NordicTrack NETL99809.1 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
Modelnr. NETL99809.1
Serienr.
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
VRAGEN?
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de
winkel waar u dit produkt hebt
gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
M
ONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
2
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
De stickers met waarschuwingen hier
getoond zijn op de aangegeven plaatsen
geplakt. Bel, wanneer een sticker ont-
breekt of niet leesbaar is, het nummer
op de kaft van deze handleiding en
vraag voor een vervangsticker. Plak de
sticker op de aangegeven plaats.<$>
Let op: De stickers worden niet op ware
grote weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen,
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbe-
dekking te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die
minder dan 136 kg wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Sportkleding voor mannen en
vrouwen aanbevolen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, op sokken of op san-
dalen. Draag altijd trainingschoenen. Gebruik
de loopband nooit met blote voeten, sokken
of met sandalen..
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 13). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
Wanneer u de zekering moet vervangen.
12. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik
dan alleen een randaarde 14-graads snoer van
1,5 m of korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 25 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN
TE ZETTEN op pagina 15).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de handle-
uningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om
schokkende versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch apparaat.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
feningen.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
d
eze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de reset/off
S
troomonderbreker Reset-positie wanneer u
de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening
op pagina 5 om de reset/off
Stroomonderbreker.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en HOE DE
LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VER-
PLAATSEN op pagina 23). U moet op veilige
wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen,
of om de loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Steek geen enkel onderwerp in welke opening
dan ook van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
2
4.
GEVAAR: T
rek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vĆ³Ć³r het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en voor
het bijregelen zoals beschreven is in deze
handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten-
zij een technicus dat aangeeft. Ander onder-
houd dan datgene wat vermeld staat in deze
handleiding moet door een technicus uit-
gevoerd worden.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de
dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn
voelt, stop dan meteen met het oefenen en
begin met een afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire
N
ordicTrack
Ā®
T
9si loopband. Deze T9si loopband biedt
een reeks aan indrukwekkende functies die zijn ontwik-
keld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken.
Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loop-
b
and opvouwen, waardoor deze minder dan de helft
van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nah et lezen van de
h
andleiding nog vragen hebt. Noteer het productnum-
mer en het serienummer voordat u met ons contact
opneemt. De plaats waar u beide stickers kunt vinden,
wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Accessoire Houder
Sleutel/Klip
Reset/Off
Stroomonder-
breker
Loopband
Platform van het Kussen
Voetkussentje
Achterroller Bijstelbouten
Bedieningspaneel
Geluidstoestel
Ventilators
Hartslagsensoren
6
MONTAGE
D
e montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder
het verpakkingsmateriaal. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Let op: De onderkant van de band van de loopband is bedekt met een smeermiddel voor een goede werking. Het
kan zijn dat tijdens het verzenden wat van het smeermiddel aan de bovenkant van het loopplatform of karton
t
erecht is gekomen. Dit is normaal en heeft geen enkel invloed op de functie van het apparaat. Als er zich smeer-
middel op de bovenkant van de band bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een
reiniger zonder schuurmiddel.
Naast de meegeleverde inbussleutels zult u ook uw eigen kruiskopschroevendraaier ,
verstelbare moersleutel , een rubber hamer , en schaar nodig hebben .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de onderdelen moet monteren. Het nummer tussen
haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LISJT MET ONDERDELEN achterin deze
handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als een on-
derdeel zich niet in het onderdelenzakje bevindt, kijk dan of het bevestigd is aan een van de onderdelen
die gemonteerd moet worden. Om schade aan plastic onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch
gereedschap bij het monteren gebruiken. Extra onderdelen kunnen meegeleverd worden.
#8 x 3/4" Dikke Schroef
(1)ā€“4
3/8" Moer (9)ā€“3
#8 x 1" Tekschroef (4)ā€“4
Tussenstuk van de
Basisvoet (11)ā€“2
3/8" Sterring
(10)ā€“10
3/8" x 3/4"
Hechtbout (8)ā€“2
#8 x 1/2" Schroef (2)ā€“12
1/4" x 1/2" Bout
(3)ā€“2
3/8" x 2" Bout (5)ā€“3
3/8" x 4" Bout (6)ā€“4
3/8" x 1 1/4" Bout (7)ā€“4
1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet
aangesloten is.
Verwijder de 3/8" moer (9), de 3/8" x 2" Bout (5),
en de verzendbeugel (C) van de Basis (95).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
loopband. Gooi de transportbeugels en de
transportbouten weg. De 3/8" Moeren (9) en de
3/8" x 2" Bouten (5) worden gebruikt in stappen
3 en 6.
5
C
95
9
1
7
4. Zoek naar de Rechter Staander (86) en Rechter
Tussenstuk van de Rechter Staander (92),
voorzien van een sticker ā€œRightā€ (L of Left (links)
geeft de linkerkant aan; R of Right (rechts) voor
de rechterkant). Steek de Draad van de
Staander (97) door de Rechter Staander zoals
aangegeven. Plaats het Tussenstuk van de
Rechter Staander op de Basis (95).
Laat de tweede persoon de Rechter Staander
(86) bij de Basis (95) vasthouden. Raadpleeg
de inzet-tekening. Maak de draadband in de
Rechter Staander goed vast rond het eind van
de Draad van de Staander (97). Trek dan aan
het andere eind van de draadband totat de
Draad van de Staander goed door de Rechter
Staander ligt.
95
97
86
92
97
4
Draad-
band
Draadband
86
97
2
. Leg, met hulp van een tweede persoon, de loop-
band voorzichtig op de linkerkant. Vouw het
O
nderstel (57) gedeeltelijk zodat de loopband
stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig in.
V
erwijder de twee aangegeven bouten (A) en de
vervoerbeugel (B) en gooi deze weg.
Snij de transportband die de Draad van de
Staander (97) op de Basis (95) vasthoudt los.
Zoek naar de transportband in het aangegeven
gat in de Basis en trek aan deze om de Draad
van de Staander uit het gat te trekken.
Maak een Basisvoet (93) op de aangeven plaats
op de Basis (95) vast met een #8 x 1"
Tekschroef (4) en een Tussenstuk van de
Basisvoet (11). Maak dan een ander Basisvoet
(93) vast met alleen een #8 x 1" Tekschroef (4).
3. Maak een Wiel (96) vast met de 3/8" Moer (9)
en de 3/8" x 2" Bout (5) vast die u in stap 1 ver-
wijderde. Draai de Moer niet te vast; het Wiel
moet vrij kunnen draaien.
95
4
57
93
2
93
4
97
A
B
Gat
11
5
9
3
96
95
8
5. Druk een Basiskapje (88) in de Basis (95).
Plaats een Tussenstuk van de Bout (25) in de
onderkant van de Rechter Staander (86). Plaats
e
en 3/8" x 4" Bout (6) met een 3/8" Sterring (10)
in de Rechter Staander en het Tussenstuk van
de Bout. Herhaal deze stap met een tweede
Tussenstuk van de Bout (25), 3/8" x 4" Bout
(
6), en 3/8" Sterring (10). Plaats dan de
Rechter Staander op het Tussenstuk van de
Rechter Staander (92).
Draai de 3/8" x 4" Bouten al wat vast (6); draai
de Bouten nog niet te vast.
6. Leg, met hulp van een tweede persoon, de loop-
band voorzichtig op de rechterkant. Vouw het
Onderstel (57) gedeeltelijk zodat de loopband
stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig in.
Verwijder de twee aangegeven bouten (A) en de
vervoerbeugel (B) en gooi deze weg.
Maak een Basisvoet (93) op de aangeven plaats
op de Basis (95) vast met een #8 x 1"
Tekschroef (4) en een Tussenstuk van het
Basisvoet (11). Maak dan een ander Basisvoet
(93) vast met alleen een #8 x 1" Tekschroef (4).
Maak een Wiel (96) vast met de 3/8" Moer (9)
en de 3/8" x 2" Bout (5) vast die u in stap 1 ver-
wijderde. Draai de Moer niet te vast; het Wiel
moet vrij kunnen draaien.
7. Druk een Basiskapje (88) in het Basis (95).
Plaats het Tussenstuk van de Linker Staander
(87) op de Basis (95). Laat de tweede persoon
de Linker Staander (85) bij de Basis
vasthouden. Plaats een Tussenstuk van de Bout
(25) in de onderkant van de Linker Staander.
Plaats een 3/8" x 4" Bout (6) met een 3/8"
Sterring (10) in de Linker Staander en het
Tussenstuk van de Bout. Herhaal deze stap
met een tweede Tussenstuk van de Bout
(25), 3/8" x 4" Bout (6), en 3/8" Sterring (10).
Plaats dan de Linker Staander op het
Tussenstuk van de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 4" Bouten (6) met uw vingers
vast; draai de Bouten niet te vast.
Leg met de hulp van een tweede persoon de
loopband neer zodat de Basis (95) plat op de
vloer ligt.
87
85
6
95
88
25
7
6
95
57
5
9
93
4
93
96
11
4
9
2
86
88
6
5
95
97
10
10
25
25
A
B
9
8. Plaats het bedieningspaneel met de bovenkant
op een zachte opervlakte zodat het bedien-
ingspaneel niet bekrast wordt. Zoek naar de
R
echter Handleuning (105), voorzien van een
sticker. Houd de Rechter Handleuning bij het
b
edieningspaneel.
Steek vervolgens de draad van het bedien-
ingspaneel door de aangegeven gaten in de
Rechter Handleuning (105) zoals aangegeven.
8
1
05
Draad van het Bedieningspaneel
Gaten
B
edienings-
paneel
9. Maak de Linker Handleuning (101) en de
Rechter Handleuning (105) vast aan het bedien-
ingspaneel met vier #8 x 1/2" Schroeven (2),
twee 3/8" x 3/4" Hechtbouten (8), en twee 3/8"
Sterringen (10). Draai de Schroeven en
Hecktbouten nog niet te vast.
9
2
10
8
101
Bedieningspaneel
2
8
10
105
10. Steek een Kapje van de Linker Handleuning
(100) in het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. Stel de rand van het Kapje van
de Linker Handleuning tegen de rand van het
bedieningspaneel. Draai dan de vier #8 x 1/2"
Schroeven (2) goed vast in de Linker
Handleuning (101). Let op: De Schroeven zijn al
gemonteerd.
Herhaal deze stap voor het Kapje van de
Rechter Handleuning (107).
Draai de twee 1/4" x 1/2" Bouten (3) in de
Handleuningen (101, 105) en bedieningspaneel
vast.
Raadpleeg stap 9. Draai de vier #8 x 1/2"
Schroeven (2) en de twee 3/8" x 3/4" Bouten (8)
goed vast.
10
Bedieningspaneel
3
3
100
107
2
2
2
2
Lips
101
105
10
11. Zoek naar de Linker Accessoirehouder (112)
en de Rechter Accessoirehouder (116). Maak
de Linker Accessoirehouder en de Rechter
Accessoirehouder vast aan het bedieningspa-
neel met acht #8 x 1/2" Schroeven (2).
2
11
2
Bedieningspaneel
116
112
12. Laat een tweede persoon het bedieningspaneel
bij de Staanders (85, 86) vasthouden.
Sluit de Draad van de Staander (97) op het ver-
lengstuk van de Draad van de Staander die uit
het bedieningspaneel steekt. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectors moeten
gemakkelijk naast elkaar schuiven en op hun
plaats klikken. Als dit niet gebeurt, draai dan
een van de aansluitingen en probeer het op-
nieuw. ALS DE CONNECTORS NIET GOED
ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WAN-
NEER DE STROOM WORDT IN-
GESCHAKELD.
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (97). Steek de extra hoeveelheid
draad in de Rechter Staander (86) wanneer u
het bedieningspaneel op de Staander zet. Zorg
ervoor dat de draden niet bekneld raken.
Bedieningspaneel
12
86
Draadband
Draad
97
97
Draad
85
11
1
3. Maak het bedieningspaneel vast op de
Staanders (85, 86) met vier 3/8" x 1 1/4"
Bouten (7) en vier 3/8" Sterringen (10). Draai
de vier Bouten eerst aan voordat u ze vast-
d
raait.
Raadpleeg stap 5 en 7. Draai de vier 3/8" x 4"
Bouten (6) goed vast.
Bediening-
spaneel
13
86
10
10
7
7
10
7
7
85
10
14. Maak het Kapje van de Rechter Onderste
Handleuning (108) en het Kapje van de Linker
Onderste Handleuning (104) vast aan het bedi-
eningspaneel met vier #8 x 3/4" Schroeven (1).
Bedieningspaneel
1
14
104
108
1
12
15. Til het Onderstel (57) in de aangegeven stand.
Zorg dat een tweede persoon het Onderstel
vasthoudt tot deze stap is voltooid.
R
icht de Opbergvergrendeling (54) zo dat de
groote buis en de Vergrendelingsknop (55) zich
in de afgebeelde posities bevinden.
M
aak de onderkant van de Opbergvergrendel-
ing (54) vast aan de Basis (95) met twee 3/8" x
2" Bout (5) en twee 3/8" Moer (9).
Maak de bovenkant van de Opbergvergrendel-
ing (54) vast aan de beugel van het Onderstel
(57) met een 3/8" x 2" Bout (5) en een 3/8" Moer
(9). Let op: Het kan nodig zijn om het Onderstel
heen en weer te schuiven om de Opbergver-
grendeling in lijn te brengen met de beugel.
Breng het Onderstel (57) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 24).
16. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de loopband gebruikt. Als er zich
lagen doorzichtig plastic op de loopbandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Leg een matje
onder de loopband om uw vloer of vloerbedekking te beschermen. Let op: Extra onderdelen kunnen
meegeleverd worden. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt
om de loopband mee af te stellen (zie paginaŹ¼s 26 en 27).
5
4
9
9
Grote
Beugel
95
5
57
36
15
5
55
13
D
E AL INGESMEERDE LOOPBAND
U
w loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact van de
Loopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
14
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op
het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een in-
drukwekkende keuze aan functies die zijn ontwikkeld
om uw oefeningen effectiever en prettiger te maken. U
kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snel-
heid en de hellingstand van de loopband veranderen
door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal
het bedieningspaneel doorlopende feedback over uw
oefening geven. U kunt uw hartslag zelfs meten met
gebruik van de handgreep polssensor of de optionele
borstkas-polssensor (zie pagina 22 voor informatie
over de optionele borstkas polssensor).
Het bedieningspaneel biedt tevens zestien
voorafĆÆngestelde oefeningen. Elke oefening beheert
automatisch de snelheid en de helling van de loop-
band als het u door een effectieve oefeningsessie
begeleidt. U kunt zelfs uw eigen aangepaste oefenin-
gen creƫren en deze opslaan voor toekomstig gebruik.
Het bedieningspaneel biedt ook nog twee oefeningen
voor de hartslag aan die de snelheid en de helling-
stand van de loopband regelen om uw hartslag bij uw
na te streven hartslag te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook het nieuwe iFit interac-
tieve workout-systeem. Het iFit interactieve train-
ingssysteem kan worden gecombineerd met
iFitkaarten met trainingsprogramma's die zijn on-
twikkeld om u te helpen specifieke fitnessdoelen te
bereiken. Bijvoorbeeld, verlies ongewenste kilos met
het 8-weken Weight Loss programma. iFit regelt au-
tomatisch de loopband terwijl de stem van een per-
soonlijke trainer u door iedere stap van uw oefening
leidt. IFit kaarten zijn apart beschikbaar. Om iFit
kaarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt
u het telefoonnummer op de voorkant van deze
handleiding. IFit kaarten zijn ook in geselecteerde
winkels verkrijgbaar.
U kunt ook naar uw favoriete oefen-muziek of au-
dioboeken luisteren op het extra stereo geluidssys-
teem van het bedieningspaneel.
Raadpleeg pagina 15 om de stroom in te schakelen.
Zie pagina 15 om de handmatige instelling te ge-
bruiken. Zie pagina 17 om een voorafĆÆngesteld
prozgramma te gebruiken. Zie pagina 18 om een
programma voor de hartslag te gebruiken. Zie pag-
inaŹ¼s 19 en 20 om uw eigen aangepaste programma
in te stellen en te gebruiken. Zie pagina 21 om een
iFit oefening te doen. Zie pagina 21 om het stereo
geluidssysteem te gebruiken. Zie pagina 22 om de
informatie instelling te gebruiken.
Audio
Jack
D
IAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
S
teek het snoer in (zie
pagina 13). Zoek vervol-
gens naar de
[RESET/OFF] stroomon-
derbreker op het onderstel
van de loopband bij het
snoer. Zorg ervoor dat de
stroomonderbreker in de ā€œresetā€ stand staat.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
demoinstelling, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband wordt geƫtaleerd in een winkel. De
demoinstelling is gekozen wanneer de displays
gaan branden zodra het snoer in het stopcontact
gestoken wordt en de stroomonderbreker zich in de
reset positie vindt. Om de demoinstelling uit te
schakelen, houd de Stoptoets [STOP] enkele secon-
den ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE IN-
STELLING op pagina 22 om de demoinstelling uit te
schakkelen wanneer de displays blijven branden.
Ga op de voetenkussent-
jes van de loopband staan.
Zoek de klip die is beves-
tigd aan de sleutel (zie de
tekening aan de
rechterkant) en schuif de
klip op de tailleband van
uw kleding. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK:
Bij een noodsituatie kunt u de sleutel uit het bedi-
eningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt
en tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig
een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleu-
tel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als
de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel
dan de lengte van de klip bij.
BELANGRIJK: Als er een doorzichtig stuk plastic
op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het
plastic. Draag alleen schone schoenen wanneer u
de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopplatform te voorkomen. Inspecteer af en toe de
ligging van de band wanneer de loopband voor het
eerst wordt gebruikt. Centreer deze mocht het
nodig zijn (zie pagina 27).
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de af-
stand in kilometers of mijlen weergeven. Om te ont-
dekken welke meeteenheid is geselecteerd, of om de
meeteenheid te wijzigen zie de INFORMATIE IN-
STELLING op pagina 22. Voor de eenvoud zijn alle in-
structies in dit gedeelte in kilometers aangegeven.
DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Elke keer als u de sleutel
invoert, wordt de hand-
matige instelling gese-
lecteerd. Als u een oe-
fening hebt gekozen,
druk dan meerdere
keren op een van de programmatoetsen totdat een
piste op de display verschijnt.
3. Start de loopband en stel de snelheid bij.
Om de loopband te starten drukt u op de Starttoets
[START], de snelheidstoename [SPEED] toets, of
op een van de directe snelheidtoetsen met num-
mers 2-20.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 km/u [KM/H]. Als u
een oefening doet, kunt u de snelheid van de loop-
band naar wens aanpassen door de snelheidstoe-
name en afname toetsen in te drukken. Steeds als
u een toets indrukt zal de snelheidsinstelling met
0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt
houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5
Km/u. Na het drukken op de toetsen kan het even
duren voordat de loopband de geselecteerde snel-
heidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de loopband opnieuw te starten, drukt
u op de Start toets of op de Snelheidstoename
toets.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband aan te passen, drukt
u op helling [INCLINE] verhogen of verlagen toetsen
of op een van de Hellingtoetsen genummerd van 0
tot 10.
Elke keer als u op de helling verhogen of verlagen
toets drukt, verandert de helling met 0,5%. Als u op
een van de genummerde hellingstoetsen drukt zal
de helling geleidelijk veranderen tot het de
gekozen hellinginstelling bereikt. Let op: Het kan
even duren nadat u op de toetsen drukt voordat de
loopband de gekozen hellinginstelling bereikt.
Reset
Klip
Sleutel
15
16
5. Volg uw voortgang op het display.
De matrixā€”Indien u de
h
andmatige instelling
kiest, toont de matrix
e
en piste dat 400 meter
vertegenwoordigt. Als u
oefent, zullen de indica-
tors rond de piste achter elkaar oplichten tot de
gehele piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen
en de indicators worden opnieuw achter elkaar
getoond.
De linker displayā€”De
linker display zal
gedurende enkele sec-
onden zowel de ver-
lopen tijd [TIME], als de
hellingstand [INCLINE]
van de loopband, en het bij benadering aantal ver-
bruikte [CALS.] calorieen aangeven. Druk op de
toets van de linker Display totdat de meest gewen-
ste informatie wordt aangegeven. Let op: Indien u
een oefening kiest, zal het display de resterende
tijd in de oefening weergeven in plaats van de ver-
lopen tijd.
De rechter displayā€”De
rechter display zal
gedurende enkele sec-
onden zowel de gelopen
afstand [DIST.] als de
snelheid [SPEED] van
de band aangeven. Druk op de toets van de
rechter DISPLAY totdat de meest gewenste infor-
matie aangegeven wordt. De display zal ook uw
hartslag weergeven wanneer u de handgreep met
polssensor of de optionele borstkas-polssensor ge-
bruikt (zie stap 6).
Om het bedieningspaneel opnieuw in te stellen,
drukt u op de stoptoets, neem de sleutel uit het be-
dieningspaneel en stop de sleutel weer terug.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Let op: Indien u de Handgreep met polssensor
en de Borstkas-polssensor tegelijkertijd ge-
bruikt, zal het console uw hartslag niet
nauwkeurig weergeven. Zie pagina 22 voor infor-
matie over de borstkas-polssensor.
Voordat u de
handgrepen
met polssen-
s
oren gebruikt,
verwijder het
p
lastic laagje
van de metalen
contactpunten.
Zorg er boven-
dien ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleun-
ing staan en houdt u de contactpunten op de han-
dleuning vast ā€“beweeg uw handen niet. Houd de
contactpunten ongeveer tien seconden lang
vast. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw
hartslag worden getoond. Voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de con-
tactpunten gedurende 15 seconden vast te
houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator toont de hoge en lage snelheidsin-
stellingen. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets
[FANS] om een ventilatorsnelheid te kiezen of zet
de ventilator uit. Let op: Als de ventilator aan staat
als de loopband is gestopt, dan zal de ventilator
automatisch na een paar minuten uitgaan.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets
[STOP] en stel de hellingstand van de loopband
in de laagste positie. De helling moet op de laagste
instelling staan wanneer u de loopband opvouwt, an-
ders kunt u de loopband beschadigen. Trek vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar
deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met het oefenen op de loop-
band, plaats de reset/off stroomonderbreker in de
ā€œoffā€ stand en trek het snoer uit het stopcontact. BE-
LANGRIJK: Als u dit niet doet kunnen de elek-
trische onderdelen van de loopband sneller ver-
slijten.
Contactpunten
17
EEN VOORAFƏNGESTELDOEFENPROGRAMMA TE
GEBRUIKEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 15.
2. Keis een voorafĆÆngesteldeoefening.
Druk, om een voorafĆÆngesteld programma te
kiezen, meerdere keren op de Afslanken [WEIGHT
LOSS], AEROBIC, of PERFORMANCE toets.
De display zal, wanneer een voorafĆÆngesteldpro-
gramma gekozen wordt, de maximale snelheid en
de duur van de oefening aangeven. Bovendien zal
er een profiel van de snelheidsinstellingen van de
oefening verschijnen in de matrix.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] of de Snelheidstoe-
name [SPEED] toets om met de oefening te begin-
nen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste
snelheids- en hellinginstelling van de oefening. Houd
de handleuningen vast en begin met lopen.
Elke oefening. Er is Ć©Ć©n hellinginstelling en Ć©Ć©n
tempoinstelling geprogrammeerd voor elk seg-
ment. Let op: Dezelfde snelheids- en/of hellingin-
stelling kan voor meerdere opeenvolgende seg-
menten geprogrammeerd worden.
Tijdens het oefenpro-
gramma, wordt uw
profiel weergegeven
zodat u uw vorderingen
kunt volgen. De
flikkerende balk van het
profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. De hoogte van het
flikkerende segment geeft de weerstandsinstellingen
voor het huidige segment weer. Aan het einde van
elk segment, is een serie geluiden te horen en be-
gint het volgende segment van het profiel te knip-
peren. Als er een nieuwe snelheids- en/of hellingin-
stelling voor het volgende segment geprogram-
meerd is dan zal de nieuwe snelheids- en/of hellin-
ginstelling een paar seconden lang op de display
v
erschijnen. Alle segmenten zullen dan Ć©Ć©n kolom
naar links worden verschoven. De loopband zal dan
a
utomatisch de nieuwe snelheids- en/of hellingin-
stelling instellen.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
van de oefening is uitgevoerd. De loopband zal
dan tot stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken op
de Snelheids- en Hellingtoetsen [INCLINE], als het
volgende segment van de oefening begint, dan
zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids- en hellinginstelling voor het
volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt dan op de Stoptoets [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt dan op de
Starttoets of op de Snelheidstoename toets. De
loopband begint bij ongeveer 2 KM/Uur te draaien.
Als het volgende segment van de oefening begint,
zal de loopband zich automatisch aanpassen aan
de snelheids- en hellinginstelling voor dat volgende
segment.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 16.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 8 op pagina 16.
Oefening Segment
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1. Draag de optionele borstkas-polssensor.
U moet om een programma voor de hartslag te ge-
bruiken de optionele borstkas-polssensor dragen
of de handgreep met polsensor gebruiken. Draag
de optionele borstkas-polssensor voor de beste
meting (zie pagina 22 voor informatie over de op-
tionele borstkas-polssensor).
2. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT ANN TE ZETTEN op
pagina 15.
3. Kies een van de twee programmaŹ¼s voor de
hartslag.
Druk meerdere keren op de Hartslagtoets
[HEARTRATE] om een programma voor de hart-
slag te kiezen. Wanneer een programma voor de
hartslag gekozen wordt zal de duur van het pro-
gramma en de maximale na te streven hartslagin-
stelling op de displays verschijnen. Bovendien zal
er een profiel van de harslaginstellingen van de oe-
fening verschijnen in de matrix.
4. Toets een na te streven hartslaginstelling in.
De maximale na te streven hartslaginstelling van de
oefening zal op de rechter display verschijnen. Druk,
als u dat wilt, op de VOL./HR toename of afname
toets om de maximale na te streven hartslaginstelling
te veranderen (zie OEFENINGSINTENSITEIT op
pagina 28). Let op: Als u de maximale na te streven
hartslaginstelling bijstelt, dan wordt het intensiteit-
sniveau van het hele programma gewijzigd.
5. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] of de
Snelheidstoename [SPEED] toets om met de oe-
fening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheids- en hellingsin-
stelling van de oefening. Houd u zich de handle-
uningen vast en begin met lopen.
ProgrammaŹ¼s voor de hartslag worden verdeeld in
segmenten van 1-minuut. Er wordt een na te
streven hartslag geprogrammeerd voor elk seg-
m
ent. Let op: Dezelfde na te streven hartslagin-
stelling kan worden geprogrammeerd voor opeen-
v
olgende onderdelen.
Tijdens elk segment van de oefening zal het bedien-
ingspaneel regelmatig uw hartslag met de na te
s
treven hartslaginstelling van het huidig segment
vergelijken. Als uw hartslag te ver onder of boven de
na te streven hartslag ligt, dan zal de weerstand van
de loopband automatisch verhogen of verlagen om
uw hartslag dichter bij uw na te streven hartslag te
brengen. Let op: De snelheid en de helling van de
loopband zullen, wanneer het programma uw pols
niet kan vinden, niet automatisch worden bijgesteld.
Als het eerste gedeelte van de oefening is beƫindigd,
zal een reeks geluiden te horen zijn en zullen alle na
te streven hartslaginstellingen een kolom naar links
worden verschoven. Wanneer een nieuwe snel-
heids- en/of hellinginstelling geprogrammeerd is voor
het volgende segment, dan zal de nieuwe snelheids-
en hellinginstelling van de loopband in de display
verschijnen. De oefening gaat zo verder tot het laat-
ste segment van de oefening is uitgevoerd. De loop-
band zal dan tot stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellinginstelling ergens tij-
dens de oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u
de instelling handmatig overschrijven door te
drukken op de Snelheids- en Hellingtoetsen [IN-
CLINE]. Echter, wanneer het bedieningspaneel
uw hartslag met uw na te streven hartslagin-
stelling van het huidig segment vergelijkt, dan
kan de snelheid en/of de helling van de loopband
veranderd worden om uw hartslag dichter bij uw
na te streven hartslaginstelling te brengen.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Druk op
de Starttoets om de workout te hervaten. De loop-
band begint te draaien met 2 km/u; maar als het
bedieningspaneel uw hartslag vergelijkt met de
na te streven hartslaginstelling van het huidige
segment, dan kan de snelheid en/of helling van
de loopband wijzigen om uw hartslag dichter in
de buurt van de na te streven hartslaginstelling
te brengen.
6. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 16.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 8 op pagina 16.
OPGELET: Indien u hartproblemen
heeft, ouder bent dan 60 jaar of inactief bent
g
eweest, gebruik dan geen oefeningen die
door hartslag worden gedreven. Als u regel-
matig medicijnen slikt dient u uw huisarts te
raadplegen om te weten te komen of de med-
icatie invloed zal hebben op de hartslagwaarde
van de oefening.
18
19
HOE EEN AANGEPASTE OEFENING IN TE
STELLEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 15.
\
2. Kies een aangepaste oefening.
Kies een aangepaste oefening door meerdere
keren op de CUSTOM WORKOUT toetsen te
drukken. De displays zullen, wanneer een
aangepaste oefening gekozen wordt, de maximale
snelheidsinstelling en de duur van het programma
aangeven. Bovendien zal er een profiel van de
snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen
in de matrix.
Opmerking: Als de display gedurende 3
minuten geen oefening weergeeft, raadpleeg
dan HOE EEN AANGEPASTE OEFENING TE
GEBRUIKEN op pagina 20.
3. Start de loopband en programmeer de gewen-
ste snelheids- en hellinginstellingen.
Druk op de Starttoets [START] of de
Snelheidstoename [SPEED] toets om met de oe-
fening te beginnen. Kort nadat u op de toets heeft
gedrukt, begint de loopband te draaien. Houd u
zich aan de handleuningen vast en begin met wan-
delen.
Elke aangepaste oefening is verdeeld in verschil-
lende 1-minuut segmenten. Er kan Ć©Ć©n hellingin-
stelling en Ć©Ć©n snelheidsinstelling worden gepro-
grammeerd voor elk segment. Om snelheids- en
hellinginstellingen voor het eerste segment te pro-
grammeren, dient u eenvoudigweg de helling en
de snelheid van de loopband naar wens in te
s
tellen door te drukken op de snelheids- en helling-
toetsen [INCLINE].
Als het eerste gedeelte van de oefening is
beƫindigd, zal een reeks geluiden te horen zijn en
de huidige snelheids- en hellinginstellingen worden
opgeslagen in het geheugen. Programmeer een
snelheids- en hellinginstelling voor het tweede seg-
ment op dezelfde manier.
Blijf de snelheids- en hellinginstellingen program-
meren voor zoveel segmenten als u wilt;
aangepaste oefeningen kunnen tot 40 segmenten
hebben. Als u klaar bent met de oefening drukt u
twee keer op de Stoptoets [STOP]. De snelheids-
en hellinginstellingen die u geprogrammeerd heeft
en de duur van de oefening zullen dan in het
geheugen worden opgeslagen.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 16.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 8 op pagina 16.
20
HOE EEN AANGEPASTE OEFENING TE
GEBRUIKEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 15.
2. Kies een aangepaste oefening.
Druk meerdere keren op een van de CUSTOM
WORKOUT toetsen om een aangepaste oefening
te kiezen. De display zal, wanneer een aangepaste
oefening gekozen wordt, de maximale snelheidsin-
stelling en de duur van het programma aangeven.
Bovendien zal er een profiel van de snelheidsin-
stellingen van de oefening verschijnen in de matrix.
Let op: Als de display gedurende 3 minuten
geen oefening weergeeft, raadpleeg dan HOE
EEN AANGEPASTE OEFENING IN TE STELLEN
op pagina 19.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] of de
Snelheidstoename [SPEED] toets om met de oe-
fening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheids- en hellingin-
stelling die u eerder heeft geprogrammeerd. Houd
u zich de handleuningen vast en begin met lopen.
Elke aangepaste oefening is verdeeld in verschil-
lende 1-minuut segmenten. Er is Ć©Ć©n hellingin-
stelling en Ć©Ć©n tempoinstelling geprogrammeerd
voor elk segment. Let op: Dezelfde snelheids- en
hellinginstelling kan voor meer opeenvolgende
segmenten worden geprogrammeerd.
De aangepaste oefening werkt op dezelfde manier
als een voorafĆÆngesteldeoefening (zie stap 3 op
pagina 17).
Indien gewenst kunt u de oefening opnieuw in-
stellen terwijl u deze gebruikt. Om de snelheidsin-
stelling of de hellinginstelling voor het huidige
s
egment te wijzigen dient u eenvoudigweg op de
Snelheids- of Hellingtoetsen [INCLINE] te drukken.
A
ls het huidige segment eindigt, zal de nieuwe in-
stelling worden opgeslagen in het geheugen. Om
de duur van de oefening te verlengen wacht u tot
de oefening is afgelopen. Druk dan op de
Starttoets en programmeer de snelheids- en hellin-
ginstelling voor zoveel aanvullende segmenten als
gewenst. Als u zoveel segmenten als gewenst
heeft toegevoegd, drukt dan twee keer op de stop-
toets [STOP]. Om de lengte van de oefening te
verkorte drukt dan twee keer op de stoptoets op
elk moment voordat de oefening is voltooid.
Om de oefening tijdelijk te stoppen, drukt u op de
Stoptoets. Druk op de Starttoets om de workout te
hervaten. De loopband zal met een snelheid van 2
km/u [KM/H] beginnen te draaien. De loopband zal
bij het begin van het volgende segment de snel-
heids- en hellinginstellingen automatisch ingesteld
worden.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 16.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 8 op pagina 16.
HOE EEN IFIT OEFENING TE GEBRUIKEN
iFit kaarten zijn apart beschikbaar. Om Fit kaarten te
k
open gaat u naar www.iFit.com of belt u met het tele-
foonnummer op de voorkant van deze handleiding. IFit
k
aarten zijn ook in geselecteerde winkels verkrijgbaar.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 15.
2. Steek in een iFit kaart en kies een oefening.
Steek een iFit kaart in de gleuf; zorg ervoor dat de
iFit kaart zodanig geplaatst is dat de metalen con-
tactpunten naar beneden wijzen en in de gleuf wor-
den gestoken. Wanneer de iFit kaart goed is in-
gestoken zal de iFitlogo gaan branden.
Vervolgens selecteert u een iFit oefening door te
drukken op de iFit toename en afname toetsen
naast de gleuf. De displays zullen, wanneer een
iFit oefening gekozen wordt, de maximale snelhei-
dsinstelling en de duur van het programma
aangeven. Bovendien zal er een profiel van de
snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen
in de matrix.
Elke iFit oefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Er is Ć©Ć©n hellinginstelling en Ć©Ć©n tem-
poinstelling geprogrammeerd voor elk segment. Let
op: Dezelfde snelheids- en hellinginstelling kan
voor meer opeenvolgende segmenten worden ge-
programmeerd.
3. Start de loopband.
Druk om de oefening te beginnen op de Starttoets
[START] of op een van de Snelheidstoename
[SPEED] toetsen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheids- en hellingin-
stelling van de oefening. Houd u zich aan de han-
dleuningen vast en begin met lopen.
Tijdens de oefening zal een personal trainer u door
de oefening begeleiden.
Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken op
d
e Snelheids- en Hellingtoetsen [INCLINE], als het
volgende segment van de oefening begint, dan
z
al de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids- en hellinginstellingen voor
het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de Starttoets of
op de Snelheidstoename toets. De loopband begint
bij ongeveer 2 km/uur [KM/H] te draaien, Als het
volgende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de snel-
heids- en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
5. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 16.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 8 op pagina 16.
LET OP: Haal de iFit kaarten altijd uit de gleuf
als u deze niet gebruikt.
HOE HET STEREOGELUIDSYSTEEM TE BE-
GRUIKEN
Zoek naar de audio/geluidssnoer en steek deze in de
aansluiting aan de rechterkant van het bedieningspa-
neel om het geluidstoestel te gebruiken. Steek dan het
18" audiosnoer in een aansluiting op uw MP3-speler,
CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zorg er-
voor dat het audiosnoer goed is ingestoken.
Druk dan op de afspelen toets op uw MP3-speler, CD-
speler of andere persoonlijke audiospeler. Pas het vol-
ume aan op uw persoonlijke audiospeler of druk op de
Volume toetsen op het bedieningspaneel.
Druk vervolgens op de aspelen van uw MP3-speler,
CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zet het
geluid van uw persoonlijke audiospeler zachter of
harder of druk op de VOL./HR toename of afname
toetsen van het bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander vlak oppervlak en niet op het bedieningspaneel.
IFit kaart
iFitgleuf
21
22
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie instelling
d
ie de totale afstand die de loopband heeft afgelegd
en het totaal aantal uren dat de loopband is gebruikt
b
ijhoudt. Met de informatie instelling kunt u de afstand
meten in te kiezen kilometers of mijlen en kunt u de
display in of uit demoinstelling zetten.
Om de informatie instelling te kiezen, houdt u de
Stoptoets ingedrukt terwijl u de sleutel weer in in het
bedieningspaneel steekt en daarna de Stoptoets
[STOP] weer loslaat. Als de informatie instelling is
gekozen, zal de volgende informatie worden
weergegeven:
De Tijddisplay toont het aan-
tal uren dat de loopband is
gebruikt.
De Afstanddisplay toon het
totaal aantal kilometers of mi-
jlen waarop de loopband
heeft gedraaid.
Druk opnieuw op de Stoptoets [STOP] om de volgende
informatie te zien:
Het bedieningspaneel toont
een demoinstelling, die on-
twikkeld is voor gebruik als
de loopband wordt getoond
in een winkel. Als de
demoinstelling aan staat, zal
het bedieningspaneel normaal functioneren als u de
stekker insteekt, de reset/stroomonderbreker in de re-
setstand schakelt en de sleutel in het bedieningspa-
neel steekt. Als u de sleutel eruit trekt, dan blijven de
displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Het
word ā€œOnā€ zal wanneer de demoinstelling aan is op de
display verschijnen wanneer de informatie instelling
gekozen is. Om de display demoinstelling aan of uit te
zetten, kunt u op de Snelheid [SPEED] adname toets
drukken.
Een ā€œEā€ voor Engelse mijlen
of een ā€œMā€ voor kilometers
verschijnt op de rechter dis-
play. Druk op de
Snelheidstoename toets om
naar wens de meeteenheid te
wijzigen.
Om de informatie instelling te verlaten, dient u de sleu-
tel uit het bedieningspaneel te trekken.
HOE HET KUSSENSYSTEEM AAN TE PASSEN
De loopband heeft een kussensysteem dat de schok-
e
ffect tijdens het lopen of rennen op de loopband ver-
mindert. Om de stevigheid van het loopplatform te ver-
h
ogen, dient u van de loopband af te stappen en de
platformkussens naar de voorkant van de loopband te
schuiven. Om de stevigheid van het loopplatform te
verlagen, dient u van de loopband af te stappen en de
platformkussens naar de achterkant van de loopband
te schuiven. Opemerking: Zorg dat beide kussens
op hetzelfde stevigheidsniveau zijn ingesteld. Hoe
sneller u op de loopband rent, hoe meer gewicht
en hoe steviger het wandelplatform zou moeten
zijn.
DE OPTIONELE BORSTKAS-POLSSENSOR
De optionele borstkas-polssensor levert een handen-
vrije werking en controleert de hartslag tijdens het oe-
fenen. Voor aankoop van de optionele borstkas-
polssensor bel dan het telefoonnummer op de om-
slag van deze handleiding.
Platform
Kussen
Loopoppervlak
Verhogen
Verlagen
Platform
Kussen
23
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND OP TE KLAPPEN VOOR OPSLAG
Voordat u de loopband opvouwt, dient u de helling in te
s
tellen op de laagste stand. Als u dit niet doet kunt u de
loopband beschadigen als u deze uitklapt. Verwijder de
sleutel en trek het snoer uit het stopcontact. LET OP: U
moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen
optillen, neerlaten of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. LET OP:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan
de plastic voetsteunen. Zorg dat u uw benen buigt en
uw rug rechthoud als u het onderstel omhoog optilt.
Til het onderstel half omhoog naar de verticale stand.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelingsknop in de op-
slagpositie vergrendelt. Zorg dat de vergrendel-
ingsknop in de opslagpositie is vergrendeld.
Leg een matje onder de loopband om uw vloer of vlo-
erbedekking te beschermen. Houdt de loopband uit
direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger dan 30Ā° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband in de
opslagpositie te zetten, zoals hierboven beschreven. Zorg
dat de vergrendelingsknop in de opslagpositie is ver-
grendeld.
1. Houd een handleuning en het onderstel vast en plaats
een voet tegen een van de wieltjes.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de wieltjes.
Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste
plaats. Verplaats de loopband nooit door deze naar
achteren te hellen. Wees heel voorzichtig tijdens het
verplaatsen van de loopband zodat u het risico op
persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband
niet over een ongelijk oppervlak. Trek niet aan het on-
derstel.
3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loopband tot deze weer rechtop staat.
Vergrende-
lingsknop
Onderstel
Handleuning
Onderstel
Wieltjes
Onderstel
24
HOE DE LOOPBAND OMLAAG TE BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Houd het bovenste uiteinde van de loopband vast met
uw rechterhand. Trek de Vergrendelingsknop naar links
en houd deze vast. Het kan nodig zijn om het onderstel
naar voren te duwen als u de knop naar links trekt. Draai
het onderstel naar onderen en laat de Vergrendelknop
l
os.
2. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen
vast en breng het naar beneden op de vloer.
OPGELET: Houd niet alleen de plastic grijprails vast
en laat het onderstel niet op de grond vallen. Buig uw
knieƫn en houd uw rug recht.
Vergrende-
lingsknop
Onderstel
O
nderstel
PROBLEMEN OPLOSSEN
D
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt
u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken. (Zie pagina 13). Mocht een
verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een randaarde 14-graads snoer van 1,5 m of kor-
ter.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedien-
ingspaneel zit.
c. Controleer de reset/uit stroomonderbreker die
zich op het onderstel van de loopband bevindt
naast het snoer. Als de schakelaar zoals afge-
beeld, uitsteekt, dan is de stroomonderbreker
afgegaan. Om de stroomonderbreker opnieuw
in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
PROBLEEM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/stroomonderbreker (zie de tekening hierboven). Als de stroomonder-
breker is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer in het stopcontact steekt. Als het snoer in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de snoer opnieuw in het contact.
c. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw in het bedieningspaneel.
d. Raadpleeg, als de loopband nog steeds niet wil draaien, de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het
bedieningspaneel haalt
SOLUTION: a. Het bedieningspaneel toont een demoinstelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de loop-
band wordt getoond in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is
de demoinstelling ingeschakeld. Om de demoinstelling uit te schakelen, houd de Stoptoets
enkele seconden ingedrukt. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u de IN-
FORMATIE INSTELLING op pagina 22 om de demoinstelling uit te zetten.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en
HET SNOER UIT HET STOPCONTACT. Houd
de Staanders (85, 86) met de hulp van een
tweede persoon voorzichtig scheef. Het kan
zijn dan er zich twee #12 x 2" Schroeven (14)
bevinden in de onderkant van de Onderkap
(79). Als dat zo is dient u deze te verwijderen.
Let op: U heeft een kruiskopschroevendraaier
met een as van minstens 13 cm lang nodig.
Zet de Staanders rechtop.
Doorge-
slagen
Resetten
c
14
14
85
86
a
79
25
26
Verwijder de drie #8 x 3/4" Motorkap
Schroeven (1) en pak de Motorkap (63)
voorzichtig weg.
Zoek de Snelheidssensor (77) en de Magneet
(51) aan de linkerkant van de Katrol (52). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Sensorschroef. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Sensorschroef ongeveer 1/8
in. (3 mm) is. Mocht het nodig zijn, maak de
#8 x 3/4" Klemschroef (15) los, verplaats de
Sensor lichtjes en draai de Schroef dan weer
vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) weer
vast. Mocht het nodig zijn, laat de Staanders
(niet getoond) neer, maak de #12 x 2"
Schroeven (niet getoond) weer vast, en zet
Staanders weer rechtop. Laat de loopband een
paar minuten draaien om te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen.
PROBLEEM: De helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij
het wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar secon-
den weer in. De loopband stijgt automatisch naar de maximale hellingsstand en keert dan
terug naar het minimumstand. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een randaarde 14-graads snoer van
1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan
de loopband beschadigd raken. Verwijder de
sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde
sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag tegen de klok in. Als de loopband
goed vastzit moet u elke rand van de loop-
band 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het
midden zit. Steek dan de stekker in het stop-
contact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loop-
band goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
Zicht van
boven
51
15
77
3 mm
52
Achter
Bouten van de
Roller
5ā€“7 cm
b
63
1
27
PROBLEEM: De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden
b
egeeft dient u de sleutel te verwijderen en
dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
T
E TREKKEN. Als de loopband naar links
is verschoven, draai met de meegeleverde
sleutel de linker bout van de achterroller een
1/2 slag met de klok mee. Als de loopband
naar rechts is verschoven, draai dan de
bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de
klok in. Zorg dat u de loopband niet te vast
draait. Plaats dan het snoer in het stopcon-
tact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt
gelopen, dient u eerst de sleutel te verwi-
jderen en dan DE STEKKER UIT HET STOP-
CONTACT TE TREKKEN. Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Als
de loopband goed vastzit moet u elke rand
van de loopband 5 tot 7 cm van het loopop-
pervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
loopband in het midden zit. Steek dan de
stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel
en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
b
28
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw ā€œtrainingszone.ā€ Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbrandenā€”Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieƫn voor de energie. Pas na
de eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieƫn voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefeningā€”Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming upā€”Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefeningā€”Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening ā€“ houd niet
uw adem in.
Afkoelenā€”Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste Ć©Ć©n
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het da-
gelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
V
oordat u begint met dit of een ander oefenin-
genprogramma, dient u een arts te consulte-
ren. Dit is vooral belangrijk voor personen
boven de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
29
LIJST MET ONDERDELENā€”Modelnr. NETL99809.1 R1109A
De GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding bekijken om de onderdelen
d
ie hieronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 10 #8 x 3/4" Motorkap Schroeven
2 46 #8 x 1/2" Schroef
321/4" x 1/2" Bout
44#8 x 1" Tekschroef
543/8" x 2" Bout
643/8" x 4" Bout
743/8" x 1 1/4" Bout
823/8" x 3/4" Hechtbout
963/8" Moer
10 10 3/8" Sterring
11 2 Tussenstuk van de Basisvoet
12 5 #8 x 3/4" Schroef van de Onderpan
13 4 #8 x 1 1/4" Schroef
14 2 #12 x 2" Schroef
15 1 #8 x 3/4" Klemschroef
16 2 1/4" x 1 1/4" Bout
17 2 5/16" x 4 1/4" Bout
18 2 3/8" x 1" Hechtbout
19 1 1/4" x 1" Bout
20 2 Bout van de Achterroller
21 1 3/8" x 1 1/2" Bout
22 1 3/8" x 1 3/4" Bout
23 2 3/8" x 1" Bout
24 16 #8 x 1/2" Schroef met Platte Kop
25 4 Tussenstuk van de Bout
26 10 #12 x 1" Schroef
27 4 Schroef van Loopband Geleider
28 10 #8 x 3/4" Schroef
29 2 Motorbout
30 2 1/4" Platte Tussenring
31 4 Tussenring van de Achterste Voet
32 2 1/4" Tussenring
33 2 #8 Sterring
34 2 Kussenstop
35 2 5/16" Kraagmoer
36 1 Vergrendelingsbeugel
37 3 Klip van de Kap
38 2 3/8" Slotmoer
39 6 #3 x 1/4" Schroef
40 1 Inbussleutel
41 1 5/32" Inbussleutel
42 1 Linker Voetkussentje
43 1 Waarschuwingssticker
44 2 Platformkussen
45 1 Loopoppervlak
46 1 Loopband
47 2 Kussengeleider
48 2 Loopband Geleider
49 2 Isolator
50 2 Tussenstuk van het Onderstel
51 1 Magneet
52 1 Aandrijfrol/Katrol
53 1 Kapje van de Vergrendelkap
54 1 Opbergvergrendeling
55 1 Vergrendelingsknop
56 1 Rechter Kap van het Voetkussentje
57 1 Onderstel
58 2 Houder voor de Achterroller
59 1 Ruststandrol
60 1 Linker Achterste Voet
61 1 Rechter Achterste Voet
62 1 Onderstel /Geaarde Draad van
Roller
63 1 Motorkap
64 1 Liftonderstel Grondbedrading
65 2 15 1/2" Draadband van de
Bedrading
66 9 8" Draadband
67 1 Controller
68 1 Beugel voor Elektronica
69 1 Kleine Rechter Polssensor
70 1 Filter
71 2 Draadband voor de Bedrading
72 2 Motorbus
73 1 Liftonderstel
74 1 Motoraandrijfriem
75 1 Motorisolatie
76 1 Aandrijfmotor
77 1 Snelheidssensor
78 1 Klem van de Sensorschroef
79 1 Onderkap
80 1 Controller Aardingsdraad
81 1 Ontvanger
82 1 Reset/off Stroomonderbreker
83 1 Elektriciteitssnoer Adapter
84 1 Elektrischsnoer
85 1 Linker Staander
86 1 Rechter Staander
87 1 Tussenstuk van de Linker Staander
88 2 Basiskapje
89 1 Hellingmotor
90 1 Tussenstuk van de Hellingmotor
91 1 Motorbedrading van de Helling
92 1 Tussenstuk van de Rechter
Staander
93 4 Basisvoet
94 2 Waarschuwingssticker
95 1 Basis
96 2 Wiel
97 1 Draad van de Staander
98 1 Audio Snoer
99 1 Inzetstuk van de Linker Handleuning
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1
00 1 Kapje van de Linker Handleuning
101 1 Linker Handleuning
102 1 Dwarsstang van het
Bedieningspaneel
1
03 1 Polsstang
104 1 Kapje van de Linker Onderste
H
andleuning
105 1 Rechter Handleuning
106 1 Rechter Handleuning Insertinzetstuk
107 1 Kapje van de Rechter Handleuning
108 1 Kapje van de Rechter Onderste
Handleuning
109 1 Linker Consoleventilator
110 1 Rechter Consoleventilator
111 1 Consoleventilator
112 1 Linker Accessoirehouder
113 1 Basis van het Bedieningspaneel
114 1 Boksen ā€œFerriteā€
115 1 Sleutel/Klip
116 1 Rechter Accessoirehouder
1
17 4 Opbinddraad voor de Bedrading
118 1 Kleine Kap
119 1 Zeer Belangrijke Plaat
120 1 Kleine Linker Polssensor
1
21 1 Grote Linker Polssensor
122 1 Achterkant van het
B
edieningspaneel
123 1 Toegangsdeur
124 2 Aardingsdraad Bedieningspaneel
125 1 Grote Rechter Polssensor
*ā€“10" Blauwe Draad, M/F
*ā€“8" Blauwe Draad, 2F
*ā€“4" Blauwe Draad, 2F
*ā€“4" Zwarte Draad, M/F
*ā€“8" Groene/Gele Draad, F/R
*ā€“4" Groene/Gele Draad, mit Sticker
*ā€“8" Witte Draad, 2F
*ā€“4" Rode Draad, M/F
*ā€“Gebruiksaanwijzing
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
16
16
17
17
20
20
32
30
32
30
61
60
24
27
27
48
48
26
26
26
26
26
42
35
35
51
50
44
45
43
46
19
52
56
59
44
57
58
58
50
41
26
26
26
47
13
13
2
49
2
49
62
40
24
24
54
53
55
9
5
5
9
31
31
34
28
28
28
28
28
28
47
34
28
28
28
28
K
N
i
e
b
e
r
g
a
l
l
GEDETAILLEERDE TEKENING Aā€”Modelnr. NETL99809.1 R1109A
31
32
12
78
15
77
37
37
37
1
1
1
82
63
79
64
24
80
71
18
18
29
76
75
74
73
14
84
83
81
68
67
24
24
24
70
72
24
33
33
66
65
12
12
12
14
24
GEDETAILLEERDE TEKENING Bā€”Modelnr. NETL99809.1 R1109A
93
4
4
23
23
9
88
88
95
94
94
5
9
36
97
91
5
96
9
11
93
4
9
96
5
11
93
4
7
10
85
10
6
87
92
97
86
6
10
21
89
90
38
38
22
10
7
1
0
7
7
10
93
9
25
25
25
GEDETAILLEERDE TEKENING Cā€”Modelnr. NETL99809.1 R1109A
33
34
99
2
2
100
2
1
104
3
2
2
1
01
2
2
103
8
2
102
105
2
10
3
106
107
2
2
2
1
108
2
2
2
10
8
GEDETAILLEERDE TEKENING Dā€”Modelnr. NETL99809.1 R1109A
24
109
111
2
2
113
2
2
2
2
118
2
2
110
119
39
120
121
124
24
2
123
125
69
1
1
2
2
116
2
2
115
112
117
2
2
2
2
2
2
2
122
39
39
117
98
114
2
4
24
24
GEDETAILLEERDE TEKENING Eā€”Modelnr. NETL99809.1 R1109A
35
Onderdeel Nr. 293475 R1109A Gedrukt in China Ā© 2009 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
O
m vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende infor-
matie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
ā€¢ het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
ā€¢ de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
ā€¢ het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycled aan het einde van de levenscyclus.
Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort
afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese nor-
men voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig
hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaatse-
lijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.

Documenttranscriptie

Modelnr. NETL99809.1 Serienr. Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging. GEBRUIKSAANWIJZING Sticker met serienummer VRAGEN? Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht. Bezoek onze website: www.iconsupport.eu OPGELET Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging. www.iconeurope.com INHOUD DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina DE STICKERS MET WAARSCHUWING De stickers met waarschuwingen hier getoond zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de kaft van deze handleiding en vraag voor een vervangsticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats.<$> Let op: De stickers worden niet op ware grote weergegeven. NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc. 2 BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt. 1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. nooit op blote voeten, op sokken of op sandalen. Draag altijd trainingschoenen. Gebruik de loopband nooit met blote voeten, sokken of met sandalen.. 2. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich te ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen. 11. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 13). Geen elk ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden. Wanneer u de zekering moet vervangen. 12. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een randaarde 14-graads snoer van 1,5 m of korter. 3. Gebruik de loopband alleen zoals voorgeschreven. 4. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen, luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen. 13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes vandaan. 14. Loop nooit op de loopband wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het elektrische snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 25 als de loopband niet goed werkt.) 5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water. 15. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15). 6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd. 16. Start de loopband nooit wanneer u op de band staat. Houdt u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt. 7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan. 17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om schokkende versnellingen te voorkomen. 8. De loopband kan alleen door mensen die minder dan 136 kg wegen worden gebruikt. 9. Laat nooit meer dan een persoon op de loopband. 18. De polssensor is geen medisch apparaat. Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen de juistheid van de metingen aantasten. De polssensor dient slechts om een algemene hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen. 10. Draag geschikte kleding wanneer u de loopband gebruikt. Sportkleding voor mannen en vrouwen aanbevolen. Gebruik de loopband 3 19. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de reset/off Stroomonderbreker Reset-positie wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om de reset/off Stroomonderbreker.) 23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig. 24. 20. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN op pagina 23). U moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Eveneens de stekker uit het stopcontact trekken vóór het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het bijregelen zoals beschreven is in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander onderhoud dan datgene wat vermeld staat in deze handleiding moet door een technicus uitgevoerd worden. 25. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur. 21. Bij het vouwen of verschuiven van de loopband dient u erop te letten dat de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opslagstand houdt. 26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn voelt, stop dan meteen met het oefenen en begin met een afkoeling. 22. Steek geen enkel onderwerp in welke opening dan ook van de loopband. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES 4 VOORDAT U BEGINT Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire NordicTrack® T9si loopband. Deze T9si loopband biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden. omslag van deze handleiding als u nah et lezen van de handleiding nog vragen hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats waar u beide stickers kunt vinden, wordt op de omslag van de handleiding aangegeven. Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest. Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de Geluidstoestel Bedieningspaneel Accessoire Houder Ventilators Hartslagsensoren Handleuning Sleutel/Klip Staander Reset/Off Stroomonderbreker Loopband Voetkussentje Platform van het Kussen Achterroller Bijstelbouten 5 MONTAGE De montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft. Let op: De onderkant van de band van de loopband is bedekt met een smeermiddel voor een goede werking. Het kan zijn dat tijdens het verzenden wat van het smeermiddel aan de bovenkant van het loopplatform of karton terecht is gekomen. Dit is normaal en heeft geen enkel invloed op de functie van het apparaat. Als er zich smeermiddel op de bovenkant van de band bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel. Naast de meegeleverde inbussleutels zult u ook uw eigen kruiskopschroevendraaier verstelbare moersleutel , een rubber hamer , en schaar nodig hebben . , Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de onderdelen moet monteren. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LISJT MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als een onderdeel zich niet in het onderdelenzakje bevindt, kijk dan of het bevestigd is aan een van de onderdelen die gemonteerd moet worden. Om schade aan plastic onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Extra onderdelen kunnen meegeleverd worden. #8 x 1" Tekschroef (4)–4 #8 x 3/4" Dikke Schroef (1)–4 3/8" Moer (9)–3 Tussenstuk van de Basisvoet (11)–2 #8 x 1/2" Schroef (2)–12 1/4" x 1/2" Bout 3/8" x 3/4" (3)–2 Hechtbout (8)–2 3/8" Sterring (10)–10 3/8" x 2" Bout (5)–3 3/8" x 4" Bout (6)–4 3/8" x 1 1/4" Bout (7)–4 1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet aangesloten is. 1 Verwijder de 3/8" moer (9), de 3/8" x 2" Bout (5), en de verzendbeugel (C) van de Basis (95). Herhaal deze stap aan de andere kant van de loopband. Gooi de transportbeugels en de transportbouten weg. De 3/8" Moeren (9) en de 3/8" x 2" Bouten (5) worden gebruikt in stappen 3 en 6. 9 6 C 5 95 2. Leg, met hulp van een tweede persoon, de loopband voorzichtig op de linkerkant. Vouw het Onderstel (57) gedeeltelijk zodat de loopband stabieler is; vouw het Onderstel nog niet volledig in. 2 B 97 Verwijder de twee aangegeven bouten (A) en de vervoerbeugel (B) en gooi deze weg. Maak een Basisvoet (93) op de aangeven plaats op de Basis (95) vast met een #8 x 1" Tekschroef (4) en een Tussenstuk van de Basisvoet (11). Maak dan een ander Basisvoet (93) vast met alleen een #8 x 1" Tekschroef (4). 11 57 3. Maak een Wiel (96) vast met de 3/8" Moer (9) en de 3/8" x 2" Bout (5) vast die u in stap 1 verwijderde. Draai de Moer niet te vast; het Wiel moet vrij kunnen draaien. Gat 93 95 Snij de transportband die de Draad van de Staander (97) op de Basis (95) vasthoudt los. Zoek naar de transportband in het aangegeven gat in de Basis en trek aan deze om de Draad van de Staander uit het gat te trekken. A 93 4 4 3 95 5 9 4. Zoek naar de Rechter Staander (86) en Rechter Tussenstuk van de Rechter Staander (92), voorzien van een sticker “Right” (L of Left (links) geeft de linkerkant aan; R of Right (rechts) voor de rechterkant). Steek de Draad van de Staander (97) door de Rechter Staander zoals aangegeven. Plaats het Tussenstuk van de Rechter Staander op de Basis (95). 4 97 86 97 92 Draadband Laat de tweede persoon de Rechter Staander (86) bij de Basis (95) vasthouden. Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draadband in de Rechter Staander goed vast rond het eind van de Draad van de Staander (97). Trek dan aan het andere eind van de draadband totat de Draad van de Staander goed door de Rechter Staander ligt. 97 7 96 95 86 Draadband 5. Druk een Basiskapje (88) in de Basis (95). 5 Plaats een Tussenstuk van de Bout (25) in de onderkant van de Rechter Staander (86). Plaats een 3/8" x 4" Bout (6) met een 3/8" Sterring (10) in de Rechter Staander en het Tussenstuk van de Bout. Herhaal deze stap met een tweede Tussenstuk van de Bout (25), 3/8" x 4" Bout (6), en 3/8" Sterring (10). Plaats dan de Rechter Staander op het Tussenstuk van de Rechter Staander (92). 86 6 92 10 95 97 Draai de 3/8" x 4" Bouten al wat vast (6); draai de Bouten nog niet te vast. 6. Leg, met hulp van een tweede persoon, de loopband voorzichtig op de rechterkant. Vouw het Onderstel (57) gedeeltelijk zodat de loopband stabieler is; vouw het Onderstel nog niet volledig in. 6 A Verwijder de twee aangegeven bouten (A) en de vervoerbeugel (B) en gooi deze weg. Maak een Basisvoet (93) op de aangeven plaats op de Basis (95) vast met een #8 x 1" Tekschroef (4) en een Tussenstuk van het Basisvoet (11). Maak dan een ander Basisvoet (93) vast met alleen een #8 x 1" Tekschroef (4). 4 95 11 4 93 7. Druk een Basiskapje (88) in het Basis (95). Plaats het Tussenstuk van de Linker Staander (87) op de Basis (95). Laat de tweede persoon de Linker Staander (85) bij de Basis vasthouden. Plaats een Tussenstuk van de Bout (25) in de onderkant van de Linker Staander. Plaats een 3/8" x 4" Bout (6) met een 3/8" Sterring (10) in de Linker Staander en het Tussenstuk van de Bout. Herhaal deze stap met een tweede Tussenstuk van de Bout (25), 3/8" x 4" Bout (6), en 3/8" Sterring (10). Plaats dan de Linker Staander op het Tussenstuk van de Linker Staander. 7 6 88 25 Draai de 3/8" x 4" Bouten (6) met uw vingers vast; draai de Bouten niet te vast. Leg met de hulp van een tweede persoon de loopband neer zodat de Basis (95) plat op de vloer ligt. 10 8 88 25 B 93 Maak een Wiel (96) vast met de 3/8" Moer (9) en de 3/8" x 2" Bout (5) vast die u in stap 1 verwijderde. Draai de Moer niet te vast; het Wiel moet vrij kunnen draaien. 25 87 57 96 5 9 85 95 8. Plaats het bedieningspaneel met de bovenkant op een zachte opervlakte zodat het bedieningspaneel niet bekrast wordt. Zoek naar de Rechter Handleuning (105), voorzien van een sticker. Houd de Rechter Handleuning bij het bedieningspaneel. 8 Draad van het Bedieningspaneel Gaten 105 Bedieningspaneel Steek vervolgens de draad van het bedieningspaneel door de aangegeven gaten in de Rechter Handleuning (105) zoals aangegeven. 9. Maak de Linker Handleuning (101) en de Rechter Handleuning (105) vast aan het bedieningspaneel met vier #8 x 1/2" Schroeven (2), twee 3/8" x 3/4" Hechtbouten (8), en twee 3/8" Sterringen (10). Draai de Schroeven en Hecktbouten nog niet te vast. 9 8 105 101 10 8 10 2 2 Bedieningspaneel 10. Steek een Kapje van de Linker Handleuning (100) in het bedieningspaneel. Raadpleeg de inzet-tekening. Stel de rand van het Kapje van de Linker Handleuning tegen de rand van het bedieningspaneel. Draai dan de vier #8 x 1/2" Schroeven (2) goed vast in de Linker Handleuning (101). Let op: De Schroeven zijn al gemonteerd. 10 107 2 Herhaal deze stap voor het Kapje van de Rechter Handleuning (107). Draai de twee 1/4" x 1/2" Bouten (3) in de Handleuningen (101, 105) en bedieningspaneel vast. Raadpleeg stap 9. Draai de vier #8 x 1/2" Schroeven (2) en de twee 3/8" x 3/4" Bouten (8) goed vast. 9 Lips 100 2 2 2 3 105 3 101 Bedieningspaneel 11. Zoek naar de Linker Accessoirehouder (112) en de Rechter Accessoirehouder (116). Maak de Linker Accessoirehouder en de Rechter Accessoirehouder vast aan het bedieningspaneel met acht #8 x 1/2" Schroeven (2). 11 2 2 112 116 Bedieningspaneel 12. Laat een tweede persoon het bedieningspaneel bij de Staanders (85, 86) vasthouden. Sluit de Draad van de Staander (97) op het verlengstuk van de Draad van de Staander die uit het bedieningspaneel steekt. Raadpleeg de inzet-tekening. De connectors moeten gemakkelijk naast elkaar schuiven en op hun plaats klikken. Als dit niet gebeurt, draai dan een van de aansluitingen en probeer het opnieuw. ALS DE CONNECTORS NIET GOED ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM WORDT INGESCHAKELD. 12 Verwijder de draadband uit de Draad van de Staander (97). Steek de extra hoeveelheid draad in de Rechter Staander (86) wanneer u het bedieningspaneel op de Staander zet. Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. Bedieningspaneel 85 Draadband Draad 97 10 97 Draad 86 13. Maak het bedieningspaneel vast op de Staanders (85, 86) met vier 3/8" x 1 1/4" Bouten (7) en vier 3/8" Sterringen (10). Draai de vier Bouten eerst aan voordat u ze vastdraait. 13 Raadpleeg stap 5 en 7. Draai de vier 3/8" x 4" Bouten (6) goed vast. Bedieningspaneel 10 10 7 14. Maak het Kapje van de Rechter Onderste Handleuning (108) en het Kapje van de Linker Onderste Handleuning (104) vast aan het bedieningspaneel met vier #8 x 3/4" Schroeven (1). 85 7 10 10 7 7 86 14 104 1 Bedieningspaneel 108 1 11 15. Til het Onderstel (57) in de aangegeven stand. Zorg dat een tweede persoon het Onderstel vasthoudt tot deze stap is voltooid. 15 Richt de Opbergvergrendeling (54) zo dat de groote buis en de Vergrendelingsknop (55) zich in de afgebeelde posities bevinden. 57 9 Maak de onderkant van de Opbergvergrendeling (54) vast aan de Basis (95) met twee 3/8" x 2" Bout (5) en twee 3/8" Moer (9). 5 55 Maak de bovenkant van de Opbergvergrendeling (54) vast aan de beugel van het Onderstel (57) met een 3/8" x 2" Bout (5) en een 3/8" Moer (9). Let op: Het kan nodig zijn om het Onderstel heen en weer te schuiven om de Opbergvergrendeling in lijn te brengen met de beugel. 54 Grote Beugel 36 95 9 Breng het Onderstel (57) naar beneden (zie DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 24). 5 16. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen doorzichtig plastic op de loopbandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of vloerbedekking te beschermen. Let op: Extra onderdelen kunnen meegeleverd worden. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie paginaŹ¼s 26 en 27). 12 GEBRUIK EN BIJSTELLEN DE AL INGESMEERDE LOOPBAND Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult u de loopband beschadigen. HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer. Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen. GEVAAR: 1 2 Stopcontact van de Loopband Stopcontact Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past. 13 DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL Audio Jack DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het bedieningspaneel. FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel van de loopband biedt een indrukwekkende keuze aan functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en prettiger te maken. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel doorlopende feedback over uw oefening geven. U kunt uw hartslag zelfs meten met gebruik van de handgreep polssensor of de optionele borstkas-polssensor (zie pagina 22 voor informatie over de optionele borstkas polssensor). Het bedieningspaneel biedt tevens zestien voorafïngestelde oefeningen. Elke oefening beheert automatisch de snelheid en de helling van de loopband als het u door een effectieve oefeningsessie begeleidt. U kunt zelfs uw eigen aangepaste oefeningen creëren en deze opslaan voor toekomstig gebruik. Het bedieningspaneel biedt ook nog twee oefeningen voor de hartslag aan die de snelheid en de hellingstand van de loopband regelen om uw hartslag bij uw na te streven hartslag te houden. Het bedieningspaneel biedt ook het nieuwe iFit interactieve workout-systeem. Het iFit interactieve trainingssysteem kan worden gecombineerd met iFitkaarten met trainingsprogramma's die zijn ontwikkeld om u te helpen specifieke fitnessdoelen te bereiken. Bijvoorbeeld, verlies ongewenste kilos met het 8-weken Weight Loss programma. iFit regelt automatisch de loopband terwijl de stem van een persoonlijke trainer u door iedere stap van uw oefening leidt. IFit kaarten zijn apart beschikbaar. Om iFit kaarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding. IFit kaarten zijn ook in geselecteerde winkels verkrijgbaar. U kunt ook naar uw favoriete oefen-muziek of audioboeken luisteren op het extra stereo geluidssysteem van het bedieningspaneel. Raadpleeg pagina 15 om de stroom in te schakelen. Zie pagina 15 om de handmatige instelling te gebruiken. Zie pagina 17 om een voorafïngesteld prozgramma te gebruiken. Zie pagina 18 om een programma voor de hartslag te gebruiken. Zie paginaŹ¼s 19 en 20 om uw eigen aangepaste programma in te stellen en te gebruiken. Zie pagina 21 om een iFit oefening te doen. Zie pagina 21 om het stereo geluidssysteem te gebruiken. Zie pagina 22 om de informatie instelling te gebruiken. 14 HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen. Steek het snoer in (zie pagina 13). Zoek vervolgens naar de Reset [RESET/OFF] stroomonderbreker op het onderstel van de loopband bij het snoer. Zorg ervoor dat de stroomonderbreker in de “reset” stand staat. BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een demoinstelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. De demoinstelling is gekozen wanneer de displays gaan branden zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt en de stroomonderbreker zich in de reset positie vindt. Om de demoinstelling uit te schakelen, houd de Stoptoets [STOP] enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE INSTELLING op pagina 22 om de demoinstelling uit te schakkelen wanneer de displays blijven branden. Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan. Zoek de klip die is bevestigd aan de sleutel (zie de Sleutel tekening aan de Klip rechterkant) en schuif de klip op de tailleband van uw kleding. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u de sleutel uit het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij. BELANGRIJK: Als er een doorzichtig stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de band wanneer de loopband voor het eerst wordt gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 27). Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te ontdekken welke meeteenheid is geselecteerd, of om de meeteenheid te wijzigen zie de INFORMATIE INSTELLING op pagina 22. Voor de eenvoud zijn alle instructies in dit gedeelte in kilometers aangegeven. DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan de linkerkant. 2. Kies de handmatige instelling. Elke keer als u de sleutel invoert, wordt de handmatige instelling geselecteerd. Als u een oefening hebt gekozen, druk dan meerdere keren op een van de programmatoetsen totdat een piste op de display verschijnt. 3. Start de loopband en stel de snelheid bij. Om de loopband te starten drukt u op de Starttoets [START], de snelheidstoename [SPEED] toets, of op een van de directe snelheidtoetsen met nummers 2-20. Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 km/u [KM/H]. Als u een oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband naar wens aanpassen door de snelheidstoename en afname toetsen in te drukken. Steeds als u een toets indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u. Na het drukken op de toetsen kan het even duren voordat de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling bereikt. Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets [STOP]. Om de loopband opnieuw te starten, drukt u op de Start toets of op de Snelheidstoename toets. 4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst. Om de helling van de loopband aan te passen, drukt u op helling [INCLINE] verhogen of verlagen toetsen of op een van de Hellingtoetsen genummerd van 0 tot 10. Elke keer als u op de helling verhogen of verlagen toets drukt, verandert de helling met 0,5%. Als u op een van de genummerde hellingstoetsen drukt zal de helling geleidelijk veranderen tot het de gekozen hellinginstelling bereikt. Let op: Het kan even duren nadat u op de toetsen drukt voordat de loopband de gekozen hellinginstelling bereikt. 15 5. Volg uw voortgang op het display. Voordat u de handgrepen met polssensoren gebruikt, verwijder het plastic laagje van de metalen contactpunten. Zorg er bovendien ook voor dat uw handen schoon zijn. De matrix—Indien u de handmatige instelling kiest, toont de matrix een piste dat 400 meter vertegenwoordigt. Als u oefent, zullen de indicators rond de piste achter elkaar oplichten tot de gehele piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indicators worden opnieuw achter elkaar getoond. De linker display—De linker display zal gedurende enkele seconden zowel de verlopen tijd [TIME], als de hellingstand [INCLINE] van de loopband, en het bij benadering aantal verbruikte [CALS.] calorieen aangeven. Druk op de toets van de linker Display totdat de meest gewenste informatie wordt aangegeven. Let op: Indien u een oefening kiest, zal het display de resterende tijd in de oefening weergeven in plaats van de verlopen tijd. Contactpunten Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleuning staan en houdt u de contactpunten op de handleuning vast –beweeg uw handen niet. Houd de contactpunten ongeveer tien seconden lang vast. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hartslag worden getoond. Voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedurende 15 seconden vast te houden. 7. Zet de ventilator indien gewenst aan. De ventilator toont de hoge en lage snelheidsinstellingen. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets [FANS] om een ventilatorsnelheid te kiezen of zet de ventilator uit. Let op: Als de ventilator aan staat als de loopband is gestopt, dan zal de ventilator automatisch na een paar minuten uitgaan. De rechter display—De rechter display zal gedurende enkele seconden zowel de gelopen afstand [DIST.] als de snelheid [SPEED] van de band aangeven. Druk op de toets van de rechter DISPLAY totdat de meest gewenste informatie aangegeven wordt. De display zal ook uw hartslag weergeven wanneer u de handgreep met polssensor of de optionele borstkas-polssensor gebruikt (zie stap 6). 8. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets [STOP] en stel de hellingstand van de loopband in de laagste positie. De helling moet op de laagste instelling staan wanneer u de loopband opvouwt, anders kunt u de loopband beschadigen. Trek vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Om het bedieningspaneel opnieuw in te stellen, drukt u op de stoptoets, neem de sleutel uit het bedieningspaneel en stop de sleutel weer terug. Wanneer u klaar bent met het oefenen op de loopband, plaats de reset/off stroomonderbreker in de “off” stand en trek het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit niet doet kunnen de elektrische onderdelen van de loopband sneller verslijten. 6. Meet uw hartslag als u dat wilt. Let op: Indien u de Handgreep met polssensor en de Borstkas-polssensor tegelijkertijd gebruikt, zal het console uw hartslag niet nauwkeurig weergeven. Zie pagina 22 voor informatie over de borstkas-polssensor. 16 EEN VOORAFÏNGESTELDOEFENPROGRAMMA TE GEBRUIKEN stelling voor het volgende segment geprogrammeerd is dan zal de nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling een paar seconden lang op de display verschijnen. Alle segmenten zullen dan één kolom naar links worden verschoven. De loopband zal dan automatisch de nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling instellen. 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15. 2. Keis een voorafïngesteldeoefening. De oefening gaat zo verder tot het laatste segment van de oefening is uitgevoerd. De loopband zal dan tot stilstand komen. Druk, om een voorafïngesteld programma te kiezen, meerdere keren op de Afslanken [WEIGHT LOSS], AEROBIC, of PERFORMANCE toets. Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te drukken op de Snelheids- en Hellingtoetsen [INCLINE], als het volgende segment van de oefening begint, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstelling voor het volgende segment. De display zal, wanneer een voorafïngesteldprogramma gekozen wordt, de maximale snelheid en de duur van de oefening aangeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen in de matrix. 3. Start de loopband. Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen drukt dan op de Stoptoets [STOP]. Om de oefening weer te starten, drukt dan op de Starttoets of op de Snelheidstoename toets. De loopband begint bij ongeveer 2 KM/Uur te draaien. Als het volgende segment van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstelling voor dat volgende segment. Druk op de Starttoets [START] of de Snelheidstoename [SPEED] toets om met de oefening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheids- en hellinginstelling van de oefening. Houd de handleuningen vast en begin met lopen. Elke oefening. Er is één hellinginstelling en één tempoinstelling geprogrammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan voor meerdere opeenvolgende segmenten geprogrammeerd worden. 4. Volg uw voortgang op het display. Zie stap 5 op pagina 16. 5. Meet uw hartslag als u dat wilt. Tijdens het oefenprogramma, wordt uw Oefening Segment profiel weergegeven zodat u uw vorderingen kunt volgen. De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. De hoogte van het flikkerende segment geeft de weerstandsinstellingen voor het huidige segment weer. Aan het einde van elk segment, is een serie geluiden te horen en begint het volgende segment van het profiel te knipperen. Als er een nieuwe snelheids- en/of hellingin- Zie stap 6 op pagina 16. 6. Zet de ventilator indien gewenst aan. Zie stap 7 op pagina 16. 7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. Zie stap 8 op pagina 16. 17 HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE GEBRUIKEN ProgrammaŹ¼s voor de hartslag worden verdeeld in segmenten van 1-minuut. Er wordt een na te streven hartslag geprogrammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde na te streven hartslaginstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen. OPGELET: Indien u hartproblemen heeft, ouder bent dan 60 jaar of inactief bent geweest, gebruik dan geen oefeningen die door hartslag worden gedreven. Als u regelmatig medicijnen slikt dient u uw huisarts te raadplegen om te weten te komen of de medicatie invloed zal hebben op de hartslagwaarde van de oefening. Tijdens elk segment van de oefening zal het bedieningspaneel regelmatig uw hartslag met de na te streven hartslaginstelling van het huidig segment vergelijken. Als uw hartslag te ver onder of boven de na te streven hartslag ligt, dan zal de weerstand van de loopband automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag dichter bij uw na te streven hartslag te brengen. Let op: De snelheid en de helling van de loopband zullen, wanneer het programma uw pols niet kan vinden, niet automatisch worden bijgesteld. 1. Draag de optionele borstkas-polssensor. U moet om een programma voor de hartslag te gebruiken de optionele borstkas-polssensor dragen of de handgreep met polsensor gebruiken. Draag de optionele borstkas-polssensor voor de beste meting (zie pagina 22 voor informatie over de optionele borstkas-polssensor). Als het eerste gedeelte van de oefening is beëindigd, zal een reeks geluiden te horen zijn en zullen alle na te streven hartslaginstellingen een kolom naar links worden verschoven. Wanneer een nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling geprogrammeerd is voor het volgende segment, dan zal de nieuwe snelheidsen hellinginstelling van de loopband in de display verschijnen. De oefening gaat zo verder tot het laatste segment van de oefening is uitgevoerd. De loopband zal dan tot stilstand komen. 2. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT ANN TE ZETTEN op pagina 15. Indien de snelheids- of hellinginstelling ergens tijdens de oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te drukken op de Snelheids- en Hellingtoetsen [INCLINE]. Echter, wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met uw na te streven hartslaginstelling van het huidig segment vergelijkt, dan kan de snelheid en/of de helling van de loopband veranderd worden om uw hartslag dichter bij uw na te streven hartslaginstelling te brengen. 3. Kies een van de twee programmaŹ¼s voor de hartslag. Druk meerdere keren op de Hartslagtoets [HEARTRATE] om een programma voor de hartslag te kiezen. Wanneer een programma voor de hartslag gekozen wordt zal de duur van het programma en de maximale na te streven hartslaginstelling op de displays verschijnen. Bovendien zal er een profiel van de harslaginstellingen van de oefening verschijnen in de matrix. Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Druk op de Starttoets om de workout te hervaten. De loopband begint te draaien met 2 km/u; maar als het bedieningspaneel uw hartslag vergelijkt met de na te streven hartslaginstelling van het huidige segment, dan kan de snelheid en/of helling van de loopband wijzigen om uw hartslag dichter in de buurt van de na te streven hartslaginstelling te brengen. 4. Toets een na te streven hartslaginstelling in. De maximale na te streven hartslaginstelling van de oefening zal op de rechter display verschijnen. Druk, als u dat wilt, op de VOL./HR toename of afname toets om de maximale na te streven hartslaginstelling te veranderen (zie OEFENINGSINTENSITEIT op pagina 28). Let op: Als u de maximale na te streven hartslaginstelling bijstelt, dan wordt het intensiteitsniveau van het hele programma gewijzigd. 5. Start de loopband. Druk op de Starttoets [START] of de Snelheidstoename [SPEED] toets om met de oefening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheids- en hellingsinstelling van de oefening. Houd u zich de handleuningen vast en begin met lopen. 6. Volg uw voortgang op het display. Zie stap 5 op pagina 16. 7. Zet de ventilator indien gewenst aan. Zie stap 7 op pagina 16. 8. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. 18 Zie stap 8 op pagina 16. HOE EEN AANGEPASTE OEFENING IN TE STELLEN hellinginstellingen voor het eerste segment te programmeren, dient u eenvoudigweg de helling en de snelheid van de loopband naar wens in te stellen door te drukken op de snelheids- en hellingtoetsen [INCLINE]. 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15. Als het eerste gedeelte van de oefening is beëindigd, zal een reeks geluiden te horen zijn en de huidige snelheids- en hellinginstellingen worden opgeslagen in het geheugen. Programmeer een snelheids- en hellinginstelling voor het tweede segment op dezelfde manier. \ 2. Kies een aangepaste oefening. Kies een aangepaste oefening door meerdere keren op de CUSTOM WORKOUT toetsen te drukken. De displays zullen, wanneer een aangepaste oefening gekozen wordt, de maximale snelheidsinstelling en de duur van het programma aangeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen in de matrix. Opmerking: Als de display gedurende 3 minuten geen oefening weergeeft, raadpleeg dan HOE EEN AANGEPASTE OEFENING TE GEBRUIKEN op pagina 20. 3. Start de loopband en programmeer de gewenste snelheids- en hellinginstellingen. Druk op de Starttoets [START] of de Snelheidstoename [SPEED] toets om met de oefening te beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loopband te draaien. Houd u zich aan de handleuningen vast en begin met wandelen. Elke aangepaste oefening is verdeeld in verschillende 1-minuut segmenten. Er kan één hellinginstelling en één snelheidsinstelling worden geprogrammeerd voor elk segment. Om snelheids- en Blijf de snelheids- en hellinginstellingen programmeren voor zoveel segmenten als u wilt; aangepaste oefeningen kunnen tot 40 segmenten hebben. Als u klaar bent met de oefening drukt u twee keer op de Stoptoets [STOP]. De snelheidsen hellinginstellingen die u geprogrammeerd heeft en de duur van de oefening zullen dan in het geheugen worden opgeslagen. 4. Volg uw voortgang op het display. Zie stap 5 op pagina 16. 5. Meet uw hartslag als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16. 6. Zet de ventilator indien gewenst aan. Zie stap 7 op pagina 16. 7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. Zie stap 8 op pagina 16. 19 HOE EEN AANGEPASTE OEFENING TE GEBRUIKEN Indien gewenst kunt u de oefening opnieuw instellen terwijl u deze gebruikt. Om de snelheidsinstelling of de hellinginstelling voor het huidige segment te wijzigen dient u eenvoudigweg op de Snelheids- of Hellingtoetsen [INCLINE] te drukken. Als het huidige segment eindigt, zal de nieuwe instelling worden opgeslagen in het geheugen. Om de duur van de oefening te verlengen wacht u tot de oefening is afgelopen. Druk dan op de Starttoets en programmeer de snelheids- en hellinginstelling voor zoveel aanvullende segmenten als gewenst. Als u zoveel segmenten als gewenst heeft toegevoegd, drukt dan twee keer op de stoptoets [STOP]. Om de lengte van de oefening te verkorte drukt dan twee keer op de stoptoets op elk moment voordat de oefening is voltooid. 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15. 2. Kies een aangepaste oefening. Druk meerdere keren op een van de CUSTOM WORKOUT toetsen om een aangepaste oefening te kiezen. De display zal, wanneer een aangepaste oefening gekozen wordt, de maximale snelheidsinstelling en de duur van het programma aangeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen in de matrix. Om de oefening tijdelijk te stoppen, drukt u op de Stoptoets. Druk op de Starttoets om de workout te hervaten. De loopband zal met een snelheid van 2 km/u [KM/H] beginnen te draaien. De loopband zal bij het begin van het volgende segment de snelheids- en hellinginstellingen automatisch ingesteld worden. Let op: Als de display gedurende 3 minuten geen oefening weergeeft, raadpleeg dan HOE EEN AANGEPASTE OEFENING IN TE STELLEN op pagina 19. 3. Start de loopband. 4. Volg uw voortgang op het display. Druk op de Starttoets [START] of de Snelheidstoename [SPEED] toets om met de oefening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheids- en hellinginstelling die u eerder heeft geprogrammeerd. Houd u zich de handleuningen vast en begin met lopen. Zie stap 5 op pagina 16. 5. Meet uw hartslag als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16. 6. Zet de ventilator indien gewenst aan. Elke aangepaste oefening is verdeeld in verschillende 1-minuut segmenten. Er is één hellinginstelling en één tempoinstelling geprogrammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde snelheids- en hellinginstelling kan voor meer opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd. Zie stap 7 op pagina 16. 7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. De aangepaste oefening werkt op dezelfde manier als een voorafïngesteldeoefening (zie stap 3 op pagina 17). Zie stap 8 op pagina 16. 20 HOE EEN IFIT OEFENING TE GEBRUIKEN Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te drukken op de Snelheids- en Hellingtoetsen [INCLINE], als het volgende segment van de oefening begint, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstellingen voor het volgende segment. iFit kaarten zijn apart beschikbaar. Om Fit kaarten te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding. IFit kaarten zijn ook in geselecteerde winkels verkrijgbaar. 1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15. Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Om de oefening weer te starten, drukt u op de Starttoets of op de Snelheidstoename toets. De loopband begint bij ongeveer 2 km/uur [KM/H] te draaien, Als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstelling voor dat volgende onderdeel. 2. Steek in een iFit kaart en kies een oefening. Steek een iFit kaart in de gleuf; zorg ervoor dat de iFit kaart zodanig geplaatst is dat de metalen contactpunten naar beneden wijzen en in de gleuf worden gestoken. Wanneer de iFit kaart goed is ingestoken zal de iFitlogo gaan branden. IFit kaart 4. Volg uw voortgang op het display. Zie stap 5 op pagina 16. 5. Zet de ventilator indien gewenst aan. iFitgleuf Zie stap 7 op pagina 16. 6. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. Zie stap 8 op pagina 16. LET OP: Haal de iFit kaarten altijd uit de gleuf als u deze niet gebruikt. Vervolgens selecteert u een iFit oefening door te drukken op de iFit toename en afname toetsen naast de gleuf. De displays zullen, wanneer een iFit oefening gekozen wordt, de maximale snelheidsinstelling en de duur van het programma aangeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnen in de matrix. HOE HET STEREOGELUIDSYSTEEM TE BEGRUIKEN Zoek naar de audio/geluidssnoer en steek deze in de aansluiting aan de rechterkant van het bedieningspaneel om het geluidstoestel te gebruiken. Steek dan het 18" audiosnoer in een aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zorg ervoor dat het audiosnoer goed is ingestoken. Elke iFit oefening is verdeeld in diverse 1-minuut segmenten. Er is één hellinginstelling en één tempoinstelling geprogrammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde snelheids- en hellinginstelling kan voor meer opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd. Druk dan op de afspelen toets op uw MP3-speler, CDspeler of andere persoonlijke audiospeler. Pas het volume aan op uw persoonlijke audiospeler of druk op de Volume toetsen op het bedieningspaneel. 3. Start de loopband. Druk om de oefening te beginnen op de Starttoets [START] of op een van de Snelheidstoename [SPEED] toetsen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheids- en hellinginstelling van de oefening. Houd u zich aan de handleuningen vast en begin met lopen. Tijdens de oefening zal een personal trainer u door de oefening begeleiden. Druk vervolgens op de aspelen van uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zet het geluid van uw persoonlijke audiospeler zachter of harder of druk op de VOL./HR toename of afname toetsen van het bedieningspaneel. 21 Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een ander vlak oppervlak en niet op het bedieningspaneel. DE INFORMATIE INSTELLING Het bedieningspaneel heeft een informatie instelling die de totale afstand die de loopband heeft afgelegd en het totaal aantal uren dat de loopband is gebruikt bijhoudt. Met de informatie instelling kunt u de afstand meten in te kiezen kilometers of mijlen en kunt u de display in of uit demoinstelling zetten. Om de informatie instelling te kiezen, houdt u de Stoptoets ingedrukt terwijl u de sleutel weer in in het bedieningspaneel steekt en daarna de Stoptoets [STOP] weer loslaat. Als de informatie instelling is gekozen, zal de volgende informatie worden weergegeven: De Tijddisplay toont het aantal uren dat de loopband is gebruikt. HOE HET KUSSENSYSTEEM AAN TE PASSEN De loopband heeft een kussensysteem dat de schokeffect tijdens het lopen of rennen op de loopband vermindert. Om de stevigheid van het loopplatform te verhogen, dient u van de loopband af te stappen en de platformkussens naar de voorkant van de loopband te schuiven. Om de stevigheid van het loopplatform te verlagen, dient u van de loopband af te stappen en de platformkussens naar de achterkant van de loopband te schuiven. Opemerking: Zorg dat beide kussens op hetzelfde stevigheidsniveau zijn ingesteld. Hoe sneller u op de loopband rent, hoe meer gewicht en hoe steviger het wandelplatform zou moeten zijn. Platform Kussen De Afstanddisplay toon het totaal aantal kilometers of mijlen waarop de loopband heeft gedraaid. Verlagen DE OPTIONELE BORSTKAS-POLSSENSOR De optionele borstkas-polssensor levert een handenvrije werking en controleert de hartslag tijdens het oefenen. Voor aankoop van de optionele borstkaspolssensor bel dan het telefoonnummer op de omslag van deze handleiding. Een “E” voor Engelse mijlen of een “M” voor kilometers verschijnt op de rechter display. Druk op de Snelheidstoename toets om naar wens de meeteenheid te wijzigen. Om de informatie instelling te verlaten, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken. Platform Kussen Loopoppervlak Druk opnieuw op de Stoptoets [STOP] om de volgende informatie te zien: Het bedieningspaneel toont een demoinstelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt getoond in een winkel. Als de demoinstelling aan staat, zal het bedieningspaneel normaal functioneren als u de stekker insteekt, de reset/stroomonderbreker in de resetstand schakelt en de sleutel in het bedieningspaneel steekt. Als u de sleutel eruit trekt, dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Het word “On” zal wanneer de demoinstelling aan is op de display verschijnen wanneer de informatie instelling gekozen is. Om de display demoinstelling aan of uit te zetten, kunt u op de Snelheid [SPEED] adname toets drukken. Verhogen 22 HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN HOE DE LOOPBAND OP TE KLAPPEN VOOR OPSLAG Voordat u de loopband opvouwt, dient u de helling in te stellen op de laagste stand. Als u dit niet doet kunt u de loopband beschadigen als u deze uitklapt. Verwijder de sleutel en trek het snoer uit het stopcontact. LET OP: U moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, neerlaten of om de loopband te verplaatsen. 1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl rechts wordt aangegeven. LET OP: Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic voetsteunen. Zorg dat u uw benen buigt en uw rug rechthoud als u het onderstel omhoog optilt. Til het onderstel half omhoog naar de verticale stand. Onderstel 2. Til het onderstel op tot de vergrendelingsknop in de opslagpositie vergrendelt. Zorg dat de vergrendelingsknop in de opslagpositie is vergrendeld. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of vloerbedekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C. Onderstel Vergrendelingsknop HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband in de opslagpositie te zetten, zoals hierboven beschreven. Zorg dat de vergrendelingsknop in de opslagpositie is vergrendeld. 1. Houd een handleuning en het onderstel vast en plaats een voet tegen een van de wieltjes. 2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats. Verplaats de loopband nooit door deze naar achteren te hellen. Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband niet over een ongelijk oppervlak. Trek niet aan het onderstel. Handleuning Onderstel Wieltjes 3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loopband tot deze weer rechtop staat. 23 HOE DE LOOPBAND OMLAAG TE BRENGEN VOOR GEBRUIK 1. Houd het bovenste uiteinde van de loopband vast met uw rechterhand. Trek de Vergrendelingsknop naar links en houd deze vast. Het kan nodig zijn om het onderstel naar voren te duwen als u de knop naar links trekt. Draai het onderstel naar onderen en laat de Vergrendelknop los. Onderstel Vergrendelingsknop 2. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen vast en breng het naar beneden op de vloer. OPGELET: Houd niet alleen de plastic grijprails vast en laat het onderstel niet op de grond vallen. Buig uw knieën en houd uw rug recht. Onderstel 24 PROBLEMEN OPLOSSEN De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. PROBLEEM: OPLOSSING: Het apparaat gaat niet aan a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken. (Zie pagina 13). Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een randaarde 14-graads snoer van 1,5 m of korter. b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedieningspaneel zit. PROBLEEM: OPLOSSING: c. Controleer de reset/uit stroomonderbreker die zich op het onderstel van de loopband bevindt naast het snoer. Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de stroomonderbreker afgegaan. Om de stroomonderbreker opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in. c Doorgeslagen Resetten De stroom gaat uit tijdens gebruik a. Controleer de reset/stroomonderbreker (zie de tekening hierboven). Als de stroomonderbreker is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in. b. Zorg ervoor dat het snoer in het stopcontact steekt. Als het snoer in het stopcontact steekt, haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de snoer opnieuw in het contact. c. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw in het bedieningspaneel. d. Raadpleeg, als de loopband nog steeds niet wil draaien, de omslag van deze handleiding. PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspaneel haalt PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren SOLUTION: OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demoinstelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt getoond in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demoinstelling ingeschakeld. Om de demoinstelling uit te schakelen, houd de Stoptoets enkele seconden ingedrukt. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u de INFORMATIE INSTELLING op pagina 22 om de demoinstelling uit te zetten. a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en HET SNOER UIT HET STOPCONTACT. Houd de Staanders (85, 86) met de hulp van een tweede persoon voorzichtig scheef. Het kan zijn dan er zich twee #12 x 2" Schroeven (14) bevinden in de onderkant van de Onderkap (79). Als dat zo is dient u deze te verwijderen. Let op: U heeft een kruiskopschroevendraaier met een as van minstens 13 cm lang nodig. Zet de Staanders rechtop. a 85 86 14 25 79 14 Verwijder de drie #8 x 3/4" Motorkap Schroeven (1) en pak de Motorkap (63) voorzichtig weg. PROBLEEM: OPLOSSING: PROBLEEM: OPLOSSING: 63 Zoek de Snelheidssensor (77) en de Magneet (51) aan de linkerkant van de Katrol (52). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Sensorschroef. Zorg dat het gat tussen de 3 mm Magneet en de Sensorschroef ongeveer 1/8 15 in. (3 mm) is. Mocht het nodig zijn, maak de #8 x 3/4" Klemschroef (15) los, verplaats de 77 Sensor lichtjes en draai de Schroef dan weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) weer Zicht van vast. Mocht het nodig zijn, laat de Staanders boven (niet getoond) neer, maak de #12 x 2" Schroeven (niet getoond) weer vast, en zet Staanders weer rechtop. Laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen. 1 51 52 De helling van de loopband wijzigt niet goed a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer in. De loopband stijgt automatisch naar de maximale hellingsstand en keert dan terug naar het minimumstand. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd. De loopband vertraagt als u erop loopt a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een randaarde 14-graads snoer van 1,5 m of korter. b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de werking van de loopband verslechteren en kan de loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit. b 5–7 cm Achter Bouten van de Roller c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. 26 PROBLEEM: OPLOSSING: De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen a. Als de loopband zich niet in het midden a begeeft dient u de sleutel te verwijderen en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. Als de loopband naar links is verschoven, draai met de meegeleverde sleutel de linker bout van de achterroller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loopband naar rechts is verschoven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Plaats dan het snoer in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit. b. Als de loopband slipt als erop wordt b gelopen, dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit. 27 RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN WAARSCHUWING: Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te verbranden moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingzone. Voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen. De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen. Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingzone. Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten. RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING INTENSITEIT VAN OEFENINGEN Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training. Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening. Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd niet uw adem in. Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen. FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst, tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in hebben, de sleutel tot uw succes is. Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening. 28 LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NETL99809.1 R1109A De GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding bekijken om de onderdelen die hieronder opgesomd staan, te kunnen vinden. Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 Aant. 10 46 2 4 4 4 4 2 6 10 2 5 4 2 1 2 2 2 1 2 1 1 2 16 4 10 4 10 2 2 4 2 2 2 2 1 3 2 6 1 1 1 1 2 1 1 2 2 2 2 1 Beschrijving #8 x 3/4" Motorkap Schroeven #8 x 1/2" Schroef 1/4" x 1/2" Bout #8 x 1" Tekschroef 3/8" x 2" Bout 3/8" x 4" Bout 3/8" x 1 1/4" Bout 3/8" x 3/4" Hechtbout 3/8" Moer 3/8" Sterring Tussenstuk van de Basisvoet #8 x 3/4" Schroef van de Onderpan #8 x 1 1/4" Schroef #12 x 2" Schroef #8 x 3/4" Klemschroef 1/4" x 1 1/4" Bout 5/16" x 4 1/4" Bout 3/8" x 1" Hechtbout 1/4" x 1" Bout Bout van de Achterroller 3/8" x 1 1/2" Bout 3/8" x 1 3/4" Bout 3/8" x 1" Bout #8 x 1/2" Schroef met Platte Kop Tussenstuk van de Bout #12 x 1" Schroef Schroef van Loopband Geleider #8 x 3/4" Schroef Motorbout 1/4" Platte Tussenring Tussenring van de Achterste Voet 1/4" Tussenring #8 Sterring Kussenstop 5/16" Kraagmoer Vergrendelingsbeugel Klip van de Kap 3/8" Slotmoer #3 x 1/4" Schroef Inbussleutel 5/32" Inbussleutel Linker Voetkussentje Waarschuwingssticker Platformkussen Loopoppervlak Loopband Kussengeleider Loopband Geleider Isolator Tussenstuk van het Onderstel Magneet Nr. Aant. 63 64 65 1 1 2 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 29 93 94 95 96 97 98 99 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 9 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 4 2 1 2 1 1 1 Beschrijving Aandrijfrol/Katrol Kapje van de Vergrendelkap Opbergvergrendeling Vergrendelingsknop Rechter Kap van het Voetkussentje Onderstel Houder voor de Achterroller Ruststandrol Linker Achterste Voet Rechter Achterste Voet Onderstel /Geaarde Draad van Roller Motorkap Liftonderstel Grondbedrading 15 1/2" Draadband van de Bedrading 8" Draadband Controller Beugel voor Elektronica Kleine Rechter Polssensor Filter Draadband voor de Bedrading Motorbus Liftonderstel Motoraandrijfriem Motorisolatie Aandrijfmotor Snelheidssensor Klem van de Sensorschroef Onderkap Controller Aardingsdraad Ontvanger Reset/off Stroomonderbreker Elektriciteitssnoer Adapter Elektrischsnoer Linker Staander Rechter Staander Tussenstuk van de Linker Staander Basiskapje Hellingmotor Tussenstuk van de Hellingmotor Motorbedrading van de Helling Tussenstuk van de Rechter Staander Basisvoet Waarschuwingssticker Basis Wiel Draad van de Staander Audio Snoer Inzetstuk van de Linker Handleuning Nr. Aant. 103 104 1 1 100 101 102 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Beschrijving Kapje van de Linker Handleuning Linker Handleuning Dwarsstang van het Bedieningspaneel Polsstang Kapje van de Linker Onderste Handleuning Rechter Handleuning Rechter Handleuning Insertinzetstuk Kapje van de Rechter Handleuning Kapje van de Rechter Onderste Handleuning Linker Consoleventilator Rechter Consoleventilator Consoleventilator Linker Accessoirehouder Basis van het Bedieningspaneel Boksen “Ferrite” Sleutel/Klip Rechter Accessoirehouder Nr. Aant. 123 124 125 * * * * * * * * * 1 2 1 – – – – – – – – – 117 118 119 120 121 122 4 1 1 1 1 1 Beschrijving Opbinddraad voor de Bedrading Kleine Kap Zeer Belangrijke Plaat Kleine Linker Polssensor Grote Linker Polssensor Achterkant van het Bedieningspaneel Toegangsdeur Aardingsdraad Bedieningspaneel Grote Rechter Polssensor 10" Blauwe Draad, M/F 8" Blauwe Draad, 2F 4" Blauwe Draad, 2F 4" Zwarte Draad, M/F 8" Groene/Gele Draad, F/R 4" Groene/Gele Draad, mit Sticker 8" Witte Draad, 2F 4" Rode Draad, M/F Gebruiksaanwijzing Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond. 30 31 20 32 26 30 58 24 17 40 13 31 60 35 59 43 26 41 28 20 28 42 be rga ll 61 30 K Nie 32 26 24 45 17 44 28 31 13 62 58 35 28 27 48 47 34 24 2 49 46 26 9 47 28 26 28 28 16 5 50 52 44 55 28 51 26 28 54 56 34 27 26 28 57 16 48 49 9 2 50 19 26 53 5 GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. NETL99809.1 R1109A GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. NETL99809.1 37 1 37 1 1 37 63 64 24 24 33 67 65 68 66 72 73 70 29 71 24 75 76 77 15 12 24 12 78 12 14 12 79 14 32 24 33 24 18 74 R1109A 81 18 84 80 82 83 GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. NETL99809.1 10 97 10 10 7 7 7 86 10 7 R1109A 85 22 6 10 96 88 25 25 87 94 9 9 21 23 90 11 93 4 97 36 23 9 96 5 33 11 93 4 91 9 88 94 93 5 25 38 4 9 38 89 93 95 5 10 4 92 6 GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. NETL99809.1 101 99 100 2 2 2 104 2 2 2 10 3 R1109A 8 2 102 103 2 2 2 1 105 2 2 106 107 2 2 108 34 2 1 3 10 8 GEDETAILLEERDE TEKENING E—Modelnr. NETL99809.1 24 114 24 109 111 98 2 112 24 2 113 2 2 39 39 2 122 2 2 2 2 2 115 2 118 120 24 110 2 2 121 R1109A 2 2 119 39 2 24 125 124 2 69 117 2 123 35 116 1 117 2 1 2 HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt: • het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding) • de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding) • het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding) RECYCLING INFORMATIE Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycled aan het einde van de levenscyclus. Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese normen voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht. Onderdeel Nr. 293475 R1109A Gedrukt in China © 2009 ICON IP, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

NordicTrack NETL99809.1 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor