Roche URISYS 1100 Handleiding

Type
Handleiding
Urisys 1100
®
Handleiding
Symbolen en afkortingen
Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje van het apparaat en in de handleiding kunnen de volgende symbolen en
afkortingen voorkomen:
De gebruiksaanwijzing raadplegen, a.u.b.
Waarschuwing (raadpleeg de bijgevoegde documentatie)! De veiligheidsaanwijzingen
in de gebruiksaanwijzing van het apparaat raadplegen a.u.b.
Bewaren bij
Fabrikant
Productiedatum
RoHS
Goedkeuringen
Het Urisys -analyseapparaat (serienr.  en hoger) voldoet aan de vereisten die worden
beschreven in: Richtlijn //EU van het Europees Parlement en de Raad van  juni 
betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en
elektronische apparatuur.
GTIN-nummer
Artikelnummer
Voor in vitro diagnostisch gebruik
Dit product voldoet aan de richtlijn //EG inzake medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek
Inhoudsopgave
. Inleiding
. Beschrijving van het systeem
. Meetprincipe
. Bedieningselementen en functies
. Software
. Overzicht
. Menustructuur (doorstroomschema)
. Functies van het menu
. Resultatentabel
. Veranderen van de grenzen van het bereik
. Ingebruikname
. Gebruikernaam 
. Authentificatie 
. Kalibratie 
. Kwaliteitscontrole (QC) 
. Meten van teststroken 
. Overzicht 
. Normal-modus (voor afzonderlijke metingen) 
. Resultatenoverzicht 
. Fast-modus (voor het meten van series) 
. Foutieve meting van de teststrook 
. Invoeren van patiënt-ID, gebruikersnaam en authentificatiewachtwoord 
. Gegevensoverdracht naar een PC of hostcomputer 
. Reiniging en onderhoud 
. Reinigen van het instrument 
. Reinigen van de teststrokengeleider 
. Foutmeldingen en troubleshooting 
. Verbinding met andere apparaten 
. Seriële interface 
. Barcodereader, AT/PC-toetsenbord 
. Technische informatie en aanwijzingen 
. Technische gegevens 
. Veiligheidsaanwijzingen 
. Garantie 
. Contactgegevens 
. Bestelinformatie 
. Trefwoordenregister 
Urisys  - Handleiding V.
. Inleiding
Revisiegeschiedenis
Versie handleiding Softwareversie Revisiedatum Herzieningen
, .x Juni  Gebruikersnaam, beperkte vergrendelingsfunctie,
Apparaatcode of streepjescodelezer, ASTM-protocol
, .x - Merknaam Cobas
, .x -
Nieuwe materiaalnummers
Gewijzigde manier van werken met teststroken
Verwijdering van het beoogd gebruik van de
Combur
Test en Combur
Test op Urisys .
, >=, - Combur
en Combur
uit het stroomdiagram met
software verwijderd.
, >=, - Hoofdstuk Kwaliteitscontrole (QC) is toegevoegd.
Levensduur teststrokengeleider is toegevoegd.
Hoofdstuk Reiniging en onderhoud is verbeterd.
Paragraaf Resultaten komen niet overeen met de
resultaten van de visuele aflezing in het hoofdstuk
Foutmeldingen en troubleshooting is herzien.
Paragraaf Controlewaarden vallen buiten de
aangegeven bereiken is toegevoegd aan het hoofdstuk
Foutmeldingen en troubleshooting.
Het Urisys -systeem is een reflectiefotometer die is ontwikkeld voor het meten en beoordelen van Combur

Test
®
UX-
urineteststroken van Roche Diagnostics. Het apparaat meet de teststroken onder gestandaardiseerde condities, slaat de
resultaten op in het geheugen en drukt deze af met de ingebouwde printer en/of via de seriële interface.
COBAS, LIFE NEEDS ANSWERS, URISYS, URISYS , COMBUR-TEST, CHEMSTRIP and REFLOTRON are trademarks
ofRoche.
Combur

Test
®
UX-teststroken worden in Canada in de handel gebracht als Chemstrip  A-teststroken.
Het Urisys -systeem is ontwikkeld voor in-vitrodiagnostisch (IVD) gebruik door gekwalificeerde artsen en
laboratoriummedewerkers.
GEZONDHEIDSRISICO: Humane monsters moeten als potentieel infectieus materiaal worden beschouwd.
Volg de hiervoor in uw instelling of laboratorium van kracht zijnde richtlijnen en voorschriften
zorgvuldig op!
Door het gebruik van het Urisys -systeem worden factoren uitgeschakeld die de visuele aflezing van de
urineteststroken kunnen beïnvloeden, zoals:
Wisselende verlichting op de werkplaats.
Verschillend kleuronderscheidingsvermogen of verminderde concentratie van degene, die de test uitvoert.
Reactietijden van de teststroken worden niet nauwkeurig aangehouden.
Administratieve fouten bij het vastleggen van de resultaten.
Donkere kleur van urinemonsters.
De volgende symbolen worden in dit document gebruikt.
Symbool/Teken Verklaring
WAARSCHUWING/VOORZICHTIG: Er kan een gevaarlijke situatie ontstaan, die kan
leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat. Dit symbool wordt ook
gebruikt om aan te geven, dat er onjuiste resultaten kunnen worden verkregen.
GEZONDHEIDSRISICO: Er worden materialen gebruikt, die een potentieel gevaar vormen
voor de gezondheid. Tref alle veiligheidsmaatregelen, die noodzakelijk zijn om
persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur te voorkomen.
LET OP: Bijzondere problemen of belangrijke informatie. Lees de begeleidende tekst
zorgvuldig door.
Urisys  - Handleiding V.
. Beschrijving van het systeem
. Meetprincipe
De teststrook wordt op een teststrokengeleider bevestigd, die door middel van een stappenmotor onder de vaste meetkop
wordt geplaatst. Het analyseapparaat meet eerst het referentieveld en hierna de afzonderlijke testvelden van de teststrook.
De meetkop bevat LED’s (licht emitterende diodes), die licht van verschillende golflengten uitstralen. De optisch-
elektronische bepaling van de meetwaarde vindt als volgt plaats:
1
3
2
4
5
6
De LED () straalt licht uit van een gedefinieerde golflengte, dat onder een optimale hoek op het oppervlak van het
testveld () wordt gericht en vervolgens door het testveld wordt gereflecteerd. Dit gereflecteerde licht, waarvan de
intensiteit afhankelijk is van de intensiteit van de kleurontwikkeling van het testveld, wordt opgevangen door de detector,
een fototransistor (), die zich loodrecht boven het testveld bevindt. De fototransistor stuurt een analoog elektrisch signaal
naar een A(naloog)/D(igitaal)-omvormer (), die het omzet in een digitaal signaal. Dit digitale signaal wordt met behulp
van een kalibratiestandaard door de microprocessor () omgezet in een relatieve reflectiewaarde.
Vervolgens vergelijkt het systeem de reflectiewaarde met de gedefinieerde grenzen van het meetbereik (reflectiewaarden,
die voor iedere parameter in het analyseapparaat zijn opgeslagen) en wordt een semi-kwantitatief resultaat op de display
weergegeven ().
Ieder testveld wordt na een reactietijd van ca. - seconden fotometrisch gemeten. Bij sterk alkalische urinemonsters
voert het Urisys -systeem automatisch een correctie uit van het meetresultaat van de soortelijk gewicht-test.
Urisys  - Handleiding V.
. Bedieningselementen en functies
Bedieningselement Functie
Printerdeksel Kan opengeklapt worden om het printerpapier in te voeren.
Display/keypad LCD-display en drie functietoetsen voor menugestuurde uitvoering en bediening.
Teststrokengeleider Houdt de teststrook op de juiste plaats
START-knop Start het meten van de teststrook
Sluit de submenu’s en zorgt voor terugkeer naar het startmenu (Ready-to-Measure-status).
Aan/Uit-schakelaar Voor het aan- en uitzetten van het apparaat.
Seriële interface Voor het aansluiten van een PC of hostcomputer.
Aansluiting
netspanning
Bus voor het verbinden van het apparaat met de netspanningadapter.
-polige DIN-bus Voor het aansluiten van een barcodereader of een AT/PC-toetsenbord.
. Software
. Overzicht
De software van het Urisys -systeem bevat een besturingssysteem, waarmee door de gebruiker alle
laboratoriumspecifieke instellingen en veelgebruikte functies via het LCD-scherm en de functietoetsen (zie hoofdstukken
. en .) kunnen worden gekozen.
De drie functietoetsen hebben betrekking op de specifieke functies, die op de tweede regel van de display worden
weergegeven. Op de eerste regel van de display worden de status van het systeem en andere informatie voor de gebruiker
weergegeven.
Het gebruik van dit besturingssysteem wijst zichzelf. Daarom worden hier alleen de details van de belangrijkste functies
nader verklaard.
In alle submenu’s wordt de gekozen status van het apparaat of de gekozen functiemodus vastgelegd door op
de START-knop te drukken. Hierna keert het systeem uit de menuweergave terug naar de Ready-to-Measure
(gereed voor meten)-status.
Binnen  minuten, nadat voor het laatst een toets is ingedrukt, schakelt het apparaat automatisch over van de Ready-to-
Measure-status, respectievelijk de status, die op de display wordt weergegeven, naar de Standby-modus. In de Standby-
modus worden de datum en de tijd op de display weergegeven. Door op de START-knop te drukken keert het systeem
terug in de Ready-to-Measure-status, tenzij bepaalde foutmeldingen op de display worden weergegeven (zie hoofdstuk ).
Urisys  - Handleiding V.
. Menustructuur (doorstroomschema)
Door op de START-knop te drukken worden de instellingen vastgelegd, wordt het submenu gesloten en keert
het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.
SELF CHECK
No.: … INSERT STRIP !
Calibr. Linefeed Menu
LINEFEED
Stop
MENU
Memory New Ser. Setup1
START CALIBRATION!
Press Start Button!
MEMORY
Print Send Clear
CLEAR MEMORY ?
Yes No
PRINT STOPPED
Linefeed Continue Home
SETUP 1
Modes Strip Setup2
PRINTER: ON(1 Copy)
On 2(Copies) Off
INTERFACE: UNIDIR
Unidir. Bidir ASTM
See next
page
Op.ID=OFF
Ready-to-Measure Status
SW > = 5.7 (International Version)
MEASUREMENT: NORMAL
NormalMode FastMode
MODES
Printer Measure Interf.
AUTH.=OFF
OPERATOR: …….
Enter new Op.ID!
PASSWORD:
Enter password!
PASSWORD=O.K.
Op.ID=ON
PRINT RESULTS
All Last Ser. Last one
PRINTING
Stop
SEND RESULTS
All Last Ser. Last one
SENDING RESULTS
AUTO PAT.ID: ON
Seq.No. Auto.Pat. OFF
INTERFACE BIDIR 10
Bidir 10 Bidir 13
LINE
Next + Baudrate -
Baudrate
Length
Parity
Stopbits
03_1_UX3INT1mit OPID_EN.vsd
Urisys  - Handleiding V.
Menustructuur (vervolg)
Door op de START-knop te drukken worden de instellingen vastgelegd, wordt het submenu gesloten en keert
het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.
STRIP SETTINGS
Limits
SETUP 3
Language DeviceID Op.ID
UNITS: CONV
Single Combined
UNITS: CONV/ARB
Conv/Arb. SI/Arb.
DD.MM.YYYY hh:mm
<<<< + -
SEQUENCE PARAMETERS
New Default
SETUP 2
Date/Time Par. Setup3
UNITS: CONVENTIONAL
Conv. SI Arb.
DD.MM.YYYY hh:mm
Sequence 12/24 Set
OPERATOR ID: AUTH.
Download list Log*
LANGUAGE: ENGLISH
Other
1.PARAM.: SG
Yes No
LOGDATA
Print (last 20) Send
PRINTING
Stop
SENDING
OPERATOR ID: ON
On Auth. Off
SETUP 1
Modes
Strip
Setup2
*Only by supervisors in
Authentication Mode
RANGE LIMITS
New Default
LEU: neg 57%
Next + Sensitiv. -
SW > = 5.7 (International Version)
Parameter selection
LEU: 25 53%
Next + Sensitiv. -
NIT: neg %
Next + Sensitiv. -
etc.
04_4_UX3INT2mit OPID_EN.vsd
Units
Urisys  - Handleiding V.
. Functies van het menu
Self Check: Het analyseapparaat controleert direct na inschakeling automatisch of de programmachip, het
aandrijfmechanisme van de teststrokengeleider, de verbinding met de printer en het optische systeem correct
functioneren. Het type teststrokengeleider wordt gecontroleerd (zie hoofdstuk ) om er zeker van te zijn dat deze
overeenkomt met het in het menu gekozen type teststrook.
Calibration: Voor het uitvoeren van een kalibratie met Control-Test M (zie hoofdstuk ).
Linefeed: Voor het doorvoeren van papier in de printer. Het doorvoeren van papier wordt gestopt door op de linker
functietoets (“Stop”) te drukken (zie hoofdstuk ).
New Series: Om een nieuwe serie metingen te starten met volgnummer . Het is ook mogelijk een automatische patiënt-
ID te verkrijgen (zie sectie .).
Geheugen: Het analyseapparaat kan maximaal  resultaten met datum en tijd van meting, volgnummer en
patiëntenidentificatie (indien ingevoerd) opslaan. Het geheugen wordt automatisch gewist bij het veranderen van de
datum.
Als er geen resultaten in het geheugen zijn opgeslagen, verschijnt, als de functie “Memory” wordt gekozen, “NO RESULTS
STORED” op de display. Door op de START-knop te drukken, keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.
“MEMORY FULL” en de opties “Print/Send/Clear” verschijnen op de display, als het geheugen vol is. Het geheugen moet
worden gewist, voordat het analyseapparaat terug kan keren in de Ready-to-Measure-status.
Print Results: opgeslagen resultaten af te drukken. De volgende opties zijn beschikbaar:
All”: Alle resultaten in het geheugen.
“Last Series”: De laatste serie metingen.
“Last One”: De laatste meting.
Het afdrukken kan, zo vaak als gewenst, worden herhaald. Het afdrukken kan worden onderbroken door op de linkertoets
(“Stop”) te drukken, bijvoorbeeld om een nieuwe rol printerpapier in te zetten (“Linefeed”) en kan vervolgens weer worden
hervat (“Continue”). Het analyseapparaat keert terug in de Ready-to-Measure-status als op de “Home”-toets wordt gedrukt
of als het afdrukken is beëindigd.
Send Results: Om de opgeslagen resultaten naar de seriële interface te zenden. De opties zijn hetzelfde als bij “Print
Results”. De resultaten kunnen, zo vaak als nodig is, worden verzonden (zie ook hoofdstukken . en .).
Clear Memory: Verwijderen van resultaten uit het geheugen.
Mode: Kiezen van de modus Print, Measure en Interface.
Printer: De opties van de Printermodus zijn:
“On”: De printer is aangezet. Ieder resultaat wordt éénmaal afgedrukt.
“ Copies”: Van iedere meting in de Normal-modus wordt het resultaat tweemaal afgedrukt. Let op: na een serie
metingen (Fast-modus) en bij herhaling van het afdrukken (d.m.v. de functie “Print Results”) wordt ieder resultaat
slechts éénmaal afgedrukt.
“Off”: Om de printer uit te zetten, als de resultaten pas moeten worden afgedrukt aan het einde van een serie metingen
(d.m.v. de functie “Print Results”) of als de resultaten uitsluitend via de interface naar een PC of hostcomputer moeten
worden verzonden.
Measurement: Kiezen van de meetmodus:
“NormalMode”: Meetcyclus van  seconden met incubatie van de teststrook in het analyseapparaat (zie
hoofdstuk.).
“FastMode”: Meetcyclus van  seconden met incubatie van de teststrook buiten het analyseapparaat (zie
hoofdstuk.).
Interface: Keus uit “unidirectioneel”, “bidirectioneel” of “ASTM” gegevensoverdracht. Voor meer details wordt verwezen
naar hoofdstukken . en .
Logdata: Keuze tussen het versturen van de logbestanden naar de host-PC of printen van de laatste  gelogde gegevens.
(Alleen door supervisors in Athentificatiemodus)
Instellingen strip: Om de instellingen van de eenheden en de grenzen van het bereik te selecteren.
Urisys  - Handleiding V.
Units: Opties zijn:
conventionele eenheden (mg/dL)
SI-eenheden (mmol/L)
arbitraire eenheden (+, +, +, +)
Hierbij kan men kiezen uit één enkele eenheid (“Single”) of een combinatie van eenheden (“combined”): conventional/
arbitrary of SI/arbitrary.
De resultaten worden in de gekozen eenheid opgeslagen, afgedrukt en/of verzonden naar een computer. Als een nieuwe
eenheid is gekozen, worden de resultaten bij herhaling van het afdrukken (d.m.v. de functie “Print Results”) en alle
volgende uitdraaien en/of gegevensoverdrachten (d.m.v. de functie “Send Results”) weergegeven in de nieuwe eenheid.
Range Limits: Om de grenzen van het reflectiebereik te wijzigen. Door de grenzen van de intervallen van de
reflectiemetingen te wijzigen, kan de gevoeligheid van de beoordeling worden beïnvloed (zie hoofdstukken . en .).
Language: Hiermee kan de taal voor de weergave van de tekst op de display worden gekozen. D.m.v. de functietoets
“Other” kan worden gekozen uit Engels, Duits, Italiaans, Spaans en Frans.
Apparaatcode: Toont de -cijferige apparaatcode. Dit is een deel van de fabrieksinstellingen en kan niet worden
gewijzigd.
De apparaatcode wordt ook aan de hostcomputer verzonden.
Gebruikersnaam: Keuze tussen de modi Normaal en Authentificatie voor gebruikersidentificatie. Indien dit is
geactiveerd, moet een gebruikersnaam worden ingevoerd bij het opstarten van het instrument.
De gebruikersnaam verschijnt in de resultaatafdruk en wordt ook naar de host-PC gestuurd. De authentificatiemodus biedt
een vergrendelingsfunctie en vereist het ASTM-protocol. (Zie secties . en . voor details.)
Parameter (Par.): Voor het kiezen van de volgorde en het aantal parameters in het resultatenoverzicht en voor
unidirectionele (“unidirectional”) gegevensoverdracht.
De volgorde of het aantal parameters kan in het resultatenoverzicht worden veranderd door op de linker functietoets
(“New”) te drukken, als op de display “SEQUENCE PARAMETERS” wordt weergegeven. Hierdoor wordt de eerste positie
van het resultatenoverzicht (“. PARAM.:”) opgeroepen, gevolgd door de eerste parameter. Als u deze parameter op de
eerste positie wilt handhaven, druk dan op “Yes”. Als u op “No” drukt, verschijnt de volgende parameter van de teststrook
op de eerste positie van de display (display = “. PARAM.: PH”; enz.).
Zodra op “Yes” is gedrukt om de parameter op de eerste positie vast te leggen, wordt de tweede positie op de display
weergegeven met “. PARAM.:”, gevolgd door de volgende, nog niet vastgelegde parameter van de teststrook. Door op
“Yes” of “No” te drukken kan de parameter voor de tweede positie in het resultatenoverzicht worden gekozen, enzovoort.
Als er enige parameters van een teststrook zijn, die niet op het resultatenoverzicht moeten worden afgedrukt, dan moet de
selectie na de laatst vastgelegde parameter worden beëindigd door op de “START”-knop te drukken.
De gemaakte keuze kan ongedaan worden gemaakt, door op de “Default” functietoets te drukken, als op de display
“SEQUENCE PARAMETERS” wordt weergegeven. Het Urisys -systeem meet altijd alle parameters van de gebruikte
teststrook en slaat deze op in het geheugen. Mocht u na de meting alsnog besluiten om in plaats van de geselecteerde
parameters te kiezen voor de standaardinstellingen, dan kan het volledige resultatenoverzicht door middel van de menu’s
“MEMORY/Print” of “MEMORY/Send” worden verkregen.
Date/time: Om de datum en de tijd in te stellen.
In de fabriek is de datum ingesteld op de volgorde dag-maand-jaar en de tijd in uren (-uurs weergave) en minuten.
Indien gewenst, kan de tijd ook volgens het “ uren plus a.m./p.m.”-systeem worden weergegeven. Door op de
“Sequence”-toets te drukken, kan de instelling van de datum worden gewijzigd in maand-dag-jaar of jaar-maand-dag.
Door middel van “Set” worden de datum en de tijd op de display weergegeven en ingesteld. Door op de linker functietoets
(<<<) te drukken, kan de knipperende cursor naar links worden verplaatst. De met de cursor gemarkeerde tijds- of
datumseenheid kan vervolgens worden verhoogd of verlaagd met de toetsen (+ / -).
Door op de START-knop te drukken worden de instellingen vastgelegd, wordt het submenu gesloten en
keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.
Urisys  - Handleiding V.
. Resultatentabel
Het Urisys -systeem drukt de resultaten in de volgende concentratie-intervallen af:
Parameter Conventionele eenheden
(Conv.)
SI-eenheden (SI) Arbitraire eenheden
(Arbitrary)
SG (Soortelijk Gewicht) ,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
pH
,
,
,
LEU (Leukocyten) neg



Leu/µL
Leu/µL
Leu/µL
neg



Leu/µL
Leu/µL
Leu/µL
neg
+
+
+
NIT (Nitriet) neg
pos
neg
pos
neg
pos
PRO (Proteïne, eiwit) neg




mg/dL
mg/dL
mg/dL
mg/dL
neg
,
,
,
,
g/L
g/L
g/L
g/L
neg
+
+
+
+
GLU (Glucose) norm




mg/dL
mg/dL
mg/dL
mg/dL
norm


mmol/L
mmol/L
mmol/L
mmol/L
neg
+
+
+
+
KET (Ketonen) neg



mg/dL
mg/dL
mg/dL
mg/dL
neg
,
,

mmol/L
mmol/L
mmol/L
mmol/L
neg
(+)
+
+
+
UBG (Uribilinogeen) norm

mg/dL
mg/dL
mg/dL
mg/dL
norm




µmol/L
µmol/L
µmol/L
µmol/L
neg
+
+
+
+
BIL (Bilirubine) neg
mg/dL
mg/dL
mg/dL
neg



µmol/L
µmol/L
µmol/L
neg
+
+
+
ERY (Erytrocyten) neg




Ery/µL
Ery/µL
Ery/µL
Ery/µL
neg




Ery/µL
Ery/µL
Ery/µL
Ery/µL
neg
+
+
+
+
Urisys  - Handleiding V.
. Veranderen van de grenzen van het bereik
De grenzen van het reflectiebereik van de lagere concentratie-intervallen kunnen voor alle teststrokenparameters, met
uitzondering van SG (soortelijk gewicht) en pH, in beperkte mate worden gewijzigd.
Kies, om de grenzen van het bereik te veranderen, “RANGE LIMITS” en druk op de linker functietoets (“New”). Op de
display wordt het laagste interval van de eerste parameter tezamen met de ingestelde grenzen van het bereik
weergegeven. Met de (+ / -) toetsen kan de reflectiecoëfficient worden verhoogd of verlaagd en de evaluatiegevoeligheid
wordt dienovereenkomstig verhoogd of verlaagd.
Als de eerste positieve concentratiewaarde moet worden uitgesloten, kan de nieuwe grenswaarde (% reflectie) van het
negatieve/normale bereik handmatig worden verlaagd en moet de grenswaarde (% reflectie) van het eerste positieve
concentratie-interval worden verhoogd tot deze reflectiewaarde.
Door op “Next” te drukken, wordt de gekozen instelling bewaard en wordt het volgende concentratie-interval of de
volgende parameter opgeroepen.
Het vervolg kan op ieder moment worden beëindigd door op de START-knop te drukken. De nieuwe grenswaarden van het
bereik worden met datum en tijd afgedrukt, waarna het analyseapparaat terugkeert in de Ready-to-Measure-status. De
gewijzigde grenswaarden worden in de uitdraai voorzien van een asterisk-teken achter het concentratie-interval.
Door bij de displayweergave “RANGE LIMITS” op de “Default”-toets te drukken, worden de originele fabrieksinstellingen
weer ingevoerd en met datum en tijd afgedrukt.
Als de grenzen van het bereik handmatig zijn gewijzigd, wordt in het resultatenoverzicht van iedere meting op de regel
onder de Apparaatcode een asterisk-teken afgedrukt.
Veranderingen in de grenzen van het bereik hebben alleen betrekking op het type teststrook, waarvoor de veranderingen
zijn ingevoerd.
WAARSCHUWING: Als de grenzen van het reflectiebereik door de gebruiker zijn gewijzigd, kan
Roche Diagnostics de juistheid van de resultaten niet garanderen. De gebruiker moet in dit geval zelf
zorgdragen voor het valideren van de resultaten.
. Ingebruikname
WAARSCHUWING: Lees, om verzekerd te zijn van een foutloze werking van het analyseapparaat, de
handleiding van de Urisys
 vóór de eerste ingebruikname goed door.
LET OP: Bij blootstelling aan grote temperatuurs-en/of vochtigheidsveranderingen mag uw
analyseapparaat pas na een afdoende acclimatisering in gebruik worden genomen.
LET OP: Controleer bij ontvangst de inhoud van het Urisys -analyseapparaat verpakking op
compleetheid en transportschade. Indien de producten tijdens het transport beschadigd zijn, dient u
contact op te nemen met de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Inhoud:
Urisys -analyseapparaat
Netspanningadapter  -  V, / Hz
Netkabel
Rol printerpapier
 teststrokengeleider, type C, voor het meten van Combur

Test
®
UX-teststroken
Handleiding
 Urisys  - Handleiding V.
WAARSCHUWING: Om ervoor te zorgen dat uw metingen altijd accuraat zijn, moet u het Urisys
-systeem nooit in de directe nabijheid van hoogfrequente apparatuur plaatsen, omdat deze
storingen en onjuiste resultaten kunnen veroorzaken. omdat deze storingen en onjuiste resultaten
kunnen veroorzaken.
Aansluiting van het analyseapparaat
Aansluiting elektriciteit
() Neem het Urisys -systeem uit de verpakking en plaats het op een stabiele, vlakke ondergrond. Stel het
analyseapparaat niet bloot aan direct zonlicht of enige andere bron van direct licht (b.v. een lichtspotje). Voor het
meten van Combur

Test
®
UX-teststroken moet de teststrokengeleider met het merkteken C op de achterkant worden
gebruikt.
() Sluit de netspanningadapter aan op de aansluitbus aan de achterzijde van het apparaat en steek de stekker in een
stopcontact (wisselstroom).
De teststrokengeleider plaatsen
() Schuif de teststrokengeleider (type C), met het gesloten vergrendelingssysteem naar u toe (figuur ), zodanig in de
opening onder de functietoetsen, dat de voorkant aansluit met de voorkant van het apparaat (figuur ).
WAARSCHUWING: Het grijze referentieveld (A) mag niet worden
aangeraakt. Vervuiling van het referentieveld kan de kwaliteit van de
verkregen resultaten beïnvloeden.
LET OP: De teststrokengeleider moet  maanden na het eerste
gebruik worden vervangen of als het Urisys -systeem ondanks
herhaalde pogingen niet kan worden gekalibreerd (zie hoofdstuk ,
Kalibratie).
Figuur 
Figuur 
A
Invoer van papier
Figuur 
Figuur 
Open de printerdeksel door op het genopte oppervlak direct onder de
printerdeksel te drukken (figuur ). Klap de printerdeksel van het apparaat naar
achteren open. Plaats de rol printerpapier in het papiercompartiment en trek het
enige centimeters over de rand. Houd het printerpapier met de
temperatuurgevoelige zijde (buitenkant van de rol) naar beneden (figuur ). Sluit
de printerdeksel door deze naar beneden te drukken tot deze hoorbaar vastklikt.
Urisys  - Handleiding V. 
LET OP: Scheur het papier met het afgedrukte resultatenoverzicht langs de rand af.
() Schakel het Urisys -systeem in met de aan-/uitschakelaar aan de achterzijde van het instrument.
Functietest (Self-Check)
Figuur 
() Het analyseapparaat voert automatisch een functietest uit. De
standaardtaalinstelling voor het Urisys -systeem is Engels. Het
instrument is in de fabriek ingesteld op het meten van Combur

Test
®
UX-
teststroken. Het apparaat controleert of de juiste teststrokengeleider is
geplaatst. Nadat de functietest is uitgevoerd, wordt de teststrokengeleider
naar de startpositie getransporteerd en gaat het vergrendelingsstaafje
omhoog (figuur ). Hierna wordt “SELF CHECK OK” met datum en tijd
afgedrukt.
LET OP: Als na het aanzetten van het Urisys
-systeem de melding E Wrong Tray! op de display
verschijnt, druk dan op de START-knop. Het keuzemenu “STRIP TYPE” wordt op de display weergegeven.
Selecteer C- door op de linker functietoets te drukken.
Als de functietest is uitgevoerd, geeft de printer een geluidsignaal. Op de display verschijnt “Insert Strip”. Als het papier is
ingevoerd, wordt “SELF CHECK OK” met datum en tijd afgedrukt; dit gebeurt telkens als het apparaat wordt aangezet.
Raadpleeg, als er een fout optreedt, de handleiding of neem contact op met de technische dienst van de lokale vestiging
van Roche Diagnostics.
() Bij de eerste ingebruikname van het analyseapparaat verschijnt na een succesvolle functietest de melding “REPEAT
CALIBRATION” op de display. Druk op de “No”-toets om in de Ready-to-Measure-status terug te keren. Deze
melding verschijnt ook, als het apparaat meer dan zeven dagen niet is gebruikt. Om het apparaat in de
Ready-to-Measure-modus te brengen, moet het papier worden ingevoerd en de kalibratie worden
uitgevoerd.
() Om de taal van uw keuze te selecteren, moeten de functietoetsen in de volgende volgorde worden ingedrukt: “Menu/
Setup /Setup /Setup /Taal/Overige” (zie hoofdstukken . en .).
() Het Urisys -systeem verlaat de fabriek met standaardinstellingen voor printer-, meting- en interfacemodus, type
teststrook, eenheden, taal, datum-/tijdformaat (zie hoofdstuk .) en gebruikersnaam. Als u in uw laboratorium met
andere instellingen wilt werken, kunnen deze via de menu’s worden ingevoerd.
() Kalibreer het analyseapparaat met Control-Test M (zie hoofdstuk ).
Uitzetten
Het is aan te bevelen om het analyseapparaat aan het einde van iedere werkdag uit te zetten en de stekker uit het
stopcontact te nemen (zie hoofdstuk ., Reinigen).
 Urisys  - Handleiding V.
. Gebruikernaam
De Urisys  software maakt activeren/deactiveren van de gebruikersnamen mogelijk, die tot alfanumerieke tekens
kunnen bevatten. De gebruikersnaam- en authentificatiemodus kan worden geactiveerd onder Instellingen .
LET OP: Zorg ervoor dat u vóór het activeren een streepjescode-lezer en/of AT/PC-toetsenbord hebt,
aangezien u deze nodig hebt voor deze functie.
Normaal
Indien dit is geactiveerd, wordt de gebruikersnaam gevraagd bij iedere herstart van het systeem en wanneer het uit de
sleep-modus ontwaakt.
Deze gebruikersnaam kan tot  alfanumerieke tekens bevatten en wordt samen met de testresultaten afgedrukt en naar
de host gestuurd.
LET OP: Als de maximale lengte van de identificatie wordt overschreden, verspringt de cursor naar het
eerste teken en wordt de identificatie overschreven.
. Authentificatie
Het is mogelijk maximaal  gebruikersnamen met bijbehorende wachtwoorden (maximaal  alfanumerieke tekens) van
de host-PC te downloaden via het ASTM-protocol.
Het apparaat kan alleen door een gebruiker met gebruikersnaam en wachtwoord in de gedownloade lijst worden gebruikt.
Bij invoer van een onjuiste gebruikersnaam en wachtwoord wordt het apparaat vergrendeld. Dit verhindert toegang tot het
apparaat door onbevoegde gebruikers.
Gebruikers met supervisor-bevoegdheden (maximaal ) hebben toegang tot alle resultaten, kunnen het instrument-
logbestand of de laatste  acties van het logbestand naar de host sturen en kunnen de authentificatiemodus deactiveren.
Urisys  - Handleiding V. 
. Kalibratie
Het Urisys -systeem is van fabriekswege gekalibreerd. De kalibratie moet bij de eerste ingebruikname vóór het meten
van de eerste monsters en daarna regelmatig iedere zeven dagen opnieuw worden uitgevoerd met Control-Test
M-kalibratiestroken. Control-Test M-kalibratiestroken zijn stroken van gestandaardiseerde, grijze kunststof met constante,
gedefinieerde reflectiewaarden. Het kalibreren van het analyseapparaat is bedoeld om te compenseren voor
verouderingsprocessen, die het optische systeem en het grijze referentieveld van de teststrokengeleider beïnvloeden. Als
de afwijkingen te groot zijn (b.v. doordat het referentieveld sterk vervuild is of door een te lage uitstraling van licht door
een defecte LED), verschijnt een foutmelding op de display (zie hieronder).
Het Urisys -systeem vraagt iedere week automatisch om een nieuwe kalibratie. Na een succesvolle functietest bij de
eerste ingebruikname en eveneens een week na de laatste geldige kalibratie verschijnt op de display de melding “REPEAT
CALIBRATION !”.
Door op de linker functietoets (“Yes”) te drukken, verschijnt de melding “START CALIBRATION !” op de display.
Uitvoering
. Neem een kalibratiestrook uit de flacon Control-Test M. Let er op, dat de testvelden niet met de vingers worden
aangeraakt of met urine in contact komen.
. Plaats de kalibratiestrook, met de testvelden omhooggericht, in de
teststrokengeleider. Hierbij dient de voorzijde van de kalibratiestrook te
worden bevestigd in de houder van de teststrokengeleider. Het
vergrendelingsstaafje moet hierbij omhoog staan (zie figuren  en ). De
kalibratie mag alleen worden uitgevoerd met een schone en droge
teststrokengeleider.
Figuur 
Figuur 
LET OP: Om de kwaliteit van de kalibratie te kunnen garanderen, moet de kalibratiestrook correct in het
apparaat worden bevestigd.
. Druk op de START-knop. Hierna hoort u ter bevestiging een korte pieptoon. Nadat het apparaat is opgewarmd, schuift
de teststrokengeleider langzaam het apparaat in, gaat het vergrendelingsstaafje omlaag en worden het grijze
referentieveld op de teststrokengeleider en de kalibratievelden gemeten.
. De teststrokengeleider keert na de meting terug in zijn uitgangspositie en het vergrendelingsstaafje gaat omhoog.
Neem de kalibratiestrook uit het apparaat en gooi hem weg. Iedere kalibratiestrook mag slechts éénmaal worden
gebruikt.
. Als de kalibratie geldig is, wordt het resultaat opgeslagen met de datum en de
tijd en afgedrukt (zie figuur ). Neem de kalibratiestrook uit het apparaat en
gooi hem op de juiste wijze weg (volg de instructies voor het inbrengen van
de teststrook).
Figuur 
 Urisys  - Handleiding V.
WAARSCHUWING: Om de kwaliteit van de resultaten te kunnen garanderen, moet regelmatig een
kalibratie worden uitgevoerd. Roche Diagnostics kan de juistheid van de resultaten niet garanderen, als
het systeem niet regelmatig wordt gekalibreerd.
LET OP: Het systeem kan op ieder moment worden gekalibreerd, ook als het tijdstip voor de wekelijkse
kalibratie nog niet is aangebroken, b.v. als met een Combur

Test
®
UX-teststrook een twijfelachtig
resultaat is verkregen. Start de kalibratieprocedure door op de linker functietoets (“Calibr.”) te drukken
met het analyseapparaat in de Ready-to-Measure-modus. De melding “START CALIBRATION !”
verschijnt. Volg de hierboven beschreven kalibratieprocedure.
LET OP: Als u de wekelijkse oproep “REPEAT CALIBRATION !” met “No” beantwoordt, b.v. omdat u geen
Control-Test M-kalibratiestroken meer heeft, wordt bij ieder resultatenoverzicht de melding “Repeat
calibration” afgedrukt. Bestel zo spoedig mogelijk een nieuwe verpakking Control-Test M en voer direct
een kalibratie uit.
Afdrukken kalibratiegegevens
Figuur 
Als de nieuwe kalibratieresultaten binnen het toegestane bereik liggen, wordt
automatisch de melding “CALIBRATION O.K.” met de datum en de tijd afgedrukt,
alsmede een lijst van reflectiewaarden van de meetposities - van de oranje
LED (middelste kolom) en de groene LED (rechter kolom) (zie figuur ).
Kalibratiefouten
Als de resultaten van het referentieveld of de kalibratiestrook buiten de geprogrammeerde toleranties liggen, verschijnen
de volgende meldingen op de display: “REFERENCE PAD ERROR !”, “CALIBRATION INVALID !” of “CALIBRATION ERROR !”.
Als een kalibratiefout is opgetreden of als de kalibratie ongeldig was, moet de kalibratieprocedure met een nieuwe Control-
Test M-kalibratiestrook worden herhaald. Druk op de START-knop om in het “START CALIBRATION”-menu terug te keren.
Herhaal de kalibratieprocedure als hierboven beschreven. Als hierna de melding “CALIBRATION O.K.” wordt afgedrukt, kan
verder worden gegaan met het meten van de teststroken. Lees bij herhaling van de foutmeldingen hoofdstuk .
Als een van de hierboven beschreven meldingen over de kalibratiestatus op de display wordt weergegeven en het
analyseapparaat wordt uitgezet en vervolgens weer aangezet, dan keert het apparaat na een succesvolle functietest terug
in de Ready-to-Measure-status, indien de laatste kalibratie niet meer dan een week tevoren was uitgevoerd. Anders
verschijnt op de display de melding “REPEAT CALIBRATION !” (zie hierboven).
Urisys  - Handleiding V. 
. Kwaliteitscontrole (QC)
Kwaliteitscontrolemetingen garanderen een goede werking van het analyseapparaat. Een QC-materiaal waarvan de
resultaten bekend zijn wordt gemeten en de resultaten worden vervolgens vergeleken met de aangegeven bereiken van
deze bekende resultaten.
Gebruik commercieel beschikbare urinecontroles of ander geschikt controlemateriaal. Voer ten minste een positieve en
negatieve controle uit na de wekelijkse kalibratie (zie hoofdstuk  Kalibratie) en als een nieuw flesje of nieuwe teststrips
worden geopend.
Uitvoering
In hoofdstuk  vindt u een algemene beschrijving van het hanteren van teststrips, de meetprocedure, het rapporteren van
resultaten en de overdracht van gegevens. Volg de instructie voor het uitvoeren van QC-metingen in hoofdstuk . Normal-
modus (voor afzonderlijke metingen).
De voor deze controles verkregen waarden moeten binnen de door het laboratorium of de fabrikant vastgestelde grenzen
vallen. Als de verkregen gemeten resultaten buiten de vastgestelde limieten vallen, volgt u de acties om problemen op te
lossen in hoofdstuk  Foutmeldingen en probleemoplossing: CONTROLEWAARDEN VALLEN BUITEN DE VASTGESTELDE
BEREIKEN.
. Meten van teststroken
. Overzicht
De bediening van het Urisys -systeem is zeer eenvoudig. U hoeft alleen de teststrook te plaatsen, als het
monsternummer op de display verschijnt (zie hoofdstuk .), vervolgens drukt u de START-knop in en de meting begint.
Het analyseapparaat kan de meting op twee verschillende manieren uitvoeren:
. In de Normal-modus wacht het Urisys -systeem automatisch tot de reactietijd van  seconden voorbij is, voor
het eerste testveld wordt gemeten. Zeventig seconden nadat op de START-knop is gedrukt, is de meting beëindigd en
keert de teststrokengeleider terug in de startpositie. De verwerkingscapaciteit bedraagt in deze modus ca. 
teststroken per uur.
. In de Fast-modus, die m.b.v. het menu kan worden geselecteerd, wordt de teststrook direct, nadat op de START-knop
is gedrukt, gemeten. In dit geval moet de reactietijd buiten het analyseapparaat door de gebruiker worden
gecontroleerd (zie hoofdstuk .). In de Fast-modus is een meetcyclus van  seconden mogelijk.
Bij iedere meting van een teststrook wordt tevens het grijze referentieveld van de teststrokengeleider gemeten om te
kunnen compenseren voor temperatuur- en verouderingsinvloeden op het optische systeem. Als de afwijkingen te groot
zijn (b.v. doordat het referentieveld sterk vervuild is of door een te lage uitstraling van licht door een defecte LED),
verschijnt een foutmelding op de display (zie hoofdstukken . en ).
Het Urisys -systeem kent aan iedere meting een opvolgend volgnummer (monsternummer) van maximaal drie cijfers
toe. Het volgnummer begint iedere dag (na de wijziging van de datum) automatisch weer met . Indien gewenst, kan het
volgnummer naar  worden teruggezet m.b.v. de “New Series”-functie, b.v. als een serie metingen is afgesloten en aan een
nieuwe serie wordt begonnen.
In de modus Automatische Patiënt-ID wijst het instrument automatisch een uniek volgnummer toe aan testresultaten
zonder patiënt-ID. Deze unieke nummers zijn oplopende seriële nummers, gebaseerd op het totale aantal tests dat is
uitgevoerd op het instrument, en kunnen niet gewijzigd of gewist worden.
Als het analyseapparaat langer dan  minuten buiten gebruik is, schakelt het apparaat automatisch over naar de Standby-
modus. De teststrokengeleider schuift langzaam het apparaat in, waarbij het vergrendelingsstaafje omlaag gaat en op de
display verschijnen de datum en de tijd. Het analyseapparaat keert terug in de Ready-to-Measure-status nadat op de
START-knop is gedrukt.
 Urisys  - Handleiding V.
. Normal-modus (voor afzonderlijke metingen)
GEZONDHEIDSRISICO: Draag altijd beschermende handschoenen bij het werken met en het weggooien
van humane monsters.
Het Urisys -systeem is gereed voor een meting, als op de display een monsternummer en “INSERT STRIP !” zijn
weergegeven.
LET OP: Lees voor het correct uitvoeren van de urineanalyse de bijsluiter van de teststroken zorgvuldig
door.
. Dompel de teststrook kort ( sec) in het urinemonster.
. Trek de lange kant van de strook langs de rand van de flacon met het monster
om overtollige urine te verwijderen (zie figuur ).
Buig de teststrook niet.
Figuur 
. Plaats de teststrook, met de testvelden omhooggericht, in de
teststrokengeleider. Hierbij dient de voorzijde van de test- strook te worden
bevestigd in de klem van de teststrokengeleider. Het vergrendelingsstaafje
moet hierbij omhoog staan (zie figuur ). De teststrook moet ongeveer
mm in de klem van de houder worden geschoven (zie figuur ).
Figuur 
Figuur 
Urisys  - Handleiding V. 
. Druk op de START-knop (zie figuur ). Hierna hoort u ter bevestiging een
korte pieptoon. Nadat het apparaat is opgewarmd, schuift de
teststrokengeleider langzaam het apparaat in, gaat het vergrendelingsstaafje
omlaag en wordt het grijze referentieveld op de teststrokengeleider gemeten
(zie figuur ).
Figuur 
Figuur 
LET OP: Controleer of het vergrendelingsstaafje goed afsluit en of
de teststrook correct is geplaatst. Als de teststrook niet goed in het
midden van de teststrokengeleider is geplaatst, moet deze door een
lichte zijwaartse beweging in de juiste positie worden gebracht (zie
figuur ). De teststrokengeleider mag hierbij niet verschoven
worden.
Figuur 
. Vijfenvijftig seconden nadat op de START-knop is gedrukt, wordt het eerste testveld gemeten; hierna volgen de andere
testvelden. De teststrokengeleider keert na de metingen terug in zijn uitgangspositie en het vergrendelingsstaafje gaat
omhoog.
. Verwijder de teststrook en gooi hem weg. Verwijder eventueel aanwezige
urineresten van de teststrokengeleider met een niet-pluizende doek (zie figuur
).
Figuur 
. Het resultaat wordt afgedrukt en het volgende monsternummer verschijnt op de display. De volgende teststrook kan in
de urine worden gedompeld, afgestreken en in de teststrokengeleider worden geplaatst, waarna de meting kan
beginnen door op de START-knop te drukken. Voor het gebruik van patiëntenidentificatienummers wordt verwezen naar
hoofdstuk ..
 Urisys  - Handleiding V.
. Resultatenoverzicht
Het patiëntenverslag wordt afgedrukt samen met volgnummer, apparaatcode,
gebruikersnaam, datum en tijd. De naam van de patiënt verschijnt ook op de
afdruk, indien deze voor de meting is ingevoerd (zie sectie .). Testresultaten,
die afwijken van negatieve- of normaalwaarden, worden weergegeven met een
asterisk voor de betreffende parameter. Voor het kiezen van de
concentratieeenheden en de volgorde vande parameters in het
resultatenoverzicht wordt verwezen naar hoofdstuk .. Een asterisk in de regel
onder het opschrift en vóór de eerste parameter van de lijst van testresultaten
geeft aan dat de aflezing met gewijzigde bereikslimieten heeft plaatsgevonden
(zie sectie .).
Figuur 
Het papier met het afgedrukte resultatenoverzicht kan langs de rand worden afgescheurd.
WAARSCHUWING: Thermisch printerpapier is lichtgevoelig en kan bij langdurige blootstelling aan fel licht
vergelen. De resultatenoverzichten moeten bij voorkeur op een donkere plaats en bij een hoge
temperatuur worden bewaard.
. Fast-modus (voor het meten van series)
Het is ook mogelijk een serie metingen uit te voeren door de teststroken na het dompelen in de urine ongeveer
seconden buiten het Urisys -systeem te incuberen. Voor dit type metingen moet de Fast-modus uit het menu
worden gekozen. Plaats de teststroken na een reactietijd van ongeveer  seconden in de teststrokengeleider van het
Urisys -systeem en druk op START om iedere meting te beginnen.
Hierna wordt direct het referentieveld gemeten, gevolgd door de testvelden op de teststroken. De meting is na 
seconden beëindigd, waarna het volgende monsternummer op de display verschijnt. Bij het werken in de Fast-modus,
moet een foutloze toekenning van de volgnummers aan de monsters worden gegarandeerd.
Opmerkingen:
. Resultaten, die in de Fast-modus worden verkregen, worden direct in het geheugen opgeslagen, maar niet afgedrukt.
Als na het beëindigen van een serie metingen binnen  seconden geen nieuwe meting wordt gestart, worden de
resultaten van de serie automatisch afgedrukt. Controleer zorgvuldig of alle volgnummers zijn afgedrukt. Mochten er
opgeslagen resultaten ontbreken, dan kunnen deze door op “Memory/Print” te drukken alsnog worden afgedrukt.
. Als de Fast-modus is ingesteld, blijft het analyseapparaat de rest van de dag in de Fast-modus, zelfs als het
analyseapparaat wordt uit- en aangezet.
. De Fast-modus wordt de volgende dag (als de datum wordt gewijzigd) automatisch gewist.
WAARSCHUWING: Bij het uitvoeren van seriële metingen in de Fast-modus dient een reactietijd van ca.
 seconden te worden aangehouden, voordat de teststroken in het Urisys
-systeem worden
geplaatst en op START wordt gedrukt. Als de reactietijd te kort is, kunnen bij sommige parameters te lage
of onjuiste, negatieve resultaten worden verkregen. Anderzijds kunnen bij te lange reactietijden buiten
het Urisys
-systeem bij sommige parameters onjuiste, verhoogde resultaten worden verkregen.
. Foutieve meting van de teststrook
Als “STRIP MEASUREMENT ERROR !” op de display wordt weergegeven, is er waarschijnlijk een bedieningsfout met de
teststrook en/of het analyseapparaat opgetreden. Raadpleeg hoofdstuk  voor details.
Urisys  - Handleiding V. 
. Invoeren van patiënt-ID, gebruikersnaam en authentificatiewachtwoord
Patiënt-ID
Als het analyseapparaat gereed is om te meten (displaymelding “INSERT STRIP !”), kan naast het weergegeven
volgnummer een patiëntenidentificatie (Patient ID) van maximaal karakters d.m.v. een barcodereader of een AT/PC-
toetsenbord worden ingevoerd (zie hoofdstuk .). De ingevoerde Patient ID kan op de display worden gecontroleerd en
eventueel worden gewijzigd. De laatst ingevoerde Patient ID wordt bij het begin van de meting opgeslagen door op de
START-knop te drukken en wordt samen met de testresultaten afgedrukt en/of naar de interface gezonden.
Gebruikersnaam
Indien de gebruikersidentificatie is geactiveerd, verlangt het instrument de invoer van de gebruikersnaam zodra de zelftest
is uitgevoerd na het opstarten van het instrument, of wanneer het uit de standby-modus ontwaakt. U kunt een
gebruikersnaam van maximaal alfanumerieke tekens invoeren via een streepjescode-lezer of een AT/PC-toetsenbord.
Authentificatie van de gebruikersnaam
In de authentificatiemodus wordt de gebruiker gevraagd behalve zijn/haar gebruikersnaam ook het bijbehorende
wachtwoord in te voeren, om toegang te krijgen tot het instrument en de resultaten van de tests die hij/zij heeft uitgevoerd.
Gebruikers met supervisor-bevoegdheden (maximaal ) hebben toegang tot alle resultaten, kunnen het instrument-
logbestand of de laatste  acties van het logbestand naar de host sturen en kunnen de authentificatiemodus deactiveren.
De lijst van gebruikersnamen met bijbehorende wachtwoorden kan worden geactualiseerd vanaf de host-PC via de
functietoets “Lijst Downloaden”.
LET OP: Een nieuwe Patient ID mag alleen d.m.v. het toetsenbord worden ingevoerd, als de voorafgaande
meting is uitgevoerd en de resultaten zijn afgedrukt (Normal-modus). Hierdoor kunnen de ingevoerde
gegevens direct op de display worden gecontroleerd.
LET OP: Als een Patient ID wordt ingevoerd d.m.v. een barcodereader, terwijl een teststrook wordt
gemeten, kent het Urisys
-systeem deze ID aan het eerstvolgende monsternummer toe. De Patient
ID kan alleen worden verwijderd door het Urisys
-systeem voor het begin van de volgende meting uit
te zetten en vervolgens weer aan te zetten.
LET OP: Als meer dan  tekens voor patiënt-ID’s of meer dan  tekens voor een gebruikersnaam
worden ingevoerd, springt de cursor terug naar de aanvangspositie (links) op net scherm en worden de
eerder ingevoerde tekens overschreven.
Als de gegevens d.m.v. het toetsenbord worden ingevoerd, verschijnt ieder karakter onmiddellijk op de display en kan met
de backspace-toets worden verwijderd en eventueel worden gecorrigeerd. Druk op de ENTER-toets van het
toetsenbord om de invoer van gegevens af te sluiten, omdat het Urisys -systeem anders de meting niet kan
starten. Om de ingevoerde gegevens volledig te verwijderen, moet op de Escape-toets van het toetsenbord worden gedrukt
of moet het Urisys -systeem uitgezet en weer aangezet worden.
 Urisys  - Handleiding V.
. Gegevensoverdracht naar een PC of hostcomputer
In de unidirectionele modus worden de resultaten direct na iedere meting met het volgnummer, de patiëntenidentificatie
(indien ingevoerd), de datum en de tijd overgedragen.
In de bidirectionele modus kan de overdracht alleen plaatsvinden m.b.v. de “Send”-functie als op de display “MEMORY”
wordt weergegeven. Als een bidirectionele PC/host-communicatieverbinding niet tot stand kan worden gebracht, breekt
het Urisys -systeem de overdracht na enkele pogingen af en toont de melding “INTERFACE ERROR !” (zie
hoofdstuk).
In de ASTM-modus worden de resultaten, volgnummer, gebruikersnaam, apparaatcode, patiënt-ID (indien ingevoerd),
datum en tijdstip van de meting en van de laatste kalibratie naar de host-PC gestuurd.
Voor meer informatie over de seriële interface wordt verwezen naar hoofdstuk ..
LET OP: Zorg ervoor, dat van alle benodigde gegevens regelmatig een back-up wordt gemaakt.
Urisys  - Handleiding V. 
. Reiniging en onderhoud
Het Urisys -systeem is ontworpen om onderhoudsvrij te kunnen werken. Bescherm het apparaat tegen extreme
temperaturen en te hoge luchtvochtigheid (zie hoofdstuk ) en stel het niet bloot aan fel licht (direct zonlicht, lichtspotjes,
etc.).
Houdt de buitenkant van het apparaat en de uitwendige delen goed schoon. Voor het reinigen wordt een vochtige doek
met een goed reinigingsmiddel of desinfecteermiddel (bij voorkeur % alcohol) aanbevolen. Zorg ervoor, dat er geen
vloeistof in het apparaat komt.
. Reinigen van het instrument
. Schakel het instrument uit
. Neem de teststrokengeleider uit het instrument.
. Bevochtig een doek met water of een neutraal reinigingsmiddel, wring deze uit (de doek moet vochtig zijn en niet
doorweekt) en veeg de uitwendige delen en de buitenkant van het instrument af.
. Bevochtig daarna een doek met desinfecteermiddel (bij voorkeur % alcohol), wring deze uit (de doek moet vochtig
zijn en niet doorweekt) en veeg de uitwendige delen en de buitenkant van het instrument af.
WAARSCHUWING: Let erop dat er geen vloeistof in het instrument komt. Veeg de kast af, maar spuit deze
niet nat.
Laat de kast drogen voordat verdere metingen worden uitgevoerd.
. Reinigen van de teststrokengeleider
GEZONDHEIDSRISICO: Gebruikte reinigingsmiddelen en teststroken moeten worden beschouwd als
potentieel infectieus materiaal. Draag altijd handschoenen bij het werken met deze materialen. Gooi de
teststroken weg conform de richtlijnen en voorschriften voor het werken met potentieel infectieuze
materialen.
Zorg ervoor, dat bij het plaatsen en verwijderen van de teststroken, geen urineresten in contact komen met het
vergrendelingsmechanisme.
Na iedere meting
Om carry-over en indrogen van urine te voorkomen, moeten na iedere meting
eventueel aanwezige resten of urine van de teststrokengeleider worden
verwijderd met een droge, niet-pluizende doek (zie figuur ).
Figuur 
Aan het eind van iedere werkdag moet de teststrokengeleider worden gereinigd met water of, indien noodzakelijk, met een
reinigings- en desinfecteermiddel.
 Urisys  - Handleiding V.
Aan het einde van iedere werkdag
. Zet het analyseapparaat uit.
. Neem de teststrokengeleider uit het instrument.
WAARSCHUWING: Het grijze referentieveld (A) mag niet worden aangeraakt. Vervuiling van het
referentieveld kan de kwaliteit van de verkregen resultaten beïnvloeden.
LET OP: Om vervuiling van het grijze referentieveld (A) te
voorkomen kunt u deze verwijderen voor het reinigen (zie
figuur).
. Spoel de teststrokengeleider af onder stromend water. Een lichte aanslag van
urine, in het bijzonder rond het vergrendelingsmechanisme of op of tussen de
tandwielen aan de onderzijde van de teststrokengeleider en de
positioneringsuitsparing, kan met een zachte borstel worden verwijderd.
. Desinfecteer de teststrokengeleider met % alcohol of een ander geschikt
desinfectiemiddel.
. Droog de onderdelen goed af met een droge, niet-pluizende doek
. Plaats het referentieveld terug als u deze voorafgaand aan het reinigen hebt
verwijderd.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor, dat de positioneringuitsparing (B),
die zich in het midden van de zijkant van de teststrokengeleider
bevindt, goed droog is (zie figuur ). Deze uitsparing zorgt ervoor,
dat de teststrokengeleider automatisch op correcte wijze in het
apparaat wordt gepositioneerd.
Figuur 
A
A
Figuur 
Figuur 
Figuur 
B
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het grijze referentieveld niet wordt beschadigd tijdens het
schoonmaken. Zorg ervoor dat er geen krassen op het oppervlak ontstaan en dat het goed schoon en
droog is, voordat verdere metingen worden uitgevoerd. Vervang het referentieveld indien nodig door een
reserve-exemplaar.
Na vervanging van het grijze referentieveld moet het instrument worden gekalibreerd. Het instrument zal
niet automatisch om een kalibratie vragen als deze binnen de wekelijkse kalibratieperiode wordt
vervangen.
. Schuif de gereinigde teststrokengeleider met het dichtstbijzijnde vergrendelingsmechanisme (naar beneden) in de gleuf
onder de functietoetsen, zodat de dichtstbijzijnde rand van de teststrokengeleider gelijk ligt met de dichtstbijzijnde rand
van het instrument.
. Als u direct na het schoonmaken van de teststrokengeleider wilt doorgaan met het uitvoeren van metingen, moet u het
Urisys -systeem weer aanzetten. Tijdens de functietest wordt ondermeer gecontroleerd, of het referentie-veld in
orde is en of de positioneringuitsparing in de teststrokengeleider (figuur ) vrij is. Indien dit niet het geval is, verschijnt
een foutmelding op de display (zie hoofdstuk ).
Urisys  - Handleiding V. 
. Foutmeldingen en troubleshooting
Foutmeldingen verschijnen wel op de display, maar worden niet afgedrukt. Als het apparaat langer dan  minuten buiten
gebruik is, schakelt het automatisch over naar de Standby-modus. De foutmelding verschijnt opnieuw op de display, als op
de START-knop wordt gedrukt. Mocht het apparaat defect zijn, neem dan contact op met de lokale vestiging van Roche
Diagnostics.
E REFERENCE PAD ERROR
MIDDLE!
Oorzaak: Het middelste gedeelte van het referentieveld op de
teststrokengeleider is vervuild of beschadigd.
Handeling: Zet het analyseapparaat uit. Reinig en droog het veld voorzichtig.
Controleer het op beschadigingen (b.v. krassen). Plaats de teststrokengeleider
opnieuw en wacht tot de functietest is beëindigd. Als de foutmelding wordt
herhaald, vervang dan het referentieveld of gebruik de reservegeleider. Kalibreer
opnieuw met Control-Test M.
E REFERENCE PAD ERROR
BOTTOM !
Oorzaak: Het onderste gedeelte van het referentieveld op de teststrokengeleider
is vervuild of beschadigd.
Actie: zie E
E REFERENCE PAD ERROR TOP ! Oorzaak: Het bovenste gedeelte van het referentieveld op de teststrokengeleider
is vervuild of beschadigd.
Actie: zie E
E WRONG STRIP !
Oorzaak: De gebruikte teststrook komt niet overeen met de teststrook waarvoor
het apparaat is geprogrammeerd (Combur

Test
®
UX-teststrook).
Handeling: Druk op de START-knop. Herhaal de meting met Combur

Test
®
UX.
E STRIP MEASUREMENT ERROR ! Oorzaken: Er is geen teststrook in de teststrokengeleider geplaatst, de teststrook
is niet correct geplaatst, de urine op de teststrook is opgedroogd of de teststrook
is niet in de urine gedompeld.
Handeling: Druk op de START-knop. Herhaal de meting met een nieuwe
teststrook. Zorg ervoor, dat alle testvelden in het urinemonster zijn gedompeld.
Plaats de teststrook op correcte wijze en let er op, dat het
vergrendelingsmechanisme correct is gesloten, nadat op de START-knop is
gedrukt.
E CALIBRATION ERROR ! Oorzaak: Kalibratiewaarden wijken af van de waarden van de laatste, geldige
kalibratie. (kalibratiefout)
Handeling: Druk op de START-knop. Herhaal de kalibratie met een nieuwe
kalibratiestrook uit de Control-Test M-flacon. Zorg ervoor, dat de strook correct in
de klem van de teststrokengeleider is geplaatst (zie hoofdstuk ).
E CALIBRATION INVALID ! Oorzaak: Kalibratiewaarden liggen buiten het toegestane bereik. (ongeldige
kalibratie)
Handeling: Controleer of het referentieveld vervuild of beschadigd is. Reinig
indien noodzakelijk (zie hoofdstuk .) of gebruik de reservegeleider. Herhaal de
kalibratie met een nieuwe Control-Test M-kalibratiestrook (zie hoofdstuk ). Als
de foutmelding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.
E CHIP ERROR ! Oorzaak: De programmachip aan de
rechterzijde van het apparaat onder de
printerdeksel (zie figuur ) ontbreekt,
maakt geen contact, is defect of bevat
een oude software versie. (chipfout)
Handeling: Zet het Urisys
-analyseapparaat af. Plaats de
programmachip en zet het apparaat
weer aan. Als “CHIP ERROR” opnieuw
verschijnt, is het apparaat defect.
Figuur 
 Urisys  - Handleiding V.
E MISSING TRAY ! Oorzaak: De teststrokengeleider is niet geplaatst of niet ver genoeg in het
instrument ingevoerd om door de motor verder te worden getransporteerd.
Handeling: Plaats de teststrokengeleider correct (zie hoofdstuk ). Druk op de
START-knop.
E TRAY POSITION ERROR ! Oorzaak: De positioneringsuitsparing
van de teststrokengeleider (zie figuur
) is vervuild of nog nat na het
reinigen, het vergrendelingsstaafje staat
nog omhoog, terwijl de
teststrokengeleider al in beweging is of
het vergrendelingsmechanisme is door
vervuiling met urine geblokkeerd. (zie
hoofdstuk .)
Handeling: Reinig, droog (met een
niet-pluizende doek) of blaas de
positioneringuitsparing door om ervoor
te zorgen, dat deze geheel open is.
Verwijder eventuele urineresten, ook
aan de onderzijde van de
teststrokengeleider. Plaats de
teststrokengeleider opnieuw en druk op
de START-knop. Let er op, of het
vergrendelingsmechanisme tijdens de
meting goed gesloten is. Gebruik de
reservegeleider, als de foutmelding
weer verschijnt.
Figuur 
E WRONG TRAY ! Oorzaak: De gebruikte teststrokengeleider komt niet overeen met het
ingevoerde type teststrook, het grijze referentieveld ontbreekt op de
teststrookgeleider of er is een instrumentfout opgetreden.
Handeling: Druk op de START-knop. Het “Strip Type”-menu verschijnt op de
display. Het type teststrook moet overeenkomen met het type teststrokengeleider
Gebruik een goede teststrokengeleider of bestel een nieuwe (zie hoofdstuk ).
Als de foutmelding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.
E LIGHT BARRIER ERROR ! Oorzaak: De lichtbarrière voor het controleren van de positie van de
teststrokengeleider is defect of het bewegingsmechanisme van de geleider is
geblokkeerd.
Handeling: Neem de teststrookgeleider uit het instrument en plaats het weer in
de startpositie terug. Druk op de START-knop. Als de foutmelding opnieuw
verschijnt, is het apparaat defect.
E MOTOR STEP ERROR ! Oorzaak: Overschrijding van het aantal stappen van de aandrijving of het
bewegingsmechanisme van de geleider is geblokkeerd. Dit kan worden
veroorzaakt door:
- vervuiling van of tussen de tandwielen
- versleten of afgebroken tandwielen
- defecte stappenmotor
Handeling: Reinig de teststrookgeleider voorzichtig. Verwijder eventuele
urineresten, ook aan de onderzijde van de teststrokengeleider en van de
tandwielen. Plaats de reservegeleider als de teststrokengeleider is beschadigd en
druk op de START-knop. Druk op de START-knop. Als de foutmelding opnieuw
verschijnt, is het apparaat defect.
E OPTICS ERROR ! Oorzaak: Het referentieveld van de teststrokengeleider ontbreekt of een LED of
de detector is defect.
Handeling: Bevestig het referentieveld of gebruik de reservegeleider. Druk op de
START-knop. Als de foutmelding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.
Urisys  - Handleiding V. 
CLOSE PRINTER COVER Oorzaak: De printerdeksel is geopend. (sluit printerdeksel)
Handeling: Sluit de printerdeksel.
NO PAPER IN PRINTER Oorzaak: Er is geen rol printerpapier geplaatst of het papier is op. (geen papier
in printer)
Handeling: Plaats een nieuwe rol printerpapier en sluit de printerdeksel. Na het
opheffen van de problemen met de printer kunnen de resultaten uit het
geheugen van het apparaat worden afgedrukt met behulp van de “Print”-functie.
E INTERFACE ERROR ! Oorzaak: Storing in de gegevensoverdracht naar de PC of hostcomputer in de
bidirectionele of ASTM-modus. (storing van de gegevensoverdracht)
Handeling: Controleer de kabel. Controleer of de PC of host gereed is om de
gegevens te ontvangen. Gebruik de “Send”-functie voor de gegevensoverdracht
of druk op de “Home”-toets om in de Ready-to-Measure-status terug te keren.
E INVALID PASSWORD! Oorzaak: Het ingevoerde wachtwoord is onjuist. (wachtwoord ongeldig)
Handeling: Voer het juiste wachtwoord in.
E INVALID OP.ID Oorzaak: De ingevoerde gebruikersnaam is ongeldig.
Handeling: Voer een geldige gebruikersnaam in.
E LIST DOWNLOAD FAILED Oorzaak: Het downloaden van de nieuwe gebruikerslijst is mislukt. (download
lijst mislukt)
Handeling: Geen handeling vereist. Na  seconden wordt gestart met de oude
lijst.
E NO VALID LIST! Oorzaak: Er bevindt zich geen geldige lijst op het apparaat. (geen geldige lijst!)
Handeling: Probeer een gebruikerslijst van de hostcomputer te downloaden of
ga verder zonder geautoriseerde gebruiker.
CHECK MEASUREMENT Apparaat drukt de software- en chipversie en -cijferige nummers zonder de
aam van de parameters af. (controle van de meting)
Oorzaak: De service-functie is geactiveerd.
Handeling: Druk op de “Back”-functietoets om terug te keren naar het
hoofdmenu.
RESULTATEN KOMEN NIET
OVEREEN MET DE RESULTATEN
VANDE VISUELE AFLEZING
Oorzaak: Teststrook is niet correct geplaatst, afwijkende kleuren van het
testveld, tijdens seriemetingen niet de juiste reactietijden aangehouden. Er kan
een teststrook zijn gebruikt, die niet geschikt is voor meting door het apparaat,
b.v. een Combur

Test
®
-teststrook.
Handeling: Herhaal de meting met een voor het apparaat geschikte teststrook.
Volg de aanwijzingen nauwgezet op en plaats de teststrook op correcte wijze (zie
hoofdstuk .). Eventueel opnieuw kalibreren. Herhaal de meting. Indien het
probleem aanhoudt, voer dan een kwaliteitscontrole uit (zie hoofdstuk ).
Oorzaak: Elektromagnetische storingen door andere apparaten (zie
hoofdstuk).
Handeling: Verwijder eventuele externe storingsbronnen.
 Urisys  - Handleiding V.
CONTROLEWAARDEN VALLEN
BUITEN DE AANGEGEVEN BEREIKEN
Oorzaak: De teststrook is verkeerd geplaatst. Er kan een teststrook zijn gebruikt,
die niet geschikt is voor meting door het apparaat, b.v. een Combur

Test
®
-
teststrook.
Handeling: Eventueel opnieuw kalibreren. Herhaal de meting met een voor het
apparaat geschikte teststrook. Volg de aanwijzingen nauwgezet op en plaats de
teststrook op correcte wijze (zie hoofdstuk .).
Oorzaak: De teststrokengeleider is ouder dan  maanden en de hierboven
beschreven stappen voor troubleshooting bieden geen oplossing voor het
probleem.
Handeling: Vervang de teststrokengeleider door een reservegeleider. Kalibreer
het analyseapparaat met een nieuwe kalibratiestrook. Herhaal de meting met een
voor het apparaat geschikte teststrook. Volg de aanwijzingen nauwgezet op en
plaats de teststrook op correcte wijze (zie hoofdstuk .).
Oorzaak: Elektromagnetische storingen door andere apparaten (zie hoofdstuk
).
Handeling: Verwijder eventuele externe storingsbronnen.
Oorzaak: Het analyseapparaat is ouder dan  jaar en de stappen voor
troubleshooting bieden geen oplossing voor het probleem.
Handeling: Vervang het instrument.
Oorzaak: Het analyseapparaat is jonger dan  jaar en de stappen voor
troubleshooting bieden geen oplossing voor het probleem.
Handeling: Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Roche
Diagnostics voor ondersteuning.
NO PRINTOUT Oorzaken: “Printer: Off” is geselecteerd, of het analyseapparaat is ingesteld op
de “Fast”-modus (zie hoofdstuk .), de printer/software is defect of het
printerpapier is op.
Handeling: Voer, indien noodzakelijk, papier in. Kies “Printer: On” om de printer
weer te activeren. Vraag een resultatenoverzicht d.m.v. de “Print”-functie. Activeer
de “Linefeed”-functie, als dit mislukt. Als er nog steeds geen reactie volgt, is het
apparaat defect.
HET ANALYSEAPPARAAT KAN GEEN
METING UITVOEREN, OFSCHOON
HET VOLGNUMMER OP DE DISPLAY
WORDT WEERGEGEVEN
Handeling: Druk op de Escape-toets als een AT/PC-toetsenbord is aangesloten,
of zet het Urisys -systeem uit en weer aan.
Urisys  - Handleiding V. 
. Verbinding met andere apparaten
. Seriële interface
Aan de achterzijde van het Urisys -systeem bevindt zich een seriële interface, waarmee de verbinding met een PC of
een centrale hostcomputer tot stand kan worden gebracht. Dit is geen RS -type interface.
Een geschikte verbindingskabel kan bij Roche Diagnostics worden besteld (zie ook hoofdstuk ). De aangesloten PC
moet voldoen aan de elektrische veiligheidsrichtlijnen beschreven in EN .
De interface is zowel voor unidirectionele, bidirectionele als ASTM-communicatie geschikt, de keuze hiervoor kan via
het menu worden gemaakt.
Als de interface is ingesteld op unidirectionele communicatie, worden de gegevens verzonden als ASCII-file en kunnen
worden ontvangen d.m.v. een terminal-programma.
De ingevoerde Patient ID wordt op de display van het Urisys -systeem weergegeven en daarnaast met de
testresultaten afgedrukt en/of naar de PC/host gezonden (zie hoofdstuk .). Indien voor bidirectionele communicatie met
een PC of hostcomputer is gekozen, moet bij de displaymelding “INTERFACE: BIDIR.” met behulp van de functie “/” de
maximale lengte van de gebruikte Patient ID ( of  karakters) van tevoren worden geprogrammeerd, om de correcte
gegevens te verzenden.
Voor meer informatie en specificaties voor het werken in de bidirectionele of ASTM-modus, bijv. voor de aansluiting op
een hostcomputer, kunt u contact opnemen met Roche Diagnostics.
Specificatie interface:  baud,  bits,  stop bit, geen pariteit (voor unidirectionele en bidirectionele modi).
Selecteerbare baud rates (transmissiesnelheden) in ASTM-modus: , , , ,  en .
Verbindingskabel: D-sub, -polig, stekker aan de apparaatzijde, bus aan de PC-zijde.
Verbindingen:
Urisys 1100 Host (PC 9-polige bus)
2
RxD 2
3
TxD 3
4
DTR 4
5
GND 5
6
6
7
7
8
8
9
9
WAARSCHUWING: Het gebruik van verbindingskabels, die niet aan de specificaties van Roche
Diagnostics voldoen, kan leiden tot fouten bij de gegevensoverdracht.
. Barcodereader, AT/PC-toetsenbord
Naast ieder op het display weergegeven volgnummer kunnen monster- of patiënt-ID’s kunnen ingevoerd worden, ofwel via
een streepjescode-lezer (zie aanbevolen streepjescode-lezer) dan wel via een AT/PC toetsenbord, bijvoorbeeld het
Reflotron-toetsenbord van Roche Diagnostics (zie bestelinformatie in hoofdstuk ). Voeding is voorzien via de interface
voor de streepjescode-lezer.
Specificatie interface: -polige DIN-aansluiting, bus
Pinbezetting:  klok
 gegevens
 vrij
 GND
+  V
 Urisys  - Handleiding V.
Streepjescode-lezer
Streepjescode-lezers geschikt voor geburik met Urisys  met SW versie . en hoger moeten voldoen aan de volgende
specificaties:
Radiofrequentie interferentieklasse B volgens EN -
Immuniteitseisen voor elektromagnetische interferentie voor industriële locaties volgens EN -
Er is een aanbevolen streepjescode-lezer voor het lezen van veelgebruikte streepjescodes zoals Codabar, Code , Code
 en Interleaved  van .
Voor het aansluiten van een streepjescodelezer en een extern toetsenbord is een CAB  IBM XT/AT DIN datakabel nodig.
Neem contact op met uw plaatselijk vertegenwoordiger van Roche Diagnostics voor vragen omtrent het gebruik van het
Urisys  systeem met streepjescode-lezers.
. Technische informatie en aanwijzingen
. Technische gegevens
Afmetingen: Breedte: ca.  mm
Diepte: ca.  mm
Hoogte: ca.  mm
Gewicht: < , kg
Stroomvoorziening: Externe netadapter
Voeding:  -  V AC, / Hz,  mA
Output: , V DC,  mA
Polariteit: –
+
Energieverbruik: In werking: max.  Watt
Stand-by: , Watt
Geluidsniveau:  dB
Systeembeschrijving: Type: reflectiefotometer
Lichtbron:  LED’s (licht emitterende diodes)
Golflengten:  nm (groen), x
 nm (oranje), x
Meetkop:  kop met  LED’s
Meetcyclus: Normale modus: ca.  sec
Snelle modus: ca.  sec
Reactietijd: - seconden
Printer: thermische printer
Display: liquid crystal display,  regels van  karakters
Geheugen:  monsters
Datum, tijd: ingebouwd tijdmechanisme
Condities voor gebruik: In werking Opslagcondities
Temperatuur: + ° tot +  °C –  ° tot +  °C
Relatieve luchtvochtigheid:  % tot  %  % tot  %
Optimale condities voor gebruik: Temperatuur: +  ° tot +  °C
Relatieve luchtvochtigheid:  % tot  %
Levensduur:
Teststrokengeleider:  maanden na het eerste gebruik
Interfaces:
PC/HOST: serieel, D-Sub aansluiting, -polig, bus, unidirectioneel, bidirectioneel of ASTM-
protocol (naar keuze)
AT/PC-toetsenbord: Streepjescode-lezer
-polige DIN-aansluiting, bus
Markeringtekens: UL, cUL
Urisys  - Handleiding V. 
. Veiligheidsaanwijzingen
Het Urisys -analyseapparaat is ontworpen en geproduceerd overeenkomstig de internationale richtlijnen “Safety
requirements for electrical equipment for measurement, control and laboratory use”. Bij het verlaten van de fabriek voldeed
het apparaat volledig aan de veiligheidseisen. Om het apparaat in een perfecte conditie te houden en verzekerd te zijn van
een veilige werking, moet de gebruiker alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding in acht nemen.
Dit product voldoet aan de richtlijn //EG inzake medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek
Dit product voldoet aan de EU-richtlijn //EG inzake medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek
Het apparaat mag alleen worden gebruikt met de voorgeschreven AC-adapter (Beschermingsklasse II).
Het instrument is conform IEC  ingedeeld in overspanningcategorie II en vervuilingsgraad .
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen van het apparaat (behalve als dit met de hand, zonder
gebruik te maken van enig gereedschap, kan worden uitgevoerd) kunnen spanningsvoerende delen worden blootgelegd.
Ook aansluitklemmen kunnen onder spanning staan. Voer nooit onderhoudswerkzaamheden of reparaties uit aan een
geopend apparaat, dat onder spanning staat.
Als u vermoedt, dat niet veilig met het apparaat kan worden gewerkt, moet u het afzetten en voorkomen, dat het apparaat
door anderen gebruikt kan worden. Zorg ervoor dat het Urisys -analyseapparaat alleen door deskundig personeel
wordt bediend.
Iedere personal computer, waarmee het analyseapparaat is verbonden, moet voldoen aan de eisen voor
gegevensverwerkende apparatuur beschreven in de normen EN , UL /CSA C. No. .
Indien u het apparaat helemaal niet meer gaat gebruiken en het wilt weggooien, moet het overeenkomstig de
desbetreffende wettelijke regelingen en in overeenstemming met de gemeentelijke voorschriften worden verwijderd.
U moet er rekening mee houden dat het apparaat potentieel infectieus is. Voordat u het weggooit, moet het daarom
ontsmet worden, b.v. door de kast en de teststrokengeleider met % alcohol schoon te maken.
LET OP: De beschreven gegevens en informatie komen overeen met de laatste stand van zaken bij het ter
perse gaan van deze handleiding. Belangrijke wijzigingen zullen in een volgende uitgave worden
opgenomen. Indien er verschillen bestaan tussen deze handleiding en de informatie in de bijsluiter, geniet
de informatie in de bijsluiter de voorkeur.
. Garantie
Bij de verkoop van consumptiegoederen zullen de wettelijke garantiebepalingen in het land van aankoop van
toepassingzijn.
 Urisys  - Handleiding V.
. Contactgegevens
Voor alle vragen over het Urisys -analyseapparaat die niet zijn beantwoord in deze handleiding, kunt u contact
opnemen met uw Roche-vertegenwoordiger.
De contactgegevens van Roche
. vindt u op onze website www.roche.com.
. Kies Roche Worldwide bovenaan de pagina.
. Kies uw land om de contactgegevens van uw lokale kantoor te vinden.
. Bestelinformatie
Het analyseapparaat, verbruiksartikelen en accessoires zijn:
Artikelnummer
(REF)
 Inhoud:
Urisys -analyseapparaat, externe netadapter, programmachip, teststrokengeleider C,
printpapier, handleiding, snelle referentiegids, netkabel.
 teststrokengeleider type C voor Combur

Test
®
UX-teststroken
xxx Combur

Test
®
UX-teststroken ( teststroken)
 Chemstrip  A
 Control-Test M ( kalibratiestroken)
 Thermisch papier ( rollen)
 Interface-verbindingskabel
 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Duits)
 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Engels)
 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Frans)
 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Italiaans)
 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Spaans)
 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Zweeds)
 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Noors)
De volgende vervangende onderdelen zijn verkrijgbaar:
 Reserve referentievelden ( stuks)
Programmachip
Urisys  - Handleiding V. 
. Trefwoordenregister
Hoofdstuk Hoofdstuk
A
Afdrukken kalibratiegegevens .
Akoestisch signaal (signaaltoon) .
B
Barcodereader .
Basisinstellingen .
Basisinstellingen .
Bedieningselementen en functies .
Bedieningselementen .
C
Concentratie-intervallen in de weergave van
deresultaten .
Control-Test M ., ., .
D
Doorstroomschema, software voor .
E
Eenheden instellen ., ., .
Eenheden instellen ., ., .
Energievoorziening ., .
F
Foutmeldingen .
Functiecontrole, automatische .
G
Gegevens verwijderen ., .
Gegevensoverdracht ., ., .
Geheugen .
Gevoeligheid, aanpassen van de ., .
Grenzen van het bereik veranderen .
I
Ingebruikname .
Interface ., ., .
Interface, configuratie van de ., ., .
Interface-aansluitkabel ., .
Interfacespecificaties .
K
Kabelconfiguratie .
Kalibratie ., ., .
M
Meetprincipe .
Meldingen op de display ., .
Menustructuur ., .
Meting uitvoeren ., .
Monsteridentificatie .
N
Netspanning .
O
Ontwerp van resultatenoverzicht .
Opgeslagen resultaten afdrukken .
P
Papier, doorvoer van ., .
Parameters, volgorde in het resultatenoverzicht
vastleggen .
Parameters, volgorde in het resultatenoverzicht
vastleggen .
Patient ID invoeren .
Patiëntenidentificatie .
Plaatsing van het apparaat .
Positioneringuitsparing .
Printer, instellingen van de .
Printerpapier invoeren .
Printerpapier .
R
Referentieveld ., ., ., .
Reiniging .
Resultaten opslaan .
Resultaten uit het geheugen oproepen .
Resultaten verwijderen .
Resultatenoverzicht tweemaal afdrukken .
S
Signaaltoon (akoestisch signaal) .
Software ., .
Standby-modus .
T
Taal selecteren .
Technische gegevens .
Teststrokengeleider ., ., ., ., .
Teststrook , ., ., ., .
Teststrook, meting van de .
Teststrook, plaatsen van de .
Tijd instellen .
Toetsenbord ., .
Troubleshooting .
V
Verbruiksartikelen en accessoires bestellen .
Verwijderen van resultaten .
Volgnummer terugzetten ., .
Volgnummer .
Roche Diagnostics GmbH
Sandhofer Strasse 
 Mannheim
Germany
www.roche-diagnostics.com
 () - NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

Roche URISYS 1100 Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten