Pro-Form PETL69910.0 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
Modelnr. PETL69910.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on-
derdelen die ontbreken of bescha-
digd zijn, neem dan contact op met
de winkel waar u dit product hebt ge-
kocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
V
OORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de omslag van deze handlei-
ding en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Opmerking: de sticker(s) worden niet op ware
grootte weergegeven.
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de 35
jaar of personen met bestaande gezondheid-
sproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen. Gebruik de loopband alleen
zoals voorgeschreven.
3. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen,
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbe-
dekking te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
6. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die 136
kg of minder wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
9. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletische
ondersteunende kleding wordt aanbevolen
voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
sportschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 15). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 (maat 14)
snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
12. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 25 als de loopband
niet goed werkt.)
14. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN
TE ZETTEN op pagina 17).
15. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband ge-
bruikt.
16. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om
schokkende versnellingen te voorkomen.
17. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
feningen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
d
oor het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de
aan/uitschakelaar in de uitstand wanneer u de
loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op
pagina 5 voor de locatie van de stroomonder-
breker.)
19. Voltooi eerst de montage van de loopband vo-
ordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie
MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND
INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina
24.) U moet op veilige wijze in staat zijn om 20
kg te kunnen optillen, of om de loopband te
verplaatsen.
20. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
21. Steek geen enkel onderwerp in een opening
van de loopband.
22. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
23.
GEVAARLIJK:
Trek de stekker al-
tijd direct na gebruik van de loopband uit het
stopcontact. Eveneens de stekker uit het
stopcontact trekken voor het schoonmaken
van de loopband, voor het plegen van onder-
houd en voor het bijregelen zoals beschreven
is in deze handleiding. Verwijder nooit de mo-
torkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding moeten uitsluitend worden
uitgevoerd door een erkende onder-
houdsvertegenwoordiger.
24. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel of voor verhuur.
25. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ern-
stig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u on-
middellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe PRO-
F
ORM
®
6
00 ZLT loopband. Deze 600 ZLT loopband
biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oe-
feningen effectiever te maken. Als u geen oefeningen
doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waar-
d
oor deze minder dan de helft van de ruimte inneemt
van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
N
oteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
a
angegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Sleutel/Clip
Aan/-
uitschakelaar
Loopband
Platform van het Kussen
Voetleuning
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Polssensor
GEMONTEERDE AFMETINGEN:
Hoogte: 145 cm
Breedte: 84 cm
Diepte: 175 cm
Gewicht: 74 kg
Accessoireshouder
6
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-
t
eerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver-
p
akkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u de bijgeleverde inbussleutel nodig , uw eigen Phillips schroeven-
draaier , verstelbare moersleutel , een schaars .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: als
een onderdeel in het onderdelenzakje ontbreekt, controleer dan of het is bevestigd aan een van de onder-
delen die gemonteerd moet worden. Om schade aan plastic onderdelen te vermijden, moet u geen elek-
trisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
Tussenstuk van de
Basisvoet (94)–2
M8 Sterring (10)–8
M10 Sterring
(9)–4
3/8" Slotmoer
(6)–3
1/4" Sterring
(73)–2
M4 x 13mm Schroef
(116)–8
M4 x 16mm Schroef
(124)–4
M10 x 95mm Hechtbout (8)–2
Bouttussenstuk (90)–4
M4,2 x 25mm
Tekschroef (3)–4
M8 x 25mm Hechtbout
(5)–6
M5 x 16mm Bout
(108)–2
5/16" x 5/8" Hechtbout
(113)–4
M10 x 68mm Hechtbout (114)–2
3/8" x 2" Bout (37)–2
3/8" x 1 3/4" Hechtbout (7)–1
7
1
. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Verwijder de M10 Moer (19), de M10 x 50mm
Bout (31) en de verzendbeugel (A) van de Basis
(95). Verwijder de verzendbeugel van de andere
k
ant van de loopband. Gooi de verzendbeugels
weg. Bewaar de Moeren en de Bouten voor
stappen 3 en 6.
2. Draai de loopband voorzichtig naar de linkerkant
met de hulp van een tweede persoon. Vouw het
Onderstel (56) gedeeltelijk zodat de loopband
stabieler is; vouw het Onderstel nog niet vol-
ledig in.
Snij de banden die de Draad van de Staander
(88) aan de Basis (95) bevestigen door. Plaats
vervolgens een plastic draad in het aangegeven
gat in de Basis en gebruik het draad om het
Draad van de Staander uit het gat te trekken.
Bevestig twee Basisvoeten (92) aan de Basis
(95) in de weergegeven richtingen met twee
Basisvoettussenstukken (94) en twee M4,2 x
25mm Tekschroeven (3).
Bevestig dan de andere twee Basisvoeten (92)
met slechts M4,2 x 25mm Tekschroeven (3).
95
3
92
2
92
3
56
88
3
92
3
92
94
94
95
19
A
31
Gat
1
8
3
. Bevestig een Wiel (97) met de M10 Moer (19)
en de M10 x 50mm Bout (31) die u hebt verwi-
j
derd in stap 1. Draai de moer niet te vast; het
Wiel moet vrij kunnen draaien.
Druk een Basiskapje (87) in het Basis (95).
31
19
3
97
95
87
4. Stel vast wat de Rechter Staander (89) en het
Rechter Staandertussenstuk is (91) deze zijn
gemarkeerd met ʻRechts” (L of Left geeft links
aan; R of Right geeft rechts aan)stickers.
Steek de Draad van de Staander (88) door het
Tussenstuk van de Rechter Staander (91) zoals
aangegeven. Plaats dan het Tussenstuk van de
Rechter Staander op de Basis (95).
Houd de Rechter Staander (89) naast de Basis
(95) met de hulp van een tweede persoon.
Raadpleeg de inzettekening. Maak de lange
band in de Rechter Staander stevig vast rond
het eind van de Draad van de Staander (88).
Trek dan aan het andere eind van de lange
band totdat de Draad van de Staander door de
Rechter Staander is getrokken.
4
Lange
Opbind
draad
89
88
95
88
89
91
88
Lange
Opbinddraad
9
6. Draai de loopband voorzichtig naar de
rechterkant met de hulp van een tweede per-
soon. Vouw het Onderstel (56) gedeeltelijk
zodat de loopband stabieler is; vouw het
Onderstel nog niet volledig in.
Bevestig een Wiel (97) met de M10 Moer (19)
en de M10 x 50mm Bout (31) die u hebt verwi-
jderd in stap 1. Draai de Moer niet te vast; het
Wiel moet vrij kunnen draaien.
Druk een Basiskapje (87) in het Basis (95).
6
95
97
31
56
19
87
5. Houd een Bouttussenstuk (90) in het onderste
uiteinde van de Rechter Staander (89). Plaats
een M10 x 95mm Hechtbout (8) met een M10
Sterring (9) in de Rechter Staander en het
B
outtussenstuk. Herhaal deze stap met een
tweede Bouttussenstuk (90), een M10 x
68mm Hechtbout (114), en een M10 Sterring
(9).
Houd de Rechter Staander (89) tegen het
Tussenstuk van de Rechter Staander (91). Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander (88)
niet bekneld raakt. Draai de M10 x 95mm
Hechtbout (8) en de M10 x 68mm Hechtbout
(114) vast tot de koppen van de Hechtbouten de
Rechter Staander raken; draai de bouten nog
niet helemaal vast.
91
89
114
88
9
90
8
5
10
7. Met de hulp van een tweede persoon, houdt u
een Bouttussenstuk (90) in het laagste eind van
de Linker Staander (85). Plaats een de M10 x
9
5mm Hechtbout (8) met een M10 Sterring (9) in
de Linker Staander en het Bouttussenstuk.
H
erhaal deze stap met een tweede
Bouttussenstuk (90), een M10 x 68mm
Hechtbout (114), en een M10 Sterring (9).
Houd het Tussenstuk van de Linker Staander (86)
en de Linker Staander (85) tegen de Basis (95).
Draai de M10 x 95mm Hechtbout (8) en de M10 x
68mm Hechtbout (114) vast tot de koppen van de
Hechtbouten de Linker Staander raken; draai de
Bouten nog niet helemaal vast.
Leg met de hulp van een tweede persoon de
loopband neer zodat de Basis (95) plat op de
vloer ligt.
86
85
114
8
95
90
9
7
8. Stel vast wat de Linker en Rechter Scherm van
de Staander (109, 110) deze zijn gemarkeerd
met (L of Left geeft links aan; R of Right geeft
rechts aan). Schuif de Linker Staanderkap op de
Kap van de Linker Staander (85) zoals afge-
beeld. Schuif de Rechter Staanderkap op de
Kap van de Rechter Staander (89) zoals afge-
beeld.
109
8
85
89
110
11
9
104
111
Bedieningspaneelmodule
116
1
16
1
06
10. Zoek het Rechter Handleuning (101) die staat
aangegeven met een ʻRechtsʼ-sticker (L of Left
geeft links aan; R of Right geeft rechts aan).
Verwijder de draad uit de Rechter Handleuning.
Indien nodig drukt u de M8 Kooibeugel (34) op
zijn plaats.
Houd de Rechter Handleuning (101) in de buurt
van het Bedieningspaneel. Leid het draad van
het bedieningspaneel rond de kant van de
Rechter Handleuning zoals afgebeeld en door
de sleuf in de Rechter Handleuning.
Pas indien nodig het Onderstel van het
Bedieningspaneel (111) aan om deze uit te lij-
nen met de Rechter handleuning (101) met de
gaten in het Onderstel van het bedieningspa-
neel.
Bevestig de Rechter Handleuning (101) aan het
Onderstel van het Bedieningspaneel (111) en
het bedieningspaneel met twee M8 x 25mm
Hechtbouten (5), twee M8 Sterringen (10), een
M5 x 16mm Bout en een 1/4" Sterring (73).
Zorg dat het draad van het bedieningspaneel
niet wordt afgekneld. Draai alle drie de
Bouten en draai ze vast.
Maak de Linker Handleuning (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Opmerking: er is geen
draad aan de linkerkant.
Draai de #8 x 1" Schroeven (107) vast. Zorg dat
u de schroeven niet te vast draait.
101
108
5
111
Gleuf
Bandje
10
10
73
Draad van het
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel-
module
34
9. Plaats de Bedieningspaneelmodule (D) naar be-
neden gericht op een zacht ondervlak om kras-
sen op het Bedieningspaneel te voorkomen.
Draai de vier #8 x 1" Schroeven (107) los. Draai
d
aarna het Onderstel van het Bedieningspaneel
(111) omhoog, in de positie die is afgebeeld.
Draai het Onderstel van het bedieningspa-
neel niet te ver ander breek de aardings-
draad.
Zoek de Linker en Rechter Accessoireshouders
(104, 106). Bevestig de Accessoireshouders
aan het bedieningspaneel met acht M4 x 13mm
Schroeven (116).
Draai daarna het Onderstel van het
Bedieningspaneel (111) weer op het bediening-
spaneel.
107
107
12
12. Start een M8 x 25mm Hechtbout (5) en twee
5/16" x 5/8" Hechtbouten (113) met twee M8
Sterringen (10) in de Rechter Staander (89) en
de Rechter Handleuning (101) zoals afgebeeld.
Maak de Hechtbouten nog niet vast.
Maak de Linker Handleuning (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Draai dan de zes
Hechtbouten strak vast.
113
12
10
89
101
5
11. Laat een tweede persoon de Bedieningspaneel-
module naast de Rechter Staander houden (89).
V
erbind de Draad van de Staander (88) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
i
nzettekening. De connectoren zouden mak-
kelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken te
draaien en het nog eens te proberen. ALS U DE
VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED VER-
BINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BE-
SCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET. Verwijder de draadband
uit de Draad van de Staander. Steek de connec-
toren in de Rechter Staander (89).
Plaats de bedieningspaneelmodule op de
Rechter Staander (89) en Linker Staander (niet
afgebeeld). Zorg dat bedrading niet beklemd
raakt.
89
Bedienings-
paneelmodule
Draad van
het Bedien-
ingspaneel
Lange
Opbinddraad
88
11
88
Draad van
het Bediening-
spaneel
13
15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt
gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie paginaʼs 26 en 27).
14. Breng daarna het Onderstel (56) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (60) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Maak het bovenste eind van de Opbergvergren-
deling (60) vast aan het Onderstel (56) met een
3/8" x 1 3/4" Hechtbout (7) en een 3/8" Slotmoer
(6).
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (60) aan de Basis (95)
met twee 3/8" x 2" Bouten (37) en twee 3/8"
Slotmoeren (6). Opmerking: het kan nodig zijn
om het Onderstel (56) heen en weer te schuiven
om de Opbergvergrendeling uit te lijnen met de
Basis.
Breng het Onderstel (56) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 24).
56
Grote
Loop
Vergrendel
Knop
95
6
14
7
6
60
13. Schuif de Scherm van de Rechter Staander
(110) op de Rechter Handleuning (101).
Bevestig de Rechterkap van de Staander met
t
wee M4 x 16mm Schroeven (124). Zorg dat u
de schroeven niet te vast draait.
Maak de Linkerkap van de Staander (niet
getoond) op dezelfde manier vast.
Zie stappen 5 en 7. Draai de twee M10 x 95mm
Hechtbouten (8) en de twee M10 x 68mm
Hechtbouten (114) stevig vast.
124
110
101
13
37
14
1. Zorg ervoor dat u het snoer uit het stopcon-
tact trekt. Verwijder de vijf M4 x 19mm
Schroeven (35) en de twee M4 x 45mm
Schroeven (2) uit de achterkant van het
bedieningspaneel.
2. Til het bedieningspaneel voorzichtig van de
Basis van het Bedieningspaneel (103) af. Zoek
naar de Draad voor de Hartslag (A) op het
bedieningspaneel.
3. Sluit de draad van de Ontvanger (B) op de
Draad voor de Hartslag (A).
Verwijder het papier van de plaksticker aan de
onderkant van de Ontvanger (B) en van de plak-
sticker van het bedieningspaneel. Houd vervol-
gens de Ontvanger vast zodat de antenne ge-
draaid is zoals aangegeven. Druk de
Ontvanger op de plaksticker van het
bedieningspaneel.
Verwijder de Houder van de Draad (C). Plaats
de draad op de Ontvanger (B) tussen de twee
plastiek pennen en druk de Houder van de draad
er weer op.
4. Zie stap 1. Maak het bedieningspaneel weer
vast. Zorg ervoor dat de draden niet beklemd
raken. Gooi de andere draden die met de ont-
vanger zijn inbegrepen weg.
Als u de optionele borstkas polssensor koopt (zie pagina 23), volg dan de onderstaande stappen om de
ontvanger die u bij de borstkas polssensor krijgt, te installeren.
3
Draad
A
B
C
Antenne
103
2
Plaksticker
Bediening-
spaneel
Plaksticker van het
Bedieningspaneel
1
35
35
35
35
B
ediening-
spaneel
Bediening-
spaneel
2
2
A
15
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een
hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
met siliconen spray of ander middel. Als u dat
doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Als het niet goed func-
tioneert geeft de aarding de laagste weerstandspad
voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektri-
sche schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de stekker in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke re-
gelingen.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
16
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening-
spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening-
spaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend en
prettig te oefenen. U kunt wanneer u de handmatige
instelling gebruikt de snelheid en de hellingstand van
de loopband veranderen door een druk op een toets.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel directe
feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs uw
hartslag meten door gebruik te maken van de inge-
bouwde handgreep met polssensor of door middel van
de optionele borstkassensor (zie pagina 23).
Aanvullend biedt het bedieningspaneel zes calorie-oe-
feningen en zes afvaloefeningen. Elke oefening be-
heert automatisch de snelheid en de helling van de
loopband als het u door een effectieve oefeningsessie
begeleidt.
Het bedieningspaneel biedt ook het iFit interactieve
workout-systeem. Het iFit-systeem accepteert
iFitkaarten met trainingsprogramma's die zijn on-
twikkeld om u te helpen specifieke fitnessdoelen te
bereiken. U kunt bijvoorbeeld een oefening volgen
voor een 8-weeks gewichtsverliesprogramma. De iFit-
kaarten regelen automatisch de loopband. iFit-kaarten
zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Om op enig moment
iFit-kaarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of
belt u met het telefoonnummer op de voorkant van
deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete muziek of audioboek
luisteren door gebruik van het stereogeluidssysteem
van het bedieningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, raadpleeg pagina 17.
Raadpleeg pagina 17 om de handmatige instelling te
gebruiken. Raadpleeg pagina 20 om een calorie-oe-
fening te gebruiken. Raadpleeg pagina 21 om een
prestatie-oefening te gebruiken. Raadpleeg pagina
22 om een iFit-oefening te gebruiken. Raadpleeg
pagina 23 voor de informatiemodus en om het
stereogeluidssysteem te gebruiken.
Opmerking: Het bedieningspaneel kan Engelse of
metrische maat weergeven. Om te ontdekken welke
meeteenheid is geselecteerd, of om de meeteenheid
te wijzigen zie DE INFORMATIE-MODUS op pagina
23. Opmerking: voor eenvoud, verwijzen alle instruc-
ties in deze paragraaf naar kilometers.
Sleutel
Clip
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
17
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek het snoer in (zie pag-
ina 15). Zoek vervolgens
naar de aan/uit-schakelaar
op het onderstel van de
loopband bij het strooms-
noer. Druk de aan/uit-
schakelaar in de resetstand.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt in-
gestoken en de aan/uitschakelaar in de resetstand
is gezet, gaat de demostand aan. Om de demo-
modus uit te schakelen, houd de Stop-knop [STOP]
enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE INFOR-
MATIE MODUS op pagina 23 om de demo-instelling
uit te schakelen wanneer de displays blijven bran-
den.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teken-
ing op pagina 16) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bedien-
ingspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BE-
LANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedien-
ingspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedi-
eningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. De eerste keer dat u de loopband ge-
bruikt dient u de uitlijning van de loopband te
bestuderen en het midden van de loopband aan te
passen indien dit nodig is (zie pagina 27).
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
d
e linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige
modus geselecteerd. Als u een vooraf ingestelde
oefening hebt gekozen, trek dan de sleutel uit en
steek het opnieuw weer in.
3. Voer uw gewicht desgewenst in.
Voor de meest accurate calorietelling dient u uw
gewicht in het bedieningspaneel in te voeren door
herhaaldelijk te drukken op de toetsen Gewicht
[WT.] verhogen of verlagen. Opmerking: nadat u
uw gewicht heeft ingevoerd, wordt deze in het
geheugen opgeslagen.
4. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets
Start, de toets Snelheid [SPEED] Verhogen, of op
een van de acht snelheidtoetsen met nummers 1-
18.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u
een oefening doet, kunt u de snelheid van de loop-
band naar wens aanpassen door de snelheidstoe-
name en afname toetsen in te drukken. Steeds als
u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsin-
stelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets
ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes
van 0,5 Km/u. Opmerking: na het drukken op de
toets kan het even duren voordat de loopband de
geselecteerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde
Sneltoetsen, zal de snelheid van de loopband
gradueel aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display knipperen. Om de
loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets
Start of op de toets Snelheidstoename.
Resetten
18
5. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
D
ruk om de helling van de loopband te veran-
deren, op de toets Helling [INCLINE] verhogen of
v
erlagen of een van de genummerde hellingstoet-
sen. Elke keer als u op een van de toetsen drukt,
zal de helling geleidelijk veranderen tot de gese-
lecteerde hellinginstelling is bereikt.
6. Volg uw voortgang op de displays.
De track—als de hand-
matige modus is gese-
lecteerd zal een track
van 400 meter in de dis-
play verschijnen. Als u
op de loopband loopt of
rent, zullen de indicators rond het pad achter
elkaar verschijnen tot het gehele pad verschijnt. De
piste zal dan verdwijnen en de indicators zullen
weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De onderste linker dis-
play—Als u oefeningen
doet kan de onderste
linker display de ver-
streken tijd [TIME]
tonen en de afstand
[DIST.] die u heeft gelopen of gerend. De linker on-
derdisplay toont ook de helling [INCLINE] van de
loopband weer als de helling wijzigt. Omperking:
indien u een prestatieoefening of iFit-oefening se-
lecteert, zal de linker onderdisplay de resterende
tijd in de oefening weergeven in plaats van de ver-
lopen tijd.
De rechter onderdis-
play—De rechter on-
derdisplay toont de snel-
h
eid [SPEED] van de
loopband en het
g
eschatte aantal calo-
rieën [CALS.] dat u heeft verbrand. De display
geeft ook uw hartslag weer als u gebruik maakt
van de handgreep met polssensor (zie stap 7).
De bovenste
display—De
bovenste dis-
play kan de ver-
streken tijd
laten zien, de
afstand die u heeft gelopen of gerend, de snelheid
van de loopband of het geschatte aantal calorieën
dat u heeft verbrand. Druk herhaaldelijk op de
toets Weergave [DISPLAY] tot het bovenste dis-
play de informatie waar u het meest in bent geïn-
teresseerd, weergeeft. Opermking: de informatie
die wordt weergegeven in de bovenste display,
wordt niet weergegeven in de onderste displays.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
19
7. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Opmerking: Indien u de Handgreep polssensor
e
n de Borstkas-polssensor tegelijkertijd ge-
bruikt, zal het console uw hartslag niet
n
auwkeurig weergeven. Zie pagina 23 voor meer
informatie over de optionele borstkas-polssensor.
Voordat u de
handgreep met
polssensoren ge-
bruikt, verwijdert
u het plastic
laagje van de
metalen contact-
punten op de
sensorstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleun-
ing staan en houdt u de sensorstang met de met-
alen contactpunten op uw handpalmen ongeveer
tien seconden vast—beweeg uw handen niet. Als
uw hartslag wordt gedetecteerd, zullen er één of
twee streepjes verschijnen, zal het hartsymbooltje
in de onderste rechter display knipperen en dan
wordt uw hartslag weergegeven. Voor de meest
n
auwkeurige hartslagwaarde, dient u de con-
tactpunten gedurende 15 seconden vast te
h
ouden.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand van de loopband in
de laagste positie. De helling van de loopband
moet zich in de laagste stand bevinden wan-
neer u de loopband wilt opbergen anders kan
de loopband beschadigd worden. Haal vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en be-
waar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te ge-
bruiken, zet de aan/uitschakelaar in de uitstand en
neemt u het snoer uit het stopcontact. BELAN-
GRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elek-
trische onderdelen van de loopband voortijdig
slijten.
Contactpunten
20
HET GEBRUIK VAN EEN CALORIE-OEFENING
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
p
agina 17.
2. Selecteer een calorie-oefening.
Om een calorie-oefening te selecteren, drukt u her-
haaldelijk op de toets Calorie-oefeningen [CALO-
RIE WORKOUTS] tot de gewenste oefening ver-
schijnt in de display.
Als u een calorieoefening selecteert, knippert het
maximale hellingsniveau van de oefening in de on-
derste linkerdisplay, de maximale snelheidsinstel-
ling in de onderste rechterdisplay en het geschatte
aantal calorieën dat u zult verbranden in de boven-
ste display. Bovendien zal er een profiel van de
snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen
in de display.
3. Voer uw gewicht desgewenst in.
Voor de meest accurate calorietelling dient u uw
gewicht in het bedieningspaneel in te voeren door
herhaaldelijk te drukken op de toetsen Gewicht
[WT.] verhogen of verlagen. Opmerking: nadat u
uw gewicht heeft ingevoerd, wordt deze in het ge-
heugen opgeslagen.
4. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of de toets Snelheidstoe-
name [SPEED] om met de oefening te beginnen.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de eer-
ste snelheid en hellingsinstelling van de oefening.
Houd de handleuningen vast en begin met wande-
len.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling
geprogrammeerd voor elk segment. [Opmerking]:
Dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan wor-
den geprogrammeerd voor opeenvolgende seg-
menten.
Tijdens het oefenpro-
gramma, wordt uw pro-
fiel weergegeven zodat
u
uw vorderingen kunt
volgen. De flikkerende
b
alk van het profiel stelt
het huidige oefeningseg-
ment voor. De hoogte
van het flikkerende segment geeft de weerstands-
instellingen voor het huidige segment weer. Aan
het einde van elk segment zal een reeks geluidjes
te horen zijn. Als een andere tempo-instelling en/of
hellinginstelling is geprogrammeerd voor het vol-
gende segment, dan zal de nieuwe tempo- en/of
hellinginstelling in het display knipperen en zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
nieuwe tempo- en/of hellinginstelling.
Als de oefening is afgelopen zal de loopband ver-
tragen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Snelheid en Helling [INCLINE], als
het volgende segment van de oefening begint,
dan zal de loopband zich automatisch aanpas-
sen aan de snelheid en hellinginstellingen voor
het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Om de oefening
weer te starten, drukt u op de toets Start of op de
toets Snelheidstoename. De loopband begint bij
ongeveer 2 km/uur [Km/H] te bewegen, Als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid en hellinginstelling voor dat volgende onder-
deel.
5. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 6 op pagina 18.
6. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 19.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 19.
Huidig segment
21
EEN PRESTATIE-OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
p
agina 17.
2. Selecteer een prestatieoefening.
Om een prestatieoefening te selecteren, drukt u
herhaaldelijk op de toets Prestatieoefeningen
[PERFORMANCE WORKOUTS] tot de gewenste
oefening verschijnt in de display.
Als u een prestatieoefening selecteert, verschijnt
het nummer van de oefening in de bovenste dis-
play, knippert het maximale hellingsniveau van de
oefening in de onderste linkerdisplay, de maximale
snelheidsinstelling in de onderste rechterdisplay en
verschijnt de duur van de oefening in de bovenste
display. Bovendien zal er een profiel van de snel-
heidsinstellingen van de oefening verschijnen in de
display.
3. Voer uw gewicht desgewenst in.
Voor de meest accurate calorietelling dient u uw
gewicht in het bedieningspaneel in te voeren door
herhaaldelijk te drukken op de toetsen Gewicht
[WT.] verhogen of verlagen. Opmerking: nadat u
uw gewicht heeft ingevoerd, wordt deze in het
geheugen opgeslagen.
4. Selecteer de duur van de gewenste oefening.
Als u een prestatieoefening heeft geselecteerd,
d
an kunt u de duur van de oefening instellen op
een tijd tussen de 15 en 45 minuten met stapjes
v
an 5 minuten. Om de duur van de oefening in te
stellen, drukt u op de toets Tijd [TIME] verhogen of
verlagen tot de gewenste tijd is geselecteerd.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 4 op pagina 20.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 6 op pagina 18.
7. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 19.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 19.
22
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-OEFENING
Omi Fit-kaarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of
b
elt u met het telefoonnummer op de voorkant van
deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in gese-
l
ecteerde winkels verkrijgbaar.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 17.
2. Plaats een iFit-kaart en selecteer een oefening.
Om een iFit-oefening te gebruiken, plaatst u een
iFit-kaart in de iFit-sleuf, zorgt u dat de iFit-kaart zo
geplaatst is dat de metalen contacten naar bene-
den zijn gericht en geplaatst zijn in de iFit-sleuf.
Selecteer vervolgens een iFit-oefening door te
drukken op de toets iFit verhogen of verlagen. Als
u een iFit-oefening selecteert, knippert het maxi-
male hellingsniveau van de oefening in de onder-
ste linkerdisplay, de maximale snelheidsinstelling
in de onderste rechterdisplay en dan verschijnt de
duur van de oefening in het onderste linkerdisplay.
Bovendien zal er een profiel van de snelheidsin-
stellingen van de oefening verschijnen in de dis-
play.
Elke iFit-oefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Er is één hellinginstelling en één
tempo-instelling geprogrammeerd voor elk seg-
ment. Opmerking: Dezelfde snelheid en/of
hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd
voor opeenvolgende segmenten.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of de toets
S
nelheidstoename [SPEED] om met de oefening
te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
g
edrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Tijdens de oefening zal de stem van een personal
trainer u door de oefening begeleiden. De iFit-oe-
fening werkt op dezelfde manier als een calorieoe-
fening (zie stap 4 op pagina 20).
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan
kunt u de instelling handmatig overschrijven door
te drukken op de toetsen Snelheid en Helling [IN-
CLINE], als echter het volgende onderdeel van
de oefening begint, dan zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstellingen voor het volgende on-
derdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Druk op de
Starttoets om de oefening te hervaten. De loop-
band begint bij ongeveer 2 km/uur [Km/H] te bewe-
gen, Als het volgende onderdeel van de oefening
begint, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de snelheid en hellinginstelling voor
dat volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 6 op pagina 18.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 19.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 19.
OPGELET: Haal de iFit-kaarten altijd uit de iFit-
sleuf als u deze niet gebruikt.
iFit-sleuf
iFit-kaart
23
DE INFORMATIE-MODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatiemodus die
d
e totale afstand die de loopband heeft afgelegd en
het totaal aantal uren dat de loopband is gebruikt, bi-
j
houdt. Met de informatiemodus kunt u ook Engelse
meeteenheden of metrisch selecteren en kunt u de
display aan en uit de demostand zetten.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u de
toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terugplaatst in
het bedieningspaneel en daarna de toets Stop weer
loslaat. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de
volgende informatie worden afgebeeld:
De bovenste display zal het
totaal aantal uren dat de
loopband gebruikt is
aangeven.
De onderste linkerdisplay
toon het totaal aantal kilo-
meters (of mijlen) waarop
de loopband heeft be-
wogen.
Er verschijnt een ʻʼMʼ voor
metrische kilometers of een
ʻE' voor Engelse mijlen en
ponden op het onderste
rechterdisplay. Druk op de
toets Snelheidstoename
[SPEED] om naar wens de meeteenheid te wijzigen.
Het bedieningspaneel toont
een demostand, die on-
twikkeld is voor gebruik als
de loopband wordt geë-
taleerd in een winkel.
Terwijl de demo-instelling is
aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal ge-
bruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt,
de stroomonderbreker in de reset positie geplaatst
wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken
wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de dis-
plays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Indien de
demomodus is aangezet, dan zal een ʻdʼ op de onder-
ste rechterdisplay verschijnen terwijl de infor-
matiemodus is geselecteerd. Om de display demo-
stand aan of uit te zetten, kunt u op de toets Snelheid
afnemen drukken.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te halen.
DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken af te spelen via de stere-
o
luidsprekers van het bedieningspaneel, moet u uw
MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke audio-
s
peler op het bedieningspaneel aansluiten via de MP3-
aansluiting.
Om de MP3-aansluiting te gebruiken, zoekt u het au-
diosnoer en steekt deze in de MP3-aansluiting. Steek
dan het audiosnoer in een aansluiting op uw MP3-
speler, CD-speler of andere persoonlijke audio-speler.
Zorg dat het audiosnoer volledig is aangesloten.
Druk dan op de toets
Afspelen [PLAY] op uw
MP3-speler, CD-speler of
andere persoonlijke au-
diospeler. Pas het volume
aan op uw persoonlijke
audio-speler of druk op de toetsen volume omhoog en
omlaag op het bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bedien-
ingspaneel.
DE OPTIONELE BORSTKAS POLSSENSOR
De optionele borstkas polssensor levert een handen-
vrije werking en controleert de hartslag tijdens de oe-
feningen. Voor aankoop van de optionele borstkas
polssensor belt u met het telefoonnummer op de
omslag van deze handleiding.
24
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
l
oopband opbergt om schade aan de loopband te
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
s
troomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u
moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kun-
nen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de op-
slagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houdt de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger dan 30º C.
HOE DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen dient u deze eerst
i
n te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de op-
s
lagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Tek de handleuning naar achter tot de loopband op
de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopban niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van de loop-
band vast met uw rechterhand. Trek de vergrendel-
knop naar links en duw het onderstel lichtjes naar
voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de
vergrendelknop los.
2. Bekijk de tekening 1, links. Houd het metalen on-
derstel stevig met beide handen vast en breng het
naar omlaag op de vloer. OPGELET: houd het
onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen
en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën
en houd uw rug recht.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergrendel
Knop
2
Onderstel
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
D
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt u
de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 15). Als u een
verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet langer is dan
1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker
[RESET/OFF] die zich op het onderstel van de loop-
band bevindt naast het snoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de stroomonder-
breker afgegaan. Om de stroomonderbreker op-
nieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
PROBLEEM: de stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/off stroomonderbreker (zie bovenstaande tekening). Als de stroomonderbreker
is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stopcon-
tact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspaneel
haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand
ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een aantal secon-
den ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u DE INFORMATIE-
MODUS op pagina 23 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Druk op de toetsen Helling [INCLINE] en pas het
hellingniveau van de loopband aan tot 5 procent.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET STROOMSNOER UIT HET STOP-
CONTACT. Houd de Staanders (85, 89) met de
hulp van een tweede persoon voorzichtig omlaag.
Er kunnen twee Onderpanschroeven (A) zitten in
de onderkant van de Onderpan (84). Als dat zo is
dient u deze te verwijderen. Opmerking: U heeft
een kruiskopschroevendraaier met een as van min-
stens 13 cm lang nodig.
Breng dan de Staanders (85, 89) weer omhoog.
Doorge
slagen
Resetten
c
A
A
85
89
a
84
26
Verwijder de drie M4.2 x 19mm Kapschroeven
(12) en draai de Motorkap (67) voorzichtig uit.
Zoek de Sensorschroef (70) en de Magneet (51)
aan de linkerkant van de Katrol (53). Draai de
Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Sensorschroef. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Sensorschroef ongeveer 3
mm (1/8 in.) is. Draai, indien nodig, de M4,2 x
19mm Schroef (1) wat los en verplaats de
Bladveerschakelaar enigszins. Draai de Schroef
weer vast. Maak de kap weer vast (niet afge-
beeld). Maak, indien nodig de Onderpan-
schroeven weer vast (niet afgebeeld). Laat de
loopband een paar minuten draaien om te con-
troleren of de snelheid juist wordt afgelezen.
PROBLEEM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het
wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden
weer in. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug
naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: de loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3- conductor, maat 14 (1 mm
2
)
snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan
de loopband beschadigd raken. Verwijder de
sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOP-
CONTACT. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol een kwartslag naar links met de in-
bussleutel. Als de loopband goed vast zit moet u
elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
Boven
aanzicht
51
1
70
3 mm
53
67
1
2
Bijstelbouten van de Ruststandrol
5–7 cm
b
27
PROBLEEM: de loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden
b
egeeft dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan DE STEKKER UIT HET STOPCON-
T
ACT TE HALEN. Als de loopband naar links
is verschoven, kunt u de inbussleutel ge-
bruiken om de linker bijstelbout van de ruststan-
drol een halve slag naar rechts te draaien; als
de loopband naar rechts is verschoven kunt u
de bijstelbout van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt
gelopen, dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan DE STEKKER UIT HET STOPCON-
TACT TE HALEN. Draai beide bijstelbouten
van de ruststandrol een kwartslag naar rechts
met de inbussleutel. Als de loopband goed vast
zit moet u elke kant van de loopband 5 tot 7 cm
van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg er-
voor dat de loopband in het midden zit. Steek
dan de stekker in het stopcontact. Plaats de
sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
b
28
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
r
iode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
de eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: voor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
D
it is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
29
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
k
en–spring nooit op.
1
. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mo-
gelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie ge-
durende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe-
zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor
elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u
ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en en-
kels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de an-
dere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
30
LIJST MET ONDERDELEN Modelnr. PETL69910.0 R1210A
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding om de onderdelen die hi-
e
ronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
19M4,2 x 19mm Schroef
2
2 M4 x 45mm Schroef
34M4,2 x 25mm Tekschroef
4 11 #8 x 1/2" Aardingschroef
56M8 x 25mm Hechtbout
663/8" Slotmoer
713/8" x 1 3/4" Hechtbout
82M10 x 95mm Hechtbout
94M10 Sterring
10 8 M8 Sterring
11 5 M4,2 x 13mm Schroef
12 3 M4,2 x 19mm Kapschroef
13 3 Kapclip
14 6 Niet Gebruikt
15 2 M8 x 35mm Bout
16 2 M8 x 90mm Bout
17 2 Voetkussentje Sticker
18 2 M10 x 30mm Bout
19 4 M10 Moer
20 1 3/8" x 1 3/4" Bout
21 1 3/8" x 1 1/2" Bout
22 1 Controller Aardingsdraad
23 2 3/8" x 1" Bout
24 2 3/8" Moer
25 1 M6 x 45mm Bout
26 2 M6 x 70mm Bout
27 2 M6 Slottussenstuk
28 2 M6 Plat Tussenring
29 8 M5 x 25mm Schroef
30 2 1/4" Bout van de Motor
31 2 M10 x 50mm Bout
32 4 M4,2 x 13mm Tussenstuk
Hoofdschroef
33 5 M4,2 x 10mm Schroef
34 2 M8 Kooibeugel
35 10 M4 x 19mm Schroef
36 2 M8 Moer
37 3 3/8" x 2" Bout
38 2 Kabeldraad
39 9 8" Kabelband
40 2 Verbinding
41 1 Sleutel/Clip
42 1 6 mm Inbussleutel
43 1 4 mm Inbussleutel
44 1 5 mm Inbussleutel
45 1 Inbussleutel
46 1 Linker Voetleuning
47 1 Waarschuwingsticker
48 2 Platform van het Kussen
49 2 Riemgeleider
50 2 Onderstelkap
5
1 1 Magneet
52 1 Riem van de Motor
53 1 Aandrijfrol/katrol
54 1 Loopband
55 1 Loopoppervlak
56 1 Onderstel
57 2 Rolbeugel
58 1 Rechter Voetleuning
59 1 Toegangsdeur
60 1 Opbergvergrendeling
61 1 Vergrendelingsbeugel
62 1 Rechter Poot
63 1 Ruststandrol
64 2 Rolbeugelplaat
65 1 Linker Poot
66 2 Bedieningspaneelklem
67 1 Motorkap
68 1 Aandrijfmotor
69 3 Kabelband van het Liftonderstel
70 1 Sensorschroef
71 1 Klem van de Sensorschroef
72 2 Tussenstuk van het Onderstel
73 2 1/4" Sterring
74 1 Onderstel van de Lift
75 1 Houder van de Helling Stop
76 1 Liftonderstel/Geaarde Draad van
Roller
77 1 Liftmotor
78 1 Tussenstuk Liftmotor
79 1 Draad van de Liftmotor
80 1 Controller
81 1 Stroomsnoer
82 1 Europese Stroomsnoer
83 1 Aan/uitschakelaar
84 1 Onderpan
85 1 Linker Staander
86 1 Linker Staander Tussenstuk
87 2 Basiskapje
88 1 Draad van de Staander
89 1 Rechter Staander
90 4 Bouttussenstuk
91 1 Rechter Staander Tussenstuk
92 4 Basisvoet
93 2 Waarschuwingssticker
94 2 Tussenstuk van de Basisvoet
95 1 Basis
96 1 Liftonderstel/Aardingsdraad van
de Basis
97 2 Wiel
31
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
98 2 Kapje van de Handleuning
99 1 Linker Handleuning
100 1 Polsstang
1
01 1 Rechter Handleuning
102 1 Aardingsdraad Bedieningspaneel
103 1 Basis van het Bedieningspaneel
104 1 Linker Accessoirehouder
105 1 Bedieningspaneel
106 1 Rechter Accessoirehouder
107 4 #8 x 1" Schroef
108 2 M5 x 16mm Bout
109 1 Scherm van de Linkerstaander
110 1 Scherm van de Rechterstaander
111 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
112 1 Audiosnoer
113 4 5/16" x 5/8" Hechtbout
114 2 M10 x 68mm Hechtbout
1
15 2 M8 Flensmoer
116 8 M4 x 13mm Schroef
117 2 Motorbus
118 1 Motorisolator
119 1 Transformator
120 1 Filter
121 1 Ontvanger
122 1 Elektronicabeugel
123 2 #8 Sterring
124 6 M4 x 16mm Schroef
*–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
46
29
62
58
42
43
44
45
60
7
18
15
55
54
51
52
18
15
16
4
26
64
28
28
64
26
63
4
16
36
1
36
32
1
48
1
49
56
32
47
27
27
57
57
50
48
1
29
29
29
29
29
29
29
49
65
50
53
6
17
17
115
115
37
6
32
GEDETAILLEERDE TEKENING A Modelnr. PETL69910.0 R1210A
67
13
12
13
12
13
12
1
74
68
33
76
72
19
20
6
19
72
25
21
6
77
71
83
84
11
11
11
11
69
70
11
78
75
33
79
22
39
40
82
121
122
120
119
4
4
4
4
80
30
117
118
123
123
81
GEDETAILLEERDE TEKENING B Modelnr. PETL69910.0 R1210A
33
5
85
87
24
23
24
92
3
89
87
92
3
92
3
31
97
19
95
92
3
19
97
31
90
88
88
93
94
94
9
8
86
90
93
33
96
91
9
23
5
10
113
10
1
09
110
14
113
114
8
114
37
6
61
14
34
GEDETAILLEERDE TEKENING C Modelnr. PETL69910.0 R1210A
103
41
38
104
106
1
4
100
2
35
35
2
98
101
99
98
107
35
66
105
5
5
10
10
108
108
34
116
35
35
35
35
107
66
111
34
73
73
33
102
112
116
116
116
116
116
116
116
35
59
35
GEDETAILLEERDE TEKENING D Modelnr. PETL69910.0 R1210A
Onderdeel Nr. 306841 R1210A Gedrukt in China © 2010 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Pro-Form PETL69910.0 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor