Part No 1167481 69 Looprekken met dubbele vergrendeling
2.2 Algemene waarschuwingen
WAARSCHUWING
GEBRUIK DIT PRODUCT OF DE BESCHIKBARE OPTIONELE APPARATUUR NIET
VOORDAT U DEZE INSTRUCTIES EN HET EVENTUELE AANVULLENDE
INSTRUCTIEMATERIAAL VOLLEDIG HEBT DOORGELEZEN EN BEGREPEN, ZOALS DE
GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN, SERVICEHANDLEIDINGEN OF INSTRUCTIEBLADEN DIE
BIJ DIT PRODUCT OF DE OPTIONELE APPARATUUR WORDEN VERSTREKT. ALS U NIET
IN STAAT BENT DE WAARSCHUWINGEN, AANDACHTSPUNTEN OF INSTRUCTIES TE
BEGRIJPEN, NEEM DAN CONTACT OP MET EEN ZORGVERLENER, DEALER OF
TECHNISCHE STAF VOORDAT U DIT APPARAAT GAAT GEBRUIKEN. ER KAN ANDERS
LETSEL OF SCHADE OPTREDEN.
WAARSCHUWING ACCESSOIRES
Invacare-producten zijn specifiek ontworpen en vervaardigd voor gebruik in combinatie met
Invacare accessoires. Accessoires die door andere fabrikanten zijn ontworpen zijn niet getest
door Invacare en worden niet aanbevolen voor gebruik met Invacare-producten.
WAARSCHUWING
U dient ALTIJD uw arts of therapeut te raadplegen om de juiste afstelling en het gebruik van het
apparaat te bepalen.
Wees ALTIJD voorzichtig bij het gebruik van het looprek, vooral op natte of bevroren
oppervlakken.
Als het looprek voorafgaand aan het gebruik blootgesteld wordt aan extreme temperaturen
(boven de 38°C of onder de 0°C), hoge luchtvochtigheid en/of nat wordt, zorg er dan voor dat de
handgrepen op de zijframes niet draaien, omdat dit schade of letsel kan veroorzaken. De
handgrepen MOETEN strak vastzitten.
Zorg ervoor dat de accessoires vóór gebruik juist zijn gemonteerd en stevig vastzitten.
Zorg ervoor dat de rubberen doppen en/of plastic glijdoppen niet gescheurd of versleten zijn, of
ontbreken. Vervang zonodig de doppen voordat het looprek gebruikt wordt. Gebruik GEEN
rubberen doppen op de verlengstukken van de achterpoten als de voorpoten wieltjes hebben.
Bij het gebruik van glijdoppen op het looprek moeten kleine stapjes genomen worden. Het
gebruik van glijdoppen wordt afgeraden bij een ruwe ondergrond (beton, grind, etc.) Glijdoppen
op de verlengstukken van de achterpoten mogen uitsluitend gebruikt worden met
wielbevestigingen vooraan. Gebruik GEEN glijdoppen tegelijkertijd op alle vier de verlengstukken.
Gebruik GEEN glijdoppen en rubberen doppen tegelijkertijd.
Achterpootverlengstukken met rubberen doppen of plastic glijdoppen MOETEN te allen tijde in
contact blijven met het vloeroppervlak. Als een gelijke hoogte niet mogelijk is, stel de
pootverlengstukken dan zo in dat de achterkant van het looprek niet meer dan 2,5 cm lager is dan
de voorkant.
Zorg ervoor dat het gewicht van de gebruiker gelijk en precies over het looprek verdeeld is.
Het looprek is niet bedoeld om het volledige gewicht van de gebruiker te ondersteunen.
Controleer of alle labels aanwezig en leesbaar zijn. Vervang deze indien nodig.
Hang GEEN spullen aan het linker of rechter zijframe (gebied met de vergrendelknoppen) of aan
de linker of rechter beugel. Hierdoor zullen de zijframes en de zijbeugels doorbuigen en
voorkomen dat het open looprek vergrendeld kan worden. Ook kan het looprek hierdoor
kantelen of onstabiel worden, wat kan resulteren in letsel of schade.
Accessoires met wieltjes mogen uitsluitend op de voorste looprekpoten gebruikt worden, met
uitzondering van remmen op de achterwielen.
Ga NIET op de dwarsstang zitten. Gebruik de dwarsstang NIET als steun.
Wees voorzichtig bij het lopen op schuine oppervlakken.
Gebruik het looprek NIET om de trap op en af te lopen.
Gebruik het looprek NIET op een roltrap.
Laat het looprek NIET (permanent) buiten staan.