Documenttranscriptie
PT-26
Toorts voor plasmasnijden
Instructiehandleiding (NL)
0558003747
ZORG DAT U DEZE INFORMATIE DOORGEEFT AAN DE BEDIENER
VAN DIT APPARAAT.
BIJ UW LEVERANCIER KUNT U EXTRA EXEMPLAREN KRIJGEN.
LET OP
Deze instructies zijn voor ervaren bedieners. Als u niet bekend bent met de principes van
de bediening en veilige werking van booglassen en -snijden, raden wij u dringend aan om
ons boekje “Precautions and Safe Practices for Arc Welding, Cutting, and Gouging,” formulier 52-529 door te lezen. Laat ongetraind personeel dit apparaat NIET installeren, bedienen of onderhouden. Probeer dit apparaat NIET te installeren of te bedienen voordat
u deze instructies volledig hebt gelezen en begrepen. Als u deze instructies niet helemaal
begrijpt, neemt u contact op met de leverancier voor meer informatie. Lees de veiligheidsvoorschriften voordat u dit apparaat installeert of bedient.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER
Dit apparaat werkt conform de beschrijving in deze handleiding en de bijbehorende labels en/of bladen wanneer het wordt geïnstalleerd, bediend, onderhouden en gerepareerd volgens de bijgeleverde instructies. Dit apparaat moet periodiek worden gecontroleerd. Een slecht werkend of verkeerd onderhouden apparaat mag niet
worden gebruikt. Gebroken, ontbrekende, versleten, vervormde of besmette onderdelen moeten onmiddellijk
worden vervangen. Als een dergelijke reparatie of vervanging nodig is, raadt de fabrikant u aan om telefonisch
of schriftelijk een serviceaanvraag in te dienen bij de erkende distributeur, of bij wie u het apparaat hebt aangeschaft.
Dit apparaat en de bijbehorende onderdelen mogen niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de fabrikant worden gewijzigd. De gebruiker van dit apparaat is zelf verantwoordelijk voor defecten die
ontstaan vanwege onjuist gebruik, verkeerd onderhoud, schade, verkeerde reparatie of wijzigingen door iemand anders dan de fabrikant of een servicefaciliteit die door de fabrikant is aangewezen.
66
inhoudsopgave
Hoofdstuk / Titel
Pagina
1.0 Veiligheidsmaatregelen.............................................................................................................................................................. 69
2.0 Beschrijving..................................................................................................................................................................................... 71
2.1 Beschrijving......................................................................................................................................................................... 73
3.0
Installatie.......................................................................................................................................................................................... 75
3.1 Toorts aansluiten op voedingsbron............................................................................................................................ 75
3.2 Aansluiten op oudere voedingsbronnen................................................................................................................. 75
3.3 Gas selecteren.................................................................................................................................................................... 76
3.4 Gasaansluitingen............................................................................................................................................................... 76
3.5 Onderdelen van het voorste uiteinde monteren.................................................................................................. 77
3.6 Doorslaggeleider............................................................................................................................................................... 78
3.7 Losse verbruiksartikelen................................................................................................................................................. 78
3.8 Wervelklep installeren..................................................................................................................................................... 78
4.0
Bediening........................................................................................................................................................................................ 79
4.1 Bediening............................................................................................................................................................................. 79
4.2 Bedieningsparameters.................................................................................................................................................... 81
4.3 Snijgegevens...................................................................................................................................................................... 81
5.0
Onderhoud...................................................................................................................................................................................... 87
5.1 Voorste uiteinde demonteren...................................................................................................................................... 87
5.2 Algemeen............................................................................................................................................................................. 87
5.3 Vuil of vervuiling................................................................................................................................................................ 88
5.4 De toortskop verwijderen en vervangen................................................................................................................. 88
5.5 De toortskabels verwijderen en vervangen............................................................................................................ 89
5.6 Flexsteun, switchband of hendel vervangen.......................................................................................................... 89
5.7 De toortsschakelaar vervangen................................................................................................................................... 89
5.8 De gasstroom van de toorts meten............................................................................................................................ 90
6.0 Vervangingsonderdelen............................................................................................................................................................. 91
6.1 Algemeen............................................................................................................................................................................. 91
6.2 Bestellen............................................................................................................................................................................... 91
67
inhoudsopgave
68
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEID
HOOFDSTUK 1
1.0
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Veiligheidsvoorschriften
Gebruikers van ESAB-las- en plasmasnijapparaten moeten er zelf voor zorgen dat iedereen die met of in de buurt
van het apparaat werkt zich aan de betreffende veiligheidsvoorschriften houdt. De veiligheidsvoorschriften
moeten aan de eisen voor dit type las- of plasmasnijapparaat voldoen. Houd u aan de volgende aanbevelingen
en aan de standaardreguleringen die voor de werkplek gelden.
Het werk moet worden uitgevoerd door getraind personeel dat goed bekend is met de bediening van las- of
plasmijsnijapparaten. Onjuiste bediening van de apparatuur kan leiden tot gevaarlijke situaties, die kunnen leiden
tot persoonlijk letsel en schade aan het apparaat.
1. Iedereen die las- of plasmasnijapparaten gebruikt, moet bekend zijn met:
- de bediening
- de plaats van noodstop
- de werking
- de relevante veiligheidsvoorschriften
- lassen en/of plasmasnijden
2. Degene die het apparaat bedient, moet ervoor zorgen dat:
- er zich geen ongeautoriseerd personeel in het werkgebied van het apparaat bevindt wanneer dit wordt
opgestart
- niemand onbeschermd is wanneer de boog wordt gestart
3. Het werkgebied moet:
- geschikt zijn voor het doel
- vrij zijn van tocht
4. Artikelen voor uw persoonlijke veiligheid:
- Draag altijd de aanbevolen artikelen voor persoonlijke veiligheid, zoals een veiligheidsbril,
vlambestendige kleding en veiligheidshandschoenen.
- Draag geen loszittende artikelen, zoals dassen, armbanden, ringen, enz. Deze kunnen verstrikt raken en
brandwonden veroorzaken.
5. Algemene voorzorgsmaatregelen:
- Zorg dat de retourkabel veilig is aangesloten.
- Werkzaamheden met apparatuur van een hoog voltage mogen alleen door een gekwalificeerde
elektricien worden uitgevoerd.
- De juiste brandblusapparatuur moet duidelijk zijn aangegeven en binnen handbereik staan.
- Tijdens de bediening van het apparaat mag geen smering en onderhoud worden uitgevoerd.
33
69
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEID
HOOFDSTUK 1
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN PLASMASNIJDEN KUNEN PERSOONLIJK LETSEL EN LETSEL BIJ
ANDEREN VEROORZAKEN. NEEM VOORZORGSMAATREGELEN WANNEER
U LAST OF SNIJDT. VRAAG UW WERKGEVER WELKE MAATREGELEN U
MOET TREFFEN, OP BASIS VAN DE RISICOGEGEVENS VAN DE FABRIKANT.
ELEKTRISCHE SCHOK - kan dodelijk zijn.
- Installeer en aard de las- of plasmasnijunit volgens de geldende normen.
- Raak geen elektrische onderdelen of elektrodes die onder stroom staan met de blote huid, natte hand
schoenen of natte kleding aan.
- Isoleer uzelf van de aarde en het werkstuk.
- Zorg voor een goede werkhouding.
ROOK EN GAS - kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn.
- Houd uw hoofd uit de rook.
- Gebruik ventilatie of boogextractie, of beide, om rook en gassen uit de ademzone en de algemene ruimte
te verwijderen.
BOOGSTRALEN - kunnen letsel aan ogen en huid veroorzaken.
- Bescherm uw lichaam en uw ogen. Gebruik het juiste las/plasmasnijscherm en filterlens, en draag beschermende kleding.
- Bescherm omstanders met geschikte schermen of gordijnen.
BRANDGEVAAR
- Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen ontvlambare materialen in de
buurt staan.
LAWAAI - te veel lawaai kan het gehoor beschadigen.
- Bescherm uw oren. Gebruik oorbeschermers of een andere gehoorbescherming.
- Wijs omstanders op het risico.
DEFECTEN - bel voor assistentie van een expert als het apparaat defect is.
LEES EN BEGRIJP DE INSTRUCTIEHANDELING VOORDAT U HET APPARAAT BEDIENT.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
34
70
hoofdstuk 2
beschrijving
Toorts PT-26
Deze veelzijdige, gebruiksvriendelijke toorts van 300 ampère biedt superieur prestaties voor een groot aantal
handmatige en gemechaniseerde snijtoepassingen.
■ Uitstekende snijmogelijkheden - snijdt tot (88,9 mm) en
scheidt 101,6 mm met lucht, stikstof of argon-waterstof
bij 300 ampère
■ Produceert schone sneden van hoge kwaliteit
■ Werk met werkshop of cilinderlucht, stikstof of of argonwaterstof bij 300 ampère
■ Compact, lichtgewicht ontwerp voor gemakkelijke
bediening
■ E l e k t ro d e s m e t l a n g e re l e ve n s d u u r, d u s l a g e re
bedrijfskosten
■ Start met hulpboog - start zelfs op verf
■ Gutsmondstuk verkrijgbaar
■ Intermitterende snijcapaciteit voor raspen of geëxpandeerde
metaaltoepassingen
■ Gutsschild en doorslaggeleider voor het gemak van de
gebruiker
■ Eén jaar garantie
Specificaties
Voltageklasse "M" (EN 50078)
Stroomcapaciteit (alle servicegassen en druk)
100% werkcyclus.................................................................................200 A DCSP
60% werkcyclus, handtoortsen, 100% in-line...........................300 A DCSP
Maximale stroomsterkte...................................................................300 A DCSP
Goedgekeurde servicegassen
Plasma........................................................02, Lucht, N2, H-35, N2/H2 mengsels
Schiod........................................................................................... Lucht, N2, CO2, Ar
Minimum vereisten voor gastoevoerstroom
Schild................................................. 200 cfh @ 85 psig (94 l/min. @ 6.0 BAR)
Plasma.............................................240 cfh @ 80 psig (112 l/min. @ 5,6 BAR)
Lengte van servicekabels.............................................................7,6 m of 15,2 m
Gewicht.................................................................................................................. 7,3 kg
12,7 kg
Maximum toegestane inlaatgasdruk.................................. 100 psig (6,9 BAR)
Startgasdruk....................................................................................30 psig (2,1 BAR)
Minimum stroomvereisten voor koelvloeistoftoevoer ........ 0,9 gpm @ 95
psig
(3.4 l/min @ 6,6 BAR)
Maximum inlaatdruk koelvloeistof...................................... 120 psig (8,3 BAR)
Maximum temperatuur koelvloeistof...........................................................40° C
PT-26, 90°, kabel 7,6 m......................................................................... 0558004031
PT-26, 90°, kabel 15,2 m...................................................................... 0558004032
PT-26, 70°, kabel 7,6 m......................................................................... 0558002208
PT-26, 70°, kabel 15,2 m...................................................................... 0558002209
PT-26, IN-LINE, 7,6 m............................................................................ 0558002320
PT-26, IN-LINE, 15,2............................................................................... 0558002321
OPMERKING: IN-LINE toortsen hebben een cilinderdiameter van 50,8 mm
en zijn voorzien van rek of toortshouder.
PT-26SL, IN-LINE, 5,2 m........................................................................ 0558005620
PT-26SL, IN-LINE, 7,6 m........................................................................ 0558005621
PT-26SL, IN-LINE, 15,2 m..................................................................... 0558005622
OPMERKING: IN-LINE “SL” toortsen hebben een cilinderdiameter van 34,9
mm en zijn voorzien van een 32-pitch rek.
Consoles
ESP-150, ESP-200 en Deuce Pack 150
Bestelgegevens
Optionele accessoires
Plasmit-toortskopbeschermer
Voor het gutsen.................................................................................... 0558003797
7,6 m leren huls*
Beschermt toortskabels tegen afsluiting en gesmolten metaal; met name
aanbevolen voor plasmagutsen................................................ 0558002921
15,2 m leren huls* . .......................................................................... 0558002922
Kit met reserveonderdelen .......................................................... 0558004030
Toortshouder, 50,8 mm ................................................................ 0558002985
Toortsuitrustingkit ......................................................................... 0558003186
*Standaard op handtoorts.
71
hoofdstuk 2
beschrijving
PT-26 Handmodellen
Locatie van o-ring - 0558003721
Toortskop 90°................... 0558003719
70°.....................0558002204
Inclusief o-ringen:
0558003720 (1)
0558003721 (3)
Locatie van o-ring - 0558003720
Elektrodehouder - 0558003707
Inclusief o-ringen
0558003708 (boven)
948317 (onder)
Elektrode
0558003722 - Lucht, stikstof, stikstof/waterstof
0558003723 - Argon/waterstof(H-35)
Hitteschild
Handtoorts - 0558003714
*Sluitproximiteit - 0558003715
Kleptubus - 0558003710
Isolatiestuk - 0558003711
Includes O-ring - 0558003712
Doorslaggeleider - 0558003713
Ampère
O/N
Snijmondstuk
50
0558003716
150
0558003717
200
0558003798
300
0558003794
Gutsmondstuk
200
0558003718
300
0558003795
* Sluitproximiteit van hitteschild. Optioneel
voor handtoorts bij het snijden of gutsen in
sluitproximiteit van het werkstuk.
GROOTTE OPENING
,052
,078
,089
,104
,125
,144
Alle inclusief o-ringen:
0558003724 (boven)
0558003725 (onder)
PT-26 In-Line modellen
Toortskop IN-LINE....... 0558002110
Inclusief o-ringen:
0558003720 (1)
0558003721 (3)
Locatie van o-ring 0558003721
Kleptubus - 0558003710
**Wervelklep, In-line - 0558003583
Inclusief o-ring - 0558003724 en 14K07
Locatie van o-ring - 0558003720
Elektrodehouder - 0558003707
Inclusief o-ringen:
0558003708 (boven)
948317 (onder)
**Schildbeker, gemechaniseerd 0558003582
Elektrode
0558003722 - Lucht, stikstof, stikstof/waterstof
0558003723 - Argon/waterstof(H-35)
Ampère
O/N
Snijmondstuk
50
0558003716
150
0558003717
200
0558003798
300
0558003794
Gutsmondstuk
200
0558003718
300
0558003795
** Deze twee onderdelen, samen met het klepinstallatiegereedschap (0558003584), worden
bij alle gemechaniseerde versies van deze
toorts geleverd.
GROOTTE OPENING
,052
,078
,089
,104
,125
,144
Alle inclusief o-ringen:
0558003724 (boven)
0558003725 (onder)
Afbeelding 2.1 Montage van onderdelen voorste uiteinde PT-26
72
hoofdstuk 2
beschrijving
2.1 Beschrijving
De PT-26 is dubbel gas, watergekoelde toorts met een kop van 70° of 90° voor handmatig snijden en gutsen, en een in-line
kop voor gemechaniseerd snijden en gutsen. Beiden kunnen worden gebruikt met bepaalde pakketten voor plasmaboogsnijden. Deze pakketten zijn de ESP-150, ESP-200 en de correct uitgeruste Deuce Pack 150 Systems.
waarschuwing
bij het proces van plasmaboogsnijden worden hoge voltages bebruikt. contact met de ‘levende’ delen van de toorts
en de machine moeten worden vermeden. tevens kan het onjuiste gebruik van de gassen een gevaar voor de veiligheid
vormen. voordat u de pt26-toorts gaat bedienen, moet u de
veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies bij de
voedingsbron lezen.
het gebruik van de toorts op een unit die niet is voorzien
van een veiligheidsvergrendelingscircuit, kan de gebruiker
blootstellen aan een onverwachts hoog voltage.
333 mm
(13,11”)
41 mm
(1,60”)
102 mm
(4,01”)
38 mm
(1,50”)
42 mm
(1,66”)
Afbeelding 2.2 Afmetingen van de PT-26
73
hoofdstuk 3 installatie
3.1 Toorts aansluiten op voedingsbron
Raadpleeg de instructies bij de voedingsbron voor informatie over het aansluiten van de toorts.
De volgorde waarin de toorts wordt aangesloten, verschilt per voedingsbron. Bestudeer de voedingsbron om te
weten welke volgorde waarmee u het beste de aansluitingen met een moersleutel kunt maken.
waarschuwing
waarschuwing
Controleer of de voedingsschakelaar op de console in de
stand UIT staat en de hoofdvoedingseenheid is uitgeschakeld.
De PT-26 vormt een veilig systeem met bepaalde voedingsbronnen die een verlies van koelvloestof kunnen detecteren die terugstroomt van de toorts en die de toorts niet
van stroom voorziet wanneer een dergelijk verlies van
koelvloeistof wordt gedetecteerd. Het verwijderen of
losmaken van het toortsHitteschild veroorzaakt verlies
van koelvloeistof. gebruik de PT-26 niet op voedingsbronnen die een dergelijk systeem niet hebben.
De toorts PT-26 gebruikt een linkshandige draadfitting van het formaat ‘C’ voor de negatieve terminal en de
aansluiting van koelvloeistof. Sluit deze fitting aan op de overeenkomstige contrafitting op de voedingsbron
en maak deze goed vast met een moersleutel. Nadat de fitting is bevestigd, schuift u de rubberen laars op de
voedingskabel over de aansluiting. De rechtshandige fitting van het formaat ‘B’ wordt gebruikt om de positieve
terminal en de koelvloeistofaansluiting te maken. Deze ook goed vastmaken.
Het plasmagas en de schildgasaansluitingen worden gemaakt met de twee fittingen van het formaat ‘B’, elk met
een andere draad. Goed vastmaken met een sleutel bij de bijbehorende fitting op het voedingsbronpaneel.
De toortsschakelaaraansluiting wordt gemaakt met de 5-pins plug op de toortsschakelaarkabel. Steek de plug
in het contactpunt op de voedingsbron en draai aan de vergrendelingsring om de plug vast te maken.
3.2 Aansluiten op oudere voedingsbronnen
De toorts PT-26 kan op oudere Deuce Pack 150-voedingsbronnen worden aangesloten. Hiervoor moet een nieuwe ‘plumbing box’ worden geïnstalleerd.
De kit hiervoor is O/N 000759.
75
hoofdstuk 3 installatie
3.3 Gas selecteren
De PT-26 is een toorts voor dubbel gas. Het ene gas wordt gebruikt voor plasmagas en het andere voor het afschermen van het snijgebied. Hieronder staan de aanbevolen gascombinaties.
waarschuwing
GEBRUIK ALLEEN DE GOEDGEKEURDE GASSEN DIE IN DIT DOCUMENT STAAN.
Luchtplasma/luchtschild
Beste algemene combinatie voor snijkwaliteit, snijsnelheid en besparing op zacht staal, roestvrij staal en aluminium. Deze combinatie veroorzaakt wat oppervlaktenitrering op het snijvlak en wat oppervlakteoxidatie op legeringsonderdelen op roestvrij staal. Gebruik altijd schone, droge lucht. Vocht of olie in de luchttoevoer verlaagt
de levensduur van de toortsonderdelen.
Stikstofplasma/luchtschild
Deze combinatie biedt een verbeterde levensduur van de onderdelen, met name voor de elektrode. De snijsnelheden zijn enigszins langzamer dan met luchtplasma. Het veroorzaakt oppervlaktenitrering maar biedt een
schoner snijvlak op roestvrij staal. De koeling kan worden vervangen door stikstof of CO2.
H-35-plasma/stikstofschild
Deze combinatie biedt een uitstekende levensduur van de onderdleen met een minimale hoeveelheid snijvlakvervuiling en zorgt voor uitstekende smeltbaarheid. Wordt het vaakste gebruikt voor gutsen op zacht staal,
aluminium en roestvrij staal. Matige snijkwaliteit op zacht staal, goede snijkwaliteit op aluminium en roestvrij
staal, met name op grotere diktes.
40% waterstof - 60% stikstof plasma/luchtschild
Alleen op aluminium. Biedt hogere snelheid en grotere dikte. Matige prestaties op roestvrij staal en zacht staal.
Zuurstofplasma/luchtschild
Beste kwaliteit voor gemechaniseerd snijden van zacht staal van 25,4 mm of dunner met 150 tot 300 ampère.
Hoogste metaalverwijderingswaarde voor gutsen op zacht staal.
3.4 Gasaansluitingen
Raadpleeg hoofdstuk 3.3 voor de lijst met goedgekeurde servicegassen. Gebruik geen gassen die niet expliciet
zijn goedgekeurd voor de toorts PT-26.
Nadat u de gassen voor de taak hebt geselecteerd, sluit u de gastoevoerslangen aan op de fittingen aan de
achterkant van de voedingsbron. Mogelijk zijn er twee fittingen voor elk gas. Gebruik de fitting die geschikt is
voor uw slang. Zorg ervoor dat de ongebruikte fittingen zijn afsloten met de plug die aan de voedingsbron is
bevestigd.
Merk op dat de voedingsbronnen ESP-150 en ESP-200 een gasaansluiting met de naam “Start Gas” hebben. Hiermee kan een ander plasmagastype en andere drukinstelling worden gebruikt voor het plasmagas aan het begin
van het snijden. Het startgas dat normaalgesproken wordt gebruikt bij handmatig snijden, is hetzelfde gas als
voor snijden/gutsen plasma of stikstof.
BELANGRIJK! Er MOET altijd een gas zijn aangesloten op “Start Gas”. Als dit niet gebeurt, wordt de toorts
beschadigd. Het startgas kan een van de goedgekeurde plasmagassen zijn uit het bovenstaande hoofdstuk.
76
hoofdstuk 3 installatie
3.5
Onderdelen van het voorste uiteinde monteren
waarschuwing
waarschuwing
controleer of de voedingsschakelaar op de voedingsbron
in de stand OFF (UIT) staat en de hoofdvoedingseenheid is
uitgeschakeld. als ude onderdelen van het voorste uiteinde verkeerd installeert, kunt u worden blootgesteld aan
een hoog voltage of aan brand.
Volg alle aanwijzingen in het boekje dat bij uw voedingsbronpakket is geleverd. Probeer deze toorts NIET te installeren of te bedienen zonder de instructies te hebben
gelezen. het voorste uiteinde van de toorts bevat onderdelen die, wanneer ze met het voedingsbroncircuit werken, voorkomen dat de toorts ongewenst van energie
wordt voorzien wanneer het Hitteschild is verwijderd en
de toortsschakelaar is gesloten.
Zorg ervoor dat:
•
•
•
•
•
Alle o-ringen zijn aangebracht (toortskop, mondstuk, elektrodehouder).
De elektrodehouder is goed vastgemaakt.
De kleptubus is geïnstalleerd en vastgemaakt.
De elektrode is geïnstalleerd en vastgemaakt.
Het mondstuk is geïnstalleerd.
Raadpleeg afbeelding 2.1 voor de montage van de onderdelen van et voorste uiteinde in de toortskop.
Controleer eerst de toortsbody om ervoor te zorgen dat er geen débris of o-ringen in achterblijven. Verwijder
eventuele achtergebleven débris en o-ringen.
Inspecteer de elektrodehouder om te controleren of de o-ringen zijn aangebracht. Draai de elektrodehouder in
de toortskop en maak goed vast met een zeskantige sleutel van 4,8 mm. De houder moet goed maar niet al te
vast zitten zodat de zeskant in de houder wordt afgewerkt.
Plaats de kleptubus in de elektrodehouder en draai deze in de toortskop met de plastic zeskantige moersleutel.
Maak de tubus niet al te vast maar zorg dat deze vast zit.
Steek het isolatiestuk in de toortskop. Zorg ervoor dat de o-ring is geplaatst op het isolatiestuk zodat het isolatiestuk op zijn plaats blijft zitten in de kop. Druk het isolatiestuk niet te ver terug. Wanneer het is geïnstalleerd,
wordt het door het mondstuk teruggedrukt in de juiste positie.
Draai de elektrode op de schroefdraad van de elektrodehouder en maak deze vast met de zeshoekige uiteinde
van het plastic gereedschap.
Druk het mondstuk in de voorkant van de toortskop. Het isolatiestuk wordt dan verder in de kop gedrukt. Dit is
normaal. Zorg dat beide o-ringen zijn aangebracht en dat het mondstuk tegen de toortskop aan zit.
77
hoofdstuk 3 installatie
Draai het hitteschild op de toortskop om het mondstuk tegen te houden. Het hitteschild moet zo goed mogelijk
met de hand worden vastgemaakt om de voorkomen dat er koelvloeistof lekt uit de mondstuk o-ring dichting.
Als de optionele doorslaggeleider moet worden gebruikt, installeert u dit op het hitteschild door te drukken of
MET DE KLOK MEE te draaien totdat de geleider helemaal op het schild zit.
BELANGRIJK - Draai de doorslaggeleider niet tegen de klok in omdat het hitteschild dan losraakt.
3.6 Doorslaggeleider
De doorslaggeleider biedt de gebruiker de mogelijkheid om een consistentie doorslag te behouden doordat de
geleideraanvoer contact houdt met het werkstuk.
Installeer de geleider door deze op het hitteschild te schuiven (het hitteschild moet reeds op de toorts zijn bevestigd) met een draaiende beweging met de klok mee. De geleider altijd installeren of afstellen op het schild
met een draaiende beweging met de klok mee om te voorkomen dat het schild losraakt.
Als de doorslaggeleider te stevig op het schild is bevestigd, opent u de sleuf in de geleider door een grote platte
schroevendraaier te draaien. Als bevestiging te losjes is, sluit u de sleuf door de geleider in een bankschroef te
zetten.
3.7 Losse verbruiksartikelen
De prestaties van de toorts zijn afhankelijk van de juiste en veilige installatie van de verbruiksartikelen op het
voorste uiteinde, met name de elektrodehouder, kleptubus, elektrode en het hitteschild, maar ook de bijbehorende or-ringen.
1. Zorg ervoor dat de elektrodehouder helemaal is gedraaid op de toortskop en goed is vastgemaakt met een
zeskantige moersleutel van 4,8 mm. Gebruik een metalen inbussleutel. De plastic sleutel is hiervoor niet
sterk genoeg. Zorg er tevens voor dat de kleptubus volledig is geïnstalleerd in de toorts en tegen de elektrodehouder zit; gebruik hiervoor de plastic inbussleutel.
2. Maak de elektrode volledig vast op de elektrodehouder met het zeskantige uiteinde van de plastic sleutel.
3. Zorg ervoor dat het mondstuk is vastgemaakt en dat de o-ringen zijn afgesloten door het hitteschild helemaal vast te draaien. “Volledig” betekent zo vast mogelijk met uw handen; gebruik geen moersleutels.
Onderdelen die verkeerd op het voorste uiteinde zijn geïnstalleerd, veroorzaken koelvloeistoflekken, die matige
snij- of gutsprestaties veroorzaken en schade aan de toorts zelf door interne boogvorming veroorzaken.
3.8 Wervelklep installeren
Als u de wervelklep installeert, gebruikt u het installatiegereedschap voor de wervelklep, O/N 0558003584. U
kunt met dit gereedschap aan de binnenkant van de wervelklep eenvoudig in de buitendiameter van de elektrodehouder inbrengen. De wervelklep met de hand installeren en vastmaken is voldoende.
78
hoofdstuk 4
4.1
bediening
Bediening
let op
Draag de gebruikelijke beschermende handschoenen, kleding en
helm. Lees de veiligheidsvoorschriften in de instructiehandleiding
bij de voedingsbron.
De toorts is nu gereed om de snijden of te gutsen. Raadpleeg de instructies bij uw voedingsbron voor het wijzigen van de instellingen.
waarschuwing
Raak nooit de onderdelen aan die zich voor de toortshendel bevinden (mondstuk, hitteschild, elektrode, enz.),
tenzij de voedingsschakelaar in de stand OFF (UIT) staat.
1. Draai de gastest- of gasmodusschakelaar in de stand Test of Set-up.
OPMERKING:
De stand “CUT” wordt gebruikt om het snijplasmagas in te stellen. De stand “START/SHIELD” wordt gebruikt om het
startplasmagas en het schildgas in te stellen. Als het startplasmagas en het snijplasmagas hetzelfde zijn en door dezelfde
regulator worden geleverd, gebruikt u alleen de stand START/SHIELD en hebt u de stand CUT niet nodig.
2. Zet de voedingsschakelaar in de stand AAN. Het gas moet nu naar de toorts stromen.
3. Regel de gasdrukinstellingen bij de gastoevoerregulators in de waarden die bij de bedieningsparameters
staan. Draai de gastest- of gasmodusschakelaar in de bedieningsstand. De gasstroom moet nu stoppen. Stel
de stroomregeling in op de juiste instelling voor het mondstuk.
4. Zet de toorts in de juiste stand voor snijden of gutsen. Voor het snijden moet de doorslag van de toorts (afstand van mondstuk naar werkstuk) ongeveer 6,4 mm zijn. Begin indien mogelijk te snijden vanaf een rand
van het werkstuk. Als u een gat moet maken, kantelt u de toorts onder een hoek om het gesmolten metaal
af te buigen van de toorts en de gebruiker totdat de opening is gemaakt, en zet u de toorts weer terug in de
verticale stand en begint u met snijden. Voor het gutsen plaats u de toorts boven het werkstuk bij en hoek
van 35° tot 45° vanaf de horizontale as
5. Laat uw beschermende helm zakken.
6. Druk de toortsschakelaarknop omlaag en houd deze ingedrukt. Het gas moet gaan stromen. Twee seconden
later moet het hoofdcontact sluiten en de boog worden overgedragen op het werkstuk.
OPMERKING:
Uw voedingsbron heeft mogelijk een preflow-tijd nodig langer dan 2 seconden, meestal vief of vijf seconden. Als aan het
einde van de preflow-tijd de hulpboog niet wordt gestart, laat u de toortsschakelaar los en controleert u de gasdrukinstellingen. Als de hulpboog wordt gestart maar niet op het werkstuk wordt overgedragen, laat u de toortsschakelaar terug en
controleert u of de toorts zich op de juiste afstand bevindt van het werkstuk en of de werkstukklem goed aan het werkstuk
is bevestigd.
79
hoofdstuk 4
bediening
7. Tijdens het snijden houdt u een toortsdoorslag aan bij een afstand tussen 4,8 en 12,7 mm. Tijdens het snijden van dunnere platen moet de doorslag dichter bij het lagere einde van het bereik zijn en dichter bij het
hogere einde van het bereik voor dikkere platen. Houd een snijsnelheid aan die een snede van de gewenste
kwaliteit geeft en een stroom gesmolten metaal produceert die van de onderkant van het werkstuk komt.
8. Tijdens het gutsen houdt u een hoek en snelheid aan waarbij de gewenste hoeveelheid metaal wordt verwijderd bij elke passage. Houd de toortshoek zodanig dat al het gesmolten metaal direct van de toorts
wordt weggeblazen, over het bovenste vlak van de plaat of in de groeve van de vorige passage. Als u bij een
te scherpe hoek gutst, komt het gesmolten metaal direct terug bij de toorts.
9. Indien de hoofdboog tijdens het snijden (of gutsen) verloren gaat, wordt de hulpboog onmiddellijk opnieuw gestart zolang de toortsschakelaar is ingedrukt. U moet op dat moment de toorts snel opnieuw op
het werkstuk plaatsen om de hoofdboog de herstellen, anders wordt de toortsschakelaar gedeactiveerd.
10. De hoofdboog dooft automatisch aan het einde van de snijbewerking wanneer de toorts van het werkstuk
wordt gehaald. U moet de toortsschakelaar onmiddellijk loslaten om te voorkomen dat de hulpboog opnieuw wordt gestart.
11. Wanneer u klaar bent met snijden (of gutsen), wacht u een aantal minuten voordat u de voedingsschakelaar
op de voedingsbron in de stand OFF zet zodat de ventilator de warmte van de unit kan verwijderen. Hierna
schakelt u de hoofdvoeding uit door de netvoeding uit te schakelen.
80
hoofdstuk 4
4.2
bediening
Bedieningsparameters
Aanbevolen gasdruk:
Start ............................................................................................................................................................30 psig (2,1 bar)
Plasma (snijden).................................................................................................................... 50 - 70 psig (3,4 - 4,8 bar)
Plasma (gutsen).....................................................................................................................40 - 45 psig (2,6 - 3,1 bar)
Schild........................................................................................................................................ 40 - 50 psig (2,6 - 3,4 bar)
Aanbevolen doorslag:
7,9 - 12,7 mm
Snelheden:
De snelheden voor de PT-26 staan in tabel 4-1 tot en met 4-4.
4.3 Snijgegevens
Voor optimale snijprestaties en bij het oplossen van problemen met de snijkwaliteit raadpleegt u de volgende
snijparametertabellen.
Snijden met PT-26 in-line toorts:
Gegevens genomen met wervelklep (0558003583) en schildbeker (0558003582).
65 A gegevens gebruikt standaard hitteschild (0558003714) of sluitproximiteit hitteschild(0558003715) in plaats
van schildbeker (0558003582) en gebruik een mondstuk van 50 A (0558003716).
Tabel 4.1 Snijgegevens 65 A
Materiaal
Dikte
inch (mm)
Koolstof-
staal
0,25 (6,4)
0,12 (3,2)
0,50 (12,7)
0,12 (3,2)
Aluminium
0,25 (6,4)
0,50 (12,7)
Roestvrij
staal
0,12 (3,2)
0,25 (6,4)
0,50 (12,7)
Doorslag
inch (mm)
0,19 (4,8)
0,25 (6,4)
0,19 (4,8)
0,25 (6,4)
0,19 (4,8)
0,25 (6,4)
Snelheid
ipm (mm/m)
Startgas en
druk
psig (bar)
Snijgas en
druk
psig (bar)
Schildgas
en druk voor ESP150 en 200 psig
(bar)
Lucht
30 (2,1)
Lucht
60 (4,1)
Lucht
50 (3,4)
190 (4826)
100 (2540)
30 (762)
50* (1270)
70 (1778)
20 (508)
75 (1905)
50 (1270)
20 (508)
81
hoofdstuk 4
bediening
Tabel 4.2 Snijgegevens 150 A
Materiaal
Dikte
inch (mm)
Doorslag
inch (mm)
0,19 (4,8)
0,25 (6,4)
0,38 (9,7)
0,19 (4,8)
50 (1270)
0,25 (6,4)
1,00 (25,4)
0,19 (4,8)
80 (2032)
0,25 (6,4)
0,75 (19,1)
0,38 (9,7)
0,75 (19,1)
0,25 (6,4)
0,19 (4,8)
0,38 (9,7)
0,50 (12,7)
0,31 (7,9)
1,00 (25,4)
130 (3302)
90 (2286)
Lucht
30 (2,1)
50 (1270)
35 (889)
25 (635)
0,19 (4,8)
0,25 (6,4)
0,31 (7,9)
0,62 (15,7)
0,75 (19,1)
Lucht
60 (4,1)
175 (4445)
70 (1778)
1,00 (25,4)
0,25 (6,4)
50 (1270)
20 (508)
0,19 (4,8)
0,50 (12,7)
0,62 (15,7)
70 (1778)
35 (889)
1,00 (25,4)
Roestvrij
staal
150 (3810)
0,38 (9,7)
0,25 (6,4)
O2
60 (4,1)
35 (889)
130 (3302)
0,19 (4,8)
Lucht / N2
30 (2,1)
Schildgas
en druk voor ESP-150
en 200
psig (bar)
20 (508)
0,25 (6,4)
0,62 (15,7)
Aluminium
80 (2032)
0,62 (15,7)
0,50 (12,7)
Snijgas en druk
psig (bar)
130 (3302)
70 (1778)
0,19 (4,8)
Startgas en
druk
psig (bar)
150 (3810)
0,50 (12,7)
0,75 (19,1)
Koolstof-
staal
Snelheid
ipm
(mm/m)
165 (4191)
125 (3175)
80 (2032)
50 (1270)
35 (889)
0,38 (9,7)
20 (508)
10 (254)
82
Lucht
60 (4,1)
hoofdstuk 4
bediening
Tabel 4.3 Snijgegevens 200 A
Materiaal
Dikte
inch (mm)
Doorslag
inch (mm)
0,25 (6,4)
0,38 (9,7)
Koolstof-
staal
0,19 (4,8)
0,62 (15,7)
65 (1651)
0,75 (19,1)
50 (1270)
1,00 (25,4)
35 (889)
0,25 (6,4)
135 (3429)
0,38 (9,7)
95 (2413)
0,50 (12,7)
85 (2159)
0,25 (6,4)
55 (1397)
1,00 (25,4)
30 (762)
0,25 (6,4)
130 (3302)
0,38 (9,7)
105 (2667)
0,50 (12,7)
85 (2159)
1,00 (25,4)
0,31 (7,9)
0,38 (9,7)
0,25 (6,4)
0,38 (9,7)
Roestvrij
staal
60 (1524)
40 (1016)
115 (2921)
0,50 (12,7)
75 (1905)
0,62 (15,7)
65 (1651)
0,75 (19,1)
1,00 (25,4)
75 (1905)
130 (3302)
0,25 (6,4)
0,38 (9,7)
Lucht / N2
30 (2,1)
O2
55 (3,8)
Lucht
80 (5,5)
Lucht
60 (4,1)
70 (1778)
0,75 (19,1)
0,75 (19,1)
Schildgas en
Snijgas en druk druk voor ESPpsig (bar)
150 en 200
psig (bar)
95 (2413)
80 (2032)
0,62 (15,7)
Startgas en
druk
psig (bar)
150 (3810)
0,50 (12,7)
0,62 (15,7)
Aluminium
Snelheid
ipm
(mm/m)
55 (1397)
20 (508)
83
Lucht
30 (2,1)
Lucht
55 (3,8)
Lucht
80 (5,5)
hoofdstuk 4
bediening
Tabel 4.4 Snijgegevens 300 A
Materiaal
Dikte
inch (mm)
0,50 (12,7)
0,62 (15,7)
0,75 (19,1)
1,00 (25,4)
Koolstof-
staal
Doorslag
inch (mm)
0,25 (6,4)
0,31 (7,9)
Snelheid
ipm
(mm/m)
80 (2032)
2,00 (50,8)
0,50 (12,7)
10 (254)
120 (3048)
0,31 (7,9)
1,00 (25,4)
O2
75 (5,2)
50 (1270)
20 (508)
0,75 (19,1)
Schildgas en
stroom
cfh (l/m)
95 (2413)
0,38 (9,7)
0,62 (15,7)
Snijgas en druk
psig (bar)
130 (3302)
1,50 (38,1)
0,50 (12,7)
Startgas en
druk
psig (bar)
Lucht / N2
30 (2,1)
Lucht
210 (99,1)
90 (2286)
80 (2032)
55 (1397)
1,50 (38,1)
0,38 (9,7)
25 (635)
2,00 (50,8)
0,50 (12,7)
12 (305)
84
Lucht
75 (5,2)
hoofdstuk 4
bediening
PT-26 Snijgegevens voor staal
Snijsnelheid (ipm)
Plasmagas: Lucht @ 60 psig (4.1
bar) Schildgas: Lucht @ 50 psig
(3,4 bar)
Startgas: Lucht @ 30 psig (2,1 bar)
Doorslag: 5/16” (7.9 mm)
50 Amp.
150 Amp.
200 Amp.
300 Amp.
Materiaaldikte (in)
Plasmagas: H-35 of lucht @ 50 - 60 psig (3,4 - 4,1 bar)
Schildgas: Lucht @ 50 psig (3,4 bar)
Startgas: H-35 Stikstof of lucht @ 30 psig (2,1 bar)
Doorslag: 5/16” (7,9 mm)
Snijsnelheid (ipm)
Voor H-35 plasmagas, gebruikt u stikstof of H-35 startgas.
200 Amp.
150 Amp.
200 Amp.
300 Amp.
300 Amp.
Materiaaldikte (in)
85
hoofdstuk 4
bediening
Snijsnelheid (ipm)
PT-26 Snijgegevens voor roestvrij staal
Plasmagas: Lucht @ 60 psig (4,1 bar) of H-35 @ 70 psig (4,8 bar)
Schildgas: Lucht @ 50 psig (3,4 bar) of stikstof @ 40 psig (2,6 bar)
Startgas: H-35, stikstof of lucht @ 30 psig (2.1 bar)
Stand-Off: 3/8” (9.5 mm)
200 Ampère
150 Ampère
200 Ampère H-35
150 Ampère H-35
Materiaaldikte (inch)
Snijsnelheid (ipm)
PT-26 Roestvrij staal 300 A
Plasmagas: Lucht @ 60 psig (4,1 bar) of H-35 @ 70 psig (4,8 bar)
Schildgas: Lucht @ 50 psig (3.4 bar) of stikstof @ 40 psig (2,6 bar)
Startgas: H-35, stikstof of lucht @ 30 psig (2,1 bar)
Doorslag: 3/8” (9,5 mm)
300 Ampère lucht
300 Ampère H-35
Materiaaldikte (inch)
86
hoofdstuk 5
onderhoud
5.1 Voorste uiteinde demonteren
Controleer of de voedingsschakelaar op de voedingsbron
waarschuwing in de stand OFF staat en de hoofdvoedingseenheid is uitgeschakeld.
Als de doorslaggeleider wordt gebruikt, verwijdert u deze door de geleider met de klok mee te draaien en van
het hitteschild te trekken.
Schroef het hitteschild los en verwijder het van de toorts. Het mondstuk moet in de toortskop blijven. Er lekt
wat koelvloeistof; dit is normaal wanneer het schild wordt verwijderd. Inspecteer het hitteschild. Er mogen geen
sporen van boogvorming binnen het schild zijn. De buitenste isolatiehuls mag niet ernstig versleten of verkoold
zijn. Vervang het schild als u deze schade constateert.
Trek het mondstuk uit de toortskop en inspecteer het. De opening moet rond zijn aan de ingang en de uitgang.
Vervang het mondstuk als de opening ovaal of beschadigd is. Het mondstuk kan grijze of zwarte afzetting hebben op de binnenoppervlakken. Deze kunnen met staalwol worden gereinigd maar zorg ervoor dat u daarna
alle sporen van staalwol verwijdert.
Inspecteer de elektrode. Als u in het midden een putje van meer dan 1,6 mm diep constateert, vervangt u de
elektrode.
Inspecteer de elektrodehouder telkens wanneer u de elektrode vervangt. Er mogen geen tekenen van boogvorming zijn en de o-ringen mogen niet zijn versleten of beschadigd.
Inspecteer het isolatiestuk. Als u boogvorming constateert, vervangt u het stuk.
Inspecteer de o-ringen van de toortskop. Als deze zijn versleten of beschadigd, vervangt u ze. Ze gaan langer
mee als u ze voorziet van een dun laagje siliconensmeermiddel (0558000443). Gebruik net genoeg zodat de oring er nat of glanzend uitziet maar laat geen smeermiddelklodders achter.
Nadat u alle onderdelen van het voorste uiteinde hebt geïnspecteerd en indien nodig hebt vervangen, monteert u de toorts volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 3.5 “Onderdelen van het voorste uiteinde monteren”.
5.2 Algemeen
Controleer periodiek het hitteschild, de elektrodehoudereenheid en het isolatiestuk. Als een van deze onderdelen is beschadigd of ernstig is versleten, vervangt u het.
Controleer dagelijks de o-ringen. Als één van de ringen kepen, insnijdingen of andere schade vertoont, vervangt
u de ring. Als de ring droog is, smeert u deze met een dun laagje smeermiddel. Als u geen weerstand voelt, die
door de o-ring wordt veroorzaakt, wanneer u het hitteschild installeert, vervangt u de o-ring.
De toortskabelhuls moet periodiek worden geïnspecteerd. Als u schade aan de huls waarneemt, inspecteert u
de toortsvoeding- en hulpboogkabels op schade. Als u gaslekken of schade constateert, vervangt u de betreffende onderdelen.
87
hoofdstuk 5 maintenance
5.3 Vuil of vervuiling
Vuil of andere verontreinigende stoffen kunnen voortijdig defecten van de PT-26-toorts veroorzaken door interne boogvorming. U moet het volgende doen om dit te voorkomen:
1. Zorg ervoor dat u schone, droge, olievrije lucht gebruikt voor plasma- en/of schildgas.
2. Voorkom overmatig gebruik van siliconensmeermiddel voor de o-ringen van de toorts. Een dun laagje is
voldoende.
3. Veeg het isolatiestuk van de toortsbody schoon met een doek voordat u een nieuwe set verbruiksartikelen
installeert. De weerstand die het isolatiestuk kan bieden aan boogvorming over het oppervlak neemt af
wanneer zich vuil of verontreinigende stoffen ophopen.
4. Wanneer u de toorts niet gebruikt, bewaart u deze met de volledige set onderdelen van het voorste uiteinde geïnstalleerd. Zo voorkomt u dat zich vuil ophoopt in de toorts en beschermt u de toortskop als u deze
per ongeluk laat vallen.
5.4 De toortskop verwijderen en vervangen
Noteer de plaats van alle onderdelen en tapelocaties voordat u het onderdeel demonteert zodat u tijdens de
hermontage de onderdelen en het tape weer op de juiste plaats aanbrengt. Zie afbeelding 6.1.
1. Schuif de flexsteun achterwaarts op de kabelhuls totdat de steun zich ongeveer 457,2 mm aan de achterkant
van de hendel bevindt.
2. Verwijder het tape nabij het einde van de toortshendel.
3. Schuif de schakelaarband en de schakelaar naar achteren, de hendel af.
4. Schuif de kabelhuls achterwaarts.
5. Draai en trek de hendel van de toortskop en schuif deze achterwaarts om de toortskabelverbindingen bloot
te leggen.
6. Gebruik op beide punten een moersleutel om de twee toortsverbindingen los te draaien. De moersleutels
moeten een grootte hebben van 9,5 mm en 11,1 mm.
7. Trek de toortskop weg van de kabeleenheid, inclusief het aangesloten isolatiestuk. Plaats de nieuwe toortskop en het isolatiestuk terug in de eenheid.
8. Maak met twee moersleutels voor elke verbinding de twee toortsaansluitingen goed vast. De torsiewaarde
die hiervoor in de fabriek wordt gebruikt, bedraagt 172,4 à 206,8 m-n.
9. Schroef de hendel terug op de toortskop.
10. Schuif de schakelaarband en de schakel terug op de hendel totdat deze zich op 50,8 mm van de toortskop
bevinden. De rode splitstukverbindingen voor de schakelaarkabel moeten zich net achter het uiteinde van
de hendel bevinden.
11. Trek de kabelhuls naar voren en het tape op zijn plaats achter de hendel met vinylen elektrische tape.
12. Schuif de flexsteun terug op de hendel totdat deze contact maakt met de schakelaarband.
Opmerking
Wanneer u de hendel weer op de PT-26SL In-line toorts plaatst, schuift u eerst de Mylar-isolatiebuis, O/N
0558005623, over de toortsbuizentubus en aansluitingen totdat het tegen de onderkant van de toortsbody aan zit.
Mylar-isolatiebuis
Toortsbody
88
hoofdstuk 5 maintenance
5.5 De toortskabels verwijderen en vervangen
1. Koppel de toortskabeleenheid los van de voedingsbron. Raadpleeg de instructiehandleidingen bij uw voedingsbron voor uitgebreide aanwijzingen.
2. Verwijder de toortskop van de kabeleenheid volgens de beschrijvingen van stap 1 tot en met 7 in het vorige
hoofdstuk. Verwijder tevens de hendel en de flexsteun van de kabeleenheid.
3. Leg de kabeleenheid recht. Doe dit in een ruimt die 1 à 1,5 keer groter is dan de lengte van de kabels.
4. Gebruik een stuk draad of stevige streng van 1/2 de lengte van de toortskabels, maak het ene uiteinde van
het draad vast rondom alle toortskabels aan het toortsuiteinde en mfaak het andere uiteinde vast aan een
niet-bewegend voorwerp.
5. Verwijder al het tape van de kabelhuls bij het voedingsbronuiteinde van de kabels.
6. Druk de schakelaar uit de schakelaarband en schuif de hendel, het schakelaarband en de flexsteun helemaal
naar het einde van het draad dat u bij stap 4 hebt gebruikt. Maak het voedingsbronuiteinde van de kabels
vast en trek de kabelhuls volledig in op het draad.
7. Maak het draad los van de kabels en vervang de beschadigde kabel of kabels.
8. Maak de toortseinden van de kabels weer vast met het draad en trek de kabelhuls terug op de kabels. Maak
de huls tijdelijk vast aan de kabels bij het toortskopeinde met vinylen elektrische tape.
9. Trek de flexsteun, de schakelaarband en de hendel van het draad af en weer op de kabelhuls. Verwijder het
tape.
10. Maak het draad los van de kabels en volg stap 7 tot en met 12 van het vorige hoofdstuk om de toortskop vast
te maken aan de kabeleenheid.
11. Maak de kabelhuls vast aan de kabels bij de voedingsbron met vinylen elektrische tape.
5.6 De flexsteun, de schakelaarband of de hendel vervangen
Als vanwege schade aan de flexsteun, de schakelaarband of de toortshendel één van deze onderdelen moet
worden vervangen, volgt u de procedure in het hoofdstuk “De toortskop verwijderen en vervangen” en vervangt u de betreffende onderdelen bij stap 7 voordat u de toortskop weer bevestigt. Dit proces wordt vergemakkelijkt wanneer u tijdelijk de huls vastmaakt aan de kabels met vinylen elektrische tape.
5.7 De toortsschakelaar vervangen
1. Volg stap 1 tot en met 3 in het hoofdstuk “De toortskop verwijderen en vervangen”.
2. Knip de zwarte en witte kabels van de oude schakelaar zo dicht mogelijk af bij de rode splitsverbindingen.
Strip 6,4 mm isolatie af van de zwarte en witte kabels.
3. Strip 6,4 mm isolatie af van de nieuwe schakelaarkabels.
4. Maak de schakelaarkabels vast aan de schakelaarkabel met de twee nieuwe splitsverbindingen die inbegrepen zijn in de vervangingsschakelaar. Zorg ervoor dat u een krimptang gebruikt om dit type splitsverbinding te krimpen.
5. Voer in omgekeerde volgorde stap 1 tot en met 3 in het hoofdstuk “De toortskop verwijderen en vervangen”
uit om de procedure te voltooien.
89
hoofdstuk 5 maintenance
5.8 De gasstroom van de toorts meten
Als u vermoedt dat matige snijprestaties of korte levensduur van verbruiksartikelen wordt veroorzaakt door een
zwakke gasstroom, kunt u de stroom controleren met de Plasma Torch Flow Measuring Kit. De kit bevat tevens
een handrotameter (stroommeter) die de gasstroomsnelheid meet die de toorts verlat. In de kit zijn tevens instructies inbegrepen die u exact moet volgen om de rotameter op veilige en nauwkeurige wijze te gebruiken.
Zie formulier F-14-391.
De lucht- of stikstofstroomsnelheden van de PT-26 zouden als volgt moeten zijn:
Schildstroom
ESP-150 & ESP-200...........................................................135 - 145cfh @ 50 psig (63,7 - 68,4 l/m @ 3,4 bar)
Deuce Pack 150, 215.......................................................................... 225 cfh @ 50 psig (106,2 l/m @ 3,4 bar)
Plasmastroom..................................................................................115 - 140 cfh @ 50 psig (54,3 - 66,1 l/m @ 3,4 bar)
Totale stroom
ESP-150 & ESP-200.....................................................250 - 285 cfh @ 50 psig (118,0 - 134,5 l/m @ 3,4 bar)
Deuce Pack 150,330 ..........................................................................365 cfh @ 50 psig (172,3 l/m @ 3,4 bar)
Meet de stroomsnelheden met een nieuw mondstuk van 200 A (0558003798), een nieuwe elektrode en een
nieuw hitteschild. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn geïnstalleerd en dat de o-ring (0558003721) van de
toorts in goede staat is en niet lekt. Meet de stromen indien mogelijk apart, meet het totaal als dit niet mogelijk
is.
Gasstroomsnelheden die lager zijn dan de bovenvermelde snelheden, duiden op een belemmering of een lek in
de gasbuizen van de toorts of de voedingsbron.
90
hoofdstuk 6
replacement parts
6.0 Vervangingsonderdelen
6.1 Algemeen
Geef altijd het serienummer op van de eenheid waarop u de onderdelen gebruikt. Het serienummer is gestempeld op het naamplaatje van de eenheid.
6.2 Bestellen
Voor de juiste bediening raden wij u aan alleen echte ESAB-onderdelen en -producten te gebruiken met deze
apparatuur. Door onderdelen te gebruiken die niet van ESAB zijn, vervalt mogelijk uw garantie.
U kunt vervangingsonderdelen bestellen bij uw ESAB-distributeur.
Zorg ervoor dat u eventuele verzendinstructies doorgeeft wanneer u vervangingsonderdelen bestelt.
Raadpleeg de Communications Guide aan de achterkant van deze handleiding voor de telefoonnummers van
de klantenservice.
Opmerking
Stuklijstitems met blanco onderdeelnummers worden alleen ter informatie van de klant vermeld. Hardware-items zouden in de winkel verkrijgbaar moeten zijn.
91
Hitteschild- 0558003715
Onderdelen voorste uiteinde
(afbeelding 2.1)
Body 0558002110
Huls - 0558002130
93
Schildgasslang
7,6 m - 0558004037
15,2 m - 0558004038
Klemband
- 2,00 I.D. x 0,63 W
- 0558004045
Schede
7,0 m - 0558004043
14,6 m - 0558004044
Afbeelding 6.2. Vervangingsonderdelen - PT-26 In-line toortseenheid
VOEDINGS- EN KOELVLOEISTOFKABEL
7,6 m) - 0558004047
15,2 m) - 0558004048
Plasmagasslang
7,6 m - 0558002873
15,2 m - 0558004034
Hulpboog- en koelvloeistofkabel
7,6 m - 0558004035
15,2 m - 0558004036
Fittingen vastmaken op 4 plaatsen
met 2 sleutels
Torsie 25-30 in-lbs. (172,4 - 206,8 m-n)
Standaard elektrische
tagwaarschuwing
- 0558004042
Klemslang 1,56 D - 2,50 D
- 0558004041
PVC elektrisch tape
- 0558004261
Gevlochten buis ID 2,250-2,500
- 72020003
Laarsslang 0558004046
hoofdstuk 6
vervangingsonderdelen
Hitteschild- 0558003582
Onderdelen voorste uiteinde
(afbeelding 2.1)
Body - 0558002110
94
Schildgasslang
5,2 m - 0558002123
7,6 m - 0558004037
15,2 m - 0558004038
Klemband
- IT 2,00 I.D. x 0,63 W
- 0558004045
Standaard
elektrische tagwaarschuwing
- 0558004042
Schede
5,2 m - 0558003845
7,6 m - 0558002921
15,2 m - 0558002922
Afbeelding 6.3. Vervangingsonderdelen - PT-26 “SL” In-line toortseenheid
Hulpboog- en koelvloeistofkabel
25 FT (7.6 m) - 0558004035
50 FT (15.2 m) - 0558004036
Toortshouder 0558005926
VOEDINGS- EN KOELVLOEISTOFKABEL
7,6 m - 0558004047
15,2 m - 0558004048
Plasmagasslamg
5,2 m - 0558004177
7,6 m - 0558002873
15,2 m) - 0558004178
Buis en rek - 0558005624
inclusief laars en isolatiestuk
Laars 21647
PVC elektrisch tape
- 0558004261
Mylar-isolatiestuk
- 0558005623
Gevlochten buis ID 2,250-2,500
- 72020003
hoofdstuk 6
vervangingsonderdelen