Urisys - Handleiding V.
Units: Opties zijn:
• conventionele eenheden (mg/dL)
• SI-eenheden (mmol/L)
• arbitraire eenheden (+, +, +, +)
Hierbij kan men kiezen uit één enkele eenheid (“Single”) of een combinatie van eenheden (“combined”): conventional/
arbitrary of SI/arbitrary.
De resultaten worden in de gekozen eenheid opgeslagen, afgedrukt en/of verzonden naar een computer. Als een nieuwe
eenheid is gekozen, worden de resultaten bij herhaling van het afdrukken (d.m.v. de functie “Print Results”) en alle
volgende uitdraaien en/of gegevensoverdrachten (d.m.v. de functie “Send Results”) weergegeven in de nieuwe eenheid.
Range Limits: Om de grenzen van het reflectiebereik te wijzigen. Door de grenzen van de intervallen van de
reflectiemetingen te wijzigen, kan de gevoeligheid van de beoordeling worden beïnvloed (zie hoofdstukken . en .).
Language: Hiermee kan de taal voor de weergave van de tekst op de display worden gekozen. D.m.v. de functietoets
“Other” kan worden gekozen uit Engels, Duits, Italiaans, Spaans en Frans.
Apparaatcode: Toont de -cijferige apparaatcode. Dit is een deel van de fabrieksinstellingen en kan niet worden
gewijzigd.
De apparaatcode wordt ook aan de hostcomputer verzonden.
Gebruikersnaam: Keuze tussen de modi Normaal en Authentificatie voor gebruikersidentificatie. Indien dit is
geactiveerd, moet een gebruikersnaam worden ingevoerd bij het opstarten van het instrument.
De gebruikersnaam verschijnt in de resultaatafdruk en wordt ook naar de host-PC gestuurd. De authentificatiemodus biedt
een vergrendelingsfunctie en vereist het ASTM-protocol. (Zie secties . en . voor details.)
Parameter (Par.): Voor het kiezen van de volgorde en het aantal parameters in het resultatenoverzicht en voor
unidirectionele (“unidirectional”) gegevensoverdracht.
De volgorde of het aantal parameters kan in het resultatenoverzicht worden veranderd door op de linker functietoets
(“New”) te drukken, als op de display “SEQUENCE PARAMETERS” wordt weergegeven. Hierdoor wordt de eerste positie
van het resultatenoverzicht (“. PARAM.:”) opgeroepen, gevolgd door de eerste parameter. Als u deze parameter op de
eerste positie wilt handhaven, druk dan op “Yes”. Als u op “No” drukt, verschijnt de volgende parameter van de teststrook
op de eerste positie van de display (display = “. PARAM.: PH”; enz.).
Zodra op “Yes” is gedrukt om de parameter op de eerste positie vast te leggen, wordt de tweede positie op de display
weergegeven met “. PARAM.:”, gevolgd door de volgende, nog niet vastgelegde parameter van de teststrook. Door op
“Yes” of “No” te drukken kan de parameter voor de tweede positie in het resultatenoverzicht worden gekozen, enzovoort.
Als er enige parameters van een teststrook zijn, die niet op het resultatenoverzicht moeten worden afgedrukt, dan moet de
selectie na de laatst vastgelegde parameter worden beëindigd door op de “START”-knop te drukken.
De gemaakte keuze kan ongedaan worden gemaakt, door op de “Default” functietoets te drukken, als op de display
“SEQUENCE PARAMETERS” wordt weergegeven. Het Urisys -systeem meet altijd alle parameters van de gebruikte
teststrook en slaat deze op in het geheugen. Mocht u na de meting alsnog besluiten om in plaats van de geselecteerde
parameters te kiezen voor de standaardinstellingen, dan kan het volledige resultatenoverzicht door middel van de menu’s
“MEMORY/Print” of “MEMORY/Send” worden verkregen.
Date/time: Om de datum en de tijd in te stellen.
In de fabriek is de datum ingesteld op de volgorde dag-maand-jaar en de tijd in uren (-uurs weergave) en minuten.
Indien gewenst, kan de tijd ook volgens het “ uren plus a.m./p.m.”-systeem worden weergegeven. Door op de
“Sequence”-toets te drukken, kan de instelling van de datum worden gewijzigd in maand-dag-jaar of jaar-maand-dag.
Door middel van “Set” worden de datum en de tijd op de display weergegeven en ingesteld. Door op de linker functietoets
(<<<) te drukken, kan de knipperende cursor naar links worden verplaatst. De met de cursor gemarkeerde tijds- of
datumseenheid kan vervolgens worden verhoogd of verlaagd met de toetsen (+ / -).
Door op de START-knop te drukken worden de instellingen vastgelegd, wordt het submenu gesloten en
keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.