Weider WETL59710 Handleiding

Type
Handleiding
Modelnr. WETL59710.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voorzorgs-
maatregelen in deze handleiding.
Bewaar deze handleiding voor
verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hie-
ronder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft
of wanneer er onderdelen ontbre-
ken of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
2
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
B
ELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet lees-
baar is, het nummer op de omslag van deze
handleiding en vraag om een vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Opmerking: de sticker(s) worden niet op
ware grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich ervan te overtuigen dat alle gebrui-
kers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbedek-
king te beschermen.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 135
kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletisch on-
dersteunende kleding wordt aanbevolen voor
zowel mannen als vrouwen. Draag altijd trai-
ningsschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 13). Geen enkel ander ap-
paraat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14)
snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of de
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 20 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (Zie HOE HET APARAAT AAN TE ZET-
TEN op pagina 15).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband ge-
bruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de aan/uit-
schakelaar in de uitstand wanneer u de loop-
band niet gebruikt. (zie de tekening op pagina
5 voor de locatie van de schakelaar.)
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING:
lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
l
oopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
4
19. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
d
e juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
h
artslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
feningen.
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 19). U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
23. Steek geen enkel onderwerp in een opening
van de loopband.
24.
GEVAARLIJK: Trek de stekker al-
tijd direct na gebruik van de loopband uit het
stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken
van de loopband, voor het plegen van onder-
h
oud en voor het afstellen zoals staat
beschreven in deze handleiding. Verwijder
nooit de motorkap tenzij een technicus dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding moeten uitsluitend
worden uitgevoerd door een erkende onder-
houdsvertegenwoordiger.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ern-
stig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u on-
middellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe WESLO
®
C
ADENCE 26.0 loopband. Deze CADENCE 26.0 loop-
band biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om
uw oefeningen effectiever te maken. Als u geen oefe-
ningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen,
w
aardoor deze minder dan de helft van de ruimte in-
neemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
N
oteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
a
angegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Polssensor
Staander
Sleutel/Clip
Schakelaar
Loopband
Kussen van het Oppervlak
Voetleuning
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Accessoireshouder
6
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-
teerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver-
pakkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
e
r zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u de bijgeleverde inbussleutel nodig , uw eigen Phillips schroeven-
draaier , rubberen hamer , verstelbare moersleutel , Draad-
knipper , een Punttang .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: som-
mige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen
elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegele-
verd.
#8 x 3/4" Schroef
(7)–4
1/4" Moer (4)–4
5/16" Sterring
(5)–4
3/8" Sterring
(9)–4
3/8" Tussenring
(10)–2
1/4" Sterring
(11)–6
#8 x 1/2" Schroef
(12)–1
3/8" Moer (13)–6
1/4" Tussenring
(31)–2
Tussenstuk
van de Wiel
(83)–4
3/8" x 2" Bout (75)–2
3/8" x 2 1/2" Bout (1)–2
3/8" x 2 1/4" Bout (8)–6
1/4" x 1 1/2" Bout (3)–6
1/4" x 1/2"
Bout (6)–4
5/16" x 3/4"
Bout (2)–4
7
2. Maak het Wiel (84) aan de ene kant van de
Basis (85) vast met een 3/8" x 2 1/4" Bout (8),
twee Tussenstukken voor het Wiel (83), en een
3/8" Moer (13) zoals aangegeven. Draai de
Bouten niet te vast; de Wieltjes moeten vrij
kunnen draaien.
Maak het andere Wiel (84) op dezelfde manier
vast.
85
84
13
83
83
8
84
2
1. Laat een tweede persoon de Basis (85) in de
aangegeven positie vasthouden.
N
eem de Rechter Staander (78), met een vier-
kant gat aan het onderste eind.
Plaats de Rechter Staander (78) zoals getoond,
en maak het aan de Basis (85) vast met twee
3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee 3/8" Sterringen
(9). Draai de Bouten nog niet te vast.
Oriënteer de Linker Staander (77) zoals getoond
en maak de linker Staander aan de Basis (85)
vast met twee 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee
3/8" Sterringen (9); draai de Bouten van de
Staander nog niet strak vast.
85
Vierkant
Gat
8
8
9
9
78
77
Beugel
Beugel
8
9
9
1
3. Richt de Staanders (77, 78) uit en plaats de
Basis (85) bij de loopband zoals is afgebeeld.
Zie de tekening uiterst rechts. Maak de
draadband in de onderste uiteinde van de
Rechter Staander (78) stevig vast rond het
Draad van de Staander (74). Trek dan aan het
andere eind van de draadband totdat de Draad
van de Staander door de Rechter Staander is
getrokken.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de Draad
van de Staander (74) niet in de Rechter
Staander (78) valt.
3
74
Draad-
band
85
74
78
77
Draad-
band
8
4. Zie de linker inzet-tekening. Neem de twee
Tussenstukken van het Onderstel (79). Open
het bijgeleverde smeervetpakket en smeer
b
eide kanten van beide Tussenstukken voor het
Onderstel. Zoek dan de buitenkant van de twee
T
ussenstukken van het Onderstel.
Houd een Tussenstuk van het Onderstel (79)
tussen de Rechter Staander (78) en het
Onderstel van het Liftonderstel (65) met de bui-
tenkant van het Tussenstuk van het
Onderstel gericht naar de Tussenring voor
het Onderstel en de Rechter Staander. Maak
de Rechter Staander aan het Liftonderstel vast
met een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8" Platte
tussenring (10), en een 3/8" Moer (13). Draai de
bout nog niet te vast.
4
7
8
1
1
79
79
10
13
13
65
10
65
78
79
Vet
Buitenkant
5. Zie de linker inzet-tekening. Zoek naar de bui-
tenkant van het overblijvende Tussenstuk van
het Onderstel (79).
Houd het overgebleven Tussenstuk van het
Onderstel (79) tussen de Linker Staander (77)
en het Onderstel voor het Liftonderstel (65), met
de buitenkant van het Tussenstuk voor het
Onderstel gericht naar de Linker Staander.
Maak de Linker Staander aan het Liftonderstel
vast met een een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8"
Platte tussenring (10), en een 3/8" Moer (13).
Draai de bout nog niet te vast.
5
77
1
1
79
79
10
13
13
65
10
65
Buiten-
kant
Binnen-
kant
79
77
9
6. Laat een tweede persoon de Bedieningspaneel-
module naast de Rechter Staander houden (78).
Bevestig de draadkoker op het Bedienings-
paneel aan de Draad van de Staander (74)
zoals afgebeeld in de inzet-tekening. De con-
nectoren zouden makkelijk samen moeten
glijden en op hun plaats moeten klikken. Als
dit niet gebeurt, dient u een van de verbindings-
stukken te draaien en het nog eens te proberen.
ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET
GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENING-
SPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE
STROOM WORDT AANGEZET.
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (74).
78
6
74
74
Draad-
koker
5
5
78
2
2
2
5
7. Steek de draden in de Rechter Staander (78).
Plaats de beugels op het bedieningspaneel op
de Rechter Staander en Linker Staander (77).
Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken.
Bevestig het bedieningspaneel vast met vier
5/16" x 3/4" Bouten (2) en vier 5/16" Sterringen
(5). Draai eerst alle vier Bouten wat aan, en
draai dan elke vast.
77
7
2
8. Zet de Linker handleuning (69) en de Rechter
handleuning (71) op een vlak oppervlak.
Bevestig de Handleuningen (69, 71) aan de
Handleuningbeugel (70) met vier 1/4" x 1 1/2"
Bouten (3) en vier 1/4" Moeren (4). Zie de on-
derste tekening. Zorg dat de Moeren in de
aangegeven vierkante gaten in de Handleu-
ningen zitten. Draai eerst alle vier Bouten
wat aan, en draai dan elke vast.
8
3
3
4
4
4
4
69
70
71
Vierkante gaten
69
71
Draad-
band
B
edienings-
paneelmodule
Bedienings-
paneelmodule
10
7
71
69
8
6
7
9. Houd de Polssensor (72) bij de Handleunings-
b
eugel (70) vast. Richt de Polssensor zo, dat
de aangegeven plastic buis in het gat in de
Rechter Handleuning (71) past. Sluit de twee
Geaarde Draden van de Polssensor (86) aan op
d
e geaarde draden op de Polssensor.
Plaats vervolgens de draadkoker op de Pols-
sensor (72) in het gat aan de bovenkant van de
Handleuningbeugel (70) en trek het er aan de
zijkant uit zoals afgebeeld.
Plaats de Polssensor (72) op de Handleuningen
(69, 71). Stop de overmatige geaarde draad in
de Handleuningen. Bevestig de Polssensor met
vier #8 x 3/4" Schroeven (7). Zorg dat u de
schroeven niet te vast draait. Zorg ervoor dat
de draden niet bekneld raken.
P
aal
72
9
70
D
raden van de
Hartslagsensoren
Draadkoker
10. Houd de handleuningsmodule in de buurt van
het Bedieningspaneel. Sluit de draadkoer die uit
de handleuning steekt aan op de draadkoker die
uit het bedieningspaneel steekt. Zie de inzette-
kening in stap 6. De verbindingsstukken die-
nen makkelijk samen te komen en op hun
plaats te klikken. Als dit niet gebeurt, dient u
een van de verbindingsstukken te draaien en
het nog eens te proberen. ALS U DE VERBIN-
DINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT,
KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHA-
DIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT
AANGEZET.
Plaats de Handleuningsbeugel (70) in de sleuf
van het bedieningspaneel als u de uiteinden van
de Handleuningen (69, 71) op de beugels van
de Staanders (77, 78) schuift. Zorg ervoor dat
de draden niet bekneld raken.
69
70
77
78
Gleuf
Beugel
Bedienings-
paneelmodule
Handleunings
module
Beugel
10
71
Draadkokers
11
11. Draai vervolgen twee 1/4" x 1 1/2'' Bouten (3)
gedeeltelijk vast met twee 1/4" Tussenringen
(
31) en twee 1/4" Sterringen (11) in het Onder-
stel van het Bedieningspaneel (92) en de
Handleuningsbeugel (niet afgebeeld). Maak de
bouten nog niet vast.
Draai vervolgens vier 1/4" x 1/2'' Bouten (6) ge-
d
eeltelijk vast met vier 1/4" Sterringen (11) in de
uiteinden van de Handleuningen (69, 71).
Duw de uiteinden van de Handleuningen (69,
71) tegen de Staanders (77, 78) als u de vier
1/4" x 1/2" Bouten (6) vastdraait. Maak dan de
1/4" x 1 1/2" Bouten (3) vast.
6
3
69
71
78
77
9
2
11
11
6
11
11
3
1
31
12. Laat de Staanders (77, 78) zakken zoals ge-
toond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Plaats de
Staanders (77, 78) zodat het Onderstel (55) zich
in het midden bevindt tussen de Staanders.
Draai de 3/8" x 2 1/2" Bouten (1) stevig vast en
draai dan de 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) aan beide
kanten van de loopband strak vast. Draai de
3/8" x 2 1/2" Bouten niet te strak vast.
78
77, 78
1
55
55
77
Bovenaanzicht
Zijaanzicht
12
8
12
13. Bevestig de aardingsdraad op de Draad van de
Staander (74) in het aangegeven gat in de Basis
(85) met een #8 x 1/2" Schroef (12).
Druk de aangegeven doorvoerhuls (21) in de
R
echter Staander (78).
Til de Rechter Staander (78) en de Linker
Staander (niet afgebeeld) omhoog.
85
74
78
13
12
Aardings-
draad
21
Gat
15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Let op: Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om
de loopband mee af te stellen (zie pagina 21). Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vlo-
erkleed te beschermen.
14. Breng daarna het Onderstel (55) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (76) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het bovenste uiteinde van de opberg-
vergrendeling (76) in de beugel op het
Onderstel (55) met een 3/8" x 2" Bout (75) en
een 3/8" moer (13).
Bevestig het onderste uiteinde van de opberg-
vergrendeling (76) in de beugel op de Basis (85)
met een 3/8" x 2" Bout (75) en een 3/8" moer
(13). Let op: Het kan nodig zijn om het
Onderstel (55) heen en weer te schuiven om de
Opbergvergrendeling uit te lijnen met de Basis.
Breng het Onderstel (55) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 19).
76
85
13
Grote
Loop
75
55
13
14
75
Vergren-
delknop
13
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een
hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
m
et siliconen spray of ander middel. Als u dat
doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE
STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een stroomsnoer en een ge-
aarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen
voor een door de fabrikant aanbevolen stroom-
snoer.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
t
act te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer
in het stopcontact van de loopband.
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
14
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening-
spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening-
spaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband biedt een reeks functies die zijn ontwik-
keld om uw oefeningen effectiever te maken. U kunt
wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid
en de hellingstand van de loopband veranderen door
een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het be-
dieningspaneel doorlopende feedback over uw oefe-
ning geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met ge-
bruik van de ingebouwde handgreep polssensor.
Aanvullend biedt het bedieningspaneel acht vooraf in-
gestelde oefeningen—vier afvaloefeningen en vier
prestatie-oefeningen. Elke oefening regelt de snelheid
en de helling van de loopband als het u door een ef-
fectieve oefeningsessie begeleidt.
Om het apparaat aan te zetten kijkt u op pagina 15.
Voor het gebruik van de handmatige modus, kijkt u
op pagina 15. Voor gebruik van een vooraf inge-
stelde oefening, kijkt u op pagina 17. Voor gebruik
van de informatiemodus, kijkt u op pagina 18.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedie-
ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de
band wanneer de loopband voor het eerst wordt
gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie
pagina 21).
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Ontdek
welke meeteenheid is geselecteerd, zie de INFORMA-
TIE-MODUS op pagina 18. Voor de eenvoud zijn alle
instructies in deze handleiding in kilometers aangege-
ven.
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Clip
Sleutel
15
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Sluit het snoer aan (zie pa-
gina 13). Zoek vervolgens
naar de schakelaar op het
onderstel van de loopband
bij het snoer. Plaats de scha-
kelaar in de reset-positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een
demo-instelling die ontworpen is om de loopband
in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instel-
ling is gekozen wanneer de displays gaan branden
zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt
en de schakelaar zich in de reset positie vindt.
Druk, om de demo-instelling uit te schakelen, een
paar seconden op de Stop-toets [STOP]. Raad-
pleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 18 om de
demo-instelling uit te schakelen wanneer de dis-
plays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op pagina 14) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bediening-
spaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELAN-
GRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel
van het bedieningspaneel trekken, zodat de loop-
band vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te zet-
ten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa-
neel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hier-
b
oven.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert,
wordt de handmatige
modus geselecteerd.
Als u een oefening hebt
geselecteerd, drukt u
herhaaldelijk op de
toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT] tot
alleen nullen verschijnen in het display.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets
[START], de Versnellingstoets [SPEED], of een
van de genummerde toetsen [QUICK SPEED].
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt in-
gedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen
met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u een
oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband
naar wens aanpassen door de snelheidstoename
en afname toetsen in te drukken. Steeds als u een
van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling
met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt
houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5
Km/u.
Indien u drukt op een van de genummerde snel-
heidstoetsen, zal de snelheid van de loopband ge-
leidelijk worden aangepast tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop-
band opnieuw te starten, druk op de Starttoets, de
Snelheidomhoogtoets of een van de genummerde
directe snelheidstoetsen.
Resetten
16
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
D
ruk om de helling van de loopband te verande-
ren, op de Hellingstoename en -afname toetsen
[
INCLINE] of een van de genummerde hellings-
sneltoetsen [QUICK INCLINE]. Elke keer als u op
een van de Hellingstoetsen drukt zal de helling ge-
leidelijk veranderen tot het de geselecteerde hel-
linginstelling bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
Indien u de handmatige
modus selecteert, toont
de matrix een spoor dat
1/4 mijl (400 meter)
vertegenwoordigt. Als u
op de loopband loopt of
rent, zullen de indicators rond het pad achter el-
kaar verschijnen tot het gehele pad verschijnt. Het
spoor zal dan verdwijnen en de indicators zullen
weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De onderste linker dis-
play kan de verstreken
tijd tonen [TIME] en de
afstand [DISTANCE]
die u heeft gelopen of
gerend tijdens uw oefe-
ning. Elkekeer als u de helling wijzigt, toont de dis-
play de hellingsinstelling gedurende een paar se-
conden. Let op: Indien u een oefening selecteert,
zal de display de resterende tijd in de oefening
weergeven in plaats van de verlopen tijd.
De onderste rechter
display kan de snelheid
[SPEED] van de loop-
band tonen en het ge-
schatte aantal calo-
rieën [CALORIES] dat
u heeft verbrand tijdens de oefening. De display
geeft ook uw hartslag weer als u gebruik maakt
van de handgreep polssensor (zie stap 6).
De bovenste display
kan de verstreken tijd
laten zien, de afstand
die u heeft gelopen of
gerend, de snelheid
van de loopband of het
geschatte aantal calorieën dat u heeft verbrand.
Druk herhaaldelijk op de toets Weergave tot het
bovenste display de informatie waar u het meest in
b
ent geïnteresseerd, weergeeft. Let op: Terwijl in-
formatie op de bovenste display wordt aangege-
v
en, zal dezelfde informatie niet in de display links-
onder of rechtsonder worden aangegeven.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de
handgreep pols-
sensoren ge-
bruikt, verwijdert
u het plastic
laagje van de me-
talen contactpun-
ten. Zorg er ook
voor dat uw han-
den schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op de
voetbalken en houdt de metalen contactpunten
vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag
wordt gedetecteerd, zal uw hartslag worden ge-
toond. Voor de meest nauwkeurige hartslag-
waarde, dient u de contactpunten gedurende 15
seconden vast te houden.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets [STOP] en stel de hellingstand van de
loopband in de laagste positie. De helling moet
op de laagste instelling staan als u de loop-
band vouwt in de opslagstand, anders kunt u
de loopband beschadigen. Haal vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, zet de schakelaar in de uitstand [OFF] en
neemt u het snoer uit het stopcontact. BELANG-
RIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elektrische
onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
Metalen
contactpunten
17
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUI-
KEN
1
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 15.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf inge-
stelde oefening te se-
lecteren, drukt u her-
haaldelijk op de toets
Selecteer Oefening
[WORKOUT SELECT]
tot het nummer van de gewenste oefening ver-
schijnt in de display. Als u een oefening selecteert,
knipperen de maximale snelheid en hellingsinstel-
ling van de oefening een paar seconden in de dis-
plays; daarna toont de display hoelang de oefening
zal duren. Een profiel van de snelheidsinstellingen
van de oefening verschijnt in de matrix.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start of de toets [START]
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening
te beginnen. Even nadat u op de toets heeft ge-
drukt, zal de loopband zich automatisch aanpas-
sen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in 30 seg-
menten van 1 minuut. Er is één hellinginstelling en
één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk
segment. Let op: Dezelfde snelheid en hellingsin-
stelling kan worden geprogrammeerd voor opeen-
volgende onderdelen.
Tijdens de oefening,
wordt uw profiel weer-
gegeven zodat u uw
vorderingen kunt vol-
gen. De knipperende
balk van het profiel stelt
het huidige oefening-
segment voor. De
hoogte van het knipperende segment geeft de
weerstandsinstellingen voor het huidige segment
weer. Aan het einde van elk segment, is een serie
g
eluiden te horen en begint het volgende segment
van het profiel te knipperen. Als een andere snel-
h
eid en/of hellinginstelling is geprogrammeerd voor
het volgende onderdeel, dan zal de snelheid en/of
hellinginstelling knipperen in het display om u te
waarschuwen. De loopband past dan automatisch
de snelheidsinstelling en/of hellingsinstellingen aan
die is geprogrammeerd voor het volgende onder-
deel.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal ver-
tragen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan
kunt u de instelling handmatig overschrijven door
te drukken op de toetsen Snelheid of Helling [IN-
CLINE]; als echter het huidige segment van de
oefening eindigt, dan zal de loopband zich au-
tomatisch aanpassen aan de Snelheid- en
Hellinginstellingen voor het volgende onder-
deel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Om de oefening
weer te starten, drukt u op de toets Start of op de
toets Snelheidstoename. De loopband begint bij
ongeveer 2 Km/u te bewegen, Als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstelling voor dat volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 16.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 16.
Huidig segment
18
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel biedt een informatiemodus die
d
e loopbandgebruiksinformatie bijhoudt en u in staat
stelt een meeteenheid voor het bedieningspaneel te
k
iezen. U kunt de weergegeven demostand ook aan-
en uitzetten.
Om de informatie-stand te kiezen, plaatst u de sleutel
in het bedieningspaneel terwijl u de Stopknop inge-
drukt houdt. Laat dan de Stoptoets [STOP] los. Als de
informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende in-
formatie worden afgebeeld:
De bovenste display zal het
totaal aantal uren dat de
loopband gebruikt is aan-
geven.
De display linksonder toon het totaal aantal kilometers
(of mijlen) waarop de loopband heeft bewogen.
Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of een
“E” voor Engelse mijlen op de display. Druk op de
toets Snelheidstoename om naar wens de meeteen-
h
eid te wijzigen.
H
et bedieningspaneel toont een demostand, die ont-
wikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtal-
eerd in een winkel. Terwijl de demo-instelling is aange-
zet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken
wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de
schakelaar in de reset positie geplaatst wordt, en de
sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Als u
de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays verlicht
hoewel de toetsen niet werken. Indien de demomodus
is aangezet, dan zal een ʻdʼ op de display rechtsonder
verschijnen terwijl de informatiemodus is geselecteerd.
Om de display demostand aan of uit te zetten, kunt u
op de toets Snelheid [SPEED] afnemen drukken.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te halen.
19
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
l
oopband opbergt om schade aan de loopband te
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
s
troomsnoer uit het stopcontact. LET OP: U moet
op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen
optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
LET OP: Houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig door uw knieën en
houd u rug recht.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de op-
slagpositie vergrendelt. LET OP: Zorg dat de ver-
grendelknop vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen dient u deze eerst
i
n te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
LET OP: Zorg dat de vergrendelknop in de opslag-
p
ositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Trek de handleuning naar achteren tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voor-
zichtig naar de gewenste locatie. LET OP:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van de loop-
band vast met uw rechterhand. Trek de Vergren-
delknop naar links en duw het onderstel lichtjes
naar voren. Draai het onderstel naar onderen en
laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. LET OP: Houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het on-
derstel niet los. Buig door uw knieën en houd u
rug recht.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergrendel
knop
2
Onderstel
20
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt u
d
e omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 13). Als u een
verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet langer is dan
1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onderstel
van de loopband bevindt naast het snoer. Als de
schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de
schakelaar afgegaan. Om de schakelaar opnieuw
in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
PROBLEEM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht
u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stop-
contact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-paneel
haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand
ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een aantal secon-
den ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u DE INFORMA-
TIEMODUS op pagina 18 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: De helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het
wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer
in. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het
minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET STROOMSNOER UIT HET STOPCON-
TACT. Verwijder de twee #12 x 1 1/4" Schroeven
(27) en de twee #8 x 3/4" Kapschroeven (24) en ver-
wijder voorzichtig de Motorkap (62).
Doorgeslagen
Resetten
c
24
27
27
62
a
21
Zoek de Snelheidssensor (46) en de Magneet (44)
aan de linkerkant van de Katrol (43). Draai de
Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
S
nelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
i
s. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(20) losser, beweegt u de Snelheidssensor lichtjes
en maakt u de Tekschroef weer vast. Laat de loop-
band een paar minuten draaien om te controleren
of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig de
Motorkap (niet afgebeeld) weer.
PROBLEEM: De loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een 3- conductor, maat 14 (1 mm
2
)
snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
king van de loopband verslechteren en kan de
loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel
en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON-
TACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststan-
drol een kwartslag naar links met de inbussleutel.
Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van
de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kun-
nen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het
midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact.
Plaats de sleutel en laat de loopband een paar mi-
nuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
PROBLEEM: De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden begeeft
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
Als de loopband naar links is verschoven, kunt
u de inbussleutel gebruiken om de linker bijstel-
bout van de ruststandrol een halve slag naar
rechts te draaien; als de loopband naar rechts is
verschoven kunt u de linker bijstelbout van de
ruststandrol een halve slag naar links draaien.
Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal
dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen, dient
u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEK-
KER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Draai
beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwart-
slag naar rechts met de inbussleutel. Als de loop-
band goed vastzit moet u elke rand van de loop-
band 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen op-
tillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats
de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
Rolbouten van de Ruststandrol
5–7 cm
b
a
b
44
46
2
0
Boven-
aanzicht
3 mm
4
3
22
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
de eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: voor-
d
at u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
123/8" x 2 1/2" Bout
2
4 5/16" x 3/4" Bout
361/4" x 1 1/2" Bout
441/4" Moer
545/16" Sterring
6
4 1/4" x 1/2" Bout
7 11 #8 x 3/4" Schroef
863/8" x 2 1/4" Bout
943/8" Sterring
10 2 3/8" Tussenring
11 6 1/4" Sterring
12 17 #8 x 1/2" Schroef
13 6 3/8" Moer
14 2 1/4" Bout van de Motor
15 4 #8 x 1/2" Schroef van Loopband
Geleider
16 1 #8 Moer
17 2 1/4" x 2 1/4" Bout
18 2 5/16" x 1 1/4" Bout
19 2 5/16" x 3 1/2" Bout
20 17 #8 x 3/4" Tekschroef
21 2 Doorvoerhuls
22 2 Tussenstuk van de aandrijfrol
23 2 3/8" x 2 1/4" Bout
24 2 #8 x 3/4" Kapschroef
25 1 3/8" x 1 3/4" Bout
26 1 3/8" x 1 1/4" Bout
27 8 #12 x 1 1/4" Schroef
28 2 1/4" Gespleten tussenring
29 2 3/8" Tussenring
30 4 #8 Sterring
31 4 1/4" Tussenring
32 1 Bandje
33 4 3/8" Slotmoer
34 4 5/16" Flensmoer
35 20 #8 x 1/2" Schroef met pankop
36 1 Linker voetleuning
37 1 Rechter voetleuning
38 2 Beugel van de ruststandrol
39 1 Vergrendelwaarschuwingssticker
40 2 Kussen van het oppervlak
41 2 Riemgeleider
42 2 Tussenstuk van de zwenkas van het
Onderstel
43 1 Aandrijfrol/katrol
44 1 Magneet
45 1 Klem van de snelheidssensor
46 1 Snelheidssensor
47 1 Aandrijfmotor
48 1 Riem van de Motor
49 1 Loopband
50 1 Stroomsnoer
51 1 Beugel van het stroomsnoer
52 1 Aan/uitschakelaar
53 1 Doorvoerhuls van het elektrische
S
noer
54 1 Loopoppervlak
55 1 Onderstel
56 1 Ruststandrol
5
7 1 Linkerachtervoet
58 1 Inbussleutel
59 1 5/32" Inbussleutel
60 1 Aardingsdraad van de ruststandrol
61 1 Rechterachtervoet
62 1 Motorkap
63 1 Houder van de Helling Stop
64 1 Hellingmotor
65 1 Onderstel van de lift
66 1 Controller
67 1 Controller Aardingsdraad
68 1 Onderpan
69 1 Linker handleuning
70 1 Handleuningbeugel
71 1 Rechter handleuning
72 1 Polssensor
73 1 Sleutel/Clip
74 1 Draad van de Staander
75 2 3/8" x 2" Bout
76 1 Opbergvergrendeling
77 1 Linker staander
78 1 Rechter staander
79 2 Tussenstuk van het Onderstel
80 2 Basiskapje
81 4 Kussentje van de Basis
82 2 Waarschuwingssticker
83 4 Tussenstuk van de Wiel
84 2 Wiel
85 1 Basis
86 2 Aardingsdraad van de Polssensor
87 1 Kleine bedieningspaneelhouder
88 1 Bedieningspaneelhouder
89 1 Bedieningspaneel
90 1 Basis van het Bedieningspaneel
91 2 Kap voor het Onderstel van het
bedieningspaneel
92 1 Onderstel van het bedieningspaneel
93 1 Toegangsdeur
94 7 8" Plastic opbinddraad
95 3 Draadband
96 1 Stroomsnoeradapter
97 2 Bus van de aandrijfmotor
98 1 Isolator van de aandrijfmotor
99 1 Elektrabeugel
100 1 Transformator
101 1 Filter
102 1 #8 x 3/4" Machineschroef
*–Gebruikershandleiding
23
20
46
33
43
18
49
54
36
15
41
27
19
19
12
34
57
20
59
60
12
61
20
34
55
37
41
40
45
42
15
34
34
44
39
38
38
58
12
22
22
47
28
17
48
17
28
42
56
14
27
27
27
27
27
27
27
33
20
20
18
40
31
31
20
20
50
96
51
12
30
53
52
12
30
76
13
75
13
75
98
97
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
24
25
24
62
23
29
13
65
26
25
63
13
33
33
64
23
29
68
12
67
20
20
20
66
12
101
100
30
12
12
12
102
16
20
99
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
74
12
78
77
80
79
81
20
10
1
80
79
1
10
85
9
8
81
20
84
8
83
83
13
13
83
84
83
8
82
82
69
71
70
72
6
11
6
11
2
2
5
5
2
5
2
7
9
8
7
7
7
3
4
3
4
5
73
74
86
12
21
21
81
20
81
20
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
26
27
87
35
35
35
35
35
35
35
35
35
89
7
35
94
93
95
35
35
35
7
7
7
7
35
35
91
91
92
35
35
90
3
88
7
32
31
11
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
Onderdeel Nr. 301940 R1013A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.

Documenttranscriptie

Modelnr. WETL59710.0 Serienr. Noteer het serienummer hierboven voor verdere raadpleging. GEBRUIKSAANWIJZING Sticker met serienummer KLANTENDIENST Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn. 4021 529 7186 Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT Website: www.iconsupport.eu Email: [email protected] OPGELET Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging. www.iconeurope.com INHOUD DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina DE STICKERS MET WAARSCHUWING De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de omslag van deze handleiding en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Opmerking: de sticker(s) worden niet op ware grootte weergegeven. WESLO is een merk van ICON IP, Inc. 2 BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product. 1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. dersteunende kleding wordt aanbevolen voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd trainingsschoenen. Gebruik de loopband nooit met blote voeten, sokken of met sandalen. 2. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen. 11. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 13). Geen enkel ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden. 12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 (maat 14) snoer dan niet langer is dan 1,5 meter. 3. Gebruik de loopband alleen zoals voorgeschreven. 13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes vandaan. 4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water. 14. Loop nooit op de loopband wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 20 als de loopband niet goed werkt.) 5. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen of luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen. 15. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband gebruikt (Zie HOE HET APARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15). 6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd. 16. Start de loopband nooit wanneer u op de loopband staat. Houd u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt. 7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan. 17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende versnellingen te voorkomen. 8. De loopband kan alleen door mensen die 135 kg of minder wegen worden gebruikt. 18. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de aan/uitschakelaar in de uitstand wanneer u de loopband niet gebruikt. (zie de tekening op pagina 5 voor de locatie van de schakelaar.) 9. Laat nooit meer dan één persoon de loopband gebruiken. 10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de loopband. Draag geen losse kleding die verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch on- 3 19. De polssensor is geen medisch instrument. Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen de juistheid van de metingen aantasten. De polssensor dient slechts om een algemene hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen. 23. Steek geen enkel onderwerp in een opening van de loopband. 24. 20. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 19). U moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen. GEVAARLIJK: Trek de stekker altijd direct na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het afstellen zoals staat beschreven in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding moeten uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger. 25. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur. 21. Bij het vouwen of verschuiven van de loopband dient u erop te letten dat de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opslagstand houdt. 26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen. 22. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES 4 VOORDAT U BEGINT Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe WESLO® CADENCE 26.0 loopband. Deze CADENCE 26.0 loopband biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden. omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven. Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest. Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de Accessoireshouder Polssensor Bedieningspaneel Handleuning Sleutel/Clip Staander Schakelaar Loopband Voetleuning Kussen van het Oppervlak Bijstelbouten van de Ruststandrol 5 MONTAGE Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemonteerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de verpakkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel. Voor de montage hebt u de bijgeleverde inbussleutel nodig , uw eigen Phillips schroevendraaier , rubberen hamer , verstelbare moersleutel , Draadknipper , een Punttang . Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: sommige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd. Tussenstuk van de Wiel (83)–4 1/4" Moer (4)–4 5/16" x 3/4" Bout (2)–4 1/4" Sterring (11)–6 1/4" Tussenring 5/16" Sterring (31)–2 (5)–4 3/8" Moer (13)–6 #8 x 1/2" Schroef (12)–1 1/4" x 1 1/2" Bout (3)–6 3/8" Sterring (9)–4 #8 x 3/4" Schroef (7)–4 3/8" x 2" Bout (75)–2 3/8" x 2 1/2" Bout (1)–2 3/8" x 2 1/4" Bout (8)–6 6 3/8" Tussenring (10)–2 1/4" x 1/2" Bout (6)–4 1. Laat een tweede persoon de Basis (85) in de aangegeven positie vasthouden. 1 Neem de Rechter Staander (78), met een vierkant gat aan het onderste eind. Beugel 78 Plaats de Rechter Staander (78) zoals getoond, en maak het aan de Basis (85) vast met twee 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee 3/8" Sterringen (9). Draai de Bouten nog niet te vast. Beugel Oriënteer de Linker Staander (77) zoals getoond en maak de linker Staander aan de Basis (85) vast met twee 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee 3/8" Sterringen (9); draai de Bouten van de Staander nog niet strak vast. 85 77 9 2. Maak het Wiel (84) aan de ene kant van de Basis (85) vast met een 3/8" x 2 1/4" Bout (8), twee Tussenstukken voor het Wiel (83), en een 3/8" Moer (13) zoals aangegeven. Draai de Bouten niet te vast; de Wieltjes moeten vrij kunnen draaien. 9 9 2 8 Vierkant Gat 83 84 9 8 83 13 Maak het andere Wiel (84) op dezelfde manier vast. 84 3. Richt de Staanders (77, 78) uit en plaats de Basis (85) bij de loopband zoals is afgebeeld. 3 Zie de tekening uiterst rechts. Maak de draadband in de onderste uiteinde van de Rechter Staander (78) stevig vast rond het Draad van de Staander (74). Trek dan aan het andere eind van de draadband totdat de Draad van de Staander door de Rechter Staander is getrokken. 85 74 Draadband 78 77 Zorg ervoor dat het uiteinde van de Draad van de Staander (74) niet in de Rechter Staander (78) valt. 74 Draadband 7 85 8 8 4. Zie de linker inzet-tekening. Neem de twee Tussenstukken van het Onderstel (79). Open het bijgeleverde smeervetpakket en smeer beide kanten van beide Tussenstukken voor het Onderstel. Zoek dan de buitenkant van de twee Tussenstukken van het Onderstel. 4 78 13 Houd een Tussenstuk van het Onderstel (79) tussen de Rechter Staander (78) en het Onderstel van het Liftonderstel (65) met de buitenkant van het Tussenstuk van het Onderstel gericht naar de Tussenring voor het Onderstel en de Rechter Staander. Maak de Rechter Staander aan het Liftonderstel vast met een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8" Platte tussenring (10), en een 3/8" Moer (13). Draai de bout nog niet te vast. 10 65 Vet 13 79 Buitenkant 5. Zie de linker inzet-tekening. Zoek naar de buitenkant van het overblijvende Tussenstuk van het Onderstel (79). 5 Houd het overgebleven Tussenstuk van het Onderstel (79) tussen de Linker Staander (77) en het Onderstel voor het Liftonderstel (65), met de buitenkant van het Tussenstuk voor het Onderstel gericht naar de Linker Staander. Maak de Linker Staander aan het Liftonderstel vast met een een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8" Platte tussenring (10), en een 3/8" Moer (13). Draai de bout nog niet te vast. 77 1 79 10 79 1 78 10 79 65 13 65 Buitenkant 77 1 10 Binnenkant 8 79 13 79 65 1 6. Laat een tweede persoon de Bedieningspaneelmodule naast de Rechter Staander houden (78). 6 Bevestig de draadkoker op het Bedieningspaneel aan de Draad van de Staander (74) zoals afgebeeld in de inzet-tekening. De connectoren zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt, dient u een van de verbindingsstukken te draaien en het nog eens te proberen. ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET. Bedieningspaneelmodule Draadkoker 74 78 Verwijder de draadband uit de Draad van de Staander (74). 7. Steek de draden in de Rechter Staander (78). Plaats de beugels op het bedieningspaneel op de Rechter Staander en Linker Staander (77). Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. 74 Draadband 7 Bevestig het bedieningspaneel vast met vier 5/16" x 3/4" Bouten (2) en vier 5/16" Sterringen (5). Draai eerst alle vier Bouten wat aan, en draai dan elke vast. Bedieningspaneelmodule 2 5 5 78 8. Zet de Linker handleuning (69) en de Rechter handleuning (71) op een vlak oppervlak. 8 Bevestig de Handleuningen (69, 71) aan de Handleuningbeugel (70) met vier 1/4" x 1 1/2" Bouten (3) en vier 1/4" Moeren (4). Zie de onderste tekening. Zorg dat de Moeren in de aangegeven vierkante gaten in de Handleuningen zitten. Draai eerst alle vier Bouten wat aan, en draai dan elke vast. 4 70 2 3 4 5 77 69 4 Vierkante gaten 71 9 2 3 71 2 69 4 9. Houd de Polssensor (72) bij de Handleuningsbeugel (70) vast. Richt de Polssensor zo, dat de aangegeven plastic buis in het gat in de Rechter Handleuning (71) past. Sluit de twee Geaarde Draden van de Polssensor (86) aan op de geaarde draden op de Polssensor. 9 71 Plaats vervolgens de draadkoker op de Polssensor (72) in het gat aan de bovenkant van de Handleuningbeugel (70) en trek het er aan de zijkant uit zoals afgebeeld. Plaats de Polssensor (72) op de Handleuningen (69, 71). Stop de overmatige geaarde draad in de Handleuningen. Bevestig de Polssensor met vier #8 x 3/4" Schroeven (7). Zorg dat u de schroeven niet te vast draait. Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. 10. Houd de handleuningsmodule in de buurt van het Bedieningspaneel. Sluit de draadkoer die uit de handleuning steekt aan op de draadkoker die uit het bedieningspaneel steekt. Zie de inzettekening in stap 6. De verbindingsstukken dienen makkelijk samen te komen en op hun plaats te klikken. Als dit niet gebeurt, dient u een van de verbindingsstukken te draaien en het nog eens te proberen. ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET. Paal Draden van de Hartslagsensoren 72 86 70 7 Draadkoker 69 7 10 Bedieningspaneelmodule Draadkokers 69 Beugel Plaats de Handleuningsbeugel (70) in de sleuf van het bedieningspaneel als u de uiteinden van de Handleuningen (69, 71) op de beugels van de Staanders (77, 78) schuift. Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. 77 Gleuf 70 Handleunings module 71 78 Beugel 10 11. Draai vervolgen twee 1/4" x 1 1/2'' Bouten (3) gedeeltelijk vast met twee 1/4" Tussenringen (31) en twee 1/4" Sterringen (11) in het Onderstel van het Bedieningspaneel (92) en de Handleuningsbeugel (niet afgebeeld). Maak de bouten nog niet vast. 11 Draai vervolgens vier 1/4" x 1/2'' Bouten (6) gedeeltelijk vast met vier 1/4" Sterringen (11) in de uiteinden van de Handleuningen (69, 71). 31 71 Duw de uiteinden van de Handleuningen (69, 71) tegen de Staanders (77, 78) als u de vier 1/4" x 1/2" Bouten (6) vastdraait. Maak dan de 1/4" x 1 1/2" Bouten (3) vast. 6 11 12 Raadpleeg de inzet-tekening. Plaats de Staanders (77, 78) zodat het Onderstel (55) zich in het midden bevindt tussen de Staanders. Draai de 3/8" x 2 1/2" Bouten (1) stevig vast en draai dan de 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) aan beide kanten van de loopband strak vast. Draai de 3/8" x 2 1/2" Bouten niet te strak vast. 31 69 3 Zijaanzicht 55 77 11 92 77 78 12. Laat de Staanders (77, 78) zakken zoals getoond. 11 6 1 11 8 77, 78 Bovenaanzicht 55 78 13. Bevestig de aardingsdraad op de Draad van de Staander (74) in het aangegeven gat in de Basis (85) met een #8 x 1/2" Schroef (12). 13 21 74 Druk de aangegeven doorvoerhuls (21) in de Rechter Staander (78). Til de Rechter Staander (78) en de Linker Staander (niet afgebeeld) omhoog. 78 85 Gat Aardingsdraad 14. Breng daarna het Onderstel (55) omhoog, tot de positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede persoon het Onderstel vasthoudt tot deze stap is voltooid. 12 14 55 13 Richt de Opbergvergrendeling (76) zo dat de grote loop en de vergrendelingsknop zich in de afgebeelde posities bevinden. Bevestig het bovenste uiteinde van de opbergvergrendeling (76) in de beugel op het Onderstel (55) met een 3/8" x 2" Bout (75) en een 3/8" moer (13). 75 76 Vergrendelknop Bevestig het onderste uiteinde van de opbergvergrendeling (76) in de beugel op de Basis (85) met een 3/8" x 2" Bout (75) en een 3/8" moer (13). Let op: Het kan nodig zijn om het Onderstel (55) heen en weer te schuiven om de Opbergvergrendeling uit te lijnen met de Basis. Grote Loop 85 Breng het Onderstel (55) naar beneden (zie DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 19). 13 75 15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Let op: Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina 21). Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen. 12 GEBRUIK EN BIJSTELLEN DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcontact te steken. Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: behandel de band of het loopplatform nooit met siliconen spray of ander middel. Als u dat doet, zult u de loopband beschadigen. 1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer in het stopcontact van de loopband. Stopcontact van de Loopband HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functioneert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een stroomsnoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen stroomsnoer. Stroomsnoer 2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen. GEVAAR: een verkeerd stopcon- Stopcontact tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past. 13 BEDIENINGSPANEELDIAGRAM Sleutel Clip DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN Om het apparaat aan te zetten kijkt u op pagina 15. Voor het gebruik van de handmatige modus, kijkt u op pagina 15. Voor gebruik van een vooraf ingestelde oefening, kijkt u op pagina 17. Voor gebruik van de informatiemodus, kijkt u op pagina 18. Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel. BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de band wanneer de loopband voor het eerst wordt gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 21). FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL De loopband biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever te maken. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel doorlopende feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met gebruik van de ingebouwde handgreep polssensor. Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Ontdek welke meeteenheid is geselecteerd, zie de INFORMATIE-MODUS op pagina 18. Voor de eenvoud zijn alle instructies in deze handleiding in kilometers aangegeven. Aanvullend biedt het bedieningspaneel acht vooraf ingestelde oefeningen—vier afvaloefeningen en vier prestatie-oefeningen. Elke oefening regelt de snelheid en de helling van de loopband als het u door een effectieve oefeningsessie begeleidt. 14 HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan koude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen. Sluit het snoer aan (zie pagina 13). Zoek vervolgens naar de schakelaar op het onderstel van de loopband bij het snoer. Plaats de schakelaar in de reset-positie. 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hierboven. 2. Kies de handmatige instelling. Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige modus geselecteerd. Als u een oefening hebt geselecteerd, drukt u herhaaldelijk op de toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT] tot alleen nullen verschijnen in het display. Resetten BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een demo-instelling die ontworpen is om de loopband in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instelling is gekozen wanneer de displays gaan branden zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt en de schakelaar zich in de reset positie vindt. Druk, om de demo-instelling uit te schakelen, een paar seconden op de Stop-toets [STOP]. Raadpleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 18 om de demo-instelling uit te schakelen wanneer de displays blijven branden. 3. Start de loopband. Om de loopband te starten, druk op de Starttoets [START], de Versnellingstoets [SPEED], of een van de genummerde toetsen [QUICK SPEED]. Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u een oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband naar wens aanpassen door de snelheidstoename en afname toetsen in te drukken. Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u. Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan. Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie tekening op pagina 14) en maak de clip aan de tailleband van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij. Indien u drukt op een van de genummerde snelheidstoetsen, zal de snelheid van de loopband geleidelijk worden aangepast tot het de gewenste snelheidsinstelling bereikt. Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets. De tijd zal op de display knipperen. Om de loopband opnieuw te starten, druk op de Starttoets, de Snelheidomhoogtoets of een van de genummerde directe snelheidstoetsen. 15 4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst. geschatte aantal calorieën dat u heeft verbrand. Druk herhaaldelijk op de toets Weergave tot het bovenste display de informatie waar u het meest in bent geïnteresseerd, weergeeft. Let op: Terwijl informatie op de bovenste display wordt aangegeven, zal dezelfde informatie niet in de display linksonder of rechtsonder worden aangegeven. Druk om de helling van de loopband te veranderen, op de Hellingstoename en -afname toetsen [INCLINE] of een van de genummerde hellingssneltoetsen [QUICK INCLINE]. Elke keer als u op een van de Hellingstoetsen drukt zal de helling geleidelijk veranderen tot het de geselecteerde hellinginstelling bereikt. Om de displays te resetten drukt u op de toets Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er weer in. 5. Volg uw voortgang op de displays. 6. Meet desgewenst uw hartslag. Indien u de handmatige modus selecteert, toont de matrix een spoor dat 1/4 mijl (400 meter) vertegenwoordigt. Als u op de loopband loopt of rent, zullen de indicators rond het pad achter elkaar verschijnen tot het gehele pad verschijnt. Het spoor zal dan verdwijnen en de indicators zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen. Voordat u de handgreep polssensoren gebruikt, verwijdert u het plastic laagje van de metalen contactpunten. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn. De onderste linker display kan de verstreken tijd tonen [TIME] en de afstand [DISTANCE] die u heeft gelopen of gerend tijdens uw oefening. Elkekeer als u de helling wijzigt, toont de display de hellingsinstelling gedurende een paar seconden. Let op: Indien u een oefening selecteert, zal de display de resterende tijd in de oefening weergeven in plaats van de verlopen tijd. Metalen contactpunten Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op de voetbalken en houdt de metalen contactpunten vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hartslag worden getoond. Voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedurende 15 seconden vast te houden. 7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. De onderste rechter display kan de snelheid [SPEED] van de loopband tonen en het geschatte aantal calorieën [CALORIES] dat u heeft verbrand tijdens de oefening. De display geeft ook uw hartslag weer als u gebruik maakt van de handgreep polssensor (zie stap 6). Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets [STOP] en stel de hellingstand van de loopband in de laagste positie. De helling moet op de laagste instelling staan als u de loopband vouwt in de opslagstand, anders kunt u de loopband beschadigen. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Wanneer u klaar bent met de loopband te gebruiken, zet de schakelaar in de uitstand [OFF] en neemt u het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten. De bovenste display kan de verstreken tijd laten zien, de afstand die u heeft gelopen of gerend, de snelheid van de loopband of het 16 EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN hoogte van het knipperende segment geeft de weerstandsinstellingen voor het huidige segment weer. Aan het einde van elk segment, is een serie geluiden te horen en begint het volgende segment van het profiel te knipperen. Als een andere snelheid en/of hellinginstelling is geprogrammeerd voor het volgende onderdeel, dan zal de snelheid en/of hellinginstelling knipperen in het display om u te waarschuwen. De loopband past dan automatisch de snelheidsinstelling en/of hellingsinstellingen aan die is geprogrammeerd voor het volgende onderdeel. 1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15. 2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening. Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT] tot het nummer van de gewenste oefening verschijnt in de display. Als u een oefening selecteert, knipperen de maximale snelheid en hellingsinstelling van de oefening een paar seconden in de displays; daarna toont de display hoelang de oefening zal duren. Een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnt in de matrix. De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste segment van het profiel knippert in de display en het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertragen tot deze halt houdt. Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te drukken op de toetsen Snelheid of Helling [INCLINE]; als echter het huidige segment van de oefening eindigt, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de Snelheid- en Hellinginstellingen voor het volgende onderdeel. 3. Start de loopband. Druk op de toets Start of de toets [START] Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de handleuningen vast en begin met wandelen. Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen drukt u op de toets Stop. Om de oefening weer te starten, drukt u op de toets Start of op de toets Snelheidstoename. De loopband begint bij ongeveer 2 Km/u te bewegen, Als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstelling voor dat volgende onderdeel. Elk oefenprogramma is onderverdeeld in 30 segmenten van 1 minuut. Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde snelheid en hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen. Tijdens de oefening, wordt uw profiel weergegeven zodat u uw vorderingen kunt volgen. De knipperende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. De 4. Volg uw voortgang op de displays. Zie stap 5 op pagina 16. 5. Meet desgewenst uw hartslag. Huidig segment Zie stap 6 op pagina 16. 6. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. Zie stap 7 op pagina 16. 17 DE INFORMATIEMODUS Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of een “E” voor Engelse mijlen op de display. Druk op de toets Snelheidstoename om naar wens de meeteenheid te wijzigen. Het bedieningspaneel biedt een informatiemodus die de loopbandgebruiksinformatie bijhoudt en u in staat stelt een meeteenheid voor het bedieningspaneel te kiezen. U kunt de weergegeven demostand ook aanen uitzetten. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de demo-instelling is aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de schakelaar in de reset positie geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Indien de demomodus is aangezet, dan zal een ʻdʼ op de display rechtsonder verschijnen terwijl de informatiemodus is geselecteerd. Om de display demostand aan of uit te zetten, kunt u op de toets Snelheid [SPEED] afnemen drukken. Om de informatie-stand te kiezen, plaatst u de sleutel in het bedieningspaneel terwijl u de Stopknop ingedrukt houdt. Laat dan de Stoptoets [STOP] los. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende informatie worden afgebeeld: De bovenste display zal het totaal aantal uren dat de loopband gebruikt is aangeven. Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen. De display linksonder toon het totaal aantal kilometers (of mijlen) waarop de loopband heeft bewogen. 18 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN DE LOOPBAND VERPLAATSEN DE LOOPBAND INKLAPPEN Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loopband opbergt om schade aan de loopband te voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het stroomsnoer uit het stopcontact. LET OP: U moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen. Als u de loopband wilt verplaatsen dient u deze eerst in te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven. LET OP: Zorg dat de vergrendelknop in de opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen. 1. Houd een van de handleuningen en het onderstel vast en zet een voet tegen een van de wielen. 1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl onder wordt aangegeven. LET OP: Houd het onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen. Buig door uw knieën en houd u rug recht. 1 Onderstel 1 Handleuning Onderstel Wiel 2. Trek de handleuning naar achteren tot de loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voorzichtig naar de gewenste locatie. LET OP: Verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te leunen, trek niet aan het onderstel en verplaats de loopband niet over een ongelijke ondergrond. 2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de opslagpositie vergrendelt. LET OP: Zorg dat de vergrendelknop vastzit. 2 Onderstel 3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken. DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK Vergrendel knop 1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van de loopband vast met uw rechterhand. Trek de Vergrendelknop naar links en duw het onderstel lichtjes naar voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de Vergrendelknop los. 2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen vast en laat zakken op de vloer. LET OP: Houd het onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen en laat het onderstel niet los. Buig door uw knieën en houd u rug recht. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C. 19 PROBLEMEN OPLOSSEN De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. PROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 13). Als u een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 snoer dat niet langer is dan 1,5 meter. b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken. PROBLEEM: c. Controleer de schakelaar die zich op het onderstel van de loopband bevindt naast het snoer. Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar afgegaan. Om de schakelaar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in. De stroom gaat uit tijdens gebruik c Doorgeslagen Resetten OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in. b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact. c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel. d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-paneel haalt PROBLEEM: De helling van de loopband wijzigt niet goed PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u DE INFORMATIEMODUS op pagina 18 om de demostand uit te zetten. OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer in. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd. OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT. Verwijder de twee #12 x 1 1/4" Schroeven (27) en de twee #8 x 3/4" Kapschroeven (24) en verwijder voorzichtig de Motorkap (62). 20 a 27 62 24 27 PROBLEEM: Zoek de Snelheidssensor (46) en de Magneet (44) aan de linkerkant van de Katrol (43). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef (20) losser, beweegt u de Snelheidssensor lichtjes en maakt u de Tekschroef weer vast. Laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig de Motorkap (niet afgebeeld) weer. 3 mm 20 46 Bovenaanzicht 43 44 De loopband vertraagt als u erop loopt OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een 3- conductor, maat 14 (1 mm2) snoer dat niet langer is dan 1,5 meter. b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de werking van de loopband verslechteren en kan de loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit. PROBLEEM: b 5–7 cm Rolbouten van de Ruststandrol c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden begeeft a dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Als de loopband naar links is verschoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om de linker bijstelbout van de ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien; als de loopband naar rechts is verschoven kunt u de linker bijstelbout van de ruststandrol een halve slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit. b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen, dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit. 21 b RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN WAARSCHUWING: voor- Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingzone. dat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen. De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen. Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingzone. Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten. RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING INTENSITEIT VAN OEFENINGEN Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training. Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening. Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw adem niet in. Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen. FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is. Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening. 22 LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL59710.0 Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 Aant. 2 4 6 4 4 4 11 6 4 2 6 17 6 2 4 1 2 2 2 17 2 2 2 2 1 1 8 2 2 4 4 1 4 4 20 1 1 2 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Beschrijving 3/8" x 2 1/2" Bout 5/16" x 3/4" Bout 1/4" x 1 1/2" Bout 1/4" Moer 5/16" Sterring 1/4" x 1/2" Bout #8 x 3/4" Schroef 3/8" x 2 1/4" Bout 3/8" Sterring 3/8" Tussenring 1/4" Sterring #8 x 1/2" Schroef 3/8" Moer 1/4" Bout van de Motor #8 x 1/2" Schroef van Loopband Geleider #8 Moer 1/4" x 2 1/4" Bout 5/16" x 1 1/4" Bout 5/16" x 3 1/2" Bout #8 x 3/4" Tekschroef Doorvoerhuls Tussenstuk van de aandrijfrol 3/8" x 2 1/4" Bout #8 x 3/4" Kapschroef 3/8" x 1 3/4" Bout 3/8" x 1 1/4" Bout #12 x 1 1/4" Schroef 1/4" Gespleten tussenring 3/8" Tussenring #8 Sterring 1/4" Tussenring Bandje 3/8" Slotmoer 5/16" Flensmoer #8 x 1/2" Schroef met pankop Linker voetleuning Rechter voetleuning Beugel van de ruststandrol Vergrendelwaarschuwingssticker Kussen van het oppervlak Riemgeleider Tussenstuk van de zwenkas van het Onderstel Aandrijfrol/katrol Magneet Klem van de snelheidssensor Snelheidssensor Aandrijfmotor Riem van de Motor Loopband Stroomsnoer Beugel van het stroomsnoer Aan/uitschakelaar Nr. 53 Aant. 1 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 * 1 1 7 3 1 2 1 1 1 1 1 – 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 2 4 2 4 2 1 2 1 1 1 1 2 R1013A Beschrijving Doorvoerhuls van het elektrische Snoer Loopoppervlak Onderstel Ruststandrol Linkerachtervoet Inbussleutel 5/32" Inbussleutel Aardingsdraad van de ruststandrol Rechterachtervoet Motorkap Houder van de Helling Stop Hellingmotor Onderstel van de lift Controller Controller Aardingsdraad Onderpan Linker handleuning Handleuningbeugel Rechter handleuning Polssensor Sleutel/Clip Draad van de Staander 3/8" x 2" Bout Opbergvergrendeling Linker staander Rechter staander Tussenstuk van het Onderstel Basiskapje Kussentje van de Basis Waarschuwingssticker Tussenstuk van de Wiel Wiel Basis Aardingsdraad van de Polssensor Kleine bedieningspaneelhouder Bedieningspaneelhouder Bedieningspaneel Basis van het Bedieningspaneel Kap voor het Onderstel van het bedieningspaneel Onderstel van het bedieningspaneel Toegangsdeur 8" Plastic opbinddraad Draadband Stroomsnoeradapter Bus van de aandrijfmotor Isolator van de aandrijfmotor Elektrabeugel Transformator Filter #8 x 3/4" Machineschroef Gebruikershandleiding Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond. 23 24 17 28 38 58 31 12 27 60 59 20 57 34 19 39 27 12 17 61 28 31 56 40 20 12 27 38 34 19 20 20 41 36 15 27 18 34 27 55 13 54 20 43 37 22 42 45 46 27 20 33 44 48 75 49 47 40 27 18 98 15 20 22 97 14 76 41 42 34 33 51 12 30 96 53 52 27 12 30 13 75 50 GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. WETL59710.0 R1013A GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. WETL59710.0 R1013A 24 62 23 25 13 29 26 68 33 64 65 12 63 13 33 67 29 23 16 100 20 20 20 12 20 25 102 12 66 99 12 101 12 30 GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. WETL59710.0 R1013A 69 7 3 6 72 7 5 2 11 5 2 4 86 73 12 70 4 7 3 7 74 2 71 77 1 8 83 84 83 13 81 20 8 6 80 82 9 11 81 20 74 78 79 21 21 85 12 10 82 9 13 83 84 2 5 79 10 5 83 26 8 81 20 8 1 80 81 20 GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. WETL59710.0 R1013A 87 35 88 35 35 35 35 89 35 35 35 35 90 35 35 35 35 91 7 35 7 32 35 35 94 91 92 11 31 35 93 7 3 7 27 95 7 7 HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt: • het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding) • de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding) • het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding) RECYCLING INFORMATIE Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus. Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht. Onderdeel Nr. 301940 R1013A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Weider WETL59710 Handleiding

Type
Handleiding