42
5.4.2 Laserclassificatie
Het apparaat voldoet aan de eisen van las-
erklasse 2, gebaseerd op de norm
IEC825-1/EN60825-01 en klasse II geba-
seerd op CFR 21 § 1040 (FDA). Deze appa-
raten kunnen zonder verdere beveiligings-
maatregelen worden gebruikt. Wanneer
iemand toevallig gedurende een kort ogen-
blik in de laserstraal kijkt, worden de ogen
beschermd door de reflex van het sluiten
van het ooglid. Deze reflex van het sluiten
van het ooglid kan echter worden beïnvloed
door het gebruik van medicijnen, alcohol of
drugs. Toch mag men, evenals bij de zon,
niet direct in de lichtbron kijken. Richt de
laserstraal niet op personen.
De opschriften met laserinformatie zijn
gebaseerd op IEC825/EN60825-01:
De opschriften met laserinformatie voor
de VS zijn gebaseerd op CFR 21 §
1040 (FDA):
This Laser Product complies with 21
CFR 1040 as applicable.
5.5 Algemene veiligheidsmaatregelen
– Controleer het apparaat alvorens het te
gebruiken. Laat het apparaat ingeval van
beschadiging repareren in een Hilti-servi-
cestation.
– Wanneer het apparaat gevallen is of aan
andere mechanische inwerkingen is
blootgesteld, dient de precisie ervan te
worden gecontroleerd.
– Wanneer het apparaat vanuit een zeer
koude in een warme omgeving wordt
gebracht, of omgekeerd, dient u het voor
gebruik te laten acclimatiseren.
– Wanneer het apparaat op een adapter
wordt geplaatst, let er dan op dat het
goed wordt vastgeschroefd.
– Om onjuiste metingen te voorkomen
dient u de lens schoon te houden.
– Hoewel het apparaat bestemd is voor de
zware condities op bouwterreinen, dient
u het evenals andere optische apparaten
(veldkijkers, brillen, fotoapparaten) met
zorg te behandelen.
– Hoewel het apparaat beschermd is tegen
het binnendringen van vocht, dient u het
droog te maken alvorens het in de trans-
portcontainer te plaatsen.
– Controleer het apparaat alvorens belang-
rijke metingen uit te voeren.
5.5.1 Elektrisch
– De batterij mag niet in handen van kinde-
ren komen.
– Oververhit de batterij niet en stel hem
niet bloot aan vuur. De batterij kan explo-
deren of er kunnen toxische stoffen vrij-
komen.
– Laad de batterij niet.
– Soldeer de batterij niet in het apparaat.
– Ontlaad de batterij niet door hem kort te
sluiten, hij kan hierdoor oververhit raken
en brandblaren veroorzaken.
– Open de batterij niet en stel hem niet
bloot aan een al te grote mechanische
belasting.
5. Veiligheidsinstructies
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070170 / 000 / 00