Agria 7100 de handleiding

Type
de handleiding
5782
100 cm
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr.
998 876-A 03.12
&
VeegmachineVeegmachine
VeegmachineVeegmachine
Veegmachine
7100 Cleanstar premium7100 Cleanstar premium
7100 Cleanstar premium7100 Cleanstar premium
7100 Cleanstar premium
HandleidungHandleidung
HandleidungHandleidung
Handleidung
Vertaling van het oorspronkeijke handleidingVertaling van het oorspronkeijke handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleidingVertaling van het oorspronkeijke handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
2 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid
belangrijke informatie
choke
brandstof
olie
motor start
motor stop
borstelwalsaandrijving
rijaandrijving
rijaandrijving ingeschakeld
rijaandrijving uitgeschakeld
langzaam
snel
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
vooruit
achteruit
Hier invullen:
Machine art. nr.: .......................
Identificatie/machine nr.: ..........
.................................................
Motor type: ...............................
Motor nr.: ..................................
Datum aankoop:.......................
Typeplaatje:
zie blz. 3, afb. A/5
Motortype en motornr.
zie blz. 42, afb. C/7.
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fou-
ten bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserve-
onderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding
zijn niet bindend. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld.
Wij behouden ons het recht voor ver-
anderingen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
basismachine
l
stuur met bevestigingsschroeven
l
gereedschapsset
è siehe Betriebsanleitung ...
è -Serviceç= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
Symbolen, typeplaatje
4 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Afb. A
1 Vergrendeling voor koppelingshendel
2 Koppelingshendel voor Borstelaandrijving
3 Veiligheids-schakelhendel
4 Draaihendel voor regeling van de rijsnelheid en rijrichting
5 Typeplaatje
6 Toerentalhendel
7 Zwenkstang
8 Slinger voor hoogteverstelling
9 Beschermkap
10 Arreteerplaat voor zwenkstang
11 Basis-beschermplaat
12 Aansluitasuiteinde voor aanbouwwerktuigen (optional)
13 Extra beschermplaat
14 Borstelwals
15 Rijtransmissie (Hydrostat)
16 Wielmeenemer
17 Wiel
18 Deksel snaarbehuizing (achter)
19 Snaarbehuizing
20 Motordraagplaat
21 Vastklemmende hendel voor hoogteverstelling stuurstang
23 Motor
24 Stuurstang
25 Handmatige toerentalverstelling voor borstelwals
Aanduiding van de onderdelen
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 5
1
3
5
6
4
2
Aanbevelingen
Smeermiddelen, corrosiewerende
middelen .......................................... 6
Brandstof ......................................... 6
Onderhoud en reparatie .................. 6
Aanwijzingen voor uitpakken en
montage .................................. 7
Aanduiding van de onderdelen...
............................................. 3, 41
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen........................... 8
Gebruik conform de bestemming ... 8
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen ........ 12
Beschrijving van de ..........................
gebodssymbolen.................... 12
2. Technische gegevens
Veegmachine ................................. 13
Motor.............................................. 14
3. Machine- en
bedieningselementen
3.1 Motor .................................... 15
3.2 Toerentalhendel ................... 15
3.3 Veiligheidsschakeling......... 16
3.4 Rijaandrijving....................... 17
3.5 Borstelaandrijving................ 17
3.6 Stuurstang ............................ 18
Stuurstang-hoogteverstelling 18
3.7 Wielen .................................. 18
3,8 Sneeuwkettingen.................. 18
3.9 Wielmeenemer .................... 18
3.10 Borstelwalsen-aanbouw ...... 19
3.11 Hoogteverstelling van de
borstelwalsen .................... 20
3.12 Zijwaartse verstelling .......... 20
3.13 Borstelwalsen-Toerental ..... 20
3.14 Aanbouwwerktuigen............. 21
4. Ingebruikname en bediening
4.1 Eerste ingebruikname......... 22
4.2 Motor starten ........................ 23
4.3 Motor afzetten ...................... 24
4.4 Gevarenzone........................ 25
4.5 Vegen ................................... 26
4.6 Sneeuwruimen ..................... 26
5. Onderhoud en reparatie
Machine......................................... 27
5.1 Hydrostat .............................. 27
V-snaren............................... 27
Aandrijfketting...................... 27
5.2 Borstelwalsen- .........................
wormwielaandrijving.......... 28
5.3 Borstelaandrijving................ 28
5.4 Wielen .................................. 28
5.5 Wielas .................................. 28
5.6 Veeginstallatie ..................... 29
5.7 Stelpen ................................. 29
5.8 Veiligheidsschakeling......... 29
Motor ........................................... 30
5.9 Motoroliepeil controleren .... 30
5.10 Motorolie verversen ............. 30
5.11 Luchtfilter ............................. 31
5.12 Brandstofinstallatie.............. 32
5.13 Bougie .................................. 33
5.14 Reinigen van het luchtrooster33
5.15 Luchtkoelsysteem................ 33
5.16 Regelaar............................... 34
5.17 Uitlaat ................................... 34
5.18 Toerentalbediening.............. 34
5.19 Afstelling carburateur.......... 34
5.20 Algemeen ............................. 35
5.21 Reiniging .............................. 35
5.22 Stallen .................................. 36
Smeerschema, Elektrisch
schakelschema...................... 37
6. Storingen opsporen
en verhelpen .......................... 38
Onderhouds- en inspectietabel ..... 40
Aanduiding van de onderdelen
Let op uitklappagina’s!
Afb. A ............................................... 3
Afb. C Motor Honda GCV160...... 41
Lak, slijtageonderdelen............... 41
Conformiteitsverklaring
......43
Inhoudsopgave
6 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Smeermiddelen en
anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de trans-
missie de voorgeschreven smeer-
middelen (zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernip-
pels adviseren wij het gebruik van bio-
logisch afbreekbare olie of smeervet
(volgens de aanwijzingen in de hand-
leiding).
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biologisch
afbreekbare corrosiewerende olie
(niet gebruiken op gelakte uitwendige
bekledingen). Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met een spuitbus
worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corro-
siewerende olie zijn milieuvriendelijk
omdat ze biologisch snel afbreekbaar
zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om met het mi-
lieu en levert u een positieve bijdrage
aan de gezondheid van mens, fauna en
flora.
Brandstof:
Deze motor loopt zowel op gangbare
loodvrije normale en superbenzine
(ook E10) en Super plus.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Wanneer om milieutechnische
redenen loodvrije benzine gebruikt
wordt, dient u bij motoren die langer
dan 30 dagen niet gebruikt worden
de brandstof af te tappen, om
afzetting van harsresidu’s in de
carburateur, het brandstoffilter en de
brandstoftank te vermijden. U kunt de
brandstof ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Ook gelode benzine dient voor het
stallen na seizoenseinde te worden
afgetapt, of te worden vermengd met
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalifi-
ceerde monteurs die de machine vak-
kundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen zelf
uit wanneer u beschikt over het juiste
gereedschap en de vereiste techni-
sche kennis van machines en
verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat ver-
wondingen of materiële schade ver-
oorzaakt wordt. Demonteer het
vliegwiel uitsluitend met passend
gereedschap.
Aanbevelingen
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 7
Aanwijzingen voor uitpakken en montage
Uitpakken
Deksel van de doos aan de
bovenzijde openen.
De vier hoeken van de doos
opensnijden en de zijkanten naar
beneden klappen.
1. Stuurstang monteren
Stuurstang naar omhoog draaien
l
Vastklemmende hendel (21) losma-
ken, tot de aanslag vrij is
l
stuurstang (24) naar achter draaien
tot op de juiste werkhoogte
è
blz.18
l
vastklemmende hendel (21) weer
vastdraaien.
Bowden-kabels en elektrische beka-
beling met drie klemmen (28) aan de
stuurstangen zie Afb. bevestigen.
2. Beschermkap (9) monteren,
met afstandhouder (D), slinger (8) en
spie (K)
3. Wielen monteren
l
Wielas aan beide kanten met vet in-
smeren
l
afstandbuis en wielen er aan beide
kanten opsteken - bij noppenwielen op
de richting van de pijlen letten
l
wielmeenemer met schroef (2) en vei-
ligheidsmoer monteren - wielmeene-
mer-Afstelling
è
blz.18.
4. Extra beschermplaten monteren
l
Extra beschermplaten aan beide kan-
ten van de basis-beschermplaat (11)
monteren, met aan elke kant 3 zeskant-
schroeven en veiligheidsmoeren
5. Borstelwalsen monteren,
zie beschrijving blz. 19
6. Eerste ingebruikname
zie beschrijving blz. 22
1.
3.
2.
4.
5.
9
24
21
8
K
D
28
8 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw veilig-
heid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheids-
aanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De veegmachine met de door de fabri-
kant geautoriseerde, aangebouwde
onderdelen is bestemd voor een ge-
woon gebruik bij het onderhoud van
gebouwen en wegen, om los vuil te
vegen of op te rapen, en kan na aan-
bouw van een passend ruimschild of
borstels ook als sneeuwschuiver wor-
den gebruikt (gebruik conform de be-
stemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de machine gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
veegmachine altijd eerst de verkeers-
en bedrijfsveiligheid.
De veegmachine mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de benodigde
kennis beschikken en van de risico’s op
de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aan-
wijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het be-
lang van uw eigen veiligheid!
Voor het transport op vrachtwagens of
aanhangwagens buiten de te bewerken
zone, dient de motor te worden
uitgeschakeld en de wielmeenemer in
werking gezet.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 9
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de ma-
chine.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de machine.
Let daarop tijdens de werkzaamheden.
Pas uw werksnelheid aan aan de om-
standigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
veegmachine.
Controleer voor het starten de directe
omgeving van de machine. Let daarbij
vooral op kinderen en dieren!
Tijdens veegwerkzaamheden kunnen
stenen en dergelijke wegspringen. Per-
sonen en dieren mogen zich niet in de
gevarenzone bevinden. Let op dat voer-
tuigen (vooral de ramen) en andere ob-
jecten niet beschadigd worden.
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent
van alle installaties en bedienings-
componenten, alsmede van het
functioneren ervan. In het bijzonder dient
u te weten hoe u de motor in geval van
nood snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten kool-
monoxide, dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de veegmachine of het aanbouw-
werktuig gaan staan.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
veegmachine die afstand van de ma-
chine in acht, waartoe u door de stuur-
stang gedwongen wordt, vooral bij het
nemen van bochten!
Het is niet toegestaan, tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
10 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Wanneer de borstelwals of het
aanbouwwerktuig vastzit, moet de
motor worden afgezet en dient de
borstelwals of het aanbouwwerktuig
met passend gereedschap te worden
schoongemaakt.
Indien de veegmachine of het aanbouw-
werktuig beschadigd is, moet de ma-
chine onmiddellijk worden gestopt en de
motor worden afgezet. Laat de schade
direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
veegmachine meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de veeg-
machine met een trekkabel of een trek-
stang vast te houden, om te voorkomen
dat de machine wegschuift. De bestuur-
der moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoende
afstand te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de veegmachine nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de machine
verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te
verhinderen - trek de bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitge-
schakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen er-
van vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
Veegmachine en aanbouwwerktuigen
tegen wegrollen beveiligen (wielblok-
ken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, veegma-
chine en aanbouwwerktuig beveiligen
tegen wegrollen. Voorkom gebruik door
onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten.
Sneeuwschuiver
De sneeuwschuiver dient op de juiste
manier te worden aangebouwd! Draag
daarvoor slipvaste schoenen. Bij het
manoeuvreren met de sneeuwschui-
ver moet voorzichtig te werk worden
gegaan. Ongevalsrisico! Pas de werks-
nelheid aan aan de omstandigheden.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 11
Onderhoud en reiniging
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Zorg ervoor dat de veegmachine en de
aanbouwwerktuigen schoon blijven, om
brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden dienen de
beschermingsinrichtingen weer te wor-
den aangebracht en in oorspronkelijke
positie te worden teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de veegmachine in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer de veegmachine niet in geslo-
ten ruimtes wanneer zich nog brandstof
in de brandstoftank bevindt. Benzine-
dampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten ruimte
lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging! Vervang defecte uitlaaton-
derdelen daarom ook altijd direct.
Opgelet met de hete onderdelen van
de motor!
De uitlaatdemper en andere motoron-
derdelen zijn zeer heet terwijl de motor
draait en onmiddellijk na het afzetten.
Houd voldoende afstand van hete op-
pervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
Wees voorzichtig met brandstof van-
wege het brandgevaar. Vermijd open
vuur, vonken en hete motoronderdelen
tijdens het bijvullen van brandstof. Vul
geen brandstof bij in gesloten ruimtes.
Niet roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de veegmachine aan de kant
voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Om veiligheidsredenen dienen de ben-
zinetank en de benzinedop regelmatig
te worden vervangen.
Houd corrosiewerende middelen en
stabilisatoren altijd buiten het bereik van
kinderen. Bij misselijkheid en braaknei-
gingen direct een arts waarschuwen.
In geval van contact met de ogen me-
teen met veel water uitspoelen. Vermijd
het inademen van de dampen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
12 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Lees de aanwijzingen op de verpak-
king!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u
deze weggooit, eventueel als klein che-
misch afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden
en volgens de voorschriften verwerken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de veegmachine
veilig geparkeerd is en tegen wegrollen
beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel en met pas-
send gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken wan-
neer de motor loopt!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden motor
afzetten en bougiekap eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand
houden van de machine. Blijf buiten het
bereik van wegspringende stenen en
dergelijke.
Beshrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de
machine moeten individuele
gehoorbeschermingen wor-
den gedragen.
Draag veiligheidshandscho-
enen.
Draag altijd stevige schoe-
nen.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 13
2. Technische gegevens
Transmissie:
rijtransmissie........................Hydrostat
Aandrijving op drijfwielen met
kettingoverbrenging
Rijsnelheid:
vooruit, traploos ................. 0 - 5 km/h
achteruit, traploos ............... 0 - 3 km/h
veegtransmissie. wormwielaandrijving
......... V-snaarkoppeling met spanrolle
Toerental borstelwals traploos instelbaar
door variator...... 100 min
-1
- 200 min
-1
Gebruik alleen originele agria-V-sna-
ren (zie slijtage-onderdelen blz. 41)
Stuurstang: ....... zonder gereedschap
in hoogte verstelbaar
Geluidsniveau:
Geluidsniveau: ..................... L
pA
75 dB
conform EN 11201 (waargenomen
door de bestuurder)
Geluidsvermogensniveau conform
EN ISO 3744:1995
:...............................
gemeten............................... L
WA
95 dB
gewaarborgd ........................ L
WA
96 dB
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ........... a
hw
= 3,02 m/s
2
conform richtlijn 2002/44/EG
Veegmachine
agria-Cleanstar premium
7100 221............ 100 cm borstel fijn
7100 321.......... 100 cm borstel grof
Gewicht:
Cleanstar premium......... ca. 102.5 kg
Opvangbak 100 cm ...........ca. 13,0 kg
Sneeuwschuiver 100 cm ...ca. 13,5 kg
Spatbord ..............................ca. 2,5 kg
Watersproeiinrichting ...........ca. 4,0 kg
Banden:.............. 3.50 - 6 akkerprofiel
Optional:.......... 13x5.00-6 grasbanden
Bandenspanning: .................. 0,8 bar
2
Afmetingen van de machine:
a ...................................... 890 mm
b ...................................... 630 mm
e .................................... 1335 mm
h .............................960-1060 mm
l...................................... 1650 mm
L opvangbak.................1930 mm
L sneeuwschuiver ........ 1890 mm
A ....................................1000 mm
S ...................................... 480 mm
14 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Motor
Motorenfabrikant: ................. Honda
Type: ...........................GCV 160 N2E
Bouwwijze: ...................... geforceerd-
luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor OHC (benzine)
Boring: .................................... 64 mm
Slag: ........................................ 50 mm
Cilinderinhoud: ................... 160 ccm
Vermogen: .......4,1 kW bij 3600 min
-1
Koppel:
max. 11,4 Nm bij 2500 min
-1
Bougie:.............NGK BPR6ES Bosch
elektrodenafstand: 0,7-0,8 mm
Ontsteking:
Transistor magneetspoel, zonder contact
.......... ontstekingstijdstip 20° voor OT
.....radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep....................0,15 ± 0,04 mm
uitlaatklep................... 0,20 ± 0,04 mm
Startinrichting: .......... repeteerstarter
Inhoud brandstoftank:.......... 1,1 liter
Brandstof: ............. loodvrije benzine,
octaangetal minstens 91 RON
(ook E10)
zie brandstofadvies
Luchtfilter: .......... droog filterelement
Carburateur:............................drijver,
smoorkleppen
Mengselregelschroef:
basisinstelling ca. 1 omwenteling open
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3250 min
-1
Stationair
toerental:................. 1550–1850 min
-1
Motorolie:
hoeveelheid........................... ca. 0,55 l
universele olie SAE 10W-40
klasse SG, SF of hoger
Gebruik op hellingen:
De motor voldoet op hellingen
(bij motoroliepeil “max. = bovenste
vulmarkering):
langdurig gebruik op helling
tot 20° (37 %)
2. Technische gegevens
2
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 15
3. Machine- en bedieningselementen
De veegmachine agria Cleanstar is ge-
schikt voor het plegen van onderhouds-
werkzaamheden en voor het sneeuw-
ruimen. Voor onderhouds-
werkzaamheden zijn beschikbaar:
l
Borstelwalsen
100 cm grof agria-bestel nr. 6194 151
100 cm fijn agria-bestel nr. 6194 161
l
Opvangbak
100 cm agria-bestel nr. 6194 221
l
Watersproeiinrichting
agria-bestel nr. 6194 481
l
Spatbord
agria-bestel nr. 6194 921
Voor het sneeuwruimen is als aanbouw-
werktuig beschikbaar:
l
Sneeuwschuiver
100 cm agria-bestel nr. 6196 021
3.1 Motor
De viertakt benzinemotor wordt aange-
dreven met normaal verkrijgbare ben-
zine (zie ook blz. 4: geadviseerde brand-
stof). Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren
(inrijperiode) mag de motor niet tot het
maximum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de
motor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of blader-
resten in de koelluchtzeef op de
repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat, moet de mo-
tor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
Ontsteking
De motor is uitgerust met een
onderhoudsvrije, contactloze elektroni-
sche ontsteking. Het is aan te bevelen,
de noodzakelijke controles door een
vakman te laten uitvoeren.
Toerentalhendel
(motor-uit-schakelaar)
Met de toerentalhendel (A/6) aan de
stuurstang wordt behalve de toerental-
regulering ook de choke en de motor-
uit-schakelaar bediend. Schakelposities
zie afb.
I
De toerentalhendel dient ook
als noodschakelaar die bij ge-
vaarlijke situaties in positie ‘stop’ dient
te worden gebracht. De motor schakelt
dan direct uit!
3
A/6
16 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
3.3 Veiligheidschakeling
De veegmachine Cleanstar premium
is uitgerust met een veiligheidsschakela-
ar.
STOP-positie: bij het loslaten van
de hendel (A/3) en bij ingeschakelde rij-
of borstelaandrijving wordt de elektro-
nische ontsteking uitgeschakeld (motor
wordt afgezet).
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te star-
ten en voor een werkpauze koppelings-
hendel (A/2) en Draaihendel voor ri-
jaandrijving (A/4) in positie "0" brengen.
Bedrijfspositie: tijdens de werk-
zaamheden met de machine de veilig-
heidshendel (A/3) naar beneden druk-
ken.
W
Veiligheidshendel niet vast-
zetten!
I
De veiligheidshendel dient ook
als noodschakelaar. De veilig-
heidshendel moet in noodsituaties die
om een snel handelen vragen worden
losgelaten, deze komt dan automatisch
in de positie ‘STOP’!
2
3. Machine- en bedieningselementen
3
3
0
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 17
3.4 Rijaandrijving
l
Door te draaien aan de draaihendel (A/4) in
de richting van de wijzers van de klok, rijdt de
machine met toenemende snelheid vooruit, max.
5 km/h
l
Door te draaien aan de draaihendel (A/4)
tegen de richting van de wijzers van de klok in,
rijdt de machine met toenemende snelheid
achteruit, max. 3 km/h
l
Aanduiding boven op de draaihendel:
= Neutrale stand = "0"-positie
3.5 Borstelaandrijving
De borstelwals wordt met een V-snaarkoppeling
en een wormwielaandrijving aangedreven.
De borstelwalsaandrijving wordt met de Koppe-
lingshendel (A/2) in- en uitgeschakeld:
Bij losgelaten koppelingshendel en niet vast-
gezette veiligheidspal is de borstelaandrijving
uitgeschakeld ("0").
Bij aangetrokken koppelingshendel (B/2) is
de borstelwalsaandrijving ingeschakeld ("I").
Met de vergrendelingshendel (A/1) kan de
koppelingshendel in ingeschakelde positie
gearreteerd worden.
Na het eerste bedrijfsuur moet de speling van
de koppeling gecontroleerd en eventueel
bijgesteld worden (zie onderhoud en reparatie).
I
Aanwijzing: zet de veegmachine altijd met
uitgeschakelde aandrijving weg (zie
hoofdstuk ‘Wegzetten’), er kunnen anders pro-
blemen ontstaan met de koppeling.
3. Machine- en bedieningselementen
3
0
A/4
A/2
A/1
0
I
18 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
1 wielmeenemer
2 schroef met moer
3 wiel
4 afstandbuis
1 uiteinden
2 meeneembout
3 wielaanslagboring
3
3. Machine- en bedieningselementen
3.6 Stuurstang
Hoogteverstelling stuurstang
l
Vastklemmende hendel (21) losmaken, tot de
aanslag vrij is
l
stuurstang (24) op de gewenste hoogte
brengen en in de passende aanslag brengen
l
vastklemmende hendel (21) weer vastdraaien.
3.7 Wielen
De wielen (3) zijn met wielmeenemers (1) en
schroeven (2) aan de wielas bevestigd. Hierdoor
kunnen de wielen worden gemonteerd en ge-
demonteerd.
Tussen de transmissie en de wielen zijn afstand-
buizen (4) aangebracht.
3.8 Sneeuwkettingen
De sneeuwkettingen omleggen als de drijfwie-
len gedemonteerd zijn.
Het slot en de veiligheidsketting dienen zich aan
de binnenzijde van het wiel te bevinden, anders
kan de wielmeenemer beschadigd worden.
3.9 Wielmeenemer
Door de wielmeenemer kunnen de wielen onaf-
hankelijk van de transmissie worden in- en uit-
geschakeld.
Duwen: Voor transport zonder motoraandrijving
wordt de wielmeename aan beide kanten
uitgeschakeld.
Draaihulp: Als draaihulp kan evt. één wiel met
de wielmeenemer worden ingeschakeld.
Wielmeename inschakelen
l
Meeneembouten (2) en wielaanslagboring (3)
op gelijke assen instellen
l
meeneembouten aan de uiteinden (1) 90° ver-
draaien totdat deze in de sleuf vastklikken – wie-
lmeenemer enigszins heen en weer draaien tot
de meeneembout helemaal in de aanslagboring
vastzit.
Wielmeename uitschakelen
l
Meeneembouten aan de uiteinden (1) naar
buiten trekken en 90° draaien.
1
3
2
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 19
3. Machine- en bedieningselementen
3.10 Aanbouw van de
borstelwals
Draag bij de montage en
demontage veiligheids-
handschoenen! Let op dat
u niet bekneld raakt.
Op beide buitenkanten van de
borstelwalsen het vormplaatje
monteren.
Het spananker door de linker
borstelwals steken.
Het spananker met borstelwals
van links door de drijfas steken -
De groeven van de borstelwalsen
in de nokken van de aandrijfschijf
steken.
De rechter borstelwalsen op
het spananker schuiven
- De groeven van de borstelwal-
sen in de nokken van de aandrijf-
schijf steken.
Zeskantmoer erop schroeven
en aanhalen.
Demontage van de borstelwalsen
gebeurt in omgekeerde volgorde.
3
3
1 borstelwals rechts
2 borstelwals links
4 spananker
5 vormring
6 moer
3
3
20 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
25
3
3. Machine- en bedieningselementen
3.11 Hoogteverstelling van de
borstelwalsen
De borstelwalsen worden in hoogte versteld
door het steunwiel te verstellen
l
met de slinger (8) kan het steunwiel omhoog
of omlaag worden gedraaid
l
de borstelwalsen slechts zo diep als nodig
is (X) om een schoon oppervlak te verkrijgen
over de bodem laten slepen, daardoor vermin-
dert de slijtage en wordt de levensduur van de
borstels verlengd.
Vuil, poedersneeuw ........ X = 2–3 mm
Sneeuw, nat ................ X = max. 8 mm
3.12 Zijwaartse verstelling
De bezem kan naar links of naar rechts wor-
den versteld, om het vuil of de sneeuw in een
langsrij te vegen.
l
Zwenkstang (7) naar voren brengen totdat
de aanslag vrij is
l
met de zwenkstang de borstelwalsen naar
links of naar rechts zwenken
l
zwenkstang naar achteren beneden
terugbrengen en daarbij in de passende
aanslag vastzetten.
3.13 Toerental borstelwalsen
Traploze verstelling door variator.
Verstelling alleen bij ingeschakelde en lopende
borstelwalsaandrijving
Instelling
voor veegwerkzaamheden laag toerental: knop
(25) handmatig tegen de klok in draaien
voor sneeuwruimen hoog toerental: knop (25)
met de klok mee draaien
I
Knop van positie laag – hoog:
maximaal 6 omwentelingen.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 21
3. Machine- en bedieningselementen
3.14 Aanbouwwerktuigen
1. Meeneemtap
Voor de aanbouw van de opvangbak en
de sneeuwschuiver moeten de mee-
neemtappen (12) worden gemonteerd.
l
Meeneemtappen (12) met de ringen en
de zeskantige moeren aan beide kanten
aan de basis-beschermplaat monteren
2. Opvangbak aanbouw
l
Opvangbak van voren boven met de
meeneembuis op de meeneemtap steken
3. Opvangbak legen
l
Veegmachine op de daarvoor bedoelde
plaats parkeren en de opvangbak door
aan de greep te trekken naar achteren of
naar voren aan het frame omhoog-
zwenken – vuil valt naar beneden
of:
l
opvangbak naar boven uit de
meeneemtappen trekken, bak op de daar-
voor bedoelde plaats legen
4. Sneeuwruimer eerste montage
l
Bij de eerste montage van de sneeuw-
ruimer moet de aanslagbeugel (32) van
voren onder aan de basis-beschermplaat
worden gemonteerd, met de
bevestigingsschroeven voor de zwenk-
hendel. De aanslagbeugel kan dan ook
voor veegwerkzaamheden aan de
machine gemonteerd blijven.
5. Sneeuwruimer aanbouw
l
Sneeuwschuiver van voren boven met
de meeneemstang op de meeneem-
tappen (12) steken
l
sneeuwschuiver kan met de zwenk-
stang worden gedraaid, net als bij veeg-
werkzaamheden
l
sneeuwschuiver kan in transportpositie
worden gebracht, hiervoor moet de schui-
ver worden opgeheven en op de neus van
de aanslagbeugel blijven rusten.
5.
4.
2.
1.
transport-
positie
3.
3
22 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
4. Ingebruikname en bediening
4.1 Eerste ingebruikname
Let erop dat de levensduur en de
bedrijfsveiligheid van de motor sterk af-
hankelijk is van de inrijperiode. Laat een
koude motor altijd eerste enkele minu-
ten warm worden en laat de motor niet
direct op volle toeren draaien.
Onderhoud het filter goed en zorg voor
schone brandstof. Gebruik alleen merk-
benzine.
Let op: gedurende de eerste 20 bedrijfs-
uren (inrijperiode) mag de motor niet vol
belast worden.
Zet de veegmachine zo neer dat de mo-
tor horizontaal staat. Hoeveelheid olie
en kwaliteit zie technische gegevens.
Oliepeil controleren!
Voor iedere ingebruikname
Motoroliepeil controle:
l
Olievulafsluitschroef (C/4) uit-
schroeven.
l
Oliepeilstok met een schone doek
afvegen en terugplaatsen, niet
vastschroeven.
l
Oliepeilstok weer uitnemen en olie-
peil aflezen, evt. motorolie tot markering
‘max. bijvullen.
Bij lopende motor moet de afsluitplug
altijd op de invulopening zijn
vastgedraaid!
l
Controleer of er voldoende brandstof
in de tank aanwezig is.
Tank de brandstoftank niet helemaal vol,
de benzine mag niet boven de vulpeil-
markering uitkomen. De brandstof zet
altijd nog enigszins uit.
W
Wees voorzichtig met brand-
stof.
l
Benzine is makkelijk ontvlambaar en
onder bepaalde omstandigheden explo-
sief!
l
Vermijd open vuur, vonken en hete
motoronderdelen tijdens het bijvullen
van brandstof.
l
Vul geen brandstof bij in gesloten
ruimtes.
l
Niet roken tijdens het tanken!
Niet tanken in de omgeving van
open vuur en vonken.
l
Tank alleen met uitgeschakelde en
afgekoelde motor.
l
Zorg ervoor dat u geen brandstof
morst, gebruik een passende trechter.
Wanneer toch brandstof is gemorst,
dient voor het starten te worden nage-
gaan of de gemorste benzine helemaal
is verdampt.
Let op: motor wordt vanuit
de fabriek zonder motorolie
geleverd!
Vul motorolie bij voordat
de machine in gebruik
wordt genomen!
bovenste vulpeilmarkering
olieafsluitplug
4
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 23
4.2 Motor starten
l
Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen zijn getroffen.
W
Motor niet starten in gesloten ruimtes. De uitlaatgassen be-
vatten koolmonoxide, dit is giftig als het wordt ingeademd.
4. Ingebruikname en bediening
4
44
4
4
Brandstofkraan (C/11) openen.
koude motor:
Toerental-hendel (4) in positie ‘START’
(‘CHOKE’
) brengen.
bij hoge temperatuur van de motor of
de omgeving: Toerentalhendel in positie 1/3
brengen.
Draaihendel voor rijaandrijving (A/4) in
positie "0" brengen.
Koppelingshendel voor Borstelaandrijving
(A/2) in Startpositie ("0") brengen.
Het trekkoord aan de start-handgreep
(C/2) zover uittrekken totdat de start-
koppeling merkbaar gepakt wordt, vervol-
gens trekkoord stevig en met kracht
aantrekken zodat de motor gestart wordt.
Handgreep na het starten voorzichtig
loslaten.
W
Om de motor te starten dient de
gebruiker rechts naast de machi-
ne te staan, de bedieningshendel aan
het stuur niet aan te raken en de trekko-
ord naar rechts te trekken. Blijf buiten
de gevarenzone.
Opgelet met de hete onderdelen van de
motor!
De uitlaatdemper en andere motoronder-
delen zijn zeer heet terwijl de motor draait
en onmiddellijk na het afzetten. Houd vol-
doende afstand van hete oppervlakken en
houd kinderen uit de buurt van de draaien-
de motor.
0
0
24 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
4. Ingebruikname en bediening
4.3 Afzetten van de
benzinemotor
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden sta-
tionair laten draaien.
Toerentalhendel tot de aanslag in
STOP-positie brengen.
W
Voor het afstellen van de motor
mag de toerentalhendel niet in
choke-positie worden gebracht –
brandgevaar!
Brandstofkraan sluiten.
I
De toerentalhendel dient ook
als noodstopschakelaar. In-
dien nodig hendel in positie ‘STOP’ bren-
gen, de motor springt af.
630 sec
STOP
4
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 25
4.4 Gevarenzone
W
Tijdens het starten en de werkzaam-
heden mogen zich geen personen
binnen de gevarenzone bevinden.
Controleer voor het starten de directe
omgeving van de machine. Let daarbij vooral
op kinderen en dieren!
Tijdens veegwerkzaamheden kunnen stenen
en dergelijke wegspringen.
Personen en dieren mogen zich niet in de
gevarenzone bevinden.
Let op dat voertuigen (vooral de ramen) en
andere objecten niet beschadigd worden.
Alleen op hellingen tot max. 30° werken.
Op hellingen altijd naar de helling toe keren!
4. Ingebruikname en bediening
W
Gevarenzone
max. 30°
(66 %)
4
26 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
4.5 Vegen
Motor starten zoals beschreven on-
der ‘motor starten’.
W
Controleer het functioneren
van de veiligheidsschakeling
- machine alleen in gebruik nemen
wanneer veiligheidsschakeling
functioneert!
Gehoorbescherming gebruiken en
draag altijd stevige schoenen.
Langsaam aan de koppelingshendel
voor borstelaandrijving (A/2) trekken tot
de veiligheidspal vastzit en gelijkertijd
gas geven; De borstelwalsen draaien.
Aan de draaihendel (A/4) draaien al
naargelang de gewenste rijsnelheid.
Na beëindiging van de veegwerk-
zaamheden of bij verstoppingen:
Beide aandrijvingen in positie "0"
brengen.
Motor afzetten.
W
Wanneer de machine tijdens
werkzaamheden moet wor-
den schoongemaakt, dient de motor
om veiligheidsredenen te worden af-
gezet en moet de bougiekap worden
verwijderd.
4. Ingebruikname en bediening
4
4.6 Sneeuwruimen
W
Sneeuwschuiver op de juiste manier monteren! Draag daarvoor
slipvaste schoenen. De arbeidssnelheid dient te worden aangepast
aan de arbeidsomstandigheden. De bedienende persoon kan gewond
raken door de kracht die ontstaat bij een eventuele botsing van de machine.
0
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 27
5. Onderhoud en reparatie
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien
van groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen
omtrent onderhoud en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt
gestart, dient steeds de bougiekap van de bougie te worden
verwijderd!
5
5
Machine
5.1 Hydrostat
De Hydrostat-aandrijving is voorzien van een
permanente smeerolievulling
- Wanneer geen lekkage zichtbaar is, is het niet
nodig de olie te verversen of bij te vullen.
- Lekkages onmiddellijk laten herstellen.
è -Serviceç
De goede werking en de staat van de
hydrostaat-ventilator minstens één keer per jaar
controleren -
Beschermkap (A/9) verwijderen
(D = afstandhouder, K = spie).
l
Vervuiling van de koelribben verhelpen.
l
Beschadigde ventilator onmiddellijk vervangen,
anders zou de hydrostatische aandrijving kunnen
uitvallen.
V-snaren
Controleer de V-snaren (3 stuks) ten minste een-
maal per jaar.
- V-snaarbehuizing (A/9) verwijderen
(D = afstandhouder, K = spie).
l
Wanneer de V-snaren slijtage vertonen, dien-
en deze te worden vervangen.
Gebruik alleen originele agria-V-snaren.
Aandrijfketting
l
De aandrijfkettingen (2 stuks) dienen ten minste
eenmaal per jaar met een teflon-spray te wor-
den ingesmeerd
- Deksel snaarbehuizing (A/18) verwijderen.
6 J
6 J
6 J
A/9
A/8
D
K
A/18
28 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
5.2 Borstelwalsen-
wormwielaandrijving
De wormwielaandrijving is voorzien van een per-
manente olievulling voor ca. 250 bedrijfsuren.
Wanneer geen lekkage zichtbaar is, hoeft de olie niet
te worden ververst.
Hoeveelheid: ca. 0,3 l transmissieolie SAE 90.
Bij lekkage è -Serviceç
5.3 Borstelaandrijving
Voor het goed functioneren van de V-snaarkoppeling,
dient de koppelingshendel (A/2) in ontkoppelde stand
(positie "0") zonder speling te worden ingesteld - dat
betekent dat de borstelaandrijving tot stilstand
moet komen.
Eventueel noodzakelijk nastellen gebeurt met de af-
stelling aan de hendel.
l
Contramoer (2) losmaken.
l
Stelschroef (1) regelen tot de handgreep geen
speling meer heeft
l
Contramoer (2) weer vastdraaien.
5.4 Wielen
l
Controleer regelmatig de bandenspanning van de
wielen. De bandenspanning van beide wielen moet
gelijk zijn, om probleemloos rijden te kunnen garan-
deren.
l
Monteer de wielen met de profielpunten in de
rijrichting (van boven op de wielen gezien), zodat de
trekprestaties volledig worden benut.
5.5 Wielas
Wielas in de omgeving van de wielnaaf na iedere
reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger of ten minste
eens per jaar met bio-smeervet insmeren.
5. Onderhoud en reparatie
zonder
speling
6 J; B
6 A
1 2
0
5
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 29
5. Onderhoud en reparatie
5.6 Veeginstallatie
l
Voor iedere ingebruikname en steeds na 8
bedrijfsuren borstelwalsen-spananker (4 - 6) con-
troleren of deze nog vastzit.
l
Borstelwalsen ten minste na 25 bedrijfsuren
controleren op slijtage – op tijd vervangen. Mini-
male diameter 250 mm.
5.7 Stelpen
Stelpen binnen het bereik van de schommeln-
aaf na iedere reinigingsbeurt met een hogedru-
kreiniger of ten minste eens per jaar met bio-
smeervet insmeren.
5.8 Veiligheidsschakeling
Controleer het functioneren van de veiligheids-
schakeling bij iedere ingebruikname en onder-
houds- en reparatiebeurt.
Bij het loslaten van de hendel (A/3) en met
gekoppelde borstelaandrijving of ingestelde
draaihendel moet de motor automatisch tot
stilstand komen! è -Serviceç
Bij Draaihendel- "0" - positie (aanduiding) moet
de rijaandrijving automatisch tot stilstand komen,
evt. bijregelingen d.m.v. de stelschroeven
(zonder speling) aan de draaihendeldoos
uitvoeren.
Wanneer de borstelaandrijving of de
wielaandrijving niet in "0" -positie staat, mag de
motor niet kunnen worden gestart!
è -Serviceç
Elektr. kabels en stekkerverbindingen
controleren, evt. vervangen
è -Serviceç
5
6 8 h
6 A
6 25 h
0
A/3
6 J; B
30 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
5. Onderhoud en reparatie
oliepeilstok
C/4
Motor
5.9 Motoroliepeil controleren
Voor iedere ingebruikname en steeds na 5
bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal staande
motor.
l
Olievuldop (C/4) en omgeving aan de buitenkant
reinigen.
l
Olievuldop losschroeven, oliepeilstok met een
schone doek afvegen en weer inbrengen tot de
aanslag – peilstok niet inschroeven.
l
Oliepeilstok uitnemen en oliepeil aflezen.
l
Is het oliepeil tot beneden de markering ‘min.
gedaald, motorolie (zie ‘technische gegevens’) tot
markering ‘max. bijvullen.
5.10 Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfs-
uren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het eerst
bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buitentemperaturen
moet de olie al na 25 uur worden ververst.
l
Aftap- en vulschroef (C/4) losschroeven.
l
Voor het aftappen van olie de stuurstang naar boven bewegen,
veegmachine naar links achter kantelen en de afgewerkte olie in
een geschikt reservoir laten lopen .
(Het verdient aanbeveling de brandstoftank van tevoren door vul-
opening leeg te maken – brandstof opvangen in een jerrycan,
of:
afgewerkte olie met een zuigpompje door de vulopening
opzuigen .)
l
Afgewerkte olie op voorgeschreven wijze verwerken.
l
Schone motorolie bijvullen. Hoeveelheid en kwaliteit zie
‘technische gegevens’.
Vul de olie indien mogelijk bij met een trechter of iets
dergelijks
Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat hij
niet te heet is – kans op brandwonden!
5
C/4
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 31
5.11 Luchtfilter
Reinig de luchtfilterinzet iedere 3 maan-
den of in elk geval om de 25 bedrijfs-
uren, of eerder in geval van zeer stof-
fige omstandigheden. Ga hiertoe als
volgt te werk:
l
Luchtfilter en omgeving aan de bui-
tenzijde schoonmaken.
l
Snapslotlippen (2) openen, luchtfilter-
deksel (1) verwijderen.
l
Papier-filterelement (3) uitnemen.
l
Filterelement op een glad oppervlak
voorzichtig uitkloppen of perslucht van
binnen naar buiten door het filter blazen.
Het filter mag niet worden afgebor-
steld, omdat het vuil dan in de poriën
wordt gewreven!
l
Filterelement bij sterke vervuiling
vervangen.
l
Controleer het filterelement zorgvul-
dig op gaten en andere beschadigingen,
evt. vervangen.
l
Filterelement terugplaatsen.
l
Luchtfilterdeksel met de haken (4)
inzetten en snapslotlippen laten vastklik-
ken.
I
Het papier-filterelement mag
niet worden uitgewassen (al-
leen afkloppen of schoonbla-
zen).
5. Onderhoud en reparatie
1 luchtfilterdeksel
2 snapslotlippen
3 filterelement
4 haken
5
32 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
5. Onderhoud en reparatie
5.12 Brandstofinstallatie
l
Controleer bij iedere onderhoudsbeurt
of de brandstofslang, brandstoftank en
carburateur niet lek zijn. Eventuele
lekkage verhelpen, lekke of poreuze
slangen direct vervangen.
l
Brandstofslangen na iedere 2 jaar
vervangen.
l
Brandstoftank na iedere 100 bedrijfs-
uren reinigen.
è -Serviceç
l
Brandstofzeef na iedere 100 bedrijfs-
uren reinigen.
Alle brandstof in een geschikt reservoir
laten lopen.
Brandstofzeef met oplosmiddel reinigen
en de zeef op beschadigingen
controleren.
Brandstofzeef terugplaatsen in de
brandstoftank.
è -Serviceç
Teveel brandstof
l
Wanneer de motor teveel brandstof
heeft toegevoerd gekregen: bougie uit-
draaien, reinigen, drogen en met
repeteerstarter motor enkele malen
doordraaien. Vervolgens bougie weer
vastschroeven; toerentalhendel op
‘VOLGAS’ draaien en motor met
repeteerstarter doorstarten tot deze
weer start.
brandstofzeef
2
1
1
5
5
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 33
5. Onderhoud en reparatie
1.)
2.)
0,7 - 0,8 mm bougieborstel
5.13 Bougie
l
Na iedere 50 bedrijfsuren dient de bougie
gereinigd te worden en moet de elektrodenaf-
stand op 0,7–0,8 mm worden afgesteld. Reinig
de bougie met een staalborstel en met gewoon
reinigingsmiddel.
l
Na iedere 100 bedrijfsuren moet de bougie
vervangen worden. Ook wanneer de bougie slij-
tage vertoont of de isolator gescheurd of afge-
splinterd is, moet hij worden vervangen.
Bougie inbouwen:
Bougie met de hand in de cilinderkop draaien.
Bougie vervolgens met de bougiesleutel ca. 90°
verder draaien, aanhaalmoment 20…30 Nm.
Controle van de ontstekingsvonk
Bougie uitschroeven, schoonmaken en in de
bougiekap plaatsen. Zijelektrode tegen een wil-
lekeurige plaats aan de motor houden, start-
kabel uittrekken en controleren of vonken over-
springen. Geen vonken – bougie vervangen.
5.14 Reinigen van het
luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem door vuil
verstopt raken. Reinig het luchtrooster (C/3)
regelmatig om oververhitting en schade aan de
motor te voorkomen. Controleer het rooster voor
iedere ingebruikname.
5.15 Luchtkoelsysteem
1) Roterende ventilatorzeef tenminste iedere 50
bedrijfsuren reinigen (bij sterke stofvorming en
veel plantenresten eerder); hiervoor moet de
repeteerstarter worden verwijderd, zie afb.
2) Inwendige koelribben en vlakken tenminste
iedere 100 bedrijfsuren reinigen (bij sterke
stofvorming en veel plantenresten eerder).
è -Serviceç
5
34 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
5. Onderhoud en reparatie
5.16 Regelaar
Voor het goed functioneren van de mo-
tor moeten regelstangen, veren en
bedieningssystemen schoon zijn. Geen
onderdelen verbuigen of verstellen
(regelstangen aan carburateur C/6).
5.17 Uitlaat
Omgeving van de geluidsdemper (C/9)
regelmatig schoonmaken. Haal gras, vuil
en brandbare dingen weg.
– Brandgevaar!
Voor iedere inbedrijfname controleren.
5.18 Toerentalbediening
De toerentalbediening moet op de juiste
manier zijn ingesteld. De motor moet
met juist toerental gestart worden, func-
tioneren en worden afgezet.
Voor de instelling:
è -Serviceç
5.19 Afstelling
carburateur
Om brandstof-, temperatuur-, hoogte- en
belastingsverschillen op te heffen is het
mogelijk dat de carburateur enigszins
moet worden nagesteld.
Motor alleen met gemonteerd luchtfilter
en luchtfilterafdekking laten lopen.
Laat de carburateur afstellen:
è -Serviceç
1
2
5
5
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 35
5.20 Algemeen
Let op het verliezen van brandstof en olie, eventueel
opruimen.
Schroeven en moeren regelmatig controleren,
eventueel natrekken.
Alle glijdende of beweeglijke onderdelen (bijv. zwenk-
stang etc.) met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet hou-
den (zie blz. 37)
5.21 Reiniging
Nooit met water in de ventilatiespleet van
versnellingsbak spuiten!
Na een schoonmaakbeurt met een hogedrukreiniger
moeten alle smeerplaatsen aan de machine meteen wor-
den gesmeerd, en de veegmachine dient kort te worden
ingeschakeld, zodat het binnengedrongen water eruit
geslingerd wordt.
Reinig de motor met een doekje. Vermijd het
afspuiten van de motor met een sterke waterstraal, vocht
in het ontstekings- en brandstofsysteem kan leiden tot
storingen.
5. Onderhoud en reparatie
5
36 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
5. Onderhoud en reparatie
5.22 Stallen
Wanneer de veegmachine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
a) Grondige reinigingsbeurt, laklaag bijwerken.
b) Motor in conditie houden
ll
ll
l
Brandstof volledig aftappen of brandstoftank voltanken en stabilisatorvloeistof
(agria-nr. 799 09) in de brandstoftank gieten. - Kijk in de gebruiksaanwijzing,
motor ca. 1 minuut laten lopen.
ll
ll
l
Motorolie verversen.
ll
ll
l
In de bougieopening een theelepel vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor lang-
zaam doordraaien.
ll
ll
l
Bougie weer inbouwen. Zuiger met repeteerstarter op compressie zetten
(starthandgreep langzaam aantrekken totdat weerstand voelbaar is), hiermee zijn
de kleppen gesloten.
ll
ll
l
Motor om de 2–3 weken langzaam doordraaien (bougiekap verwijderen!) en
aansluitend zuiger weer op compressie zetten.
c) Wielen
Plaats deze op steunblokken zodat de banden niet
op de vloer rusten. Luchtbanden gaan snel in
kwaliteit achteruit wanneer ze zonder lucht onder
belasting staan.
d) Aandrijvingen ontkoppelen
Machine altijd met ontkoppelde rijaandrijving (positie
‘0’) wegzetten, anders kunnen problemen met de
koppeling ontstaan.
e) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorkomen:
– beschermen tegen weersinvloeden
niet stallen in:
vochtige ruimtes
ruimtes waar kunstmest ligt opgeslagen
stallen of daarnaast gelegen ruimtes
f) Afdekken
Dek de machine af met een dekzeil of iets dergelijks.
0
0
5
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 37
Smeerschema, Schakelschema
1
1 motorolie 8 h (blz. 30)
2 wielas jaarl. (blz. 29)
3 zwenkstang etc. jaarl. (blz. 35)
2
3
1 Motor
2 schakelaar in de veilig-
heidsschakelhendel
(maakcontact)
3 schakelaar in de koppe-
lingshendel (verbreekcontact)
4 schakelaar aan de
Hydrostat 0-positie
(maakcontact)
5 Elektriciteitsleidingen naar
de hydrostaat
6 Elektriciteitsleidingen naar
de motor
7 Elektriciteitsleidingen naar
de stuurstang
Elektrisch schakelschema
sw = zwart
gr = grijs
br = bruin
bl = blauw
5
38 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
6. Storingen opsporen en verhelpen
6
6
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd op-
lossen door de agria-vakgararage, deze beschikt over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor - rij- en borstelaandrijving is niet Draaihendel en koppelingshendel 23
start niet in positie "0" in positie "0" brengen
-Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
- Toerentalhendel is niet in positie Toerentalhendel in positie
CHOKE CHOKE brengen 23
- Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof 22
- Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen
- Bougie defect Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen 33
- Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas 33
- Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Motor - Motor loopt op CHOKE Toerentalhendel in positie BEDRIJF brengen, 28
hapert evt. toerentalbediening instellen
¬
23
af en toe -Contactkabel zit los Bougiekap op de bougie vastklemmen,
bougiekabel vastklemmen
- Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken,
of slechte brandstof schone brandstof tanken 34
- Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
- Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 31
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
34
Motor - Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 30
wordt - Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken, 33
te heet koelribben schoonmaken
¬
33
- Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 31
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
34
Motor - Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 33
haperingen - Stationair toerental Carburateur afstellen
¬
34
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Motor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 33
slaat bij Bougie defect
stationair - Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen 34
toerental - Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen
¬
31
vaak af
666
6
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 39
6. Storingen opsporen en verhelpen
6
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 34
loopt klemmen
onregelmatig
Motor -Toerental-motorstopbediening Toerentalbediening instellen
¬
34
springt in is niet correct ingesteld
stoppositie
niet af
Motor -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 31
levert te - Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Borstel- - Koppelingshendel is Koppelingshendel instellen
¬
28
walsaandrijving niet correct ingesteld
komt bij
losgelaten
koppeling
niet tot
stilstand
rijaandrijving - Draaihendel niet correct Instelling aan de Draaihendel- 29
komt bij ingesteld stelschroeven
"0"-positie
niet tot
stilstand
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 35
vibratie - Borstelwals-spananker los Motor direct afzetten!
Borstelwals-spananker en alle moeren
en schroeven controleren of deze
vastzitten, beschadigde delen vervangen 19
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
40 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium
Onderhouds- en inspectietabel
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
P = position in het smeerschema
* = na 2 jaar
P
A 5 8 25 50 100 250
Veiligheidsschakelaar
functie controleren
K 29
Hendel speling controleren K 28
Luchtfilter controleren K 31
Koelluchtzeef reinigen K 33
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
1 K K 30
Uitlaat reinigen K 34
Motorolie verversen, eerste keer, 1 W 30
verdere keren 1 W 30
Motor reinigen,
schroeven en moeren controleren
K 35
Slijtage borstelwalsen controleren,
indien nodig eerder!
K 29
Luchtfilterinzet reinigen W W 31
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder
W 31
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
W 33
Bougie vervangen K 33
Koelluchtgrilgeleidingsplaten, koelribben reinigen,
indien nodig eerder!
W 33
Brandstoftank reinigen W 32
Brandstofzeef reinigen W 32
Borstelwalsaandrijving
olie verversen
W 28
Alle glijdende delen smeren 4 K K 35
Wielas smeren 2 K K 28
Stelpen insmeren 3 K K 29
Hydrostaat op lekkages controleren W 27
Ventilator voor hydrostaat controleren W 27
V-snaren controleren K 27
Andrijfkettingen smeren K 27
Brandstofslangen vernieuwen W* 32
Steeds na bedrijfsuren
blz.
min.
3mndl.
min.
jaarl. B
agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 41
Aanduiding van de onderdelen,
slijtageonderdelen
Afbeelding C
Motor Honda GCV135 en GCV160
1 Brandstoftankdeksel
2 Startgreep
3 Ventilatorzeef
4 Olievul-afsluitplug, oliepeilstok
5 Luchtfilter
6 Carburateur / toerentalregelaar
7 Motor-model- / identificatienummer
8 Bougie / bougiekap
9 Uitlaat met veiligheidskap
10 Brandstoftank
11 Brandstofkraan
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestel nr.
799 09 brandstofstabilisator zak 5 g
771 83 olieopzuigpompje
Lak:
181 03 spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
712 98 spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
Slijtageonderdelen:
761 98 luchtfilterelement
759 99 bougie NGK BPR 6ES; BOSCH WR 7DC
765 43 V-snaar voor rijaandrijving X13x 760Lp
765 43 V-snaar voor borstelaandrijving X13x 760Lp
784 03 V-snaar voor borstelaandrijving X13x1480Lp
6194 151 borstelwals 100 cm grof
6194 161 borstelwals 100 cm fijn
Bandenreparatie:
713 13 bandenafdichtgel fles 1 l
Reserveonderdelen:
997 157 Veegmachine Cleanstar type 7100
997 145 Honda-Motore
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:

Documenttranscriptie

Handleidung Vertaling van het oorspronkeijke handleiding Veegmachine 7100 Cleanstar premium 100 cm 5782 & Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding. Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op! Handleiding nr. 998 876-A 03.12 Symbolen, typeplaatje Hier invullen: Machine art. nr.: ....................... Identificatie/machine nr.: .......... ................................................. Symbolen waarschuwingsteken. Vindt u bij passages die betrekking hebben op uw veiligheid belangrijke informatie Motor type: ............................... Motor nr.: .................................. Datum aankoop: ....................... choke brandstof olie Typeplaatje: zie blz. 3, afb. A/5 Motortype en motornr. zie blz. 42, afb. C/7. Bij bestelling van reserveonderdelen deze gegevens vermelden om fouten bij levering te vermijden. motor start motor stop borstelwalsaandrijving Alleen originele agria-reserveonderdelen gebruiken! De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen. rijaandrijving rijaandrijving ingeschakeld rijaandrijving uitgeschakeld langzaam Levering: snel l handleiding l basismachine l stuur met bevestigingsschroeven geopend (ontgrendeld) l gereedschapsset gesloten (vergrendeld) è siehe Betriebsanleitung ... -S e r v i c e ç = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage! è 2 vooruit achteruit agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium Aanduiding van de onderdelen Afb. A 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 23 24 25 4 Vergrendeling voor koppelingshendel Koppelingshendel voor Borstelaandrijving Veiligheids-schakelhendel Draaihendel voor regeling van de rijsnelheid en rijrichting Typeplaatje Toerentalhendel Zwenkstang Slinger voor hoogteverstelling Beschermkap Arreteerplaat voor zwenkstang Basis-beschermplaat Aansluitasuiteinde voor aanbouwwerktuigen (optional) Extra beschermplaat Borstelwals Rijtransmissie (Hydrostat) Wielmeenemer Wiel Deksel snaarbehuizing (achter) Snaarbehuizing Motordraagplaat Vastklemmende hendel voor hoogteverstelling stuurstang Motor Stuurstang Handmatige toerentalverstelling voor borstelwals agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium Inhoudsopgave Aanbevelingen Smeermiddelen, corrosiewerende middelen .......................................... 6 Brandstof ......................................... 6 Onderhoud en reparatie .................. 6 Aanwijzingen voor uitpakken en montage .................................. 7 Aanduiding van de onderdelen ... ............................................. 3, 41 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen ........................... 8 Gebruik conform de bestemming ... 8 Beschrijving van de waarschuwingssymbolen ........ 12 Beschrijving van de .......................... gebodssymbolen .................... 12 2. Technische gegevens Veegmachine ................................. 13 Motor .............................................. 14 3. Machine- en bedieningselementen 3.1 Motor .................................... 15 3.2 Toerentalhendel ................... 15 3.3 Veiligheidsschakeling ......... 16 3.4 Rijaandrijving ....................... 17 3.5 Borstelaandrijving ................ 17 3.6 Stuurstang ............................ 18 Stuurstang-hoogteverstelling 18 3.7 Wielen .................................. 18 3,8 Sneeuwkettingen .................. 18 3.9 Wielmeenemer .................... 18 3.10 Borstelwalsen-aanbouw ...... 19 3.11 Hoogteverstelling van de borstelwalsen .................... 20 3.12 Zijwaartse verstelling .......... 20 3.13 Borstelwalsen-Toerental ..... 20 3.14 Aanbouwwerktuigen ............. 21 4. Ingebruikname en bediening 4.1 Eerste ingebruikname ......... 22 4.2 Motor starten ........................ 23 4.3 Motor afzetten ...................... 24 4.4 Gevarenzone ........................ 25 4.5 Vegen ................................... 26 4.6 Sneeuwruimen ..................... 26 5. Onderhoud en reparatie Machine ......................................... 27 5.1 Hydrostat .............................. 27 V-snaren ............................... 27 Aandrijfketting ...................... 27 5.2 Borstelwalsen- ......................... wormwielaandrijving .......... 28 5.3 Borstelaandrijving ................ 28 5.4 Wielen .................................. 28 5.5 Wielas .................................. 28 5.6 Veeginstallatie ..................... 29 5.7 Stelpen ................................. 29 5.8 Veiligheidsschakeling ......... 29 Motor ........................................... 30 5.9 Motoroliepeil controleren .... 30 5.10 Motorolie verversen ............. 30 5.11 Luchtfilter ............................. 31 5.12 Brandstofinstallatie .............. 32 5.13 Bougie .................................. 33 5.14 Reinigen van het luchtrooster33 5.15 Luchtkoelsysteem ................ 33 5.16 Regelaar ............................... 34 5.17 Uitlaat ................................... 34 5.18 Toerentalbediening .............. 34 5.19 Afstelling carburateur .......... 34 5.20 Algemeen ............................. 35 5.21 Reiniging .............................. 35 5.22 Stallen .................................. 36 1 2 3 4 5 Smeerschema, Elektrisch schakelschema ...................... 37 6. Storingen opsporen en verhelpen .......................... 38 Onderhouds- en inspectietabel ..... 40 Aanduiding van de onderdelen Let op uitklappagina’s! Afb. A ............................................... 3 Afb. C Motor Honda GCV160 ...... 41 Lak, slijtageonderdelen ............... 41 Conformiteitsverklaring agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium ...... 43 5 6 Aanbevelingen Smeermiddelen en anticorrosiemiddelen: Gebruik voor de motor en de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen (zie ‘Technische gegevens’). Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernippels adviseren wij het gebruik van biologisch afbreekbare olie of smeervet (volgens de aanwijzingen in de handleiding). Voor het onderhoud van de machines en werktuigen adviseren wij biologisch afbreekbare corrosiewerende olie (niet gebruiken op gelakte uitwendige bekledingen). Het anticorrosiemiddel kan met een kwast of met een spuitbus worden aangebracht. Biologische smeermiddelen en corrosiewerende olie zijn milieuvriendelijk omdat ze biologisch snel afbreekbaar zijn. Wanneer u biologisch afbreekbare smeermiddelen en corrosiewerende olie gebruikt, gaat u bewust om met het milieu en levert u een positieve bijdrage aan de gezondheid van mens, fauna en flora. Brandstof: Deze motor loopt zowel op gangbare loodvrije normale en superbenzine (ook E10) en Super plus. Voeg aan de benzine geen olie toe. 6 Wanneer om milieutechnische redenen loodvrije benzine gebruikt wordt, dient u bij motoren die langer dan 30 dagen niet gebruikt worden de brandstof af te tappen, om afzetting van harsresidu’s in de carburateur, het brandstoffilter en de brandstoftank te vermijden. U kunt de brandstof ook vermengen met een brandstofstabilisator. Ook gelode benzine dient voor het stallen na seizoenseinde te worden afgetapt, of te worden vermengd met brandstofstabilisator. Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie houden’. Onderhoud en reparatie: Bij de agria-dealer werken gekwalificeerde monteurs die de machine vakkundig onderhouden en repareren. Voer grotere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit wanneer u beschikt over het juiste gereedschap en de vereiste technische kennis van machines en verbrandingsmotoren. Klop nooit met harde voorwerpen of metalen gereedschappen tegen het vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroorzaakt wordt. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium Aanwijzingen voor uitpakken en montage Uitpakken 1. Deksel van de doos aan de bovenzijde openen. 21 De vier hoeken van de doos opensnijden en de zijkanten naar beneden klappen. 24 1. Stuurstang monteren Stuurstang naar omhoog draaien l Vastklemmende hendel (21) losmaken, tot de aanslag vrij is 28 2. K 9 3. 8 D l stuurstang (24) naar achter draaien tot op de juiste werkhoogte è blz.18 l vastklemmende hendel (21) weer vastdraaien. Bowden-kabels en elektrische bekabeling met drie klemmen (28) aan de stuurstangen zie Afb. bevestigen. 2. Beschermkap (9) monteren, met afstandhouder (D), slinger (8) en spie (K) 3. Wielen monteren l Wielas aan beide kanten met vet insmeren 4. 5. l afstandbuis en wielen er aan beide kanten opsteken - bij noppenwielen op de richting van de pijlen letten l wielmeenemer met schroef (2) en veiligheidsmoer monteren - wielmeenemer-Afstelling è blz.18. 4. Extra beschermplaten monteren l Extra beschermplaten aan beide kanten van de basis-beschermplaat (11) monteren, met aan elke kant 3 zeskantschroeven en veiligheidsmoeren 5. Borstelwalsen monteren, zie beschrijving blz. 19 6. Eerste ingebruikname zie beschrijving blz. 22 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 7 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen 1 Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de machine in gebruik neemt en volg de instructies nauwkeurig op. Algemene veiligheidsvoorschriften Basisprincipe: Waarschuwingsteken Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen. De gebruiker dient zich te houden aan alle voorschriften ter voorkoming van ongevallen, alsmede aan de algemeen geldende regels wat betreft veiligheid, arbeidsgeneeskunde en wegverkeer. Bij gebruik van openbare wegen dienen de geldende verkeersbepalingen in acht te worden genomen. Gebruik conform de bestemming Controleer voor ingebruikname van de veegmachine altijd eerst de verkeersen bedrijfsveiligheid. De veegmachine met de door de fabrikant geautoriseerde, aangebouwde onderdelen is bestemd voor een gewoon gebruik bij het onderhoud van gebouwen en wegen, om los vuil te vegen of op te rapen, en kan na aanbouw van een passend ruimschild of borstels ook als sneeuwschuiver worden gebruikt (gebruik conform de bestemming). De veegmachine mag slechts gebruikt, onderhouden en gerepareerd worden door personen die over de benodigde kennis beschikken en van de risico’s op de hoogte zijn. Iedere andere toepassing geldt als niet in overeenstemming zijnde met het doel waarvoor de machine gebouwd is. Voor schade die door ondoelmatig gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is geheel en al voor de gebruiker. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag altijd stevige schoenen! De door de fabrikant voorgeschreven gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle, onderhoud en reparatie dienen in acht te worden genomen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door eigenhandige wijzigingen aan de machine. Personen beneden de 16 jaar mogen de machine niet bedienen! Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht. De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid! Voor het transport op vrachtwagens of aanhangwagens buiten de te bewerken zone, dient de motor te worden uitgeschakeld en de wielmeenemer in werking gezet. Blijf altijd op een veilige afstand van draaiende werktuigen! Voorzichtig met nalopende werktuigen. 8 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Wachten tot het werktuig helemaal stil staat! Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de machine. Aangebouwde werktuigen en ladingen hebben invloed op het rijdrag en het stuur- en remvermogen van de machine. Let daarop tijdens de werkzaamheden. Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden. Instelling van het motortoerental niet veranderen. Een verhoogd toerental vergroot de kans op ongelukken. Arbeids- en gevarenbereik De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk. Blijf buiten het gevarenbereik van de veegmachine. Controleer voor het starten de directe omgeving van de machine. Let daarbij vooral op kinderen en dieren! Tijdens veegwerkzaamheden kunnen stenen en dergelijke wegspringen. Personen en dieren mogen zich niet in de gevarenzone bevinden. Let op dat voertuigen (vooral de ramen) en andere objecten niet beschadigd worden. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg te worden geruimd. Let ook tijdens de werkzaamheden op obstakels en haal ze tijdig weg. Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de omheining in acht genomen te worden, zodat de machine niet beschadigd wordt. Bediening en veiligheidsmaatregelen 1 Voor de werkzaamheden Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren ervan. In het bijzonder dient u te weten hoe u de motor in geval van nood snel en veilig afzet. Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht. Starten Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt. Voor het starten van de motor dienen alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet. Voor het starten van de motor niet vóór de veegmachine of het aanbouwwerktuig gaan staan. Tijdens de werkzaamheden Tijdens de werkzaamheden mag de stuurstang nooit worden losgelaten. Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico! Neem bij alle werkzaamheden met de veegmachine die afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het nemen van bochten! Het is niet toegestaan, tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 9 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen 1 Wanneer de borstelwals of het aanbouwwerktuig vastzit, moet de motor worden afgezet en dient de borstelwals of het aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt. Indien de veegmachine of het aanbouwwerktuig beschadigd is, moet de machine onmiddellijk worden gestopt en de motor worden afgezet. Laat de schade direct herstellen! Bij een defect aan de stuurinrchting de veegmachine meteen stoppen en de motor afzetten. Laat het defect direct repareren! Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de veegmachine met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de werktuigen! Werk indien mogelijk dwars op de helling! Beëindigen van de werkzaamheden Laat de veegmachine nooit onbeheerd achter als de motor nog loopt. Zet de motor af voordat u de machine verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om gebruik door onbevoegden te verhinderen - trek de bougiekap eruit. 10 Aanbouwwerktuigen Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving. Gebruik passend gereedschap en draag altijd veiligheidshandschoenen als u aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt. Breng de steunen bij het monteren en demonteren in de juiste positie en zorg ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen. Veegmachine en aanbouwwerktuigen tegen wegrollen beveiligen (wielblokken). Bij het aankoppelen van de werktuigen is grote voorzichtigheid geboden. Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend aan de daarvoor bestemde inrichtingen, volgens de voorschriften. Indien u de werkplek verlaat, veegmachine en aanbouwwerktuig beveiligen tegen wegrollen. Voorkom gebruik door onbevoegden. Monteer eventueel de transport- of beschermingsinrichting en zet deze in de veiligheidsstand. Gewichten Breng de gewichten altijd aan volgens de voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten. Sneeuwschuiver De sneeuwschuiver dient op de juiste manier te worden aangebouwd! Draag daarvoor slipvaste schoenen. Bij het manoeuvreren met de sneeuwschuiver moet voorzichtig te werk worden gegaan. Ongevalsrisico! Pas de werksnelheid aan aan de omstandigheden. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Onderhoud en reiniging Motor, brandstof en olie Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met lopende motor. Laat de motor niet in een gesloten ruimte lopen vanwege verhoogde kans op vergiftiging! Vervang defecte uitlaatonderdelen daarom ook altijd direct. Bij werkzaamheden aan de motor dient de bougiekap altijd te worden verwijderd (alleen bij benzinemotoren). Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden! Zorg ervoor dat de veegmachine en de aanbouwwerktuigen schoon blijven, om brandgevaar te vermijden. Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel aandraaien. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te worden teruggebracht. Altijd originele agria-reserveonderdelen gebruiken. Andere reserveonderdelen moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en overeenkomen met de door de firma agria vastgelegde technische eisen. Opgelet met de hete onderdelen van de motor! De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na het afzetten. Houd voldoende afstand van hete oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende motor. Wees voorzichtig met brandstof vanwege het brandgevaar. Vermijd open vuur, vonken en hete motoronderdelen tijdens het bijvullen van brandstof. Vul geen brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet roken tijdens het tanken! Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor. Zorg ervoor dat u geen brandstof morst, gebruik een passende trechter. Mocht er toch brandstof zijn gemorst, schuif dan de veegmachine aan de kant voordat u de motor start. Gebruik alleen brandstof van voorgeschreven kwaliteit. Na gebruik wegzetten Bewaar de brandstof alleen in daarvoor bestemde blikken. Het parkeren van de veegmachine in ruimtes met open kachels is verboden. Om veiligheidsredenen dienen de benzinetank en de benzinedop regelmatig te worden vervangen. Parkeer de veegmachine niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk. Houd corrosiewerende middelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen direct een arts waarschuwen. In geval van contact met de ogen meteen met veel water uitspoelen. Vermijd het inademen van de dampen. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 11 1 1. Veiligheidstechnische aanwijzingen Lees de aanwijzingen op de verpakking! 1 Maak gebruikte spuitbussen (starthulpmengsel e.d.) helemaal leeg op een vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze weggooit, eventueel als klein chemisch afval behandelen. Beschrijving van de waarschuwingssymbolen Voorzichtig bij het aftappen van hete olie, er bestaat verbrandingsgevaar. Gebruik altijd olie van voorgeschreven kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor bestemde kannetjes. Olie, brandstof, vet en filters gescheiden en volgens de voorschriften verwerken. Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en bougiekap eruit trekken. Banden en bandenspanning Bij werkzaamheden aan de wielen dient u ervoor te zorgen dat de veegmachine veilig geparkeerd is en tegen wegrollen beveiligd is. Reparaties aan de wielen mogen alleen door vakkundig personeel en met passend gereedschap worden uitgevoerd. Controleer de bandenspanning regelmatig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat explosiegevaar. Let op de juiste bandenspanning bij werkzaamheden met extra gewichten. Schroeven en moeren van de wielen dienen bij servicewerkzaamheden te worden aangedraaid. Bij lopende motor voldoende afstand houden van de machine. Blijf buiten het bereik van wegspringende stenen en dergelijke. Beshrijving van de gebodssymbolen Bij werkzaamheden met de machine moeten individuele gehoorbeschermingen worden gedragen. Draag veiligheidshandschoenen. Elektrische installatie Dragers van een pacemaker mogen de stroomvoerende onderdelen van het ontstekingssysteem niet aanraken wanneer de motor loopt! 12 Draag altijd stevige schoenen. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 2. Technische gegevens Veegmachine agria-Cleanstar premium 7100 221 ............ 100 cm borstel fijn 7100 321 .......... 100 cm borstel grof Transmissie: rijtransmissie ........................ Hydrostat Aandrijving op drijfwielen met kettingoverbrenging Rijsnelheid: vooruit, traploos ................. 0 - 5 km/h achteruit, traploos ............... 0 - 3 km/h Afmetingen van de machine: veegtransmissie . wormwielaandrijving ......... V-snaarkoppeling met spanrolle Toerental borstelwals traploos instelbaar door variator ...... 100 min-1 - 200 min-1 Gebruik alleen originele agria-V-snaren (zie slijtage-onderdelen blz. 41) b ...................................... 630 mm Stuurstang: ....... zonder gereedschap in hoogte verstelbaar e .................................... 1335 mm Geluidsniveau: h ............................. 960-1060 mm Geluidsniveau: ..................... LpA 75 dB conform EN 11201 (waargenomen a ...................................... 890 mm l ...................................... 1650 mm L opvangbak ................. 1930 mm L sneeuwschuiver ........ 1890 mm A .................................... 1000 mm S ...................................... 480 mm door de bestuurder) Geluidsvermogensniveau conform EN ISO 3744:1995 : ............................... gemeten ............................... LWA 95 dB gewaarborgd ........................ LWA 96 dB Trillingsniveau: Gewicht: Cleanstar premium ......... ca. 102.5 kg op stuurhendel: ........... ahw = 3,02 m/s2 conform richtlijn 2002/44/EG Opvangbak 100 cm ........... ca. 13,0 kg Sneeuwschuiver 100 cm ... ca. 13,5 kg Spatbord .............................. ca. 2,5 kg Watersproeiinrichting ........... ca. 4,0 kg Banden: .............. 3.50 - 6 akkerprofiel Optional: .......... 13x5.00-6 grasbanden Bandenspanning: .................. 0,8 bar agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 13 2 2. Technische gegevens Inhoud brandstoftank: .......... 1,1 liter Motor Motorenfabrikant: ................. Honda Type: ........................... GCV 160 N2E 2 Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde eencilinder viertaktmotor OHC (benzine) Brandstof: ............. loodvrije benzine, octaangetal minstens 91 RON (ook E10) zie brandstofadvies Luchtfilter: .......... droog filterelement Carburateur: ............................ drijver, smoorkleppen Boring: .................................... 64 mm Slag: ........................................ 50 mm Cilinderinhoud: ................... 160 ccm Vermogen: ....... 4,1 kW bij 3600 min -1 Koppel: max. 11,4 Nm bij 2500 min -1 Bougie: ............. NGK BPR6ES Bosch elektrodenafstand: 0,7-0,8 mm Mengselregelschroef: basisinstelling ca. 1 omwenteling open Maximaal toerental onbelast: ........................... 3250 min-1 Stationair toerental: ................. 1550–1850 min-1 Motorolie: hoeveelheid ........................... ca. 0,55 l universele olie SAE 10W-40 klasse SG, SF of hoger Gebruik op hellingen: Ontsteking: Transistor magneetspoel, zonder contact .......... ontstekingstijdstip 20° v oor OT ..... radio-ontstoord volgens VDE 0879 De motor voldoet op hellingen (bij motoroliepeil “max.” = bovenste vulmarkering): langdurig gebruik op helling tot 20° (37 %) Klepspeling (bij koude motor) inlaatklep .................... 0,15 ± 0,04 mm uitlaatklep ................... 0,20 ± 0,04 mm Startinrichting: .......... repeteerstarter 14 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 3. Machine- en bedieningselementen De veegmachine agria Cleanstar is geschikt voor het plegen van onderhoudswerkzaamheden en voor het sneeuwruimen. Voor onderhoudswerkzaamheden zijn beschikbaar: l Borstelwalsen 100 cm grof agria-bestel nr. 6194 151 100 cm fijn agria-bestel nr. 6194 161 l Opvangbak 100 cm agria-bestel nr. 6194 221 l Watersproeiinrichting agria-bestel nr. 6194 481 l Spatbord agria-bestel nr. 6194 921 Voor het sneeuwruimen is als aanbouwwerktuig beschikbaar: l Sneeuwschuiver 100 cm agria-bestel nr. 6196 021 Stationaire toerental Het stationaire toerental van de motor moet juist zijn afgesteld. Wanneer de toerentalhendel tegen de eindaanslag in stationaire positie staat, moet de motor bij laag toerental zonder problemen blijven lopen. Luchtfilter Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht. Een vervuild luchtfilter kan het motorvermogen ongunstig beïnvloeden. Ontsteking De motor is uitgerust met een onderhoudsvrije, contactloze elektronische ontsteking. Het is aan te bevelen, de noodzakelijke controles door een vakman te laten uitvoeren. Toerentalhendel 3.1 Motor De viertakt benzinemotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare benzine (zie ook blz. 4: geadviseerde brandstof). Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) mag de motor niet tot het maximum worden belast. (motor-uit-schakelaar) Met de toerentalhendel (A/6) aan de stuurstang wordt behalve de toerentalregulering ook de choke en de motoruit-schakelaar bediend. Schakelposities zie afb. Ook na de inrijperiode mag u als regel niet meer gas geven dan nodig is. Hoge toerentallen kunnen de motor beschadigen en de levensduur aanzienlijk beperken. Dit geldt vooral als de motor onbelast draait! Laat de motor nooit over z’n toeren draaien, daardoor kan de motor direct defect raken. I Koeling De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koelluchtzeef op de repeteerstarter en de koelribben van de cilinder worden aangezogen. A/6 De toerentalhendel dient ook als noodschakelaar die bij gevaarlijke situaties in positie ‘stop’ dient te worden gebracht. De motor schakelt dan direct uit! I agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 15 3 3. Machine- en bedieningselementen 3.3 Veiligheidschakeling De veegmachine Cleanstar premium is uitgerust met een veiligheidsschakelaar. Œ STOP-positie: bij het loslaten van de hendel (A/3) en bij ingeschakelde rijof borstelaandrijving wordt de elektronische ontsteking uitgeschakeld (motor wordt afgezet). Œ – Voorzichtig! motor loopt nog even door! 3  Startpositie: om de motor te star-  ten en voor een werkpauze koppelingshendel (A/2) en Draaihendel voor rijaandrijving (A/4) in positie "0" brengen. 0 Ž Bedrijfspositie: tijdens de werk- 3 zaamheden met de machine de veiligheidshendel (A/3) naar beneden drukken. Ž W I Veiligheidshendel niet vastzetten! De veiligheidshendel dient ook als noodschakelaar. De veiligheidshendel moet in noodsituaties die om een snel handelen vragen worden losgelaten, deze komt dan automatisch in de positie ‘STOP’! 2 16 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 3. Machine- en bedieningselementen 3.4 Rijaandrijving l Door te draaien aan de draaihendel (A/4) in de richting van de wijzers van de klok, rijdt de machine met toenemende snelheid vooruit, max. 5 km/h 0 l Door te draaien aan de draaihendel (A/4) tegen de richting van de wijzers van de klok in, rijdt de machine met toenemende snelheid achteruit, max. 3 km/h A/4 l Aanduiding boven op de draaihendel: = Neutrale stand = "0"-positie 3 3.5 Borstelaandrijving De borstelwals wordt met een V-snaarkoppeling en een wormwielaandrijving aangedreven. De borstelwalsaandrijving wordt met de Koppelingshendel (A/2) in- en uitgeschakeld: Bij losgelaten koppelingshendel en niet vastgezette veiligheidspal is de borstelaandrijving uitgeschakeld ("0"). 0 Bij aangetrokken koppelingshendel (B/2) is de borstelwalsaandrijving ingeschakeld ("I"). A/2 I A/1 Met de vergrendelingshendel (A/1) kan de koppelingshendel in ingeschakelde positie gearreteerd worden. Na het eerste bedrijfsuur moet de speling van de koppeling gecontroleerd en eventueel bijgesteld worden (zie onderhoud en reparatie). Aanwijzing: zet de veegmachine altijd met uitgeschakelde aandrijving weg (zie hoofdstuk ‘Wegzetten’), er kunnen anders problemen ontstaan met de koppeling. I agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 17 3. Machine- en bedieningselementen 3.6 Stuurstang Hoogteverstelling stuurstang l Vastklemmende hendel (21) losmaken, tot de aanslag vrij is l stuurstang (24) op de gewenste hoogte brengen en in de passende aanslag brengen l vastklemmende hendel (21) weer vastdraaien. 3.7 Wielen De wielen (3) zijn met wielmeenemers (1) en schroeven (2) aan de wielas bevestigd. Hierdoor kunnen de wielen worden gemonteerd en gedemonteerd. Tussen de transmissie en de wielen zijn afstandbuizen (4) aangebracht. 3 3.8 Sneeuwkettingen 1 2 3 4 wielmeenemer schroef met moer wiel afstandbuis De sneeuwkettingen omleggen als de drijfwielen gedemonteerd zijn. Het slot en de veiligheidsketting dienen zich aan de binnenzijde van het wiel te bevinden, anders kan de wielmeenemer beschadigd worden. 3.9 Wielmeenemer Œ Door de wielmeenemer kunnen de wielen onafhankelijk van de transmissie worden in- en uitgeschakeld. Duwen: Voor transport zonder motoraandrijving wordt de wielmeename aan beide kanten uitgeschakeld. 3 2 1 1 uiteinden 2 meeneembout 3 wielaanslagboring  Draaihulp: Als draaihulp kan evt. één wiel met de wielmeenemer worden ingeschakeld. Œ Wielmeename inschakelen l Meeneembouten (2) en wielaanslagboring (3) op gelijke assen instellen l meeneembouten aan de uiteinden (1) 90° v erdraaien totdat deze in de sleuf vastklikken – wielmeenemer enigszins heen en weer draaien tot de meeneembout helemaal in de aanslagboring vastzit.  Wielmeename uitschakelen l Meeneembouten aan de uiteinden (1) naar buiten trekken en 90° dr aaien. 18 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 3. Machine- en bedieningselementen 1 2 4 5 6 Œ borstelwals rechts borstelwals links spananker vormring moer 3.10 Aanbouw van de borstelwals 3 3 Draag bij de montage en demontage veiligheidshandschoenen! Let op dat u niet bekneld raakt. Œ Op beide buitenkanten van de  borstelwalsen het vormplaatje monteren. Het spananker door de linker borstelwals steken. Ž Ž Het spananker met borstelwals van links door de drijfas steken De groeven van de borstelwalsen in de nokken van de aandrijfschijf steken.   De rechter borstelwalsen op het spananker schuiven - De groeven van de borstelwalsen in de nokken van de aandrijfschijf steken.  Zeskantmoer erop schroeven  en aanhalen. Demontage van de borstelwalsen gebeurt in omgekeerde volgorde. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 19 3 3. Machine- en bedieningselementen 3.11 Hoogteverstelling van de borstelwalsen De borstelwalsen worden in hoogte versteld door het steunwiel te verstellen l met de slinger (8) kan het steunwiel omhoog of omlaag worden gedraaid l de borstelwalsen slechts zo diep als nodig is (X) om een schoon oppervlak te verkrijgen over de bodem laten slepen, daardoor vermindert de slijtage en wordt de levensduur van de borstels verlengd. Vuil, poedersneeuw ........ X = 2–3 mm 3 Sneeuw, nat ................ X = max. 8 mm 3.12 Zijwaartse verstelling De bezem kan naar links of naar rechts worden versteld, om het vuil of de sneeuw in een langsrij te vegen. l Zwenkstang (7) naar voren brengen totdat de aanslag vrij is l met de zwenkstang de borstelwalsen naar links of naar rechts zwenken l zwenkstang naar achteren beneden terugbrengen en daarbij in de passende aanslag vastzetten. 3.13 Toerental borstelwalsen Traploze verstelling door variator. Verstelling alleen bij ingeschakelde en lopende borstelwalsaandrijving Instelling 25 voor veegwerkzaamheden laag toerental: knop (25) handmatig tegen de klok in draaien voor sneeuwruimen hoog toerental: knop (25) met de klok mee draaien I 20 Knop van positie laag – hoog: maximaal 6 omwentelingen. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 3. Machine- en bedieningselementen 3.14 Aanbouwwerktuigen 1. 1. Meeneemtap Voor de aanbouw van de opvangbak en de sneeuwschuiver moeten de meeneemtappen (12) worden gemonteerd. l Meeneemtappen (12) met de ringen en de zeskantige moeren aan beide kanten aan de basis-beschermplaat monteren 2. Opvangbak aanbouw l Opvangbak van voren boven met de meeneembuis op de meeneemtap steken 2. 3. Opvangbak legen l Veegmachine op de daarvoor bedoelde plaats parkeren en de opvangbak door aan de greep te trekken naar achteren of naar voren aan het frame omhoogzwenken – vuil valt naar beneden of: l opvangbak naar boven uit de meeneemtappen trekken, bak op de daarvoor bedoelde plaats legen 3. 4. Sneeuwruimer eerste montage l Bij de eerste montage van de sneeuwruimer moet de aanslagbeugel (32) van voren onder aan de basis-beschermplaat worden gemonteerd, met de bevestigingsschroeven voor de zwenkhendel. De aanslagbeugel kan dan ook voor veegwerkzaamheden aan de machine gemonteerd blijven. 4. 5. transportpositie 5. Sneeuwruimer aanbouw l Sneeuwschuiver van voren boven met de meeneemstang op de meeneemtappen (12) steken l sneeuwschuiver kan met de zwenkstang worden gedraaid, net als bij veegwerkzaamheden l sneeuwschuiver kan in transportpositie worden gebracht, hiervoor moet de schuiver worden opgeheven en op de neus van de aanslagbeugel blijven rusten. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 21 3 4. Ingebruikname en bediening 4.1 Eerste ingebruikname olieafsluitplug Let erop dat de levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor sterk afhankelijk is van de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerste enkele minuten warm worden en laat de motor niet direct op volle toeren draaien. Onderhoud het filter goed en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen merkbenzine. l Controleer of er voldoende brandstof in de tank aanwezig is. bovenste vulpeilmarkering Let op: gedurende de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) mag de motor niet vol belast worden. Let op: motor wordt vanuit de fabriek zonder motorolie geleverd! 4 Vul motorolie bij voordat de machine in gebruik wordt genomen! Zet de veegmachine zo neer dat de motor horizontaal staat. Hoeveelheid olie en kwaliteit zie technische gegevens. Oliepeil controleren! Voor iedere ingebruikname Motoroliepeil controle: l Olievulafsluitschroef (C/4) uitschroeven. l Oliepeilstok met een schone doek afvegen en terugplaatsen, niet vastschroeven. l Oliepeilstok weer uitnemen en oliepeil aflezen, evt. motorolie tot markering ‘max.’ bijvullen. Bij lopende motor moet de afsluitplug altijd op de invulopening zijn vastgedraaid! 22 Tank de brandstoftank niet helemaal vol, de benzine mag niet boven de vulpeilmarkering uitkomen. De brandstof zet altijd nog enigszins uit. W Wees voorzichtig met brandstof. l Benzine is makkelijk ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden explosief! l Vermijd open vuur, vonken en hete motoronderdelen tijdens het bijvullen van brandstof. l Vul geen brandstof bij in gesloten ruimtes. l Niet roken tijdens het tanken! Niet tanken in de omgeving van open vuur en vonken. l Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor. l Zorg ervoor dat u geen brandstof morst, gebruik een passende trechter. Wanneer toch brandstof is gemorst, dient voor het starten te worden nagegaan of de gemorste benzine helemaal is verdampt. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 4. Ingebruikname en bediening 4.2 Motor starten l Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen zijn getroffen. W Motor niet starten in gesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dit is giftig als het wordt ingeademd. Œ  Œ Brandstofkraan (C/11) openen. koude motor: Toerental-hendel (4) in positie ‘START’  (‘CHOKE’ ) brengen. bij hoge temperatuur van de motor of de omgeving: Toerentalhendel in positie 1/3 brengen. Ž Draaihendel voor rijaandrijving (A/4) in positie "0" brengen. 4  Koppelingshendel voor Borstelaandrijving 4 Ž (A/2) in Startpositie ("0") brengen. 0  Het trekkoord aan de start-handgreep (C/2) zover uittrekken totdat de startkoppeling merkbaar gepakt wordt, vervolgens trekkoord stevig en met kracht aantrekken zodat de motor gestart wordt. Handgreep na het starten voorzichtig loslaten.  0  Om de motor te starten dient de gebruiker rechts naast de machine te staan, de bedieningshendel aan het stuur niet aan te raken en de trekkoord naar rechts te trekken. Blijf buiten de gevarenzone. W Opgelet met de hete onderdelen van de motor! De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na het afzetten. Houd voldoende afstand van hete oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende motor. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 23 4. Ingebruikname en bediening 4.3 Afzetten van de benzinemotor Œ 630 sec Œ Toerentalhendel in positie neutraal zetten en de motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.  Toerentalhendel tot de aanslag in STOP-positie brengen.  STOP Voor het afstellen van de motor mag de toerentalhendel niet in choke-positie worden gebracht – brandgevaar! W 4 Ž Ž Brandstofkraan sluiten. De toerentalhendel dient ook als noodstopschakelaar. Indien nodig hendel in positie ‘STOP’ brengen, de motor springt af. I 24 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 4. Ingebruikname en bediening W Gevarenzone 4.4 Gevarenzone W Tijdens het starten en de werkzaamheden mogen zich geen personen binnen de gevarenzone bevinden. Controleer voor het star ten de directe omgeving van de machine. Let daarbij vooral op kinderen en dieren! Tijdens veegwerkzaamheden kunnen stenen en dergelijke wegspringen. Personen en dieren mogen zich niet in de gevarenzone bevinden. Let op dat voertuigen (vooral de ramen) en andere objecten niet beschadigd worden. Alleen op hellingen tot max. 30° w erken. Op hellingen altijd naar de helling toe keren! max. 30° (66 %) agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 25 4 4. Ingebruikname en bediening 4.5 Vegen Œ Œ Motor starten zoals beschreven onder ‘motor starten’.  Controleer het functioneren van de veiligheidsschakeling - machine alleen in gebruik nemen wanneer veiligheidsschakeling functioneert! W Ž  Gehoorbescherming gebruiken en draag altijd stevige schoenen. Ž Langsaam aan de koppelingshendel  voor borstelaandrijving (A/2) trekken tot de veiligheidspal vastzit en gelijkertijd gas geven; De borstelwalsen draaien.  Aan de draaihendel (A/4) draaien al 4  naargelang de gewenste rijsnelheid. 0 Na beëindiging van de veegwerkzaamheden of bij verstoppingen:  Beide aandrijvingen in positie "0" brengen. ‘ Motor afzetten. ‘ Wanneer de machine tijdens werkzaamheden moet worden schoongemaakt, dient de motor om veiligheidsredenen te worden afgezet en moet de bougiekap worden verwijderd. W 4.6 Sneeuwruimen Sneeuwschuiver op de juiste manier monteren! Draag daarvoor slipvaste schoenen. De arbeidssnelheid dient te worden aangepast aan de arbeidsomstandigheden. De bedienende persoon kan gewond raken door de kracht die ontstaat bij een eventuele botsing van de machine. W 26 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 5. Onderhoud en reparatie Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en reparatie. W Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met een afgezette motor. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt gestart, dient steeds de bougiekap van de bougie te worden verwijderd! Machine 5.1 Hydrostat Œ De Hydrostat-aandrijving is voorzien van een Œ permanente smeerolievulling - Wanneer geen lekkage zichtbaar is, is het niet nodig de olie te verversen of bij te vullen. - Lekkages onmiddellijk laten herstellen. è -Serviceç 6 J A/8 K A/9 D  De goede werking en de staat van de hydrostaat-ventilator minstens één keer per jaar controleren Beschermkap (A/9) verwijderen (D = afstandhouder, K = spie). l Vervuiling van de koelribben verhelpen. l Beschadigde ventilator onmiddellijk vervangen, anders zou de hydrostatische aandrijving kunnen uitvallen. 5 ŽV-snaren Controleer de V-snaren (3 stuks) ten minste eenmaal per jaar. - V-snaarbehuizing (A/9) verwijderen (D = afstandhouder, K = spie). Ž 6J l Wanneer de V-snaren slijtage vertonen, dienen deze te worden vervangen. Gebruik alleen originele agria-V-snaren. Aandrijfketting 6J  A/18 l De aandrijfkettingen (2 stuks) dienen ten minste eenmaal per jaar met een teflon-spray te worden ingesmeerd - Deksel snaarbehuizing (A/18) verwijderen. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 27 5 5. Onderhoud en reparatie 5.2 Borstelwalsenwormwielaandrijving De wormwielaandrijving is voorzien van een permanente olievulling voor ca. 250 bedrijfsuren. Wanneer geen lekkage zichtbaar is, hoeft de olie niet te worden ververst. Hoeveelheid: ca. 0,3 l transmissieolie SAE 90. Bij lekkage è -Serviceç 5.3 Borstelaandrijving Voor het goed functioneren van de V-snaarkoppeling, dient de koppelingshendel (A/2) in ontkoppelde stand (positie "0") zonder speling te worden ingesteld - dat betekent dat de borstelaandrijving tot stilstand moet komen. 6A Eventueel noodzakelijk nastellen gebeurt met de afstelling aan de hendel. 1 2 zonder speling 0 5 lContramoer (2) losmaken. l Stelschroef (1) regelen tot de handgreep geen speling meer heeft lContramoer (2) weer vastdraaien. 5.4 Wielen l Controleer regelmatig de bandenspanning van de wielen. De bandenspanning van beide wielen moet gelijk zijn, om probleemloos rijden te kunnen garanderen. l Monteer de wielen met de profielpunten in de rijrichting (van boven op de wielen gezien), zodat de trekprestaties volledig worden benut. 6 J; B 5.5 Wielas Wielas in de omgeving van de wielnaaf na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger of ten minste eens per jaar met bio-smeervet insmeren. 28 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 5. Onderhoud en reparatie 6 25 h 5.6 Veeginstallatie l Voor iedere ingebruikname en steeds na 8 bedrijfsuren borstelwalsen-spananker (4 - 6) controleren of deze nog vastzit. l Borstelwalsen ten minste na 25 bedrijfsuren controleren op slijtage – op tijd vervangen. Minimale diameter 250 mm. 68h 6 J; B 5.7 Stelpen Stelpen binnen het bereik van de schommelnaaf na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger of ten minste eens per jaar met biosmeervet insmeren. Œ A/3 6A 5.8 Veiligheidsschakeling Controleer het functioneren van de veiligheidsschakeling bij iedere ingebruikname en onderhouds- en reparatiebeurt. Œ Bij het loslaten van de hendel (A/3) en met gekoppelde borstelaandrijving of ingestelde draaihendel moet de motor automatisch tot stilstand komen! è -Serviceç  Bij Draaihendel- "0" - positie (aanduiding) moet  Ž 0 de rijaandrijving automatisch tot stilstand komen, evt. bijregelingen d.m.v. de stelschroeven (zonder speling) aan de draaihendeldoos uitvoeren. Ž Wanneer de borstelaandrijving of de wielaandrijving niet in "0" -positie staat, mag de motor niet kunnen worden gestart! è -Serviceç  Elektr. kabels en stekkerverbindingen controleren, evt. vervangen è -Serviceç agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 29 5 5. Onderhoud en reparatie Motor 5.9 Motoroliepeil controleren Voor iedere ingebruikname en steeds na 5 bedrijfsuren. oliepeilstok C/4 l Alleen bij afgezette en horizontaal staande motor. l Olievuldop (C/4) en omgeving aan de buitenkant reinigen. l Olievuldop losschroeven, oliepeilstok met een schone doek afvegen en weer inbrengen tot de aanslag – peilstok niet inschroeven. l Oliepeilstok uitnemen en oliepeil aflezen. l Is het oliepeil tot beneden de markering ‘min.’ gedaald, motorolie (zie ‘technische gegevens’) tot markering ‘max.’ bijvullen. 5.10 Motorolie verversen Voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buitentemperaturen moet de olie al na 25 uur worden ververst. l Aftap- en vulschroef (C/4) losschroeven. 5 C/4 l Voor het aftappen van olie de stuurstang naar boven bewegen, veegmachine naar links achter kantelen en de afgewerkte olie in een geschikt reservoir laten lopen . (Het verdient aanbeveling de brandstoftank van tevoren door vulopening leeg te maken – brandstof opvangen in een jerrycan, of: afgewerkte olie met een zuigpompje door de vulopening opzuigen .) lAfgewerkte olie op voorgeschreven wijze verwerken. l Schone motorolie bijvullen. Hoeveelheid en kwaliteit zie ‘technische gegevens’. Vul de olie indien mogelijk bij met een trechter of iets dergelijks Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat hij niet te heet is – kans op brandwonden! 30 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 5. Onderhoud en reparatie 5.11 Luchtfilter Reinig de luchtfilterinzet iedere 3 maanden of in elk geval om de 25 bedrijfsuren, of eerder in geval van zeer stoffige omstandigheden. Ga hiertoe als volgt te werk: l Luchtfilter en omgeving aan de buitenzijde schoonmaken. l Snapslotlippen (2) openen, luchtfilterdeksel (1) verwijderen. 1 2 3 4 luchtfilterdeksel snapslotlippen filterelement haken l Papier-filterelement (3) uitnemen. l Filterelement op een glad oppervlak voorzichtig uitkloppen of perslucht van binnen naar buiten door het filter blazen. Het filter mag niet worden afgeborsteld, omdat het vuil dan in de poriën wordt gewreven! l Filterelement bij sterke vervuiling vervangen. l Controleer het filterelement zorgvuldig op gaten en andere beschadigingen, evt. vervangen. l Filterelement terugplaatsen. l Luchtfilterdeksel met de haken (4) inzetten en snapslotlippen laten vastklikken. I Het papier-filterelement mag niet worden uitgewassen (alleen afkloppen of schoonblazen). agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 31 5 5. Onderhoud en reparatie 5.12 Brandstofinstallatie l Controleer bij iedere onderhoudsbeurt of de brandstofslang, brandstoftank en carburateur niet lek zijn. Eventuele lekkage verhelpen, lekke of poreuze slangen direct vervangen. 1 l Brandstofslangen na iedere 2 jaar vervangen. 2 1 l Brandstoftank na iedere 100 bedrijfsuren reinigen. è -Serviceç l Brandstofzeef na iedere 100 bedrijfsuren reinigen. Alle brandstof in een geschikt reservoir laten lopen. Brandstofzeef met oplosmiddel reinigen en de zeef op beschadigingen controleren. Brandstofzeef terugplaatsen in de brandstoftank. è -Serviceç 55 brandstofzeef Teveel brandstof l Wanneer de motor teveel brandstof heeft toegevoerd gekregen: bougie uitdraaien, reinigen, drogen en met repeteerstarter motor enkele malen doordraaien. Vervolgens bougie weer vastschroeven; toerentalhendel op ‘VOLGAS’ draaien en motor met repeteerstarter doorstarten tot deze weer start. 32 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 5. Onderhoud en reparatie 0,7 - 0,8 mm bougieborstel 5.13 Bougie l Na iedere 50 bedrijfsuren dient de bougie gereinigd te worden en moet de elektrodenafstand op 0,7–0,8 mm worden afgesteld. Reinig de bougie met een staalborstel en met gewoon reinigingsmiddel. l Na iedere 100 bedrijfsuren moet de bougie vervangen worden. Ook wanneer de bougie slijtage vertoont of de isolator gescheurd of afgesplinterd is, moet hij worden vervangen. Bougie inbouwen: Bougie met de hand in de cilinderkop draaien. Bougie vervolgens met de bougiesleutel ca. 90° verder draaien, aanhaalmoment 20…30 Nm. Controle van de ontstekingsvonk Bougie uitschroeven, schoonmaken en in de bougiekap plaatsen. Zijelektrode tegen een willekeurige plaats aan de motor houden, startkabel uittrekken en controleren of vonken overspringen. Geen vonken – bougie vervangen. 5.14 Reinigen van het luchtrooster 1.) 2.) 5 Na langer gebruik kan het koelsysteem door vuil verstopt raken. Reinig het luchtrooster (C/3) regelmatig om oververhitting en schade aan de motor te voorkomen. Controleer het rooster voor iedere ingebruikname. 5.15 Luchtkoelsysteem 1) Roterende ventilatorzeef tenminste iedere 50 bedrijfsuren reinigen (bij sterke stofvorming en veel plantenresten eerder); hiervoor moet de repeteerstarter worden verwijderd, zie afb. 2) Inwendige koelribben en vlakken tenminste iedere 100 bedrijfsuren reinigen (bij sterke stofvorming en veel plantenresten eerder). è -Serviceç agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 33 5. Onderhoud en reparatie 5.16 Regelaar 1 2 Voor het goed functioneren van de motor moeten regelstangen, veren en bedieningssystemen schoon zijn. Geen onderdelen verbuigen of verstellen (regelstangen aan carburateur C/6). 5.17 Uitlaat Omgeving van de geluidsdemper (C/9) regelmatig schoonmaken. Haal gras, vuil en brandbare dingen weg. – Brandgevaar! Voor iedere inbedrijfname controleren. 5.18 Toerentalbediening De toerentalbediening moet op de juiste manier zijn ingesteld. De motor moet met juist toerental gestart worden, functioneren en worden afgezet. Voor de instelling: è -Serviceç 55 5.19 Afstelling carburateur Om brandstof-, temperatuur-, hoogte- en belastingsverschillen op te heffen is het mogelijk dat de carburateur enigszins moet worden nagesteld. Motor alleen met gemonteerd luchtfilter en luchtfilterafdekking laten lopen. Laat de carburateur afstellen: è -Serviceç 34 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 5. Onderhoud en reparatie Œ 5.20 Algemeen Œ Let op het verliezen van brandstof en olie, eventueel opruimen.   Ž Œ Schroeven en moeren regelmatig controleren, eventueel natrekken. Ž Alle glijdende of beweeglijke onderdelen (bijv. zwenkstang etc.) met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden (zie blz. 37) 5.21 Reiniging Œ Nooit met water in de ventilatiespleet van versnellingsbak spuiten! Na een schoonmaakbeurt met een hogedrukreiniger moeten alle smeerplaatsen aan de machine meteen worden gesmeerd, en de veegmachine dient kort te worden ingeschakeld, zodat het binnengedrongen water eruit geslingerd wordt.   Reinig de motor met een doekje. Vermijd het afspuiten van de motor met een sterke waterstraal, vocht in het ontstekings- en brandstofsysteem kan leiden tot storingen. agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 35 5 5. Onderhoud en reparatie 5.22 Stallen Wanneer de veegmachine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: a) Grondige reinigingsbeurt, laklaag bijwerken. b) Motor in conditie houden l Brandstof volledig aftappen of brandstoftank voltanken en stabilisatorvloeistof (agria-nr. 799 09) in de brandstoftank gieten. - Kijk in de gebruiksaanwijzing, motor ca. 1 minuut laten lopen. l Motorolie verversen. l In de bougieopening een theelepel vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor langzaam doordraaien. l Bougie weer inbouwen. Zuiger met repeteerstarter op compressie zetten (starthandgreep langzaam aantrekken totdat weerstand voelbaar is), hiermee zijn de kleppen gesloten. l Motor om de 2–3 weken langzaam doordraaien (bougiekap verwijderen!) en aansluitend zuiger weer op compressie zetten. c) Wielen 0 5 Plaats deze op steunblokken zodat de banden niet op de vloer rusten. Luchtbanden gaan snel in kwaliteit achteruit wanneer ze zonder lucht onder belasting staan. d) Aandrijvingen ontkoppelen Machine altijd met ontkoppelde rijaandrijving (positie ‘0’) wegzetten, anders kunnen problemen met de koppeling ontstaan. 0 e) Machine stallen om sterke corrosievorming te voorkomen: – beschermen tegen weersinvloeden niet stallen in: – vochtige ruimtes – ruimtes waar kunstmest ligt opgeslagen – stallen of daarnaast gelegen ruimtes f) Afdekken Dek de machine af met een dekzeil of iets dergelijks. 36 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium Smeerschema, Schakelschema 1 3 2 1 motorolie 8h (blz. 30) 2 wielas jaarl. (blz. 29) 3 zwenkstang etc. jaarl. (blz. 35) Elektrisch schakelschema sw = zwart gr = grijs br = bruin bl = blauw 5 1 Motor 2 schakelaar in de veiligheidsschakelhendel (maakcontact) 3 schakelaar in de koppelingshendel (verbreekcontact) 4 schakelaar aan de Hydrostat 0-positie (maakcontact) 5 Elektriciteitsleidingen naar de hydrostaat 6 Elektriciteitsleidingen naar de motor 7 Elektriciteitsleidingen naar de stuurstang agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 37 6. Storingen opsporen en verhelpen W Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikt over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp kan grote schade veroorzaken. storing mogelijke oorzaak oplossing Motor start niet - rij- en borstelaandrijving is niet in positie "0" - Bougiekap is niet aangesloten - Toerentalhendel is niet in positie CHOKE - Brandstoftank leeg of slechte brandstof - Brandstofleiding verstopt - Bougie defect Draaihendel en koppelingshendel in positie "0" brengen Bougiekap aansluiten Toerentalhendel in positie CHOKE brengen Brandstoftank vullen met schone brandstof Brandstofleiding reinigen Bougie schoonmaken, afstellen of vervangen Bougie drogen, schoonmaken en starten met volgas Bevestigingsschroeven natrekken - Motor teveel brandstof (verzopen) - Valse lucht door losgelaten carburateur en aanzuigleiding Motor hapert af en toe - Motor loopt op CHOKE - Contactkabel zit los - Brandstofleiding verstopt of slechte brandstof - Luchttoevoer in de brandstoftankdop verstopt - Water of vuil in het brandstofsysteem - Luchtfilter verontreinigd - Carburateur verkeerd afgesteld Motor wordt te heet 66 - Te weinig motorolie - Ventilatiesysteem functioneert niet - Luchtfilter is verontreinigd - Carburateur is verkeerd afgesteld 23 23 22 33 33 Toerentalhendel in positie BEDRIJF brengen, 28 evt. toerentalbediening instellen ¬ Bougiekap op de bougie vastklemmen, bougiekabel vastklemmen Brandstofleiding schoonmaken, schone brandstof tanken Brandstoftankdop vervangen Brandstof aftappen en schone brandstof tanken Luchtfilter schoonmaken of vervangen Carburateur afstellen 23 34 ¬ 31 34 Meteen motorolie bijvullen Luchtrooster schoonmaken, koelribben schoonmaken Luchtfilter reinigen Carburateur afstellen ¬ ¬ 30 33 33 31 34 ¬ 33 34 Motor haperingen bij hoge toerentallen - Ontsteking te krap afgesteld - Stationair toerental niet correct afgesteld Bougie afstellen Carburateur afstellen Motor slaat bij stationair toerental vaak af - Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie defect - Carburateur niet correct afgesteld - Luchtfilter verontreinigd Bougie afstellen of vervangen 38 pagina Carburateur afstellen Luchtfilter reinigen agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 33 ¬ 34 31 6. Storingen opsporen en verhelpen storing mogelijke oorzaak oplossing Motor loopt onregelmatig - Regelstangen zijn verontreinigd, klemmen Regelstangen schoonmaken Motor springt in stoppositie niet af - Toerental-motorstopbediening is niet correct ingesteld Toerentalbediening instellen Motor levert te weinig vermogen - Luchtfilter verontreinigd - Cilinderkop los of afdichting beschadigd - Te weinig compressie Luchtfilter reinigen Cilinderkop aandraaien, afdichting vervangen Motor laten controleren pagina 34 ¬ 34 31 ¬ ¬ ¬ Borstel- Koppelingshendel is walsaandrijving niet correct ingesteld komt bij losgelaten koppeling niet tot stilstand Koppelingshendel instellen 28 rijaandrijving komt bij "0"-positie niet tot stilstand - Draaihendel niet correct ingesteld Instelling aan de Draaihendelstelschroeven 29 Teveel vibratie - Bevestigingsbouten zijn los - Borstelwals-spananker los Bevestigingsbouten natrekken Motor direct afzetten! Borstelwals-spananker en alle moeren en schroeven controleren of deze vastzitten, beschadigde delen vervangen 35 19 ¬ = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage! 6 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 39 Onderhouds- en inspectietabel Steeds na bedrijfsuren P A 5 8 25 50 100 250 min. 3mndl. min. jaarl. B blz. Veiligheidsschakelaar functie controleren K 29 Hendel speling controleren K 28 Luchtfilter controleren K 31 Koelluchtzeef reinigen K 33 K K 30 K 34 W 30 Motoroliepeil controleren, eventueel bijvullen 1 Uitlaat reinigen Motorolie verversen, eerste keer, 1 verdere keren 1 W 30 Motor reinigen, schroeven en moeren controleren K 35 Slijtage borstelwalsen controleren, indien nodig eerder! K 29 Luchtfilterinzet reinigen W W 31 Luchtfilterinzet vervangen, indien nodig eerder W 31 Bougie reinigen, elektrodenafstand afstellen W 33 Bougie vervangen Koelluchtgrilgeleidingsplaten, koelribben reinigen, indien nodig eerder! Brandstoftank reinigen Brandstofzeef reinigen Borstelwalsaandrijving olie verversen K 33 W 33 W 32 W 32 W 28 Alle glijdende delen smeren 4 K K 35 Wielas smeren 2 K K 28 Stelpen insmeren 3 K K 29 Hydrostaat op lekkages controleren W 27 Ventilator voor hydrostaat controleren W 27 V-snaren controleren K 27 Andrijfkettingen smeren K 27 Brandstofslangen vernieuwen W* 32 A B K W P * = = = = = = voor iedere ingebruikname na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage position in het smeerschema na 2 jaar 40 agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium Aanduiding van de onderdelen, slijtageonderdelen Afbeelding C Motor Honda GCV135 en GCV160 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Brandstoftankdeksel Startgreep Ventilatorzeef Olievul-afsluitplug, oliepeilstok Luchtfilter Carburateur / toerentalregelaar Motor-model- / identificatienummer Bougie / bougiekap Uitlaat met veiligheidskap Brandstoftank Brandstofkraan Lak, slijtageonderdelen agria-bestel nr. 799 09 brandstofstabilisator 771 83 olieopzuigpompje zak 5g Lak: 181 03 spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml 712 98 spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml Slijtageonderdelen: 761 98 759 99 765 43 765 43 784 03 6194 151 6194 161 luchtfilterelement bougie NGK BPR 6ES; BOSCH WR 7DC V-snaar voor rijaandrijving V-snaar voor borstelaandrijving V-snaar voor borstelaandrijving borstelwals 100 cm grof borstelwals 100 cm fijn X13x 760Lp X13x 760Lp X13x1480Lp Bandenreparatie: 713 13 bandenafdichtgel fles 1l Reserveonderdelen: 997 157 997 145 Veegmachine Cleanstar type 7100 Honda-Motore agria Veegmachine 7100 Cleanstar premium 41 agria-Werke GmbH Bittelbronner Straße 42 D-74219 Möckmühl Tel. +49/ (0)6298 /39-0 Fax +49/ (0)6298/39-111 e-mail: [email protected] Internet: www.agria.de Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Agria 7100 de handleiding

Type
de handleiding