Metabo HC 410 Handleiding

Categorie
Tuinversnipperaars
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

115 116 8201 / D/ENG/F/NL / 4305 - 2.0
Betriebsanleitung
Abricht- und Dickenhobelmaschine
Operating Instructions
Combined Planer/Ticknesser
Manuel d'utilisation
Machine à dégauchir et à raboter
Gebruikershanleiding
Vlak- en vandikteschaafmachine
HC 410
D
F
NL
Achtung! Lesen Sie diese Anleitung vor der Installation und Inbetriebnahme aufmerksam durch.
Attention! Carefully read through these instructions prior to installation and commissioning.
Attention! Prière de lire attentivement la présente notice avant l'installation et la mise en service.
Attentie! Lees deze instructies voor de installatie en ingebruikname aandachtig door.
D
NL
F
ENG
ENG
NL
10 Gevaarlijke bewerkingen
11 Hulp bij het invoeren
12 Bedieningselementen
13 Tips bij het gebruik
14 Dagelijks kontroleren van de veiligheid
15 Plaatsen, verwijderen en instellen van de messen
16 Algemene onderhoudswerken
Inhoud
1 Technische gegevens
2 Produktverantwoordelijkheid/Garantie
3 Leveringsomvang
4 Extra toebehoren
5 Gebruiksmogelijkheden/
6 Raadgevingen voor het transport
7 Het in gebruik nemen
8 Veiligheidstips
9 Afmetingen van de werkstukken
1 Technische gegevens HC 410 D
Bestelnr. 011 304 1013
Totale lengte van de vlaktafels 1700 mm
Breedte v/h vlakken 410 mm
Spaanafname vlakken 0 - 5 mm
Aanslag zwenkbaar 90° - 45°
Lengte v/d vandiktetafel 670 mm
Doorlaatbreedte vandikte 405 mm
Doorlaathoogte vandikte 230 mm
Spaanafname vandikte 5 mm
Voedingssnelheid 7 m/min
Toerental van de schaafas 5500 min
-1
Aantal schaafmessen 3 stuks
Motorvermogen 5,5 kW
Bedrijfsspanning AC 3 ~ 400 V/50 Hz
Stuurspanning AC 230 V
Aansluitingswaarde 7 kVA
Zekeringen 3x16 T 16 A
Gewicht ca. 275 kg
Benodigde plaats ca. 1740x800 mm
Werkhoogte bij het vlakken 900 mm
Geluidsemissie in de werkplaats L
P
volgens DIN 45635 deel 1651 gemeten in vrijloop:
Noodzakelijke onderdruk aan de afzuigmond: 900 Pascal
Vlakken 84,0 dB(A)
Vandikteschaven 87,3 dB(A)
2 Produktverantwoordelijkheid/Garantie
Niet vermelde en werkzaamheden en gebruiksmogelijkheden moeten schriftelijk worden toegelaten door de
fa metabo.
Bij elke machine en zijn toebehoren wordt een garantiekaart meegeleverd.
Teneinde uw aanspraak op garantie te behouden en eveneens in het belang van de produktveiligheid gelieve
erop te letten dat de garantiekaart direkt na de aankoop ingevuld wordt en naar de fabriek teruggestuurd wordt.
In geval van aanspraak op garantie gelieve U zich tot uw vakhandelaar te wenden.
Reparaties onder garantie worden principieel door ons of door een erkend vakman uitgevoerd.
Buiten de garantie-periode kunnen de werkzaamheden door overeenkomstige vakfirma’s worden uitgevoerd.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen.
3 Leveringsomvang
- Beschermkap met 410 mm lange afdekking van de schaafas
- 3 ingebouwde schaafassen
- 4 Stel-voeten gemonteerd
- Afzuigmond gemonteerd
- CEE-stekker 16 A gemonteerd
- Langsgeleider gemonteerd
- Werktuigen voor de instelling
- Bedrijfsinstrukties, garantiekaart
- Transportogen
4 Speciaal toebehoren
Schaafmes in hardmetaal 410 x 25 mm Bestelnr. 091 105 0390
Langgatboorinrichting Bestelnr. 091 101 4211
Digitale uitlezing van de doorlaathoogte Bestelnr. 091 101 3983
Verrijdbaar onderstel HC 410 Bestelnr. 091 101 4203
Hobelmessereinstellgerät Bestelnr. 091 101 6397
5 Gebruiksmogelijkheden
De gekombineerde vlak- en vandikte schaafmachines, HC 410 D, zijn gebouwd om houtwerkstoffen* te
schaven met een rechthoekige of een vierkante vorm. Ronde werkstukken of werkstukken welke niet veilig op
de machine-tafel kunnen gelegd worden of door de terugslagkleppen bij het vandikteschaven niet veilig kunnen
gegrepen worden mogen met deze machine niet geschaafd worden.
* Onder houtwerkstoffen verstaan wij stoffen, welke tenminste 90 % hout bevatten.
7 Ingebruikname
7.1 Eerste montage
Omwille van gemakkelijker transport wordt de langsaanslag gedemonteerd geleverd en de terminal is langs
de zijkant gedraaid.
De machine mag niet aan de vlakplaten worden opgetild.
Om de machine van de palet te
nemen evenals voor het transport
is de machine met 4 transportogen
voorzien. Door de transportogen kan
een buis of lat geschoven worden.
Na het opstellen worden de trans-
portogen verwijderd.
De schroeven van de flensplaat
losmaken en de terminal vertikaal
bevestigen.
De klemschroef (A) losmaken en de
langsgeleider inschuiven.
A
6 In gebruikname
7.2 Opstelling
Gelieve de machine op een effen en stabiel draagvlak op te stellen.
Door de 4 instelschroeven te verstellen moet de machine waterpas
opgesteld worden.
Alle 4 de instelvoeten moeten gelijkmatig dragen.
7.3 Aansluiting op het net
De aansluitingaan het net gebeurt via een CEE-stekker van 16 A. Het stopcontact waaraan de machine wordt
aangesloten moet aanvoerleiding met 5 draden worden aangesloten L1, L2, L3, N, PE via een aardlekschakelaar.
De spanning op het net moet 3 x 400 V/50 Hz +- 5 % bedragen. De beveiliging gebeurt met zekeringen van
3 x 16 A. De diameter van de draadkern moet 5 x 2,5 mm
2
bedragen.
7.4 Draairichting
De draairichting moet bij een 3 phasenmotor door een korte
aansluiting op het net bepaald worden. Een andere draairichting
bekomt men dan door het omkeren van de stiften in de CEE-
stekker.
8 Veiligheids-tips
- De bedrijfsinstrukties en meer speciaal de veiligheidsvoorschriften moeten gerespecteerd worden.
- Tijdens elk onderhoud moet de netstekker worden uitgetrokken.
- De beveiligings-elementen moeten dagelijks worden gecontroleerd.
- Grijp bij ingeschakelde machine nooit in de openingen. Neem altijd de hierop wijzende stickers met
doorgestreepte hand (zie ook bovenstaande) die op de machine zijn aangebracht in acht.
- De voorschriften voor het instellen van de langsgeleiding en de bescherming van de schaaf-as moeten
worden opgevolgd. (Pos. 12.4 en 12.6).
- Schaafmessen minder dan 22 mm breedte kunnen niet gebruikt worden.
- De machine moet overeenkomstig punt 7.5 aan een stofafzuiging aangesloten worden.
- De maximale afmetingen van de werkstukken moet in overeenstemming zijn met artikel 9 van de handleiding.
- Werk nooit zonder beitel-as beveiligingsinrichting.
- Beschadigde onderdelen en of beschermingselementen moeten tegen originele wisselstukken van metabo
worden uitgewisseld.
- Personen van minder dan 16 jaar mogen deze machines niet bedienen.
- Tijdens het onderhoud steeds wachten tot de schaafas tot stilstand is gekomen.
- Draag altijd nauwsluitende werkkleding en draag geen ringen, armbanden of horloges tijdens de
werkzaamheden.
- Tijdens het gebruik van de machine moet het bereik van de messen door hoekaanslag, beitel-as afdekking
en werkstuk volledig afgeschermd zijn.
- Draag bij alle werkzaamheden met de vlak- en vandiktebank een gehoorbescherming (waarschuwingssymbool
boven afgebeeld). Het geluidsniveau peil kan tot 87 dB(A) oplopen.
- De beschermings-elementen en de langsaanslag moeten over een komstig het werk ingesteld worden.
- De werkstukken voor het verwerken kontroleren op fouten (knopen, metaaldelen scheuren en krommingen).
- Het draaimoment (aantrekkracht) van de opspanbouten van de schaafmessen kontroleren. (pos. 15.3).
7.5 Stofafzuiging
Wanneer de machine in gesloten ruimtes langer dan 30 minuten benut wordt moet deze aan een stofafzuiging
worden aangesloten. (stof van eiken- en beukenhout kan kanker verwekken). De stofafzuiging waaraan de
machine aangesloten wordt moet een luchtsnelheid van ten minste 16 m. sec hebben aan de afzuigmond.
7.6 Automatische inschakeling van stofafzuiging
De elektrische aansluiting van de machine moet zodanig zijn dat bij inschakelen de stofzuiger inwerking komt
en bij het uitschakelen 20 seconden blijft lopen.
9 Afmetingen van de werkstukken
9.1 HC 410 D
Vlakken
De maximaal te verwerken werkstukmaten bedragen 1600 x 315 x 230 mm. Wanneer langere werkstukken
dienen te worden bewerkt dan kan men een extra ondersteuning gebruiken. Bvb. een rolbok. De werkstukken
die minimaal kunnen gebruikt worden hebben de volgende maten: 300 x 40 x 20 mm. Kleinere werkstukken
moeten met een hulp-stuk langs de schaafas geleid worden. Bvb. een schuifstok.
Vandikte schaven
Hier bedragen de maximaal te verwerken werkstukken 1700 x 405 x 230 mm. Wanneer langere werkstukken
worden gebruikt moeten deze extra worden ondersteund. Bvb. met een rolbok. De kleinste werkstukken zijn
250 x 15 x 5 mm.
9.2 Kontrole der werkstukken
De te verwerken werkstukken moeten nagezien worden of ze voor verwerking in aanmerking komen. BVB op
de aanwezigheid van ijzer, krommingen, knopen vergroeiingen e. a.).
10 Gevaarlijke bewerkingen
Met de schaafmachine kunnen geen inzet-werken verricht worden. Dit zijn schaafprestaties waarbij niet de
totale lengte van het werkstuk bewerkt worden.
Men moet niet proberen sterk gekromde werkstukken te schaven, wanneer men niet zeker is dat ze goed
op de machinetafel kunnen worden aangevoerd.
-
-
11 Hulpstukken bij de aanvoer
11.1 Vlakken
De handvaten moeten niet genageld zijn
zodat geen metaaldelen met de schaafas in
aanraking komen.
Schuurpapier dient op de onderkant gekleefd
te worden opdat het werkstuk niet zijdelings
verschuifd.
Een smalle schuifstok voor korte smalle en
dunne werkstukken. Een stuk hardhout moet
in een dwars-gleuf ingelijmd worden.
1)
2)
3)
De schakelaar welke in de verdraai-
bare terminal is ingebouwd kan naar
alle standplaatsen van de bediener
gedraaid worden. De machine wordt
opgestart door de startknop naar
rechts te draaien en uitgeschakeld
door naar links te draaien. Onge-
wenste bediening van de machine
kan voorkomen worden door de
schakelaar door middel van een
hangslot af te grendelen.
12 Bedieningselementen
12.1 Terminal/elektrische uitrusting
12.2 Motorbeveiliging
Zolang de machine niet aan het net is aangesloten zal de schakelaar niet inschakelen . Bij uitvallen van de spanning
wordt de schakelaar door een ingebouwde onderspannings-relais geopend. Dit betekend dat de machine opnieuw moet
worden ingeschakeld wanneer de machine opnieuw onder spanning komt. Wanneer de motor overbelast wordt, dan
schakelt de motor uit via de ingebouwde motorbeveiligingsschakelaar. De motor die door overbelasting verhit is mag
enkel na ca. 10 minuten opnieuw gestart worden.
12.3 Motorrem
De aandrijvingsmotor is met een elektromechanische rem uitgerust. De maximale remtijd, dit betekent de totale stilstand
van de schaafas mag niet meer dan 10 seconden bedragen. Wanneer hiertoe meer tijd gebruikt wordt moet de motorrem
vervangen worden. De frekwentie van het inschakelen mag niet meer dan 10 x per uur bedragen.
12.4 Instellen van de langsgeleider
Na het losmaken van de klemhendel
(A) kan de aanslagdrager horizontaal
verschoven worden.
Na het losmaken van de beide klem-
hendels (B) kan het aanslaglineaal
van de 90° positie in de 45° positie
gedraaid worden.
Teneinde de machine van de stand
voor het vlakken naar de stand voor het
vandikte schaven te brengen kan de
langsgeleider omhoog gebracht worden.
A
B
3 Veiligheids-eindschakelaars bevin-
den zich onder de afdekkap van het
drijfwerk. Hierdoor wordt het gebruik
van de machine verhinderd wanneer
deze niet korrekt voor het vlakken
of vandikte schaven is ingesteld.
De veiligheids eindschakelaars
schakelen eveneens de machine uit
wanneer:
- De vlaktafels in de hoogte gesteld
worden.
- Of wanneer de afzuigmond bij het
vandikte schaven wordt naar
benedengebracht.
Precies instellen
De stand waarbij de langsgeleider
90° heeft ten opzichte van de schaaf-
tafel kan door het verstellen van de
ajusteerschroef (C) fijn ingesteld
worden.
Opgelet! Het profiel van de langsge-
leiding moet zo ingesteld worden dat
het op de vlaktafel rust.
12.5 Afstelling van de aanslaglineaal
C
12.6 Afstellen van de beschermkap over de schaafas
De doorlaathoogte van de schaafas
afdekking wordt het naar rechts of
naar links verdraaien van de regel-
knop (A) ingesteld.
De openingsbreedte ten opzichte
van de langsgeleiding kan na het in
de hoogte verstellen van de hendel
(B) ingesteld worden.
Alvorens de vlaktafels in de hoogte te
verstellen moet de beschermkap in
zijn geheel naar achter worden
omgedraaid. Voor het omdraaien
moet de hendel (C) bedient worden
en nadien weer aangedrukt.
A
B
C
12.7 Instelling van de spaanafname/Aflezing op de skala
Alvorens de vlaktafel te verstellen
moet de klemhendel (A) ca 1/2 draai
losgemaakt worden.
Door de cylinder-knop los te draaienn
(B) kan de vlaktafel hoog of laag
versteld worden.
De ingestelde spaanafname kan aan
de Nonius-skala afgelezen worden.
Na de instelling van de spaanafname
moet de klemhendel weer vast ge-
draaid worden.
1 op 1 = 1 mm spaanafname
2 op 2 = 2 mm spaanafname enz.
A
B
12.8 Het omstellen van de stand vlakken naar het vandikte schaven
De vlaktafels in de hoogte verdraaien.
Nadat de vlakplaten in de hoogte
versteld zijn nagaan of de veiligheids-
klemmen funktioneren.
De afzuigingskap in hoogte verstellen.
Alvorens de vandikte tafel te verstel-
len moet de klemhendel los gemaakt
worden.
De hoogte verstelling van de vandikte
tafel gebeurt via verdraaien van het
handwiel.
Rechts draaien = omhoog verstellen;
Links draaien = lager verstellen.
De ingestelde dikte kan aan de skala
worden afgelezen. Na het instellen
van de dikte moet de klemhendel
weer worden vastgezet.
12.9 Instellen van de vandikte tafel
De instelling tot op 1/10 mm precies kan door digital-aanduiding worden (extra toebehoren) afgelezen. (Bestelnr.
091 101 3983)
De beschermkap van de schaaf-as
omdraaien.
De beide klemhendels losmaken en
zijdelings wegdraaien.
Het geleidingsprofiel volgens 12.4
van de gebruiksaanwijzing in hoogte
verstellen en vast schroeven.
12.10 Precies afstellen van de skala van de vandikte tafel
Nadat de 3 bevestigingsschroeven losgedraaid zijn kan de skala binnen de
langgaten verschoven worden.
12.11 Uitschakeling van de voeding
Door het naar beneden drukken van
de voedingshendel wordt de aanvoer
stopgezet.
De afdekking van de schaafas
(schuiver) tot aan de langsgeleiding
schuiven en vast klemmen. De afstand
van de schaafas-afdekking tot de
lengte aanslag mag maximaal 8 mm.
bedragen.
Door het verdraaien van de instel-
schroef wordt de afdekking van de
schaafas op de hoogte van het werk-
stuk afgeregeld. Werkstukken tot een
dikte van 60 mm worden principieel
onder de schaafasafdekking doorge-
schoven.
De handen moeten bij het verschuiven
van het werkstuk over de bescher-
ming van de schaafas glijden.
Door het verplaatsen van de langsgeleider moet het schaafmes zover worden
afgedekt dat enkel de breedte vrijblijft die nodig is om het te bewerken
werkstuk door te laten.
De machine wordt in de stand voor
het vlakken gebracht. De bescherm-
inrichting van de schaaf-as omdraaien
en de slangverbinding met de afzuig-
mond verbinden.
13.2 Vlakken van vlakke werkstukken
De gewenste dikte van het werkstuk
instellen.
De machine starten en de voeding in
schakelen.
Het werkstuk met de gevlakte zijde
naar beneden op de vandikte tafel leg-
gen en naar voorschuiven tot de aan-
voerwals het werkstuk meenemen.
Het werkstuk wordt nu automatisch door de machine getrokken en door de gebruiker aan de andere kant aangenomen.
Bij lengtes van de werkstukken boven 1,6 meter lengte moet het werkstuk extra ondersteund worden.
13 Tips bij het gebruik
13.1 Vandikte schaven
De machine opstellen volgens 12.8 van de gebruiksaanwijzing en met een slang aan de stofzuiger verbinden.
De afdekking van de schaafas op de
vlaktafels laten rusten.
De schuiver van de schaafas beveili-
ging instellen tot op een dikte van het
te schaven werkstuk. Een tolerantie
van +/- 4 mm. geldt als maximale
toegelaten tolerantie.
Bij het afregelen mag men met de
handen niet over de schaafas glijden.
13.3 Vlakken van smalle latten
De linkse hand bevindt zich steeds achter de schaafas, de rechter hand schuift het werkstuk naar voor,
maar wordt teruggetrokken alvorens ze de schaafas passeert.
14 Dagelijkse veiligheids-kontrole
Opgelet! Alvorens te beginnen de netstekker uittrekken.
Na het losdraaien van de binnenste borgschroef A kan door rechts
danwel linkom draaien de achterste vlaktafel aan de beitel-as aangepast
worden.
A
15 Monteren en uitbouwen en instellen van de schaafmessen
Opgelet! Alvorens te beginnen de netstekker uittrekken.
De achterste vlaktafel moet precies
op de hoogte van de omtrek van de
schaafas ingesteld zijn. Wanneer de
achterste tafel te hoog uitsteekt dan
stoot het werkstuk bij het vooruit
duwen tegen de kant van de achter-
tafel. Wanneer de tafel te laag staat
dan kan het lichaam van de schaafas
het werkstuk raken en wegslingeren
(Verhoogde terugslag door wrijving).
Zie ook onder 15.4 van de handleiding.
De schaafbescherming moet zonder
veel moeite instelbaar zijn. Ze moet
regelmatig gesmeerd worden.
Beschadigde onderdelen van het
beschermtoestel moeten vervangen
worden. De schuiver mag in de be-
vestigde stand niet meer verschuif-
baar zijn. Wanneer het klemmecha-
nisme slijtage vertoond is moet deze
onmiddellijk worden omgewisseld.
De grijpers van de terugslagbeveili-
ging moeten door eigengewicht
naar beneden vallen. Hiertoe volstaat
het deze regelmatig te reinigen. De
top van de grijpers moet altijd scherp
zijn en in een goede toestand worden
gehouden.
Attentie! De vlakmessen moeten een minimale breedte van 22 mm
hebben. Smalle messen kunnen niet goed worden vastgeklemd.
De klembouten moeten een draaimoment van 9 Nm hebben.
Vaster aandraaien kan beschadiging van de schroefdraad
tot gevolg hebben.
1
De schaafmessen kunnen een maxi-
maal uitsteken van 1 mm. hebben.
Om de schaafas te verdraaien moet
de afdek-dop verwijderd worden en
een steeksleutel op de moer geplaatst
worden. Draairichting rechts. De
steeksleutel behoort niet tot de stan-
daardlevering.
15.2 Kontrole van de ingebouwde schaafmessen
Een lat of een geschaafde houten lat op de achterste vlakbank leggen en de schaafas met de hand bewegen. Elk
schaafmes moet de lat of de geschaafde houten lat 5-10 mm. meetrekken. Deze kontrole moet bij alle drie de
schaafmessen gebeuren. Het monteren en de kontrole van de schaafmessen dienen uit veiligheids-overwegingen
zorgvuldig uitgevoerd te worden.
15.1 Demonteren van de schaafmessen
Om de schaafmessen te monteren of
te demonteren moeten de vlaktafels
omhooggeklapt worden.
De 6 regelbouten met sleutel SW6
inschroeven (naar rechts).
De schaafmessen en de aandruk-
profielen kunnen nu uit schaafas ge-
schoven worden.
16.2 Naspannen/Uitwisselen van de aandrijfriemen
Na het losmaken van de 6 schroeven
(A) kan de bevestigingsplaat van de
motor die tot het opspannen dient van
de hoofdaandrijving.
Na het losmaken van de schroeven
(B en C) kan de grondplaat voor het
drijfwerk die dient om aanvoerriemen
op te spannen verdraaid worden.
Inveren van de hoofdaandrijfriemen
bij 5 Nm ca. 20 mm.
Inveren van de voedingsriemen bij
5 Nm ca. 20 mm.
16.3 Uitwisselen van de terugslagkleppen
Beschadigde of afgestompte terug-
slagkleppen moeten door originele
metabo kleppen worden
vervangen. (Bestelnummer zie lijst
van de wisselstukken). Om te ver-
wisselen moet de afdekkap worden
gedemonteerd.
Na het verwijderen van de beide be-
vestigingsschroeven kan de lageras
met de erop geschoven terugslag-
kleppen worden weggenomen.
De nieuwe terugslagkleppen moeten
los op de lageras kunnen geschoven
worden; Na het inbouwen moet de
funktie van de terugslagkleppen wor-
den gekontroleerd.
B
C
AA
16 Algemene onderhoudswerken
16.1 Smering
De geleidingszuil van de vandikte -tafel
is met een smeernippel uitgerust. Hier
moet minstens 1 x per jaar worden
doorgesmeerd.
De geleidingen van de vlaktafels
evenals alle andere beweegbare
delen moeten regelmatig met enige
druppels olie lichtbeweegbaar ge-
houden worden.
De aandrijving en de aandrijfmotor
indien nodig, maar ten minste een-
maal per jaar smeren.
16.4 Kontrole van de veiligheids eindschakelaars/Motorrem
Opgelet! De schaafas kan bij een beschadigde leiding naar de veiligheidsschakelaars aanlopen. Daarom moet de
kontrole door een vakman gebeuren.
De voorste vlaktafel omhoogklappen
en de schaafas door het verschuiven
van de aanslag afdekken; de machine
mag nu niet worden gestart.
De achterste vlakplaat omhoogklap-
pen en de schaafas door het naar
voorschuiven van de aanslag af-
dekken. De machine mag nu niet
worden gestart.
De uitlooptijd (remtijd) moet tenminste
1 x per maand worden gekontroleerd.
Deze mag maximaal 10 seconden
bedragen. Wanneer de uitlooptijd
overschreden wordt moet de motor-
rem of indien noodzakelijk, de kom-
plete motor worden uitgewisseld.
De kap over het drijfwerk verwijderen,
de ketting van de kettingwielen heffen
en verwijderen.
De drukveer kompleet met de be-
vestigingsschroeven verwijderen. De
voedingswals kan nu langs de zijkant
uitgeschoven worden.
16.5 Uitwisselen van de voedingswalsen
De afdekkap van het drijfwerk weg-
nemen en de aandrijfriem verwijderen.
De beschermplaat demonteren en de
drie bevestigingsschroeven van het
lager verwijderen.
De schaaf-as kan nu langs de zij-kant
worden weggenomen.
16.6 Demontage van de schaafmesas

Documenttranscriptie

Betriebsanleitung Abricht- und Dickenhobelmaschine D ENG Operating Instructions Combined Planer/Ticknesser F Manuel d'utilisation Machine à dégauchir et à raboter NL Gebruikershanleiding Vlak- en vandikteschaafmachine 115 116 8201 / D/ENG/F/NL / 4305 - 2.0 HC 410 D ENG F NL Achtung! Attention! Attention! Attentie! Lesen Sie diese Anleitung vor der Installation und Inbetriebnahme aufmerksam durch. Carefully read through these instructions prior to installation and commissioning. Prière de lire attentivement la présente notice avant l'installation et la mise en service. Lees deze instructies voor de installatie en ingebruikname aandachtig door. NL Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 Technische gegevens Produktverantwoordelijkheid/Garantie Leveringsomvang Extra toebehoren Gebruiksmogelijkheden/ Raadgevingen voor het transport Het in gebruik nemen Veiligheidstips Afmetingen van de werkstukken 10 11 12 13 14 15 16 Gevaarlijke bewerkingen Hulp bij het invoeren Bedieningselementen Tips bij het gebruik Dagelijks kontroleren van de veiligheid Plaatsen, verwijderen en instellen van de messen Algemene onderhoudswerken Technische gegevens Bestelnr. Totale lengte van de vlaktafels Breedte v/h vlakken Spaanafname vlakken Aanslag zwenkbaar Lengte v/d vandiktetafel Doorlaatbreedte vandikte Doorlaathoogte vandikte Spaanafname vandikte Voedingssnelheid Toerental van de schaafas Aantal schaafmessen Motorvermogen Bedrijfsspanning Stuurspanning Aansluitingswaarde Zekeringen Gewicht ca. Benodigde plaats Werkhoogte bij het vlakken HC 410 D 011 304 1013 1700 mm 410 mm 0 - 5 mm 90° - 45° 670 mm 405 mm 230 mm 5 mm 7 m/min 5500 min-1 3 stuks 5,5 kW AC 3 ~ 400 V/50 Hz AC 230 V 7 kVA 3x16 T 16 A 275 kg ca. 1740x800 mm 900 mm Geluidsemissie in de werkplaats LP volgens DIN 45635 deel 1651 gemeten in vrijloop: Noodzakelijke onderdruk aan de afzuigmond: 900 Pascal Vlakken Vandikteschaven 2 84,0 dB(A) 87,3 dB(A) Produktverantwoordelijkheid/Garantie Niet vermelde en werkzaamheden en gebruiksmogelijkheden moeten schriftelijk worden toegelaten door de fa metabo. Bij elke machine en zijn toebehoren wordt een garantiekaart meegeleverd. Teneinde uw aanspraak op garantie te behouden en eveneens in het belang van de produktveiligheid gelieve erop te letten dat de garantiekaart direkt na de aankoop ingevuld wordt en naar de fabriek teruggestuurd wordt. In geval van aanspraak op garantie gelieve U zich tot uw vakhandelaar te wenden. Reparaties onder garantie worden principieel door ons of door een erkend vakman uitgevoerd. Buiten de garantie-periode kunnen de werkzaamheden door overeenkomstige vakfirma’s worden uitgevoerd. Onder voorbehoud van technische wijzigingen. 3 Leveringsomvang - Beschermkap met 410 mm lange afdekking van de schaafas - 3 ingebouwde schaafassen - 4 Stel-voeten gemonteerd - Afzuigmond gemonteerd - CEE-stekker 16 A gemonteerd - Langsgeleider gemonteerd - Werktuigen voor de instelling - Bedrijfsinstrukties, garantiekaart - Transportogen 4 Speciaal toebehoren Schaafmes in hardmetaal 410 x 25 mm Langgatboorinrichting Digitale uitlezing van de doorlaathoogte Verrijdbaar onderstel HC 410 Hobelmessereinstellgerät 5 Bestelnr. 091 105 0390 Bestelnr. 091 101 4211 Bestelnr. 091 101 3983 Bestelnr. 091 101 4203 Bestelnr. 091 101 6397 Gebruiksmogelijkheden De gekombineerde vlak- en vandikte schaafmachines, HC 410 D, zijn gebouwd om houtwerkstoffen* te schaven met een rechthoekige of een vierkante vorm. Ronde werkstukken of werkstukken welke niet veilig op de machine-tafel kunnen gelegd worden of door de terugslagkleppen bij het vandikteschaven niet veilig kunnen gegrepen worden mogen met deze machine niet geschaafd worden. * Onder houtwerkstoffen verstaan wij stoffen, welke tenminste 90 % hout bevatten. 6 In gebruikname Om de machine van de palet te nemen evenals voor het transport is de machine met 4 transportogen voorzien. Door de transportogen kan een buis of lat geschoven worden. Na het opstellen worden de transportogen verwijderd. 7 7.1 De machine mag niet aan de vlakplaten worden opgetild. Ingebruikname Eerste montage Omwille van gemakkelijker transport wordt de langsaanslag gedemonteerd geleverd en de terminal is langs de zijkant gedraaid. A De schroeven van de flensplaat losmaken en de terminal vertikaal bevestigen. De klemschroef (A) losmaken en de langsgeleider inschuiven. 7.2 Opstelling Gelieve de machine op een effen en stabiel draagvlak op te stellen. Door de 4 instelschroeven te verstellen moet de machine waterpas opgesteld worden. Alle 4 de instelvoeten moeten gelijkmatig dragen. 7.3 Aansluiting op het net De aansluitingaan het net gebeurt via een CEE-stekker van 16 A. Het stopcontact waaraan de machine wordt aangesloten moet aanvoerleiding met 5 draden worden aangesloten L1, L2, L3, N, PE via een aardlekschakelaar. De spanning op het net moet 3 x 400 V/50 Hz +- 5 % bedragen. De beveiliging gebeurt met zekeringen van 3 x 16 A. De diameter van de draadkern moet 5 x 2,5 mm2 bedragen. 7.4 Draairichting De draairichting moet bij een 3 phasenmotor door een korte aansluiting op het net bepaald worden. Een andere draairichting bekomt men dan door het omkeren van de stiften in de CEEstekker. 7.5 Stofafzuiging Wanneer de machine in gesloten ruimtes langer dan 30 minuten benut wordt moet deze aan een stofafzuiging worden aangesloten. (stof van eiken- en beukenhout kan kanker verwekken). De stofafzuiging waaraan de machine aangesloten wordt moet een luchtsnelheid van ten minste 16 m. sec hebben aan de afzuigmond. 7.6 Automatische inschakeling van stofafzuiging De elektrische aansluiting van de machine moet zodanig zijn dat bij inschakelen de stofzuiger inwerking komt en bij het uitschakelen 20 seconden blijft lopen. 8 Veiligheids-tips - De bedrijfsinstrukties en meer speciaal de veiligheidsvoorschriften moeten gerespecteerd worden. Tijdens elk onderhoud moet de netstekker worden uitgetrokken. De beveiligings-elementen moeten dagelijks worden gecontroleerd. Grijp bij ingeschakelde machine nooit in de openingen. Neem altijd de hierop wijzende stickers met doorgestreepte hand (zie ook bovenstaande) die op de machine zijn aangebracht in acht. De voorschriften voor het instellen van de langsgeleiding en de bescherming van de schaaf-as moeten worden opgevolgd. (Pos. 12.4 en 12.6). Schaafmessen minder dan 22 mm breedte kunnen niet gebruikt worden. De machine moet overeenkomstig punt 7.5 aan een stofafzuiging aangesloten worden. De maximale afmetingen van de werkstukken moet in overeenstemming zijn met artikel 9 van de handleiding. Werk nooit zonder beitel-as beveiligingsinrichting. Beschadigde onderdelen en of beschermingselementen moeten tegen originele wisselstukken van metabo worden uitgewisseld. Personen van minder dan 16 jaar mogen deze machines niet bedienen. Tijdens het onderhoud steeds wachten tot de schaafas tot stilstand is gekomen. Draag altijd nauwsluitende werkkleding en draag geen ringen, armbanden of horloges tijdens de werkzaamheden. Tijdens het gebruik van de machine moet het bereik van de messen door hoekaanslag, beitel-as afdekking en werkstuk volledig afgeschermd zijn. Draag bij alle werkzaamheden met de vlak- en vandiktebank een gehoorbescherming (waarschuwingssymbool boven afgebeeld). Het geluidsniveau peil kan tot 87 dB(A) oplopen. De beschermings-elementen en de langsaanslag moeten over een komstig het werk ingesteld worden. De werkstukken voor het verwerken kontroleren op fouten (knopen, metaaldelen scheuren en krommingen). Het draaimoment (aantrekkracht) van de opspanbouten van de schaafmessen kontroleren. (pos. 15.3). 9 9.1 Afmetingen van de werkstukken HC 410 D Vlakken De maximaal te verwerken werkstukmaten bedragen 1600 x 315 x 230 mm. Wanneer langere werkstukken dienen te worden bewerkt dan kan men een extra ondersteuning gebruiken. Bvb. een rolbok. De werkstukken die minimaal kunnen gebruikt worden hebben de volgende maten: 300 x 40 x 20 mm. Kleinere werkstukken moeten met een hulp-stuk langs de schaafas geleid worden. Bvb. een schuifstok. Vandikte schaven Hier bedragen de maximaal te verwerken werkstukken 1700 x 405 x 230 mm. Wanneer langere werkstukken worden gebruikt moeten deze extra worden ondersteund. Bvb. met een rolbok. De kleinste werkstukken zijn 250 x 15 x 5 mm. 9.2 Kontrole der werkstukken De te verwerken werkstukken moeten nagezien worden of ze voor verwerking in aanmerking komen. BVB op de aanwezigheid van ijzer, krommingen, knopen vergroeiingen e. a.). 10 Gevaarlijke bewerkingen - 11 11.1 Met de schaafmachine kunnen geen inzet-werken verricht worden. Dit zijn schaafprestaties waarbij niet de totale lengte van het werkstuk bewerkt worden. Men moet niet proberen sterk gekromde werkstukken te schaven, wanneer men niet zeker is dat ze goed op de machinetafel kunnen worden aangevoerd. Hulpstukken bij de aanvoer Vlakken 1) De handvaten moeten niet genageld zijn zodat geen metaaldelen met de schaafas in aanraking komen. 2) Schuurpapier dient op de onderkant gekleefd te worden opdat het werkstuk niet zijdelings verschuifd. 3) Een smalle schuifstok voor korte smalle en dunne werkstukken. Een stuk hardhout moet in een dwars-gleuf ingelijmd worden. 12 12.1 Bedieningselementen Terminal/elektrische uitrusting De schakelaar welke in de verdraaibare terminal is ingebouwd kan naar alle standplaatsen van de bediener gedraaid worden. De machine wordt opgestart door de startknop naar rechts te draaien en uitgeschakeld door naar links te draaien. Ongewenste bediening van de machine kan voorkomen worden door de schakelaar door middel van een hangslot af te grendelen. 12.2 3 Veiligheids-eindschakelaars bevinden zich onder de afdekkap van het drijfwerk. Hierdoor wordt het gebruik van de machine verhinderd wanneer deze niet korrekt voor het vlakken of vandikte schaven is ingesteld. De veiligheids eindschakelaars schakelen eveneens de machine uit wanneer: - De vlaktafels in de hoogte gesteld worden. - Of wanneer de afzuigmond bij het vandikte schaven wordt naar benedengebracht. Motorbeveiliging Zolang de machine niet aan het net is aangesloten zal de schakelaar niet inschakelen . Bij uitvallen van de spanning wordt de schakelaar door een ingebouwde onderspannings-relais geopend. Dit betekend dat de machine opnieuw moet worden ingeschakeld wanneer de machine opnieuw onder spanning komt. Wanneer de motor overbelast wordt, dan schakelt de motor uit via de ingebouwde motorbeveiligingsschakelaar. De motor die door overbelasting verhit is mag enkel na ca. 10 minuten opnieuw gestart worden. 12.3 Motorrem De aandrijvingsmotor is met een elektromechanische rem uitgerust. De maximale remtijd, dit betekent de totale stilstand van de schaafas mag niet meer dan 10 seconden bedragen. Wanneer hiertoe meer tijd gebruikt wordt moet de motorrem vervangen worden. De frekwentie van het inschakelen mag niet meer dan 10 x per uur bedragen. 12.4 Instellen van de langsgeleider B A Na het losmaken van de klemhendel (A) kan de aanslagdrager horizontaal verschoven worden. Na het losmaken van de beide klemhendels (B) kan het aanslaglineaal van de 90° positie in de 45° positie gedraaid worden. Teneinde de machine van de stand voor het vlakken naar de stand voor het vandikte schaven te brengen kan de langsgeleider omhoog gebracht worden. 12.5 Afstelling van de aanslaglineaal C ➞ Opgelet! Het profiel van de langsgeleiding moet zo ingesteld worden dat het op de vlaktafel rust. 12.6 Precies instellen De stand waarbij de langsgeleider 90° heeft ten opzichte van de schaaftafel kan door het verstellen van de ajusteerschroef (C) fijn ingesteld worden. Afstellen van de beschermkap over de schaafas C A B De doorlaathoogte van de schaafas afdekking wordt het naar rechts of naar links verdraaien van de regelknop (A) ingesteld. 12.7 De openingsbreedte ten opzichte van de langsgeleiding kan na het in de hoogte verstellen van de hendel (B) ingesteld worden. Alvorens de vlaktafels in de hoogte te verstellen moet de beschermkap in zijn geheel naar achter worden omgedraaid. Voor het omdraaien moet de hendel (C) bedient worden en nadien weer aangedrukt. Instelling van de spaanafname/Aflezing op de skala A B Alvorens de vlaktafel te verstellen moet de klemhendel (A) ca 1/2 draai losgemaakt worden. Door de cylinder-knop los te draaienn (B) kan de vlaktafel hoog of laag versteld worden. De ingestelde spaanafname kan aan de Nonius-skala afgelezen worden. Na de instelling van de spaanafname moet de klemhendel weer vast gedraaid worden. 1 op 1 = 1 mm spaanafname 2 op 2 = 2 mm spaanafname enz. 12.8 Het omstellen van de stand vlakken naar het vandikte schaven De beschermkap van de schaaf-as omdraaien. De beide klemhendels losmaken en zijdelings wegdraaien. Het geleidingsprofiel volgens 12.4 van de gebruiksaanwijzing in hoogte verstellen en vast schroeven. De vlaktafels in de hoogte verdraaien. Nadat de vlakplaten in de hoogte versteld zijn nagaan of de veiligheidsklemmen funktioneren. De afzuigingskap in hoogte verstellen. 12.9 Instellen van de vandikte tafel Alvorens de vandikte tafel te verstellen moet de klemhendel los gemaakt worden. De hoogte verstelling van de vandikte tafel gebeurt via verdraaien van het handwiel. Rechts draaien = omhoog verstellen; Links draaien = lager verstellen. De ingestelde dikte kan aan de skala worden afgelezen. Na het instellen van de dikte moet de klemhendel weer worden vastgezet. De instelling tot op 1/10 mm precies kan door digital-aanduiding worden (extra toebehoren) afgelezen. (Bestelnr. 091 101 3983) 12.10 Precies afstellen van de skala van de vandikte tafel Nadat de 3 bevestigingsschroeven losgedraaid zijn kan de skala binnen de langgaten verschoven worden. 12.11 Uitschakeling van de voeding Door het naar beneden drukken van de voedingshendel wordt de aanvoer stopgezet. 13 13.1 Tips bij het gebruik Vandikte schaven De machine opstellen volgens 12.8 van de gebruiksaanwijzing en met een slang aan de stofzuiger verbinden. De gewenste dikte van het werkstuk instellen. De machine starten en de voeding in schakelen. Het werkstuk met de gevlakte zijde naar beneden op de vandikte tafel leggen en naar voorschuiven tot de aanvoerwals het werkstuk meenemen. Het werkstuk wordt nu automatisch door de machine getrokken en door de gebruiker aan de andere kant aangenomen. Bij lengtes van de werkstukken boven 1,6 meter lengte moet het werkstuk extra ondersteund worden. 13.2 Vlakken van vlakke werkstukken De machine wordt in de stand voor het vlakken gebracht. De bescherminrichting van de schaaf-as omdraaien en de slangverbinding met de afzuigmond verbinden. Door het verplaatsen van de langsgeleider moet het schaafmes zover worden afgedekt dat enkel de breedte vrijblijft die nodig is om het te bewerken werkstuk door te laten. De afdekking van de schaafas (schuiver) tot aan de langsgeleiding schuiven en vast klemmen. De afstand van de schaafas-afdekking tot de lengte aanslag mag maximaal 8 mm. bedragen. Door het verdraaien van de instelschroef wordt de afdekking van de schaafas op de hoogte van het werkstuk afgeregeld. Werkstukken tot een dikte van 60 mm worden principieel onder de schaafasafdekking doorgeschoven. De handen moeten bij het verschuiven van het werkstuk over de bescherming van de schaafas glijden. 13.3 Vlakken van smalle latten De afdekking van de schaafas op de vlaktafels laten rusten. De schuiver van de schaafas beveiliging instellen tot op een dikte van het te schaven werkstuk. Een tolerantie van +/- 4 mm. geldt als maximale toegelaten tolerantie. Bij het afregelen mag men met de handen niet over de schaafas glijden. De linkse hand bevindt zich steeds achter de schaafas, de rechter hand schuift het werkstuk naar voor, maar wordt teruggetrokken alvorens ze de schaafas passeert. 14 Dagelijkse veiligheids-kontrole Opgelet! Alvorens te beginnen de netstekker uittrekken. De achterste vlaktafel moet precies op de hoogte van de omtrek van de schaafas ingesteld zijn. Wanneer de achterste tafel te hoog uitsteekt dan stoot het werkstuk bij het vooruit duwen tegen de kant van de achtertafel. Wanneer de tafel te laag staat dan kan het lichaam van de schaafas het werkstuk raken en wegslingeren (Verhoogde terugslag door wrijving). Zie ook onder 15.4 van de handleiding. 15 De schaafbescherming moet zonder veel moeite instelbaar zijn. Ze moet regelmatig gesmeerd worden. Beschadigde onderdelen van het beschermtoestel moeten vervangen worden. De schuiver mag in de bevestigde stand niet meer verschuifbaar zijn. Wanneer het klemmechanisme slijtage vertoond is moet deze onmiddellijk worden omgewisseld. De grijpers van de terugslagbeveiliging moeten door eigengewicht naar beneden vallen. Hiertoe volstaat het deze regelmatig te reinigen. De top van de grijpers moet altijd scherp zijn en in een goede toestand worden gehouden. Monteren en uitbouwen en instellen van de schaafmessen Opgelet! Alvorens te beginnen de netstekker uittrekken. Na het losdraaien van de binnenste borgschroef A kan door rechts danwel linkom draaien de achterste vlaktafel aan de beitel-as aangepast worden. A 1 Attentie! De vlakmessen moeten een minimale breedte van 22 mm hebben. Smalle messen kunnen niet goed worden vastgeklemd. De klembouten moeten een draaimoment van 9 Nm hebben. Vaster aandraaien kan beschadiging van de schroefdraad tot gevolg hebben. De schaafmessen kunnen een maximaal uitsteken van 1 mm. hebben. 15.1 Demonteren van de schaafmessen Om de schaafmessen te monteren of te demonteren moeten de vlaktafels omhooggeklapt worden. 15.2 De 6 regelbouten met sleutel SW6 inschroeven (naar rechts). De schaafmessen en de aandrukprofielen kunnen nu uit schaafas geschoven worden. Kontrole van de ingebouwde schaafmessen Een lat of een geschaafde houten lat op de achterste vlakbank leggen en de schaafas met de hand bewegen. Elk schaafmes moet de lat of de geschaafde houten lat 5-10 mm. meetrekken. Deze kontrole moet bij alle drie de schaafmessen gebeuren. Het monteren en de kontrole van de schaafmessen dienen uit veiligheids-overwegingen zorgvuldig uitgevoerd te worden. Om de schaafas te verdraaien moet de afdek-dop verwijderd worden en een steeksleutel op de moer geplaatst worden. Draairichting rechts. De steeksleutel behoort niet tot de standaardlevering. 16 16.1 Algemene onderhoudswerken Smering De geleidingszuil van de vandikte -tafel is met een smeernippel uitgerust. Hier moet minstens 1 x per jaar worden doorgesmeerd. 16.2 De geleidingen van de vlaktafels evenals alle andere beweegbare delen moeten regelmatig met enige druppels olie lichtbeweegbaar gehouden worden. De aandrijving en de aandrijfmotor indien nodig, maar ten minste eenmaal per jaar smeren. Naspannen/Uitwisselen van de aandrijfriemen B C A A Na het losmaken van de 6 schroeven (A) kan de bevestigingsplaat van de motor die tot het opspannen dient van de hoofdaandrijving. Na het losmaken van de schroeven (B en C) kan de grondplaat voor het drijfwerk die dient om aanvoerriemen op te spannen verdraaid worden. Inveren van de hoofdaandrijfriemen bij 5 Nm ca. 20 mm. Inveren van de voedingsriemen bij 5 Nm ca. 20 mm. 16.3 Uitwisselen van de terugslagkleppen Beschadigde of afgestompte terugslagkleppen moeten door originele metabo kleppen worden vervangen. (Bestelnummer zie lijst van de wisselstukken). Om te verwisselen moet de afdekkap worden gedemonteerd. Na het verwijderen van de beide bevestigingsschroeven kan de lageras met de erop geschoven terugslagkleppen worden weggenomen. De nieuwe terugslagkleppen moeten los op de lageras kunnen geschoven worden; Na het inbouwen moet de funktie van de terugslagkleppen worden gekontroleerd. 16.4 Kontrole van de veiligheids eindschakelaars/Motorrem Opgelet! De schaafas kan bij een beschadigde leiding naar de veiligheidsschakelaars aanlopen. Daarom moet de kontrole door een vakman gebeuren. De uitlooptijd (remtijd) moet tenminste 1 x per maand worden gekontroleerd. Deze mag maximaal 10 seconden bedragen. Wanneer de uitlooptijd overschreden wordt moet de motorrem of indien noodzakelijk, de komplete motor worden uitgewisseld. De voorste vlaktafel omhoogklappen en de schaafas door het verschuiven van de aanslag afdekken; de machine mag nu niet worden gestart. 16.5 Uitwisselen van de voedingswalsen De kap over het drijfwerk verwijderen, de ketting van de kettingwielen heffen en verwijderen. 16.6 De achterste vlakplaat omhoogklappen en de schaafas door het naar voorschuiven van de aanslag afdekken. De machine mag nu niet worden gestart. De drukveer kompleet met de bevestigingsschroeven verwijderen. De voedingswals kan nu langs de zijkant uitgeschoven worden. Demontage van de schaafmesas De afdekkap van het drijfwerk wegnemen en de aandrijfriem verwijderen. De beschermplaat demonteren en de drie bevestigingsschroeven van het lager verwijderen. De schaaf-as kan nu langs de zij-kant worden weggenomen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Metabo HC 410 Handleiding

Categorie
Tuinversnipperaars
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor