ATIKA KSL 2401-40 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Kettensäge
Originalbetriebsanweisung - Sicherheitshinweise - Ersatzteile
Seite 6
Chain saw
Original instructions - Safety instructions - Spare parts
Page 17
Tronçonneuse
Notice originale - Consignes de sécurité - Pièces de rechange
Page 27
Верижна резачка
Оригинално ръководство за експлоатация - Указания за
безопасност - Резервни части
Стр. 38
Řetězová pila
Originální návod k použití - Bezpečnostní pokyny -
Náhradní díly
Str 49
Láncfűrész
Erediti használati utalítás - Biztonsági tudnivalók -
Pótalkatrészek
59. oldal
Motorna pila
Originalne upute za rad - sigurnosne upute - rezervni dijelovi
Strana 70
Sega a catena
Istruzioni originali - Indicazioni per la sicurezza -
Pezzi di ricambio
Pagina 80
Kettingzaag
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing - Veiligheidsinstructies -
Reserveonderdelen
Blz. 91
Piła łańcuchowa
Instrukcja oryginalna - Wskazówki bezpieczeństwa -
Części zamienne
Stronie
102
Ferăstrăul cu lanţ
Instrucţiuni originale - Măsuri de siguranţă -
Piese de schimb
Pagina
113
Reťazová píla
Originálný návod na použitie - Bezpečnostné pokyny -
Náhradné dielce
Strana
124
Verižna žaga
Izvirna navodila - varnostni napotki - nadomestni deli
Stran 135
KSL 2401/40
91
I
I
n
n
h
h
o
o
u
u
d
d
Bedrijfstijden 91
Lever hoeveelheid 91
Verklaring van overeenstemming 91
Symbolen op de kettingzaag 92
Symbolen in de gebruiksaanwijzing 92
Reglementaire toepassing 92
Restrisico’s 92
Veiligheidsinstructies 93
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
93
Vóór het zagen
93
Elektrische veiligheid
93
Bediening
94
Gedurende het zagen
94
Terugslag van de zaag
95
Algemene instructies
95
Samenbouw 96
Vóór de eerste ingebruikname 96
Smering van de ketting
96
Olietank vullen
96
Ingebruikname 96
Netaansluiting
96
In-/uitschakelen
96
Kettingrem
96
Controleren van de kettingrem
96
Zaagketting spannen
97
Werkinstructies (zaagtechnieken) 97
Onderhoud en reiniging 98
Onderhoud
98
Scherpen van de zaagketting
98
Zaagketting en geleidingsrail vervangen
99
Kettingwiel
99
Controleren van de olie-automatiek
99
Reiniging
99
Transport 99
Opslag 99
Garantie 99
Storingen 100
Technische gegevens 101
Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen 101
B
B
e
e
d
d
r
r
i
i
j
j
f
f
s
s
t
t
i
i
j
j
d
d
e
e
n
n
Houdt alstublieft vóór ingebruikname van het toestel rekening
met de landelijke (regionale) voorschriften omtrent de
lawaaibescherming.
L
L
e
e
v
v
e
e
r
r
h
h
o
o
e
e
v
v
e
e
e
e
l
l
h
h
e
e
i
i
d
d
Controleer na het uitpakken de inhoud van de ver-pakking
op:
! Aanwezigheid van alle onderdelen
! Eventuele transportschade
In het geval van onvolkomenheden dit direct aan uw leverancier
melden. Latere reclamaties worden niet in behandeling
genomen.
1 Kettingzaag
1 Geleidingsrail
1 Zaagketting
1 Kettingbescherming
1 Gebruiksaanwijzing
E
E
G
G
-
-
V
V
e
e
r
r
k
k
l
l
a
a
r
r
i
i
n
n
g
g
v
v
a
a
n
n
o
o
v
v
e
e
r
r
e
e
e
e
n
n
s
s
t
t
e
e
m
m
m
m
i
i
n
n
g
g
overeenkomstig de richtlijn van de raad 98/37 EG
tot 28.12.2009: 98/37 EG
vanaf 29.12.2009: 2006/42/EG
Hiermede verklaren wij
ATIKA GmbH & Co. KG
Schinkelstraße 97
59227 Ahlen - Germany
in uitsluitende verantwoordelijkheid, dat het product
Kettingzaag type KSL 2401/40
aan de bepalingen van de boven vermelde EG-richtlijnen alsook
aan de bepalingen van de volgende verdere richtlijnen
beantwoordt::
2000/14/EG, 2004/108/EG en 2006/95/EG.
Conformiteitsbeoordelingsprocedure: 2000/14 EG - bijlage V
Gemeten geluidsniveau L
WA
106,1 dB (A).
gegarandeerd geluidsniveau L
WA
105 dB (A).
De volgende geharmoniseerde normen werden toegepast:
EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+A1
EN 61000-3-2:2006, EN 61000-3-3:1995+A1+A2
EN 60745-1:2006, EN 60745-2-13:2007
ZEK 01.1-08 / 06.08
Bewaring van de technische documenten:
ATIKA GmbH & Co. KG – Technisch kantoor –
Schinkelstraße 97 - 59227 Ahlen - Germany
EG-modelkeuring uitgevoerd door:
Intertek Deutschland GmbH
certificaat nr.: 07SHW3215-03
Ahlen, 09.09.2009 A. Pollmeier, management
92
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
o
o
p
p
d
d
e
e
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
z
z
a
a
a
a
g
g
Waarschuwing! De kettingzaag kan ernstig letsel
veroorzaken!
Lees voor de inbedrijfstelling de bedienings-
handleiding en veiligheidsvoorschriften en neem
deze in acht.
Schakel de motor uit voor reparatie-, onderhouds-
en reinigingswerk-zaamheden en haal de netstekker
uit de ontactdoos.
Meteen netstekker uit het stopcontact nemen,
wanneer de aansluitleiding werd beschadigd of
doorgesneden.
Veiligheidshelm, oog- en geluidsbescherming
dragen.
Veiligheidshandschoenen dragen.
Niet aan regen blootzetten. Tegen vochtig-heid
beschermen.
Geleidingsraillengte 460 mm
maximale snijlengte 400 mm
Elektrische toestellen behoren niet in de huisafval.
Toestellen, toebehoren en verpakking naar een
milieuvriendelijk recycling brengen.
Volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG over oude
elektronische apparaten en electronica moeten niet meer
bruikbare elektrische toestellen apart worden verzamend en
een milieuvriendelijk recycling worden toegevoerd.
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
i
i
n
n
d
d
e
e
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
s
s
a
a
a
a
n
n
w
w
i
i
j
j
z
z
i
i
n
n
g
g
Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. Het niet op-
volgen van deze aanwijzingen kan schade of verwon-
dingen tot gevolg hebben.
L
Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig
gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen
kan storing aan de machine veroorzaken.
Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen helpen
u de machine optimaal te benutten.
Montage, gebruik en onderhoud. Hier wordt precies
uitgelegd wat u moet doen.
C
Belangrijke instructies voor milieuvriendelijk
gedrag. Het veronachtzamen van deze instructies
kan tot schade van het milieu leiden.
R
R
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
a
a
i
i
r
r
e
e
t
t
o
o
e
e
p
p
a
a
s
s
s
s
i
i
n
n
g
g
De kettingzaag is geschikt voor het
zagen van stammen, takken, houten balken, planken
enz. en kan voor dwars- en lengssneden worden
toegepast.
vellen van bomen.
De kettingzaag mag niet voor het zagen van bouw- en
kunststoffen worden toegepast.
De kettingzaag is slechts voor privégebruik in de huis- of
hobbytuin bestemd.
De kettingzaag is niet voor boswerkzaamheden (vellen en
onttakken in het bos) geschikt. De vereiste veiligheid van de
gebruiker is door de kabelverbinding niet gewaarborgd.
Tot het toepassen volgens de voorschriften behoren ook het
opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en reparatie-
voorschriften en na leven van de veiligheidsvoorschriften
van de fabrikant.
Alle verdere toepassingen gelden als niet volgens de voor-
schriften. Voor de hieruit voortvloeiende schade is de
fabrikant niet aansprakelijk – de aansprakelijkheid is alleen
voor de gebruiker.
R
R
e
e
s
s
t
t
r
r
i
i
s
s
i
i
c
c
o
o
s
s
Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op
grond van de constructie voor de toepassing van deze machine
nog een aantal restricties.
De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de
veiligheids-, gebruiks-, gezondheids- en onderhouds-voorschrif-
ten nauwkeurig in acht genomen worden.
Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van
personenletsels en beschadigingen.
Terugslaggevaar bij contact van het uiteinde van de
geleidingsrails met een vast voorwerp.
Gevaar van verwondingen van vingers en handen door het
werktuig (zaagketting).
Verwonding door weggeslingerde werkstukdelen.
Elektrische slag.
Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de
aansluitdraden.
Het aanraken van onder spanning staande delen bij een ge-
opende elektrische delen.
Vermindering van het gehoor bij langdurig werken zonder
gehoorbescherming.
Brandgevaar
Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet
zichtbare restricties bestaan.
93
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
Houdt alstublieft rekening met de volgende instructies om
zich zelf en andere tegen mogelijke verwondingen te
beschermen.
L
Bewaar deze veiligheidsinstructies (gebruiksaan-wijzing)
steeds samen met de kettingzaag op.
L
De kettingzaag mag slechts door personen met
voldoende ervaring worden bediend.
L
Geef of leen de kettingzaag slechts aan personen die
met de kettingzaag en zijn handhaving bekend zijn.
Geef steeds de gebruiksaanwijzing mee.
Reparaties aan het toestel dienen door de fabrikant
resp. door door hem benoemde bedrijven te
geschieden.
Eerste gebruiker
Wie voor de eerste keer met de kettingzaag werkt, moet
een praktische scholing in de handhaving van de
kettingzaag en de persoonlijke veiligheidsuitrusting door een
ervaren bedienpersoon verkrijgen. Gebruikers die de
kettingzaag voor de eerste keer gebruiken, dienen eerst het
snijden van rond hout op een zaagbok of frame te oefenen.
Minderjarige kinderen mogen niet met de kettingzaag
werken.
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met vgerstand te
werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of onder
de invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat. Een
moment van onoplettendheid bij het gebruik van het toestel
kann tot ernstige verwondingen leiden.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met
behulp van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
“Reglementaire toepassing”).
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Werk nooit zonder geschikte veiligheidsuitrusting:
draag geen wijde kleding of sierraden, ze kunnen
worden gegrepen door bewegende delen
Bij lang haar een haarnet dragen.
gekeurde veiligheidshelm in situaties, waarin met
hoofdverwondingen moet worden gerekend (bv bij het
vellen en ontlasten van bomen).
gezichtsbescherming
Gehoorbeschermer
broeken en handschoenen met snijbescherming
slipvrije laarzen (veiligheidsschoenen) met snij- en
teenbescherming
Veiligheidsinstructies - vóór het zagen
Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het
zagen de volgende controles uit. Houdt alstublieft in ieder
geval rekening met de overeenkomstige paragraven in de
gebruiksaanwijzing:
Werd de kettingzaag geheel en volgens de voorschriften
gemonteerd?
Is de kettingzaag in goede en veilige toestand?
Gebruik uitsluitend een geschikte combinatie van geleiderail
en zaagketting, zoals bij „Technische gegevens“ is
beschreven. Verkeerde combinaties verhogen het
terugslaggevaar (kickback)!
Is de olietank (kettingsmering) gevuld?
Controleer het oliepeil regelmatig.
Vul onmiddellijk
zaagkettingolie bij, zodat de zaagketting niet droog loopt.
Is de zaagketting correct gespannen?
Let op de punten in het gedeelte „Zaagketting spannen”.
Is de zaagketting correct geslepen?
Alleen met een geslepen zaagketting werkt u veilig en goed.
Is de kettingrem losgezet en werkt ze foutvrij?
Let op de punten in het gedeelte „Controleren van de
kettingrem”.
Zijn de handgrepen schoon en droog – vrij van olie en hars?
Contoleer het volgende voordat u gaat werken:
zich in het werkbereik geen andere personen, kinderen of
dieren bevinden
u zonder hinder van obstakels kunt terugwijken
de grond vrij van alle vreemde voorwerpen, struikgewas
en takken is.
een veilige houding is aangenomen.
Is de werkplaats vrij van struikelgevaren? Zorg dat uw
werkomgeving op orde is. Rommel kan ongevallen
veroorzaken – gevaar van struikelen!
Let op de omgevingsinvloeden:
Stel werkzaamheden bij ongunstig weer (regen, sneeuw,
ijs, wind) uit – verhoogd gevaar van ongelukken!
Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij
mist, regen, sneeuwjacht of schemering).
U kunt details
in het valbereik niet meer herkennen – gevaar voor
ongelukken.
Gebruik de kettingzaag niet in de nabijheid van
brandbare vloeistoffen of gassen – gevaar van brand!
Werk niet op sneeuw, ijs of vers geschilt hout –
slipgevaar.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaren die tegenover andere personen of hun eigendom
optreden.
Heeft u alle instructies gelezen en begrepen?
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een spannings-
verlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen niet meer,
de werking van het toestel wordt minder.
94
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal
zijn gecoat.
De steekvoorziening van de aansluitleiding moet tegen
spatwater beveiligd zijn.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze niet
stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding
niet nat wordt.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet ge-
schikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact
trekken.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.
Controleer de verleng kabel regelmatig op beschadigingen
en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Beschermt u zich tegen elektrische slag. Vermijd lichamelijk
contact met geaarde delen (bv pijpen, radiatoren, haarden,
koelkasten enz.).
Het toestel niet met water afspatten. (Gevarenbron
elektrische stroom).
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door
een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats
uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten
opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende werk-
plaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het gebruik
van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor de
gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan.
Veiligheidsinstructies - bediening
 Zaag nooit met één hand. Houdt de
kettingzaag steeds met beide handen vast, linker
hand aan de voorste handgreep (4) en rechter
hand aan de achterste handgreep (17).
Houdt de kettingzaag licht rechts van uw eigen lichaam.
Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele en uitgebalanceerde houding.
Werk nooit
met gestrekte armen
aan moeilijk te bereiken plekken
boven schouderhoogte
op een ladder, een steiger of een boom staande.
Bedien de kettingrem bij het opzoeken van een boom.
Bij werkpauzes dient de kettingzaag zodanig te worden
beveiligd (afdekking van de geleiderail, kettingrem
activeren) en neergelegd dat niemand in gevaar wordt
gebracht. Kettingzaag beveiligen tegen onbevoegd gebruik.
Veiligheidsinstructies - terwijl het zagen
Werk nooit alleen. Houd voortdurend mondeling en visueel
contact met andere personen, zodat in geval van nood
onmiddellijk hulp kan worden geboden.
Stop meteen de motor bij dreigend gevaar of in geval van
nood.
Laat de machine nooit zonder toezicht draaien.
Beëindig de werkzaamheden direct, wanneer lichamelijk
ongemak optreedt (bv hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
enz.) – er staat een verhoogd gevaar voor ongelukken!
Bij het inschakelen moet de kettingzaag goed ondersteund
en vastgehouden worden. Ketting en geleiderail moeten vrij
staan.
Begin met het snijden pas, wanneer de zaagketting het vol
toerental heeft bereikt.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
Las tijdens het zagen pauzes in, zodat de motor kan
afkoelen.
Zet de heet geworden kettingzaag niet in het droge gras of
op brandbare voorwerpen.
Raak nooit met draaiende zaag draadafrasteringen of de
vloer.
Let erop dat het hout vrij van vreemde voorwerpen (stenen,
nagels enz.) is.
Zorg ervoor dat zich het hout gedurende het zagen niet
verdraaid.
Zaag gespinterd hout met voorzichtigheid.
Er bestaat gevaar
van verwondingen door meegescheurde houten stukken.
Voorkom terugslag van de zaag door correcte geleiding van
de kettingzaag.
Houdt rekening met: Veiligheidsinstructies -
zaagterugslag
 Gebruik de klauwenaanslag (16) voor het fixeren van
de kettingzaag op het hout. Gebruik de klauwenaanslag
gedurende het zagen als hendel.
Gebruik de kettingzaag niet voor het optillen of bewegen
van hout.
Laat de kettingzaag werken, doordat u via de
klauwenaanslag een lichte druk veroorzaakt.
Druk bij het
zagen niet met geweld.
Zet bij het zagen van sterkere takken of stammen de
klauwenaanslag (31) aan een dieper punt na. Voor het
nazetten maak de klauwenaanslag uit het hout los en zet
hem opnieuw dieper aan. Verwijder hierbij de zaag niet uit
de snede.
Er bestaat gevaar voor ongelukken voor benen en voeten.
Zodra de zaag uit het hout komt, verandert zich de
gewichtskracht. Er bestaat gevaar voor ongelukken voor
benen en voeten.
Verwijder de kettingzaag slechts met draaiende zaagketting
uit de snede.
Wanneer de zaagketting klem komt te zitten in het hout,
moet het toestel direct uitgeschakeld worden.
Gebruik een
wig om de geleiderail weer vrij te krijgen.
95
Trillingen
Wanneer personen met bloedcirculatiestoornissen te vaak
aan trillingen worden blootgesteld, kunnen beschadigingen aan
het zenuwsysteem of aan de bloedvaten optreden.
U kunt de trillingen reduceren:
- door stevige, warme arbeidshandschoenen
- verkorting van de werktijd (meerdere lange pauzes maken)
Consulteer een arts wanneer uw vingers opzwellen, u zich niet
goed voelt of uw vingers gevoelloos worden.
Veiligheidsinstructies -
Terugslag van de zaag
Wat is zaagterugslag? Zaagterugslag is het
plotseling hoog- en terugslaan van de draaiende
kettingzaag in richting van de gebruiker.
Dit ontstaat, wanneer
Â
het uiteinde van de geleiderail het zaaggoed (onop-
zettelijk) of andere vaste voorwerpen raakt.
de zaagketting aan de punt van het geleidingsrail klemt.
De kettingzaag reageert ongecontroleert en veroorzaakt vaak
zware verwondingen bij de gebruiker.
Wees bij zijdelingse sneden, schuin- en langssneden
bijzonder voorzichtig, omdat hier de klauwenaanslag niet wordt
aangezet.
Hoe kan ik zaagterugslag vermijden?
 De kettingzaag altijd vast met beide handen houden.
 Zaag voor een betere controle met de onderhkant
van het geleidingsrail. Zet de kettingzaag altijd zo vlak als
mogelijk aan.
 Nooit met de punt van het geleidingsrail zagen.
 Zagen met de bovenkant kan een terugslag van de
zaag verwekken, wanneer de zaagketting klemt of op een
vast voorwerp in het hout stoot.
Slechts met draaiende zaagketting de snede beginnen.
Alleen met scherpe en correct geslepen zaagketting werken.
 De klauwenaanslag (16) als hendel gebruiken.
Nooit over schouderhoogte werken.
Nooit meerdere takken in één keer doorzagen. Bij het
ontlasten erop letten dat geen andere tak wordt geraakt.
Bij het inkorten naar mogelijkheid gebruik maken van een
zaagblok.
Steeksneden mogen slechts door geschoold personeel
worden uitgevoerd.
Algemene veiligheidsvoorschriften
Schakel de machine uit en neem de steker uit
het stopcontact bij:
contact van de ketting met aardrijk, stenen,
nagels of andere vreemde voorwerpen
B meteen ketting en zwaard controleren
Reparatiewerkzaamheden
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
bij het verhelpen van storing
doorgesneden aansluitleidingen
controle van de aansluitleidingen, of deze verstrengeld
of beschadigd zijn
transport
naspannen van de ketting
kettingwissel
Verlaten van de machine (ook bij korte onderbrekingen)
Onderhoudt de kettingzaag met zorgvuldigheid:
Houdt de werktuigen scherp en schoon, om beter en
veilig te kunnen werken.
Volg de onderhoudsvoorschriften en de instructies
omtrent het smeren en voor de werktuigwissel op.
Houdt de handgrepen door en vrij van hars, olie en vet.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet zorg-
vuldig worden onderzocht of de beschermingsvoorzie-
ningen en licht beschadigde onderdelen foutloos en vol-
gens de voorschriften functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerk-
plaats gerepareerd of verwisseld worden. Met uitzonde-
ring indien in de gebruiksaanwijzing anders aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
worden vervangen.
Laat geen sleutels steken!
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en
instelgereedschappen verwijderd zijn.
Bewaar ongebruikte toestellen op een droge, afgesloten
plaats buiten de reikwijdte van kinderen op.
Voer geen andere reparaties dan de in het hoofdstuk
„Onderhoud“ beschreven reparaties aan de machine uit,
maar neem direct contact op met de fabrikant of
klantenservice.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.
96
S
S
a
a
m
m
e
e
n
n
b
b
o
o
u
u
w
w
Sluit de kettingzaag pas na complete samenbouw aan het
stroomnet aan.
Gevaar van verwondingen!
Draag bij het samenbouwen veiligheidshand-schoenen.
B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigings-
schroef (11) los te maken.
B
Leg het geleidingsrail op.
B Leg de zaagketting in de circulerende geleidingsgleuf van
het zwaard.
Let op de correcte looprichting van de schakels.
B
Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de
geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen.
Zaagketting laat zich slecht rond om het kettingwiel leggen?
Draai de kettingspanner (21) linksom tot de zaagketting licht
rond om het kettingwiel kan worden gelegd. Draai dan de
kettingspanner (21) rechtsom tot de zaagketting vast is
gespannen.
B Breng de afdekking (10) weer aan.
B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting
spannen” is beschreven.
V
V
ó
ó
ó
ó
r
r
d
d
e
e
e
e
e
e
r
r
s
s
t
t
e
e
i
i
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
Smering van de ketting
De kettingzaag wordt niet met zaagkettinghechtolie gevuld
geleverd.
L Exploiteer de kettingzaag nooit zonder kettings-
mering. Het gebruik zonder zaagkettingolie leidt tot
beschadiging van de kettingzaag en het geleidingsrail.
De levensduur en het snijvermogen van de ketting is afhankelijk
van de optimale smering. Gedurende het bedrijf wordt de
kettingzaag via het oliestroomkanaal automatisch met olie
gesmeerd.
Olietank vullen
B Leg de kettingszaag op een geschikte onderlaag.
B Schroef de olietanksluiting (9) open.
B
C Vul de olietank met biologisch afvoerbare hechtolie voor
kettingzagen (ca. 90 ml). Het vulpeil kunt u aan het
kijkvenster (17) ontlenen. Gebruik voor het eenvoudiger
vullen een trechter.
Let bij het vullen erop dat geen vuil in de olietank
geraakt.
B Schroef de olietanksluiting (9) weer dicht.
Gebruik nooit gerecyclede olie of oude olie. Bij gebruik
van olie die niet voor kettingzagen is geschikt, vervalt de
garantie.
I
I
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
L Netaansluiting
Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V.) die
op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine volgens
de voorschriften en op een geaard stopcontact aan.
L Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van 230V
met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).
Gebruik verleng kabel met voldoende diameter
In-/Uitschakelaar
Gebruik geen toestel, waarbij
zicht de schakelaar nie laat t in- en uitschakelen.
de ketting- en motorrem niet reglementair werken
Beschadigde schakelaars moeten onmiddellijk worden
gerepareerd of vervangen door de klantenservice.
Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en vast
te houden. Ketting en geleidingsrail moeten vrij staan.
B
Los de kettingrem. Druk de voorste handbeschermer (3)
in de richting van de voorste handgreep (Pos.1). De
kettingzaag klaar voor gebruik.
Inschakelen
B Inschakelblokkering (5) drukken en vasthouden. Dan de
in-/uitschakelaar (6) bedienen. De inschakelblokkering weer
loslaten.
Uitschakelen
B In-/uitschakelaar loslaten.
Kettingrem
De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat bij
terugslagende kettingzaag via de voorste
handbescherming of na loslaten van de in-/uitschakelaar
wordt geactiveerd. De zaagketting stopt onmiddellijk (< 0,1
sec.).
Controleren van de kettingrem
Test de werking van de kettingrem voor aanvang van alle
werkzaamheden.
Start de kettingzaag.
Houd de kettingzaag met twee handen vast en laat de motor
draaien.
Â
Druk met de handrug tegen de voorste handbeschermer.
(Pos.2)
De zaagketting moet onmiddellijk stil blijven staan!
Een kettingzaag mag niet gebruikt worden als de
kettingrem niet goed functioneert. Neem contact
op met de fabrikant of klantenservice!
97
Zaagketting spannen
Vóór het instellen of controleren van de zaagkettingspanning
de netstekker uit het stopcontact nemen.
Draag veiligheidshandschoenen om verwondingen te
voorkomen.
Controleer de zaagkettingspanning vóór
B werkbegin
B na de eerste sneden
B gedurende het zagen regelmatig alle 10 minuten
Slechts met een correct gespannen zaagketting en een
toereikende smering heeft u invloed op de levensduur.
L Houdt alstublieft rekening met het volgende:
B een nieuwe zaagketting moet vaker worden nagespannen
tot ze zich heeft uitgerekt.
B bij verwarming van de ketting op bedrijfstemperatuur rekt ze
zich uit en moet worden nagespannen.
Na beëindiging van de zaagwerkzaamheden de
zaagketting weer ontspannen, omdat bij afkoeling anders te
hoge spanningen in de zaagketting zouden ontstaan.
B klappert de ketting of komt ze uit de geleiding, meteen
naspannen.
Spannen van de zaagketting:
B
Maak de bevestigingsschroef (11) 1 – 2 omdraaiingen
tegen de wijzers van de klok in los.
B Draai de kettingspanring (12) stapsgewijs rechtsom tot de
juiste kettingspanning is behaalt. Het rasteffect voorkomt dat
zich de kettingspanning losmaakt.
L De bevestigingsschroef (11) draait zich mee,
eventueel moet ze gedurende het spanproces weer
worden losgemaakt.
B De zaagketting is correct gespannen, wanneer ze in het
midden van het geleidingsrail om ca. 3 – 4 mm kan worden
opgetild.
B Draai de kettingspanring (12) linksom, wanneer de zaag-
ketting te sterk is gespannen.
B Trek de bevestigingsschroef met de hand weer vast.
B Controleer of de schakels correct in de geleidingsgleuf van
het zwaard liggen.
W
W
e
e
r
r
k
k
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
-
-
z
z
a
a
a
a
g
g
t
t
e
e
c
c
h
h
n
n
i
i
e
e
k
k
e
e
n
n
Aanvullende instructies voor het zagen van
stammen
Leg de stam voor het zagen nooit op de aardbodem. De
stam zo steunen dat zich de snede niet sluit en de
zaagketting klemt. Gebruik een veilige steun (bv zaagbok).
Vermijdt het contact van de bodem met de geleiderailpunt of
de zaagketting.
Richt kortere stammen vóór het zagen in en klem deze vast.
Vermijdt het snijden van dun struikgewas of snijhout.
De
kettingzaag is voor deze werkzaamheden niet geschikt.
Voer langssneden met bijzondere zorgvuldigheid uit, omdat
de klauwenaanslag niet wordt toegepast.
U voorkomt
zaagterugslag, door de zaag in een vlakke hoek te voeren.
Staat u bij werkzaamheden op een helling steeds boven of
zijdelings van de stam resp. het liggend zaaggoed.
Controleer of de tankdop goed dicht zit.
Instructies voor het zagen van hout onder
spanning
Worden onder spanning staande takken, bomen of hout door
zagen van de spanning bevrijdt, moet men bijzonder voorzichtig
zijn.
Het zaaggoed kan absoluut ongecontroleerd reageren en
tot zware verwondingen of dood leiden.
Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde
vakmensen te worden uitgevoerd.
Ö / Ö / Ö / Ö
Zet bij alle werkzaamheden eerst aan de drukzijde n de
ontlastingssnede en de scheidingssnede
o - de kettingzaag
kan anders klemmen of terugslaan.
Ö Hout op de bovenkant in trekspanning
n Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o Zet dan op identieke plaats van boven een tweede snede
die de stam doorsnijdt.
Ö Hout op de onderkant in trekspanning
n Zet van boven een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar beneden.
o Zet dan op identieke plaats van beneden een tweede
snede die de stam doorsnijdt.
Ö Sterke stammen en sterke spanning
n Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o Zet dan met afstand tot de eerste snede van boven een
tweede snede die de stam doorsnijdt.
Ö Trapsgewijs snoeien
B voor horizontale, niet koplastige takken
Het takstuk valt gecontroleerd zonder te omkantelen naar
beneden.
n Zet de eerste snede van beneden, ca. een derde van de
asdoorsnede.
o De tweede snede vindt op dezelfde hoogte plaats dan de
eerste snede, of verder naar binnen verzet (negatief
breukniveau).
p Verwijder het resterend takstuk.
98
Instructies voor het vellen van bomen
Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde
vakmensen te worden uitgevoerd.
Houd rekening met de lengte van de geleiderail. Er mogen
alleen bomen worden geveld, waarvan de stamdiameter
kleiner dan de lengte van de geleiderail is.
Ö
Zeker voor het vellen de gevarenzone (D). Let
erop dat zich geen personen of dieren in het valbereik
ophouden. Er bestaat levensgevaar!
Ö Waarborg dat het werkbereik rond om de stam vrij is
van struikelgevaren en dat u een veilige vluchtweg (F) heeft.
Ö Leg voor het vellen van de boom de velrichting (C)
vast. Houdt hierbij rekening met het zwaartepunt van de
boomkruin, met bomen in de nabijheid, hangrichting,
gezondheidstoestand van de boom en windrichting.
Op
deze kant wordt de velkerf ingesneden.
Bevrijdt het werkbereik aan de stam van storende takken,
struikgewas en obstakels en zorg zo voor een stabiele
stand.
Maak de stamvoet grondig schoon – zand, stenen en
andere vreemde voorwerpen maken de zaagketting stomp
of kunnen deze beschadigen.
Houdt u rekening met de gezondheidstoestand van de boom
– wees voorzichtig bij stammen met beschadigingen of dood
hout (uitgedroogd, vermolmd of afgestorven hout).
Boomveltechniek:
 Zaag een ca. 1/3 van de boomdoorsnede diepe velkerf
in de stam. Zet eerst de horizontale snede en dan als
tweede een snede van boven in de hoek van 45°.
 Schreeuw de waarschuwing " Attentie" of "de boom is
falling" alvorens viel te beginnen velsnede.
 Zaag nu op de tegenover liggende kant van de stam een
horizontale velsnede. Deze snede dient iets hoger (ca. 4
cm) te worden aangezet dan de horizontalge snede van
de velkerf.
 In geen geval de stam doorzagen. Er moeten ca. 1/10
van de stamdoorsnede blijven staan. Indien de boom
voortijdig begint te vallen, meteen de kettingzaag uit de
snede trekken en terug of naar opzij stappen.
 Drijf de spie in de horizontale velsnede om de boom tot
val te brengen.
 Let op vallende takken of twijgen, wanneer de boom
begint te vallen.
O
O
n
n
d
d
e
e
r
r
h
h
o
o
u
u
d
d
e
e
n
n
r
r
e
e
i
i
n
n
i
i
g
g
i
i
n
n
g
g
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
Toestel uitschakelen
Wachten tot de kettingzaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit
hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden uitge-
voerd door de fabrikant of door hem aangewezen bedrijven.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde veilig-
heidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct aangebracht
en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen
onverwachte schade en verwondingen tot gevolg hebben.
Onderhoud
Draag handschoenen om verwondingen te voorkomen.
Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van de kettingzagen is
gewaarborgd, voer de volgende onderhoudswerkzaamheden
regelmatig uit.
Controleer de kettingzaag op blijkbare gebrekken zoals
losse, losgehakte of beschadigde zaagketting
losse bevestiging
versleten of beschadigde onderdelen
Controleer de kettingzaag na ieder gebruik op
slijtage, vooral ketting, geleiderail en kettingwiel.
correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of
veiligheidsvoorzieningen.
Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden dienen
vóór gebruik van de kettingzaag te worden uitgevoerd.
Scherpen van de zaagketting
U kunt alleen veilig en goed werken met een
scherpe en schone zaagketting.
Beschadigde of
onjuist geslepen zaagkettingen verhogen het
terugslaggevaar!
Een zaagketting moet geslepen worden, wanneer
½ in plaats van zaagspaanders alleen nog houtstof wordt
uitgeworpen
½ de kettingzaag gedurende het snijden door het hout moet
worden gedrukt.
L Voor de onervaren gebruiker: laat de zaagketting door een
vakman/klantenservice slijpen.
U kunt uw zaagketting echter ook met een kettingslijpapparaat
KSG 220 (artikel-nr.: 302360) zelf slijpen.
Type kettingzaag Oregon 91 VG 057X
Dieptebegrenzerafstand T .025“ (,64 mm)
Slijphoek α 30°
Wighoek β 60°
Schaaftandlengte a min. 3 mm
99
Zaagketting en geleiderail vervangen
Zaagketting en geleiderail zijn aan grote slijtage blootgezet.
Vervang de zaagketting en het zwaard direct, wanneer de
correcte werking niet is gewaarborgd.
B
Verwijder de afdekking (10) door de bevestigings-
schroef (11) los te maken.
B
Draai de kettingspanner (21) linksom om de zaagketting
iets los te maken.
B Neem het geleiderail met de zaagketting af.
B Reinig de geleidingsgleuf grondig, wanneer slechts de
zaagketting wordt vervangen.
B
Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de
geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen.
B Draai de kettingspanner (21) rechtsom tot de zaagketting is
gespannen.
B Breng de afdekking (10) weer aan.
B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting
spannen” is beschreven.
Kettingwiel
De belasting van het kettingwiel (13) is bijzonder groot.
Controleer de tanden van het kettingwiel regelmatig op slijtage
of beschadiging.
L Een versleten of beschadigd kettingwiel reduceert de
levensduur van de zaagketting en dient vandaar
meteen door de klantenservice te worden vervangen
Controleren van de olie-automatiek
U controleert de werking van de automatische kettingsmering,
door de kettingzaag in te schakelen en ze met de punt in
richting van een kartonnen doos op papier op de bodem te
houden.
Raak de bodem niet met de ketting. Veiligheidsafstand van
20 cm opvolgen.
Vertoont zich bij de controle een toenemend oliespoor, werkt de
olie-automatiek onberispelijk.
Toont zich ondanks volle olietank geen oliespoor
B
reinig de oliestroomkanaal (14) en de bovenste
kettingspanboring (15).
B Heeft dit geen succes, richt u zich dan aan de
klantenservice.
Reiniging
Reinig de kettingzaag zorgvuldig na ieder gebruik, opdat de
foutloze werking blijft bewaard.
B Reinig de behuizing met een zachte borstel of een droge
doek.
Water, oplosmiddelen en polijstmiddelen mogen niet
worden toegepast.
B Let erop dat de ventilatiegleuven voor de motorkoeling vrij
zijn (gevaar van oververhitting).
B Leg de ketting bij sterke verontreiniging of verharsen enkele
uren in een bak met kettingreinigingsmiddel. Vervolgens de
ketting met zuiver water afspoelen.
B Bevrij het kettingwiel (22) en de zwaardbevestiging met een
borstel van alle vastklevingen.
B Maak het oliestroomkanaal (14) met een schone doek
schoon.
T
T
r
r
a
a
n
n
s
s
p
p
o
o
r
r
t
t
Voor het transport de steker uit het stop-
contact nemen.
Transporteer de zaag slechts met opgestoken
kettingbescherming.
Transporteer het toestel in de auto alleen in de kofferbak of in
een aparte transportruimte.
Beveilig de kettingzaag hierbij tegen
omkantelen,
O
O
p
p
s
s
l
l
a
a
g
g
Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Om de levensduur van de machine te verlengen en de ma-
chine optimaal te laten functioneren is het gewenst voor op-
slag de volgende punten in uit te voeren:
De machine grondig reinigen.
B Verwijder de olie uit de olietank.
Tip:
Sommige kettingolies neigen na langere tijd tot
verkorsten. Vandaar dient het oliesysteem vóór een
langere opslag met een kettingzaagreiniger te worden
doorgespoeld. Vul de reiniger tot de helft (ca. 50 ml) in
de olietank. Sluit de tank. Schakel de kettingzaag zonder
gemonteerde geleiderail en ketting zo lang in, tot de
gehele reiniger uit de olieopening van de kettingzaag is
vrijgekomen.
B Leg de zaagketting kort in een oliebad en wikkel ze
vervolgens in oliepapier in.
G
G
a
a
r
r
a
a
n
n
t
t
i
i
e
e
Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten
garantieverklaring.
100
S
S
t
t
o
o
r
r
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
Voor het verhelpen van iedere storing
Toestel uitschakelen
Wachten tot de kettingzaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Kettingzaag loopt na inschakelen niet
aan
 Kettingrem
 Geen stroom
 Verlengkabel beschadigdt
 Netstekker, motor of schakelaar
defect.
 Kettingrem loszetten
 Stroomverzorging, stopcontact, zekering
controleren
 Verlengkabel controleren, defecte kabel direct
vervangen
 Motor of schakelaar door een service-
werkplaats laten repareren of met originele
onderdelen laten vervangen.
Kettingzaag werkt met onderbrekingen  extern loszittend contact
 intern loszittend contact
 In-/uitschakelaar defect
 Stroomverzorging, stopcontact, zekering
controleren
 Verlengkabel controleren, defecte kabel direct
vervangen
 Richt u zich alstublieft aan de klantenservice.
Kettingzaag hort en stoot, trilt of zaag
niet correct
 Ketting stomp
 Ketting versleten
 Kettingspanning
 Ketting niet correct gemonteerd
(tanden wijzen in de verkeerde
richting)
 Ketting laten naslijpen of vervangen
 Ketting vervangen
 Kettingspanning controleren en instellen
 Ketting opnieuw monteren
Kettingzaag werkt niet met volle
capaciteit
 Verlengkabel te lang of te kleine
doorsnede
 Stopcontact te ver van hoofd-
aansluiting vandaan
 Verlengkabel met voldoende doorsnede
gebruiken
 Stopcontact dat nader in het werkbereik ligt,
gebruiken
Zaagketting wordt heet  geen olie in de tank
 Oliestroomkanaal verstopt
 Kettingspanning te hoog
 Ketting stomp
 Olie bijvullen
 Oliestroomkanaal reinigen
 Kettingspanning instellen
 Ketting laten naslijpen of vervangen
Geen zaagkettingsmering  geen olie in de tank
 Oliestroomkanaal verstopt
 Olie bijvullen
 Oliestroomkanaal reinigen
101
T
T
e
e
c
c
h
h
n
n
i
i
s
s
c
c
h
h
e
e
g
g
e
e
g
g
e
e
v
v
e
e
n
n
s
s
Type KSL 2401/40
Vermogen P
1
2400 W
Spanning / Frequentie 230 V~ / 50 Hz
Snelheid van de zaagketting 14 m/s
Kettingwiel (aantal tanden/steek) 7 x 3/8" (.9525)
Snijlengte
400 mm
Olietankvolume max. 90 ml
Veiligheidsklasse
ΙΙ /
Geluiddrukpegel L
PA
*
97 dB (A)
Gemeten geluidsniveau L
WA
* 106,1 dB (A)
Gegarandeerd geluidsniveau L
WA
* 110 dB (A)
Onveiligheid K
PA
/ K
WA
3,0 dB (A)
Hand-arm-trilling a
hd
= < 4,5 m/s²
Onveiligheid K 1,5 m/s²
Gewicht
ca. 5,8 kg
Kettingzaagtype 91 VG
Steek / sterkte aandrijfschakels 3/8" / .050" (1,3 mm)
*(gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG)
T
T
o
o
e
e
s
s
t
t
e
e
l
l
b
b
e
e
s
s
c
c
h
h
r
r
i
i
j
j
v
v
i
i
n
n
g
g
/
/
R
R
e
e
s
s
e
e
r
r
v
v
e
e
o
o
n
n
d
d
e
e
r
r
l
l
e
e
n
n
Positie Bestell-nr. Benaming Positie Bestell-nr. Benaming
1 362927 Geleidingsrail 12 Kettingspanning
2 362926 Zaagketting - 91PJ057X 13 364604 Kettingwiel
3 364601 Kettingrem-activator 14 Oliestroomkanaal
4 364597 voorste handgreep 15 bovenste kettingspanboring
5 Inschakelblokkering 16 364602 Klauwenaanslag
6 In-/uitschakelaar 17 achterste handgreep
7 Ventilatiegleuven motor 18 362921 Kettingbescherming
8 Toestelleiding met steker 19 364606 Veiligheidssticker
9 364600 Sluiting olietank 20 364592 Set koolborstels (zonder afbeelding)
10 364605 Afdekking 22 Kettingspanner (zonder afbeelding)
11 Bevestigingsschroef 400144 Zaagkettingolie 1 l (zonder afb.)

Documenttranscriptie

Kettensäge Originalbetriebsanweisung - Sicherheitshinweise - Ersatzteile Seite 6 Chain saw Original instructions - Safety instructions - Spare parts Page 17 Tronçonneuse Notice originale - Consignes de sécurité - Pièces de rechange Page 27 Верижна резачка Оригинално ръководство за експлоатация - Указания за безопасност - Резервни части Стр. 38 Řetězová pila Originální návod k použití - Bezpečnostní pokyny Náhradní díly Str 49 Láncfűrész Erediti használati utalítás - Biztonsági tudnivalók Pótalkatrészek 59. oldal Motorna pila Originalne upute za rad - sigurnosne upute - rezervni dijelovi Strana 70 Sega a catena Istruzioni originali - Indicazioni per la sicurezza Pezzi di ricambio Pagina 80 Kettingzaag Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing - Veiligheidsinstructies Reserveonderdelen Blz. 91 Piła łańcuchowa Instrukcja oryginalna - Wskazówki bezpieczeństwa Części zamienne Stronie 102 Ferăstrăul cu lanţ Instrucţiuni originale - Măsuri de siguranţă Piese de schimb Pagina 113 Reťazová píla Originálný návod na použitie - Bezpečnostné pokyny Náhradné dielce Strana 124 Verižna žaga Izvirna navodila - varnostni napotki - nadomestni deli Stran 135 KSL 2401/40 Inhoud Bedrijfstijden Lever hoeveelheid Verklaring van overeenstemming Symbolen op de kettingzaag Symbolen in de gebruiksaanwijzing Reglementaire toepassing Restrisico’s Veiligheidsinstructies − Persoonlijke veiligheidsuitrusting − Vóór het zagen − Elektrische veiligheid − Bediening − Gedurende het zagen − Terugslag van de zaag − Algemene instructies Samenbouw Vóór de eerste ingebruikname − Smering van de ketting − Olietank vullen Ingebruikname − Netaansluiting − In-/uitschakelen − Kettingrem − Controleren van de kettingrem − Zaagketting spannen Werkinstructies (zaagtechnieken) Onderhoud en reiniging − Onderhoud − Scherpen van de zaagketting − Zaagketting en geleidingsrail vervangen − Kettingwiel − Controleren van de olie-automatiek − Reiniging Transport Opslag Garantie Storingen Technische gegevens Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen Lever hoeveelheid 91 91 91 92 92 92 92 93 93 93 93 94 94 95 95 96 96 96 96 96 96 96 96 96 97 97 98 98 98 99 99 99 99 99 99 99 100 101 101 Bedrijfstijden  Controleer na het uitpakken de inhoud van de ver-pakking op: ! Aanwezigheid van alle onderdelen ! Eventuele transportschade In het geval van onvolkomenheden dit direct aan uw leverancier melden. Latere reclamaties worden niet in behandeling genomen. • • • • • 1 Kettingzaag 1 Geleidingsrail 1 Zaagketting 1 Kettingbescherming 1 Gebruiksaanwijzing EG-Verklaring van overeenstemming overeenkomstig de richtlijn van de raad 98/37 EG tot 28.12.2009: 98/37 EG vanaf 29.12.2009: 2006/42/EG Hiermede verklaren wij ATIKA GmbH & Co. KG Schinkelstraße 97 59227 Ahlen - Germany in uitsluitende verantwoordelijkheid, dat het product Kettingzaag type KSL 2401/40 aan de bepalingen van de boven vermelde EG-richtlijnen alsook aan de bepalingen van de volgende verdere richtlijnen beantwoordt:: 2000/14/EG, 2004/108/EG en 2006/95/EG. Conformiteitsbeoordelingsprocedure: 2000/14 EG - bijlage V Gemeten geluidsniveau LWA 106,1 dB (A). gegarandeerd geluidsniveau LWA 105 dB (A). De volgende geharmoniseerde normen werden toegepast: EN 55014-1:2006, EN 55014-2:1997+A1 EN 61000-3-2:2006, EN 61000-3-3:1995+A1+A2 EN 60745-1:2006, EN 60745-2-13:2007 ZEK 01.1-08 / 06.08 Bewaring van de technische documenten: ATIKA GmbH & Co. KG – Technisch kantoor – Schinkelstraße 97 - 59227 Ahlen - Germany EG-modelkeuring uitgevoerd door: Intertek Deutschland GmbH certificaat nr.: 07SHW3215-03 Houdt alstublieft vóór ingebruikname van het toestel rekening met de landelijke (regionale) voorschriften omtrent de lawaaibescherming. Ahlen, 09.09.2009 91 A. Pollmeier, management Symbolen op de kettingzaag Waarschuwing! De kettingzaag kan ernstig letsel veroorzaken! Lees voor de inbedrijfstelling de bedieningshandleiding en veiligheidsvoorschriften en neem deze in acht. Schakel de motor uit voor reparatie-, onderhoudsen reinigingswerk-zaamheden en haal de netstekker uit de ontactdoos. Meteen netstekker uit het stopcontact nemen, wanneer de aansluitleiding werd beschadigd of doorgesneden. Veiligheidshelm, dragen. oog- en geluidsbescherming Veiligheidshandschoenen dragen. Niet aan regen blootzetten. Tegen vochtig-heid beschermen. Geleidingsraillengte 460 mm maximale snijlengte 400 mm Elektrische toestellen behoren niet in de huisafval. Toestellen, toebehoren en verpakking naar een milieuvriendelijk recycling brengen. Volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG over oude elektronische apparaten en electronica moeten niet meer bruikbare elektrische toestellen apart worden verzamend en een milieuvriendelijk recycling worden toegevoerd. Symbolen in de gebruiksaanwijzing L  C Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan schade of verwondingen tot gevolg hebben. Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan storing aan de machine veroorzaken. Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen helpen u de machine optimaal te benutten. Montage, gebruik en onderhoud. Hier wordt precies uitgelegd wat u moet doen. Belangrijke instructies voor milieuvriendelijk gedrag. Het veronachtzamen van deze instructies kan tot schade van het milieu leiden. Reglementaire toepassing   De kettingzaag is geschikt voor het − zagen van stammen, takken, houten balken, planken enz. en kan voor dwars- en lengssneden worden toegepast. − vellen van bomen.   De kettingzaag mag niet voor het zagen van bouw- en kunststoffen worden toegepast.   De kettingzaag is slechts voor privégebruik in de huis- of hobbytuin bestemd.   De kettingzaag is niet voor boswerkzaamheden (vellen en onttakken in het bos) geschikt. De vereiste veiligheid van de gebruiker is door de kabelverbinding niet gewaarborgd.   Tot het toepassen volgens de voorschriften behoren ook het opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften en na leven van de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant.   Alle verdere toepassingen gelden als niet volgens de voorschriften. Voor de hieruit voortvloeiende schade is de fabrikant niet aansprakelijk – de aansprakelijkheid is alleen voor de gebruiker. Restrisico’s Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op grond van de constructie voor de toepassing van deze machine nog een aantal restricties. De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de veiligheids-, gebruiks-, gezondheids- en onderhouds-voorschriften nauwkeurig in acht genomen worden. Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van personenletsels en beschadigingen.   Terugslaggevaar bij contact van het uiteinde van de geleidingsrails met een vast voorwerp.   Gevaar van verwondingen van vingers en handen door het werktuig (zaagketting).   Verwonding door weggeslingerde werkstukdelen.   Elektrische slag.   Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de aansluitdraden.   Het aanraken van onder spanning staande delen bij een geopende elektrische delen.   Vermindering van het gehoor bij langdurig werken zonder gehoorbescherming.   Brandgevaar Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet zichtbare restricties bestaan. 92 Veiligheidsinstructies Houdt alstublieft rekening met de volgende instructies om zich zelf en andere tegen mogelijke verwondingen te beschermen. L L L Bewaar deze veiligheidsinstructies (gebruiksaan-wijzing) steeds samen met de kettingzaag op. De kettingzaag mag slechts door personen met voldoende ervaring worden bediend. Geef of leen de kettingzaag slechts aan personen die met de kettingzaag en zijn handhaving bekend zijn. Geef steeds de gebruiksaanwijzing mee. Reparaties aan het toestel dienen door de fabrikant resp. door door hem benoemde bedrijven te geschieden.   Eerste gebruiker Wie voor de eerste keer met de kettingzaag werkt, moet een praktische scholing in de handhaving van de kettingzaag en de persoonlijke veiligheidsuitrusting door een ervaren bedienpersoon verkrijgen. Gebruikers die de kettingzaag voor de eerste keer gebruiken, dienen eerst het snijden van rond hout op een zaagbok of frame te oefenen.   Minderjarige kinderen mogen niet met de kettingzaag werken.   Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met vgerstand te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of onder de invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het toestel kann tot ernstige verwondingen leiden.   Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met behulp van de bedieningshandleiding.   Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie “Reglementaire toepassing”). Persoonlijke veiligheidsuitrusting   Werk nooit zonder geschikte veiligheidsuitrusting: − draag geen wijde kleding of sierraden, ze kunnen worden gegrepen door bewegende delen − Bij lang haar een haarnet dragen. − gekeurde veiligheidshelm in situaties, waarin met hoofdverwondingen moet worden gerekend (bv bij het vellen en ontlasten van bomen). − gezichtsbescherming − Gehoorbeschermer − broeken en handschoenen met snijbescherming − slipvrije laarzen (veiligheidsschoenen) met snij- en teenbescherming Veiligheidsinstructies - vóór het zagen Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het zagen de volgende controles uit. Houdt alstublieft in ieder geval rekening met de overeenkomstige paragraven in de gebruiksaanwijzing:  Werd de kettingzaag geheel en volgens de voorschriften gemonteerd?  Is de kettingzaag in goede en veilige toestand?  Gebruik uitsluitend een geschikte combinatie van geleiderail en zaagketting, zoals bij „Technische gegevens“ is beschreven. Verkeerde combinaties verhogen het terugslaggevaar (kickback)!  Is de olietank (kettingsmering) gevuld? Controleer het oliepeil regelmatig. Vul onmiddellijk zaagkettingolie bij, zodat de zaagketting niet droog loopt.  Is de zaagketting correct gespannen? Let op de punten in het gedeelte „Zaagketting spannen”.  Is de zaagketting correct geslepen? Alleen met een geslepen zaagketting werkt u veilig en goed.  Is de kettingrem losgezet en werkt ze foutvrij? Let op de punten in het gedeelte „Controleren van de kettingrem”.  Zijn de handgrepen schoon en droog – vrij van olie en hars?  Contoleer het volgende voordat u gaat werken: − zich in het werkbereik geen andere personen, kinderen of dieren bevinden − u zonder hinder van obstakels kunt terugwijken − de grond vrij van alle vreemde voorwerpen, struikgewas en takken is. − een veilige houding is aangenomen.   Is de werkplaats vrij van struikelgevaren? Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan ongevallen veroorzaken – gevaar van struikelen!   Let op de omgevingsinvloeden: − Stel werkzaamheden bij ongunstig weer (regen, sneeuw, ijs, wind) uit – verhoogd gevaar van ongelukken! − Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij mist, regen, sneeuwjacht of schemering). U kunt details in het valbereik niet meer herkennen – gevaar voor ongelukken. − Gebruik de kettingzaag niet in de nabijheid van brandbare vloeistoffen of gassen – gevaar van brand! − Werk niet op sneeuw, ijs of vers geschilt hout – slipgevaar.   De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of gevaren die tegenover andere personen of hun eigendom optreden.   Heeft u alle instructies gelezen en begrepen? Elektrische veiligheid   De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F) zijn, met een draad doorsnede van minstens: − 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m. − 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.   Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen niet meer, de werking van het toestel wordt minder. 93   Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal zijn gecoat.   De steekvoorziening van de aansluitleiding moet tegen spatwater beveiligd zijn.   Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze niet stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding niet nat wordt.   Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact trekken.   Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.   Controleer de verleng kabel regelmatig op beschadigingen en vervang hem als hij beschadigd is.   Gebruik geen defecte kabels.   Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.   Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.   Beschermt u zich tegen elektrische slag. Vermijd lichamelijk contact met geaarde delen (bv pijpen, radiatoren, haarden, koelkasten enz.).   Het toestel niet met water afspatten. (Gevarenbron elektrische stroom).   Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buitenwerking stellen.   Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten. Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten opgevolgd worden. Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats uitgevoerd worden. Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan. Veiligheidsinstructies - bediening   Zaag nooit met één hand. Houdt de kettingzaag steeds met beide handen vast, linker hand aan de voorste handgreep (4) en rechter hand aan de achterste handgreep (17).  Houdt de kettingzaag licht rechts van uw eigen lichaam.  Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een stabiele en uitgebalanceerde houding.  Werk nooit − met gestrekte armen − aan moeilijk te bereiken plekken − boven schouderhoogte − op een ladder, een steiger of een boom staande.  Bedien de kettingrem bij het opzoeken van een boom.  Bij werkpauzes dient de kettingzaag zodanig te worden beveiligd (afdekking van de geleiderail, kettingrem activeren) en neergelegd dat niemand in gevaar wordt gebracht. Kettingzaag beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Veiligheidsinstructies - terwijl het zagen  Werk nooit alleen. Houd voortdurend mondeling en visueel contact met andere personen, zodat in geval van nood onmiddellijk hulp kan worden geboden.  Stop meteen de motor bij dreigend gevaar of in geval van nood.  Laat de machine nooit zonder toezicht draaien.  Beëindig de werkzaamheden direct, wanneer lichamelijk ongemak optreedt (bv hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, enz.) – er staat een verhoogd gevaar voor ongelukken!  Bij het inschakelen moet de kettingzaag goed ondersteund en vastgehouden worden. Ketting en geleiderail moeten vrij staan.  Begin met het snijden pas, wanneer de zaagketting het vol toerental heeft bereikt.  Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de juiste belasting van de machine.  Las tijdens het zagen pauzes in, zodat de motor kan afkoelen.  Zet de heet geworden kettingzaag niet in het droge gras of op brandbare voorwerpen.  Raak nooit met draaiende zaag draadafrasteringen of de vloer.  Let erop dat het hout vrij van vreemde voorwerpen (stenen, nagels enz.) is.  Zorg ervoor dat zich het hout gedurende het zagen niet verdraaid.  Zaag gespinterd hout met voorzichtigheid. Er bestaat gevaar van verwondingen door meegescheurde houten stukken.  Voorkom terugslag van de zaag door correcte geleiding van de kettingzaag.         Houdt rekening met: Veiligheidsinstructies zaagterugslag  Gebruik de klauwenaanslag (16) voor het fixeren van de kettingzaag op het hout. Gebruik de klauwenaanslag gedurende het zagen als hendel. Gebruik de kettingzaag niet voor het optillen of bewegen van hout. Laat de kettingzaag werken, doordat u via de klauwenaanslag een lichte druk veroorzaakt. Druk bij het zagen niet met geweld. Zet bij het zagen van sterkere takken of stammen de klauwenaanslag (31) aan een dieper punt na. Voor het nazetten maak de klauwenaanslag uit het hout los en zet hem opnieuw dieper aan. Verwijder hierbij de zaag niet uit de snede. Er bestaat gevaar voor ongelukken voor benen en voeten. Zodra de zaag uit het hout komt, verandert zich de gewichtskracht. Er bestaat gevaar voor ongelukken voor benen en voeten. Verwijder de kettingzaag slechts met draaiende zaagketting uit de snede. Wanneer de zaagketting klem komt te zitten in het hout, moet het toestel direct uitgeschakeld worden. Gebruik een wig om de geleiderail weer vrij te krijgen. 94 Trillingen Wanneer personen met bloedcirculatiestoornissen te vaak aan trillingen worden blootgesteld, kunnen beschadigingen aan het zenuwsysteem of aan de bloedvaten optreden. U kunt de trillingen reduceren: - door stevige, warme arbeidshandschoenen - verkorting van de werktijd (meerdere lange pauzes maken) Consulteer een arts wanneer uw vingers opzwellen, u zich niet goed voelt of uw vingers gevoelloos worden. Veiligheidsinstructies Terugslag van de zaag   Wat is zaagterugslag? Zaagterugslag is het plotseling hoog- en terugslaan van de draaiende kettingzaag in richting van de gebruiker. Dit ontstaat, wanneer het uiteinde van de geleiderail het zaaggoed (onop− zettelijk) of andere vaste voorwerpen raakt. − de zaagketting aan de punt van het geleidingsrail klemt. De kettingzaag reageert ongecontroleert en veroorzaakt vaak zware verwondingen bij de gebruiker. Wees bij zijdelingse sneden, schuin- en langssneden bijzonder voorzichtig, omdat hier de klauwenaanslag niet wordt aangezet. Hoe kan ik zaagterugslag vermijden? ƒ  ƒ  ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ 95 De kettingzaag altijd vast met beide handen houden. Zaag voor een betere controle met de onderhkant van het geleidingsrail. Zet de kettingzaag altijd zo vlak als mogelijk aan.  Nooit met de punt van het geleidingsrail zagen.  Zagen met de bovenkant kan een terugslag van de zaag verwekken, wanneer de zaagketting klemt of op een vast voorwerp in het hout stoot. Slechts met draaiende zaagketting de snede beginnen. Alleen met scherpe en correct geslepen zaagketting werken.  De klauwenaanslag (16) als hendel gebruiken. Nooit over schouderhoogte werken. Nooit meerdere takken in één keer doorzagen. Bij het ontlasten erop letten dat geen andere tak wordt geraakt. Bij het inkorten naar mogelijkheid gebruik maken van een zaagblok. Steeksneden mogen slechts door geschoold personeel worden uitgevoerd. Algemene veiligheidsvoorschriften   Schakel de machine uit en neem de steker uit het stopcontact bij: − contact van de ketting met aardrijk, stenen, nagels of andere vreemde voorwerpen B meteen ketting en zwaard controleren − Reparatiewerkzaamheden − Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden − bij het verhelpen van storing − doorgesneden aansluitleidingen − controle van de aansluitleidingen, of deze verstrengeld of beschadigd zijn − transport − naspannen van de ketting − kettingwissel − Verlaten van de machine (ook bij korte onderbrekingen)   Onderhoudt de kettingzaag met zorgvuldigheid: − Houdt de werktuigen scherp en schoon, om beter en veilig te kunnen werken. − Volg de onderhoudsvoorschriften en de instructies omtrent het smeren en voor de werktuigwissel op. − Houdt de handgrepen door en vrij van hars, olie en vet.   Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen. − Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet zorgvuldig worden onderzocht of de beschermingsvoorzieningen en licht beschadigde onderdelen foutloos en volgens de voorschriften functioneren. − Controleer of alle bewegende delen van de machine goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed functioneren om de machine correct te laten werken. − Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moeten, indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden. Met uitzondering indien in de gebruiksaanwijzing anders aangegeven. − Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te worden vervangen.   Laat geen sleutels steken! Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en instelgereedschappen verwijderd zijn.   Bewaar ongebruikte toestellen op een droge, afgesloten plaats buiten de reikwijdte van kinderen op. Voer geen andere reparaties dan de in het hoofdstuk „Onderhoud“ beschreven reparaties aan de machine uit, maar neem direct contact op met de fabrikant of klantenservice. Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats uitgevoerd worden. Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken. Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan. Samenbouw Sluit de kettingzaag pas na complete samenbouw aan het stroomnet aan. Gevaar van verwondingen! Draag bij het samenbouwen veiligheidshand-schoenen. B B B B B B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigingsschroef (11) los te maken. Leg het geleidingsrail op. Leg de zaagketting in de circulerende geleidingsgleuf van het zwaard. Let op de correcte looprichting van de schakels. Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen. Zaagketting laat zich slecht rond om het kettingwiel leggen? Draai de kettingspanner (21) linksom tot de zaagketting licht rond om het kettingwiel kan worden gelegd. Draai dan de kettingspanner (21) rechtsom tot de zaagketting vast is gespannen. Breng de afdekking (10) weer aan. Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting spannen” is beschreven. Vóór de eerste ingebruikname Smering van de ketting Ingebruikname L Netaansluiting   Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V.) die op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine volgens de voorschriften en op een geaard stopcontact aan. L Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van 230V met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).   Gebruik verleng kabel met voldoende diameter In-/Uitschakelaar Gebruik geen toestel, waarbij − zicht de schakelaar nie laat t in- en uitschakelen. − de ketting- en motorrem niet reglementair werken Beschadigde schakelaars moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen door de klantenservice. Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en vast te houden. Ketting en geleidingsrail moeten vrij staan. Los de kettingrem. Druk de voorste handbeschermer (3) B in de richting van de voorste handgreep (Pos.1). De kettingzaag klaar voor gebruik. Inschakelen B De kettingzaag wordt niet met zaagkettinghechtolie gevuld geleverd. L Exploiteer de kettingzaag nooit zonder kettingsmering. Het gebruik zonder zaagkettingolie leidt tot beschadiging van de kettingzaag en het geleidingsrail. De levensduur en het snijvermogen van de ketting is afhankelijk van de optimale smering. Gedurende het bedrijf wordt de kettingzaag via het oliestroomkanaal automatisch met olie gesmeerd. Olietank vullen B Leg de kettingszaag op een geschikte onderlaag. B Schroef de olietanksluiting (9) open. B C Vul de olietank met biologisch afvoerbare hechtolie voor kettingzagen (ca. 90 ml). Het vulpeil kunt u aan het kijkvenster (17) ontlenen. Gebruik voor het eenvoudiger vullen een trechter. Let bij het vullen erop dat geen vuil in de olietank geraakt. B Schroef de olietanksluiting (9) weer dicht.  Gebruik nooit gerecyclede olie of oude olie. Bij gebruik van olie die niet voor kettingzagen is geschikt, vervalt de garantie. Inschakelblokkering (5) drukken en vasthouden. Dan de in-/uitschakelaar (6) bedienen. De inschakelblokkering weer loslaten. Uitschakelen B In-/uitschakelaar loslaten. Kettingrem De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat bij terugslagende kettingzaag via de voorste handbescherming of na loslaten van de in-/uitschakelaar wordt geactiveerd. De zaagketting stopt onmiddellijk (< 0,1 sec.). Controleren van de kettingrem Test de werking van de kettingrem voor aanvang van alle werkzaamheden. • Start de kettingzaag. • Houd de kettingzaag met twee handen vast en laat de motor draaien.  Druk met de handrug tegen de voorste handbeschermer. (Pos.2) De zaagketting moet onmiddellijk stil blijven staan! Een kettingzaag mag niet gebruikt worden als de kettingrem niet goed functioneert. Neem contact op met de fabrikant of klantenservice! 96 Zaagketting spannen • Vóór het instellen of controleren van de zaagkettingspanning de netstekker uit het stopcontact nemen. • Draag veiligheidshandschoenen om verwondingen te voorkomen. Controleer de zaagkettingspanning vóór B werkbegin B na de eerste sneden B gedurende het zagen regelmatig alle 10 minuten  Slechts met een correct gespannen zaagketting en een toereikende smering heeft u invloed op de levensduur. L Houdt alstublieft rekening met het volgende: B een nieuwe zaagketting moet vaker worden nagespannen tot ze zich heeft uitgerekt. B bij verwarming van de ketting op bedrijfstemperatuur rekt ze zich uit en moet worden nagespannen. Na beëindiging van de zaagwerkzaamheden de zaagketting weer ontspannen, omdat bij afkoeling anders te hoge spanningen in de zaagketting zouden ontstaan. B klappert de ketting of komt ze uit de geleiding, meteen naspannen. Spannen van de zaagketting: B Maak de bevestigingsschroef (11) 1 – 2 omdraaiingen tegen de wijzers van de klok in los. B Draai de kettingspanring (12) stapsgewijs rechtsom tot de juiste kettingspanning is behaalt. Het rasteffect voorkomt dat zich de kettingspanning losmaakt. L De bevestigingsschroef (11) draait zich mee, eventueel moet ze gedurende het spanproces weer worden losgemaakt. De zaagketting is correct gespannen, wanneer ze in het midden van het geleidingsrail om ca. 3 – 4 mm kan worden opgetild. B Draai de kettingspanring (12) linksom, wanneer de zaagketting te sterk is gespannen. B Trek de bevestigingsschroef met de hand weer vast. B Controleer of de schakels correct in de geleidingsgleuf van het zwaard liggen. B Werkinstructies - zaagtechnieken  Voer langssneden met bijzondere zorgvuldigheid uit, omdat de klauwenaanslag niet wordt toegepast. U voorkomt zaagterugslag, door de zaag in een vlakke hoek te voeren.  Staat u bij werkzaamheden op een helling steeds boven of zijdelings van de stam resp. het liggend zaaggoed. Controleer of de tankdop goed dicht zit. Instructies voor het zagen van hout onder spanning Worden onder spanning staande takken, bomen of hout door zagen van de spanning bevrijdt, moet men bijzonder voorzichtig zijn. Het zaaggoed kan absoluut ongecontroleerd reageren en tot zware verwondingen of dood leiden. Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde vakmensen te worden uitgevoerd. Ö /Ö /Ö /Ö Zet bij alle werkzaamheden eerst aan de drukzijde n de ontlastingssnede en de scheidingssnede o - de kettingzaag kan anders klemmen of terugslaan. Ö n o Ö n o Ö n o Hout op de bovenkant in trekspanning Zet van beneden een snede (een derde van de stamdoorsnede) naar boven. Zet dan op identieke plaats van boven een tweede snede die de stam doorsnijdt. Hout op de onderkant in trekspanning Zet van boven een snede (een derde van de stamdoorsnede) naar beneden. Zet dan op identieke plaats van beneden een tweede snede die de stam doorsnijdt. Sterke stammen en sterke spanning Zet van beneden een snede (een derde van de stamdoorsnede) naar boven. Zet dan met afstand tot de eerste snede van boven een tweede snede die de stam doorsnijdt. Ö Trapsgewijs snoeien B voor horizontale, niet koplastige takken Het takstuk valt gecontroleerd zonder te omkantelen naar beneden. Aanvullende instructies voor het zagen van stammen n Zet de eerste snede van beneden, ca. een derde van de asdoorsnede.  Leg de stam voor het zagen nooit op de aardbodem. De stam zo steunen dat zich de snede niet sluit en de zaagketting klemt. Gebruik een veilige steun (bv zaagbok). Vermijdt het contact van de bodem met de geleiderailpunt of de zaagketting.  Richt kortere stammen vóór het zagen in en klem deze vast.  Vermijdt het snijden van dun struikgewas of snijhout. De kettingzaag is voor deze werkzaamheden niet geschikt. o De tweede snede vindt op dezelfde hoogte plaats dan de eerste snede, of verder naar binnen verzet (negatief breukniveau). p Verwijder het resterend takstuk. 97 Instructies voor het vellen van bomen Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde vakmensen te worden uitgevoerd.  Houd rekening met de lengte van de geleiderail. Er mogen alleen bomen worden geveld, waarvan de stamdiameter kleiner dan de lengte van de geleiderail is.  Ö Zeker voor het vellen de gevarenzone (D). Let erop dat zich geen personen of dieren in het valbereik ophouden. Er bestaat levensgevaar!  Ö Waarborg dat het werkbereik rond om de stam vrij is van struikelgevaren en dat u een veilige vluchtweg (F) heeft.  Ö Leg voor het vellen van de boom de velrichting (C) vast. Houdt hierbij rekening met het zwaartepunt van de boomkruin, met bomen in de nabijheid, hangrichting, gezondheidstoestand van de boom en windrichting. Op deze kant wordt de velkerf ingesneden.  Bevrijdt het werkbereik aan de stam van storende takken, struikgewas en obstakels en zorg zo voor een stabiele stand.  Maak de stamvoet grondig schoon – zand, stenen en andere vreemde voorwerpen maken de zaagketting stomp of kunnen deze beschadigen.  Houdt u rekening met de gezondheidstoestand van de boom – wees voorzichtig bij stammen met beschadigingen of dood hout (uitgedroogd, vermolmd of afgestorven hout).        Boomveltechniek: Zaag een ca. 1/3 van de boomdoorsnede diepe velkerf in de stam. Zet eerst de horizontale snede en dan als tweede een snede van boven in de hoek van 45°. Schreeuw de waarschuwing " Attentie" of "de boom is falling" alvorens viel te beginnen velsnede. Zaag nu op de tegenover liggende kant van de stam een horizontale velsnede. Deze snede dient iets hoger (ca. 4 cm) te worden aangezet dan de horizontalge snede van de velkerf. In geen geval de stam doorzagen. Er moeten ca. 1/10 van de stamdoorsnede blijven staan. Indien de boom voortijdig begint te vallen, meteen de kettingzaag uit de snede trekken en terug of naar opzij stappen. Drijf de spie in de horizontale velsnede om de boom tot val te brengen. Let op vallende takken of twijgen, wanneer de boom begint te vallen. Onderhoud en reiniging De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct aangebracht en gecontroleerd worden. Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg hebben. Onderhoud Draag handschoenen om verwondingen te voorkomen. Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van de kettingzagen is gewaarborgd, voer de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig uit. Controleer de kettingzaag op blijkbare gebrekken zoals − losse, losgehakte of beschadigde zaagketting − losse bevestiging − versleten of beschadigde onderdelen Controleer de kettingzaag na ieder gebruik op − slijtage, vooral ketting, geleiderail en kettingwiel. − correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of veiligheidsvoorzieningen. Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden dienen vóór gebruik van de kettingzaag te worden uitgevoerd. Scherpen van de zaagketting U kunt alleen veilig en goed werken met een scherpe en schone zaagketting. Beschadigde of onjuist geslepen zaagkettingen verhogen het terugslaggevaar! Een zaagketting moet geslepen worden, wanneer ½ in plaats van zaagspaanders alleen nog houtstof wordt uitgeworpen ½ de kettingzaag gedurende het snijden door het hout moet worden gedrukt. L Voor de onervaren gebruiker: laat de zaagketting door een vakman/klantenservice slijpen. U kunt uw zaagketting echter ook met een kettingslijpapparaat KSG 220 (artikel-nr.: 302360) zelf slijpen. Type kettingzaag Dieptebegrenzerafstand T Slijphoek α Wighoek β Schaaftandlengte a Oregon 91 VG 057X .025“ (,64 mm) 30° 60° min. 3 mm Voor aanvang van iedere onderhouds- en reinigingsbeurt − Toestel uitschakelen − Wachten tot de kettingzaag stilstaat − Stroomtoevoer onderbreken Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen bedrijven. 98 Zaagketting en geleiderail vervangen Zaagketting en geleiderail zijn aan grote slijtage blootgezet. Vervang de zaagketting en het zwaard direct, wanneer de correcte werking niet is gewaarborgd. B B B B B B B B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigingsschroef (11) los te maken. Draai de kettingspanner (21) linksom om de zaagketting iets los te maken. Neem het geleiderail met de zaagketting af. Reinig de geleidingsgleuf grondig, wanneer slechts de zaagketting wordt vervangen. Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen. Draai de kettingspanner (21) rechtsom tot de zaagketting is gespannen. Breng de afdekking (10) weer aan. Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting spannen” is beschreven. B Leg de ketting bij sterke verontreiniging of verharsen enkele uren in een bak met kettingreinigingsmiddel. Vervolgens de ketting met zuiver water afspoelen. B Bevrij het kettingwiel (22) en de zwaardbevestiging met een borstel van alle vastklevingen. B Maak het oliestroomkanaal (14) met een schone doek schoon. Transport Voor het transport de steker uit het stopcontact nemen. Transporteer de kettingbescherming. L Een versleten of beschadigd kettingwiel reduceert de levensduur van de zaagketting en dient vandaar meteen door de klantenservice te worden vervangen Controleren van de olie-automatiek U controleert de werking van de automatische kettingsmering, door de kettingzaag in te schakelen en ze met de punt in richting van een kartonnen doos op papier op de bodem te houden. Raak de bodem niet met de ketting. Veiligheidsafstand van 20 cm opvolgen. Vertoont zich bij de controle een toenemend oliespoor, werkt de olie-automatiek onberispelijk. Toont zich ondanks volle olietank geen oliespoor B reinig de oliestroomkanaal (14) en de bovenste kettingspanboring (15). B Heeft dit geen succes, richt u zich dan aan de klantenservice. Reiniging Reinig de kettingzaag zorgvuldig na ieder gebruik, opdat de foutloze werking blijft bewaard. B Reinig de behuizing met een zachte borstel of een droge doek. Water, oplosmiddelen en polijstmiddelen mogen niet worden toegepast. B Let erop dat de ventilatiegleuven voor de motorkoeling vrij zijn (gevaar van oververhitting). 99 slechts met opgestoken Transporteer het toestel in de auto alleen in de kofferbak of in een aparte transportruimte. Beveilig de kettingzaag hierbij tegen omkantelen, Kettingwiel De belasting van het kettingwiel (13) is bijzonder groot. Controleer de tanden van het kettingwiel regelmatig op slijtage of beschadiging. zaag Opslag ƒ Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen. ƒ Om de levensduur van de machine te verlengen en de machine optimaal te laten functioneren is het gewenst voor opslag de volgende punten in uit te voeren: − De machine grondig reinigen. B Verwijder de olie uit de olietank. Tip: Sommige kettingolies neigen na langere tijd tot verkorsten. Vandaar dient het oliesysteem vóór een langere opslag met een kettingzaagreiniger te worden doorgespoeld. Vul de reiniger tot de helft (ca. 50 ml) in de olietank. Sluit de tank. Schakel de kettingzaag zonder gemonteerde geleiderail en ketting zo lang in, tot de gehele reiniger uit de olieopening van de kettingzaag is vrijgekomen. B Leg de zaagketting kort in een oliebad en wikkel ze vervolgens in oliepapier in. Garantie Houdt u alstublieft garantieverklaring. rekening met de ingesloten Storingen Voor het verhelpen van iedere storing − Toestel uitschakelen − Wachten tot de kettingzaag stilstaat − Stroomtoevoer onderbreken  Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden. Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Kettingzaag loopt na inschakelen niet  Kettingrem aan  Geen stroom   Kettingzaag werkt met onderbrekingen    Kettingzaag hort en stoot, trilt of zaag  niet correct    Kettingzaag werkt niet met volle  capaciteit  Zaagketting wordt heet Geen zaagkettingsmering        Kettingrem loszetten  Stroomverzorging, stopcontact, zekering controleren Verlengkabel beschadigdt  Verlengkabel controleren, defecte kabel direct vervangen Netstekker, motor of schakelaar  Motor of schakelaar door een servicedefect. werkplaats laten repareren of met originele onderdelen laten vervangen. extern loszittend contact  Stroomverzorging, stopcontact, zekering controleren  Verlengkabel controleren, defecte kabel direct vervangen intern loszittend contact  Richt u zich alstublieft aan de klantenservice. In-/uitschakelaar defect Ketting stomp  Ketting laten naslijpen of vervangen Ketting versleten  Ketting vervangen Kettingspanning  Kettingspanning controleren en instellen Ketting niet correct gemonteerd  Ketting opnieuw monteren (tanden wijzen in de verkeerde richting) Verlengkabel te lang of te kleine  Verlengkabel met voldoende doorsnede doorsnede gebruiken Stopcontact te ver van hoofd-  Stopcontact dat nader in het werkbereik ligt, aansluiting vandaan gebruiken geen olie in de tank  Olie bijvullen Oliestroomkanaal verstopt  Oliestroomkanaal reinigen Kettingspanning te hoog  Kettingspanning instellen Ketting stomp  Ketting laten naslijpen of vervangen geen olie in de tank  Olie bijvullen Oliestroomkanaal verstopt  Oliestroomkanaal reinigen 100 Technische gegevens Type Vermogen P1 Spanning / Frequentie Snelheid van de zaagketting Kettingwiel (aantal tanden/steek) Snijlengte Olietankvolume max. Veiligheidsklasse Geluiddrukpegel LPA* Gemeten geluidsniveau LWA* Gegarandeerd geluidsniveau LWA* Onveiligheid KPA / KWA Hand-arm-trilling Onveiligheid K Gewicht Kettingzaagtype Steek / sterkte aandrijfschakels KSL 2401/40 2400 W 230 V~ / 50 Hz 14 m/s 7 x 3/8" (.9525) 400 mm 90 ml ΙΙ / 97 dB (A) 106,1 dB (A) 110 dB (A) 3,0 dB (A) ahd = < 4,5 m/s² 1,5 m/s² ca. 5,8 kg 91 VG 3/8" / .050" (1,3 mm) *(gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG) Toestelbeschrijving / Reserveonderlen Positie Bestell-nr. Benaming 1 362927 Geleidingsrail 2 362926 Zaagketting - 91PJ057X 3 364601 Kettingrem-activator 4 364597 voorste handgreep 5 Inschakelblokkering 6 In-/uitschakelaar 7 Ventilatiegleuven motor 8 Toestelleiding met steker 9 364600 Sluiting olietank 10 364605 Afdekking 11 Bevestigingsschroef 101 Positie 12 13 14 15 16 17 18 19 20 22 Bestell-nr. 364604 364602 362921 364606 364592 400144 Benaming Kettingspanning Kettingwiel Oliestroomkanaal bovenste kettingspanboring Klauwenaanslag achterste handgreep Kettingbescherming Veiligheidssticker Set koolborstels (zonder afbeelding) Kettingspanner (zonder afbeelding) Zaagkettingolie 1 l (zonder afb.)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148

ATIKA KSL 2401-40 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor