Toro Emotion 43cm Lawn Mower Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
FormNo.3365-372RevA
Emotion43cmgazonmaaier
Modelnr.:21026—Serienr.:290003001enhoger
Modelnr.:21027—Serienr.:290003001enhoger
Gebruikershandleiding
Inleiding
Dezeloopmaaiermetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticulierenofprofessionele
bestuurders.Demachineisvoornamelijk
ontworpenvoorhetmaaienvangrasopgoed
onderhoudenparticuliereofcommerciëlegazons.
Demachineisnietontworpenvoorhetmaaienvan
borsteliggrasofvoorgebruikindelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruikenen
onderhoudenenomletselenschadeaandemachinete
voorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuisteen
veiligegebruikvandemachine.
UkuntrechtstreekscontactopnemenmetTorovia
www.Toro.comvoorinformatieoverproductenen
accessoires,omeendealertevindenofomuwproduct
teregistreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanToro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummerenhet
serienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.
Figuur1
1.Plaatjemetmodelnummerenserienummer
Ukunthetmodelnummerenhetserienummernoteren
inderuimtehieronder:
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
(
Figuur2)metdevolgendeveiligheidssymbolen,die
duidenopeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
VoormodelswaarvanhetaantalPKisaangegeven,
isdebrutoPKdoordemotorfabrikantgemetenin
laboratoriumomstandighedengemetenovereenkomstig
SAEJ1940.Omdatbijdeconguratierekening
isgehoudenmetdeveiligheids-,emissie-en
gebruiksvoorschriften,zaldemotorvandittype
gazonmaaiersindepraktijkveelminderPKhebben.
Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemaaier
kanletseltotgevolghebben.Houduaandeze
veiligheidsinstructiesomhetrisicoopletselte
verminderen.
Toroheeftdezemaaierontworpenvoorengetestop
veiliggebruik.Alsuzichechterniethoudtaande
volgendeinstructieskanditlichamelijkletseltotgevolg
hebben.
Hetisvanessentieelbelangdatueneventuele
anderegebruikersvandemaaierdeinhoudvandeze
handleidinglezenenbegrijpenvoordatdemotor
©2010—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
GedruktinPolen
Allerechtenvoorbehouden
voorheteerstwordtgestartommaximaleveiligheid
endebesteprestatiestegaranderenenzodatu
kennisoverhetproductopdoet.Letmenname
ophetsymboolvoorveiligheidswaarschuwingen
(
Figuur2)datVoorzichtig,Waarschuwingof
Gevaar–'instructievoorpersoonlijkeveiligheid'
kanbetekenen.Zorgdatudeinstructiesleest
enbegrijpt,ditisbelangrijkvoordeveiligheid.
Niet-nalevingvandeinstructiekanleidentot
lichamelijkletsel.
Algemeneveiligheidsregels
metbetrekkingtotde
maaimachine
DevolgendeinstructieszijnontleendaanEN836.
Dezemachinekanhandenenvoetenafsnijdenen
voorwerpenuitwerpen.Alsudeveiligheidsinstructies
nietopvolgt,kanditleidentoternstigofdodelijkletsel.
Instructie
•Leesdezehandleidingaandachtigdoor.Zorgervoor
datuvertrouwdraaktmetbedieningsorganenen
weethoeudemachinemoetgebruiken.
•Laatnooitkinderenofpersonendiedeinstructies
nietkennen,demaaimachinegebruiken.Voor
debestuurderkaneenwettelijkeminimumleeftijd
gelden.
•Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkisvoor
ongevallenofschadeaananderepersonenofhun
eigendommen.
•Zorgervoordatudeuitlegoverallepictogrammen
opdemaaimachineenindeinstructieshebtgelezen
enbegrepen.
Benzine
WAARSCHUWING:brandstofislichtontvlambaar.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregelen.
•Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
speciaaldaarvoorbedoeldzijn.
•Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
•Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Verwijder
nooitdedopvandebrandstoftankenvulnooit
benzinebijwanneerdemotorlooptofheetis.
•Probeerdemotorniettestartenalserbrandstofis
gemorst.Verwijderdemachinedanuitdebuurtvan
deplekwaarisgemorst,envoorkomelkevormvan
openvuurofvonkentotdatdebrandstofdampen
volledigzijnverdwenen.
•Doesteedsdedopweerzorgvuldigopbrandstoftanks
en-containers.
Vóóringebruikname
•Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroeken
stevigeschoenen.Draaggeenschoenenmetopen
tenenenloopnietopblotevoeten.
•Inspecteereerstgrondighetterreinwaarude
machinewiltgebruikenenverwijderallestenen,
takken,draden,bottenofanderevreemde
voorwerpen.
•Controleervóórgebruikaltijdofdebeschermplaten
enveiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleidersen
grasvangers,ophunplaatszittenennaarbehoren
werken.
•Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervang
versletenofbeschadigdemessenenboutenaltijdals
completesetomeengoedebalanstebehouden.
Starten
•Schakelallemes-enaandrijfkoppelingenuitenzet
deversnellingindeneutraalstandvoordatude
motorstart.
•Houddemaaimachinenietschuinalsudemachine
startofdemotoraanzet,behalvealsudemachine
schuinmoethoudenomtestarten.Houdde
machineindatgevalnietschuinerdannodigis,entil
alleendezijdeopdiehetverstvanuverwijderdis.
•Houdubijhetstartenofaanzettenvandemotor
zorgvuldigaandevoorschriftenenhouduwvoeten
uitdebuurtvandemaaimes(sen)ennietvóórhet
uitwerpkanaal.
Gebruiksaanwijzing
•Houdiedereenweguithetgebiedwaarinude
machinegebruikt,metnamekinderenenhuisdieren.
•Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
•Letopkuileninhetterreinenandereverborgen
gevaren.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvandraaiende
onderdelen.Blijfaltijduitdebuurtvande
afvoeropening.
•Umageenmaaimachinenooitoptillenofdragen
terwijldemotorloopt.
2
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
loopmaaimachineachteruitrijdtofnaaru
toetrekt.
•Lopen,nooitrennen.
•Hellingen:
–Maainietopaltesteilehellingen.
–Weesuiterstvoorzichtigophellingen.
–Maaidwarsovereenhelling,nooithellingopen
af,enweesuiterstvoorzichtigalsuopeenhelling
vanrichtingverandert.
–Zorgdatuophellingenaltijdstevigstaat.
•Zorgervoordathetmesstilstaatalsude
maaimachineschuinmoethoudenomoppervlakken
overtestekendienietmetgraszijnbegroeid,enals
udemachinenaarhetterreinbrengtwaarumoet
maaienofdaarweerweghaalt.
•Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampen
kunnenverzamelen.
•Zetdemotoraf,
–alsudemaaimachineachterlaat.
–voordatubrandstofbijvult.
–voordatudegrasvangerverwijdert.
–voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdievanaf
debestuurderspositiekanwordeningesteld.
•Zetdemotorafenmaakdebougiekabellos:
–voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt.
–voordatudemaaimachinecontroleert,reinigtof
erwerkzaamhedenaanverricht.
–alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraakt,moetu
demaaimachineopbeschadigingencontroleren
enreparatiesuitvoerenvoordatudemachine
opnieuwstartenweeringebruikneemt.
–alsdemaaimachineabnormaalbeginttetrillen
(directcontroleren).
•Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.
Alsubliksemzietofdonderhoortinhetgebied,
gebruikdemachinedanniet;gaschuilen.
•Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenweg
werktofdezeoversteekt.
Onderhoudenopslag
•Draaiallemoeren,boutenenschroevenregelmatig
strakaan,zodatdemachinesteedsveiligingebruikis.
•Gebruikgeenhogedrukalsuwerktuigenopde
machinereinigt.
•Alserzichbrandstofindetankbevindt,magude
machinenietopslaanineenafgeslotenruimtewaar
brandstofdampenincontactkunnenkomenmet
openvuurofvonken.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachineineen
afgeslotenruimteopslaat.
•Omhetrisicovanbrandteverminderen,moetude
motor,degeluiddemper,hetaccucompartimenten
debenzinetankvrijvangras,bladerenofovertollig
vethouden.
•Umoetdeonderdelenvandegrasvangerende
afvoergeleiderveelvuldigcontrolerenen,indien
nodig,vervangendooronderdelendiedefabrikant
heeftaanbevolen.
•Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
•Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
•Alshetnodigisdebrandstoftankaftetappen,doe
ditdanbuiten.
•Veranderdeinstellingenvandemotornieten
voorkomoverbelastingvandemotor.Laatdemotor
nietmeteentehoogtoerentallopenomdatditde
kansopongevallenkanvergroten.
•Letopdatbijmachinesmetmeerderemessenandere
messenkunnengaandraaiendoordatueenmes
draait.
•Weesvoorzichtigalsudemachineafsteltenvoorkom
datuwvingersbekneldrakentussendedraaiende
messenendevasteonderdelenvandemachine.
•Omdebesteprestatieseneenveiliggebruik
teverzekeren,dientuuitsluitendoriginele
Toro-onderdelenenaccessoirestegebruiken.
Gebruiknooit
uni v er sele
onderdelenen
accessoires;dezekunnendeveiligheidingevaar
brengen.
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan86dBA
uitophetgehoorvandegebruiker,meteen
onzekerheidswaarde(K)van1dBA.
Degeluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ENISO11201.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengegarandeerdgeluidsniveauvan
96dBA,meteenonzekerheidswaarde(K)van1dBA.
Hetgeluidsniveauwerdbepaaldvolgensdeprocedures
inISO11094.
3
Hand-armvibratie
Model21080
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=3,1m/s
2
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=2,2m/s
2
Onzekerheidswaarde(K)=1,6m/s
2
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeprocedures
inEN1032.
Model21090
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=3,0m/s
2
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=1,7m/s
2
Onzekerheidswaarde(K)=1,5m/s
2
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeprocedures
inEN1032.
Veiligheids-eninstructiestickers
Belangrijk:Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructiesbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkan
ontstaan.Vervangbeschadigdestickers.
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
110-9329
1.Omdemachineinwerkingtestellen,moetude
bedieningsstangindebedrijfsstandzetten,hetsleuteltje
inhetcontactstekenendemotorstarten.Alsde
bedieningsstangindebedrijfsstandwordtgezet,wordtde
koppelingingeschakeld,enmetdehandgreepwordtde
tractie-aandrijvingingeschakeld.Omdemotoraftezetten,
moetudebedieningsstangloslaten.
110-9333
1.Recyclen
2.Grasopvangen
112-8554
1.Vrijstandhandgreep
115-3114
1.LeesdeGebruikershandleiding.
2.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen—Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes—Trekdebougiekabellosenraadpleegde
instructiesvóóruservice-ofonderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
4
1.
2.
115-3116
3.
115-3116
1.Montagevandeaccu.
Montage
1
Dehandgreepassemblerenen
uitklappen
Geenonderdelenvereist
Procedure
WAARSCHUWING
Alsdehandgreepverkeerdwordtgeassembleerd
enuitgeklapt,kunnendekabelsschadeoplopen,
waardoordemachinenietveiligkanworden
gebruikt.
•Zorgervoordatudekabelsnietbeschadigtals
udehandgreepmonteertenuitklapt.
•Zorgervoordatdekabelslangsdebuitenkant
vandehandgreeplopen.
•Indieneenkabelisbeschadigd,moetucontact
opnemenmeteenerkendeServiceDealer.
1.Maakdevergrendelingenvandehandgreeplos,
zetdedelenvandehandgreepindebedrijfsstand,
bevestighetbovenstedeelvandehandgreepaanhet
onderstedeelvandehandgreepenvergrendelde
handgreep(
Figuur3).
5
Figuur3
1.Handgreepvergrendeling
(4)
2.Uiteindevanbovenste
deelvanhandgreep
2.Omdehoogtevandehandgreepintestellen,moet
udevergrendelingenvandebovenstehandgreep
losmaken;debovenstehandgreepomhoogdraaien
endezevastzettenineenstanddieuprettigvindt
(
Figuur4).
Figuur4
1.Hoogstestand3.Laagstestand
2.Middelstestand
Opmerking:Ukuntdebovenstehandgreepin
eenvandedriestandenzetten.Zethetmerkteken
opeenlijnmeteenvandedriemerktekensopde
binnenkantvandevergrendelingenvandebovenste
handgreep(
Figuur4).
Opmerking:Alseenhandgreephendelloszit,
moetudehendelopenenen1of2slagenrechtsom
draaienomdezevasttezettenendaarnadehendel
sluiten(
Figuur5).
Figuur5
2
Hetstartkoordmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Trekhetstartkoorddoordekoordgeleideropde
handgreep(Figuur6).
Figuur6
1.Startkoord
2.Koordgeleider
6
Opmerking:Omhetkoordgemakkelijkertekunnen
monteren,moetudebedieningsstangopdehandgreep
indrukken.
3
Graszakmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Bevestigdelipopdevoorkantvanhetgraszakframe
zoalswordtgetoondin(Figuur7).
Figuur7
1.Lip
4
Demotorbijvullenmetolie
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Demaaimachinewordtgeleverd
zonderolieinhetcarter.
1.Verwijderdepeilstok(Figuur8).
Figuur8
2.Gietlangzaamolieindevulbuistotdathetpeilde
VOL-markeringopdepeilstokbereikt(Figuur8).
Niettevolvullen.(Maximalevulhoeveelheid:
0,59l,type:SAE30Wreinigingsolie,met
onderhoudsclassicatieSF,SG,SH,SJ,SLvanhet
AmericanPetroleumInstitute(API)ofhoger.
3.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
Belangrijk:
V er v er s de motor olie na de eer ste 5
bedrijfsur en
;daarnamoetditelkjaargebeuren.
Zie"Demotorolieverversen".
5
Dezekeringmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Uitsluitendmodel21027
Demaaimachinewordtgeleverdmeteen40Azekering,
diehetelektrischestartsysteembeveiligt.
Belangrijk:Ukuntdemachinepasstartenmet
hetelektrischestartsysteemofdeaccuopladenals
dezekeringisgemonteerd.
1.Openhetaccudeksel(Figuur9).
7
Figuur9
1.Accudeksel3.Zekering
2.Zekeringhouder
2.Dezekeringhouderbevindtzichinde
linkerbovenhoekvandeopeningnaarhet
accucompartiment(Figuur9).
Opmerking:Dedraadnaardezekeringhouderis
kort;ukuntdezekeringhoudernietvollediguithet
accucompartimenttrekken.
3.Plaatsdezekeringindezekeringhouder(Figuur10).
Figuur10
Opmerking:Demaaimachinewordtgeleverdmet
eenzekeringinhetleveringspakket.
4.Plaatshetaccudeksel.
6
Accuopladen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Uitsluitendmodel21027
ZieAccuopladeninhethoofdstukOnderhoud.
8
Algemeenoverzicht
vandemachine
Figuur11
Model21027afgebeeld
1.Vergrendelingvande
onderstehandgreep(2)
8.Achterklep
2.Grasvanger
9.Maaihoogtehendel
3.Vergrendelingvande
bovenstehandgreep(2)
10.Peilstok/vulbuis(niet
afgebeeld)
4.Handgreepvanstartkoord
11.Dopvanbrandstoftank
5.Hendelvande
tractie-assist
12.Bougie
6.Bedieningsstangvoor
maaimes
13.Luchtî‚¿lter
7.Contactsleuteltje
(uitsluitendmodel21027)
14.Hendelvoor
recycling/opvangen
Speciî‚¿caties
Type
Gewicht
Lengte
BreedteHoogte
2102633kg165kg48cm109cm
2102733kg165kg48cm109cm
Gebruiksaanwijzing
Debrandstoftankvullen
GEVAAR
Benzineisuitermateontvlambaarenexplosief.
Brandofexplosievanbenzinekanbrandwonden
veroorzaken.
•Omtevoorkomendateenstatischeladingde
benzinetotontbrandingkanbrengen,moetu
hetbenzinevaten/ofdemaaimachinevoordat
udetankvultopdegrondplaatsen,nietopeen
voertuigofeenanderobject.
•Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Neemgemorstebenzineop.
•Rooknietalsuomgaatmetbenzine,enhoud
benzineuitdebuurtvanopenvuurofbrandstof.
•Bewaarbenzineineengoedgekeurdbenzinevat
enbuitenbereikvankinderen.
Vuldebrandstoftankmetverseloodvrije,normale
benzinevaneenbekendmerk(Figuur12).
Belangrijk:Omstartproblemenbijhetvolgende
seizoenteverminderen,moetuhetheleseizoen
eenstabilizertoevoegenaandebenzine.Gebruik
nooitbenzinedieouderisdan30dagen.
Figuur12
9
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Verwijderdepeilstokuitdebuisenveegdeze
schoon.Schuifdaarnadepeilstokweerhelemaal
terug(Figuur8).
2.Haaldepeilstokeruitencontroleerhetoliepeil
(
Figuur8).AlshetpeilonderdeBijvullen-markering
opdepeilstokstaat,gietdanlanzaamvoldoendeolie
indevulbuistotdathetpeildeVol-markeringhop
depeilstokbereikt.Niettevolvullen.(Maximale
vulhoeveelheid:0,59l,type:SAE30Wreinigingsolie,
metonderhoudsclassicatieSF,SG,SH,SJ,SLvan
hetAmericanPetroleumInstitute(API)ofhoger.
3.Plaatsdepeilstok.
Demaaihoogteinstellen
Ukuntdemachineinstellenopelkehoogtevan2,2cm
tot7.6cmomgrastemaaien.
WAARSCHUWING
Bijhetinstellenvandemaaihoogtekuntuin
aanrakingkomenmeteenbewegendmes.Ditkan
ernstigletselveroorzaken.
•Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
•Plaatsuwvingersnietonderdebehuizingalsu
demaaihoogteinstelt.
VOORZICHTIG
Alsdemotorheeftgelopen,kandegeluiddemper
heetzijnenernstigebrandwondenveroorzaken.
Blijfuitdebuurtvaneenhetegeluiddemper.
•MaaihetgrasmetinstellingC,D,ofE.Probeerhet
grasnietterecyclenbijdeinstellingenAofB.
•MaainietmeteenstandlagerdanC,tenzijde
grasmatdunis,ofalslaatinhetnajaariswanneer
hetgraslangzamerbeginttegroeien.Maailang
graseerstmeteenhogeremaaihoogtestandenloop
langzamer;maaidaarnanogmaalsmeteennormale
maaihoogte.Alsutehooggrasmaait,kande
maaimachineverstoptrakenendemotorafslaan.
Opmerking:MethetSmartWheell
®
berekentude
juisteinstellingomzekertezijndatnietmeerdan1/3
vandegrassprietenwordtafgesneden(
Figuur13).
Figuur13
1.Maaihoogtehendel
4.Maaimachinehogerof
lagerzetten
2.Maaihoogteknop
5.SmartWheel
3.Maaihoogteschaal
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Rijddemaaimachineophetgrasenstopzodrahet
SmartWheelsymboolrechtopstaat(Figuur13).
3.Vergelijkdepuntenvandegrassprietenmetdeletter
ophetSmartWheel.DeletterophetSmartWheel
dieovereenkomtmetdepuntenvandegrassprieten
geeftdejuistemaaihoogteaan.
4.Drukopdemaaihoogteknopenhoudde
maaihoogtehendelvastommaaihoogteomhoogof
omlaagintestellen.(
Figuur13).
5.Omdemaaimachineindegewenstemaaihoogtestand
tezetten,druktudemaaihoogtehendelomhoog
ofomlaag.Gebruikhierbijdemaaihoogteschaal
(Figuur13).
10
Motorstarten
1.Houddebedieningsstangvanhetmaaimestegende
handgreep(Figuur14).
Figuur14
2.Trekhetstartkoorduit(Figuur15)ofdraai
hetsleuteltjezoalswordtgetoondin
Figuur16
(uitsluitendmodel21027).
Figuur15
Figuur16
Opmerking:Alsdemotornietwilstarten,moetu
contactopnemenmeteenerkendeservicedealer.
Zelfaandrijvinggebruiken
Omdezelfaandrijvingteactiveren,looptueenvoudig
vooruitmetuwhandenophetbovenstedeelvan
dehandgreepenuwellebogennaastuwlichaam;
demaaimachinerichtzichautomatischnaaruw
loopsnelheid(Figuur17).
Figuur17
Motorafzetten
1.Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos
(Figuur18).
Figuur18
2.Alsdemotorafslaat,moetuhetcontactsleuteltje
verwijderenalsudemaaimachineachterlaat.
Belangrijk:Alsudebedieningsstangloslaat,
moetendemotorenhetmesbinnen3seconden
stoppen.Alsditnietgebeurt,magudemachine
nietverdergebruikenenmoetucontact
opnemenmeteenerkendeServiceDealer.
11
Maaiselrecyclen
Alsdemachinewordtgeleverd,isdezegereedom
maaiselenbladafvalnaarhetgazonterecyclen.
Opmerking:Degrasvangerkanopdemaaimachine
blijvenalsuhetmaaiselgaatrecyclen.
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Drukopdeknopopdehendelvoor
recycling/opvangenenzetdehendelinde
recyclingmodus(
Figuur19).
Figuur19
1.Recycling-modus
2.Opvangmodus
Hetmaaiselopvangen
Gebruikdegrasvangeralsumaaiselenbladafvalwilt
verzamelen.
WAARSCHUWING
Dooreenversletengrasvangerkunnensteentjes
enanderevoorwerpenwordenuitgeworpenin
derichtingvandegebruikerofdeomstanders.
Uitgeworpenvoorwerpenkunnenernstig
lichamelijkofdodelijkletseltoebrengenaande
gebruikerofomstanders.
Controleerdegraszakregelmatig.Plaatseen
nieuweToro-grasvangeralsdeoudeisbeschadigd.
WAARSCHUWING
Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Omhetmaaiseloptevangen,moetudegrasvanger
monteren(zieMontagevandegrasvanger).Drukop
deknopopdehendelvoorrecycling/opvangenen
zetdehendelindeopvangmodus(Figuur19).
Montagevandegrasvanger
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Zetdeachterklepomhoogenhoudhemindeze
positie;monteerdegrasvangeropdehendelenzet
deachterklepomlaag(Figuur20).
Figuur20
Degraszakverwijderen
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Tildegrasvangeromhoogentrekdezelosvande
hendel.
Opmerking:Kanteldegrasvangerietsnaar
achterenomtevoorkomendathetverzamelde
maaiseleruitvalt.
12
Achteruitworpgebruiken
Gebruikdeachteruitworpalsuzeerhooggrasmaait.
Alsdegrasvangeropdemachinezit,moetudie
verwijderen(zieGrasvangerverwijderen)voordatude
achteruitworpgebruikt(Figuur21).
Figuur21
Opmerking:Dehendelvoorrecyclen/opvangen
moetindeopvangmodus(
Figuur19)staan.
WAARSCHUWING
Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
Tipsvoorbedieningengebruik
Algemenemaaitips
•Verwijderstokken,stenen,draden,takkenenander
vuildiehetmeskanraken,uithetwerkgebied.
•Zorgervoordathetmesgeenvastevoorwerpen
raakt.Maainooitmetopzetovervoorwerpen.
•Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraaktof
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
debougiekabellosmakenendemaaimachineop
beschadigingcontroleren.
•Debesteresultatenkrijgtudooreennieuwmeste
monterenvoordathetmaaiseizoenbegint.
•Vervangindiennodighetmaaimesdooreen
Toro-mes
Grasmaaien
•Umoettelkensnietmeerdanongeveereenderde
vandegrassprietenafmaaien.Maainietmeteen
standlagerdanC,tenzijdegrasmatdunis,ofalslaat
inhetnajaariswanneerhetgraslangzamerbegintte
groeien.ZieDemaaihoogteinstellen.
•Alsugraswiltmakendatlangerdan15cmis,
moetumaaienbijdemaximalemaaihoogteeneen
langzamereloopsnelheid.Vervolgensgaatumaaien
bijeenlageremaaihoogteomhetgazoneenzofraai
mogelijkuiterlijktegeven.Alshetgrastehoogis,
kandemaaimachineverstoptrakenendemotor
afslaan.
•Maaiuitsluitenddrooggrasofdrogebladeren.Nat
grasennattebladerengaanaankoeken,waardoorde
maaimachineverstoptkanrakenofdemotorkan
afslaan.
WAARSCHUWING
Alsunatgrasennattebladerenmaait,kuntu
uitglijden,inaanrakingkomenmethetmesen
ernstigletseloplopen.Maaiuitsluitendindroge
omstandigheden.
•Maaisteedsinwisselenderichtingen.Hierdoor
wordthetmaaiselbeteroverhetgazonverstrooid,
zodathetgazongelijkmatigwordtbemest.
•Alsumethetuiterlijkvanhetvoltooidegazonniet
tevredenbent,probeerdaneenofmeervande
volgendestappen:
–Vervanghetmaaimesoflaathetslijpen.
–Looplangzamertijdenshetmaaien.
–Steldemaaimachineinopeenhogere
maaihoogte.
–Maaihetgrasvaker.
–Laatdemaaibanenoverlappeninplaatsvan
steedseenvolledignieuwebaantemaaien.
–Steldemaaihoogtebijdevoorwielenéénstand
lagerindanbijdeachterwielen.Bijvoorbeeld:zet
devoorwielenopmaaistandCendeachterwielen
opmaaistandD.
Bladerenî‚¿jnmaken
•Nahetmaaienmoetaltijd50%vanhetgazon
zichtbaarblijvendoordebladerlaag.Ditkaneenof
meerdererondgangenoverdebladerenvereisen.
•Alsereenlaagbladerenvanmeerdan13cmop
hetgazonligt,moetudevoorwieleneenoftwee
uitsparingenhogerzettendandeachterwielen.
•Alsdemaaimachinedebladerennietjngenoeg
maakt,ishetbeteromwatlangzamertemaaien.
13
Onderhoud
Opmerking:Determinetheleftandrightsidesofthemachinefromthenormaloperatingposition.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste5bedrijfsuren
•Verversdemotorolie.
Bijelkgebruikofdagelijks
•Hetmotoroliepeilcontroleren.
•Controleerofdemotorbinnen3secondenstoptnadatudebedieningsstangvan
hetmaaimeshebtlosgelaten.
•Maaidekreinigen.
Omde25bedrijfsuren
•Laaddeaccugedurende24uurop(uitsluitendmodel21027).
•Vervanghetmaaimesoflaathetslijpen(vakeralsdesnijrandsnelbotwordt).
Omde50bedrijfsuren
•Verversdemotorolie.
Omde100bedrijfsuren
•Reinighetkoelsysteem(ziedegebruikershandleidingvandemotor).
•Vervangdebougie(ziedegebruikershandleidingvandemotor).
Vóórdestalling
•Laatdebenzineuitdebrandstoftanklopenvoordatuvereistereparatiesuitvoertof
demachinestalt.
Jaarlijks
•Vervanghetltervakeralsdemaaieronderzeerstofgeomstandighedenwordt
gebruikt.
•Controleerdebougie(ziedegebruikershandleidingvandemotor).
•Tandwieloverbrengingsmeren.
•ZiedeGebruikershandleidingvandemotorvooreventueleverdere
onderhoudsprocedures.
Belangrijk:Ziede
ge br uik er shandleiding v an de motor
voorverdereonderhoudsprocedures.
Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Trekdebougiekabellosvandebougie(Figuur22)
voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
Figuur22
3.Nadatudeonderhoudswerkzaamhedenhebt
uitgevoerd,moetudekabelweeraansluitenopde
bougie.
Belangrijk:Voordatudemachinekanteltom
olieteverversenofhetmestevervangen,moet
udemachinegebruikentotdatdebenzinetank
leegis.Alsudemachinemoetkantelenvoordat
debenzinetankleegis,dientudebenzinemet
eenhandpompuitdetanktepompen.Kantel
demaaimachinealtijdopdezijkant,methet
luchtlternaarboven.
WAARSCHUWING
Alsudemachinekantelt,kanerbenzineuit
detanklekken.Benzineisontvlambaaren
explosiefenkanbrandwondenveroorzaken.
Laatdemotordrooglopenofpompdebenzine
meteenhandpompuitdetank.Gebruiknooit
eenhevel.
Hetluchtî‚¿ltervervangen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
1.Voerdevoorbereidingenvoorhet
onderhouduit,zie"Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden".
2.Openhetluchtlterdekselenverwijderhetoude
luchtlter(Figuur23).
14
Figuur23
3.Monteereennieuwluchtlterenplaatshet
luchtlterdekselterug.
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Voordatudeolieververst,moetudemotorenkele
minutenlatenlopenzodatdeoliewarmwordt.Warme
oliestroomtbeterenvoertvervuilingenbetermee.
1.Voerdevoorbereidingenvoorhetonderhouduit,zie
Voorbereidingenvooronderhoudswerkzaamheden.
2.Verwijderdepeilstok(
Figuur8).
3.Kanteldemachineopdezijkant(methetluchtlter
naarboven)omdeoudeolieviadevulbuiswegte
latenlopen(Figuur24).
Figuur24
4.Nadatdeolieisafgetapt,zetudemaaimachineterug
indewerkstand.
5.Gietlangzaamolieindevulbuistotdathetpeilde
VOL-markeringopdepeilstokbereikt(
Figuur8).
Niettevolvullen.(Maximalevulhoeveelheid:
0,59l,type:SAE30Wreinigingsolie,met
onderhoudsclassicatieSF,SG,SH,SJ,SLvanhet
AmericanPetroleumInstitute(API)ofhoger.
6.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
7.Geefdeoudeolieafbijeenerkendinzamelpunt.
Deaccuopladen
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Uitsluitendmodel21027
Gebruikdeacculaderaltijdopeenbeschutteplaatsen
laaddeaccu24uuropbijkamertemperatuur(70°F)
indienditmogelijkis.
1.Openhetdekselvandeaccubehuizing(Figuur25).
Figuur25
2.Verwijderdeaccuuitdeaccubehuizingenmaak
deaccukabellosvandekabelvandemaaimachine
(
Figuur26).
Figuur26
3.Sluitdeacculaderaanopdeaccu(Figuur27).
15
Figuur27
4.Steekdeopladerineenstopcontactenlaaddeaccu
24uurop(
Figuur27).
Opmerking:Alsdeaccunietmeerkanworden
opgeladen,moetudezeafvoerenofverwerken
volgensdeplaatselijkgeldendevoorschriften.
5.Sluitdeaccukabelaanopdekabelvande
maaimachineenplaatsdeaccuindebakinde
accubehuizing.
6.Openhetdekselvandeaccubehuizing.
Dezekeringvervangen
Uitsluitendmodel21027
Alsdeaccunietoplaadtofdemotornietgaatlopen
metbehulpvandeelektrischestarter,isdezekering
waarschijnlijkdoorgebrand.Monteereennieuwe40A
insteekzekering.ZieZekeringmonteren.
Tandwieloverbrengingsmeren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
1.Maakdewielboutenopdeachterwielenlosen
verwijderdeachterwielen.
2.Smeerolieopdetandwieloverbrengingzoalswordt
getoondinFiguur28.
Figuur28
3.Monteerdeachterwielen.
Dezelfaandrijvingafstellen
Alsdezelfaandrijvingvanuwmaaimachinenietgoed
werkt,moetudekabelvandezelfaandrijvingafstellen.
1.Draaideborgmoermetdehandlos(
Figuur29).
Figuur29
1.Stelmoer
2.Borgmoer
2.Steldezelfaandrijvingmetdestelmoeraf.
•Alsdeachterwielennietnaarachterendraaienals
udemaaimachineachterwaartstrekt,moetude
stelmoer1tot3slagenlinksomdraaien(vanuit
16
debedieningspositie),afhankelijkvandemate
waarincorrectieisvereist.
•Alsdezelfaandrijvingvandemaaimachine
nietwerkt,moetudestelmoer1tot3slagen
rechtsomdraaien(vanuitdebedieningspositie),
afhankelijkvandematewaarincorrectieis
vereist.
3.Startdemaaimachineengebruikdezelfaandrijving
omdeafstellingtecontroleren.
Opmerking:Alsdezelfaandrijvingnietgoedis
afgesteld,moetudezeprocedureherhalen
2.
4.Alsdezelfaandrijvinggoedisafgesteld,moetude
stelmoermetdehandvastdraaien.
Opmerking:Alsdezelfaandrijvingvanuw
maaimachinenadezeprocedurenogsteedsnietgoed
werkt,moetucontactopnemenmeteenerkendeService
Dealer.
Hetmaaimesvervangen
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Vervang
hetmaaimesoflaathetslijpen(vaker
alsdesnijrandsnelbotwordt).
Belangrijk:
U he bt een momentsleutel nodig om
het mes op cor r ecte wijz e te monter en
.Alsugeen
momentsleutelhebtofnietgoedweethoeude
montagemoetuitvoeren,kuntucontactopnemen
meteenerkendeservicedealer.
Controleerhetmeswanneerdebenzinetankleegis.
Eenbeschadigdofgescheurdmesmoetdirectworden
vervangen.Alsdesnijrandbotisofbramenvertoont,
moetuhetmeslatenslijpenofvervangen.
WAARSCHUWING
Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.
Gebruikhandschoenenalsuhetmesmonteert.
1.Maakdebougiekabellosvandebougie.Zie
Voorbereidingenvooronderhoudswerkzaamheden.
2.Kanteldemaaimachinealtijdopdezijkantmethet
luchtlternaarboven(Figuur30).
Figuur30
3.Verwijderhetmesenbewaaralle
bevestigingselementen.
4.Monteerhetnieuwemesenalle
bevestigingselementen.
Belangrijk:Degebogenuiteindenvanhetmes
moetennaardebehuizingvandemaaimachine
wijzen.
5.Gebruikeenmomentsleutelomdemesboutvast
tedraaienmeteentorsievan50Nm.
Belangrijk:Zethetmesvastmeteenstukhout
enplaatsuwvollegewichtachterde(dop)sleutel
omdeboutgoedvasttedraaien.
Benzineaftappenuitde
brandstoftank
1.Zetdemotorafenwachttotdezeisafgekoeld
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
4.Gebruikeenhandpomp,omdebrandstofineen
schoon,goedgekeurdbenzineopslagvatoverte
hevelen.
5.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
6.Laatdemotordraaientotdatdezeafslaat.
7.Startdemotorweer,omzekertezijndatergeen
benzinemeerindecarburatorisachtergebleven.
Demaaimachinereinigen
Wassen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Maaidekreinigen.
17
WAARSCHUWING
Erkanmateriaallosrakendatzitvastgekoektaan
deonderkantvandemaaimachine.
•Draagoogbescherming.
•Blijfindebedieningspositie(achterde
handgreep)staanalsdemotorloopt.
•Houdomstandersuitdebuurt.
Omdebesteresultatenteverkrijgen,dientudemachine
tereinigenzodrauklaarbentmetmaaien.
1.Verwijderdegrasvangeralsdezenogaandemaaier
isbevestigd.
2.Zetdemachineindelaagstemaaistand.ZieDe
maaihoogteinstellen.
3.Plaatsdemaaimachineopeenvlakkeenverharde
ondergrond.
4.Bevestigeentuinslangdieaangeslotenopeenkraan,
aandewasaansluitingopdemaaikast(
Figuur31).
Figuur31
1.Wasaansluiting
5.Draaidekraanopen.
6.Startdemotorenlaatdezelopentotdatergeen
maaiselmeeronderdemaaikastvandaankomt.
7.Zetdemotoraf.
8.Draaidekraandichtenmaakdetuinslanglosvande
maaimachine.
9.Startdemotorenlaatdezeeenpaarminutenlopen
omdemaaikasttedrogenzodatdezenietgaat
roesten.
Schrapen
WAARSCHUWING
Alsdemaaimachinekantelt,kanerbenzineuit
decarburateurofbenzinetanklekken.Benzine
isuitermateontvlambaarenexplosiefenkanin
bepaaldeomstandighedenlichamelijkletselof
materiëleschadeveroorzaken.
Laatdemotordrooglopenofpompdebrandstof
meteenhandpompuitdetank.Gebruiknooiteen
hevel.
1.Voerdevoorbereidingenvoorhet
onderhouduit,zie"Voorbereidingenvoor
onderhoudswerkzaamheden".
2.Verwijderdegrasvanger
3.Tapdebenzineafuitdebrandstoftank.
4.Kanteldemaaimachinealtijdopdezijkantmethet
luchtlternaarboven.
5.Verwijdervuilenmaaiselmeteenhardhoutenof
plasticschraper.Vermijdbramenenscherperanden.
6.Spuitdeonderkantvandemaaikastschoonmet
water.
Belangrijk:Verdraaihetmaaimeszomin
mogelijkomlaterproblemenmethetstartente
voorkomen.
7.Zetdemaaimachineweerrechtop.
18
Stalling
Staldemaaimachineopeenkoele,schoneendroge
plaats.
Voorbereidingenvoorstalling
WAARSCHUWING
Benzinedampenkunnentotontplofngkomen.
•Bewaarbenzinenietlangerdan30dagen.
•Staldemaaimachinenooitineenafgesloten
ruimteindenabijheidvanopenvuur.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachine
stalt.
1.Alsudetankvoordelaatstekeervanhetjaarvult,
moetueenstabilizertoevoegenaandebenzine
volgensdevoorschriftenvandefabrikant.
2.Laatdemotorlopentotdathijafslaatdoorgebrek
aanbenzine.
3.Gebruikdehulpstarterenstartdemotornogmaals.
4.Laatdemotorlopentotdatdezeafslaat.Als
demotornietmeerwilstarten,isdebrandstof
voldoendeverbruikt.
5.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
6.Verwijderdebougie,giet30mlolieinhetbougiegat
entrekverschillendekerenlangzaamaanhet
startkoordomdeolieoverdecilinderwandte
verspreidenteneindecorrosieindestallingsperiode
tevoorkomen.
7.Monteerdebougiezonderdezevasttedraaien.
8.Draaiallemoeren,boutenenschroevengoedaan.
9.Laaddeaccuvoorheteerstegebruikgedurende
24uurop,haalvervolgensdeacculaderuithet
stopcontactenstaldemachineineenonverwarmde
ruimte.Alsudemachineineenverwarmderuimte
stalt,moetudeaccuomde90dagenopladen
(uitsluitendmodel21027).
Demaaimachineuitdestalling
halen
1.Verwijderdebougieendraaidemotorsnelrondmet
behulpvanhetstartkoordomovertolligeolieuitde
cilinderteverwijderen.
2.Plaatsdebougieendraaihemmetbehulpvaneen
momentsleutelvastmeteentorsievan20Nm.
3.Laaddeaccugedurende24uurop(uitsluitendmodel
21027).
4.Sluitdekabelaanopdebougie.
19
Lijstmetinternationaledealers
Dealer:Land:
Telefoonnummer:
AtlantisSuveSulamaSisstemleriLt
Turkije902163448674
BalamaPrimaEngineeringEquip.Hongkong85221552163
B-RayCorporation
Korea82325512076
CascoSalesCompany
PuertoRico7877888383
CeresS.A.CostaRica
5062391138
CSSCTurfEquipment(pvt)Ltd.SriLanka
94112746100
CyrilJohnston&Co.
Noord-Ierland442890813121
EquiverMexico525553995444
FemcoS.A.Guatemala
5024423277
G.Y.K.CompanyLtd.
Japan81726325861
GeomechanikiofAthensGriekenland
30109350054
GuandongGoldenStarChina
862087651338
HakoGroundandGarden
Zweden4635100000
HakoGroundandGarden
Noorwegen4722907760
HayterLimited(U.K.)
VerenigdKoninkrijk441279723444
HydroturfInt.CoDubai
VerenigdeArabischeEmiraten97143479479
HydroturfEgyptLLC
Egypte2025194308
IbeaS.P.A.
Italië390331853611
IrriamcPortugal351212388260
IrrigationProductsInt'lPvtLtd.India862283960789
JeanHeybroekBV.Nederland31306394611
Lely(U.K.)Limited
VerenigdKoninkrijk441480226800
MaquiverS.A.Colombia
5712364079
MaruyamaMfg.Co.Inc.
Japan81332522285
MetraKft
Hongarije3613263880
Mountî‚¿elda.s.
Tsjechië420255704220
MunditolS.A.
Argentinië541148219999
OslingerTurfEquipmentSA
Ecuador59342396970
OyHakoGroundandGardenAb
Finland35898700733
ParklandProductsLtd.Nieuw-Zeeland6433493760
Prochaska&CieOostenrijk
4312785100
RTCohen2004Ltd.
Israël97298617979
Riversa
Spanje
34952837500
RothMotorgerateGmBh&Co.
Duitsland4971442050
ScSvendCarlsenA/S
Denemarken4566109200
SolvertS.A.S.
Frankrijk33130817700
SpyprosStavrinidesLimitedCyprus
35722434131
SurgeSystemsIndiaLimited
India911292299901
T-MarktLogisticsLtd.Hongarije3626525500
ToroAustraliaAustralië61395807355
ToroEuropeBVBABelgië3214562960
374-0269RevA
ToroGarantie
Voorwaardenenproductenwaarvoordegarantiegeldt
TheToro®CompanyendehieraangelieerdeondernemingToro
WarrantyCompany,gevenkrachtenseenovereenkomsttussenbeide
ondernemingengezamenlijkdegarantiealleonderstaandeToro-producten
tereparerenalsdezemateriaalgebrekenoffabricagefoutenvertonen,mits
hetproductuitsluitendvoorhuiselijkedoeleinden*isgebruikt.
Devolgendeperiodenzijnvantoepassingvanafdedatumvanaankoop:
Producten
Garantieperiode
Motorgazonmaaiers2jaargarantie
Riders2jaargarantie
Gazon-&Tuintractoren
2jaargarantie
Elektrischetrimmersenbladblazers2jaargarantie
Sneeuwruimers
2jaargarantie
ZeroTurnmaaiers2jaargarantie
*DeoorspronkelijkekoperisdepersoondiehetToroproductoorspronkelijk
heeftgekocht
*Normalehuiselijkedoeleindenbetekentgebruikvanhetproductop
hetterreindatbijuwhuishoort.Gebruikopmeerdanéénlocatieof
gebruikopeenwerkplaatsofgebruikvoorverhuurwordtalscommercieel
gebruikbeschouwd.Hieropisdegarantievoorcommercieelgebruikvan
toepassing.
Garantievoorcommercieelgebruik
ToroOpconsumentenproductenenwerktuigendiewordengebruiktvoor
commerciëleeninstitutioneledoeleindenofwordenverhuurd,wordt
garantieverleendtegenmateriaalgebrekenenfabricagefoutengedurende
devolgendeperiodenvanafdedatumvandeoorspronkelijkeaankoop:
Producten
Garantieperiode
Motorgazonmaaiers90dagengarantie
Riders90dagengarantie
Gazon-&Tuintractoren
90dagengarantie
Elektrischetrimmersenbladblazers90dagengarantie
Sneeuwruimers
90dagengarantie
ZeroTurnmaaiers45dagengarantie
Aanwijzingenvooraanvraagvangarantieservice
AlsuvanmeningbentdateenToroproductmateriaalgebrekenof
fabricagefoutenvertoont,moetudezeprocedurevolgen:
1.Neemcontactopmetdeverkoperomhetproducttelatennakijken
ofterepareren.Alsuomwatvoorredendanookgeencontactkunt
opnemenmetdeverkoper,neemdancontactopmeteenandere
erkendeToro-dealeromonderhoudtelatenplegen.
2.Brenghetproductmetuwaankoopbewijs(kwitantie)naarde
servicedealer.Alsuomenigeredenontevredenbentoverhet
onderzoekvandeservicedealerofdeverleendehulp,verzoekenwij
ucontactmetonsoptenemenvia:
CustomerCareDepartment,ConsumerDivision
TheToroCompany
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196VS
Manager:TechnicalProductSupport:001–952–887–8248
Ziebijgevoegdelijstmetdealers
Plichtenvandeeigenaar
UdientuwToroproductteonderhoudenzoalswordtbeschrevenin
deGebruikershandleiding.Ditroutineonderhoudisvooruwrekening,
ongeachtofditwordtuitgevoerddoordedealerofuzelf.
Zakenengevallendienietonderdegarantievallen
Buitendezeexplicietegarantievallen:
•Dekostenvoorregelmatigonderhoudofonderdelendieaanslijtage
onderhevigzijn,zoalsrotormessen(schoepen),schrapermessen,
riemen,brandstof,smeermiddelen,olieverversen,bougies,
kabels/koppelingenofafstellingvanremmen
•Elkproductofonderdeeldatisveranderdofverkeerdisgebruikt
enmoetwordenvervangenofwordengerepareerdalsgevolgvan
ongelukkenofgebrekkigonderhoud.
•Reparatiedienoodzakelijkisomdatoudebrandstof(ouderdanéén
maand)isgebruiktofhetbrandstofsysteemnietgoedisvoorbereid
opeenperiodevanbuitengebruikstellingvanlangerdanéénmaand.
•Motorentransmissie.Dezevallenonderdetoepasselijke
fabrieksgarantiemetapartealgemenevoorwaarden
Allereparatiewerkzaamhedendieonderdezegarantievallen,moeten
wordenuitgevoerddooreenErkendeToroservicedealer,waarbijToro
goedgekeurdevervangingsonderdelendienentewordengebruikt.
Algemenevoorwaarden
Dekoperwordtbeschermddoordenationalewetgevingvanelkland.
Derechtenwaaroverdekoperbeschiktopgrondvandezewetgeving,
wordennietbeperktdoordezegarantie.
374-0268RevA

Documenttranscriptie

Form No. 3365-372 Rev A Emotion 43 cm gazonmaaier Modelnr.: 21026—Serienr.: 290003001 en hoger Modelnr.: 21027—Serienr.: 290003001 en hoger Gebruikershandleiding Inleiding Modelnr.: Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren of professionele bestuurders. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere of commerciële gazons. De machine is niet ontworpen voor het maaien van borstelig gras of voor gebruik in de landbouw. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren. Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. Serienr.: Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Figuur 2 1. Veiligheidssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. Voor models waarvan het aantal PK is aangegeven, is de bruto PK door de motorfabrikant gemeten in laboratoriumomstandigheden gemeten overeenkomstig SAE J1940. Omdat bij de configuratie rekening is gehouden met de veiligheids-, emissie- en gebruiksvoorschriften, zal de motor van dit type gazonmaaiers in de praktijk veel minder PK hebben. Veiligheid Onjuist gebruik of onderhoud van deze maaier kan letsel tot gevolg hebben. Houd u aan deze veiligheidsinstructies om het risico op letsel te verminderen. Figuur 1 1. Plaatje met modelnummer en serienummer U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder: Toro heeft deze maaier ontworpen voor en getest op veilig gebruik. Als u zich echter niet houdt aan de volgende instructies kan dit lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Het is van essentieel belang dat u en eventuele andere gebruikers van de maaier de inhoud van deze handleiding lezen en begrijpen voordat de motor © 2010—The Toro® Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420 Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) Gedrukt in Polen Alle rechten voorbehouden voor het eerst wordt gestart om maximale veiligheid en de beste prestaties te garanderen en zodat u kennis over het product opdoet. Let men name op het symbool voor veiligheidswaarschuwingen (Figuur 2) dat Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid' kan betekenen. Zorg dat u de instructies leest en begrijpt, dit is belangrijk voor de veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk letsel. open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. • Doe steeds de dop weer zorgvuldig op brandstoftanks en -containers. Vóór ingebruikname • Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten. • Inspecteer eerst grondig het terrein waar u de machine wilt gebruiken en verwijder alle stenen, takken, draden, botten of andere vreemde voorwerpen. Algemene veiligheidsregels met betrekking tot de maaimachine • Controleer vóór gebruik altijd of de beschermplaten en veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders en grasvangers, op hun plaats zitten en naar behoren werken. De volgende instructies zijn ontleend aan EN 836. Deze machine kan handen en voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Als u de veiligheidsinstructies niet opvolgt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. • Controleer vóór het gebruik de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of beschadiging. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden. Instructie • Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met bedieningsorganen en weet hoe u de machine moet gebruiken. Starten • Laat nooit kinderen of personen die de instructies niet kennen, de maaimachine gebruiken. Voor de bestuurder kan een wettelijke minimumleeftijd gelden. • Schakel alle mes- en aandrijfkoppelingen uit en zet de versnelling in de neutraalstand voordat u de motor start. • Houd de maaimachine niet schuin als u de machine start of de motor aanzet, behalve als u de machine schuin moet houden om te starten. Houd de machine in dat geval niet schuiner dan nodig is, en til alleen de zijde op die het verst van u verwijderd is. • Onthoud dat de bestuurder verantwoordelijk is voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen. • Zorg ervoor dat u de uitleg over alle pictogrammen op de maaimachine en in de instructies hebt gelezen en begrepen. Benzine • Houd u bij het starten of aanzetten van de motor zorgvuldig aan de voorschriften en houd uw voeten uit de buurt van de maaimes(sen) en niet vóór het uitwerpkanaal. WAARSCHUWING: brandstof is licht ontvlambaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen. Gebruiksaanwijzing • Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die speciaal daarvoor bedoeld zijn. • Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine gebruikt, met name kinderen en huisdieren. • Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. • Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. • Let op kuilen in het terrein en andere verborgen gevaren. • Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of heet is. • Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening. • Probeer de motor niet te starten als er brandstof is gemorst. Verwijder de machine dan uit de buurt van de plek waar is gemorst, en voorkom elke vorm van • U mag een maaimachine nooit optillen of dragen terwijl de motor loopt. 2 • Als er zich brandstof in de tank bevindt, mag u de machine niet opslaan in een afgesloten ruimte waar brandstofdampen in contact kunnen komen met open vuur of vonken. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte opslaat. • Om het risico van brand te verminderen, moet u de motor, de geluiddemper, het accucompartiment en de benzinetank vrij van gras, bladeren of overtollig vet houden. • U moet de onderdelen van de grasvanger en de afvoergeleider veelvuldig controleren en, indien nodig, vervangen door onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen. • Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog op een veilig gebruik. • Vervang geluiddempers die gebreken vertonen. • Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit dan buiten. • Verander de instellingen van de motor niet en voorkom overbelasting van de motor. Laat de motor niet met een te hoog toerental lopen omdat dit de kans op ongevallen kan vergroten. • Let op dat bij machines met meerdere messen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait. • Wees voorzichtig als u de machine afstelt en voorkom dat uw vingers bekneld raken tussen de draaiende messen en de vaste onderdelen van de machine. • Om de beste prestaties en een veilig gebruik te verzekeren, dient u uitsluitend originele Toro-onderdelen en accessoires te gebruiken. Gebruik nooit universele onderdelen en accessoires; deze kunnen de veiligheid in gevaar brengen. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een loopmaaimachine achteruitrijdt of naar u toetrekt. • Lopen, nooit rennen. • Hellingen: – Maai niet op al te steile hellingen. – Wees uiterst voorzichtig op hellingen. – Maai dwars over een helling, nooit helling op en af, en wees uiterst voorzichtig als u op een helling van richting verandert. – Zorg dat u op hellingen altijd stevig staat. • Zorg ervoor dat het mes stilstaat als u de maaimachine schuin moet houden om oppervlakken over te steken die niet met gras zijn begroeid, en als u de machine naar het terrein brengt waar u moet maaien of daar weer weghaalt. • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen. • Zet de motor af, – als u de maaimachine achterlaat. – voordat u brandstof bijvult. – voordat u de grasvanger verwijdert. – voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de bestuurderspositie kan worden ingesteld. • Zet de motor af en maak de bougiekabel los: – voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt. – voordat u de maaimachine controleert, reinigt of er werkzaamheden aan verricht. – als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u de maaimachine op beschadigingen controleren en reparaties uitvoeren voordat u de machine opnieuw start en weer in gebruik neemt. – als de maaimachine abnormaal begint te trillen (direct controleren). • Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied, gebruik de machine dan niet; ga schuilen. • Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 86 dBA uit op het gehoor van de gebruiker, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN ISO 11201. Geluidsniveau Onderhoud en opslag Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 96 dBA, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. • Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. • Gebruik geen hoge druk als u werktuigen op de machine reinigt. Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in ISO 11094. 3 Hand-arm vibratie Model 21090 Gemeten trillingsniveau op de linkerhand = 3,0 m/s2 Model 21080 Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 1,7 m/s2 Gemeten trillingsniveau op de linkerhand = 3,1 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 1,5 m/s2 Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 2,2 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 1032. Onzekerheidswaarde (K) = 1,6 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 1032. Veiligheids- en instructiestickers Belangrijk: Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang beschadigde stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 115-3114 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes—Trek de bougiekabel los en raadpleeg de instructies vóór u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 110-9329 1. Om de machine in werking te stellen, moet u de bedieningsstang in de bedrijfsstand zetten, het sleuteltje in het contact steken en de motor starten. Als de bedieningsstang in de bedrijfsstand wordt gezet, wordt de koppeling ingeschakeld, en met de handgreep wordt de tractie-aandrijving ingeschakeld. Om de motor af te zetten, moet u de bedieningsstang loslaten. 110-9333 1. Recyclen 2. Gras opvangen 112-8554 1. Vrijstand handgreep 4 Montage 1. 1 De handgreep assembleren en uitklappen 2. Geen onderdelen vereist Procedure WAARSCHUWING Als de handgreep verkeerd wordt geassembleerd en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt. 3. 115-3116 115-3116 1. Montage van de accu. • Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep monteert en uitklapt. • Zorg ervoor dat de kabels langs de buitenkant van de handgreep lopen. • Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. 1. Maak de vergrendelingen van de handgreep los, zet de delen van de handgreep in de bedrijfsstand, bevestig het bovenste deel van de handgreep aan het onderste deel van de handgreep en vergrendel de handgreep (Figuur 3). 5 op een lijn met een van de drie merktekens op de binnenkant van de vergrendelingen van de bovenste handgreep (Figuur 4). Opmerking: Als een handgreephendel los zit, moet u de hendel openen en 1 of 2 slagen rechtsom draaien om deze vast te zetten en daarna de hendel sluiten (Figuur 5). Figuur 5 2 Figuur 3 1. Handgreepvergrendeling (4) 2. Uiteinde van bovenste deel van handgreep Het startkoord monteren Geen onderdelen vereist 2. Om de hoogte van de handgreep in te stellen, moet u de vergrendelingen van de bovenste handgreep losmaken; de bovenste handgreep omhoogdraaien en deze vastzetten in een stand die u prettig vindt (Figuur 4). Procedure Trek het startkoord door de koordgeleider op de handgreep (Figuur 6). Figuur 4 1. Hoogste stand 2. Middelste stand 3. Laagste stand Figuur 6 1. Startkoord Opmerking: U kunt de bovenste handgreep in een van de drie standen zetten. Zet het merkteken 6 2. Koordgeleider Opmerking: Om het koord gemakkelijker te kunnen monteren, moet u de bedieningsstang op de handgreep indrukken. 3 Graszak monteren Geen onderdelen vereist Figuur 8 Procedure Bevestig de lip op de voorkant van het graszakframe zoals wordt getoond in (Figuur 7). 2. Giet langzaam olie in de vulbuis totdat het peil de VOL-markering op de peilstok bereikt (Figuur 8). Niet te vol vullen. (Maximale vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30W reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute (API) of hoger. 3. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats. Belangrijk: Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren; daarna moet dit elk jaar gebeuren. Zie "De motorolie verversen". 5 Figuur 7 1. Lip De zekering monteren 4 Geen onderdelen vereist Procedure De motor bijvullen met olie Uitsluitend model 21027 Geen onderdelen vereist De maaimachine wordt geleverd met een 40 A zekering, die het elektrische startsysteem beveiligt. Procedure Belangrijk: De maaimachine wordt geleverd zonder olie in het carter. Belangrijk: U kunt de machine pas starten met het elektrische startsysteem of de accu opladen als de zekering is gemonteerd. 1. Verwijder de peilstok (Figuur 8). 1. Open het accudeksel (Figuur 9). 7 6 Accu opladen Geen onderdelen vereist Procedure Uitsluitend model 21027 Zie Accu opladen in het hoofdstuk Onderhoud. Figuur 9 1. Accudeksel 2. Zekeringhouder 3. Zekering 2. De zekeringhouder bevindt zich in de linkerbovenhoek van de opening naar het accucompartiment (Figuur 9). Opmerking: De draad naar de zekeringhouder is kort; u kunt de zekeringhouder niet volledig uit het accucompartiment trekken. 3. Plaats de zekering in de zekeringhouder (Figuur 10). Figuur 10 Opmerking: De maaimachine wordt geleverd met een zekering in het leveringspakket. 4. Plaats het accudeksel. 8 Algemeen overzicht van de machine Gebruiksaanwijzing De brandstoftank vullen GEVAAR Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden veroorzaken. • Om te voorkomen dat een statische lading de benzine tot ontbranding kan brengen, moet u het benzinevat en/of de maaimachine voordat u de tank vult op de grond plaatsen, niet op een voertuig of een ander object. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem gemorste benzine op. • Rook niet als u omgaat met benzine, en houd benzine uit de buurt van open vuur of brandstof. Figuur 11 Model 21027 afgebeeld 1. Vergrendeling van de onderste handgreep (2) 2. Grasvanger 3. Vergrendeling van de bovenste handgreep (2) 4. Handgreep van startkoord 5. Hendel van de tractie-assist 6. Bedieningsstang voor maaimes 7. Contactsleuteltje (uitsluitend model 21027) • Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat en buiten bereik van kinderen. 8. Achterklep Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale benzine van een bekend merk (Figuur 12). 9. Maaihoogtehendel 10. Peilstok/vulbuis (niet afgebeeld) 11. Dop van brandstoftank 12. Bougie Belangrijk: Om startproblemen bij het volgende seizoen te verminderen, moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit benzine die ouder is dan 30 dagen. 13. Luchtfilter 14. Hendel voor recycling/opvangen Specificaties Type Gewicht Lengte Breedte Hoogte 21026 33 kg 165 kg 48 cm 109 cm 21027 33 kg 165 kg 48 cm 109 cm Figuur 12 9 Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal terug (Figuur 8). 2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil (Figuur 8). Als het peil onder de Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan lanzaam voldoende olie in de vulbuis totdat het peil de Vol-markeringhop de peilstok bereikt. Niet te vol vullen. (Maximale vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30W reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute (API) of hoger. 3. Plaats de peilstok. De maaihoogte instellen U kunt de machine instellen op elke hoogte van 2,2 cm tot 7.6 cm om gras te maaien. WAARSCHUWING Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Figuur 13 1. Maaihoogtehendel • Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Maaihoogteknop 3. Maaihoogteschaal 4. Maaimachine hoger of lager zetten 5. Smart Wheel • Plaats uw vingers niet onder de behuizing als u de maaihoogte instelt. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. VOORZICHTIG 2. Rijd de maaimachine op het gras en stop zodra het SmartWheel symbool rechtop staat (Figuur 13). Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper. 3. Vergelijk de punten van de grassprieten met de letter op het SmartWheel. De letter op het SmartWheel die overeenkomt met de punten van de grassprieten geeft de juiste maaihoogte aan. • Maai het gras met instelling C, D, of E. Probeer het gras niet te recyclen bij de instellingen A of B. 4. Druk op de maaihoogteknop en houd de maaihoogtehendel vast om maaihoogte omhoog of omlaag in te stellen.(Figuur 13). • Maai niet met een stand lager dan C, tenzij de grasmat dun is, of als laat in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien. Maai lang gras eerst met een hogere maaihoogtestand en loop langzamer; maai daarna nogmaals met een normale maaihoogte. Als u te hoog gras maait, kan de maaimachine verstopt raken en de motor afslaan. 5. Om de maaimachine in de gewenste maaihoogtestand te zetten, drukt u de maaihoogtehendel omhoog of omlaag. Gebruik hierbij de maaihoogteschaal (Figuur 13). Opmerking: Met het SmartWheel l® berekent u de juiste instelling om zeker te zijn dat niet meer dan 1/3 van de grassprieten wordt afgesneden (Figuur 13). 10 Motor starten Zelfaandrijving gebruiken 1. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de handgreep (Figuur 14). Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig vooruit met uw handen op het bovenste deel van de handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam; de maaimachine richt zich automatisch naar uw loopsnelheid (Figuur 17). Figuur 14 2. Trek het startkoord uit (Figuur 15) of draai het sleuteltje zoals wordt getoond in Figuur 16 (uitsluitend model 21027). Figuur 17 Motor afzetten 1. Laat de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur 18). Figuur 15 Figuur 18 2. Als de motor afslaat, moet u het contactsleuteltje verwijderen als u de maaimachine achterlaat. Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. Figuur 16 Opmerking: Als de motor niet wil starten, moet u contact opnemen met een erkende servicedealer. 11 Maaisel recyclen de knop op de hendel voor recycling/opvangen en zet de hendel in de opvang modus (Figuur 19). Als de machine wordt geleverd, is deze gereed om maaisel en bladafval naar het gazon te recyclen. Montage van de grasvanger Opmerking: De grasvanger kan op de maaimachine blijven als u het maaisel gaat recyclen. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Druk op de knop op de hendel voor recycling/opvangen en zet de hendel in de recycling modus (Figuur 19). 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Zet de achterklep omhoog en houd hem in deze positie; monteer de grasvanger op de hendel en zet de achterklep omlaag (Figuur 20). Figuur 19 1. Recycling-modus 2. Opvangmodus Het maaisel opvangen Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt verzamelen. Figuur 20 WAARSCHUWING Door een versleten grasvanger kunnen steentjes en andere voorwerpen worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of de omstanders. Uitgeworpen voorwerpen kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen aan de gebruiker of omstanders. De graszak verwijderen 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Til de grasvanger omhoog en trek deze los van de hendel. Controleer de graszak regelmatig. Plaats een nieuwe Toro-grasvanger als de oude is beschadigd. Opmerking: Kantel de grasvanger iets naar achteren om te voorkomen dat het verzamelde maaisel eruit valt. WAARSCHUWING Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Om het maaisel op te vangen, moet u de grasvanger monteren (zie Montage van de grasvanger). Druk op 12 Achteruitworp gebruiken in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien. Zie De maaihoogte instellen. Gebruik de achteruitworp als u zeer hoog gras maait. • Als u gras wilt maken dat langer dan 15 cm is, moet u maaien bij de maximale maaihoogte en een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien bij een lagere maaihoogte om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te hoog is, kan de maaimachine verstopt raken en de motor afslaan. Als de grasvanger op de machine zit, moet u die verwijderen (zie Grasvanger verwijderen) voordat u de achteruitworp gebruikt (Figuur 21). • Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren. Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor de maaimachine verstopt kan raken of de motor kan afslaan. WAARSCHUWING Figuur 21 Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Maai uitsluitend in droge omstandigheden. Opmerking: De hendel voor recyclen/opvangen moet in de opvang modus (Figuur 19) staan. • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest. WAARSCHUWING Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. • Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen: Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. – Vervang het maaimes of laat het slijpen. – Loop langzamer tijdens het maaien. Tips voor bediening en gebruik – Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte. Algemene maaitips – Maai het gras vaker. • Verwijder stokken, stenen, draden, takken en ander vuil die het mes kan raken, uit het werkgebied. – Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien. • Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen. – Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand lager in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld: zet de voorwielen op maaistand C en de achterwielen op maaistand D. • Als de maaimachine toch een voorwerp raakt of begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten, de bougiekabel losmaken en de maaimachine op beschadiging controleren. Bladeren fijnmaken • De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te monteren voordat het maaiseizoen begint. • Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of meerdere rondgangen over de bladeren vereisen. • Vervang indien nodig het maaimes door een Toro-mes • Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm op het gazon ligt, moet u de voorwielen een of twee uitsparingen hoger zetten dan de achterwielen. Gras maaien • U moet telkens niet meer dan ongeveer eenderde van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een stand lager dan C, tenzij de grasmat dun is, of als laat • Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg maakt, is het beter om wat langzamer te maaien. 13 Onderhoud Opmerking: Determine the left and right sides of the machine from the normal operating position. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • Ververs de motorolie. Bij elk gebruik of dagelijks • Het motoroliepeil controleren. • Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten. • Maaidek reinigen. Om de 25 bedrijfsuren • Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model 21027). • Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt). Om de 50 bedrijfsuren • Ververs de motorolie. Om de 100 bedrijfsuren • Reinig het koelsysteem (zie de gebruikershandleiding van de motor). • Vervang de bougie (zie de gebruikershandleiding van de motor). Vóór de stalling Jaarlijks • Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert of de machine stalt. • Vervang het filter vaker als de maaier onder zeer stoffige omstandigheden wordt gebruikt. • Controleer de bougie (zie de gebruikershandleiding van de motor). • Tandwieloverbrenging smeren. • Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor eventuele verdere onderhoudsprocedures. Belangrijk: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden leeg is. Als u de machine moet kantelen voordat de benzinetank leeg is, dient u de benzine met een handpomp uit de tank te pompen. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant, met het luchtfilter naar boven. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Trek de bougiekabel los van de bougie (Figuur 22) voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. WAARSCHUWING Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief en kan brandwonden veroorzaken. Laat de motor drooglopen of pomp de benzine met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel. Figuur 22 Het luchtfilter vervangen Onderhoudsinterval: Jaarlijks 3. Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op de bougie. 1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie "Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden". Belangrijk: Voordat u de machine kantelt om olie te verversen of het mes te vervangen, moet u de machine gebruiken totdat de benzinetank 2. Open het luchtfilterdeksel en verwijder het oude luchtfilter (Figuur 23). 14 0,59 l, type: SAE 30W reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute (API) of hoger. 6. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats. 7. Geef de oude olie af bij een erkend inzamelpunt. De accu opladen Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Uitsluitend model 21027 Gebruik de acculader altijd op een beschutte plaats en laad de accu 24 uur op bij kamertemperatuur (70°F) indien dit mogelijk is. Figuur 23 1. Open het deksel van de accubehuizing (Figuur 25). 3. Monteer een nieuw luchtfilter en plaats het luchtfilterdeksel terug. Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren Om de 50 bedrijfsuren Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme olie stroomt beter en voert vervuilingen beter mee. 1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden. 2. Verwijder de peilstok (Figuur 8). 3. Kantel de machine op de zijkant (met het luchtfilter naar boven) om de oude olie via de vulbuis weg te laten lopen (Figuur 24). Figuur 25 2. Verwijder de accu uit de accubehuizing en maak de accukabel los van de kabel van de maaimachine (Figuur 26). Figuur 24 4. Nadat de olie is afgetapt, zet u de maaimachine terug in de werkstand. 5. Giet langzaam olie in de vulbuis totdat het peil de VOL-markering op de peilstok bereikt (Figuur 8). Niet te vol vullen. (Maximale vulhoeveelheid: Figuur 26 3. Sluit de acculader aan op de accu (Figuur 27). 15 Figuur 27 Figuur 28 4. Steek de oplader in een stopcontact en laad de accu 24 uur op (Figuur 27). Opmerking: Als de accu niet meer kan worden opgeladen, moet u deze afvoeren of verwerken volgens de plaatselijk geldende voorschriften. 3. Monteer de achterwielen. De zelfaandrijving afstellen 5. Sluit de accukabel aan op de kabel van de maaimachine en plaats de accu in de bak in de accubehuizing. Als de zelfaandrijving van uw maaimachine niet goed werkt, moet u de kabel van de zelfaandrijving afstellen. 6. Open het deksel van de accubehuizing. 1. Draai de borgmoer met de hand los (Figuur 29). De zekering vervangen Uitsluitend model 21027 Als de accu niet oplaadt of de motor niet gaat lopen met behulp van de elektrische starter, is de zekering waarschijnlijk doorgebrand. Monteer een nieuwe 40 A insteekzekering. Zie Zekering monteren. Tandwieloverbrenging smeren Onderhoudsinterval: Jaarlijks 1. Maak de wielbouten op de achter wielen los en verwijder de achterwielen. 2. Smeer olie op de tandwieloverbrenging zoals wordt getoond in Figuur 28. Figuur 29 1. Stelmoer 2. Borgmoer 2. Stel de zelfaandrijving met de stelmoer af. • Als de achterwielen niet naar achteren draaien als u de maaimachine achterwaarts trekt, moet u de stelmoer 1 tot 3 slagen linksom draaien (vanuit 16 de bedieningspositie), afhankelijk van de mate waarin correctie is vereist. • Als de zelfaandrijving van de maaimachine niet werkt, moet u de stelmoer 1 tot 3 slagen rechtsom draaien (vanuit de bedieningspositie), afhankelijk van de mate waarin correctie is vereist. 3. Start de maaimachine en gebruik de zelfaandrijving om de afstelling te controleren. Opmerking: Als de zelfaandrijving niet goed is afgesteld, moet u deze procedure herhalen 2. Figuur 30 4. Als de zelfaandrijving goed is afgesteld, moet u de stelmoer met de hand vastdraaien. 3. Verwijder het mes en bewaar alle bevestigingselementen. Opmerking: Als de zelfaandrijving van uw maaimachine na deze procedure nog steeds niet goed werkt, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. 4. Monteer het nieuwe mes en alle bevestigingselementen. Belangrijk: De gebogen uiteinden van het mes moeten naar de behuizing van de maaimachine wijzen. Het maaimes vervangen Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt). 5. Gebruik een momentsleutel om de mesbout vast te draaien met een torsie van 50 Nm. Belangrijk: Zet het mes vast met een stuk hout en plaats uw volle gewicht achter de (dop)sleutel om de bout goed vast te draaien. Belangrijk: U hebt een momentsleutel nodig om het mes op correcte wijze te monteren. Als u geen momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer. Benzine aftappen uit de brandstoftank Controleer het mes wanneer de benzinetank leeg is. Een beschadigd of gescheurd mes moet direct worden vervangen. Als de snijrand bot is of bramen vertoont, moet u het mes laten slijpen of vervangen. 1. Zet de motor af en wacht tot deze is afgekoeld 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie. 3. Verwijder de dop van de brandstoftank. WAARSCHUWING Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. 4. Gebruik een handpomp, om de brandstof in een schoon, goedgekeurd benzineopslagvat over te hevelen. Gebruik handschoenen als u het mes monteert. 5. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 6. Laat de motor draaien totdat deze afslaat. 1. Maak de bougiekabel los van de bougie. Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden. 7. Start de motor weer, om zeker te zijn dat er geen benzine meer in de carburator is achtergebleven. 2. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant met het luchtfilter naar boven (Figuur 30). De maaimachine reinigen Wassen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Maaidek reinigen. 17 Schrapen WAARSCHUWING Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt aan de onderkant van de maaimachine. WAARSCHUWING Als de maaimachine kantelt, kan er benzine uit de carburateur of benzinetank lekken. Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief en kan in bepaalde omstandigheden lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken. • Draag oogbescherming. • Blijf in de bedieningspositie (achter de handgreep) staan als de motor loopt. • Houd omstanders uit de buurt. Laat de motor drooglopen of pomp de brandstof met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel. Om de beste resultaten te verkrijgen, dient u de machine te reinigen zodra u klaar bent met maaien. 1. Verwijder de grasvanger als deze nog aan de maaier is bevestigd. 1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie "Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden". 2. Zet de machine in de laagste maaistand. Zie De maaihoogte instellen. 2. Verwijder de grasvanger 3. Plaats de maaimachine op een vlakke en verharde ondergrond. 3. Tap de benzine af uit de brandstoftank. 4. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant met het luchtfilter naar boven. 4. Bevestig een tuinslang die aangesloten op een kraan, aan de wasaansluiting op de maaikast (Figuur 31). 5. Verwijder vuil en maaisel met een hardhouten of plastic schraper. Vermijd bramen en scherpe randen. 6. Spuit de onderkant van de maaikast schoon met water. Belangrijk: Verdraai het maaimes zo min mogelijk om later problemen met het starten te voorkomen. 7. Zet de maaimachine weer rechtop. Figuur 31 1. Wasaansluiting 5. Draai de kraan open. 6. Start de motor en laat deze lopen totdat er geen maaisel meer onder de maaikast vandaan komt. 7. Zet de motor af. 8. Draai de kraan dicht en maak de tuinslang los van de maaimachine. 9. Start de motor en laat deze een paar minuten lopen om de maaikast te drogen zodat deze niet gaat roesten. 18 Stalling 3. Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model 21027). Stal de maaimachine op een koele, schone en droge plaats. 4. Sluit de kabel aan op de bougie. Voorbereidingen voor stalling WAARSCHUWING Benzinedampen kunnen tot ontploffing komen. • Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen. • Stal de maaimachine nooit in een afgesloten ruimte in de nabijheid van open vuur. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt. 1. Als u de tank voor de laatste keer van het jaar vult, moet u een stabilizer toevoegen aan de benzine volgens de voorschriften van de fabrikant. 2. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek aan benzine. 3. Gebruik de hulpstarter en start de motor nogmaals. 4. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is de brandstof voldoende verbruikt. 5. Verwijder de bougiekabel van de bougie. 6. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in het bougiegat en trek verschillende keren langzaam aan het startkoord om de olie over de cilinderwand te verspreiden teneinde corrosie in de stallingsperiode te voorkomen. 7. Monteer de bougie zonder deze vast te draaien. 8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan. 9. Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur op, haal vervolgens de acculader uit het stopcontact en stal de machine in een onverwarmde ruimte. Als u de machine in een verwarmde ruimte stalt, moet u de accu om de 90 dagen opladen (uitsluitend model 21027). De maaimachine uit de stalling halen 1. Verwijder de bougie en draai de motor snel rond met behulp van het startkoord om overtollige olie uit de cilinder te verwijderen. 2. Plaats de bougie en draai hem met behulp van een momentsleutel vast met een torsie van 20 Nm. 19 Lijst met internationale dealers Dealer: Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Equiver Femco S.A. G.Y.K. Company Ltd. Geomechaniki of Athens Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.) Hydroturf Int. Co Dubai Hydroturf Egypt LLC Ibea S.P.A. Irriamc Irrigation Products Int'l Pvt Ltd. Jean Heybroek BV. Lely (U.K.) Limited Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Metra Kft Mountfield a.s. Munditol S.A. Oslinger Turf Equipment SA Oy Hako Ground and Garden Ab Parkland Products Ltd. Prochaska & Cie RT Cohen 2004 Ltd. Riversa Roth Motorgerate GmBh & Co. Sc Svend Carlsen A/S Solvert S.A.S. Spypros Stavrinides Limited Surge Systems India Limited T-Markt Logistics Ltd. Toro Australia Toro Europe BVBA Land: Turkije Hongkong Korea Puerto Rico Costa Rica Sri Lanka Noord-Ierland Mexico Guatemala Japan Griekenland China Zweden Noorwegen Verenigd Koninkrijk Verenigde Arabische Emiraten Egypte Italië Portugal India Nederland Verenigd Koninkrijk Colombia Japan Hongarije Tsjechië Argentinië Ecuador Finland Nieuw-Zeeland Oostenrijk Israël Spanje Duitsland Denemarken Frankrijk Cyprus India Hongarije Australië België Telefoonnummer: 90 216 344 86 74 852 2155 2163 82 32 551 2076 787 788 8383 506 239 1138 94 11 2746100 44 2890 813 121 52 55 539 95444 502 442 3277 81 726 325 861 30 10 935 0054 86 20 876 51338 46 35 10 0000 47 22 90 7760 44 1279 723 444 97 14 347 9479 202 519 4308 39 0331 853611 351 21 238 8260 86 22 83960789 31 30 639 4611 44 1480 226 800 57 1 236 4079 81 3 3252 2285 36 1 326 3880 420 255 704 220 54 11 4 821 9999 593 4 239 6970 358 987 00733 64 3 34 93760 43 1 278 5100 972 986 17979 34 9 52 83 7500 49 7144 2050 45 66 109 200 33 1 30 81 77 00 357 22 434131 91 1 292299901 36 26 525 500 61 3 9580 7355 32 14 562 960 374-0269 Rev A Toro Garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming Toro Warranty Company, geven krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen, mits het product uitsluitend voor huiselijke doeleinden* is gebruikt. Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice Als u van mening bent dat een Toro product materiaalgebreken of fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen: 1. Neem contact op met de verkoper om het product te laten nakijken of te repareren. Als u om wat voor reden dan ook geen contact kunt opnemen met de verkoper, neem dan contact op met een andere erkende Toro-dealer om onderhoud te laten plegen. 2. Breng het product met uw aankoopbewijs (kwitantie) naar de servicedealer. Als u om enige reden ontevreden bent over het onderzoek van de servicedealer of de verleende hulp, verzoeken wij u contact met ons op te nemen via: De volgende perioden zijn van toepassing vanaf de datum van aankoop: Producten Motorgazonmaaiers Riders Gazon- & Tuintractoren Elektrische trimmers en bladblazers Sneeuwruimers Zero Turn maaiers Garantieperiode 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie 2 jaar garantie Customer Care Department, Consumer Division The Toro Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420-1196 VS Manager: Technical Product Support: 001–952–887–8248 *De oorspronkelijke koper is de persoon die het Toro product oorspronkelijk heeft gekocht *Normale huiselijke doeleinden betekent gebruik van het product op het terrein dat bij uw huis hoort. Gebruik op meer dan één locatie of gebruik op een werkplaats of gebruik voor verhuur wordt als commercieel gebruik beschouwd. Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing. Garantie voor commercieel gebruik Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie verleend tegen materiaalgebreken en fabricagefouten gedurende de volgende perioden vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop: Producten Motorgazonmaaiers Riders Gazon- & Tuintractoren Elektrische trimmers en bladblazers Sneeuwruimers Zero Turn maaiers Garantieperiode 90 dagen garantie 90 dagen garantie 90 dagen garantie 90 dagen garantie 90 dagen garantie 45 dagen garantie Zie bijgevoegde lijst met dealers Plichten van de eigenaar U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de Gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of dit wordt uitgevoerd door de dealer of uzelf. Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen Buiten deze expliciete garantie vallen: • De kosten voor regelmatig onderhoud of onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn, zoals rotormessen (schoepen), schrapermessen, riemen, brandstof, smeermiddelen, olie verversen, bougies, kabels/koppelingen of afstelling van remmen • Elk product of onderdeel dat is veranderd of verkeerd is gebruikt en moet worden vervangen of worden gerepareerd als gevolg van ongelukken of gebrekkig onderhoud. • Reparatie die noodzakelijk is omdat oude brandstof (ouder dan één maand) is gebruikt of het brandstofsysteem niet goed is voorbereid op een periode van buitengebruikstelling van langer dan één maand. • Motor en transmissie. Deze vallen onder de toepasselijke fabrieksgarantie met aparte algemene voorwaarden Alle reparatiewerkzaamheden die onder deze garantie vallen, moeten worden uitgevoerd door een Erkende Toro servicedealer, waarbij Toro goedgekeurde vervangingsonderdelen dienen te worden gebruikt. Algemene voorwaarden De koper wordt beschermd door de nationale wetgeving van elk land. De rechten waarover de koper beschikt op grond van deze wetgeving, worden niet beperkt door deze garantie. 374-0268 Rev A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Toro Emotion 43cm Lawn Mower Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding