstand van minimaal 5mm en maximaal 17mm
langs de snelheidssensor beweegt.
Opmerking: Als de afstand tussen snelheidssensor 17 en
spaakmagneet 18 te groot is of de snelheidssensor 17 niet juist
is aangesloten, valt de snelheidsmeterindicatie f uit en werkt de
aandrijving van de eBike in het noodprogramma.Draai in dit geval de
schroef van de spaakmagneet 18 los en bevestig de spaakmagneet
zodanig op de spaak dat deze op de juiste afstand langs de
markering van de snelheidssensor loopt. Als er ook daarna geen
snelheid op de snelheidsmeterindicatie f verschijnt, dient u contact
op te nemen met een erkende rijwielvakhandel.
B
17
18
5
17 mm
13
11
10
12
TURBO
SPORT
TOUR
ECO
OFF
MPH
KM/H
Reichweite
AMM
PMWH
MIN
MPH
KM/H
d
b
c
a
f
g
e
TURBO
SPORT
TOUR
MPH
KM/H
Reichweite
AMM
PMWH
MIN
MPH
KM /H
RESET
SPOR T
S
TOUR
MPH
KM/H
Reichw eite
A MM
P MW H
MIN
MPH
KM
/H
3
2
1
6
5
4
7 8
14
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
79
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgende
mogelijkheden:
Is de bedieningscomputer bij het aanbrengen in de houder
al ingeschakeld, dan wordt het eBike-systeem automatisch
ingeschakeld.
Druk bij ingezette bedieningscomputer en ingezette accu eenmaal
kort op de aanuittoets 5 van de bedieningscomputer.
Druk bij ingezette bedieningscomputer op de aanuittoets van de
accu (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
De aandrijving wordt geactiveerd zodra u op de pedalen trapt (behalve
in de functie hulp bij het lopen, zie „Duwhulp/vertrekhulp in-/
uitschakelen”,). Het motorvermogen is afhankelijk van de instellingen op
de bedieningscomputer.
Zodra u bij normaal gebruik niet meer op de pedalen trapt of zodra u een
snelheid van 25/45km per uur heeft bereikt, wordt de ondersteuning
door de aandrijving van de eBike uitgeschakeld. De aandrijving wordt
automatisch weer geactiveerd zodra u op de pedalen trapt of de snelheid
onder 25/45km per uur daalt.
1. Toets indicatiefunctie „i”
2. Toets verlichting
3. Bedieningscomputer
4. Houder bedieningscomputer
5. Aan-uit-toets bedieningscomputer
6. Reset-toets „RESET”
7. USB-aansluitopening
8. Beschermkapje van USB-aansluiting
9. Aandrijfeenheid
10. Bedieningseenheid
11. Toets indicatiefunctie „i” op
bedieningseenheid
12. Toets waarde verlagen/omlaag „ –”
13. Toets waarde verhogen/omhoog „+
14. Toets hulp bij het lopen „WALK”
Indicatie-elementen bedieningscomputer
a. Indicatie motorvermogen
b. Indicatie ondersteuningsniveau
c. Tekstdisplay
d. Waarde indicatie
e. Snelheidsmeter indicatie
f . Accuoplaad indicatie
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
80
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen, heeft u de volgende
mogelijkheden:
Druk op de aan/uit-toets 5 van de bedieningscomputer.
Schakel de accu met de aan-uit-toets van de accu uit (zie
gebruiksaanwijzing van de accu).
Verwijder de bedieningscomputer uit de houder.
Wordt ongeveer 10 min. lang geen vermogen van de aandrijving
opgeroepen (bijv. omdat de eBike stilstaat), schakelt het eBike-systeem
om energiespaarredenen automatisch uit.
Bedieningscomputer in en uitschakelen
Als u de bedieningscomputer wilt inschakelen, drukt u kort op de
aan-uit-toets 5. De bedieningscomputer kan (als de interne accu
voldoende is opgeladen) ook worden ingeschakeld als deze niet in
de houder is geplaatst.
Als u de bedieningscomputer wilt uitschakelen, drukt u op de aan/
uit-toets 5.
Als de bedieningscomputer niet in de houder is geplaatst, wordt
deze om energie te besparen uitgeschakeld zodra er 1 minuten lang
geen toets is ingedrukt.
Indicaties en instellingen van de
bedienings-computer
Energievoorziening van de bedieningscomputer
Als de bedieningscomputer in de houder 4 zit, een voldoende opgeladen
accu in de eBike geplaatst is en het eBike-systeem ingeschakeld is, wordt
de bedieningscomputer door de accu van de eBike van energie voorzien.
Als de bedieningscomputer uit de houder 4 wordt genomen, vindt de
energievoorziening plaats via een interne accu. Als de interne accu bij het
inschakelen van de bedieningscomputer zwak is, verschijnt gedurende 3
seconden „Met fiets verbinden” in het tekstdisplay d. Daarna wordt de
bedieningscomputer uitgeschakeld.
Als u de interne accu wilt opladen, plaatst u de bedieningscomputer weer
in de houder 4 (als een accu in de eBike geplaatst is). Schakel de accu
van de eBike met de aanuit-toets van de accu uit (zie gebruiksaanwijzing
van de accu).
U kunt de bedieningscomputer ook via de USB-
aansluiting opladen. Open daarvoor het beschermkapje 8. Verbind
de USB-aansluiting 7 van de bedieningscomputer via een geschikte
USB-kabel met een in de handel verkrijgbaar USB-oplaadap-
paraat of de USB-aansluiting van een computer (laadspanning
5V, laadstroom max. 500mA). In de tekstindicatie d van de
bedieningscomputer verschijnt „USB aangesloten”.
Accuoplaadindicatie
De accuoplaadindicatie g geeft de oplaadtoestand van de eBike-accu
aan, niet die van de interne accu van de bedieningscomputer. De
oplaadtoestand van de eBike-accu kan eveneens op de leds van de
accu worden afgelezen.
In de indicatie g komt elk streepje in het accusymbool overeen met
ongeveer 20% van de capaciteit:
De accu is volledig geladen.
De accu moet bijgeladen worden.
De LED’s van de laadtoestandsindicatie
aan de accu gaan uit. De capaciteit voor
de ondersteuning van de aandrijving
is opgebruikt en de ondersteuning
wordt uitgeschakeld. De resterende
capaciteit wordt voor de verlichting en
de bedieningscomputer ter beschikking
gesteld, de indicatie knippert.
De capaciteit van de accu volstaat voor nog ongeveer 2 uur
verlichting. Met andere verbruikers (bijv. automatische transmissie,
laden van externe toestellen aan de USB-aansluiting) wordt hierbij
geen rekening gehouden.
Als de bedieningscomputer uit de houder 4 wordt genomen, blijft de
laatst weergegeven accuoplaadtoestand opgeslagen.
Verlichting in- en uitschakelen
In de uitvoering waarbij het rijlicht door het eBike-systeem
gevoed wordt, kunnen via de bedieningscomputer met de toets
2 tegelijk voorlicht en achterlicht in- of uitgeschakeld worden.
Bij het inschakelen van de verlichting verschijnt „Licht aan” en
bij het uitschakelen van de verlichting „Licht uit” gedurende ca.
1 seconde op het tekstdisplay d. Bij ingeschakeld licht wordt het
verlichtingssymbool c weergegeven.
Het in- en uitschakelen van het rijlicht heeft geen invloed op de
achtergrondverlichting van het display. De achtergrondverlichting
van het display is actief zodra het systeem of het display
ingeschakeld is.
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
81
Snelheids- en afstandsindicaties
In de snelheidsmeterindicatie f wordt altijd de actuele snelheid
weergegeven.
In de functie-indicatie (combinatie van tekstindicatie d en waarde-
indicatie e) kunt u kiezen uit de volgende functies:
„Bereik: te verwachten bereik met de aanwezige acculading
(bij gelijkblijvende voorwaarden zoals ondersteuningsniveau,
routeprofiel, enz.)
„Afstand”: sinds de laatste reset afgelegde afstand
„Rijtijd”: Rijtijd sinds de laatste reset
„Gemiddelde”: sinds de laatste reset bereikte gemiddelde
snelheid
„Maximum”: sinds de laatste reset bereikte maximale
snelheid–„Tijd”: actuele tijd
„Afstand totaal”: indicatie van de totaal met de eBike af-
gelegde afstand (niet resetbaar)
Druk voor de overgang naar de indicatiefunctie de toets „i”
1 van de bedieningscomputer of de toets „i” 11 van de bedie-
ningseenheid zo vaak in tot de gewenste functie wordt weer-
gegeven.
Voor een reset van „Afstand”, „Rijtijd” en „Gemiddelde” gaat u
naar een van deze drie functies en drukt u vervolgens zo lang op
de toets „RESET” 6 tot de indicatie op nul wordt gezet. Daarmee
heeft ook een reset plaatsgevonden van de waarden van de beide
andere functies.
To reset the “Max. Speed”, switch to this function and then press
and hold the “RESET” button 6 until the indication is set to zero.
To reset “Range”, switch to this function and then press the
“RESET” 6 button until the display is reset to the value of the
factory setting.
When the HMI is removed from the holder 4, all function values
remain stored and can be viewed.
Basisinstellingen weergeven en
aanpassen
Weergeven en wijzigen van de basisinstellingen is mogelijk, of de
bedieningscomputer nu in de houder 4 is gezet of niet.
Als u naar het menu Basisinstellingen wilt gaan, drukt u tege-
lijkertijd zo lang op de toets „RESET” 6 en de toets „i” 1 tot in de
tekstindicatie d „Instellingen” verschijnt.
Druk voor het wisselen tussen de basisinstellingen zo vaak
op de toets „i” 1 op de bedieningscomputer tot de gewenste
basisinstelling wordt weergegeven. Is de bedieningscomputer
in de houder 4 geplaatst, kunt u ook op de toets „i” 11 van de
afstandsbediening drukken.
Bij het wijzigen van de basisinstellingen drukt u voor het verlagen
resp. omlaag bewegen op de aan-uit-toets 5 naast de indicatie „–”
of voor het verhogen resp. omhoog bewegen op de toets Verlichting
2 naast de indicatie „+”.
Als de bedieningscomputer in de houder 4 is geplaatst, is wijzigen
ook met de toetsen „–” 12 resp. „+” 13 van de bedieningseenheid
mogelijk.
Als u de functie wilt verlaten en een gewijzigde instelling wilt op-
slaan, drukt u gedurende 3 seconden op de toets „RESET” 6.
U kunt kiezen uit de volgende basisinstellingen:
„Eenheid km/mi”: U kunt snelheid en afstand in kilometers of
mijlen laten weergeven.
„Tijdformaat: U kunt de tijd in de 12-uur- of 24-uur-indeling
laten weergeven.
„Tijd”: U kunt de actuele tijd instellen. Als u de insteltoetsen
langer indrukt, verandert de tijdsaanduiding sneller.
„Nederlands”: U kunt de taal van de tekstindicaties wijzigen.
U kunt kiezen uit Duits, Engels, Frans, Spaans, Italiaans en
Nederlands.
„Gebruiksduur totaal”: Weergave van de totale tijdsduur
waarmee met de eBike is gereden (kan niet gewijzigd wor-
den).
„Wielomtrek: u kunt deze door de fabrikant ingestelde
waarde met ±5% veranderen.
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
82
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt op de bedieningscomputer instellen in welke mate de
aandrijving van de eBike tijdens het trappen ondersteuning biedt.
Het ondersteuningsniveau kan op elk moment gewijzigd worden,
ook tijdens het rijden.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteuningsniveau
mogelijk vooraf ingesteld en kan dit niet worden gewijzigd. Het
is ook mogelijk dat er uit minder ondersteuningsniveaus dan hier
vermeld kan worden gekozen.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter be-
schikking:
„OFF: De aandrijving is uitgeschakeld. De eBike kan net als
een normale fiets alleen door trappen worden voortbewogen.
„ECO”: effectieve ondersteuning met maximale efficiëntie voor
maximaal bereik
„TOUR”: gelijkmatige ondersteuning voor tochten met groot
bereik
„SPORT”: krachtige ondersteuning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor rijden in de stad
„TURBO”: maximale ondersteuning bij flink doortrappen, voor
sportief rijden
Als u het ondersteuningsniveau wilt verhogen, drukt u de toets
„+” 13 op de bedieningseenheid zo vaak in tot het gewenste
ondersteuningsniveau in de indicatie b verschijnt. Als u het
ondersteuningsniveau wilt verlagen, drukt u op de toets „–” 12.
Het opgevraagde motorvermogen verschijnt in de indicatie a.
Het maximale motorvermogen is afhankelijk van het gekozen
ondersteuningsniveau.
Ondersteuningsniveau Ondersteuningsfactor*
(Kettingschakeling)
“ECO” 40%
“TOUR” 100%
“SPORT” 150%
“TURBO” 225%
*Het motorvermogen kan bij sommige uitvoeringen afwijken.
Als de bedieningscomputer uit de houder 4 wordt genomen, blijft
het laatst weergegeven ondersteuningsniveau opgeslagen. De
indicatie a van het motorvermogen blijft leeg.
Switching the Push/Start Aid On/Off
With the speed version, the push aid can also be used as a start aid.
The start aid is switched off at 18 km/h.
The push/start aid can make it easier for you to push or start the
eBike. The speed of this function depends on the selected gear and
can reach a maximum of 6 km/h or 18 km/h. The lower the selected
gear, the lower the speed of this function (at full capacity).
■ De functie duwhulp/vertrekhulp mag uitsluitend bij
het duwen van of vertrekken met de eBike gebruikt
worden.
WAARSCHUWING
Hebben de wielen van de eBike bij het gebruik van de
duwhulp geen contact met de bodem, dan bestaat
verwondingsgevaar. De wielen moeten in contact met de
grond voordat u de functie push / start hulp.
Voor het inschakelen van de duwhulp/vertrekhulp drukt u op de
toets „WALK” 14 aan de bedieningseenheid en houdt u deze toets
ingedrukt. De aandrijving van de eBike wordt ingeschakeld.
De duwhulp/vertrekhulp wordt uitgeschakeld zodra een van de
volgende situaties van toepassing is:
U laat de toets „WALK” 14 los,
de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. door het
remmen of het raken van een hindernis),
de snelheid overschrijdt 6km/h.
Indicatie foutcode
De componenten van het eBike-systeem worden voortdurend
automatisch gecontroleerd. Als een fout wordt vastgesteld,
verschijnt de desbetreffende foutcode in de tekstindicatie d.
Druk op een willekeurige toets van bedieningscomputer 3 of
bedieningseenheid 10 om naar de standaardindicatie terug te keren.
Afhankelijk van de aard van de fout wordt de aandrijving indien
nodig automatisch uitgeschakeld. Verder rijden zonder onder-
steuning door de aandrijving is echter altijd mogelijk. Laat de eBike
controleren voordat u er opnieuw mee gaat rijden.
Laat alle controles en reparaties uitsluitend door een
erkende rijwielhandel uitvoeren.
Als een fout nog steeds wordt weergegeven ondanks uw
poging om deze op te lossen, dient u eveneens contact met
een erkende rijwielhandel op te nemen.
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
83
Foutcode
Code Oorzaak Oplossing
410
Een of meer toetsen van de
bedieningscomputer zijn geblokkeerd.
Controleer of er toetsen zijn vastgeklemd, bijv. door binnengedrongen vuil. Reinig de toetsen
indien nodig.
414 Verbindingsprobleem van bedieningseenheid Aansluitingen en verbindingen laten controleren
418
Een of meer toetsen van de
bedieningseenheid zijn geblokkeerd.
Controleer of er toetsen zijn vastgeklemd, bijv. door binnengedrongen vuil. Reinig de toetsen
indien nodig.
422 Verbindingsprobleem van aandrijfeenheid
Aansluitingen en verbindingen laten controleren
423 Verbindingsprobleem van de accu
424
Communicatiefout van de componenten
onderling
426 Interne tijdoverschrijdingsfout
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
430 Interne accu van de bedieningscomputer leeg Bedieningscomputer opladen (in de houder of via USB-aansluiting)
440 Interne fout van aandrijfeenheid
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
450 Interne SW-fout
490 Interne fout van de bedieningscomputer Bedieningscomputer laten controleren.
500 Interne fout van aandrijfeenheid
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
502 Fout in de verlichting
Controleer het licht en de bijbehorende bekabeling. Start het systeem opnieuw. Als het
probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
503 Fout van snelheidssensor
Fout van snelheidssensor510 Interne sensorfout
511 Interne fout van aandrijfeenheid
530 Accufout
Schakel de eBike uit, verwijder de accu en plaats de accu er opnieuw in. Start het systeem
opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
531 Configuratiefout
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
540 Temperatuurfout
De eBike bevindt zich buiten het toegestane temperatuurbereik. Schakel het eBike-systeem uit
om de aandrijfeenheid tot het toegestane temperatuurbereik te laten afkoelen of opwarmen.
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
550 Een niet toegestane verbruiker werd herkend.
Verwijder de verbruiker. Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan
contact op met uw Bosch eBike-dealer.
602 Interne accufout tijdens het laden
Scheid het laadapparaat van de accu. Start het eBike-systeem opnieuw. Sluit het laadapparaat op
de accu aan. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
602 Interne accufout
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
603 Interne accufout
605 Accutemperatuurfout
De eBike bevindt zich buiten het toegestane temperatuurbereik. Schakel het eBike-systeem uit
om de aandrijfeenheid tot het toegestane temperatuurbereik te laten afkoelen of opwarmen.
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
605 Accutemperatuurfout tijdens het laden
Scheid het laadapparaat van de accu. Laat de accu afkoelen. Als het probleem blijft bestaan,
neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
606 Externe accufout
Controleer de bekabeling. Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem
dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
610 Accuspanningsfout
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
620 Fout laadapparaat Vervang het laadapparaat. Neem contact op met uw Bosch eBike-dealer.
640 Interne accufout
Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw
Bosch eBike-dealer.
655 Meervoudige accufout
Schakel het eBike-systeem uit. Verwijder de accu en plaats hem er opnieuw in. Start het systeem
opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer.
656 SW-versiefout
Neem contact op met uw Bosch eBike-dealer zodat hij de SW-update uitvoert.
656 Accuconfiguratiefout
Geen indicatie Interne fout van de bedieningscomputer Herstart uw eBike-systeem door het uit- en opnieuw inschakelen.
A9
C6
C7
A8
A5
A7
A4
A6
A3
A1
A6
A5
A2
C7
C6
A4
A3
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
84
Technische gegevens
Lithiumionaccu
PowerPack
300
PowerPack
300
Zaaknummer
–Standaardaccu zwart
–Standaardaccu wit
–Bagagedrageraccu
0 275 007 500
0 275 007 501
0 275 007 502
0 275 007 503
0 275 007 504
0 275 007 505
Nominale spanning V= 36 36
Nominale capaciteit Ah 8.2 11
Energie Wh 300 400
Bedrijfstemperatuur °C 10...+40 10...+40
Bewaartemperatuur °C –10...+60 –10...+60
Toegestaan
oplaadtemp-
eratuurbereik
°C 0...+40 0...+40
Gewicht, ca. Kg 2,5 2,5
Beschermingsklasse
IP54 (stof- en
spatwater-
bescherming)
IP54 (stof- en
spatwater-
bescherming)
Accu voor het eerste gebruik
controleren
Controleer de accu voordat u deze voor de eerste keer oplaadt of met
uw eBike gebruikt.
Druk daarvoor op de aan-uit-toets A4 voor het inschakelen van de
accu. Als er geen led van de oplaadindicatie A3 brandt, is de accu
mogelijk beschadigd.
Als er minstens een led brandt, maar niet alle leds van de op-
laadindicatie A3 branden, dient u de accu voor het eerste gebruik
volledig op te laden.
■ Laad een beschadigde accu niet op en gebruik deze niet.
Neem contact op met een erkende rijwielhandel.
lItHIUmIONaccU
A1 Houder van bagagedrageraccu
A2 Bagagedrageraccu
A3 Bedrijfs- en oplaadindicatie
A4 Aan/uit-toets
A5 Sleutel van accuslot
A6 Accuslot
A7 Bovenste houder van standaardaccu
A8 Standaardaccu
A9 Onderste houder van standaardaccu
C6 Contactbus voor oplaadstekker
C7 Afscherming oplaadaansluiting
A8
A9
A5
A6
A7
C
C6
A8
C5
F
A5
A6
A1
A2
C6
A2
C5
D
F
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
85
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
86
Accu opladen
Gebruik alleen het met uw eBike meegeleverde origi-
nele Bosch-oplaadapparaat of een origineel Bosch-op-
laadapparaat van hetzelfde type. Alleen dit oplaadapparaat is
afgestemd op de bij de eBike gebruikte lithiumionaccu.
Opmerking: De accu wordt gedeeltelijk opgeladen geleverd. Om de
volledige capaciteit van de accu te verkrijgen, laadt u voor het eerste
gebruik de accu volledig met het oplaadapparaat op.Lees voor het
opladen van de accu de gebruiksaanwijzing van het oplaadapparaat
en neem de voorschriften in acht.
De accu kan altijd afzonderlijk of aan de fiets opgeladen worden
zonder de levensduur te verkorten. Een onderbreking van de
laadbewerking beschadigt de accu niet.
De accu is voorzien van een temperatuurbewaking die ervoor zorgt
dat de accu alleen in het temperatuurbereik tussen 0°C en 40°C kan
worden opgeladen.
Bevindt de accu zich buiten het oplaadtemperatuurbereik, knipperen
drie leds van de oplaadindicatie A3. Maak de accu los van het
oplaadapparaat en laat deze op temperatuur komen.
Sluit de accu pas weer aan op het oplaadapparaat als deze de
toegestane oplaadtemperatuur heeft bereikt.
Oplaadindicatie
De vijf groene leds van de oplaadindicatie A3 geven de op-
laadtoestand van de accu aan als de accu ingeschakeld is.
Daarbij komt elke led overeen met ca. 20% van de capaciteit. Als de
accu volledig is opgeladen, branden alle vijf leds.
De laadtoestand van de ingeschakelde accu wordt bovendien op het
display van de bedieningscomputer weergegeven. Lees hiervoor de
gebruiksaanwijzing van aandrijfeenheid en bedieningscomputer en
neem deze in acht.
Als de capaciteit van de accu daalt beneden 5%, gaan alle leds
van de oplaadindicatie A3 van de accu uit. Er is echter nog een
indicatiefunctie van de bedieningscomputer.
Accu monteren of verwijderen
■ Schakel de accu altijd uit als u deze in de houder plaatst of
uit de houder neemt.
Om de accu te kunnen plaatsen, moet de sleutel A5 in het slot A6
steken en het slot moet geopend zijn.
Voor het plaatsen van de standaardaccu A8 plaatst u deze met de
contacten op de onderste houder A9 aan de eBike (de accu kan tot
7° naar het frame gekanteld zijn). Kantel deze tot aan de aanslag in
de bovenste houder A7.
Voor het plaatsen van de bagagedrageraccu A2 duwt u deze met
de contacten naar voren in de houder A1 in de bagagedrager tot de
accu vastklikt.
Controleer of de accu stevig vast zit. Sluit de accu altijd met het slot
A6 af. Anders kan het slot opengaan en kan de accu uit de houder
vallen.
Trek de sleutel A5 na het afsluiten altijd uit het slot A6. Daarmee
voorkomt u dat de sleutel eruit valt of de accu van een geparkeerde
eBike door anderen wordt meegenomen.
Voor het uitnemen van de standaardaccu A8 schakelt u deze uit en
opent u het slot met de sleutel A5. Kantel de accu uit de bovenste
houder A7 en trek deze uit de onderste houder A9.
Voor het verwijderen van de bagagedrageraccu A2 schakelt u deze
uit en opent u het slot met de sleutel A5. Trek de accu uit de houder
A1.
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
87
In- en uitschakelen
Het inschakelen van de accu is een van de mogelijkheden om
het eBike-systeem in te schakelen. Lees daarvoor de ge-
bruiksaanwijzing van aandrijfeenheid en bedieningscomputer en
neem de voorschriften in acht.
Controleer voor het inschakelen van de accu of het E-bike systeem
slot A6 afgesloten is.
Als u de accu wilt inschakelen, drukt u op de aanuittoets A4. De
leds van de indicatie A3 gaan branden en geven tegelijkertijd de
oplaadtoestand aan.
Opmerking: Als de capaciteit van de accu onder 5% daalt,
brandt er geen led van de oplaadindicatie A3. Alleen op de
bedieningscomputer is herkenbaar of het eBike-systeem is inge-
schakeld.
Als u de accu wilt uitschakelen, drukt u opnieuw op de aanuittoets
A4. De leds van de indicatie A3 gaan uit. Het eBike-systeem wordt
daarmee eveneens uitgeschakeld.
Als er ca. 10 minuten geen vermogen van de eBike-aandrijving wordt
opgevraagd (bijv. omdat de eBike stilstaat) en er geen toets op
de bedieningscomputer of bedieningseenheid van de eBike wordt
ingedrukt, worden het eBike-systeem en daardoor ook de accu
automatisch uitgeschakeld om energie te besparen.
De accu is door „Electronic Cell Protection (ECP)” beschermd
tegen overmatig ontladen, overmatig opladen, oververhitting en
kortsluiting. Bij gevaar wordt de accu door een veiligheidsschakeling
automatisch uitgeschakeld.
Wordt een defect van de accu herkend, knipperen twee leds van de
oplaadindicatie A3. Neem in dit geval contact op met een erkende
rijwielhandel.
Aanwijzingen voor de optimale
omgang met de accu
De levensduur van de accu kan worden verlengd als deze goed wordt
behandeld en met name bij de juiste temperaturen wordt bewaard.
Met toenemende ouderdom zal de capaciteit van de accu echter ook
bij goede verzorging afnemen.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen geeft aan dat de
accu versleten is. U kunt de accu vervangen.
Accu voor en tijdens het
bewaren opladen
Laad de accu op tot ongeveer 60% (3 tot 4 leds van de
oplaadindicatie A3 branden) voordat u deze voor lange tijd opbergt.
Controleer de oplaadtoestand na 6 maanden. Als er nog maar één
led van de oplaadindicatie A3 brandt, dient u de accu weer tot ca
60% op te laden.
Opmerking: Als de accu lange tijd in lege toestand wordt bewaard,
kan deze ondanks de geringe zelfontlading worden beschadigd en
kan de opslagcapaciteit sterk worden verminderd.
Het is niet aan te raden de accu langdurig aan het oplaadapparaat
aangesloten te laten.
Bewaaromstandigheden
Bewaar de accu bij voorkeur op een droge en goed geventileerde
plaats. Bescherm deze tegen vocht en water. Bij ongunstige
weersomstandigheden is het bijv. aan te raden om de accu van de
eBike te nemen en tot het volgende gebruik in een gesloten ruimte
te bewaren.
De accu kan bij temperaturen van –10°C tot +60°C worden bewaard.
Voor een lange levensduur is echter bewaren bij een temperatuur
van ca. 20°C gunstig.
Let erop dat de maximale bewaartemperatuur niet wordt
overschreden. Laat de accu bijv. in de zomer niet in de auto liggen en
bewaar deze niet in fel zonlicht.
Er wordt aangeraden om de accu niet aan de fiets te bewaren.
Onderhoud en reiniging
Houd de accu schoon. Reinig deze voorzichtig met een zachte,
vochtige doek. De accu mag niet in water worden ondergedompeld
of met een waterstraal worden gereinigd.
Als de accu niet meer werkt, dient u contact op te nemen met een
erkende rijwielhandel.
C3
C2
C5
C1
C4
E
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
88
OplaaDapparaat
Technische gegevens
Oplaadapparaat Charger
Zaaknummer 0 275 007 907
Nominale spanning V~ 207–264
Frequentie Hz 47 –63
Oplaadspanning accu V 42
Laadstroom A 4
Toegestaan oplaadtemperatuur-
bereik
°C 0...+40
Oplaadtijd
– PowerPack 300
– PowerPack 400
h
h
2,5
3,5
Aantal accucellen 10 –80
Bedrijfstemperatuur °C 10...+75
Bewaartemperatuur °C –20...+70
Gewicht volgens EPTA-
Procedure 01/2003
kg 0,8
Beschermingsklasse IP 40
De gegevens gelden voor nominale spanningen [U] 230V. Bij afwijkende
spanningen en bij per land verschillende uitvoeringen kunnen deze gegevens
afwijken.
Oplaadapparaat op het stroomnet
aansluiten (zieafbeeldingA)
■ Let op de netspanning! De spanning van de stroombron moet
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van het
oplaadapparaat. Met 230V aangeduide oplaadapparaten kunnen
ook met 220V worden gebruikt.
Steek de apparaatstekker C3 van het netsnoer in de appa-
raataansluiting C2 op het oplaadapparaat.
Sluit het netsnoer (verschilt per land) op het stroomnet aan.
Laden van de afgenomen accu
(zie afbeelding B)
Schakel de accu uit en verwijder deze uit de houder op de eBike.
Lees daarvoor de gebruiksaanwijzing van de accu en neem de
voorschriften in acht.
■ Plaats de accu alleen op een schone ondergrond. Voorkom in
het bijzonder het vuil worden van de oplaadaansluiting en de
contacten, bijv. door zand of aarde.
Steek de oplaadstekker C5 van het oplaadapparaat in de aan-
sluiting C6 van de accu.
Laden van de accu aan de fiets
(zieafbeeldingC)
Schakel de accu uit. Reinig de afdekking van de laadbus C7. Vermijd
vooral het vervuilen van de laadbus en van de contacten, bijv. door
zand of aarde. Til de afdekking van de laadbus C7 op en steek de
laadstekker C5 in de laadbus C6.
■ Laad de accu alleen rekening houdende met alle veilig-
heidsvoorschriften. Als dit niet mogelijk is, neem dan de accu
uit de houder en laad deze op een geschiktere plaats. Lees
hiervoor de gebruiksaanwijzing van de accu en neem deze in
acht
.
C1 Oplaadapparaat
C2 Apparaataansluiting
C3 Apparaatstekker
C4 Veiligheidsvoorschriften oplaadapparaat
C5 Oplaadstekker
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
89
Opladen
Het laden begint zodra het oplaadapparaat met de accu of de
laadbus aan de fiets en het stroomnet verbonden is.
Opmerking: Het opladen is alleen mogelijk als de temperatuur van
de accu binnen het toegestane oplaadtemperatuurbereik ligt.
Opmerking: Tijdens het laden wordt de Drive Unit gedeactiveerd.
Het laden van de accu is met en zonder bedieningscomputer
mogelijk. Zonder bedieningscomputer kan het laden alleen aan de
acculaadtoestandsindicatie gecontroleerd worden.
Bij aangesloten bedieningscomputer wordt de achtergrond-
verlichting van het display bij lage lichtsterkte ingeschakeld en in de
tekstweergave verschijnt „Fiets wordt opgelad..
De bedieningscomputer kan tijdens het laden afgenomen of ook pas
bij het begin van de laadbewerking geplaatst worden.
De laadtoestand wordt met de acculaadtoestandsindicatie A3 aan
de accu en met de balken op de bedieningscomputer weergegeven.
Bij het laden van de hoofdaccu aan de fiets kan ook de accu van de
bedieningscomputer geladen worden.
Tijdens het opladen branden de leds van de oplaadindicatie A3 op
de accu. Elke continu brandende led komt overeen met ca. 20% van
de capaciteit van de lading. De knipperende led geeft het opladen
van de volgende 20% aan.
■ Wees voorzichtig als u het oplaadapparaat tijdens het opladen
aanraakt. Draag werkhandschoenen. Het oplaadapparaat kan
in het bijzonder bij hoge omgevingstemperaturen zeer heet
worden.
Is de accu volledig geladen, dan gaan de LED’s onmiddellijk uit en de
bedieningscomputer wordt uitgeschakeld. De laadbewerking wordt
beëindigd. Door het indrukken van de aan-/uittoets A4 kan de
laadtoestand gedurende 3 seconden weergegeven worden.
Koppel het oplaadapparaat los van het stroomnet en de accu van
het oplaadapparaat.
Als de accu van het oplaadapparaat wordt losgekoppeld, wordt de
accu automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: Als u aan de fiets geladen hebt, sluit dan na de
laadbewerking de laadbus C6 zorgvuldig met de afdekking C7 zodat
er geen vuil of water kan indringen.
Als het oplaadapparaat na het laden niet van de accu gescheiden
wordt, dan schakelt het laadapparaat na een paar uur opnieuw in,
controleert het de laadtoestand van de accu en begint eveneens
opnieuw met de laadbewerking.
Oorzaken en oplossingen van fouten
Oorzaak Oplossing
Twee leds op de accu
knipperen.
Accu defect Contact opnemen met erkende
rijwielhandel
Drie leds op de accu
knipperen.
Accu te warm of te koud Accu van het oplaadapparaat
scheiden tot het laadtempe-
ratuurbereik bereikt is.Sluit
de accu pas weer aan op het
oplaadapparaat als deze de
toegestane oplaadtempe-
ratuur heeft bereikt.
Geen opladen mogelijk (geen indicatie op accu)
Stekker niet goed ingestoken Alle insteekverbindingen
controleren
Contacten van accu vuil Contacten van accu voorzichtig
reinigen
Stopcontact, kabel of
oplaadapparaat defect
Netspanning controleren,
oplaadapparaat door rijwiel-
handel laten controleren
Accu defect Contact opnemen met erkende
rijwielhandel
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
90
De onderstaande tabel laat alleen de aanvullende onderhoudswerkzaamheden zien. Kijk in uw Cannondale gebruikershandboek voor
meer informatie over het basisonderhoud aan uw bike. Neem contact op met uw Cannondale-dealer voor het maken van een compleet
onderhoudsplan dat aangepast is aan uw rijstijl, de onderdelen en de gebruiksomstandigheden. Volg de aanwijzingen voor onderhoud
zoals die zijn voorgeschreven door de fabrikanten van de niet-Cannondale componenten op uw bike.
CONTROLEER DE VOLGENDE ZAKEN VOOR ELKE RIT:
Controleer of de accu volledig is opgeladen en vast zit in de drager achterop de fiets.
Controleer de bandendruk en de conditie van de banden. Controleer of de quick releases van de wielen stevig gesloten zijn.
Controleer de staat van de ketting. Wees er zeker van dat deze schoon en goed ingevet is.
Controleer de verlichting voor en achterop de fiets zodat u zeker weet dat dit naar behoren werkt.
Controleer de remmen en wees er zeker van dat ze goed werken.
Controleer de conditie van de elektrische bedrading (bijvoorbeeld geen knikken, geen schuurplekken).
Test het ondersteuningssysteem en controleer of de HMI (stuurcomputer) normaal functioneert.
Controleer of de voorvork niet beschadigd is (vorkpoten, vorkhoes, kroon, uitvaleinden, accessoires/rembevestigingspunten,
bevestiging van de drager). Wees verdacht op schade (bijv. losse onderdelen, scheurtjes, diepe krassen, deuken). Controleer of de vork
normaal functioneert. Zaken die een serieus probleem kunnen aanduiden zijn (1) een ongebruikelijk ‘hol’ geluid of tikkende geluiden,
(2) verandering van de veerweg, (3) een extreem uitgerekte of juist ingedrukte vorkhoes, (4) veranderingen in de manier waarop de
vork werkt, of (5) vloeistoflekkage.
Als u ergens schade aantreft, ga dan niet op de fiets rijden maar neem eerst contact op met uw Cannondale-dealer.
UIT TE VOEREN DOOR DE CANNONDALE-DEALER:
Aanbevolen na de eerste 150 km: breng uw fiets naar de Cannondale-dealer voor een kleine controle. Deze controle omvat het
ondersteuningssysteem, de ketting, de schakelwerking, accessoires, conditie van de wielen en banden, de remmen, etc. Deze eerste
controle biedt tevens de mogelijkheid om samen met de dealer een schema af te spreken voor regelmatig onderhoud waarbij rekening
wordt gehouden met het aantal kilometers dat u rijdt en de rijomstandigheden.
Elke1000 km, breng uw fiets naar de Cannondale-dealer voor een reguliere gedetailleerde inspectie van de hele fiets, afstelling en
eventuele vervanging van slijtagedelen. Bij elektrisch ondersteunde fietsen (elektrische fietsen) kunnen wielen, banden, kettingen en
remmen sneller verslijten.
ONDerHOUD
WAARSCHUWING
ELK ONDERDEEL VAN EEN SLECHT ONDERHOUDEN BIKE KAN BREKEN OF SLECHT FUNCTIONEREN HETGEEN KAN LEIDEN TOT EEN
ONGEVAL WAARBIJ U ZWAAR OF DODELIJK GEWOND OF VERLAMD KUNT RAKEN. Vraag uw Cannondale-dealer om een compleet
onderhoudsprogramma samen te stellen, inclusief een lijst van de onderdelen aan uw fiets die u ZELF regelmatig moet controleren.
Regelmatige controles zijn nodig om problemen te voorkomen die kunnen leiden tot een ongeval.
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
91
Reinigen
Als u uw fiets schoonmaakt, gebruik dan een vochtige spons of een zachte borstel en gebruik alleen water met een milde zeepoplossing.
Spoel de spons vaak uit. Gebruik geen waterspray.
OPMERKING
Gebruik geen hogedrukreiniger en maak de fiets ook niet droog met perslucht. Hierdoor kan vervuiling in de afgedichte ruimtes en
elektrische verbindingen/componenten komen waardoor corrosie of onmiddellijke schade kan ontstaan of de onderdelen kunnen
versneld slijten.
WAARSCHUWING
ZORG DAT DE ELEKTRISCHE COMPONENTEN NIET IN AANRAKING KOMEN MET WATER.
LET EROP DAT DE FIETS RECHTOP STAAT TIJDENS HET SCHOONMAKEN EN NIET PER ONGELUK KAN OMVALLEN. Vertrouw daarbij niet
op de standaard van de fiets. Gebruik een losse draagbare fietsstandaard om de fiets stevig in te verankeren.
Aandraaikoppel
Het op de juiste manier aandraaien van bevestigingsmiddelen (bouten, schroeven, moeren) op uw fiets is van zeer groot belang voor uw
veiligheid. Het op de juiste manier aandraaien van bevestigingsmiddelen is ook van belang voor het behoud en de prestaties van uw fiets. We
raden u aan om uw dealer alle bevestigingsmiddelen met behulp van een momentsleutel op de juiste manier te laten aandraaien.
BESCHRIJVING Nm In Lbs Loctite™
Standaard 7.0 62.0
242 (blue)
Bevestigingsbouten voor de drager 3 - 4 26.5 - 35.4
Borgschroef voor lockout-hendel 0.5 4.0
Klembouten voor het stuur 6.0 53.0
Klembout van stuurpenversteller 17 - 18 150 - 160
Schroeven van achterderailleurhanger 2.5 22.0
Als u besluit om de bevestigingsmiddelen zelf aan te draaien, maak dan altijd gebruik van een goede momentsleutel!
Aandrijfeenheid
OPMERKING
De aandrijfeenheid is onderhoudsvrij en mag alleen door een geautoriseerd service center worden onderhouden. Dit garandeert de kwaliteit en
veiligheid van de aandrijfeenheid. Probeer zelf nooit de aandrijfeenheid te openen, uit het frame te verwijderen of er aan te werken.
Andere componenten van de eBike-aandrijving (zoals de ketting, het voortandwiel, de cassette, de achterderailleur en de crankarmen) moeten
door uw Cannondale-dealer worden onderhouden.Vervangingsonderdelen moeten identiek zijn aan de originele Cannondale-specificaties voor
de fiets. Zie ook de paragraaf Specificaties.Vervanging met componenten die niet de originele specificaties hebben, kan leiden tot aanzienlijke
overbelasting of andere schade aan de aandrijfeenheid. Bij het ongeautoriseerd openen of onderhoud plegen aan de aandrijfeenheid vervalt de
garantie.
Het aandrijfsysteem zal niet werken als de computer niet goed in de houder is bevestigd. Als de computer wordt losgehaald van de stuurhouder
tijdens het rijden, zal het systeem zichzelf uitschakelen. Als dit gebeurt, moet u stoppen met fietsen, het systeem uitschakelen, de computer
opnieuw in de houder klikken en het systeem vervolgens weer aanzetten. Daarna kunt u uw rit vervolgen. Verwijder de computer als de fiets niet
in gebruik is om diefstal of ongewenst gebruik te voorkomen.
LET OP: De aandrijfeenheid maakt gebruik van een standaard ISIS-trapas. De ISIS crankarmen kunnen worden verwijderd en opnieuw worden
gemonteerd volgens de instructies van de fabrikant. De ISIS-as zelf kan echter niet uit de BOSCH aandrijfeenheid worden verwijderd. Deze
moet worden onderhouden door een geautoriseerd service center.
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
92
HeaDsHOk geVeerDe VOOrVOrk
Fatty met DL50
Uw E-series fiets is uitgerust met een Cannondale Headshok Fatty geveerde voorvork. De vork is voorzien van de DL50 dempingscartridge. De
grootte van de interne veer kan worden veranderd en aangepast aan het gewicht van de verschillende rijders om de prestaties te verbeteren.
De vork is geschikt voor een 700c-wiel. De bevestigingspunten voor de remmen zijn volgens de internationale standaard. De vork heeft
diverse bevestigingspunten voor accessoires zoals getoond in de figuur op de volgende pagina.
Bediening van de lockout:
Zie figuur 12. Met de lockout-hendel kan de veerweg van de vork worden ingeschakeld (on) en uitgeschakeld (off). Let erop
dat de hendel volledig naar het einde van één van de beide posities wordt gedraaid.
Veranderen van de positie van de hendel:
Verwijder het borgschroefje met een 3 mm inbussleutel en haal voorzichtig met uw vingers de hendel omhoog. Zet de hendel
terug in een andere positie terwijl u de nokjes aan de onderzijde uitlijnt met de grote moer bovenop de vork. Druk de hendel
op de grote moer. Plaats het borgschroefje terug en zet deze vast met 0,5 Nm (4 in Lbs).
Figuur 12.
OPMERKING
Forceer de hendel niet voorbij het eindpunt. Probeer niet de grote moer onder de hendel los te draaien. Deze is niet
geschroefd maar zit vastgeperst!
Verstellen van de stuurpen:
Zie figuur 13. De hoek waaronder het stuur staat kan verhoogd of verlaagd, afhankelijk van uw voorkeur. Om de hoogte van
het stuur te veranderen, draait u de klembout van de stuurpen (23) los en vervolgens kunt u het stuur omhoog of omlaag
zetten. Als het stuur in de gewenste positie staat, moet u een momentsleutel gebruiken om de klembout vast te zetten met
17-18 Nm.
AAN
UIT
17-18 Nm
Loctite 242
22
6 Nm
Loctite 242
23
6 Nm
Loctite 242
HD191/BLK
KF258/
2
4
3
6
1
11
10
9
8
KF241/
KF242/
KF243/
18
HD170/
19
20
13
14
15
9
12
12
21
KP285/ = 110mm
HD169/
QS*SEAL/
49 mm
41 mm
99
16
17
6
KF239/XL
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
93
1. Balhoofdbuis
2. Lockout-hendel
3. Stuurpen
4. Lagerpakking
5. Bovenste lagercup
6. Bovenste lager
7. Onderste lagercup
8. Onderste lager
9. Bovenste klem voor
de vorkhoes (49 mm)
10. Vorkhoes
11. Onderste klem voor
de vorkhoes (33 mm)
12. Bevestiging voor spatborden en
accessoires
13. Vorkpoot
14. Rembevestiging
15. Uitvaleinde
16. DL50 dempingcartridge
17. Veersteuntje
18. Veer met elastomeer
19. Vulring
20. Plug
21. Ringclip
22. Klembouten voor de stuurpen (2x)
23. Klembout voor de hoekverstelling van
de stuurpen
24. Klembouten voor het stuur (4x)
CARTRIDGE KIT
KF239/XL
HEADTUBE
LENGTH
134mm 160mm
CROWN HEIGHT 478mm 478mm
Item 99. NO YES
Z
K
L
I
E
G
P
O
D
H
J
N
A
B
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
94
tecHNIscHe INfOrmatIe
A - Lengte zadelbuis
B - Horizontale bovenbuis
D - Hoek balhoofdbuis
E - Hoek zadelbuis
G -Lengte balhoofdbuis
H - Wielbasis
I - Middenvoor
J - Lengte liggende achtervork
K - Daling trapas
L - Hoogte trapas
M - Voorvork
O - Stack
P - Reach
Z - Crown Height
Geometrie
Model
Size
(cm) A B E D P K M I L J Z G H O
MAVARO WOMEN’S
HEADSHOK
47 470 570 73.5 70 381.2 58 45 643 286 473 473 159.8 1109 637
53 530 578 73 70 383.2 58 45 645 286 473 473 159.8 1111 637
58 580 590 72.5 70 389.1 58 45 650 286 473 473 159.8 1117 637
MAVARO MENSEN
HEADSHOK/RIGID
52 520 585 74 71 401.0 58 45 652 286 473 473 159.8 1119 642
57 570 599 73.5 71.5 408.3 58 45 654 286 473 473 159.8 1121 644
62 620 618 73 72 420.5 58 45 661 286 473 473 159.8 1128 646
MAVARO CITY
HEADSHOK
44 440 570 73.5 70 381.2 58 45 643 286 473 473 159.8 1109 637
47 470 570 73.5 70 381.2 58 45 643 286 473 473 159.8 1109 637
53 530 578 73 70 383.2 58 45 645 286 473 473 159.8 1111 637
58 580 590 72.5 70 389.1 58 45 650 286 473 473 159.8 1117 637
TRAMOUNT S 38 578 73 70.5 379.9 65 45 637 308 482 134.4 1112 648
M 433 600 73 70.5 401.9 65 45 659 308 482 134.4 1134 648
L 475 622 73 70.5 423.9 65 45 681 308 482 134.4 1156 648
XL 525 644 73 70.5 445.9 65 45 703 308 482 134.4 1178 648
E-series Supplement bij de handleiding - 130374
ESPAÑOL ITALIANO NEDERLANDS FRANÇAIS DEUTSCH ENGLISH
95
Aandrijfeenheid (9) Drive Unit Cruise
Zaaknummer
0 275 007 020
0 275 007 022
Capaciteit W 250
Draaimoment aan
uitgaande as max.
Nm 48
Nominale spanning V= 36
Bedrijfstemperatuur °C –5...+40
Bewaartemperatuur °C 10...+50
Beschermingsklasse
IP 54 (stof- en spat-
waterbescherming)
Gewicht, ca. kg 4
Bedieningscomputer (3) Intuvia
Zaaknummer 1 270 020 906
Laadstroom USB-
aansluiting max.
mA 500
Laadspanning USB-
aansluiting
V 5
Bedrijfstemperatuur °C –5...+40
Bewaartemperatuur °C 10...+50
Beschermingsklasse
IP 54 (stof- en spat-
waterbescherming)
Gewicht, ca. kg 0.15
Verlichting*
Nominale spanning V 6
Capaciteit
–Voorlicht W 6.6
–Achterlicht W 0.6
*Afhankelijk van wettelijke regelingen niet in alle, per land
verschillende uitvoeringen via accu van eBike mogelijk
Drive Unit | Intuvia Technische gegevens
Specificaties
MODEL MAVARO TRAMOUNT
Drive (Motor Unit/Battery)
BOSCH Active Cruise 250W/
Powerpack 400 (A2 - rack type)
BOSCH Active Cruise 250W/
Powerpack 400 (A8-Standard)
Zadelpen 27.2 mm
Achtertandwielen / Achtertandwielen FSA Metropolis/ 11-36T, 10spd FSA CK-745/10 spd, 11-36T
Achterderailleurbevestiging
KP284/ KP173/
WAARSCHUWING
Kijk in uw Cannondale gebruikershandboek
voor meer informatie over de volgende specificaties:
Gebruiksdoel
(zie ook pagina 2) ASTM NIVEAU 2, algemeen gebruik ASTM NIVEAU 3, Hardtails
Gewichtslimieten
(Lbs/Kg)
RIDER (lbs/kg) LUGGAGE (lbs/kg) TOTAL (lbs/kg)
300/136 55/25 330/150
SERIAL
A5
A1
A8
A7
A2
Español ITalIaNo NEDERLANDS FRaNÇaIs DEUTsCH ENGlIsH
96
sleUtels
Uw E-series fiets wordt geleverd met een hoofdsleutel en een reservesleutel. De sleutels hebben een serienummer SERIAL.
De beide sleutels kunnen zowel worden gebruikt voor het slot in het achterwiel als voor het slot op het BOSCH accupakket. Noteer
het serienummer van de sleutel als referentie en voor eventuele vervanging van de sleutel.
Als uw sleutels verloren gaan of gestolen worden, of als u extra reservesleutels wilt, kunt u contact:
Informatie over vervanging door de
belangrijkste fabrikant:
http://www.axa-stenman.com
www.abus.com
http://www.trelock.de/web/en/services/
schluesselservice/schluesselservice.php
De sleutel uit het fietsslot in het achterwiel is niet te verwijderen tijdens het rijden (slot geopend).
OPMERKING
Rij niet met de sleutels in het slot van de accu.
Verwijder altijd de sleutel uit het slot na het
gebruik. Sleutels kunnen worden gestolen
of kunnen per ongeluk afbreken in het slot.
Bewaar de reservesleutel op een veilige plaats.
Schrijf hier SERIAL.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25

Cannondale E-Series de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor