Alleen voor gebruik in de ziekenhuissituatie
38
•
Voorafgaand aan de desinfectie of sterilisatie moet het masker altijd worden
gedemonteerd en gereinigd. Het masker moet na de desinfectie/sterilisatie
ook worden geïnspecteerd. Raadpleeg voor bijzonderheden omtrent de
inspectie het hoofdstuk "Inspectie na desinfectie/sterilisatie".
Desinfecteer of steriliseer na de demontage de componenten van het masker
grondig, waarbij u de procedures volgt voor een van deze methoden:
• Chemische desinfectie
• Thermische desinfectie
• STERRAD
™
sterilisatie.
Optie 1: Chemische desinfectie
Voorafgaand aan de desinfectie
1 Demonteer het masker.
2 Reinig de afzonderlijke maskeronderdelen gedurende een minuut met een
zachte borstel, terwijl u ze laat inweken in reinigingsmiddel (bijv. Aniosyme
™
DDI of Alconox
™
). Besteed daarbij vooral aandacht aan alle spleten en
holtes.
3 Spoel de onderdelen tweemaal af door ze in water van drinkkwaliteit goed
heen en weer te bewegen (5 liter per masker) en laat ze drogen, maar niet
in direct zonlicht.
ResMed heeft de reinigingsmiddelen Aniosyme DDI (verdund tot 0,5%
gedurende 15 minuten) en Alconox (verdund tot 1%) getest.
Desinfectie
1 Laat de maskeronderdelen die mogen worden gedesinfecteerd in een in de
handel verkrijgbare oplossing van 0,15% perazijnzuur liggen (bijv.
Anioxyde
™
1000), 0,55% orthophthalaldehyde (bijv. CIDEX
™
OPA) of 3,4%
glutaraldehyde (bijv. CIDEX Plus
™
).
2 Spoel de onderdelen af in water van drinkkwaliteit (5 liter per masker) en laat
ze drogen, maar niet in direct zonlicht.
Testen door ResMed hebben aangetoond dat de maskeronderdelen 15 cycli
kunnen weerstaan, waarbij gebruik wordt gemaakt van oplossingen van
perazijnzuur (0,15% Anioxyde 1000 gedurende 30 minuten),
orthophthalaldehyde (0,55% CIDEX OPA gedurende 20 minuten) of
glutaraldehyde (3,4% CIDEX Plus gedurende 20 minuten).
N.B.: Wanneer u de bovengenoemde reinigingsmiddelen en
desinfectiemiddelen gebruikt, dient u zich te houden aan de volgende
combinaties: