18
HOE EEN WORKOUT VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op welke toets dan ook
op het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op blad-HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op blad- op blad-
zijde 15.
2. Kies een workout voor de hartslag.
Druk eerst op de Heart Rate (Hartslag) workouts
toets om een hartslag workout te kiezen. Draai ver-
volgens aan de weerstandsknop tot het getal van de
gewenste workout in de display verschijnt. Druk dan
op de Entertoets om de workout te kiezen.
3. Toets een na te streven instelling voor de hartslag
in.
Een paar
seconden
nadat u een
hartslag wor-
kout gekozen
heeft, zullen
de duur van
de workout
en de woor-
den ENTER TARGET (doel invoeren) in de display
verschijnen.
Er zal een verschillende na te streven hartslagin-
stelling voor elk segment van de hartslag workout
geprogrammeerd worden. Draai aan de weer-
standsknop om de gewenste maximum na te
streven hartslag voor de workout in te voeren (zie
OEFENINTENSITEIT op bladzijde 24). Druk dan op
de Entertoets.
4. Houd de hartslagmonitor met handgreep vast of
draag de optionele borstkas hartslagmonitor.
U moet om een hartslag workout te gebruiken, de
hartslagmonitor met handgreep gebruiken of de
borstkas hartslagmonitor dragen (zie bladzijde 21).
Aandacht: Het bedieningspaneel zal uw hartslag niet
juist weergeven wanneer u de hartslagmonitor met
handgreep en de borstkas hartslagmonitor tegelijker-
tijd gebruikt.
U hoeft wanneer u de hartslag monitor met hand-
greep gebruikt, de hartslagmonitor met handgreep
tijdens een hartslag workouts niet constant vast
te houden. U zou echter de hartslagmonitor met
handgreep regelmatig moeten vasthouden opdat
de workouts goed werken. Houd, telkens als u de
hartslagmonitor met handgreep vasthoudt, uw
handen minstens 15 seconden op de metalen
contactpunten.
5. Begin te trappen om de workout te starten.
Elke hartslag workout is verdeeld in segmenten
van 1-minuut. Een na te streven hartslag is voor elk
segment geprogrammeerd. Aandacht: Dezelfde na te
streven hartslag kan voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd zijn.
Het bedieningspaneel zal tijdens de workout regel-
matig uw hartslag met de na te streven hartslag van
het huidige segment vergelijken. Als uw hartslag te
ver onder of te ver boven de na te streven hartslag
ligt, dan zal de weerstand van de pedalen automa-
tisch omhoog of omlaag gaan om uw hartslag dichter
bij de na te steven hartslag te brengen. Elke keer als
de weerstand verandert, zal het weerstandsniveau
gedurende enkele seconden in de display verschij-
nen om u te waarschuwen.
Terwijl u oefent, zult u
aangespoord worden
om uw trapsnelheid zo
dicht mogelijk bij een na
te streven snelheid voor
het huidige segment te
houden. Verhoog uw snelheid als er een opwaarts
pijltje of het woord FASTER (sneller) op de display
verschijnt. Verlaag uw snelheid als er een neerwaarts
pijltje of het woord SLOWER (langzamer) op de
display verschijnt. Houd uw huidige snelheid aan als
er geen pijltjes of de woorden ON TARGET (volgens
doel) op de display verschijnen.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u met een tempo
trapt dat aangenaam voor u is. Als het weerstand-
niveau van het huidige segment te hoog of te laag
is kunt u de instelling handmatig overschrijven
door aan de weerstandsknop te draaien. Echter,
het kan zijn dat als u het weerstandsniveau ver-
andert dat u niet de na te streven hartslag kunt
handhaven.
Tevens kan, wanneer het bedieningspaneel uw
hartslag met de na te streven hartslag vergelijkt, de
weerstand van de pedalen automatisch omhoog
of omlaag gaan om uw hartslag dichter bij de na te
streven hartslag te brengen.
De workout gaat zo verder tot het laatste segment
eindigt. Stop met trappen om de workout wanneer
dan ook te beëindigen,. U zult een toon horen en de
tijd zal op de display beginnen op te flikkeren. Hervat
gewoon het trappen om de workout opnieuw te
starten
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 6 op bladzijde 16.