Documenttranscriptie
Handleidung
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
Veegmachine
7100 Cleanstar
- compact
- comfort
7100 compact 80 cm
7100 comfort 100 cm - met versnelling achteruit
en variator
5782_3, 5782_4
&
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr. 998 885-A 06.12
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.: .........................
Identificatie/machine nr.:
...................................................
Motor type: .................................
Motor nr.: ...................................
Datum aankoop: ........................
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid
belangrijke informatie
choke
brandstof
Typeplaatje:
zie blz. 3, afb. A/22 of B/22
olie
Motortype en motornr.
zie blz. 50, afb. C/7.
motor start
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
motor stop
Alleen originele agria-reserveonderdelen gebruiken!
borstelwalsaandrijving
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
rijaandrijving
rijaandrijving ingeschakeld
rijaandrijving uitgeschakeld
langzaam
Levering:
l handleiding
l basismachine
l gereedschapsset
Neem in acht dat enkel de handelingen van de motor uitgelegd worden die nodig zijn voor de veegmachine.Voor meer informatie betreffende de motor, gelieve de bijgevoegde
bedieningshandleiding voor de motor te raadplegen!
2
snel
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
è
- Serviceç= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
Zie motorhandleiding
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A + B
1 Vergrendeling voor koppelingshendel (alleen uitv. comfort)
2 Koppelingshendel en hendel voor-/achteruit voor rijaandrijving
(alleen uitv. comfort)
3 Veiligheids-schakelhendel (alleen uitv. comfort)
4 Koppelingshendel met veiligheidsschakeling voor rijaandrijving
(alleen uitv. compact)
5 Koppelingshendel voor borstelwalsaandrijving
6 Toerentalhendel
7 Zwenkstang
8 Slinger voor hoogteverstelling
9 Beschermkap
10 Arreteerplaat voor zwenkstang
11 Basis-beschermplaat
12 Aansluitasuiteinde voor aanbouwwerktuigen
13 Extra beschermplaat
14 Borstelwals
15 Wormwielaandrijving (rijtransmissie)
16 Wielmeenemer
17 Wiel
18 Deksel snaarbehuizing (achter)
19 Snaarbehuizing
20 Motordraagplaat
21 Vastklemmende hendel voor hoogteverstelling stuurstang
22 Typeplaatje, Identificatie/machine nr.
23 Motor
24 Stuurstang
25 Handmatige toerentalverstelling voor borstelwals
(alleen uitv. comfort)
4
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
Inhoudsopgave
Inhoud pakket ........................... 2 4. Ingebruikname en bediening
Aanbevelingen
Smeermiddelen, corrosiewerende
middelen ........................................... 6
Brandstof .......................................... 6
Onderhoud en reparatie ................... 6
Eerste ingebruikname ............... 26
Motor starten ............................. 27
Motor afzetten ............................ 28
Gevarenzone ............................. 29
Vegen ......................................... 30
Sneeuwruimen ........................... 30
Aanduiding van de
onderdelen .......................... 3, 46 5. Onderhoud en reparatie
Aanwijzingen voor
uitpakken en montage ............. 7
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ....................... 8–12
Gebruik conform de bestemming ..... 8
2. Technische gegevens
Afmetingen ...................................... 13
Veegmachine .................................. 13
Geluidsniveau ................................. 13
Trillingsniveau ................................. 13
Motor ......................................... 14–15
Gebruik op hellingen ................ 14–15
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor ............................................... 16
Veiligheidsschakeling .............. 17 - 18
Koppeling ................................. 17 - 18
Stuurstang ...................................... 20
Wielen ............................................. 20
Sneeuwkettingen ............................ 20
Borstelwalsen ................................. 21
– Hoogteverstelling ......................... 22
– Toerental ................................ 23–24
Aanbouwwerktuigen ....................... 25
1
2
Andrijving ................................... 31
Wielen ........................................ 32
Veeginstallatie ........................... 32
Stelpen ....................................... 32
Speling van de koppeling .......... 33
Veiligheidsschakeling ................ 34
Motorolie .................................... 35
Koelsysteem .............................. 36
Regelaar .................................... 36
Uitlaat ......................................... 36
Bediening toerental .................... 36
Allgemeen .................................. 37
De machine schoonmaken ........ 37
De machine stallen .................... 38
6. Storingen opsporen
en verhelpen ............... 40 - 41
3
4
5
Elektrisch schakelschema ......... 42
Lak, slijtageonderdelen ............. 43
Onderhouds- en
inspectietabel ............................. 44
Smeerschema ........................... 45
Conformiteitsverklaring ... 47
Let op uitklappagina’s!
Afb. A und B ........................ 3
Afb. C .................................. 46
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
5
6
Aanbevelingen
Smeermiddelen
en anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en
de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten
en smeernippels adviseren wij het gebruik van
biologisch afbreekbare
olie
of
smeervet
(volgens de aanwijzingen
in de handleiding).
Voor het onderhoud van
de machines en werktuigen adviseren wij biologisch afbreekbare corrosiewerende olie (niet
gebruiken op gelakte uitwendige bekledingen).
Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met
een spuitbus worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosiewerende
olie zijn milieuvriendelijk
omdat ze biologisch snel
afbreekbaar zijn.
Brandstof:
Deze motor loopt zowel
op gangbare loodvrije
normale en superbenzine (ook E10 benzine)
en Super plus.
Voeg aan de benzine
geen olie toe.
Wanneer om milieutechnische redenen loodvrije
benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die langer dan 30 dagen niet
gebruikt worden de
brandstof af te tappen, om
afzetting van harsresidu’s
in de carburateur, het
brandstoffilter en de
brandstoftank te vermijden. U kunt de brandstof
ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor
in conditie houden’.
Onderhoud en
reparatie:
Bij de agria-dealer werken
gekwalificeerde monteurs
die de machine vakkundig
onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhoudsen reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit wanneer u beschikt over het
juiste gereedschap en de
vereiste technische kennis van machines en verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde
voorwerpen of metalen
gereedschappen tegen
het vliegwiel. Het kan
scheuren en tijdens gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroorzaakt wordt. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap.
Wanneer u biologisch afbreekbare smeermiddelen en corrosiewerende
olie gebruikt, gaat u bewust om met het milieu en
levert u een positieve bijdrage aan de gezondheid
van mens, fauna en flora.
6
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
Aanwijzingen voor uitpakken en montage
Uitpakken
1.
Deksel van de doos aan de
bovenzijde openen.
21
De vier hoeken van de doos
opensnijden en de zijkanten naar
beneden klappen.
24
1. Stuurstang monteren
Stuurstang naar omhoog draaien
l Vastklemmende hendel (21) losmaken, tot de aanslag vrij is
l stuurstang (24) naar achter draaien
tot op de juiste werkhoogte è blz.20
K
2.
F
9
3.
8
D
l vastklemmende hendel (21) weer
vastdraaien.
Bowden-kabels en elektrische bekabeling met drie klemmen (28) aan de
stuurstangen zie Afb. bevestigen.
2. Beschermkap (9) monteren,
met afstandhouder (D), slinger (8) en
spie (K)
3. Wielen monteren
l Wielas aan beide kanten met vet insmeren
4.
5.
l ringen en wielen er aan beide kanten
opsteken - bij noppenwielen op de
richting van de pijlen letten
l wielmeenemer met schroef (2) en veiligheidsmoer monteren - wielmeenemer-Afstelling è blz.20.
4. Extra beschermplaten monteren
l Extra beschermplaten aan beide kanten
van de basis-beschermplaat (11) monteren, met aan elke kant 3 zeskantschroeven en veiligheidsmoeren è blz. 22
5. Borstelwalsen monteren,
è blz. 21
6. Eerste ingebruikname
zie beschrijving blz. 26
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
7
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op
de
hoogte
van
deze
veiligheidsaanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De veegmachine met de door de fabrikant geautoriseerde, aangebouwde onderdelen is bestemd voor een gewoon
gebruik bij het onderhoud van gebouwen en wegen, om los vuil te vegen of
op te rapen, en kan na aanbouw van
een passend ruimschild of borstels ook
als sneeuwschuiver worden gebruikt
(gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de machine gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
veegmachine altijd eerst de verkeersen bedrijfsveiligheid.
De veegmachine mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de benodigde
kennis beschikken en van de risico’s op
de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid!
Voor het transport op vrachtwagens of
aanhangwagens buiten de te bewerken
zone, dient de motor te worden
uitgeschakeld en de wielmeenemer in
werking gezet.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
8
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de machine.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de machine.
Let daarop tijdens de werkzaamheden.
Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
veegmachine.
Controleer voor het starten de directe
omgeving van de machine. Let daarbij
vooral op kinderen en dieren!
Tijdens veegwerkzaamheden kunnen
stenen en dergelijke wegspringen. Personen en dieren mogen zich niet in de
gevarenzone bevinden. Let op dat voertuigen (vooral de ramen) en andere objecten niet beschadigd worden.
Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
1
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het
functioneren ervan. In het bijzonder
dient u te weten hoe u de motor in geval
van nood snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de veegmachine of het aanbouwwerktuig gaan staan.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
veegmachine die afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het
nemen van bochten!
Het is niet toegestaan, tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden.
Wanneer de borstelwals of het aanbouwwerktuig vastzit, moet de motor
worden afgezet en dient de borstelwals
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
9
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
of het aanbouwwerktuig met passend
gereedschap te worden schoongemaakt.
Indien de veegmachine of het aanbouwwerktuig beschadigd is, moet de machine onmiddellijk worden gestopt en de
motor worden afgezet. Laat de schade
direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
veegmachine meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de veegmachine met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen
dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoende
afstand te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de veegmachine nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de machine
verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te
verhinderen - trek de bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen.
Veegmachine en aanbouwwerktuigen
tegen wegrollen beveiligen (wielblokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, veegmachine en aanbouwwerktuig beveiligen
tegen wegrollen. Voorkom gebruik door
onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten.
Sneeuwschuiver
De sneeuwschuiver dient op de juiste
manier te worden aangebouwd! Draag
daarvoor slipvaste schoenen. Bij het
manoeuvreren met de sneeuwschuiver
moet voorzichtig te werk worden gegaan. Ongevalsrisico! Pas de werksnelheid aan aan de omstandigheden.
10
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Onderhoud en reiniging
Motor, brandstof en olie
Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Laat de motor niet in een gesloten ruimte lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging! Vervang defecte uitlaatonderdelen daarom ook altijd direct.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden!
Zorg ervoor dat de veegmachine en de
aanbouwwerktuigen schoon blijven, om
brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te
worden teruggebracht.
Opgelet met de hete onderdelen van de
motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na het afzetten. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
Wees voorzichtig met brandstof vanwege het brandgevaar. Vermijd open vuur,
vonken en hete motoronderdelen tijdens
het bijvullen van brandstof. Vul geen
brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet
roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de veegmachine aan de kant
voordat u de motor start.
Na gebruik wegzetten
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Het parkeren van de veegmachine in
ruimtes met open kachels is verboden.
Om veiligheidsredenen dienen de benzinetank en de benzinedop regelmatig
te worden vervangen.
Parkeer de veegmachine niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof
in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Gebruik alleen brandstof van voorgeschreven kwaliteit.
Houd corrosiewerende middelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van
kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen direct een arts waarschuwen. In
geval van contact met de ogen meteen
met veel water uitspoelen. Vermijd het
inademen van de dampen.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
11
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
1
Maak gebruikte spuitbussen (starthulpmengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden
en volgens de voorschriften verwerken.
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en
bougiekap eruit trekken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de veegmachine
veilig geparkeerd is en tegen wegrollen
beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel en met passend gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regelmatig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Bij lopende motor voldoende afstand
houden van de machine. Blijf buiten het
bereik van wegspringende stenen en
dergelijke.
Beshrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de
machine moeten individuele
gehoorbeschermingen worden gedragen.
Draag veiligheidshandschoenen.
Elektrische installatie
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken wanneer de motor loopt!
12
Draag altijd stevige schoenen.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
2. Technische gegevens
2.1 Veegmachine
agria-Cleanstar
Afmetingen van de machine:
Koppeling:
2 apart schakelbare V-snaarkoppelingen met spanrollen tussen de
motor en de rijaandrijving of borstelwalsaandrijving
Uitvoering compact:
Toerental borstelwals: 2-traps door
V-snaaromlegging ..... 130 of 230 min-1
Uitvoering comfort:
Wrijvingskoppeling voor versnelling
achteruit
Toerental borstelwals traploos
instelbaar door variator 100–200 min-1
Gebruik alleen originele agria-V-snaren (zie slijtage-onderdelen blz. 42)
a ...................................... 890 mm
b ...................................... 630 mm
e .................................... 1335 mm
h ............................. 960-1060 mm
l ...................................... 1650 mm
L opvangbak ................. 1930 mm
L sneeuwschuiver ........ 1890 mm
A ......................... 800 of 1000 mm
(overeenkomstig de borstelwalsuitv.)
Transmissie:
rijtransmissie ...... wormwielaandrijving
veegtransmissie .. kegelwielaandrijving
Rijsnelheid:
vooruit ................................... 2,8 km/h
achteruit
(alleen uitv. comfort) ............. 1,8 km/h
Stuurstang: ....... zonder gereedschap
in hoogte verstelbaar
S ...................................... 480 mm
Geluidsniveau:
Geluidsniveau: ..................... LpA 75 dB
conform EN 11201 (waargenomen
Gewicht:
compact 80 cm ..................... ca. 91 kg
comfort 100 cm ..................... ca. 98 kg
Opvangbak 80 cm .......... ca. 11, 5 kg
Opvangbak 100 cm .......... ca. 13,0 kg
Sneeuwschuiver 80 cm .... ca. 11,0 kg
Sneeuwschuiver 100 cm .. ca. 13,5 kg
Banden: .............. 3.50 - 6 akkerprofiel
........................ 13x5.00-6 grasbanden
Bandenspanning: .................. 0,8 bar
door de bestuurder)
Geluidsvermogensniveau conform
EN ISO 3744:1995 : ...............................
gemeten ............................... LWA 95 dB
gewaarborgd ........................ LWA 96 dB
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ........... ahw = 3,02 m/s2
conform richtlijn 2002/44/EG
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
13
2
2. Technische gegevens
uitv. compact
2.2 Motor
Motorenfabrikant: ................... Honda
Type: ............................ GCV 135 N2E
2
Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor OHC (benzine)
Inhoud brandstoftank: .......... 1,1 liter
Brandstof: .............. loodvrije benzine,
octaangetal minstens 91 RON
(ook E10 benzine)
(zie brandstofadvies)
Luchtfilter: ........... droog filterelement
Carburateur: ............................ drijver,
smoorkleppen
Boring: .................................... 64 mm
Slag: ........................................ 42 mm
Cilinderinhoud: .................. 135 ccm
Vermogen: .............................. 3,4 kW
bij 3600 min-1
Koppel: ........................... max. 9,7 Nm
bij 2500 min-1
Bougie: ............. NGK BPR6ES Bosch
elektrodenafstand: ........... 0,7–0,8 mm
Ontsteking:
Transistor magneetspoel,
zonder contact,
ontstekingstijdstip 20° v oor OT,
radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep .................... 0,15 ± 0,04 mm
uitlaatklep ................... 0,20 ± 0,04 mm
Mengselregelschroef:
basisinstelling ca. 1 omwenteling open
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3250 min-1
Stationair
toerental: ................. 1550–1850 min-1
Motorolie:
hoeveelheid ........................... ca. 0,55 l
universele olie SAE 10W-40
klasse SG, SF of hoger
Gebruik op hellingen:
De motor voldoet op hellingen
(bij motoroliepeil “max.” = bovenste
vulmarkering):
langdurig gebruik op helling
tot ....................................... 20° (37 %)
Startinrichting: .......... repeteerstarter
14
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
2. Technische gegevens
uitv. comfort
2.3 Motor
Motorenfabrikant: ................... Honda
Type: ............................ GCV 160 N2E
Bouwwijze: ...................... geforceerdluchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor OHC (benzine)
Inhoud brandstoftank: .......... 1,1 liter
Brandstof: .............. loodvrije benzine,
octaangetal minstens 91 RON
(ook E10 benzine)
(zie brandstofadvies)
Luchtfilter: ........... droog filterelement
Carburateur: ............................ drijver,
smoorkleppen
Boring: .................................... 64 mm
Slag: ........................................ 50 mm
Cilinderinhoud: .................. 160 ccm
Vermogen: .............................. 4,1 kW
bij 3600 min-1
Koppel: ......................... max. 11,4 Nm
bij 2500 min-1
Bougie: ............. NGK BPR6ES Bosch
elektrodenafstand: ........... 0,7–0,8 mm
Ontsteking:
Transistor magneetspoel,
zonder contact,
ontstekingstijdstip 20° v oor OT,
radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep .................... 0,15 ± 0,04 mm
uitlaatklep ................... 0,20 ± 0,04 mm
Mengselregelschroef:
basisinstelling ca. 1 omwenteling open
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3250 min-1
Stationair
toerental: ................. 1550–1850 min-1
Motorolie:
hoeveelheid ........................... ca. 0,55 l
universele olie SAE 10W-40
klasse SG, SF of hoger
Gebruik op hellingen:
De motor voldoet op hellingen
(bij motoroliepeil “max.” = bovenste
vulmarkering):
langdurig gebruik op helling
tot ....................................... 20° (37 %)
Startinrichting: .......... repeteerstarter
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
15
2
3. Machine- en bedieningselementen
De veegmachine agria Cleanstar is geschikt voor het plegen van onderhoudswerkzaamheden en voor het sneeuwruimen. Voor onderhoudswerkzaamheden
zijn beschikbaar:
l Borstelwalsen
De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koelluchtzeef op de
repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
80 cm grof
agria-bestel nr. 6194 051
Stationaire toerental
80 cm fijn
agria-bestel nr. 6194 061
80 cm
agria-bestel nr. 6194 211
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat, moet de motor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
100 cm
agria-bestel nr. 6194 221
Luchtfilter
100 cm grof agria-bestel nr. 6194 151
100 cm fijn
agria-bestel nr. 6194 161
l Opvangbak
3
Koeling
l Watersproeiinrichting
agria-bestel nr. 6194 481
l Spatbord
agria-bestel nr. 6194 921
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
Voor het sneeuwruimen is als aanbouwwerktuig beschikbaar:
De motor is uitgerust met een
onderhoudsvrije, contactloze elektronische ontsteking. Het is aan te bevelen,
de noodzakelijke controles door een
vakman te laten uitvoeren.
l Sneeuwschuiver
80 cm
agria-bestel nr. 6196 011
100 cm
agria-bestel nr. 6196 021
3.1 Motor
De viertakt benzinemotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare benzine (zie ook blz. 6: geadviseerde brandstof). Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren
(inrijperiode) mag de motor niet tot het
maximum worden belast.
Ontsteking
Toerentalhendel
(motor-uit-schakelaar)
Met de toerentalhendel (A/6 of B/6) aan
de stuurstang wordt behalve de
toerentalregulering ook de choke en de
motor-uit-schakelaar bediend. Schakelposities zie afb.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de levensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de
motor direct defect raken.
I
16
De toerentalhendel dient ook
als noodschakelaar die bij gevaarlijke situaties in positie ‘stop’ dient
te worden gebracht. De motor schakelt
dan direct uit.
I
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
3. Machine- en bedieningselementen
uitv. compact
3.2 Veiligheidsschakeling
De veegmachine Cleanstar compact
is voor de rijaandrijving en de aandrijving van de borstelwals voorzien van
een veiligheids-koppelingshendel.
l
Stoppositie: wanneer de koppelingshendel (A/4 of A/5) wordt losgelaten, wordt de betreffende aandrijving
uitgeschakeld.
W
I
Veiligheidshendel niet vastzetten!
De veiligheidshendel dient ook
als noodschakelaar. De veiligheidshendel moet in noodsituaties die
om een snel handelen vragen worden
losgelaten, deze komt dan automatisch
in de positie ‘STOP’!
3.3 Koppeling
0
0
5
4
Voor de rijaandrijving en voor de
aandrijving van de borstelwals is een Vsnaarkoppeling ingebouwd. Deze wordt
bediend door de koppelingshendels
voor de rijaandrijving (A/4) of voor de
borstelwalsaandrijving (A/5) naar beneden te drukken. Wanneer de hendels
worden losgelaten, komen ze automatisch in positie ‘0’ (ontkoppeld).
Beide koppelingen kunnen onafhankelijk van elkaar worden bediend.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
17
3
3. Machine- en bedieningselementen
uitv. comfort
3.2 Veiligheidschakeling
De veegmachine Cleanstar comfort is uitgerust met een veiligheidsschakelaar.
l STOP-positie: bij het loslaten van de
hendel en bij ingeschakelde rij- en borstelwalsaandrijving wordt de elektronische ontsteking uitgeschakeld (motor wordt afgezet).
STOP-positie
– Voorzichtig! motor loopt nog even door!
startpositie
l Startpositie: om de motor te starten en
voor een werkpauze koppelingshendel
(B/2) aantrekken en met vergrendeling
(B/1) vastzetten en borstelwalsschakelhendel (B/5) in positie ”0” brengen.
0
3
l Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de machine de veiligheidshendel (B/3) naar beneden drukken.
bedrijfspositie
W
I
Veiligheidshendel niet vastzetten!
De veiligheidshendel dient ook
als noodschakelaar. De veiligheidshendel moet in noodsituaties die om
een snel handelen vragen worden losgelaten, deze komt dan automatisch in de positie ‘STOP’!
3.3 Koppeling
0
Zowel voor de rijaandrijving als ook voor
de borstelwalsaandrijving is een V-snaarkoppeling ingebouwd. Deze wordt met de
koppelingshendel (B/2) voor de rijaandrijving, en met hendel (B/5) voor de
borstelwalsaandrijving bediend.
5
2
Beide koppelingen kunnen afzonderlijk
worden bediend.
De rijaandrijfkoppeling is gecombineerd
met de schakeling achteruit.
18
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
3. Machine- en bedieningselementen
uitv. comfort
Rijaandrijving
Aandrijving van de borstelwals
De veegmachine is voorzien van een
versnelling vooruit en een versnelling
achteruit.
De borstelwals wordt met een V-snaarkoppeling en een kegelwielaandrijving
aangedreven.
0
De vooruit- en achteruitrijkoppeling
wordt met de koppelingshendel in- en
uitgeschakeld (B/2).
l Bij losgelaten koppelingshendel (B/2)
en niet-gearreteerde vergrendelingshendel is de rijaandrijving voorwaarts
geschakeld
l bij ca. half aangetrokken koppelingshendel (B/2) en gearreteerde vergrendeling is de rijaandrijving uitgeschakeld
l bij aangetrokken koppelingshendel
(B/2) is de achteruitrijversnelling ingeschakeld
Met de vergrendelingshendel (B/1) kan
de koppelingshendel in positie neutraal
(‘0’) gearreteerd worden.
W
De borstelwalsaandrijving wordt met
een hendel (5) in- en uitgeschakeld:
l als de hendel naar beneden is gedrukt, is de aandrijving gekoppeld; de
motor drijft de borstelwalsaandrijving
aan
l als de hendel (B/5) omhoog staat, is
de borstelwalsaandrijving uitgeschakeld.
Aanwijzing: zet de veegmachine altijd met uitgeschakelde
koppeling weg (zie hoofdstuk ‘Wegzetten’, blz. 41), er kunnen anders problemen ontstaan met de koppeling.
I
Op hellingen altijd naar de
helling toe keren.
De hendel heeft enige speling (1–2 mm)
om te voorkomen dat de koppeling tijdens de werkzaamheden in de ontkoppelde positie komt.
Na het eerste bedrijfsuur moet de speling van de koppeling gecontroleerd en
eventueel bijgesteld worden (zie onderhoud en reparatie).
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
19
3
3. Machine- en bedieningselementen
3.4 Stuurstang
Hoogteverstelling stuurstang
l Vastklemmende hendel (21) losmaken, tot de
aanslag vrij is
l stuurstang (24) op de gewenste hoogte brengen
en in de passende aanslag brengen
l vastklemmende hendel (21) weer vastdraaien.
3.5 Wielen
De wielen (3) zijn met wielmeenemers (1) en
schroeven (2) aan de wielas bevestigd. Hierdoor
kunnen de wielen worden gemonteerd en
gedemonteerd.
Tussen de transmissie en de wielen zijn ringen of
afstandbuizen (4) aangebracht.
3
1
2
3
4
wielmeenemer
schroef met moer
wiel
ring of afstandbuis
3
De sneeuwkettingen omleggen als de drijfwielen
gedemonteerd zijn.
Het slot en de veiligheidsketting dienen zich aan
de binnenzijde van het wiel te bevinden, anders
kan de wielmeenemer beschadigd worden.
3.7 Wielmeenemer
2
1
1 uiteinden
2 meeneembout
3 wielaanslagboring
3.6 Sneeuwkettingen
Door de wielmeenemer kunnen de wielen
onafhankelijk van de transmissie worden in- en
uitgeschakeld.
Duwen: Voor transport zonder motoraandrijving
wordt de wielmeename aan beide kanten
uitgeschakeld.
Draaihulp: Als draaihulp kan evt. één wiel met de
wielmeenemer worden ingeschakeld.
Wielmeename inschakelen
l Meeneembouten (2) en wielaanslagboring (3)
op gelijke assen instellen
l meeneembouten aan de uiteinden (1) 90° v erdraaien
totdat deze in de sleuf vastklikken – wielmeenemer
enigszins heen en weer draaien tot de meeneembout
helemaal in de aanslagboring vastzit.
Wielmeename uitschakelen
l Meeneembouten aan de uiteinden (1) naar buiten
trekken en 90° dr aaien.
20
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
3. Machine- en bedieningselementen
1
2
4
5
6
borstelwals rechts
borstelwals links
spananker
vormring
moer
3.8 Aanbouw van
de borstelwals
Draag bij de montage
en demontage veiligheidshandschoenen!
Let op dat u niet bekneld raakt.
Op beide buitenkanten van
de borstelwalsen het vormplaatje monteren.
Het spananker door de linker borstelwals steken.
Het spananker met borstel-
wals van links door de drijfas
steken - De groeven (S) van
de borstelwalsen in de nokken
(N) van de aandrijfschijf steken.
De rechter borstelwalsen
op het spananker schuiven
- De groeven van de borstelwalsen in de nokken van de
aandrijfschijf steken.
Zeskantmoer erop schroe-
ven en aanhalen.
Demontage van de borstelwalsen gebeurt in omgekeerde volgorde.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
21
3
3. Machine- en bedieningselementen
Extra beschermplaten:
80 cm
Extra beschermplaten (13) aan de basis-beschermplaat (11) monteren, overeenkomstig de breedte van de borstelwalsen, met aan iedere kant 3 zeskantschroeven en veiligheidsmoeren.
100 cm
Hoogteverstelling van de
borstelwalsen
3
De borstelwalsen worden in hoogte versteld door het steunwiel te verstellen
l met de slinger (8) kan het steunwiel
omhoog of omlaag worden gedraaid
l de borstelwalsen slechts zo diep als
nodig is (X) om een schoon oppervlak
te verkrijgen over de bodem laten slepen, daardoor vermindert de slijtage en
wordt de levensduur van de borstels
verlengd.
Vuil, poedersneeuw ........ X = 2–3 mm
Sneeuw, nat ................ X = max. 8 mm
Zijwaartse verstelling
De bezem kan naar links of naar rechts
worden versteld, om het vuil of de
sneeuw in een langsrij te vegen.
l Zwenkstang (7) naar voren brengen
totdat de aanslag vrij is
l met de zwenkstang de borstelwalsen
naar links of naar rechts zwenken
l zwenkstang naar achteren beneden
terugbrengen en daarbij in de passende
aanslag vastzetten.
22
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
3. Machine- en bedieningselementen
uitv. compact
3.11 Toerental
borstenwalsen
29
Wordt door snaaromlegging ingesteld,
hiervoor moet de beschermkap (9) worden verwijderd.
Instelling
voor het vegen: laag toerental van de
.
borstels =
voor het sneeuwruimen: hoog toerental
3
van de borstels =
W
.
3
Snaaromlegging alleen uitvoeren met afgezette motor
en verwijderde bougiekap.
l Haarspeldveer (26) verwijderen
l slinger (8) verwijderen
l beschermkap (9) met tussenring (29)
verwijderen
l V-snaar (27) op de betreffende snaarschijf leggen en op de juiste manier over
de spanrol omleggen, zie afb.
l beschermkap, tussenring, slinger en
haarspeldveer in omgekeerde volgorde
als bij de demontage aanbrengen.
W
Motor niet zonder gemonteerde beschermkap laten draaien.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
23
3. Machine- en bedieningselementen
uitv. comfort
3.11 Toerental
borstelwalsen
Traploze verstelling door variator.
Verstelling alleen bij ingeschakelde en
lopende borstelwalsaandrijving
Instelling
25
voor veegwerkzaamheden laag toerental: knop (25) handmatig tegen de klok
in draaien
voor sneeuwruimen hoog toerental:
knop (25) met de klok mee draaien
3
I
24
Knop van positie laag – hoog:
maximaal 6 omwentelingen.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
3. Machine- en bedieningselementen
3.12 Aanbouwwerktuigen
1.
1. Meeneemtap
Voor de aanbouw van de opvangbak en
de sneeuwschuiver moeten de meeneemtappen (12) worden gemonteerd.
l Meeneemtappen (12) met de ringen en
de zeskantige moeren aan beide kanten
aan de basis-beschermplaat monteren (bij
werkbreedtes van 80 cm wordt de centreernok ook door de extra beschermplaten
gemonteerd).
2.
2. Opvangbak aanbouw
l Opvangbak van voren boven met de
meeneembuis op de meeneemtap steken.
3. Opvangbak legen
l Veegmachine op de daarvoor bedoelde
plaats parkeren en de opvangbak door aan
de greep te trekken naar achteren of naar
voren aan het frame omhoogzwenken –
vuil valt naar beneden of:
l opvangbak naar boven uit de meeneemtappen trekken, bak op de daarvoor
bedoelde plaats legen.
3.
4.
5.
4. Sneeuwruimer eerste montage
l Bij de eerste montage van de sneeuwruimer moet de aanslagbeugel (32) van voren
onder aan de basis-beschermplaat worden
gemonteerd, met de bevestigingsschroeven
voor de zwenkhendel. De aanslagbeugel kan
dan ook voor veegwerkzaamheden aan de
machine gemonteerd blijven.
transportpositie
5. Sneeuwruimer aanbouw
l Sneeuwschuiver van voren boven met
de meeneemstang op de meeneemtappen
(12) steken
l sneeuwschuiver kan met de zwenkstang
worden gedraaid, net als bij veegwerkzaamheden
l sneeuwschuiver kan in transportpositie
worden gebracht, hiervoor moet de schuiver worden opgeheven en op de neus van
de aanslagbeugel blijven rusten.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
25
3
4. Ingebruikname en bediening
4.1 Eerste ingebruikname
olieafsluitplug
Let erop dat de levensduur en de
bedrijfsveiligheid van de motor sterk afhankelijk is van de inrijperiode. Laat een
koude motor altijd eerste enkele minuten warm worden en laat de motor niet
direct op volle toeren draaien.
Onderhoud het filter goed en zorg voor
schone brandstof. Gebruik alleen merkbenzine.
l Controleer of er voldoende brandstof
in de tank aanwezig is.
bovenste vulpeilmarkering
Let op: gedurende de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) mag de motor niet vol
belast worden.
I
4
Let op: motor wordt vanuit
de fabriek zonder motorolie
geleverd!
Vul motorolie bij voordat
de machine in gebruik
wordt genomen!
Zet de veegmachine zo neer dat de motor horizontaal staat. Hoeveelheid olie
en kwaliteit zie technische gegevens.
Oliepeil controleren!
Voor iedere ingebruikname
Motoroliepeil controle:
l Olievulafsluitschroef (C/4) uitschroeven.
l Oliepeilstok met een schone doek
afvegen en terugplaatsen, niet vastschroeven.
l Oliepeilstok weer uitnemen en oliepeil aflezen, evt. motorolie tot markering
‘max.’ bijvullen.
Bij lopende motor moet de afsluitplug
altijd op de invulopening zijn vastgedraaid!
26
Tank de brandstoftank niet helemaal vol,
de benzine mag niet boven de vulpeilmarkering uitkomen. De brandstof zet
altijd nog enigszins uit.
W
Wees voorzichtig met brandstof.
l Benzine is makkelijk ontvlambaar en
onder bepaalde omstandigheden explosief!
l Vermijd open vuur, vonken en hete
motoronderdelen tijdens het bijvullen
van brandstof.
l Vul geen brandstof bij in gesloten
ruimtes.
l Niet roken tijdens het tanken! Niet tanken in de omgeving van open vuur en
vonken.
l Tank alleen met uitgeschakelde en
afgekoelde motor.
l Zorg ervoor dat u geen brandstof
morst, gebruik een passende trechter.
Wanneer toch brandstof is gemorst,
dient voor het starten te worden nagegaan of de gemorste benzine helemaal
is verdampt.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
4. Ingebruikname en bediening
4.2 Motor starten
(bij horizontaal staande motor)
l Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen zijn getroffen.
Motor niet starten in gesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dit is giftig als het wordt ingeademd.
W
Brandstofkraan (C/11) openen.
Toerentalhendel (A/6 of B/6) in
positie ‘START’ (‘CHOKE’
) brengen.
bij hoge temperatuur van de motor of
de omgeving: Toerentalhendel in positie 1/3
brengen.
Uitv. compact:
l Koppelingshendel voor de rijaandrijving
(A/4) in positie ‘0’ (startpositie) brengen.
4
Uitv. comfort:
compact
0
comfort
l Koppelingshendel (B/2) aantrekken en met
vergrendeling (B/1) arreteren (startpositie).
Schakelhendel
voor borstelwalsaandrijving (A/5 of B/5) in positie ‘0’ brengen (startpositie).
0
Het trekkoord aan de start-handgreep
(C/2) zover uittrekken totdat de startkoppeling
merkbaar gepakt wordt, vervolgens trekkoord
stevig en met kracht aantrekken zodat de
motor gestart wordt. Handgreep na het starten
voorzichtig loslaten.
W
Let op: ga voor het starten achter het
stuur staan en trek het startkoord naar
achteren. Blijf buiten de gevarenzone.
Opgelet met de hete onderdelen van de
motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer heet terwijl de motor draait
en onmiddellijk na het afzetten. Houd
voldoende afstand van hete oppervlakken
en houd kinderen uit de buurt van de draaiende motor.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
27
4
4. Ingebruikname en bediening
4.3 Afzetten van de
benzinemotor
630 sec
l Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.
l Toerentalhendel tot de aanslag in
STOP-positie brengen.
Voor het afstellen van de motor
mag de toerentalhendel niet in
choke-positie worden gebracht –
brandgevaar!
W
4
l Brandstofkraan sluiten.
De toerentalhendel dient ook
als noodstopschakelaar. Indien nodig hendel in positie ‘STOP’ brengen, de motor springt af.
I
28
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
4. Ingebruikname en bediening
W
Gevarenzone
4.4 Gevarenzone
W
Tijdens het starten en de werkzaamheden mogen zich geen personen
binnen de gevarenzone bevinden.
Controleer voor het starten de directe
omgeving van de machine. Let daarbij vooral
op kinderen en dieren!
Tijdens veegwerkzaamheden kunnen stenen
en dergelijke wegspringen.
Personen en dieren mogen zich niet in de
gevarenzone bevinden.
Let op dat voertuigen (vooral de ramen) en
andere objecten niet beschadigd worden.
Alleen op hellingen tot max. 20° w erken.
Op hellingen altijd naar de helling toe
keren!
max. 20°
(37 %)
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
29
4
4. Ingebruikname en bediening
4.5 Vegen
Motor starten zoals beschreven onder
‘motor starten’.
Controleer het functioneren van de
veiligheidsschakeling - machine alleen in gebruik nemen wanneer veiligheidsschakeling functioneert!
W
Gehoorbescherming gebruiken en draag
altijd stevige schoenen.
Langsaam aan de koppelingshendel voor
borstelaandrijving (A/5 of B/5) trekken en
gelijkertijd gas geven; de borstelwalsen
draaien.
Uitvoering compact:
Koppelingshendel (A/4) langzaam naar
beneden drukken; veegmachine rijdt langzaam
vooruit.
44
Uitvoering comfort:
Koppelingshendel voor rijaandrijving (B/2)
enigszins aantrekken, vergrendeling (B/1)
losmaken, langzaam loslaten; veegmachine
rijdt vooruit.
0
Na beëindiging van de veegwerkzaamheden
of bij verstoppingen:
Beide aandrijvingen ontkoppelen.
Motor afzetten.
Wanneer de machine tijdens werkzaamheden
moet worden schoongemaakt, dient de motor om
veiligheidsredenen te worden afgezet en moet de bougiekap worden verwijderd.
W
4.6 Sneeuwruimen
Sneeuwschuiver op de juiste manier monteren! Draag daarvoor slipvaste
schoenen. De arbeidssnelheid dient te worden aangepast aan de arbeidsomstandigheden. De bedienende persoon kan gewond raken door de kracht die
ontstaat bij een eventuele botsing van de machine.
W
30
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
5. Onderhoud en reparatie
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van
groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent
onderhoud en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt
gestart, dient steeds de bougiekap van de bougie te worden verwijderd!
5.1 Andrijving
Wormwiel-rijaandrijving
De wormwiel-rijaandrijving is voorzien van een
permanente smeerolievulling, nasmeren en
onderhoudswerkzaamheden zijn niet meer nodig.
Borstelwalsen-wormwielaandrijving
6 J
De wormwielaandrijving is voorzien van een
permanente olievulling voor ca. 250 bedrijfsuren.
Wanneer geen lekkage zichtbaar is, hoeft de olie
niet te worden ververst.
Hoeveelheid: ca. 0,3 l transmissieolie SAE 90.
V-snaren
A/8
K
A/9
D
6J
Controleer de V-snaren ten minste eenmaal per
jaar.
l Beschermkap verwijderen, zoals beschreven
onder ‘Toerental borstelwalsaandijving’.
l Wanneer de V-snaren slijtage vertonen, dienen deze te worden vervangen.
Gebruik alleen originele agria-V-snaren – zie
‘slijtageonderdelen’.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
31
55
5. Onderhoud en reparatie
Wielen
l Controleer regelmatig de bandenspanning van de wielen. De bandenspanning van beide wielen moet gelijk
zijn, om probleemloos rijden te kunnen
garanderen.
l Monteer de wielen met de profielpunten in de rijrichting (van boven op
de wielen gezien), zodat de
trekprestaties volledig worden benut.
6 J; B
Wielas
Wielas in de omgeving van de wielnaaf
na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger of ten minste eens per
jaar met bio-smeervet insmeren.
5.2 Veeginstallatie
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren borstelwalsenspananker (4 - 6) controleren of deze
nog vastzit.
5
Borstelwalsen ten minste na 25
bedrijfsuren controleren op slijtage – op
tijd vervangen. Minimale diameter
250 mm.
68h
6 25 h
6 J; B
32
5.3 Stelpen
Stelpen binnen het bereik van de
schommelnaaf na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger of ten minste eens per jaar met bio-smeervet insmeren.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
5. Onderhoud en reparatie
5.4 Koppelingsspelingcontrole
of -instellingen
Rij- en borstelwalsaandrijving,
uitv. compact
De koppelingen moeten bij losgelaten en naar
boven gezwenkte hendel (A/4 of A/5) ontkoppeld
zijn, de rij- of borstelwalsaandrijving moet tot
stilstand komen.
1
Wanneer de hendel naar beneden gedrukt is,
moeten de aandrijvingen gekoppeld zijn en de Vsnaren mogen niet slippen, evt. aan de Bowdenkabelstelschroeven (1) bijstellen.
Rijaandrijving, uitv. comfort
Voor het goed functioneren van de V-snaarkoppeling moet de speling ‘X’ aan de koppelingshendel (B/2) 1–2 mm bedragen. In gekoppelde
toestand controleren.
1 2
Let er ook op dat in positie ‘0’ (vergrendeling
gearreteerd) ontkoppeld is, dat betekent dat
de rijaandrijving tot stilstand moet komen.
X
Eventueel noodzakelijk nastellen gebeurt met de
afstelling aan de hendel.
l
5
Contramoer (2) losmaken.
l Stelschroef (1) zo afstellen dat de speling
aan de hendel 1–2 mm bedraagt.
l
Contramoer (2) weer vastdraaien.
Borstelwalsaandrijving, uitv. comfort
Controle en instelling als bij de uitv. compact.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
33
5. Onderhoud en reparatie
5.5 Veiligheidsschakeling
Controleer het functioneren van de
veiligheidsschakeling bij iedere ingebruikname
en onderhouds- en reparatiebeurt.
compact
Uitv. compact:
A/4
Rijaandrijving
l Bij het loslaten van de hendel (A/4) moet
de rijaandrijving tot stilstand komen.
lEvt. Bowden-kabelstelschroef (1) instellen.
1
Borstelwalsaandrijving
l Bij het loslaten van de hendel (A/5) moet
de borstelwalsaandrijving tot stilstand komen.
l Evt. Bowden-kabelstelschroef (1) instellen.
A/5
1
Uitv. comfort:
comfort
B/3
5
Aandrijving
l Bij het loslaten van de hendel (B/3) en
gekoppelde koppeling moet de motor automatisch tot stilstand komen
l Elektr. kabels en stekkerverbindingen
controleren, evt. vervangen
- Serviceç
è
Borstelwalsaandrijving
B/5
1
34
l Bij het loslaten van de hendel (B/5) moet
de borstelwalsaandrijving tot stilstand komen.
l Evt. Bowden-kabelstelschroef (1) instellen.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
5. Onderhoud en reparatie
I
Neem in acht dat enkel de handelingen van de motor uitgelegd
worden die nodig zijn voor deveegmachine.
Voor meer informatie betreffende de motor, gelieve de bijgevoegde
bedieningshandleiding voor de motor te raadplegen!
5.6 Motoroliepeil controleren
Vor jeder Inbetriebnahme und jeweils nach 5
Betriebsstunden!
Voor iedere ingebruikname en steeds na 5 bedrijfsuren.
l Alleen bij afgezette en horizontaal staande motor
zie motor-handleiding
5.7 Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het eerst
bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buitentemperaturen
moet de olie al na 25 uur worden ververst.
l Aftap- en vulschroef (C/4) losschroeven.
C/4
l Voor het aftappen van olie de stuurstang naar boven bewegen,
veegmachine naar links achter kantelen en de afgewerkte olie in
een geschikt reservoir laten lopen
.
Het verdient aanbeveling de brandstoftank van tevoren door vulopening leeg te maken – brandstof opvangen in een jerrycan,
of:
afgewerkte olie met een zuigpompje door de vulopening
.
opzuigen
lAfgewerkte olie op voorgeschreven wijze verwerken.
l Schone motorolie bijvullen. Hoeveelheid en kwaliteit zie
‘technische gegevens’.
Vul de olie indien mogelijk bij met een trechter of iets
dergelijks
Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat hij niet
te heet is – kans op brandwonden!
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
35
55
5. Onderhoud en reparatie
5.8 Luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem door vuil
verstopt raken. Reinig het luchtrooster (C/3) regelmatig
om oververhitting en schade aan de motor te voorkomen. Controleer het rooster voor iedere ingebruikname.
5.9 Luchtkoelsysteem
1) Roterende ventilatorzeef tenminste iedere 50 bedrijfsuren reinigen (bij sterke stofvorming en veel plantenresten eerder); hiervoor moet de repeteerstarter worden verwijderd, zie afb.
1.)
2) Inwendige koelribben en vlakken tenminste iedere
100 bedrijfsuren reinigen (bij sterke stofvorming en veel
plantenresten eerder). è
-Serviceç
2.)
5.10 Regelaar
Voor het goed functioneren van de motor moeten
regelstangen, veren en bedieningssystemen schoon
zijn. Geen onderdelen verbuigen of verstellen (regelstangen aan carburateur C/6).
5.11 Uitlaat
Omgeving van de geluidsdemper (C/9) regelmatig
schoonmaken. Haal gras, vuil en brandbare dingen
weg.
5
– Brandgevaar!
Voor iedere inbedrijfname controleren.
Opgelet met de hete onderdelen van de motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer
heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na het afzetten. Houd voldoende afstand van hete oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende
motor.
5.12 Toerentalbediening
De toerentalbediening moet op de juiste manier zijn
ingesteld. De motor moet met juist toerental gestart
worden, functioneren en worden afgezet.
- Serviceç
è
36
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
5. Onderhoud en reparatie
5.13 Algemeen
Let op het verliezen van brandstof en olie, eventueel
opruimen.
Schroeven en moeren regelmatig controleren,
eventueel natrekken.
Alle glijdende of beweeglijke onderdelen (bijv. zwenkstang etc.) met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden.
5.14 Reiniging
Nooit met water in de ventilatiespleet van versnellingsbak spuiten!
Na een schoonmaakbeurt met een hogedrukreiniger
moeten alle smeerplaatsen aan de machine meteen worden gesmeerd, en de veegmachine dient kort te worden
ingeschakeld, zodat het binnengedrongen water eruit
geslingerd wordt.
Reinig
de motor met een doekje. Vermijd het
afspuiten van de motor met een sterke waterstraal, vocht
in het ontstekings- en brandstofsysteem kan leiden tot
storingen.
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
37
5
5. Onderhoud en reparatie
5.19 Stallen
Wanneer de veegmachine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
a) Grondige reinigingsbeurt, laklaag bijwerken.
b) Motor in conditie houden
l Brandstof volledig aftappen of brandstoftank voltanken en stabilisatorvloeistof
(agria-nr. 799 09) in de brandstoftank gieten. - Kijk in de gebruiksaanwijzing,
motor ca. 1 minuut laten lopen.
l Motorolie verversen.
l In de bougieopening een theelepel vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor langzaam doordraaien.
l Installeer de bougie opnieurw. Zuiger met repeteerstarter op compressie zetten
(starthandgreep langzaam aantrekken totdat weerstand voelbaar is), hiermee
zijn de kleppen gesloten.
l Motor om de 2–3 weken langzaam doordraaien (bougiekap verwijderen!) en
aansluitend zuiger weer op compressie zetten.
c) Wielen
Plaats deze op steunblokken zodat de banden niet
op de vloer rusten. Luchtbanden gaan snel in
kwaliteit achteruit wanneer ze zonder lucht onder
belasting staan.
d) Aandrijvingen ontkoppelen
555
Machine altijd met ontkoppelde rijaandrijving
(positie ‘0’) wegzetten, anders kunnen problemen
met de koppeling ontstaan.
e) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorkomen:
– beschermen tegen weersinvloeden
niet stallen in:
– vochtige ruimtes
– ruimtes waar kunstmest ligt opgeslagen
– stallen of daarnaast gelegen ruimtes
f) Afdekken
Dek de machine af met een dekzeil of iets dergelijks.
38
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikt over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
Motor
start niet
- Bougiekap is niet aangesloten
- Toerentalhendel is niet in positie
CHOKE
- Brandstoftank leeg of
slechte brandstof
- Brandstofleiding verstopt
- Bougie defect
Bougiekap aansluiten
Toerentalhendel in positie
CHOKE brengen
Brandstoftank vullen
met schone brandstof
Brandstofleiding reinigen
Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen
Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas
Bevestigingsschroeven natrekken
- Motor teveel brandstof (verzopen)
- Valse lucht door losgelaten carburateur
en aanzuigleiding
Motor
hapert
af en toe
- Motor loopt op CHOKE
- Contactkabel zit los
- Brandstofleiding verstopt
of slechte brandstof
- Luchttoevoer in de
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het
brandstofsysteem
- Luchtfilter verontreinigd
- Carburateur verkeerd afgesteld
Motor
wordt
te heet
- Te weinig motorolie
- Ventilatiesysteem functioneert niet
- Luchtfilter is verontreinigd
- Carburateur is verkeerd afgesteld
6
pagina
27
26
BM
BM
Toerentalhendel in positie BEDRIJF brengen,
evt. toerentalbediening instellen
¬
Bougiekap op de bougiekabel vastklemmen,
bougiekabel vastklemmen
bougiekap op de bougie vastklemmen
Brandstofleiding schoonmaken,
schone brandstof tanken
Brandstoftankdop vervangen
Brandstof aftappen en
schone brandstof tanken
Luchtfilter schoonmaken of vervangen
Carburateur afstellen
27
BM
26
¬
BM
BM
Meteen motorolie bijvullen
Luchtrooster schoonmaken,
koelribben schoonmaken
Luchtfilter reinigen
Carburateur afstellen
¬
¬
35
36
36
BM
BM
¬
BM
BM
Motor
haperingen
bij hoge
toerentallen
- Ontsteking te krap afgesteld
- Stationair toerental
niet correct afgesteld
Bougie afstellen
Carburateur afstellen
Motor
slaat bij
stationair
toerental
vaak af
- Ontsteking te ruim afgesteld,
Bougie defect
- Carburateur niet correct afgesteld
- Luchtfilter verontreinigd
Bougie afstellen of vervangen
BM
Carburateur afstellen
Luchtfilter reinigen
BM
BM
40
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
¬
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
Motor
loopt
onregelmatig
- Regelstangen zijn verontreinigd,
klemmen
Regelstangen schoonmaken
Motor
springt in
stoppositie
niet af
- Toerental-motorstopbediening
is niet correct ingesteld
Toerentalbediening instellen
Motor
levert te
weinig
vermogen
- Luchtfilter verontreinigd
- Cilinderkop los of
afdichting beschadigd
- Te weinig compressie
Luchtfilter reinigen
Cilinderkop aandraaien,
afdichting vervangen
Motor laten controleren
Rijaandrijving - Koppelingshendel is
of borstelniet correct ingesteld
walsaandrijving
komt bij
losgelaten
koppeling
niet tot
stilstand
Koppelingshendel instellen
Teveel
vibratie
Bevestigingsbouten natrekken
Motor direct afzetten!
Borstelwals-spananker en alle moeren
en schroeven controleren of deze
vastzitten, beschadigde delen vervangen
- Bevestigingsbouten zijn los
- Borstelwals-spananker los
pagina
36
¬
BM
33
¬
¬
¬
37
37
32
¬ = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
BM = Zie motor-handleiding
6
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
41
Elektrisch schakelschema
Elektrisch schakelschema uitv. comfort
1 motor
2 magnetische ontsteking
3 motor-uit-schakelaar
(aan toerentalhendel aan
de motorzijde)
4 steekkoppeling
5 schakelaar in de
veiligheidsschakelaar
6 schakelaar in de
koppelingshendel
5
42
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestel nr.
799 09
771 83
brandstofstabilisator
olieopzuigpompje
5g
Lak:
181 03
712 98
509 68
spuitlak berkengroen
spuitlak rood, RAL 2002
spuitlak zwart, RAL 9005
spuitbus
spuitbus
spuitbus
400 ml
400 ml
400 ml
Slijtageonderdelen:
761 98
759 99
766 44
100 796
762 81
765 43
784 03
6194 051
6194 061
6194 151
6194 161
luchtfilterelement
bougie NGK BPR 6ES; BOSCH WR 7DC
V-snaar voor rijaandrijving
V-snaar voor borstelwalsaandrijving
vlakke riem voor achteruitrijaandrijving
V-snaar voor borstelwalsaandrijving
V-snaar voor borstelwalsaandrijving
borstelwalsen 80 cm grof
borstelwalsen 80 cm fijn
borstelwalsen 100 cm grof
borstelwalsen 100 cm fijn
X10x872
10x1900 (compact)
20x960 (comfort)
13x730 (comfort)
13x1480 (comfort)
Bandenreparatie:
713 13
bandenafdichtgel
fles
1l
Reserveonderdelen:
997 157
997 145
veegmachine Cleanstar type 7100
Honda-Motore
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
43
Onderhouds- en inspectietabel
Steeds na bedrijfsuren
P A
5
min.
min.
8 25 50 100 250 3mndl. jaarl.
B
blz.
Veiligheidsschakelaar
functie controleren
K
34
Hendel speling controleren
K
33
Luchtfilter controleren
K
BM
Koelluchtzeef reinigen
K
36
K K
35
BM
K
36
W
35
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
1
Uitlaat reinigen
Motorolie verversen, eerste keer,
1
verdere keren
1
W
35
Motor reinigen, schroeven en
moeren controleren
K
37
Slijtage borstelwalsen controleren,
indien nodig eerder!
K
32
Luchtfilterinzet reinigen
W
W
BM
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder
W
BM
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
W
BM
Bougie vervangen
K
BM
Koelluchtgrilgeleidingsplaten,
koelribben reinigen,
indien nodig eerder!
W
36
Brandstoftank reinigen
Brandstofzeef reinigen
W
W
BM
BM
Borstelwalsaandrijving
olie verversen
W
31
Alle glijdende delen smeren
4
K
K
37
Wielas smeren
2
K
K
32
Stelpen smeren
3
Brandstofslangen vernieuwen
A =
B =
K =
W =
P =
BM =
* =
32
W*
voor iedere ingebruikname
na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger
controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
position in het smeerschema
zie motor-handleiding
na 2 jaar
44
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
BM
Smeerschema
4
4
3
2
1
1 motorolie
8h
(blz. 35)
2 wielas
jaarl.
(blz. 32)
3 stelpen
jaarl.
(blz. 32)
4 hendellager etc.
jaarl.
(blz. 37)
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
45
Aanduiding van de onderdelen
Afbeelding C
Motor Honda GCV135 en GCV160
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
46
Brandstoftankdeksel
Startgreep
Ventilatorzeef
Olievul-afsluitplug, oliepeilstok
Luchtfilter
Carburateur / toerentalregelaar
Motor-model- / identificatienummer
Bougie / bougiekap
Uitlaat met veiligheidskap
Brandstoftank
Brandstofkraan
agria Veegmachine 7100 Cleanstar compact/comfort
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
e-mail:
[email protected]
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving: