Scheppach CSE2400 Handleiding

Categorie
Draadloze kettingzagen
Type
Handleiding
49NL
Inhoudsopgave: Pagina:
1.
Inleiding 51
2.
Technische gegevens 51
3.
Levering omvat 51
4.
Gebruik volgens de voorschriften 51
5.
Veiligheidsvoorschriften 52
6.
Technische gegevens 55
7.
Montage en bediening 55
8.
Ingebruikname 56
9.
Aanwijzingen voor het werk 57
10.
Onderhoud 60
11.
Opslag 61
12. Elektrische aansluiting
61
13.
Afvalverwijdering en recyclage 61
14.
Foutenherstel 62
15.
Conformiteitsverklaring 93
16.
Garantie 94
50 NL
Verklaring van de symbolen op het instrument
NL
Waarschuwing! mogelijke niet-naleving Levensgevaar, letsel of schade aan de machine
NL
Draag altijd een veiligheidsbril, gehoorbescherming en een veiligheidshelm.
NL
Lees voordat u de handleiding en de veiligheidsvoorschriften!
NL
Als het netsnoer is beschadigd of gebroken, moet worden losgekoppeld van de stroomvoorzie-
ning.
NL
beschermingsklasse II
NL
Waarschuwing! Risico van niet-return (kickback). Pas voorkomen dat tegen terugslag van de
kettingzaag en neem contact op met de bar tip.
NL
Werkhandschoenen bij gebruik van de inrichting.
NL
Voer als u het apparaat niet-glijdende veiligheidsschoenen te gebruiken met snijbescherming
NL
Het is belangrijk om beschermende kleding te dragen voor de voeten, benen, handen en onde-
rarmen.
NL
Gebruik het apparaat niet te gebruiken met één hand.
NL
Gebruik het apparaat altijd met beide handen.
NL
Stel de machine niet bloot aan vocht. De machine mag noch vochtig zijn noch in vochtige omg-
ving gebruikt worden.
51NL
2. Technische gegevens (Abb.1-4)
1. Handgreep achter
2. Handgreep voor
3. Voorste handbescherming / kettingrem
4. Zaagketting
5. Borgmoer / SDS-systeem
6. Tandwielafdekking
7. Zwaard (geleidingsrail)
8. Achterste handbescherming
9. Stroomkabel
10. Klauwaanslag
11. Inschakelblokkering
12. Trekontlasting
13. Aan-/uit-schakelaar
14. Afsluitdop olietank
15. Oliepeilindicator
16. Tandwiel
17. Boutgeleider
18. Bedienings- / overbelastingsindicator
3. Levering omvat
Open de verpakking en haal het apparaat er voor-
zichtig uit.
Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de ver-
pakkings- en transportbeveiligingen (indien voorhan-
den).
Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
Controleer het apparaat en de hulpstukken op trans-
portschade.
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het ver-
strijken van de garantietijd.
Let op
Het apparaat en de verpakkingsmaterialen zijn geen
kinderspeelgoed! Kinderen mogen niet met
kunststof zakken, folies en kleine onderdelen spelen!
Er bestaat gevaar voor inslikken en verstikkingsge-
vaar!
Elektrische kettingzaag
Gebruiksaanwijzing
Ketting
Zwaard (kettinggeleider)
Beschermhoes voor zwaard
4. Gebruik volgens de voorschriften
De machine voldoet aan de geldige EG-machine-
richtlijn.
Voor werkbegin moeten alle beschermings- en veilig-
heidsinrichtingen aan de machine zijn gemonteerd.
De bedienende persoon is op de werkplek verant-
woordelijk tegenover derden.
De machine is ontworpen om door één persoon te
worden bediend.
Alle veiligheids- en gevaarinstructies aan de ma-
chine naleven.
Alle veiligheids- en gevaarinstructies aan de ma-
chine voltallig in leesbare toestand houden.
1. Inleiding
Fabrikant:
scheppach
Fabrikation von Holzbearbeitungsmaschinen GmbH
Günzburger Straße 69
D-89335 Ichenhausen
Geachte klant,
Wij wensen u veel plezier en succes bij het werken
met uw nieuwe apparaat.
Advies:
Volgens de van toepassing zijnde wet voor pro-
ductaansprakelijkheid is de producent van dit ap-
paraat niet aansprakelijk voor schade die ontstaat
door of door middel van dit apparaat in geval van:
Onjuist gebruik,
Niet-naleving van de gebruiksinstructies,
Reparaties door derden, niet-erkende getrainde
werklui,
Installatie en vervanging van niet-originele reser-
veonderdelen,
Ongepast gebruik, falen van het elektronisch sys-
teem ten gevolge van niet-naleving van de elek-
trische specicaties en de VDE 0100, DIN 57113 /
VDE 0113 voorschriften.
Aanbevelingen:
Lees de volledige handleiding voor de montage en
besturing van het apparaat. Deze handleiding is be-
doeld om het gebruik van het apparaat gemakkelijker
te maken voor u en om vertrouwd te geraken met het
gebruik van het apparaat.
De handleiding bevat belangrijke nota’s over hoe
veilig, goed en economisch gebruik te maken van
uw apparaat, en over hoe u gevaar kan vermijden,
reparatiekosten kann besparen, downtime kan ver-
minderen en de betrouwbaarheid en levensduur van
uw apparaat kan vergroten. Bovenop de veiligheids-
voorschriften in deze handleiding, moet u ook vol-
doen aan de geldende voorschriften van uw land in
verband met het gebruik van het apparaat. Plaats de
gebruiksaanwijzing in een doorzichtig plastic map
om deze te beschermen tegen vuil en vocht, en be-
waar ze in de nabijheid van het apparaat. De instruc-
ties moeten gelezen en nauw gevolgd worden door
iedereen vooraleer het apparaat te gebruiken. Enkel
getrainde personen die op de hoogte gebracht zijn
van de mogelijke
gevaren en risico’s mogen het apparaat gebruiken.
De vereiste minimumleeftijd moet worden voldaan.
Als aanvulling op de veiligheidsvoorschriften in de-
ze handleiding en de speciale voorschriften van uw
land, moeten ook de algemeen erkende technische
regels voor het gebruik van houtverwerkende appa-
raten in acht genomen worden.
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
ongevallen of schade, veroorzaakt door niet-naleving
van deze handleiding en de veiligheidsvoorschriften.
52 NL
Oefen het hanteren van de zaag (doorzagen van
rond hout op een zaagbok) en vraag uitleg aan een
ervaren gebruiker of een vakman i.v.m.het functio-
neren, werkwijze en zaagtechnieken.
Neem de plaatselijke voorschriften m.b.t. houtkap-
pen in acht.
Lokale voorschriften kunnen een kwalicerend
examen vereisen. Neem contact op met de bosad-
ministratie.
Algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch
gereedschap
1. Veiligheid.op.de.werkplaats:
Houd uw werkterrein netjes en goed.verlicht.
Wanorde of onverlichte werkterreinen kunnen tot
ongevallen leiden.
Werk met de elektrische kettingzaag niet in een
explosieve omgeving, waarin er zich brandbare
vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elek-
trisch gereedschap produceert vonken, die het stof
of de dampen kunnen doen ontsteken.
Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van de elektrische kettingzaag op een
veilige afstand. Bij aeiding kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
2. Elektrische.veiligheid:
1. De aansluitstekker van de elektrische ket-
tingzaag moet in het stopcontact passen. De
stekker mag op geen enkele manier veranderd
worden. Gebruik geen adapterstekkers samen
met elektrisch gereedschap met randaarde.
Ongewijzigde stekkers en passende stopcontacten
verlagen het risico op een elektrische schok.
2. Vermijd lichamelijk contact met geaarde op-
pervlakken zoals van buizen, verwarmingsin-
stallaties, fornuizen en koelkasten. Er bestaat
een verhoogd risico door een elektrische schok als
uw lichaam geaard is.
3. Houd de elektrische kettingzaag op een veilige
afstand van regen of nattigheid. Het binnendrin-
gen van water in elektrisch gereedschap verhoogt
het risico op een elektrische schok.
4. Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel-
einde om de elektrische kettingzaag te dragen,
op te hangen of om de stekker uit het stopcon-
tact te trekken.Houd de kabel op een veilige
afstand van hitte, olie, scherpe kanten of bewe-
gende apparaatonderdelen. Beschadigde of ver-
strikt geraakte kabels verhogen het risico op een
elektrische schok.
5. Als u met de elektrische kettingzaag in de open
lucht werkt, gebruikt u enkel verlengsnoeren,
die ook voor buiten geschikt zijn. Het gebruik
van een voor buiten geschikt verlengsnoer verlaagt
het risico op een elektrische schok.
6. Indien de werking van de elektrische ketting-
zaag in een vochtige omgeving niet vermijd-
baar is, maakt u gebruik van een aardlekscha-
kelaar. Het gebruik van een aardlekschakelaar
verlaagt het risico op een elektrische schok. Maak
Machine alleen in technisch perfecte staat en doel-
matig, veiligheids- en gevaarbewust onder nale-
ving van de gebruiksaanwijzing gebruiken!
Vooral storingen die afbreuk kunnen doen aan de
veiligheid, per omgaande (laten) verhelpen!
De veiligheids-, werk- en onderhoudsvoorschriften
van de fabrikant, alsmede de in de technische ge-
gevens vermelde afmetingen, moeten worden na-
geleefd.
De van toepassing zijnde ongevalpreventievoor-
schriften en de overige algemeen erkende veilig-
heidstechnische regels moeten worden nageleefd.
De machine mag alleen door deskundige personen
worden gebruikt, onderhouden of gerepareerd, die
daarmee vertrouwd en over de gevaren onderricht
zijn. Eigenmachtige veranderingen aan de machi-
ne sluiten aansprakelijkheid van de fabrikant voor
de daaruit resulterende schade uit.
De machine mag alleen worden gebruikt met origine-
le accessoires en gereedschappen van de fabrikant.
Elk ander gebruik wordt beschouwd als ondoel-
matig. Voor de daaruit resulterende schade is de
fabrikant niet aansprakelijk, het risico daarvoor
draagt enkel de gebruiker.
Het apparaat mag niet worden gebruikt voor com-
mercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik.
Wanneer u niet zeker bent of een werkvoorwaarde
veilig of onveilig is, werk niet met de machine.
De kettingzaag is ontworpen voor het snijden van
hout en kleinere bomen, met een diameter niet
groter dan de kettingzwaardlengte.
Waarschuwing!
Lees a.u.b. voor ingebruikname van het apparaat
voor uw eigen veiligheid deze handleiding en de al-
gemene veiligheidsinstructies grondig. Wanneer u
het apparaat aan derden overlaat, leg deze gebruiks-
aanwijzing altijd bij.
5. Veiligheidsvoorschriften
Lees a.u.b. alle instructies voordat u met dit ge-
reedschap begint te werken.
Waarschuwing: Wanneer u elektrogereedschappen
gebruikt, dient u onderstaande fundamentele veilig-
heidsvoorzieningen na te leven, om zo het risico op
brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te
beperken.
Lees a.u.b. alle instructies en waarschuwingen nauw-
keurig. Het niet naleven van instructies en waarschu-
wingen kan leiden tot een elektrische schok, brand
en/of ernstig letsel. Bewaar a.u.b. de instructies en
de waarschuwingen goed. Onder de term "apparaat"
worden hier elektrisch aangedreven apparaten ver-
staan, ofwel met netvoeding (met stroomkabel) of
met accuvoeding (zonder stroomkabel).
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Maakt u zich vooraleer u met de elektronische
kettingzaag gaat werken met alle onderdelen ver-
trouwd.
53NL
4. Gebruik.en.behandeling van.de.elektrische.
kettingzaag:
Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werk het daarvoor bestemde elektrische ge-
reedschap.
Met het passende elektrische gereedschap werkt
u beter en veiliger in het aangegeven vermogens-
gebied.
Gebruik geen elektrisch gereedschap, waarvan
de schakelaar defect is.
Elektrisch gereedschap, dat niet meer in- of uitge-
schakeld kan worden, is gevaarlijk en moet gere-
pareerd worden.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
apparaatinstellingen doorvoert, toebehoren
wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt een onopzet-
telijke start van de elektrische kettingzaag.
Bewaar de ongebruikte elektrische kettingzaag
buiten het bereik van kinderen. Laat personen,
die met het apparaat niet vertrouwd zijn of deze
aanwijzingen niet gelezen hebben, het.appa-
raat niet gebruiken.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk als het door
onervaren personen gebruikt wordt.
Onderhoud de elektrische kettingzaag met
zorg.Controleer, of beweegbare onderdelen
foutloos functioneren en niet klemmen, of er
onderdelen gebroken of zodanig beschadigd
zijn, dat de werking van de elektrische ketting-
zaag in negatieve zin beïnvloed wordt. Laat be-
schadigde onderdelen vóór het gebruik van het
apparaat repareren.
Tal van ongevallen zijn aan slecht onderhouden
elektrisch gereedschap te wijten.
Houd snoeigereedschap scherp en netjes.
Zorgvuldig onderhouden snoeigereedschap met
scherpe snoeikanten gaat minder klemmen en is
gemakkelijker te bedienen.
Gebruik de elektrische kettingzaag, toebeho-
ren, inzetgereedschap, enz in overeenstem-
ming met deze aanwijzingen. Neem daarbij de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheid in acht.
Het gebruik van de elektrische kettingzaag voor
andere dan de voorziene toepassingen kan tot ge-
vaarlijke situaties leiden.
Service:
Laat uw elektrisch gereedschap uitsluitend
door gekwaliceerd, vakkundig geschoold per-
soneel en uitsluitend met originele reserveon-
derdelen repareren.
Daardoor wordt gewaarborgd dat de veiligheid van
het elektrische gereedschap gehandhaafd blijft.
Veiligheidsinstructies voor kettingzagen:
Houd bij een draaiende zaag alle lichaamsde-
len op een veilige afstand van de zaagketting.
Vergewis u vóór de start van de zaag dat de
zaagketting niets raakt.
gebruik van een aardlekschakelaar met een uit-
schakelstroom van 30 mA of minder.
3. Veiligheid.van.personen:
Wees aandacht, let erop wat u doet en ga met
verstand aan het werk met de elektrische ket-
tingzaag Gebruik de elektrische kettingzaag
niet wanneer u moe bent of onder invloed van
drugs, alcohol of medicijnen staat.
Eén moment van onoplettendheid bij het gebruik
van de elektrische kettingzaag kan tot ernstige ver-
wondingen leiden.
Draag een persoonlijke beschermingsuitrus-
ting en altijd een beschermbril.
Het dragen van een persoonlijke beschermings-
uitrusting, zoals slipvrije veiligheidsschoenen, be-
schermende helm of gehoorbescherming, verlaagt
het risico op verwondingen.
Vermijd een onopzettelijke ingebruikname.Ver-
gewis u dat de elektrische kettingzaag uitge-
schakeld is voordat u ze op de stroomvoorzie-
ning aansluit, opraapt of draagt.
Indien u bij het dragen van de elektrische ketting-
zaag uw vinger op de schakelaar houdt of het ap-
paraat ingeschakeld op de stroomvoorziening aan-
sluit, kan dit tot ongevallen leiden.
Verwijder het instellingsgereedschap of
schroefsleutels voordat u de elektrische ket-
tingzaag inschakelt.
Gereedschap of een sleutel, die zich in een draai-
end apparaatonderdeel bevindt, kan tot verwondin-
gen leiden.
Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg
voor een veilige stand en houd te allen tijde het
evenwicht.
Daardoor kunt u de elektrische kettingzaag in on-
verwachte situaties beter controleren.
Draag geschikte kledij. Draag geen wijde kle-
ding of sieraden. Houd haar, kledij en hand-
schoenen op een veilige afstand van bewegen-
de onderdelen.
Loszittende kledij, sieraden of lang haar kunnen
door bewegende onderdelen vastgegrepen wor-
den.
Als stofopvangapparaten en stonzamelappa-
raten geïnstalleerd kunnen worden, moet u er-
voor zorgen dat ze zijn aangesloten en correct
gebruikt. Gebruik van stofafzuiginstallatie kan het
risico op stof verminderen.
Waarschuwing! Dit elektrisch apparaat genereert
een elektromagnetisch veld als het is ingeschakeld.
Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden interfe-
reren met actieve of passieve medische implantaten.
Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beper-
ken, raden we personen met medische implantaten
aan om hun arts en de fabrikant van het medische
implantaat te raadplegen voordat de machine wordt
gebruikt.
54 NL
Houd handgrepen droog, netjes en vrij van olie
en vet.
Vettige, olieachtige handgrepen zijn glibberig en
leiden tot het verlies van de controle.
Enkel hout zagen. De kettingzaag niet gebrui-
ken voor werkzaamheden, waarvoor ze niet
bestemd is - voorbeeld: gebruik de kettingzaag
niet voor het zagen van plastic, metselwerk of
bouwmaterialen, die niet van hout zijn.
Het gebruik van de kettingzaag voor niet reglemen-
tair voorgeschreven werkzaamheden kan tot ge-
vaarlijke situaties leiden.
Veiligheidsmaatregelen tegen terugslag
Opgepast terugslag!
Terugslag kan zich voordoen wanneer het uiteinde
van de geleiderail een voorwerp raakt of wanneer
het hout kromt en de kettingzaag in de snede vast-
klemt.
Een aanraking met het uiteinde van de rail kan in
sommige gevallen tot een onverwachte, achter-
waarts gerichte reactie leiden, waarbij de geleide-
rail opwaarts en in de richting van de met de bedie-
ning belaste persoon geslagen wordt.
Het vastzitten van de kettingzaag aan de boven-
kant van de geleiderail kan de rail fel in de richting
van de operator terugstoten.
Iedere van deze reacties kan ertoe leiden dat u de
controle over de zaag verliest en u zich mogelijker-
wijs ernstig verwondt. Vertrouw niet uitsluitend op
de in de kettingzaag ingebouwde veiligheidsvoor-
zieningen.
Als gebruiker van een kettingzaag dient u verschil-
lende maatregelen te treffen om vrij van gevaar
voor ongevallen en verwondingen te kunnen wer-
ken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of
ontbrekend gebruik van het elektrische gereed-
schap. De terugslag kan door gepaste voorzorgs-
maatregelen, zoals hierna beschreven, verkomen
worden:
Houd de zaag met beide handen vast, waarbij duim
en vinger de handgrepen van de kettingzaag om-
sluiten (Abb. L). Breng uw lichaam en armen in
een positie, waarin u tegen de terugslagkrachten
bestand kunt zijn.
Als er gepaste maatregelen getroffen worden, kan
de met de bediening belaste persoon de terugslag-
krachten meester zijn. Noot de kettingzaag losla-
ten.
Vermijd een abnormale lichaamshouding en zaag
niet boven schouderhoogte.
Daardoor wordt een onopzettelijk contact met het
uiteinde van de rail vermeden en een betere con-
trole van de kettingzaag in onverwachte situaties
mogelijk gemaakt.
Gebruik steeds door de fabrikant voorgeschreven
reserverails en zaagkettingen.
Verkeerde reserverails en zaagkettingen kunnen
tot een scheur van de ketting en/of tot een terug-
slag leiden.
Bij het werken met een kettingzaag kan één mo-
ment van onoplettendheid ertoe leiden dat kleding
of lichaamsdelen door de zaagketting vastgegre-
pen worden.
Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand
aan de achterste handgreep en uw linkerhand
aan de voorste handgreep vast.
Het vasthouden van de kettingzaak in een omge-
keerde arbeidshouding verhoogt het risico op ver-
wondingen en mag niet toegepast worden.
Het elektrisch apparaat alleen bij de geïsoleer-
de handgrepen houden, omdat de zaagketting
verborgen leidingen zou kunnen raken.
Wanneer het snijgereedschap een onder stroom
staande leiding raakt, kan dit ertoe leiden dat de
vrijliggende metalen delen van het apparaat onder
spanning worden gezet, wat wederom bij de ge-
bruiker een elektrische schok veroorzaken kan.
Draag beschermbril en gehoorbescherming.
Een bijkomende beschermingsuitrusting voor
hoofd, handen, benen en voeten wordt aanbe-
volen.
Passende beschermende kledij vermindert het ge-
vaar voor verwondingen door rondvliegend spaan-
materiaal en een toevallige aanraking van de zaag-
ketting.
Werk met de kettingzaag niet op een boom
Bij de werking van een kettingzaag op een boom
bestaat er gevaar voor verwondingen.
Let altijd op een vaste stand en gebruik de ket-
tingzaag enkel wanneer u op een vaste, veilige
en effen grond staat.
Een glibberige ondergrond of instabiele standvlak-
ken, zoals op een ladder, kunnen tot het verlies van
het evenwicht of tot het verlies van de controle over
de kettingzaag leiden.
Houd er bij het snoeien van een onder spanning
staande tak rekening mee dat deze terugveert.
Als de spanning in de houtvezels vrijkomt, kan de
gespannen tak de operator raken en/ of de ketting-
zaag doen verliezen.
Wees uiterst voorzichtig bij het snoeien van
onderhout en jonge bomen.
Het dunne materiaal kan in de zaagketting verstrikt
geraken en op u slaan of u uit uw evenwicht bren-
gen.
Draag de kettingzaag aan de voorste hand-
greep in een uitgeschakelde toestand, de zaag-
ketting van uw. lichaam afgewend. Bij trans-
port of bewaring van de kettingzaag steeds de
beschermende afdekking opzetten.
Een zorgvuldige omgang met de kettingzaag ver-
laagt de waarschijnlijkheid dat er per vergissing
contact met de draaiende zaagketting plaatsvindt.
Volg de aanwijzingen voor de smering, de ket-
tingspanning en de wissel van toebehoren op.
Een onoordeelkundig gespannen of gesmeerde
ketting kan ofwel breken, ofwel het risico op terug-
slag verhogen.
55NL
Draag gehoorbescherming.
De blootstelling aan lawaai kan gehoorverlies veroor-
zaken.
Vibratie Ahv (handgreep voor) = 7,618 m/s
2
Vibratie Ahv (handgreep achter) = 4,633 m/s
2
Meetonzekerheid KPA = 1,5 m/s
2
De aangegeven trillingemissiewaarde werd vol-
gens een genormaliseerd testmethode gemeten en
kan ter vergelijking van een stuk elektrisch gereed-
schap met een ander gebruikt worden.
De aangegeven trillingemissiewaarde kan ook voor
een inleidende inschatting van de blootstelling be-
nut worden.
Waarschuwing:
Afhankelijk van de manier, waarop het elektrische
gereedschap gebruikt wordt, kan de trilingemissie-
waarde tijdens het effectieve gebruik van het elek-
trische gereedschap van de aangegeven waarde
verschillen.
De noodzaak bestaat, veiligheidsmaatregelen ter
bescherming van de operator vast te leggen, die op
een inschatting van de blootstelling in de effectieve
gebruiksomstandigheden gebaseerd zijn (hierbij
moet er met alle aandelen van de bedrijfscyclus
rekening gehouden worden, zo bijvoorbeeld met
tijden, tijdens dewelke het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is, en tijden, tijdens dewelke het
weliswaar ingeschakeld is, maar zonder belasting
functioneert).
7. Montage en bediening
Waarschuwing!
Draag altijd een veiligheidsbril, oorkappen, veilig-
heidshandschoenen en stevige werkkleding!
De kettingzaag alleen gebruiken met goedgekeur-
de verlengkabels (met rubberen ommanteling), de
voorgeschreven sterkte en met voor het buitenbereik
goedgekeurde aansluitingen, die bij de stekker van
de zaag passen.
De kettingzaag is voorzien van een veiligheidsscha-
keling. De zaag werkt alleen als u met één hand
schakelaar 11 en 13 tegelijk bediend.
Wanneer de kettingzaag niet draait, moet de ketting-
rem met de voorste handbescherming (3) worden
vrijgegeven.
Aanzetten
De kettingrem (3) losmaken, de inschakelblokke-
ring (11) drukken en de aan-/uit-schakelaar (13)
drukken.
De onderste klauw van de klauwaanslag (afb. 2, J)
op het hout zetten. De kettingzaag aan de achter-
ste handgreep (1) tillen en in het hout zagen. De
kettingzaag iets naar achteren bewegen en dan de
klauwaanslag iets dieper aanzetten.
Wees voorzichtig met gespleten hout, omdat stuk-
ken hout af kunnen breken.
Houd u aan de aanwijzingen vanwege de fabrikant
voor het scherpen en het onderhouden van de
zaagketting.
Te lage dieptebeperkers verhogen de neiging om
terug te keren.
Aanvullende veiligheidsinstructies
Wanneer de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd raakt, moet zij worden vervangen door
een speciale aansluitleiding, die verkrijgbaar is bij
de fabrikant of bij uw klantenservice.
Gebruik een aardlekschakelaar met een uitscha-
kelstroom van 30 mA of minder.
Volg zorgvuldig de onderhouds-, controle- en ser-
vice-instructies in deze gebruiksaanwijzing op.
Beschadigde beschermingsvoorzieningen en on-
derdelen moeten vakkundig door ons service-cen-
ter worden gerepareerd of vervangen, tenzij anders
vermeld in de gebruiksaanwijzing.
Voordat u met de elektrokettingzaag begint te wer-
ken, maak u goed vertrouwd met alle bediendelen.
Oefen de omgang met de zaag (rondhout op een
zaagblok op maat snijden) en laat u zich functie,
werking, zaagtechnieken en personenbescher-
mingsuitrusting door een ervaren gebruiker of des-
kundige uitleggen.
6. Technische gegevens
Technische gegevens
Snijgegevens kettingzaag
Snijlengte mm 440
Zwaardlengte mm 457
Olietankcapaciteit l 0,28
Type olie slijtvaste olie
Zaagkettingafdeling 3/8"
Schakel de linkdikte 1,27mm
Zaagketting type Oregon
91PX062X
Tandhoogte van de aandrijving 6
Tandwielaandrijving tandwiel 3/8"
Kettingrem en
Gids bar type Oregon
180SDEA041
Aandrijving
Motor V / Hz 230-240V / 50 Hz
Maximaal nominaal
nettovermogen W
2400
Toerental max. min-1 8000
Gewicht kg 5,0
Technische wijzigingen voorbehouden!
Informatie over de geluidsontwikkeling volgens de re-
levante normen gemeten:
Geluidsdruk LpA = 89,3 dB(A)
Geluidsvermogen LWA = 100,3dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau LWA = 108
dB(A)
Meetonzekerheid KPA = 2,5 dB(A)
56 NL
Montage
Geleidingsrail en ketting aanbrengen (afb. 1, 2, 3).
Waarschuwing: wanneer de zaag reeds is aan-
gesloten aan de stroomverzorging: altijd eerst het
apparaat loskoppelen van het stroomnet. Bij alle
werkzaamheden met/aan de zaag beschermhand-
schoenen dragen.
Belangrijke opmerking: De voorste handbescherming
(3) moet altijd in de bovenste (verticale) positie zijn
(afb. 5).
De geleidingsrail en de zaagketting worden afzon-
derlijk, dus niet gemonteerd geleverd. Bij de montage
eerst de borgmoer (SDS-systeem/5) losmaken en
dan de afdekking van het tandwiel (6) verwijderen.
De boutgeleider (17) moet zich in het midden van de
geleiding bevinden.
Indien nodig de kettingspanning met het instelwiel
(5a/afb. 3) bijstellen.
Waarschuwing! Om letsel door de scherpe randen
te voorkomen, moeten bij de montage, het spannen
en controleren van de ketting altijd beschermhand-
schoenen gedragen worden!
Voor de montage van de geleidingsrail met de zaag-
ketting de snijrichting van de tanden controleren! De
looprichting wordt aangegeven met een pijl op de af-
dekking van het tandwiel (6). Om de richting van het
snijden vast te leggen kan het nodig zijn de zaagket-
ting (4) om te draaien.
Houd de geleidingsrail (7) verticaal met de punt naar
boven en breng de zaagketting (4) aan; begin aan het
uiteinde van de geleidingsrail. Aansluitend wordt de ge-
leidingsrail met de zaagketting als volgt gemonteerd:
De geleidingsrail met de zaagketting aan het tand-
wiel (16) en boutgeleider (17) aanbrengen. Let op
dat de justeerplaat (7a/afb. 3) naar u wijst!
De zaagketting om het tandwiel (16) geleiden en
controleren of zij correct ligt (zie afb. 3).
De verstelplaat (7a) is met de schroef F aan de ge-
leidingsrail (7) bevestigd.
De afdekking van het tandwiel (6) boven aanbren-
gen en voorzichtig met de borgmoer (5) vastmaken.
Nu moet de zaagketting nog juist worden gespannen.
Zaagketting spannen
Waarschuwing!
Bij alle werkzaamheden aan de kettingzaag het appa-
raat altijd van tevoren loskoppelen van het stroomnet!
Bij alle werkzaamheden aan de ketting altijd be-
schermhandschoenen dragen!
De zaagketting (4) moet per se in de geleidingsrail
(7) liggen!
De buitenste knop rechtsom draaien (5a/afb. 3)
tot de zaagketting goed is gespannen, dan de bin-
nenste knop (van 5) draaien om de geleidingsrail in
deze positie vast te maken.
Terwijl de binnenste knop vastgedraaid wordt, moet
de geleidingsrail omhoog worden geduwd.
Controleer dan de spanning van de zaagketting op-
nieuw. De ketting mag niet te strak zijn gespannen. Bij
koud weer moet het mogelijk zijn, de ketting in het mid-
den van de geleidingsrail ongeveer 5 mm op te tillen.
Let op!
Na het inschakelen draait de kettingzaag onmiddellijk
op volle snelheid.
Uitzetten
Voor het uitzetten moet de aan-/uit-schakelaar (13)
aan de achterste handgreep worden losgemaakt.
Bij het uitschakelen met de aan-/uit-schakelaar stopt
de kettingzaag binnen 1 seconde, met hevige vonk-
vorming. Dit is echter heel normaal, en het doet geen
afbreuk aan de goede werking van de kettingzaag.
Na het werk met de kettingzaag: altijd de zaagket-
ting en het zwaard reinigen en de kettingbescher-
ming weer aanbrengen.
Bij het bedienen van de kettingrem wordt de ket-
tingzaag onmiddellijk gedeactiveerd.
8. Ingebruikname
De spanning en de aard van de stroomverzorging
moeten overeenkomen met de gegevens op het ty-
peplaatje.
Voor aanvang van de werkzaamheden moet altijd de
goede en veilige werking van de kettingzaag worden
gecontroleerd.
Controleer ook of de ketting goed gesmeerd wordt,
en of het oliepeil voldoende hoog is (zie afb. 4). Wan-
neer het oliepeil ongeveer 5 mm boven de onderste
markering ligt, moet olie worden bijgevuld. Wanneer
het oliepeil hoger is, kunt u beginnen te werken.
De kettingzaag aanzetten en boven de grond hou-
den. De kettingzaag mag de grond niet raken. Om
veiligheidsredenen moet hier een minimale afstand
van 20 cm in acht worden genomen. Wanneer u
toenemende oliesporen ontdekt, betekent dit dat
het smeersysteem voor de ketting goed werkt.
Wanneer u geen tekenen van olie kunt vaststellen,
reinig eerst de olie-uitlaat (afb. 2, C), het bovenste
boorgat van de kettingspanner (afb. 3, E) en de
olieleiding. Raadpleeg indien nodig een gespecia-
liseerd bedrijf. (Lees a.u.b. echter van tevoren de
overeenkomstige instructies in paragraaf „Kettings-
meerolie bijvullen“).
Controleer ook indien nodig de kettingspanning en
de speling (zie paragraaf „Zaagketting spannen“).
Controleer de goede werking van de kettingrem
(zie ook paragraaf „Kettingrem vrijgeven“).
57NL
Zwaard
Het zwaard (7) wordt bijzonders op de punt (neus) en
beneden zwaar belast. Om een eenzijdige slijtage te
vermijden, draai de geleidingsrail om wanneer u de
ketting slijpt.
Tandwiel
Het tandwiel (16) wordt bijzonders hoog belast. Wan-
neer u aan de tanden diepe slijtagesporen vindt, moet
het tandwiel worden vervangen. Een versleten tand-
wiel verkort de houdbaarheid van de zaagketting. Het
vervangen van het tandwiel moet bij de vakhandel of
door een gespecialiseerd bedrijf worden uitgevoerd.
Kettingbescherming
De kettingbescherming moet onmiddellijk na het
einde van het werk en bij vervoer over de ketting en
geleidingsrail worden aangebracht.
Kettingrem
Bij een terugslag van de zaag wordt de kettingrem
in werking gesteld (3) over de voorste handbescher-
ming (3). De voorste handbescherming (3) wordt met
de handrug naar voren gedrukt. Daardoor wordt door
de kettingrem de kettingzaag, ofwel de motor binnen
0,15 sec. tot stilstand gebracht. (afb. 5, H).
Kettingrem vrijgeven (afb. 5)
Om de zaag weer gebruiksklaar te maken, moet de
blokkering van de zaagketting weer worden losge-
maakt. Daarvoor eerst de kettingzaag uitschakelen.
Dan de voorste handbescherming (3) in zijn verticale
uitgangspositie terugklappen, totdat hij vastklikt (afb.
5, I). Daarmee is de kettingrem weer volledig functi-
oneel.
Bescherming van de kettingzaag
De kettingzaag mag niet bij regen of onder vochtige
omstandigheden worden gebruikt.
Waarschuwing: Wanneer het verlengkabel bescha-
digd is, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact
trekken. Er mag niet worden gewerkt met een be-
schadigde kabel.
Controleer de kettingzaag op schade. Voor herge-
bruik van het apparaat de beschermvoorzieningen of
eventuele licht beschadigde onderdelen zorgvuldig
op hun perfecte en doelmatige functie controleren.
Controleer de beweegbare onderdelen op goede
werking.
Alle onderdelen moeten juist zijn gemonteerd en
aan alle voorwaarden voldoen, om de perfecte
werking van de kettingzaag te garanderen.
Beschadigde veiligheidsvoorzieningen en -onder-
delen moeten door een gespecialiseerd bedrijf
volgens de voorschriften worden gerepareerd of
vervangen; tenzij andersluidende bepalingen kun-
nen worden gevonden in deze gebruiksaanwijzing.
De borgmoer (5) stevig vastdraaien.
Bij warm weer breidt de ketting zich uit en zit dan
soepeler. Hier bestaat dan het gevaar dat de ket-
ting van de geleidingsrail aoopt.
Daaro m moet zij indi en nodig o p tijd worde n vastgezet.
Wanneer een verwarmde zaagketting werd vastge-
zet, moet zij aan het einde van het werk weer los
worden gemaakt. Anders zou de kettingspanning
bij het afkoelen en het daarmee verbonden inkrim-
pen van de zaagketting te groot worden.
Een nieuwe zaagketting moet ongeveer 5 minuten
inlopen. Hier is de smering van de ketting bijzon-
ders belangrijk.
Na het inlopen moet de kettingspanning worden
gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld.
9. Aanwijzingen voor het werk
Vervoer van de kettingzaag
Voordat de kettingzaag mag worden vervoerd, al-
tijd de stekker uit het stopcontact trekken en de ket-
tingbescherming over de rail en ketting aanbrengen.
Wanneer met de kettingzaag meerdere sneden die-
nen te worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de
sneden worden uitgeschakeld.
Verlengkabel
Er mogen alleen verlengkabels worden gebruikt die
voor buitenshuis gebruik zijn ontworpen. De kabeldoor-
snede (max. lengte van de verlengkabel: 75 m) moet
minstens 2,5 mm² bedragen. De verlengkabel moet
voor de veiligheid in een lus eindigen die door de trek-
ontlasting aan de behuizing wordt gevoerd (afb. M).
Verlengkabels van meer dan 30 m lengte hebben een
nadelig effect op het vermogen van de kettingzaag.
Smeren van de ketting
Ter bescherming tegen overmatige slijtage moe-
ten zaagketting en geleidingsrail tijdens het gebruik
gelijkmatig worden gesmeerd. De smering gebeurt
automatisch. Nooit zonder kettingsmering werken.
Wanneer de ketting droog loopt, wordt de gehele snij-
voorziening binnen korte tijd sterk beschadigd.
Daarom voor elk werkbegin de kettingsmering en het
oliepeil controleren (afb. 4).
De zaag niet in gebruik nemen wanneer het oliepeil
onder de markering “Min.” ligt.
Min.: Wanneer het oliepeil op de display (15) nog
maar 5 mm boven de onderste markering ligt, moet
olie worden bijgevuld.
Max.: Met olie aanvullen tot de hoogste stand op de
display (15) bereikt is.
Kettingsmeermiddel
De houdbaarheid van zaagketting en geleidings-
rail wordt grotendeels ook bepaald door de kwaliteit
van het gebruikte smeermiddel. Geen afgewerkte
olie gebruiken! Alleen milieuvriendelijk smeermid-
del gebruiken. Het kettingsmeermiddel mag alleen in
opbergboxen worden bewaard die aan de relevante
voorschriften voldoen.
58 NL
niveau van de werkomgeving op te houden, omdat
de boom na het kappen vermoedelijk naar bene-
den rolt ofwel glijdt.
Let op afgebroken of dode takken die naar bene-
den vallen en zwaar letsel veroorzaken kunnen.
De volgende voorwaarden kunnen de richting van de
val van een boom beïnvloeden:
Windrichting en -snelheid.
Neiging van de boom. De neiging is op grond van
oneffen of hellend terrein niet altijd herkenbaar.
Bepaal de neiging van de boom met behulp van
een lood of een waterpas.
Takkengroei (en dus gewicht) aan slechts één kant.
Omringende bomen of obstakels.
Wordt door twee of meer personen tegelijk bijge-
sneden en gekapt, dan dient de afstand tussen de
kappende en bijsnijdende personen minstens de
dubbele hoogte van de te kappen boom bedragen.
Bij het kappen van bomen is erop te letten dat an-
dere personen niet worden blootgesteld aan gevaar,
geen verzorgingsleidingen getroffen en geen materi-
ele schade veroorzaakt worden. Wanneer een boom
in contact komt met een verzorgingsleiding, dan is
het verzorgingsbedrijf onmiddellijk in te lichten.
Let op vernielde en verrotte boomdelen. Wanneer de
stam verrot is, kan hij plotseling breken en op u val-
len. Zorg ervoor dat voldoende plaats voor de vallen-
de boom voorhanden is. Houd een afstand van 2 1/2
boomlengten tot de volgende persoon ofwel andere
objecten. Motorlawaai kan boven waarschuwroepen
uitkomen.
Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nieten
en draad van de zaagplek.
Houd een vluchtweg vrij (afb. A)
Voor het kappen dient een vluchtweg te worden ge-
pland en indien nodig vrijgemaakt. De vluchtweg
dient vanuit de verwachte vallijn schuin naar achte-
ren weg te voeren (afb. A).
Positie 1: Vluchtweg
Positie 2: Richting van de val van de boom
Kappen van grote bomen – alleen met
dienovereenkomstige opleiding (vanaf 15 cm
doorsnede)
Voor het kappen van grote bomen gebruikt men de
ondersnijmethode. Daarbij wordt zijdelings een wig
uit de boom gesneden, overeenkomstig de gewenste
richting van de val. Nadat de valsnede aan de andere
kant van de boom werd verricht, valt de boom in de
richting van de wig.
Let op: Wanneer de boom grote steunwortels ver-
toont, dienen deze te worden verwijderd, voordat de
kerf ingesneden wordt. Indien de zaag voor de ver-
wijdering van de steunwortels gebruikt wordt, dient
de zaagketting niet de grond te raken, zodat de ket-
ting niet stomp wordt.
Ondersnede en kappen van de boom (afb. B-C)
Zaag loodrecht op de richting van de val een kerf
met een diepte van 1/3 van de boomdoorsnede.
Informatie voor praktisch gebruik
Terugslag
U voorkomt zaagongelukken wanneer u niet met de
punt van de geleidingsrail zaagt, omdat de zaag dan
plotseling omhoog en terug kan slaan.
Bij het werken met de zaag altijd de complete be-
schermuitrusting en stevige werkkleding dragen.
Een terugslag is een opwaartse en/of achterwaartse
beweging van de geleidingsrail, die optreden kan
wanneer de zaagketting op het punt van het zwaard
op een obstakel (voorwerp) stuit.
Beveilig uw werkstuk altijd goed. Gebruik spanvoor-
zieningen om het werkstuk vast te houden. Dit ver-
gemakkelijkt de veilige bediening van de kettingzaag
met beide handen.
Een terugslag veroorzaakt een ongecontroleerd ge-
drag van de zaag, dit gevaar bestaat bijzonders bij
een soepele of stompe zaagketting. Een onvoldoen-
de geslepen ketting verhoogt het terugslaggevaar.
Nooit boven schouderhoogte zagen.
Tips voor praktisch gebruik van de zaag
Belangrijke instructies
Gebruik het apparaat uitsluitend voor het zagen
van hout. Bewerk geen metaal, plastic, muurwerk,
bouwmateriaal dat niet uit hout bestaat enz.
Zet de motor af wanneer de zaag in contact komt
met een vreemd voorwerp. Controleer de zaag en
repareer ze indien nodig.
Bescherm de ketting tegen vuil en zand. Zelfs
kleine hoeveelheden vuil kunnen de ketting snel
afstompen en het risico op een terugslagreactie
verhogen.
Begin ter oefening met het zagen van kleinere
boomstammen, om een gevoel voor uw apparaat
te krijgen, voordat u moeilijkere taken aanpakt.
Druk de behuizing van de kettingzaag tegen de
boomstam, wanneer u met het zagen begint.
Laat de zaag voor u werken. Oefen slechts lichte
druk naar beneden uit.
Om na de uittreding van de ketting uit het hout niet
de controle over het apparaat te verliezen, dient u
aan het einde van de snede geen druk op de zaag
uit te oefenen.
Bomen kappen – alleen met
dienovereenkomstige opleiding
Let op!: Let op gebroken of afgestorven takken die
tijdens het zagen naar beneden vallen en ernstig let-
sel kunnen veroorzaken. Zaag niet in de buurt van
gebouwen of stroomleidingen, als u niet weet in wel-
ke richting de gekapte boom valt. Werk niet s‘ nachts,
omdat u dan slechter ziet, of bij regen, sneeuw of
storm, omdat de richting van de val van de boom on-
voorspelbaar is.
Plan uw werk met de kettingzaag vooruit.
De werkomgeving om de boom dient vrij te zijn, zo-
dat u een veilige stand heeft.
Bij zaagwerkzaamheden op een helling dient de
machinevoerder zich altijd op het hoger gelegen
59NL
verbonden. Trek de stammen naar een vrije plek
en neem daarbij het eerst de vrijgelegde stammen.
Verschillende sneden voor stamsplitsing (afb.D)
m Let op!: Indien de zaag in een stam ingeklemd
wordt, trek ze niet met geweld eruit. U kunt de con-
trole over het apparaat verliezen en daarbij ernstig
gewond raken en/of de zaag beschadigen. Houd
de zaag stil en drijf een wig van plastic of hout in
de snede, totdat de zaag zich er gemakkelijk uit laat
trekken. Zet de zaag weer aan en zet de snede voor-
zichtig weer aan. Start de zaag nooit wanneer ze is
ingeklemd in een stam.
Bovensnede (afb. E, Pos.1)
Zet voor de bovensnede aan de bovenkant van de
stam aan en houd daarbij de zaag tegen de stam.
Oefen bij de bovensnede slechts lichte druk uit naar
beneden.
Ondersnede (afb. E, Pos.2)
Zet voor de ondersnede aan de onderkant van de
stam aan en houd daarbij de bovenkant van de zaag
tegen de stam. Oefen bij de ondersnede slechts
lichte spanning uit naar boven. Houd de zaag goed
vast om het apparaat te kunnen controleren. De zaag
drukt naar achteren (uw kant op).
m Let op!: Houd de zaag voor een ondersnede nooit
verkeerd om. In deze positie heeft u geen controle
over het apparaat. Voer de eerste snede altijd uit op
de compressiekant van de stam. De compressiekant
van een stam is daar waar zich de druk van het stam-
gewicht concentreert.
Stamsplitsing zonder steunen (afb. F)
Wanneer de gehele lengte van de boomstam ge-
lijkmatig ligt, wordt van bovenaf gezaagd (pos. 1).
Let erop niet in de grond te zagen.
Stamsplitsing eenzijdig liggend (afb. G)
Wanneer de boomstam op één einde ligt, de eer-
ste snede (pos. 1) van onderen zagen (1/3 van de
stamdoorsnede), om splinteren te vermijden.
De tweede snede van boven (2/3 doorsnede) op
hoogte van de eerste snede, om inklemmen te ver-
mijden.
Stamsplitsing tweezijdig liggend (afb. H)
Wanneer de boomstam op beide einden ligt, de
eerste snede (pos. 1) van bovenaf zagen (1/3 van
de stamdoorsnede), om splinteren te vermijden.
De tweede snede van beneden (2/3 doorsnede)
op hoogte van de eerste snede, om inklemmen te
vermijden.
Snoeien1 en aftoppen
Let op!: Kijk altijd uit en bescherm uzelf tegen terugslag.
De draaiende ketting op de punt van de geleidingsrail bij
het snoeien of het aftoppen van takken nooit met andere
takken of objecten in contact laten komen. Een dergelijk
contact kan ernstig letsel veroorzaken.
Eerst de onderste horizontale kerfsnede (afb. B,
pos. 1) doorvoeren. Daardoor wordt het inklemmen
van de zaagketting of geleidingsrail bij het zetten
van de tweede kerfsnede (afb. B, pos. 2) verme-
den. Verwijder nu de uitgesneden wig.
Aansluitend kunt u op de tegenoverliggende
boomkant de valsnede (afb. B, pos. 3) uitvoeren.
Zet daarvoor ongeveer 5 cm boven het midden
van de kerf aan. De valsnede parallel met de ho-
rizontale kerfsnede uitvoeren. De valsnede (pos.
3) maar zo diep inzagen, dat nog een verbindings-
stuk (pos. 4) (valrand) staan blijft die als scharnier
kan fungeren. Het verbindingsstuk voorkomt dat de
boom draait en in de verkeerde richting valt. Zaag
het verbindingsstuk niet door.
Let op: Bij het naderen van de valsnede naar het
verbindingsstuk dient de boom beginnen te vallen.
Wanneer blijkt dat de boom mogelijk niet in de ge-
wenste richting valt of terughelt en de zaagketting
vastklemt, de valsnede onderbreken en voor de ope-
ning van de snede en voor het vellen van de boom
in de gewenste vallijn wiggen uit hout, kunststof of
aluminium gebruiken.
Wanneer de boom begint te vallen, de kettingzaag
uit de snede halen, uitschakelen, aeggen en de ge-
varenzone via de geplande vluchtweg verlaten. Op
vallende takken letten en niet struikelen.
Let op signalen die aantonen dat de boom begint
te vallen: krakende geluiden, een groter wordende
valsnede of bewegingen in de bovenste takken.
Snijd geen deels gekapte bomen met uw zaag,
om letsel te vermijden. Let bijzonders op deels ge-
kapte bomen die niet gesteund zijn. Wanneer een
boom niet helemaal valt, leg de zaag neer en ge-
bruik een lier, een takel of een tractor als hulp.
Zagen van een gekapte boom (stamsplitsing)
De term “stamsplitsing” duidt op het splitsen van een
gekapte boom in stammen met de telkens gewenste
lengte.
Let op!: Ga niet op de stam staan die u net snijdt. De
stam zou kunnen wegrollen en u verliest uw stand
en de controle over het apparaat. Voer de zaagwerk-
zaamheden nooit op hellende grond uit. Let op uw
veilige stand en de gelijkmatige verdeling van uw
lichaamsgewicht op beide voeten. Indien mogelijk
dient de stam door takken, balken of wiggen onder-
steund en gesteund te worden.
Belangrijke instructies
Zaag altijd maar één stam of tak.
Wees voorzichtig bij het snijden van gesplinterd
hout. U zou door scherpe stukjes hout kunnen wor-
den getroffen.
Snijd kleine stammen of takken op een zaagblok.
Bij het snijden van stammen mag geen andere per-
soon de stam vasthouden. Beveilig de stam ook
niet met uw been of voet.
Gebruik de zaag niet voor plekken, waarin stam-
men, wortels en andere boomdelen met elkaar zijn
60 NL
Na voltooiing van de snede de stilstand van de zaag-
ketting afwachten, voordat men de kettingzaag daar
verwijdert. De motor van de kettingzaag altijd afzet-
ten voordat men van boom tot boom wisselt.
10. Onderhoud
Waarschuwing! Voor alle werkzaamheden aan de
kettingzaag moet het apparaat van tevoren altijd wor-
den losgekoppeld van de stroomverzorging!
De ventilatiesleuven op de motorbehuizing altijd
schoon en vrij houden.
Alleen de in deze gebruiksaanwijzing beschreven
onderhoudswerkzaamheden mogen zelf worden
uitgevoerd. Alle andere onderhoudstaken moeten
door onze klantenservice worden doorgevoerd.
De zaag mag op geen enkele manier worden aan-
gepast, omdat dan de veiligheid van het apparaat
niet meer gewaarborgd is.
Wanneer de kettingzaag ondanks zorgvuldige
verzorging en onderhoud toch eenmaal niet goed
werkt, laat deze a.u.b. door een gespecialiseerd
bedrijf repareren.
Kettingsmeerolie bijvullen
De afsluitdop van de olietank (14) voor het openen
reinigen, zodat geen vuil in de tank kan komen. Bij het
werken met de zaag de inhoud van de olietank met
behulp van de oliepeilindicator (15) controleren. De
afsluitdop (14) daarna weer goed sluiten en eventueel
gemorste olie afvegen.
Zaagketting slijpen
Uw zaagketting wordt bij de vakhandel snel en vak-
kundig bijgeslepen. U verkrijgt bij de vakhandel ook
voorzieningen voor het slijpen van de ketting, waar-
mee u zelf uw zaagketting slijpen kunt. Let a.u.b. op
de betreffende gebruiksaanwijzing. Onderhoud uw
apparatuur met zorg. Houd uw gereedschap scherp
en schoon, om goed en veilig te kunnen werken. Leef
de onderhoudsvoorschriften en de instructies voor
het vervangen van gereedschap na.
Service-informatie
U moet er rekening mee houden dat bij dit product
de volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage
door gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de
volgende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen.
Slijtstukken*:
Zaagketting
Geleidingsrail
Kettingsmeerolie
Koolborstels
Klauwaanslag
* niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen!
Let op!: Stap voor het snoeien of aftoppen nooit in
de boom. Ga niet op ladders, voetstukken enz. staan.
U zou uw evenwicht en de controle over het apparaat
kunnen verliezen.
Belangrijke instructies
Werk langzaam en houd de zaag met beide han-
den vast. Let op een veilig staande positie en
evenwicht.
Let op terugschietende boomdelen. Wees bij het
snijden van kleine boomdelen extreem voorzichtig.
Buigzaam materiaal kan in de zaagketting vastra-
ken en u tegemoet schieten of u uit het evenwicht
brengen.
Let op terugschietende boomdelen. Dit geldt bij-
zonders voor gebogen of belaste takken. Vermijd
met de tak of zaag in contact te komen, wanneer
de spanning van het hout nageeft.
Houd uw werkomgeving vrij. Ruim de weg vrij van
takken om niet over ze te struikelen.
Snoeien (afb. J)
Snoeien betekent het afscheiden van de takken
van de gekapte boom.
Laat de grotere takken onder de gekapte boom lig-
gen en gebruik ze als steun, terwijl u doorwerkt.
Begin aan de voet van de gekapte boom en werk
naar de punt toe. Verwijder kleinere boomdelen
met een snede in de groeirichting (pijlen afb. J).
Let daarbij op, de boom altijd tussen u en de zaag
te laten.
Verwijder grotere, steunende takken met de me-
thodes in paragraaf “Stamsplitsing zonder steu-
nen”.
Takken die onder spanning staan, altijd van bene-
den naar boven zagen om vastklemmen van de
zaag te voorkomen.
Verwijder kleine vrijhangende boomdelen altijd met
een bovensnede. Door een ondersnede zouden ze
in de zaag kunnen vallen ofwel deze inklemmen.
Aftoppen (afb. I)
Let op!: Top alleen takken af onder ofwel gelijk aan
schouderhoogte. Snijd nooit takken boven schouder-
hoogte. Laat zulke werkzaamheden over aan een
deskundige.
Snijd bij de eerste snede (pos. 1) 1/3 in het onder-
ste takdeel.
Snijd dan met de tweede snede (pos. 2) helemaal
door de tak heen. De derde snede (pos. 3) is een
bovensnede, waarmee u de tak tot op 2,5 tot 5 cm
van de stam scheidt.
Zagen op de helling (afb. K)
Bij zaagwerkzaamheden op de helling steeds boven
de boomstam staan (afb. K). Om op het moment van
het „doorzagen“ de volle controle te behouden, tegen
het einde van de snede de aanligdruk verlagen, zon-
der de vaste greep aan de handgrepen van de ket-
tingzaag los te maken.
Let op!:De zaagketting mag de grond niet raken.
61NL
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
Stroomtype van de motor
Gegevens van het typeplaatje van de machine
Gegevens van het typeplaatje van de motor
13. Afvalverwijdering en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om trans-
portschade te voorkomen. Deze verpakking is een
grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan in de
grondstofkringloop teruggebracht worden. Batterij-
en horen niet thuis bij het huisvuil. Gooi ze niet in het
vuur of in het water. Batterijen moeten worden inge-
zameld, gerecycleerd of milieuvriendelijk verwijderd.
Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse
materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Ontdoe u
van defecte onder delen op de inzamelplaats waar u
gevaarlijke afvalstoffen mag afgeven. Informeer u in
uw speciaalzaak of bij uw gemeentebestuur!
Oude apparatuur mag niet bij het huisafval worden
gegooid!
Dit symbool geeft aan dat dit product conform
de richtlijn inzake verbruikte elektrische en
elektronische apparatuur (2012/19/EU) en na-
tionale wettelijke bepalingen niet bij het huis-
houdelijk vuil mag worden gegooid. Dit product moet
bij een hiervoor bestemde verzamelpunt worden af-
gegeven. Dit kan bijv. door teruggave bij de aanschaf
van een soortgelijk product of door inlevering bij een
erkend inzamelpunt voor het recyclen van verbruikte
elektrische en elektronische apparatuur. Het onjuist
afvoeren van oude apparatuur kan door mogelijke
gevaarlijke stoffen, die veelal in verbruikte elektri-
sche en elektronische apparatuur zijn verwerkt, ne-
gatieve effecten op het milieu en de gezondheid van
de mens hebben. Door een juiste afvoer van dit pro-
duct levert u bovendien een bijdrage aan een effec-
tief gebruik van natuurlijke ressources. Informatie
inzake inzamelpunten voor verbruikte apparatuur
kunt u opvragen bij de gemeente, de publieke afval-
verwerker, een erkend afvalverwerkingsstation voor
het afvoeren van verbruikte elektrische en elektro-
nische apparatuur of uw afvalverwerkingsstation.
11. Opslag
Bevestig de kettingbescherming vóór elk vervoer
en elke opslag.
Sla het apparaat op een droge plek op buiten het
bereik van kinderen.
Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, sla het
zodanig op, dat het niet door onbevoegde perso-
nen kan worden gestart.
WAARSCHUWING!
Bewaar het apparaat niet onbeschermd buiten of in
een vochtige omgeving.
12. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften. De netaansluiting van de
klant en het gebruikte verlengsnoer moeten even-
eens aan deze voorschriften voldoen.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
Versleten plekken, als aansluitkabels door vensterof
deuropeningen worden geleid.
Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel.
Snijplekken omdat over de aansluitkabel is ger den.
Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de
isolatie is beschadigd. Controleer de elektrische
aansluitkabels regelmatig op schade. Let erop dat bij
het controleren de aansluitka - bel niet op het elektri-
citeitsnet is aangesloten. Elektrische aansluitkabels
moeten aan de relevante VDE- en DIN-voorschriften
voldoen. Gebruik uitsluitend aansluitkabels met de
aanduiding H05VV-F. Op de aansluitkabel moet de
type-aanduiding vermeld staan.
Wisselstroommotor
De netspanning moet 230 VAC zijn
Uitbreidingskabels tot 25 m lengte moeten een
dwarsdoorsnede hebben van 1,5 vierkante millime-
ter, meer dan 25 vierkante meter, minstens 2,5 vier-
kante millimeter.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uit-
rusting mogen uitsluitend door een elektromonteur
worden uitgevoerd.
62 IT
14. Foutenherstel
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Motor loopt niet Geen stroom
Kettingrem
Koolborstels versleten
Stopcontact, kabels en stekkers van de
stroomverzorging controleren
Kabel beschadigd: moet door een gespecialiseerd
bedrijf gerepareerd worden. Provisorische reparatie
(isolatieband enz.) is streng verboden.
Schakelaar beschadigd: moet door een
gespecialiseerd bedrijf gerepareerd worden.
Zie paragraaf "Kettingrem" en "Kettingrem
vrijgeven".
Koolborstels door een gespecialiseerd bedrijf laten
vervangen.
Ketting beweegt zich niet Kettingrem Kettingrem controleren en indien nodig vrijgeven.
Onvoldoende
snijvermogen
Ketting stomp
Kettingspanning
Ketting ligt niet goed in de geleiding
Ketting slijpen
Ketting juist spannen
Ketting juist aanbrengen
Zagen moeilijk
Ketting springt van het
zwaard
Kettingspanning Ketting juist spannen
Zaagketting draait heet Kettingsmering Oliepeil controleren en indien nodig olie bijvullen.
106
DE
erklärt folgende Konformität gemäß
EU-Richtlinie und Normen für den Artikel
GB
hereby declares the following conformity under the
EU Directive and standards for the following article
FR
déclare la conformité suivante selon la directive UE
et les normes pour l’article
IT
dichiara la seguente conformità secondo le diret-
tive e le normative UE per l‘articolo
CZ
prohlašuje následující shodu podle smernice EU a
norem pro výrobek
HU
az EU-irányelv és a vonatkozó szabványok szerinti
következo megfeleloségi nyilatkozatot teszi a
termékre
HR
ovime izjavljuje da postoji sukladnost prema EU-
smjernica i normama za sljedece artikle
RO
declară următoarea conformitate corespunzător
directivelor şi normelor UE pentru articolul
TR
Normları geregince asagıdaki uygunluk açıkla
masını sunar.
FIN
vakuuttaa täten, että seuraava tuote täyttää ala
esitetyt EU-direktiivit ja standardit
PL
deklaruje, ze produkt jest zgodny z nastepujacymi
dyrektywami UE i normami
SLO
izjavlja sledeco skladnost z EU-direktivo in nor-
mami za artikel
SK
prehlasuje nasledujúcu zhodu podla smernice EU a
noriem pre výrobok
EST
kinnitab järgmist vastavus vastavalt ELi direktiivi ja
standardite järgmist artiklinumbrit
LT
pareiškia, taip atitiktis pagal ES direktyvos ir
standartai šį straipsnį
LV
apliecina šādu saskā ar ES direkvu atbilsbas
un standarti šādu rakstu
NL
verklaart hierbij dat het volgende artikel voldoet
aan de daarop betrekking hebbende EG-richtlijnen
en normen
RUS
заявляет о соответствии товара следующим
директивам и нормам ЕС
PT
declara o seguinte conformidade com a Directiva
da UE e as normas para o seguinte artigo
ES
declara la conformidad siguiente según la directiva
la UE y las normas para el artículo
DK
erklærer hermed, at følgende produkt er ioverens-
stemmelse med nedenstående EUdirektiver og
standarder:
SE
försäkrar härmed följande överensstämmelse en-
ligt EU-direktiv och standarder för följande artikeln
NO
erklærer herved følgende samsvar under EU-
direktiv og standarder for følgende artikkel
BG
декларира съответното съответствие
съгласно Дирек-тива на ЕС и норми за артикул
Kettensäge CSE2400
Standard references: EN 60745-1; EN 60745-2-13; EN 61000-3-2; EN 61000-3-11; EN 55014-1; EN 55014-2;
15. Konformitätserklärung
scheppach Fabrikation von Holzbearbeitungsmaschinen GmbH Günzburger Str. 69 • D-89335 Ichenhausen
Ichenhausen, den 24.10.2017 _____________________
Unterschrift / Markus Bindhammer / Technical Director
Art.-No. 5910202901
Subject to change without notice
Documents registar: Christian Wilhelm
Günzburger Str. 69, D-89335 Ichenhausen
2009/105/EC
2014/35/EU
2006/28/EC
2005/32/EC
X 2014/30/EU
2004/22/EC
1999/5/EC
97/23/EC
90/396/EC
X 2011/65/EU
89/686/EC_96/58/EC
X 2006/42/EC
X
Annex IV
Notied Body:
Notied Body No.:
Certicate no.:
X 2000/14/EC_2005/88/EC
X Annex V
Annex VI
Noise: measured L
WA
= 100,3 dB(A); guaranteed L
WA
= 108 dB(A)
Notied Body:
Notied Body No.:
2004/26/EC
Emission. No:

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave: Pagina: 1. Inleiding 51 2. Technische gegevens 51 3. Levering omvat 51 4. Gebruik volgens de voorschriften 51 5. Veiligheidsvoorschriften 52 6. Technische gegevens 55 7. Montage en bediening 55 8. Ingebruikname 56 9. Aanwijzingen voor het werk 57 10. Onderhoud 60 11. Opslag 61 12. Elektrische aansluiting 61 13. Afvalverwijdering en recyclage 61 14. Foutenherstel 62 15. Conformiteitsverklaring 93 16. Garantie 94 NL 49 Verklaring van de symbolen op het instrument NL Waarschuwing! mogelijke niet-naleving Levensgevaar, letsel of schade aan de machine NL Lees voordat u de handleiding en de veiligheidsvoorschriften! NL Draag altijd een veiligheidsbril, gehoorbescherming en een veiligheidshelm. NL Werkhandschoenen bij gebruik van de inrichting. NL Voer als u het apparaat niet-glijdende veiligheidsschoenen te gebruiken met snijbescherming NL Het is belangrijk om beschermende kleding te dragen voor de voeten, benen, handen en onderarmen. 50 NL NL Als het netsnoer is beschadigd of gebroken, moet worden losgekoppeld van de stroomvoorziening. NL beschermingsklasse II NL Waarschuwing! Risico van niet-return (kickback). Pas voorkomen dat tegen terugslag van de kettingzaag en neem contact op met de bar tip. NL Gebruik het apparaat niet te gebruiken met één hand. NL Gebruik het apparaat altijd met beide handen. NL Stel de machine niet bloot aan vocht. De machine mag noch vochtig zijn noch in vochtige omgving gebruikt worden. 1. Inleiding 2. Technische gegevens (Abb.1-4) Fabrikant: scheppach Fabrikation von Holzbearbeitungsmaschinen GmbH Günzburger Straße 69 D-89335 Ichenhausen 1. Handgreep achter 2. Handgreep voor 3. Voorste handbescherming / kettingrem 4. Zaagketting 5. Borgmoer / SDS-systeem 6. Tandwielafdekking 7. Zwaard (geleidingsrail) 8. Achterste handbescherming 9. Stroomkabel 10. Klauwaanslag 11. Inschakelblokkering 12. Trekontlasting 13. Aan-/uit-schakelaar 14. Afsluitdop olietank 15. Oliepeilindicator 16. Tandwiel 17. Boutgeleider 18. Bedienings- / overbelastingsindicator Geachte klant, Wij wensen u veel plezier en succes bij het werken met uw nieuwe apparaat. Advies: • Volgens de van toepassing zijnde wet voor productaansprakelijkheid is de producent van dit apparaat niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door of door middel van dit apparaat in geval van: • Onjuist gebruik, • Niet-naleving van de gebruiksinstructies, • Reparaties door derden, niet-erkende getrainde werklui, • Installatie en vervanging van niet-originele reserveonderdelen, • Ongepast gebruik, falen van het elektronisch systeem ten gevolge van niet-naleving van de elektrische specificaties en de VDE 0100, DIN 57113 / VDE 0113 voorschriften. Aanbevelingen: Lees de volledige handleiding voor de montage en besturing van het apparaat. Deze handleiding is bedoeld om het gebruik van het apparaat gemakkelijker te maken voor u en om vertrouwd te geraken met het gebruik van het apparaat. De handleiding bevat belangrijke nota’s over hoe veilig, goed en economisch gebruik te maken van uw apparaat, en over hoe u gevaar kan vermijden, reparatiekosten kann besparen, downtime kan verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van uw apparaat kan vergroten. Bovenop de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding, moet u ook voldoen aan de geldende voorschriften van uw land in verband met het gebruik van het apparaat. Plaats de gebruiksaanwijzing in een doorzichtig plastic map om deze te beschermen tegen vuil en vocht, en bewaar ze in de nabijheid van het apparaat. De instructies moeten gelezen en nauw gevolgd worden door iedereen vooraleer het apparaat te gebruiken. Enkel getrainde personen die op de hoogte gebracht zijn van de mogelijke gevaren en risico’s mogen het apparaat gebruiken. De vereiste minimumleeftijd moet worden voldaan. Als aanvulling op de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding en de speciale voorschriften van uw land, moeten ook de algemeen erkende technische regels voor het gebruik van houtverwerkende apparaten in acht genomen worden. Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen of schade, veroorzaakt door niet-naleving van deze handleiding en de veiligheidsvoorschriften. 3. Levering omvat Open de verpakking en haal het apparaat er voorzichtig uit. Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de verpakkings- en transportbeveiligingen (indien voorhanden). Controleer of de inhoud van de levering volledig is. Controleer het apparaat en de hulpstukken op transportschade. Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het verstrijken van de garantietijd. Let op Het apparaat en de verpakkingsmaterialen zijn geen kinderspeelgoed! Kinderen mogen niet met kunststof zakken, folies en kleine onderdelen spelen! Er bestaat gevaar voor inslikken en verstikkingsgevaar! • • • • • Elektrische kettingzaag Gebruiksaanwijzing Ketting Zwaard (kettinggeleider) Beschermhoes voor zwaard 4. Gebruik volgens de voorschriften De machine voldoet aan de geldige EG-machinerichtlijn. Voor werkbegin moeten alle beschermings- en veiligheidsinrichtingen aan de machine zijn gemonteerd. • De bedienende persoon is op de werkplek verantwoordelijk tegenover derden. • De machine is ontworpen om door één persoon te worden bediend. • Alle veiligheids- en gevaarinstructies aan de machine naleven. • Alle veiligheids- en gevaarinstructies aan de machine voltallig in leesbare toestand houden. NL 51 • Machine alleen in technisch perfecte staat en doelmatig, veiligheids- en gevaarbewust onder naleving van de gebruiksaanwijzing gebruiken! • Vooral storingen die afbreuk kunnen doen aan de veiligheid, per omgaande (laten) verhelpen! • De veiligheids-, werk- en onderhoudsvoorschriften van de fabrikant, alsmede de in de technische gegevens vermelde afmetingen, moeten worden nageleefd. • De van toepassing zijnde ongevalpreventievoorschriften en de overige algemeen erkende veiligheidstechnische regels moeten worden nageleefd. • De machine mag alleen door deskundige personen worden gebruikt, onderhouden of gerepareerd, die daarmee vertrouwd en over de gevaren onderricht zijn. Eigenmachtige veranderingen aan de machine sluiten aansprakelijkheid van de fabrikant voor de daaruit resulterende schade uit. • De machine mag alleen worden gebruikt met originele accessoires en gereedschappen van de fabrikant. • Elk ander gebruik wordt beschouwd als ondoelmatig. Voor de daaruit resulterende schade is de fabrikant niet aansprakelijk, het risico daarvoor draagt enkel de gebruiker. • Het apparaat mag niet worden gebruikt voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. • Wanneer u niet zeker bent of een werkvoorwaarde veilig of onveilig is, werk niet met de machine. • De kettingzaag is ontworpen voor het snijden van hout en kleinere bomen, met een diameter niet groter dan de kettingzwaardlengte. Waarschuwing! Lees a.u.b. voor ingebruikname van het apparaat voor uw eigen veiligheid deze handleiding en de algemene veiligheidsinstructies grondig. Wanneer u het apparaat aan derden overlaat, leg deze gebruiksaanwijzing altijd bij. 5. Veiligheidsvoorschriften Lees a.u.b. alle instructies voordat u met dit gereedschap begint te werken. Waarschuwing: Wanneer u elektrogereedschappen gebruikt, dient u onderstaande fundamentele veiligheidsvoorzieningen na te leven, om zo het risico op brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken. Lees a.u.b. alle instructies en waarschuwingen nauwkeurig. Het niet naleven van instructies en waarschuwingen kan leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel. Bewaar a.u.b. de instructies en de waarschuwingen goed. Onder de term "apparaat" worden hier elektrisch aangedreven apparaten verstaan, ofwel met netvoeding (met stroomkabel) of met accuvoeding (zonder stroomkabel). Algemene veiligheidsrichtlijnen • Maakt u zich vooraleer u met de elektronische kettingzaag gaat werken met alle onderdelen vertrouwd. 52 NL • Oefen het hanteren van de zaag (doorzagen van rond hout op een zaagbok) en vraag uitleg aan een ervaren gebruiker of een vakman i.v.m.het functioneren, werkwijze en zaagtechnieken. • Neem de plaatselijke voorschriften m.b.t. houtkappen in acht. • Lokale voorschriften kunnen een kwalificerend examen vereisen. Neem contact op met de bosadministratie. Algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch gereedschap 1. Veiligheid.op.de.werkplaats: • Houd uw werkterrein netjes en goed.verlicht. Wanorde of onverlichte werkterreinen kunnen tot ongevallen leiden. • Werk met de elektrische kettingzaag niet in een explosieve omgeving, waarin er zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrisch gereedschap produceert vonken, die het stof of de dampen kunnen doen ontsteken. • Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van de elektrische kettingzaag op een veilige afstand. Bij afleiding kunt u de controle over het apparaat verliezen. 2. Elektrische.veiligheid: 1. De aansluitstekker van de elektrische kettingzaag moet in het stopcontact passen. De stekker mag op geen enkele manier veranderd worden. Gebruik geen adapterstekkers samen met elektrisch gereedschap met randaarde. Ongewijzigde stekkers en passende stopcontacten verlagen het risico op een elektrische schok. 2. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken zoals van buizen, verwarmingsinstallaties, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok als uw lichaam geaard is. 3. Houd de elektrische kettingzaag op een veilige afstand van regen of nattigheid. Het binnendringen van water in elektrisch gereedschap verhoogt het risico op een elektrische schok. 4. Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doeleinde om de elektrische kettingzaag te dragen, op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken.Houd de kabel op een veilige afstand van hitte, olie, scherpe kanten of bewegende apparaatonderdelen. Beschadigde of verstrikt geraakte kabels verhogen het risico op een elektrische schok. 5. Als u met de elektrische kettingzaag in de open lucht werkt, gebruikt u enkel verlengsnoeren, die ook voor buiten geschikt zijn. Het gebruik van een voor buiten geschikt verlengsnoer verlaagt het risico op een elektrische schok. 6. Indien de werking van de elektrische kettingzaag in een vochtige omgeving niet vermijdbaar is, maakt u gebruik van een aardlekschakelaar. Het gebruik van een aardlekschakelaar verlaagt het risico op een elektrische schok. Maak gebruik van een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van 30 mA of minder. 3. Veiligheid.van.personen: • Wees aandacht, let erop wat u doet en ga met verstand aan het werk met de elektrische kettingzaag Gebruik de elektrische kettingzaag niet wanneer u moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen staat. Eén moment van onoplettendheid bij het gebruik van de elektrische kettingzaag kan tot ernstige verwondingen leiden. • Draag een persoonlijke beschermingsuitrusting en altijd een beschermbril. Het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting, zoals slipvrije veiligheidsschoenen, beschermende helm of gehoorbescherming, verlaagt het risico op verwondingen. • Vermijd een onopzettelijke ingebruikname.Vergewis u dat de elektrische kettingzaag uitgeschakeld is voordat u ze op de stroomvoorziening aansluit, opraapt of draagt. Indien u bij het dragen van de elektrische kettingzaag uw vinger op de schakelaar houdt of het apparaat ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. • Verwijder het instellingsgereedschap of schroefsleutels voordat u de elektrische kettingzaag inschakelt. Gereedschap of een sleutel, die zich in een draaiend apparaatonderdeel bevindt, kan tot verwondingen leiden. • Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een veilige stand en houd te allen tijde het evenwicht. Daardoor kunt u de elektrische kettingzaag in onverwachte situaties beter controleren. • Draag geschikte kledij. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houd haar, kledij en handschoenen op een veilige afstand van bewegende onderdelen. Loszittende kledij, sieraden of lang haar kunnen door bewegende onderdelen vastgegrepen worden. • Als stofopvangapparaten en stofinzamelapparaten geïnstalleerd kunnen worden, moet u ervoor zorgen dat ze zijn aangesloten en correct gebruikt. Gebruik van stofafzuiginstallatie kan het risico op stof verminderen. Waarschuwing! Dit elektrisch apparaat genereert een elektromagnetisch veld als het is ingeschakeld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden interfereren met actieve of passieve medische implantaten. Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken, raden we personen met medische implantaten aan om hun arts en de fabrikant van het medische implantaat te raadplegen voordat de machine wordt gebruikt. 4. Gebruik.en.behandeling van.de.elektrische. kettingzaag: • Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werk het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger in het aangegeven vermogensgebied. • Gebruik geen elektrisch gereedschap, waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap, dat niet meer in- of uitgeschakeld kan worden, is gevaarlijk en moet gerepareerd worden. • Trek de stekker uit het stopcontact voordat u apparaatinstellingen doorvoert, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt een onopzettelijke start van de elektrische kettingzaag. • Bewaar de ongebruikte elektrische kettingzaag buiten het bereik van kinderen. Laat personen, die met het apparaat niet vertrouwd zijn of deze aanwijzingen niet gelezen hebben, het.apparaat niet gebruiken. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk als het door onervaren personen gebruikt wordt. • Onderhoud de elektrische kettingzaag met zorg.Controleer, of beweegbare onderdelen foutloos functioneren en niet klemmen, of er onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn, dat de werking van de elektrische kettingzaag in negatieve zin beïnvloed wordt. Laat beschadigde onderdelen vóór het gebruik van het apparaat repareren. Tal van ongevallen zijn aan slecht onderhouden elektrisch gereedschap te wijten. • Houd snoeigereedschap scherp en netjes. Zorgvuldig onderhouden snoeigereedschap met scherpe snoeikanten gaat minder klemmen en is gemakkelijker te bedienen. • Gebruik de elektrische kettingzaag, toebehoren, inzetgereedschap, enz in overeenstemming met deze aanwijzingen. Neem daarbij de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheid in acht. Het gebruik van de elektrische kettingzaag voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. Service: • Laat uw elektrisch gereedschap uitsluitend door gekwalificeerd, vakkundig geschoold personeel en uitsluitend met originele reserveonderdelen repareren. Daardoor wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrische gereedschap gehandhaafd blijft. Veiligheidsinstructies voor kettingzagen: • Houd bij een draaiende zaag alle lichaamsdelen op een veilige afstand van de zaagketting. Vergewis u vóór de start van de zaag dat de zaagketting niets raakt. NL 53 • • • • • • • • • Bij het werken met een kettingzaag kan één moment van onoplettendheid ertoe leiden dat kleding of lichaamsdelen door de zaagketting vastgegrepen worden. Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand aan de achterste handgreep en uw linkerhand aan de voorste handgreep vast. Het vasthouden van de kettingzaak in een omgekeerde arbeidshouding verhoogt het risico op verwondingen en mag niet toegepast worden. Het elektrisch apparaat alleen bij de geïsoleerde handgrepen houden, omdat de zaagketting verborgen leidingen zou kunnen raken. Wanneer het snijgereedschap een onder stroom staande leiding raakt, kan dit ertoe leiden dat de vrijliggende metalen delen van het apparaat onder spanning worden gezet, wat wederom bij de gebruiker een elektrische schok veroorzaken kan. Draag beschermbril en gehoorbescherming. Een bijkomende beschermingsuitrusting voor hoofd, handen, benen en voeten wordt aanbevolen. Passende beschermende kledij vermindert het gevaar voor verwondingen door rondvliegend spaanmateriaal en een toevallige aanraking van de zaagketting. Werk met de kettingzaag niet op een boom Bij de werking van een kettingzaag op een boom bestaat er gevaar voor verwondingen. Let altijd op een vaste stand en gebruik de kettingzaag enkel wanneer u op een vaste, veilige en effen grond staat. Een glibberige ondergrond of instabiele standvlakken, zoals op een ladder, kunnen tot het verlies van het evenwicht of tot het verlies van de controle over de kettingzaag leiden. Houd er bij het snoeien van een onder spanning staande tak rekening mee dat deze terugveert. Als de spanning in de houtvezels vrijkomt, kan de gespannen tak de operator raken en/ of de kettingzaag doen verliezen. Wees uiterst voorzichtig bij het snoeien van onderhout en jonge bomen. Het dunne materiaal kan in de zaagketting verstrikt geraken en op u slaan of u uit uw evenwicht brengen. Draag de kettingzaag aan de voorste handgreep in een uitgeschakelde toestand, de zaagketting van uw. lichaam afgewend. Bij transport of bewaring van de kettingzaag steeds de beschermende afdekking opzetten. Een zorgvuldige omgang met de kettingzaag verlaagt de waarschijnlijkheid dat er per vergissing contact met de draaiende zaagketting plaatsvindt. Volg de aanwijzingen voor de smering, de kettingspanning en de wissel van toebehoren op. Een onoordeelkundig gespannen of gesmeerde ketting kan ofwel breken, ofwel het risico op terugslag verhogen. 54 NL • Houd handgrepen droog, netjes en vrij van olie en vet. Vettige, olieachtige handgrepen zijn glibberig en leiden tot het verlies van de controle. • Enkel hout zagen. De kettingzaag niet gebruiken voor werkzaamheden, waarvoor ze niet bestemd is - voorbeeld: gebruik de kettingzaag niet voor het zagen van plastic, metselwerk of bouwmaterialen, die niet van hout zijn. Het gebruik van de kettingzaag voor niet reglementair voorgeschreven werkzaamheden kan tot gevaarlijke situaties leiden. Veiligheidsmaatregelen tegen terugslag Opgepast terugslag! • Terugslag kan zich voordoen wanneer het uiteinde van de geleiderail een voorwerp raakt of wanneer het hout kromt en de kettingzaag in de snede vastklemt. • Een aanraking met het uiteinde van de rail kan in sommige gevallen tot een onverwachte, achterwaarts gerichte reactie leiden, waarbij de geleiderail opwaarts en in de richting van de met de bediening belaste persoon geslagen wordt. • Het vastzitten van de kettingzaag aan de bovenkant van de geleiderail kan de rail fel in de richting van de operator terugstoten. • Iedere van deze reacties kan ertoe leiden dat u de controle over de zaag verliest en u zich mogelijkerwijs ernstig verwondt. Vertrouw niet uitsluitend op de in de kettingzaag ingebouwde veiligheidsvoorzieningen. • Als gebruiker van een kettingzaag dient u verschillende maatregelen te treffen om vrij van gevaar voor ongevallen en verwondingen te kunnen werken. • Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of ontbrekend gebruik van het elektrische gereedschap. De terugslag kan door gepaste voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven, verkomen worden: • Houd de zaag met beide handen vast, waarbij duim en vinger de handgrepen van de kettingzaag omsluiten (Abb. L). Breng uw lichaam en armen in een positie, waarin u tegen de terugslagkrachten bestand kunt zijn. • Als er gepaste maatregelen getroffen worden, kan de met de bediening belaste persoon de terugslagkrachten meester zijn. Noot de kettingzaag loslaten. • Vermijd een abnormale lichaamshouding en zaag niet boven schouderhoogte. • Daardoor wordt een onopzettelijk contact met het uiteinde van de rail vermeden en een betere controle van de kettingzaag in onverwachte situaties mogelijk gemaakt. • Gebruik steeds door de fabrikant voorgeschreven reserverails en zaagkettingen. • Verkeerde reserverails en zaagkettingen kunnen tot een scheur van de ketting en/of tot een terugslag leiden. • Houd u aan de aanwijzingen vanwege de fabrikant voor het scherpen en het onderhouden van de zaagketting. • Te lage dieptebeperkers verhogen de neiging om terug te keren. Aanvullende veiligheidsinstructies • Wanneer de netaansluitleiding van dit apparaat beschadigd raakt, moet zij worden vervangen door een speciale aansluitleiding, die verkrijgbaar is bij de fabrikant of bij uw klantenservice. • Gebruik een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van 30 mA of minder. • Volg zorgvuldig de onderhouds-, controle- en service-instructies in deze gebruiksaanwijzing op. • Beschadigde beschermingsvoorzieningen en onderdelen moeten vakkundig door ons service-center worden gerepareerd of vervangen, tenzij anders vermeld in de gebruiksaanwijzing. • Voordat u met de elektrokettingzaag begint te werken, maak u goed vertrouwd met alle bediendelen. Oefen de omgang met de zaag (rondhout op een zaagblok op maat snijden) en laat u zich functie, werking, zaagtechnieken en personenbeschermingsuitrusting door een ervaren gebruiker of deskundige uitleggen. 6. Technische gegevens Technische gegevens Snijgegevens kettingzaag Snijlengte mm Zwaardlengte mm Olietankcapaciteit l Type olie Zaagkettingafdeling Schakel de linkdikte Zaagketting type Tandhoogte van de aandrijving Tandwielaandrijving tandwiel Kettingrem Gids bar type Aandrijving Motor V / Hz Maximaal nominaal nettovermogen W Toerental max. min-1 Gewicht kg 440 457 0,28 slijtvaste olie 3/8" 1,27mm Oregon 91PX062X 6 3/8" en Oregon 180SDEA041 230-240V / 50 Hz 2400 8000 5,0 Technische wijzigingen voorbehouden! Informatie over de geluidsontwikkeling volgens de relevante normen gemeten: Geluidsdruk LpA = 89,3 dB(A) Geluidsvermogen LWA = 100,3dB(A) Gegarandeerd geluidsvermogensniveau LWA = 108 dB(A) Meetonzekerheid KPA = 2,5 dB(A) Draag gehoorbescherming. De blootstelling aan lawaai kan gehoorverlies veroorzaken. Vibratie Ahv (handgreep voor) = 7,618 m/s2 Vibratie Ahv (handgreep achter) = 4,633 m/s2 Meetonzekerheid KPA = 1,5 m/s2 • De aangegeven trillingemissiewaarde werd volgens een genormaliseerd testmethode gemeten en kan ter vergelijking van een stuk elektrisch gereedschap met een ander gebruikt worden. • De aangegeven trillingemissiewaarde kan ook voor een inleidende inschatting van de blootstelling benut worden. Waarschuwing: • Afhankelijk van de manier, waarop het elektrische gereedschap gebruikt wordt, kan de trilingemissiewaarde tijdens het effectieve gebruik van het elektrische gereedschap van de aangegeven waarde verschillen. • De noodzaak bestaat, veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de operator vast te leggen, die op een inschatting van de blootstelling in de effectieve gebruiksomstandigheden gebaseerd zijn (hierbij moet er met alle aandelen van de bedrijfscyclus rekening gehouden worden, zo bijvoorbeeld met tijden, tijdens dewelke het elektrische gereedschap uitgeschakeld is, en tijden, tijdens dewelke het weliswaar ingeschakeld is, maar zonder belasting functioneert). 7. Montage en bediening Waarschuwing! Draag altijd een veiligheidsbril, oorkappen, veiligheidshandschoenen en stevige werkkleding! De kettingzaag alleen gebruiken met goedgekeurde verlengkabels (met rubberen ommanteling), de voorgeschreven sterkte en met voor het buitenbereik goedgekeurde aansluitingen, die bij de stekker van de zaag passen. De kettingzaag is voorzien van een veiligheidsschakeling. De zaag werkt alleen als u met één hand schakelaar 11 en 13 tegelijk bediend. Wanneer de kettingzaag niet draait, moet de kettingrem met de voorste handbescherming (3) worden vrijgegeven. Aanzetten • De kettingrem (3) losmaken, de inschakelblokkering (11) drukken en de aan-/uit-schakelaar (13) drukken. • De onderste klauw van de klauwaanslag (afb. 2, J) op het hout zetten. De kettingzaag aan de achterste handgreep (1) tillen en in het hout zagen. De kettingzaag iets naar achteren bewegen en dan de klauwaanslag iets dieper aanzetten. • Wees voorzichtig met gespleten hout, omdat stukken hout af kunnen breken. NL 55 Let op! Na het inschakelen draait de kettingzaag onmiddellijk op volle snelheid. Uitzetten • Voor het uitzetten moet de aan-/uit-schakelaar (13) aan de achterste handgreep worden losgemaakt. • Bij het uitschakelen met de aan-/uit-schakelaar stopt de kettingzaag binnen 1 seconde, met hevige vonkvorming. Dit is echter heel normaal, en het doet geen afbreuk aan de goede werking van de kettingzaag. • Na het werk met de kettingzaag: altijd de zaagketting en het zwaard reinigen en de kettingbescherming weer aanbrengen. • Bij het bedienen van de kettingrem wordt de kettingzaag onmiddellijk gedeactiveerd. 8. Ingebruikname De spanning en de aard van de stroomverzorging moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Voor aanvang van de werkzaamheden moet altijd de goede en veilige werking van de kettingzaag worden gecontroleerd. Controleer ook of de ketting goed gesmeerd wordt, en of het oliepeil voldoende hoog is (zie afb. 4). Wanneer het oliepeil ongeveer 5 mm boven de onderste markering ligt, moet olie worden bijgevuld. Wanneer het oliepeil hoger is, kunt u beginnen te werken. • De kettingzaag aanzetten en boven de grond houden. De kettingzaag mag de grond niet raken. Om veiligheidsredenen moet hier een minimale afstand van 20 cm in acht worden genomen. Wanneer u toenemende oliesporen ontdekt, betekent dit dat het smeersysteem voor de ketting goed werkt. Wanneer u geen tekenen van olie kunt vaststellen, reinig eerst de olie-uitlaat (afb. 2, C), het bovenste boorgat van de kettingspanner (afb. 3, E) en de olieleiding. Raadpleeg indien nodig een gespecialiseerd bedrijf. (Lees a.u.b. echter van tevoren de overeenkomstige instructies in paragraaf „Kettingsmeerolie bijvullen“). • Controleer ook indien nodig de kettingspanning en de speling (zie paragraaf „Zaagketting spannen“). • Controleer de goede werking van de kettingrem (zie ook paragraaf „Kettingrem vrijgeven“). 56 NL Montage Geleidingsrail en ketting aanbrengen (afb. 1, 2, 3). Waarschuwing: wanneer de zaag reeds is aangesloten aan de stroomverzorging: altijd eerst het apparaat loskoppelen van het stroomnet. Bij alle werkzaamheden met/aan de zaag beschermhandschoenen dragen. Belangrijke opmerking: De voorste handbescherming (3) moet altijd in de bovenste (verticale) positie zijn (afb. 5). De geleidingsrail en de zaagketting worden afzonderlijk, dus niet gemonteerd geleverd. Bij de montage eerst de borgmoer (SDS-systeem/5) losmaken en dan de afdekking van het tandwiel (6) verwijderen. De boutgeleider (17) moet zich in het midden van de geleiding bevinden. Indien nodig de kettingspanning met het instelwiel (5a/afb. 3) bijstellen. Waarschuwing! Om letsel door de scherpe randen te voorkomen, moeten bij de montage, het spannen en controleren van de ketting altijd beschermhandschoenen gedragen worden! Voor de montage van de geleidingsrail met de zaagketting de snijrichting van de tanden controleren! De looprichting wordt aangegeven met een pijl op de afdekking van het tandwiel (6). Om de richting van het snijden vast te leggen kan het nodig zijn de zaagketting (4) om te draaien. Houd de geleidingsrail (7) verticaal met de punt naar boven en breng de zaagketting (4) aan; begin aan het uiteinde van de geleidingsrail. Aansluitend wordt de geleidingsrail met de zaagketting als volgt gemonteerd: • De geleidingsrail met de zaagketting aan het tandwiel (16) en boutgeleider (17) aanbrengen. Let op dat de justeerplaat (7a/afb. 3) naar u wijst! • De zaagketting om het tandwiel (16) geleiden en controleren of zij correct ligt (zie afb. 3). • De verstelplaat (7a) is met de schroef F aan de geleidingsrail (7) bevestigd. • De afdekking van het tandwiel (6) boven aanbrengen en voorzichtig met de borgmoer (5) vastmaken. Nu moet de zaagketting nog juist worden gespannen. Zaagketting spannen Waarschuwing! Bij alle werkzaamheden aan de kettingzaag het apparaat altijd van tevoren loskoppelen van het stroomnet! Bij alle werkzaamheden aan de ketting altijd beschermhandschoenen dragen! • De zaagketting (4) moet per se in de geleidingsrail (7) liggen! • De buitenste knop rechtsom draaien (5a/afb. 3) tot de zaagketting goed is gespannen, dan de binnenste knop (van 5) draaien om de geleidingsrail in deze positie vast te maken. • Terwijl de binnenste knop vastgedraaid wordt, moet de geleidingsrail omhoog worden geduwd. • Controleer dan de spanning van de zaagketting opnieuw. De ketting mag niet te strak zijn gespannen. Bij koud weer moet het mogelijk zijn, de ketting in het midden van de geleidingsrail ongeveer 5 mm op te tillen. • De borgmoer (5) stevig vastdraaien. • Bij warm weer breidt de ketting zich uit en zit dan soepeler. Hier bestaat dan het gevaar dat de ketting van de geleidingsrail afloopt. • Daarom moet zij indien nodig op tijd worden vastgezet. Wanneer een verwarmde zaagketting werd vastgezet, moet zij aan het einde van het werk weer los worden gemaakt. Anders zou de kettingspanning bij het afkoelen en het daarmee verbonden inkrimpen van de zaagketting te groot worden. • Een nieuwe zaagketting moet ongeveer 5 minuten inlopen. Hier is de smering van de ketting bijzonders belangrijk. • Na het inlopen moet de kettingspanning worden gecontroleerd en indien nodig worden bijgesteld. 9. Aanwijzingen voor het werk Vervoer van de kettingzaag Voordat de kettingzaag mag worden vervoerd, altijd de stekker uit het stopcontact trekken en de kettingbescherming over de rail en ketting aanbrengen. Wanneer met de kettingzaag meerdere sneden dienen te worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de sneden worden uitgeschakeld. Verlengkabel Er mogen alleen verlengkabels worden gebruikt die voor buitenshuis gebruik zijn ontworpen. De kabeldoorsnede (max. lengte van de verlengkabel: 75 m) moet minstens 2,5 mm² bedragen. De verlengkabel moet voor de veiligheid in een lus eindigen die door de trekontlasting aan de behuizing wordt gevoerd (afb. M). Verlengkabels van meer dan 30 m lengte hebben een nadelig effect op het vermogen van de kettingzaag. Smeren van de ketting Ter bescherming tegen overmatige slijtage moeten zaagketting en geleidingsrail tijdens het gebruik gelijkmatig worden gesmeerd. De smering gebeurt automatisch. Nooit zonder kettingsmering werken. Wanneer de ketting droog loopt, wordt de gehele snijvoorziening binnen korte tijd sterk beschadigd. Daarom voor elk werkbegin de kettingsmering en het oliepeil controleren (afb. 4). De zaag niet in gebruik nemen wanneer het oliepeil onder de markering “Min.” ligt. • Min.: Wanneer het oliepeil op de display (15) nog maar 5 mm boven de onderste markering ligt, moet olie worden bijgevuld. • Max.: Met olie aanvullen tot de hoogste stand op de display (15) bereikt is. Kettingsmeermiddel De houdbaarheid van zaagketting en geleidingsrail wordt grotendeels ook bepaald door de kwaliteit van het gebruikte smeermiddel. Geen afgewerkte olie gebruiken! Alleen milieuvriendelijk smeermiddel gebruiken. Het kettingsmeermiddel mag alleen in opbergboxen worden bewaard die aan de relevante voorschriften voldoen. Zwaard Het zwaard (7) wordt bijzonders op de punt (neus) en beneden zwaar belast. Om een eenzijdige slijtage te vermijden, draai de geleidingsrail om wanneer u de ketting slijpt. Tandwiel Het tandwiel (16) wordt bijzonders hoog belast. Wanneer u aan de tanden diepe slijtagesporen vindt, moet het tandwiel worden vervangen. Een versleten tandwiel verkort de houdbaarheid van de zaagketting. Het vervangen van het tandwiel moet bij de vakhandel of door een gespecialiseerd bedrijf worden uitgevoerd. Kettingbescherming De kettingbescherming moet onmiddellijk na het einde van het werk en bij vervoer over de ketting en geleidingsrail worden aangebracht. Kettingrem Bij een terugslag van de zaag wordt de kettingrem in werking gesteld (3) over de voorste handbescherming (3). De voorste handbescherming (3) wordt met de handrug naar voren gedrukt. Daardoor wordt door de kettingrem de kettingzaag, ofwel de motor binnen 0,15 sec. tot stilstand gebracht. (afb. 5, H). Kettingrem vrijgeven (afb. 5) Om de zaag weer gebruiksklaar te maken, moet de blokkering van de zaagketting weer worden losgemaakt. Daarvoor eerst de kettingzaag uitschakelen. Dan de voorste handbescherming (3) in zijn verticale uitgangspositie terugklappen, totdat hij vastklikt (afb. 5, I). Daarmee is de kettingrem weer volledig functioneel. Bescherming van de kettingzaag De kettingzaag mag niet bij regen of onder vochtige omstandigheden worden gebruikt. Waarschuwing: Wanneer het verlengkabel beschadigd is, onmiddellijk de stekker uit het stopcontact trekken. Er mag niet worden gewerkt met een beschadigde kabel. • Controleer de kettingzaag op schade. Voor hergebruik van het apparaat de beschermvoorzieningen of eventuele licht beschadigde onderdelen zorgvuldig op hun perfecte en doelmatige functie controleren. • Controleer de beweegbare onderdelen op goede werking. • Alle onderdelen moeten juist zijn gemonteerd en aan alle voorwaarden voldoen, om de perfecte werking van de kettingzaag te garanderen. • Beschadigde veiligheidsvoorzieningen en -onderdelen moeten door een gespecialiseerd bedrijf volgens de voorschriften worden gerepareerd of vervangen; tenzij andersluidende bepalingen kunnen worden gevonden in deze gebruiksaanwijzing. NL 57 Informatie voor praktisch gebruik Terugslag U voorkomt zaagongelukken wanneer u niet met de punt van de geleidingsrail zaagt, omdat de zaag dan plotseling omhoog en terug kan slaan. Bij het werken met de zaag altijd de complete beschermuitrusting en stevige werkkleding dragen. Een terugslag is een opwaartse en/of achterwaartse beweging van de geleidingsrail, die optreden kan wanneer de zaagketting op het punt van het zwaard op een obstakel (voorwerp) stuit. Beveilig uw werkstuk altijd goed. Gebruik spanvoorzieningen om het werkstuk vast te houden. Dit vergemakkelijkt de veilige bediening van de kettingzaag met beide handen. Een terugslag veroorzaakt een ongecontroleerd gedrag van de zaag, dit gevaar bestaat bijzonders bij een soepele of stompe zaagketting. Een onvoldoende geslepen ketting verhoogt het terugslaggevaar. Nooit boven schouderhoogte zagen. Tips voor praktisch gebruik van de zaag Belangrijke instructies • Gebruik het apparaat uitsluitend voor het zagen van hout. Bewerk geen metaal, plastic, muurwerk, bouwmateriaal dat niet uit hout bestaat enz. • Zet de motor af wanneer de zaag in contact komt met een vreemd voorwerp. Controleer de zaag en repareer ze indien nodig. • Bescherm de ketting tegen vuil en zand. Zelfs kleine hoeveelheden vuil kunnen de ketting snel afstompen en het risico op een terugslagreactie verhogen. • Begin ter oefening met het zagen van kleinere boomstammen, om een gevoel voor uw apparaat te krijgen, voordat u moeilijkere taken aanpakt. • Druk de behuizing van de kettingzaag tegen de boomstam, wanneer u met het zagen begint. • Laat de zaag voor u werken. Oefen slechts lichte druk naar beneden uit. • Om na de uittreding van de ketting uit het hout niet de controle over het apparaat te verliezen, dient u aan het einde van de snede geen druk op de zaag uit te oefenen. Bomen kappen – alleen met dienovereenkomstige opleiding Let op!: Let op gebroken of afgestorven takken die tijdens het zagen naar beneden vallen en ernstig letsel kunnen veroorzaken. Zaag niet in de buurt van gebouwen of stroomleidingen, als u niet weet in welke richting de gekapte boom valt. Werk niet s‘ nachts, omdat u dan slechter ziet, of bij regen, sneeuw of storm, omdat de richting van de val van de boom onvoorspelbaar is. • Plan uw werk met de kettingzaag vooruit. • De werkomgeving om de boom dient vrij te zijn, zodat u een veilige stand heeft. • Bij zaagwerkzaamheden op een helling dient de machinevoerder zich altijd op het hoger gelegen 58 NL niveau van de werkomgeving op te houden, omdat de boom na het kappen vermoedelijk naar beneden rolt ofwel glijdt. • Let op afgebroken of dode takken die naar beneden vallen en zwaar letsel veroorzaken kunnen. De volgende voorwaarden kunnen de richting van de val van een boom beïnvloeden: • Windrichting en -snelheid. • Neiging van de boom. De neiging is op grond van oneffen of hellend terrein niet altijd herkenbaar. Bepaal de neiging van de boom met behulp van een lood of een waterpas. • Takkengroei (en dus gewicht) aan slechts één kant. • Omringende bomen of obstakels. Wordt door twee of meer personen tegelijk bijgesneden en gekapt, dan dient de afstand tussen de kappende en bijsnijdende personen minstens de dubbele hoogte van de te kappen boom bedragen. Bij het kappen van bomen is erop te letten dat andere personen niet worden blootgesteld aan gevaar, geen verzorgingsleidingen getroffen en geen materiële schade veroorzaakt worden. Wanneer een boom in contact komt met een verzorgingsleiding, dan is het verzorgingsbedrijf onmiddellijk in te lichten. Let op vernielde en verrotte boomdelen. Wanneer de stam verrot is, kan hij plotseling breken en op u vallen. Zorg ervoor dat voldoende plaats voor de vallende boom voorhanden is. Houd een afstand van 2 1/2 boomlengten tot de volgende persoon ofwel andere objecten. Motorlawaai kan boven waarschuwroepen uitkomen. Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nieten en draad van de zaagplek. Houd een vluchtweg vrij (afb. A) Voor het kappen dient een vluchtweg te worden gepland en indien nodig vrijgemaakt. De vluchtweg dient vanuit de verwachte vallijn schuin naar achteren weg te voeren (afb. A). Positie 1: Vluchtweg Positie 2: Richting van de val van de boom Kappen van grote bomen – alleen met dienovereenkomstige opleiding (vanaf 15 cm doorsnede) Voor het kappen van grote bomen gebruikt men de ondersnijmethode. Daarbij wordt zijdelings een wig uit de boom gesneden, overeenkomstig de gewenste richting van de val. Nadat de valsnede aan de andere kant van de boom werd verricht, valt de boom in de richting van de wig. Let op: Wanneer de boom grote steunwortels vertoont, dienen deze te worden verwijderd, voordat de kerf ingesneden wordt. Indien de zaag voor de verwijdering van de steunwortels gebruikt wordt, dient de zaagketting niet de grond te raken, zodat de ketting niet stomp wordt. Ondersnede en kappen van de boom (afb. B-C) • Zaag loodrecht op de richting van de val een kerf met een diepte van 1/3 van de boomdoorsnede. Eerst de onderste horizontale kerfsnede (afb. B, pos. 1) doorvoeren. Daardoor wordt het inklemmen van de zaagketting of geleidingsrail bij het zetten van de tweede kerfsnede (afb. B, pos. 2) vermeden. Verwijder nu de uitgesneden wig. • Aansluitend kunt u op de tegenoverliggende boomkant de valsnede (afb. B, pos. 3) uitvoeren. Zet daarvoor ongeveer 5 cm boven het midden van de kerf aan. De valsnede parallel met de horizontale kerfsnede uitvoeren. De valsnede (pos. 3) maar zo diep inzagen, dat nog een verbindingsstuk (pos. 4) (valrand) staan blijft die als scharnier kan fungeren. Het verbindingsstuk voorkomt dat de boom draait en in de verkeerde richting valt. Zaag het verbindingsstuk niet door. Let op: Bij het naderen van de valsnede naar het verbindingsstuk dient de boom beginnen te vallen. Wanneer blijkt dat de boom mogelijk niet in de gewenste richting valt of terughelt en de zaagketting vastklemt, de valsnede onderbreken en voor de opening van de snede en voor het vellen van de boom in de gewenste vallijn wiggen uit hout, kunststof of aluminium gebruiken. Wanneer de boom begint te vallen, de kettingzaag uit de snede halen, uitschakelen, afleggen en de gevarenzone via de geplande vluchtweg verlaten. Op vallende takken letten en niet struikelen. • Let op signalen die aantonen dat de boom begint te vallen: krakende geluiden, een groter wordende valsnede of bewegingen in de bovenste takken. • Snijd geen deels gekapte bomen met uw zaag, om letsel te vermijden. Let bijzonders op deels gekapte bomen die niet gesteund zijn. Wanneer een boom niet helemaal valt, leg de zaag neer en gebruik een lier, een takel of een tractor als hulp. Zagen van een gekapte boom (stamsplitsing) De term “stamsplitsing” duidt op het splitsen van een gekapte boom in stammen met de telkens gewenste lengte. Let op!: Ga niet op de stam staan die u net snijdt. De stam zou kunnen wegrollen en u verliest uw stand en de controle over het apparaat. Voer de zaagwerkzaamheden nooit op hellende grond uit. Let op uw veilige stand en de gelijkmatige verdeling van uw lichaamsgewicht op beide voeten. Indien mogelijk dient de stam door takken, balken of wiggen ondersteund en gesteund te worden. Belangrijke instructies • Zaag altijd maar één stam of tak. • Wees voorzichtig bij het snijden van gesplinterd hout. U zou door scherpe stukjes hout kunnen worden getroffen. • Snijd kleine stammen of takken op een zaagblok. Bij het snijden van stammen mag geen andere persoon de stam vasthouden. Beveilig de stam ook niet met uw been of voet. • Gebruik de zaag niet voor plekken, waarin stammen, wortels en andere boomdelen met elkaar zijn verbonden. Trek de stammen naar een vrije plek en neem daarbij het eerst de vrijgelegde stammen. Verschillende sneden voor stamsplitsing (afb.D) m Let op!: Indien de zaag in een stam ingeklemd wordt, trek ze niet met geweld eruit. U kunt de controle over het apparaat verliezen en daarbij ernstig gewond raken en/of de zaag beschadigen. Houd de zaag stil en drijf een wig van plastic of hout in de snede, totdat de zaag zich er gemakkelijk uit laat trekken. Zet de zaag weer aan en zet de snede voorzichtig weer aan. Start de zaag nooit wanneer ze is ingeklemd in een stam. Bovensnede (afb. E, Pos.1) Zet voor de bovensnede aan de bovenkant van de stam aan en houd daarbij de zaag tegen de stam. Oefen bij de bovensnede slechts lichte druk uit naar beneden. Ondersnede (afb. E, Pos.2) Zet voor de ondersnede aan de onderkant van de stam aan en houd daarbij de bovenkant van de zaag tegen de stam. Oefen bij de ondersnede slechts lichte spanning uit naar boven. Houd de zaag goed vast om het apparaat te kunnen controleren. De zaag drukt naar achteren (uw kant op). m Let op!: Houd de zaag voor een ondersnede nooit verkeerd om. In deze positie heeft u geen controle over het apparaat. Voer de eerste snede altijd uit op de compressiekant van de stam. De compressiekant van een stam is daar waar zich de druk van het stamgewicht concentreert. Stamsplitsing zonder steunen (afb. F) • Wanneer de gehele lengte van de boomstam gelijkmatig ligt, wordt van bovenaf gezaagd (pos. 1). • Let erop niet in de grond te zagen. Stamsplitsing eenzijdig liggend (afb. G) • Wanneer de boomstam op één einde ligt, de eerste snede (pos. 1) van onderen zagen (1/3 van de stamdoorsnede), om splinteren te vermijden. • De tweede snede van boven (2/3 doorsnede) op hoogte van de eerste snede, om inklemmen te vermijden. Stamsplitsing tweezijdig liggend (afb. H) • Wanneer de boomstam op beide einden ligt, de eerste snede (pos. 1) van bovenaf zagen (1/3 van de stamdoorsnede), om splinteren te vermijden. • De tweede snede van beneden (2/3 doorsnede) op hoogte van de eerste snede, om inklemmen te vermijden. Snoeien1 en aftoppen Let op!: Kijk altijd uit en bescherm uzelf tegen terugslag. De draaiende ketting op de punt van de geleidingsrail bij het snoeien of het aftoppen van takken nooit met andere takken of objecten in contact laten komen. Een dergelijk contact kan ernstig letsel veroorzaken. NL 59 Let op!: Stap voor het snoeien of aftoppen nooit in de boom. Ga niet op ladders, voetstukken enz. staan. U zou uw evenwicht en de controle over het apparaat kunnen verliezen. Na voltooiing van de snede de stilstand van de zaagketting afwachten, voordat men de kettingzaag daar verwijdert. De motor van de kettingzaag altijd afzetten voordat men van boom tot boom wisselt. Belangrijke instructies • Werk langzaam en houd de zaag met beide handen vast. Let op een veilig staande positie en evenwicht. • Let op terugschietende boomdelen. Wees bij het snijden van kleine boomdelen extreem voorzichtig. Buigzaam materiaal kan in de zaagketting vastraken en u tegemoet schieten of u uit het evenwicht brengen. • Let op terugschietende boomdelen. Dit geldt bijzonders voor gebogen of belaste takken. Vermijd met de tak of zaag in contact te komen, wanneer de spanning van het hout nageeft. • Houd uw werkomgeving vrij. Ruim de weg vrij van takken om niet over ze te struikelen. 10. Onderhoud Snoeien (afb. J) • Snoeien betekent het afscheiden van de takken van de gekapte boom. • Laat de grotere takken onder de gekapte boom liggen en gebruik ze als steun, terwijl u doorwerkt. • Begin aan de voet van de gekapte boom en werk naar de punt toe. Verwijder kleinere boomdelen met een snede in de groeirichting (pijlen afb. J). • Let daarbij op, de boom altijd tussen u en de zaag te laten. • Verwijder grotere, steunende takken met de methodes in paragraaf “Stamsplitsing zonder steunen”. • Takken die onder spanning staan, altijd van beneden naar boven zagen om vastklemmen van de zaag te voorkomen. • Verwijder kleine vrijhangende boomdelen altijd met een bovensnede. Door een ondersnede zouden ze in de zaag kunnen vallen ofwel deze inklemmen. Aftoppen (afb. I) Let op!: Top alleen takken af onder ofwel gelijk aan schouderhoogte. Snijd nooit takken boven schouderhoogte. Laat zulke werkzaamheden over aan een deskundige. • Snijd bij de eerste snede (pos. 1) 1/3 in het onderste takdeel. • Snijd dan met de tweede snede (pos. 2) helemaal door de tak heen. De derde snede (pos. 3) is een bovensnede, waarmee u de tak tot op 2,5 tot 5 cm van de stam scheidt. Zagen op de helling (afb. K) Bij zaagwerkzaamheden op de helling steeds boven de boomstam staan (afb. K). Om op het moment van het „doorzagen“ de volle controle te behouden, tegen het einde van de snede de aanligdruk verlagen, zonder de vaste greep aan de handgrepen van de kettingzaag los te maken. Let op!:De zaagketting mag de grond niet raken. 60 NL Waarschuwing! Voor alle werkzaamheden aan de kettingzaag moet het apparaat van tevoren altijd worden losgekoppeld van de stroomverzorging! • De ventilatiesleuven op de motorbehuizing altijd schoon en vrij houden. • • Alleen de in deze gebruiksaanwijzing beschreven onderhoudswerkzaamheden mogen zelf worden uitgevoerd. Alle andere onderhoudstaken moeten door onze klantenservice worden doorgevoerd. • De zaag mag op geen enkele manier worden aangepast, omdat dan de veiligheid van het apparaat niet meer gewaarborgd is. • Wanneer de kettingzaag ondanks zorgvuldige verzorging en onderhoud toch eenmaal niet goed werkt, laat deze a.u.b. door een gespecialiseerd bedrijf repareren. Kettingsmeerolie bijvullen De afsluitdop van de olietank (14) voor het openen reinigen, zodat geen vuil in de tank kan komen. Bij het werken met de zaag de inhoud van de olietank met behulp van de oliepeilindicator (15) controleren. De afsluitdop (14) daarna weer goed sluiten en eventueel gemorste olie afvegen. Zaagketting slijpen Uw zaagketting wordt bij de vakhandel snel en vakkundig bijgeslepen. U verkrijgt bij de vakhandel ook voorzieningen voor het slijpen van de ketting, waarmee u zelf uw zaagketting slijpen kunt. Let a.u.b. op de betreffende gebruiksaanwijzing. Onderhoud uw apparatuur met zorg. Houd uw gereedschap scherp en schoon, om goed en veilig te kunnen werken. Leef de onderhoudsvoorschriften en de instructies voor het vervangen van gereedschap na. Service-informatie U moet er rekening mee houden dat bij dit product de volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage door gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de volgende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen. Slijtstukken*: • Zaagketting • Geleidingsrail • Kettingsmeerolie • Koolborstels • Klauwaanslag * niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen! 11. Opslag • Bevestig de kettingbescherming vóór elk vervoer en elke opslag. • Sla het apparaat op een droge plek op buiten het bereik van kinderen. • Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, sla het zodanig op, dat het niet door onbevoegde personen kan worden gestart. WAARSCHUWING! Bewaar het apparaat niet onbeschermd buiten of in een vochtige omgeving. 12. Elektrische aansluiting De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aangesloten. De aansluiting voldoet aan de relevante VDE- en DIN-voorschriften. De netaansluiting van de klant en het gebruikte verlengsnoer moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen. Belangrijke aanwijzingen Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de motor weer worden ingeschakeld. Defecte elektrische aansluitkabel Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan de isolatie op. Mogelijke oorzaken zijn: Versleten plekken, als aansluitkabels door vensterof deuropeningen worden geleid. Knikken door een onvakkundige bevestiging of geleiding van de aansluitkabel. Snijplekken omdat over de aansluitkabel is ger den. Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stopcontact is getrokken. Scheuren door veroudering van de isolatie. Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de isolatie is beschadigd. Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitka - bel niet op het elektriciteitsnet is aangesloten. Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend aansluitkabels met de aanduiding H05VV-F. Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld staan. Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens: • Stroomtype van de motor • Gegevens van het typeplaatje van de machine • Gegevens van het typeplaatje van de motor 13. Afvalverwijdering en recyclage Het toestel bevindt zich in een verpakking om transportschade te voorkomen. Deze verpakking is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan in de grondstofkringloop teruggebracht worden. Batterijen horen niet thuis bij het huisvuil. Gooi ze niet in het vuur of in het water. Batterijen moeten worden ingezameld, gerecycleerd of milieuvriendelijk verwijderd. Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Ontdoe u van defecte onder delen op de inzamelplaats waar u gevaarlijke afvalstoffen mag afgeven. Informeer u in uw speciaalzaak of bij uw gemeentebestuur! Oude apparatuur mag niet bij het huisafval worden gegooid! Dit symbool geeft aan dat dit product conform de richtlijn inzake verbruikte elektrische en elektronische apparatuur (2012/19/EU) en nationale wettelijke bepalingen niet bij het huishoudelijk vuil mag worden gegooid. Dit product moet bij een hiervoor bestemde verzamelpunt worden afgegeven. Dit kan bijv. door teruggave bij de aanschaf van een soortgelijk product of door inlevering bij een erkend inzamelpunt voor het recyclen van verbruikte elektrische en elektronische apparatuur. Het onjuist afvoeren van oude apparatuur kan door mogelijke gevaarlijke stoffen, die veelal in verbruikte elektrische en elektronische apparatuur zijn verwerkt, negatieve effecten op het milieu en de gezondheid van de mens hebben. Door een juiste afvoer van dit product levert u bovendien een bijdrage aan een effectief gebruik van natuurlijke ressources. Informatie inzake inzamelpunten voor verbruikte apparatuur kunt u opvragen bij de gemeente, de publieke afvalverwerker, een erkend afvalverwerkingsstation voor het afvoeren van verbruikte elektrische en elektronische apparatuur of uw afvalverwerkingsstation. Wisselstroommotor De netspanning moet 230 VAC zijn Uitbreidingskabels tot 25 m lengte moeten een dwarsdoorsnede hebben van 1,5 vierkante millimeter, meer dan 25 vierkante meter, minstens 2,5 vierkante millimeter. Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrusting mogen uitsluitend door een elektromonteur worden uitgevoerd. NL 61 14. Foutenherstel Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Motor loopt niet Geen stroom Stopcontact, kabels en stekkers van de stroomverzorging controleren Kabel beschadigd: moet door een gespecialiseerd bedrijf gerepareerd worden. Provisorische reparatie (isolatieband enz.) is streng verboden. Schakelaar beschadigd: moet door een gespecialiseerd bedrijf gerepareerd worden. Zie paragraaf "Kettingrem" en "Kettingrem vrijgeven". Koolborstels door een gespecialiseerd bedrijf laten vervangen. Kettingrem Koolborstels versleten Ketting beweegt zich niet Kettingrem Kettingrem controleren en indien nodig vrijgeven. Onvoldoende snijvermogen Ketting stomp Kettingspanning Ketting ligt niet goed in de geleiding Ketting slijpen Ketting juist spannen Ketting juist aanbrengen Zagen moeilijk Ketting springt van het zwaard Kettingspanning Ketting juist spannen Zaagketting draait heet Kettingsmering Oliepeil controleren en indien nodig olie bijvullen. 62 IT scheppach Fabrikation von Holzbearbeitungsmaschinen GmbH • Günzburger Str. 69 • D-89335 Ichenhausen 15. Konformitätserklärung DE erklärt folgende Konformität gemäß EU-Richtlinie und Normen für den Artikel SK prehlasuje nasledujúcu zhodu podla smernice EU a noriem pre výrobok GB hereby declares the following conformity under the EU Directive and standards for the following article EST kinnitab järgmist vastavus vastavalt ELi direktiivi ja standardite järgmist artiklinumbrit FR déclare la conformité suivante selon la directive UE et les normes pour l’article LT pareiškia, taip atitiktis pagal ES direktyvos ir standartai šį straipsnį IT dichiara la seguente conformità s ­ econdo le direttive e le normative UE per l‘articolo LV apliecina šādu saskaņā ar ES direktīvu atbilstības un standarti šādu rakstu CZ prohlašuje následující shodu podle smernice EU a norem pro výrobek NL HU az EU-irányelv és a vonatkozó szabványok szerinti következo megfeleloségi nyilatkozatot teszi a termékre verklaart hierbij dat het volgende artikel voldoet aan de daarop betrekking ­hebbende EG-richtlijnen en normen RUS HR ovime izjavljuje da postoji s ­ ukladnost prema EUsmjernica i normama za sljedece artikle PT declara o seguinte conformidade com a Directiva da UE e as normas para o seguinte artigo RO declară următoarea conformitate corespunzător directivelor şi ­normelor UE pentru articolul ES declara la conformidad siguiente según la directiva la UE y las normas para el artículo TR Normları geregince asagıdaki ­uygunluk açıkla masını sunar. DK FIN vakuuttaa täten, että seuraava tuote täyttää ala esitetyt EU-direktiivit ja standardit erklærer hermed, at følgende produkt er ioverensstemmelse med nedenstående EUdirektiver og standarder: SE försäkrar härmed följande överensstämmelse enligt EU-direktiv och standarder för följande artikeln PL deklaruje, ze produkt jest zgodny z nastepujacymi dyrektywami UE i normami NO erklærer herved følgende samsvar under EUdirektiv og standarder for følgende artikkel BG декларира съответното съответствие съгласно Дирек-тива на ЕС и норми за артикул izjavlja sledeco skladnost z EU-direktivo in normami za artikel SLO заявляет о соответствии товара следующим директивам и нормам ЕС Kettensäge CSE2400 2009/105/EC 2014/35/EU 89/686/EC_96/58/EC X 2006/42/EC Annex IV 2006/28/EC X 2005/32/EC X 2014/30/EU X Notified Body: Notified Body No.: Certificate no.: 2000/14/EC_2005/88/EC X Annex V 2004/22/EC Annex VI 1999/5/EC Noise: measured LWA = 100,3 dB(A); guaranteed LWA = 108 dB(A) Notified Body: Notified Body No.: 97/23/EC 90/396/EC X 2004/26/EC Emission. No: 2011/65/EU Standard references: EN 60745-1; EN 60745-2-13; EN 61000-3-2; EN 61000-3-11; EN 55014-1; EN 55014-2; Ichenhausen, den 24.10.2017 _____________________ Unterschrift / Markus Bindhammer / Technical Director Art.-No. 5910202901 Subject to change without notice 106 Documents registar: Christian Wilhelm Günzburger Str. 69, D-89335 Ichenhausen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Scheppach CSE2400 Handleiding

Categorie
Draadloze kettingzagen
Type
Handleiding