ProForm PETL49910 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Modelnr. PETL49910.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
GEBRUIKSAANWIJZING
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on-
derdelen die ontbreken of bescha-
digd zijn, neem dan contact op met
de winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
V
OORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is, het nummer op de omslag van
deze handleiding en vraag om een vervan-
gende sticker. Plak de sticker op de aangege-
ven plaats. Opmerking: de sticker(s) worden
niet op ware grootte weergegeven.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de 35
jaar, of personen met bestaande gezondheid-
sproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich ervan te overtuigen dat alle gebruik-
ers van de loopband voldoende op de hoogte
zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbe-
dekking te beschermen.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 120
kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletisch on-
dersteunende kleding wordt aanbevolen voor
zowel mannen als vrouwen. Draag altijd train-
ingsschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 12). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14)
snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of de
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 19 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN
TE ZETTEN op pagina 14).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de han-
dleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
feningen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
d
oor het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
3
4
1
9. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
s
tekker uit het stopcontact, en zet de schake-
laar in de uitstand wanneer u de loopband
niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5
voor de locatie van de schakelaar.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 18.) U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
2
3. Steek geen enkel onderwerp in een opening
van de loopband.
24.
GEVAAR: trek de stekker altijd direct
n
a gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de
loopband, voor het plegen van onderhoud en
voor het afstellen zoals staat beschreven in
deze handleiding. Verwijder nooit de mo-
torkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding moeten uitsluitend worden
uitgevoerd door een erkende onder-
houdsvertegenwoordiger.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ern-
stig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u on-
middellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire PRO-
F
ORM
®
4
00 ZLT loopband. Deze 400 ZLT loopband
biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te
maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke
l
oopband opvouwen, waardoor deze minder dan de
helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
N
oteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
a
angegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Sleutel/Clip
Schakelaar
Loopband
Platform van het Kussen
Voetleuning
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Ventilator
Accessoireshouder
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemonteerd.
Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een smeermiddel.
Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de verpakkingsmateriaal
terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als er zich smeermiddel
o
p de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een reiniger
zonder schuurmiddel.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , rubber hamer , uw eigen kruiskop-
schroevendraaier , een engelse sleutel een Draadknipper , en een
Punttang .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tussen
haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze
handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: sommige
kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elek-
trisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
#8 x 3/4"
Schroef (2)–4
3/8" Platte
Tussenring (33)–2
#8 x 1/2"
Aardingschroef
(27)–2
Tussenstuk van
de Wiel (44)–4
1/4" Sterring
(21)–2
3/8" Moer (47)–6
3/8" Sterring
(39)–4
5/16"
Sterring
(19)–4
3/8" x 2" Bout (86)–2
1/4" x 1/2"
Bout (22)–2
5/16" x 2 1/4" Bout (20)–4
3/8" x 2 1/4" Bout (5)–6
3/8" x 2 1/2" Bout (32)–2
1. Richt de Basis (48) zoals wordt weergegeven.
Neem de Rechter Staander (36), met een
vierkant gat aan het onderste eind.
Plaats de Rechter Staander (36) zoals getoond,
en maak het aan de Basis (48) vast met twee
3/8" x 2 1/4" Bouten (5) en twee 3/8" Sterringen
(39). Draai de Bouten nog niet te vast.
48
Vierkant
Gat
5
5
39
39
36
1
6
7
3. Maak een Wiel (45) aan elke kant van de Basis
(48) vast met een 3/8" x 2 1/4" Bout (5), twee
Tussenstukken voor het Wiel (44), en een 3/8"
Moer (47) zoals aangegeven. Draai de Bouten
niet te vast. De Wieltjes moeten vrij kunnen
draaien.
48
45
47
44
44
5
45
44
44
5
47
3
2
. Oriënteer de Linker Staander (31) zoals getoond
en maak de linker Staander aan de Basis (48)
vast met twee 3/8" x 2 1/4" Bouten (5) en twee
3/8" Sterringen (39); draai de Bouten van de
S
taander nog niet strak vast. Zorg ervoor dat
de bovenkant van de Linker Staander in
dezelfde richting is uitgelijnd als de
bovenkant van de Rechter Staander (36).
48
31
39
39
5
2
4. Til de Staanders (31, 36) op zodat de Basis (48)
plat op de vloer ligt en geplaatst is zoals is afge-
beeld.
Snijd de draad die de Draad van de Staander
(28) in een bundel houdt, los.
Zie de tekening uiterst rechts. Bind de draad-
band in de Rechter Staander (36) rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (28).
Trek dan aan de andere kant van het draadband
tot de Draad van de Staander helemaal uit het
boveneinde van de Rechter staander steekt.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de Draad
van de Staander (28) niet in de Rechter
Staander (36) valt.
28
Opbind-
draad
48
28
36
31
Groot
Gat
Opbind-
draad
36
4
3
6
8
5. Zie de linker inzet-tekening. Neem de twee
Tussenstukken van het Onderstel (34). Open
het bijgeleverde smeervetpakket en smeer
b
eide kanten van beide Tussenstukken voor het
Onderstel. Zoek dan de buitenkant van de twee
T
ussenstukken van het Onderstel.
Houd een Tussenstuk van het Onderstel (34)
tussen de Rechter Staander (36) en het
Onderstel van het Lift (59) met de buitenkant
van het Tussenstuk van het Onderstel
gericht naar de Tussenring voor het
Onderstel en de Rechter Staander. Maak de
Rechter Staander aan het Liftonderstel vast met
een 3/8" x 2 1/2" Bout (32), een 3/8" Platte
tussenring (33), en een 3/8" Moer (47). Draai de
bout nog niet te vast.
5
3
6
32
32
34
34
33
47
47
59
33
59
Buiten-
kant
34
36
6. Zie de linker inzet-tekening. Zoek naar de
buitenkant van het overblijvende Tussenstuk
van het Onderstel (34).
Houd het overgebleven Tussenstuk van het
Onderstel (34) tussen de Linker Staander (31)
en het Onderstel voor het Lift (59), met de
buitenkant van het Tussenstuk voor het
Onderstel gericht naar de Linker Staander.
Maak de Linker Staander aan het Liftonderstel
vast met een een 3/8" x 2 1/2" Bout (32), een
3/8" Platte Tussenring (33), en een 3/8" Moer
(47). Draai de bout nog niet te vast.
6
31
32
32
34
34
33
47
47
59
33
59
Buiten-
kant
Binnen-
kant
34
31
Vet
9
7. Steek de Draad van de Staander (28) door een
van de Handleuningen (18) zoals getoond.
B
evestig de Handleuning (18) op de Rechter
Staander (36) met twee 5/16” x 2 1/4” Bouten
(
20) en twee 5/16” Sterringen (19). Zorg ervoor
dat de Draad van de Staander (28) niet
bekneld raakt.
Bevestig de Handleuning (18) op de Linker
Staander (31) met twee 5/16” x 2 1/4” Bouten
(20) en twee 5/16” Sterringen (19). Draai de
vier Bouten goed vast.
31
28
20
19
18
2
0
19
18
7
28
18
9. Terwijl een andere persoon de Basis van het
Bedieningspaneel (26) vasthoudt bij het Rechter
Handleuning (18), maakt u de geaarde draad op
de Basis van het bedieningspaneel aan de
Rechter Handleuning vast met een #8 x 1/2"
Aardingsschroef (27).
Bevestig de draadkoker op de Basis van het
Bedieningspaneel (26) aan de Draad van de
Staander (28) zoals afgebeeld in de inzet-teken-
ing. Als de connectoren goed zijn geplaatst,
zouden makkelijk samen moeten glijden en
op hun plaats moeten klikken. Als dit niet
gebeurt, dient u een van de verbindingsstukken
te draaien en het nog eens te proberen. ALS U
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET.
27
26
Aardings-
draad
28
Draad-
koker
9
36
8. Plaats de meegeleverde plastic draad door het
aangegeven gat in de rechter Handleuning
(18). Zorg dat de Draad van de Staander (28)
vastzit aan de buitenkant van de Handle-
uning zoals afgebeeld. Maak dan de plactic
draad vast.
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (28).
8
Plastic
Binddraad
28
18
Gat
Opbind-
draad
Draad-
koker
11. Laat de Staanders (31, 36) zakken zoals
getoond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Plaats de
Staanders (31, 36) zodanig dat het Onderstel
(74) van de loopband zich in het midden van de
Staanders bevindt.
Draai de 3/8" x 2 1/2" Bouten (32) en dan de
3/8" x 2 1/4" Bouten (5) aan beide kanten van
de loopband strak vast. Draai de 3/8" x 2 1/2"
Bouten niet te strak vast.
36
31, 36
32
74
74
31
Bovenaanzicht
Zijaanzicht
11
5
10
22
10. Steek de draden in de Basis van het Bedien-
ingspaneel (26) terwijl u de Basis van het
B
edieningspaneel op de Handleuningen (18)
plaatst. Zorg dat u de bedrading niet beklemt.
Leid vervolgens twee 1/4" x 1/2'' Bouten (22)
met twee 1/4" Sterringen (21) in de Handle-
uningen en de Basis van het Bedieningspaneel;
draai de Bouten nog niet vast.
Maak het Basis van het Bedieningspaneel (26)
aan de Handleuningen (18) vast met vier #8 x
3/4" Schroeven (2). Maak dan de twee 1/4" x
1/2" Bouten (22) vast.
Zie stap 8. Verwijder de plastic draden uit de
rechter Handleuning (18).
2
22
21
21
2
1
8
18
10
2
6
Vooraanzicht
11
12. Bevestig de aardingsdraad op de Draad van de
Staander (28) in het aangegeven gat in de Basis
(48) met een #8 x 1/2" Aardingschroef (27).
Druk de aangegeven Doorvoerhuls (6) in de
R
echter Staander (36).
Til de Rechter Staander (36) en de Linker
Staander (niet afgebeeld) omhoog.
48
2
8
36
12
27
Aardings-
draad
6
Gat
14. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Opmerking: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de
meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te
stellen (zie paginaʼs 20 en 21).
13. Breng daarna het Onderstel (74) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (87) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het bovenste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (87) in de beugel op het
Onderstel (74) met een 3/8" x 2" Bout (86) en
een 3/8" Moer (47).
Bevestig het onderste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (87) aan de Basis (48) met een
3/8" x 2" Bout (86) en een 3/8" Moer (47).
Opmerking: het kan nodig zijn om het Onderstel
(74) heen en weer te schuiven om de
Opbergvergrendeling uit te lijnen met de Basis.
Breng het Onderstel (74) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 18).
87
48
47
Grote
loop
74
47
13
86
86
Vergren-
delknop
12
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een
h
oogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
met siliconen spray of ander middel. Als u dat
doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE
STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een stroomsnoer en een ge-
aarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen
voor een door de fabrikant aanbevolen stroom-
snoer.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
tact te steken.
1
. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer
in het stopcontact van de loopband.
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
13
Sleutel
Clip
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening-
spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening-
spaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband biedt een reeks functies die zijn on-
twikkeld om uw oefeningen effectiever te maken. U
kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snel-
heid en de hellingstand van de loopband veranderen
door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal
het bedieningspaneel doorlopende feedback geven. U
kunt zelfs uw hartslag meten met gebruik van de inge-
bouwde polssensor.
Aanvullend biedt het bedieningspaneel zes vooraf in-
gestelde oefeningen- drie afvaloefeningen en drie
prestatie-oefeningen. Elke oefening regelt de snelheid
en de helling van de loopband als het u door een ef-
fectieve oefeningsessie begeleidt.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina 14.
Voor het gebruik van de handmatige modus, kijkt u
op pagina 14. Voor gebruik van een vooraf in-
gestelde oefening, kijkt u op pagina 16. Voor ge-
bruik van de informatiemodus, kijkt u op pagina 17.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedi-
eningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de
band wanneer de loopband voor het eerst wordt
gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie
pagina 21).
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Ontdek
welke meeteenheid is geselecteerd, zie de INFOR-
MATIE-MODUS op pagina 17. Voor de eenvoud zijn
alle instructies in deze handleiding in kilometers
aangegeven.
14
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
12). Zoek vervolgens naar
de schakelaar op het on-
derstel van de loopband bij
het stroomsnoer. Zorg dat
de schakelaar in de reset-
stand staat.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt in-
gestoken en de schakelaar in de resetstand is
gezet, gaat de demostand aan. Om de demo-
modus uit te schakelen, houdt u de Stop-toets
[STOP] enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE
INFORMATIE-MODUS op pagina 17 om de demo in-
stelling uit te schakelen wanneer de displays bli-
jven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teken-
ing op pagina 13) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bedien-
ingspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BE-
LANGRIJK: bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedien-
ingspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hier-
boven. De loopband stijgt naar het maximale
hellingsniveau en keert dan terug naar het mini-
mumniveau.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert,
w
ordt de handmatige
modus geselecteerd.
I
ndien u een oefening
heeft geselecteerd, dient
u de handmatige modus
opnieuw te selecteren door herhaaldelijk te
drukken op een van de oefeningtoetsen [WORK-
OUTS] tot alleen nullen op de display verschijnen.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets
[START], de Versnellingstoets [SPEED] of een van
de genummerd toetsen.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/u [Km/H]. Als u
een oefening doet, kunt u de snelheid van de loop-
band naar wens aanpassen door de snelheidstoe-
name en afname toetsen in te drukken. Steeds als
u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsin-
stelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets
ingedrukt houdt, verandert de snelheid met stapjes
van 0,5 Km/u. Opmerking: na het drukken op de
toetsen kan het even duren voordat de loopband
de geselecteerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde snel-
toetsen [Km/H], zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display beginnen te knip-
peren. Om de loopband opnieuw te starten, drukt u
op de toets Start of op de toets Snelheidstoename.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de
loopband aan te passen,
drukt u op de toetsen
Helling [INCLINE] ver-
hogen en verlagen. Elke
keer als u op een van de
toetsen drukt zal de helling geleidelijk toenemen of
afnemen tot het de geselecteerde hellinginstelling
bereikt.
Resetten
15
5. Volg uw voortgang met het spoor en op de dis-
plays.
H
et spoor—het spoor
vertegenwoordigt een
a
fstand van 400 meter
(1/4 mijl). Als u op de
loopband loopt of rent,
zullen de indicators
rond het pad achter elkaar verschijnen tot het
gehele pad verschijnt. Het spoor zal dan verdwij-
nen en de indicators zullen weer opnieuw na
elkaar verschijnen.
De bovenste
weergave—De boven-
ste weergave zal de
verstreken tijd [TIME]
weergeven. Opmerking:
indien u een oefening
selecteert, zal de display de resterende tijd in de
oefening weergeven in plaats van de verlopen tijd.
De onderste linker
display—Als u oefenin-
gen doet kan de onder-
ste linker display de af-
stand [DIST.] tonen die
u heeft gelopen of
gerend. De linker onderdisplay toont ook de helling
[INCLINE] van de loopband als de helling wijzigt.
De onderste rechter
display—De onderste
rechter display toont
ook gedurende een
paar seconden de snel-
heid [SPEED] van de
loopband en het geschatte aantal calorieën
[CALS.] dat u heeft verbrand. De display geeft ook
uw hartslag weer als u gebruik maakt van de hand-
greep polssensor (zie stap 6 hieronder).
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de handgreep polssensoren gebruikt,
verwijdert u het plastic laagje van de metalen con-
tactpunten. Zorg er ook voor dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hart-
slag te meten,
gaat u op de
v
oetleuning
staan en
h
oudt u de
contactpun-
ten vast be-
weeg uw han-
den niet. Als
uw hartslag
wordt gedetecteerd, zullen er één of twee streepjes
verschijnen, zal het hartsymbooltje in de onderste
rechter display knipperen en wordt uw hartslag
weergegeven. Voor de meest nauwkeurige hart-
slagwaarde, dient u de contactpunten
gedurende 15 seconden vast te houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft hoge en lage snelheidsinstellin-
gen. Druk herhaaldelijik op de Ventilatortoets
[FAN] om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de
ventilator aan of uit te zetten. Opmerking: als de
ventilator aan staat als de loopband stopt, dan zal
de ventilator automatisch na een paar minuten uit-
gaan.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand van de loopband in
de laagste positie. De helling van de loopband
moet zich in de laagste stand bevinden wan-
neer u de loopband wilt opbergen anders kan
de loopband beschadigd worden. Haal vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en be-
waar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te ge-
bruiken, zet de aan/uitschakelaar in de uitstand en
neemt u het snoer uit het stopcontact. BELAN-
GRIJK: als u dit niet doet, kunnen de elek-
trische onderdelen van de loopband voortijdig
slijten.
Contactpunten
16
EEN VOORAF INGESTELD OEFENPROGRAMMA
GEBRUIKEN
1
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie stap 1 op pagina 14.
2. Selecteer een van de zes vooraf ingestelde oe-
feningen.
Druk herhaaldelijk op de
toetsen voor Afvaloefen-
ingen [WEIGHT LOSS
WORKOUTS] of
Prestatieoefeningen
[PERFORMANCE
WORKOUTS] om een vooraf ingestelde oefening
te selecteren; “P- 1,” “P- 2,” “P- 3,” “P- 4,” “P- 5,” of
“P- 6” verschijnt een aantal seconden in de display
linksonder. De display zal de maximale hellingin-
stelling, de maximale snelheidsinstelling en de duur
van de oefening weergeven. Bovendien zal er een
profiel van de snelheidsinstellingen van de oefen-
ing verschijnen in de display.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling
geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking:
dezelfde snelheid en hellingsinstelling kan worden
geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start [START] of de toets
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te
beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt,
zal de loopband zich automatisch aanpassen aan
de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oe-
fening. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Tijdens het oefenpro-
gramma, wordt uw
profiel weergegeven
zodat u uw vorderingen
kunt volgen. De knip-
perende balk van het
profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. De hoogte van het knip-
perende segment geeft de weerstandsinstellingen
voor het huidige segment weer. Aan het einde van
elk segment, is een serie geluiden te horen en be-
gint het volgende segment van het profiel te knip-
peren. Als een andere tempo-instelling en/of hellin-
ginstelling is geprogrammeerd voor het volgende
segment, dan zal de tempo- en/of hellinginstelling
in het display knipperen om u te alarmeren en zal
d
e snelheid of helling zich automatisch aanpassen
aan de tempo- en/of hellinginstelling voor het vol-
g
ende segment.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra-
gen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Snelheid en Helling [INCLINE], als
het volgende segment van de oefening begint,
dan zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de snelheid en hellinginstellingen
voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint bij ongeveer 2 km/uur [Km/H] te bewegen, Als
het volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Zie stap 4 op pagina 14.
5. Volg uw voortgang met het spoor en op de
displays.
Zie stap 5 op pagina 15.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 15.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 15.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 15.
Huidig segment
17
DE INFORMATIE-MODUS
Het bedieningspaneel biedt een informatiemodus die
d
e loopbandgebruiksinformatie bijhoudt en u in staat
stelt een meeteenheid voor het bedieningspaneel te
k
iezen. U kunt de weergegeven demostand ook aan-
en uitzetten.
Om de informatiemodus te kiezen, plaatst u de sleutel
in het bedieningspaneel terwijl u de Stoptoets [STOP]
ingedrukt houdt. Als de informatiemodus is gese-
lecteerd, zal de volgende informatie worden afgebeeld:
De bovenste display zal het
totaal aantal uren dat de
loopband gebruikt is
aangeven.
De display linksonder toon het totaal aantal kilometers
(of mijlen) waarop de loopband heeft bewogen.
Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of een
“E” voor Engelse mijlen op de display. Druk op de
toets Snelheidstoename [SPEED] om naar wens de
m
eeteenheid te wijzigen.
H
et bedieningspaneel toont een demostand, die on-
twikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geë-
taleerd in een winkel. Terwijl de demo-instelling is
aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal ge-
bruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt,
de stroomonderbreker in de reset positie geplaatst
wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken
wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de dis-
plays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Indien de
demomodus is aangezet, dan zal een “d” op de display
rechtsonderr verschijnen terwijl de informatiemodus is
geselecteerd. Om de display demostand aan of uit te
zetten, kunt u op de toets Snelheid afnemen drukken.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te halen.
18
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
l
oopband opbergt. Als u dit niet doet kunt u de
loopband beschadigen als u deze uitvouwt.
V
erwijder de sleutel en trek het stroomsnoer uit het
stopcontact. OPGELET: u moet op veilige wijze in
staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht. Til het onderstel half omhoog naar
de verticale stand.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de op-
slagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen dient u deze eerst
i
n te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de op-
s
lagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het onder-
stel van de loopband met uw rechterhand vast.
Trek de Vergrendelknop naar links en duw het on-
derstel lichtjes naar voren. Draai het onderstel naar
onderen en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het on-
derstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug
recht.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Onderstel
1
1
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
Vergren-
delknop
2
19
PROBLEMEN OPLOSSEN
D
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt
u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 12). Als u
een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet lan-
ger is dan 1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onder-
stel van de loopband bevindt naast het snoer. Als
de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is
de schakelaar afgegaan. Om de schakelaar op-
nieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u
de schakelaar weer in.
PROBLEEM: de stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-pa-
neel haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de de-
mostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een
aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u
DE INFORMATIE-MODUS op pagina 17 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK HET STROOMSNOER UIT HET
STOPCONTACT. Verwijder de twee #12 x 1 1/4"
Schroeven (4) en de twee #8 x 3/4" Kapschroeven
(65) en verwijder voorzichtig de Motorkap (1).
Doorgeslagen
Resetten
c
1
65
4
4
a
20
Zoek de Snelheidssensor (62) en de Magneet (67)
aan de linkerkant van de Katrol (64). Draai de Katrol
tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheids-
s
ensor. Zorg dat het gat tussen de Magneet en
de Snelheidssensor ongeveer 3 mm is. Indien
n
odig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef (38) losser,
beweegt u de Snelheidssensor lichtjes en maakt u
de schroef weer vast. Laat de loopband een paar
minuten draaien om te controleren of de snelheid
juist wordt afgelezen en bevestig de Motorkap (niet
afgebeeld) weer.
PROBLEEM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het
wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden
weer in. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug
naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: de loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14)
snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de werk-
ing van de loopband verslechteren en kan de loop-
band beschadigd raken. Verwijder de sleutel en
TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een
kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de
loopband goed vastzit moet u elke rand van de loop-
band 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen op-
tillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit.
Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de
sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
Rolbouten van de Ruststandrol
5-7 cm
b
67
62
38
B
oven-
aanzicht
3
mm
64
21
PROBLEEM: de loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden begeeft
d
ient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
A
ls de loopband naar links is verschoven, kunt u
de inbussleutel gebruiken om de linker bijstelbout
van de ruststandrol een halve slag naar rechts te
draaien; als de loopband naar rechts is ver-
schoven kunt u de linker bijstelbout van de rust-
standrol een halve slag naar links draaien. Zorg dat
u de loopband niet te vast draait. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen, dient
u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een
kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als de
loopband goed vastzit moet u elke rand van de
loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats
de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
b
22
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
v
erbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
d
e eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
23
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL49910.0 R0910A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1
1 Motorkap
2 20 #8 x 3/4" Schroef
31Linker voetleuning
48#12 x 1 1/4" Schroef
563/8" x 2 1/4" Bout
62Doorvoerhuls
78Opbinddraad
82Motorbout
91Aandrijfmotor
10 1 Stroomsnoeradapter
11 2 1/4" Gespleten tussenring
12 4 #8 Sterring
13 1 Stroomsnoer
14 1 Schakelaar
15 1 Beugel van het stroomsnoer
16 1 Ventilator
17 4 Kapje van de handleuning
18 2 Handleuning
19 4 5/16" Sterring
20 4 5/16" x 2 1/4" Bout
21 2 1/4" Sterring
22 2 1/4" x 1/2" Bout
23 1 Sleutel/Clip
24 2 Tussenstuk van de zwenkas van het
Onderstel
25 1 Bedieningspaneel
26 1 Basis van het Bedieningspaneel
27 16 #8 x 1/2" Aardingschroef
28 1 Draad van de Staander
29 1 #8 x 3/4" Machineschroef
30 1 #8 Moer
31 1 Linker staander
32 2 3/8" x 2 1/2" Bout
33 4 3/8" Platte tussenring
34 2 Tussenstuk van het Onderstel
35 2 Basiskapje
36 1 Rechter staander
37 4 Basisvoet
38 14 #8 x 3/4" Tekschroef
39 4 3/8" Sterring
40 1 Ontvanger
41 2 Waarschuwingssticker
42 1 Polsstang
43 1 Waarschuwingsticker
44 4 Tussenstuk van de Wiel
45 2 Wiel
46 3 Plastic binddraad
47 6 3/8" Moer
4
8 1 Basis
49 1 Los te maken opbinddraad
50 1 Onderpan
51 1 Controller
52 2 Rolbus
53 2 3/8" x 2 1/4" Bout van het
Liftonderstel
54 4 3/8" Slotmoer
55 1 Lift Motor
56 1 Stopbeugel
57 1 3/8" x 1 3/4" Bout
58 1 3/8" x 1 1/4" Bout
59 1 Onderstel van het lift
60 1 5/32" Inbussleutel
61 1 Drijfriem
62 1 Snelheidssensor
63 1 Klem van de snelheidssensor
64 1 Aandrijfrol/katrol
65 2 #8 x 3/4" Kapschroef
66 2 5/16" x 1 1/4" Bout
67 1 Magneet
68 2 Riemgeleider
69 4 #8 x 3/4" Tussenring Kopschroef
70 2 Kussen van het Platform
71 4 #8 x 1/2" Tussenring Kopschroef
72 1 Loopband
73 1 Platform
74 1 Onderstel
75 1 Rechter voetleuning
76 4 Moer van het Platform
77 6 1/4" Platte tussenring
78 2 5/16" x 3 1/2" Bout
79 1 Ruststandrol
80 1 Rechterachtervoet
81 2 Beugel van de ruststandrol
82 2 1/4" x 2 1/2" Bout
83 1 Linkerachtervoet
84 1 Aardingsdraad van de ruststandrol
85 1 Inbussleutel
86 2 3/8" x 2" Bout
87 1 Opbergvergrendeling
88 2 Motorbus
89 1 Motorisolator
90 1 Elektronicabeugel
91 1 Transformator
92 1 Filter
93 1 15" Draadband
*–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
9
54
38
62
61
54
66
24
64
66
72
73
4
4
3
71
68
70
69
4
4
78
78
27
76
83
38
82
85
84
27
82
11
79
80
38
76
4
4
74
75
4
68
4
69
70
63
24
71
76
76
67
43
81
81
60
27
52
52
77
77
77
11
77
27
15
27
12
40
14
27
12
8
89
88
47
86
86
47
87
24
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL49910.0 R0910A
65
1
53
47
59
47
53
58
57
56
54
54
55
33
33
50
38
38
38
38
51
27
91
92
12
27
27
27
29
30
90
13
10
25
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL49910.0 R0910A
6
36
20
19
17
18
2
1
7
21
22
28
2
21
22
20
19
17
17
18
31
35
34
37
38
33
32
35
34
32
33
48
39
5
39
5
37
38
28
27
37
38
45
5
44
44
47
37
38
47
44
45
44
5
41
41
2
2
2
2
42
49
7
38
2
2
46
93
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL49910.0 R0910A
26
2
2
16
25
23
2
6
2
2
2
2
2
2
27
27
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL49910.0 R0910A
Onderdeel Nr. 301407 R0910A Gedrukt in China © 2010 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PETL49910 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor