ProForm PETL59709 de handleiding

Type
de handleiding
Sticker met
serienummer
M
odelnr. PETL59709.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on-
derdelen die ontbreken of bescha-
digd zijn, neem dan contact op met
de winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
M
ONTAGE00 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de omslag van deze hand-
leiding en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Opmerking: de sticker(s) worden niet op ware
grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
2
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen,
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de
vloer(bedekking) te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 130
kg of minder wegen gebruikt worden.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletische
ondersteunende kleding wordt aanbevolen
voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingsschoenen. Gebruik de loopband
nooit met blote voeten, sokken of met san-
dalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 8). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer met
randaarde dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
stekker beschadigd is.Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 15 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AN
TE ZETTEN op pagina 10).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houdt u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband ge-
bruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om
schokkende versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch apparaat.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
feningen.
WAARSCHUWING: lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
g
ebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de reset/off
s
troomonderbreker in de uitpositie wanneer u
de loopband niet gebruikt. (zie de tekening op
pagina 5 voor de locatie van de stroomonder-
breker.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 14.) U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Steek geen enkel onderwerp in welke opening
dan ook van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
2
4.
GEVAAR: T
rek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vóór het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en voor
het bijregelen zoals beschreven is in deze
handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten-
zij een technicus dat aangeeft. Onderhoud,
anders dan de procedures in deze handleid-
ing moeten uitsluitend worden uitgevoerd
door een erkende onderhoudsvertegenwo-
ordiger.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de
dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn
voelt, stop dan meteen met het oefenen en
begin met een afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire PRO-
F
ORM
®
Q
UICKSTART 5.0 loopband. Deze QUICK-
START 5.0 loopband biedt een reeks aan indrukwek-
kende functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen ef-
fectiever en leuker te maken. Als u geen oefeningen
d
oet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waardoor
deze minder dan de helft van de ruimte inneemt van an-
dere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
d
oor voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nah et lezen van de
handleiding nog vragen hebt. Noteer het productnum-
mer en het serienummer voordat u met ons contact
o
pneemt. De plaats waar u beide stickers kunt vinden,
wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Polssensor
Sleutel/Klip
Reset/off
Stroomonderbreker
Loopband
Platform met Kussen
Voetkussentje
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Accessoire Houder
6
1. Zorg dat het snoer niet op het stopcontact is
aangesloten.
Druk de Knop van de Staander (106) in het on-
derste gedeelte van de rechter Staander (104).
Zorg ervoor dat de randjes van de Knop van de
Staander in de gaten van de Plaat van de Knop
van de Staander (107) zitten.
1
106
104
107
Gaten
2. Draai de Knop van de Staander (106) tegen de
klok in totdat de Staanders (104) vrij kunnen
draaien. Breng de Staanders met de hulp van
een tweede persoon omhoog. De Knop van de
Staander zit te los wanneer de Staanders niet in
de getoonde stand tot stilstand komen. Laat de
Staanders neer en draai de Knop van de
Staander met de klok mee vast. Breng dan de
Staanders weer omhoog.
Draai de Knop van de Staanders (106) met de
klok mee om de Staanders (104) rechtop vast te
stellen.
2
MONTAGE
M
ontage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Opmerking: De onderkant van de loopriem van de loopband is bedekt met een smeermiddel voor een goede
werking. Het kan zijn dat tijdens het verzenden wat van het smeermiddel aan de bovenkant van het loopplatform
o
f karton terecht is gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als er zich
smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek
en een reiniger zonder schuurmiddel.
104
106
7
3
. Draai de Handleuningen (101) en het bedien-
ingspaneel naar beneden.
B
edieningspaneel
3
101
4. Draai het bedieningspaneel naar boven.
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel
volledig is uitgeklapt wanneer u de loopband
gebruikt.
5. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen doorzichtig plastic
op de loopbandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een matje onder de loopband om
de vloer of het vloerkleed te beschermen. Bewaar de bijgesloten hexagonale sleutel op een veilige plaats; de
hexagonale sleutel wordt gebruikt om de band bij te stellen (zie pagina 16 en 17).
4
Bedieningspaneel
8
D
E REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
U
w loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
behandel de band of het loopplatform nooit met siliconen spray of ander middel. Als u dat doet, zult u de
loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Als het niet goed functioneert geeft
de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zo-
doende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer
en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen voor een door de
fabrikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer
in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt
met alle plaatselijke regelingen. BELANGRIJK: de loopband kan
niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout cir-
cut gebruikt worden.
Stopcontact van de
Loopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden.
Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is.
Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker
monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
9
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening-
spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening-
spaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend en
prettig te oefenen.
Wanneer de handmatige instelling gekozen wordt, kunt
u de snelheid en de helling van de loopband met een
druk op de toets veranderen. Tijdens de oefening zal
het bedieningspaneel doorlopende feedback over uw
oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door
gebruik te maken van de ingebouwde handgreep met
polssensor.
Het bedieningspaneel bevat tevens 12 voorafin-
gestelde programmaʼs—zes na te streven calorieën
oefeningen en zes prestatie oefeningen. Elke oefening
beheert automatisch de snelheid en de helling van de
loopband als het u door een effectieve oefeningsessie
begeleidt.
Raadpleeg pagina 10 om de stroom in te schakelen.
Raadpleeg pagina 10 om de handmatige modus te
gebruiken. Raadpleeg pagina 12 om een voorafin-
gesteld programma te gebruiken. Raadpleeg pagina
13 om de informatie instelling in te stellen.
BELANGRIJK: als er een doorzichtig stuk plastic
op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het
plastic. Draag alleen schone schoenen wanneer u
de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopplatform te voorkomen. De eerste keer dat u
de loopband gebruikt dient u de uitlijning van de
loopband te bestuderen en het midden van de
loopband aan te passen indien dit nodig is (zie
pagina 17).
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Raadpleeg DE INFORMATIE MODUS op pagina 13
om te weten te komen welke maateenheid gekozen is
of om van maateenheid te veranderen. Opmerking: om
het eenvoudig te houden worden in alle instructies kilo-
meters gebruikt.
Sleutel
Clip
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
10
HOE HET APPARAAT AN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Sluit het snoer aan (zie pa-
gina 8). Zoek vervolgens
naar de reset/off stroomon-
derbreker [RESET/OFF] op
het onderstel van de loop-
band bij het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de
reset-positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een
demo-instelling die ontworpen is om de loopband
in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instel-
ling is gekozen wanneer de displays gaan branden
zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt
en de stroomonderbreker zich in de reset positie
vindt. Druk, om de demo-instelling uit te schakelen,
een paar seconden op de Stop-toets [STOP]. Raad-
pleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 13 om de
demo-instelling uit te schakelen wanneer de dis-
plays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op pagina 9) en maak de clip aan de tailleband van
uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bediening-spa-
neel. Kort daarna zal de display oplichten. BELAN-
GRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel
van het bedieningspaneel trekken, zodat de loop-
band vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te zet-
ten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa-
neel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
d
e linkerkant. De handleuningen moeten vrij naar
beneden kunnen draaien en het bedieningspaneel
moet omhoog gedraaid worden voordat u de loop-
band gebruikt (zie pagina 7).
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige in-
stelling geselecteerd. Wanneer een oefening al
gekozen is, trek dan de sleutel uit en steek deze
weer in.
3. Voer uw gewicht in als u dat wilt.
Voor de nauwkeurigste calorieënmeting moet u uw
gewicht in het bedieningspaneel invoeren door
meerdere keren op de Gewichtstoename [ENTER
WEIGHT] of afname toets te drukken. Opmerking:
Uw gewicht zal nadat u het hebt ingevoerd in het
geheugen worden opgeslagen.
4. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START], de
Snelheidstoename [SPEED] toets, of een van de
Quick Km/h toetsen genummerd 2 tot 16 om de
loopband te starten.
Als de Starttoets of de Snelheidstoename wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/H. Als u een oe-
fening doet, kunt u de snelheid van de loopband
naar wens aanpassen door de snelheidstoename
en afname toetsen in te drukken. De snelheid zal,
met iedere druk op een van de toetsen, met 0,1
Km/H veranderen. Wanneer u de toets ingedrukt
houdt dan zal de snelheid met 0,5 Km/H per keer
veranderen. Opmerking: indien u drukt op een van
de genummerde snelheidstoetsen, zal de snelheid
van de loopband geleidelijk worden aangepast tot
het de gewenste snelheidsinstelling bereikt.
De snelheid zal wanneer u een van de genum-
merde Quick Km/h toetsen indrukt geleidelijk toen-
emen tot de gekozen snelheidsinstelling.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd gaat in de display knipperen. Om
de loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets
Start of op de toets Snelheidstoename.
Reset
11
5. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
D
ruk op de Hellingtoename [INCLINE] of afname
toets of op een van de Quick % graad [QUICK %
G
RADE] toetsen om de helling van de loopband te
veranderen. Elke keer als u op de Helling ver-
hogen of verlagen toets drukt, verandert de helling
met 0,5%. Wanneer u op een van de Quick %
graad toetsen drukt dan zal de helling geleidelijk
tot de gekozen helling ingesteld worden.
6. Volg uw voortgang op de display.
De display bevat vijf instellingen:
Snelheid [Km/H u MPH]—Deze instelling geeft
de snelheid van de loopband weer.
Tijd [TIME]is—Deze instelling toont de verlopen
tijd. Opmerking: Indien u een oefening selecteert,
zal de display de resterende tijd in de oefening
weergeven in plaats van de verlopen tijd.
Afstand [DISTANCE]—Deze instelling geeft de
gelopen afstand aan.
Calorieën [CALORIES]—Deze instelling toont het
totale geschatte aantal calorieën dat u hebt ver-
brand.
Scan [SCAN]—Deze instelling geeft her-
haaldelijk, iedere keer een paar seconden lang,
de snelheid, tijd, afstand, en calorieën aan.
Elke keer als u de sleutel invoert in het bedien-
ingspaneel, wordt de Scan instelling geselecteerd.
De Scan indicator zal in de display verschijnen en
een tweede instelling indicator zal aangeven welke
instelling momenteel wordt weergegeven.
Opmerking: Wanneer u een andere instelling hebt
gekozen, druk dan meerdere keren op de Display
Instelling [DISPLAY MODE] om de scan instelling
opnieuw te kiezen.
Druk herhaaldelijk op de Display Instelling toets om
de snelheid, tijd, of calorieën instelling voor door-
lopende weergave te selecteren. De indicatoren
geven aan welke instelling is geselecteerd. Zorg
dat Scan-indicator niet meer verschijnt.
De display zal iedere keer dat de helling verandert
de hellinginstelling een paar seconden lang
aangeven. De display geeft uw hartslag aan wan-
n
eer u de handgreep met polssensor (zie pagina 7)
gebruikt.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
7. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Verwijder de plas-
tic vellen van de
metalen contact-
punten op de
polsstang voordat
u de handgreep
met polssensor
gaat gebruiken.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Ga om uw hartslag te meten op de voetbalken
staan en plaats uw handen op de metalen contact-
punten van de polsstang. Beweeg uw handen
niet. Een hartsymbool zal bij iedere hartslag op de
display gaan flikkeren wanneer uw pols gemeten
kan worden, en uw hartslag meting zal
aangegeven worden. Voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de con-
tactpunten gedurende 15 seconden vast te
houden.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste posi-
tie. De helling van de loopband moet zich in de
laagste stand bevinden wanneer u de loopband
wilt opbergen, anders kan de loopband bescha-
digd worden. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband, plaats dan
de reset/off stroomonderbreker [RESET/OFF] in de
“off”-positie en haal de stekker uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Contactpunten
12
HET GEBRUIK VAN EEN VOORAF INGESTELDE
OEFENING
1
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie stap 1 op pagina 10.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Druk om een voorafin-
gesteld programma te
kiezen op een na te
Streven Calorieën
Oefening toets [CALO-
RIE GOAL WORK-
OUTS] of meerdere keren op de prestatie oefenin-
gen toets totdat de naam van de gewenste oefen-
ing op de display verschijnt. Na een paar seconden
zal het bedieningspaneel de maximum snelheidsin-
stelling en de duur van de oefening aangeven.
Opmerking: de naam en een profiel van de snelhei-
dsinstellingen van iedere oefening is op het bedien-
ingspaneel aangegeven. Tevens is bij benadering
het aantal verbranden calorieën die u tijdens het
oefenen zult verbranden op het bedieningspaneel
aangegeven.
3. Voer uw gewicht in als u dat wilt.
Zie stap 3 op pagina 10.
4. Start de loopband.
Druk op de toets Start [START] of de toets
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te
beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt,
zal de loopband zich automatisch aanpassen aan
de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oe-
fening. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling
geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking:
dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan wor-
den geprogrammeerd voor opeenvolgende seg-
menten.
U zult aan het eind van ieder segment een aantal
geluiden horen. Drie seconden voordat de snelheid
en/of de helling van de loopband gaat veranderen,
zal de snelheid en de helling in de display
opflikkeren en een aantal stel tonen zal u
waarschuwen. De loopband zal dan automatisch
d
e snelheid en/of de helling instellingen van het
volgende segment instellen.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. De loopband zal vertragen tot deze
stopt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Snelheid en Helling [INCLINE], als
het volgende segment van de oefening begint,
dan zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de snelheid en hellinginstellingen
voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint bij ongeveer 2 km/uur te bewegen, Als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
BELANGRIJK: de geprinte nummers onder de
profielen aan de linkerkant van het bedien-
ingspaneel zijn bij benadering het aantal calo-
rieën dat u tijdens het oefenen zult verbranden.
Het echte aantal calorieën dat u zult verbranden
zal afhangen van uw gewicht. Tevens zal het
handmatige veranderen van de snelheid en de
helling van de loopband tijdens het oefenen het
aantal verbranden calorieën beïnvloeden.
5. Volg uw voortgang op de display.
Zie stap 6 op pagina 11.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 11.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 11.
13
DE INFORMATIE MODUS
Het bedieningspaneel bevat een informatie instelling
zodat u de maateenheid in mijlen of kilometers kunt
kiezen en om de display demo instelling aan en uit het
doen. De informatie instelling houdt ook het aantal
uren dat de loopband gebruikt is en de totale afstand
d
at de band gedraaid heeft bij.
Om de informatie instelling te selecteren, houdt u de
toets Stop [STOP] ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de toets
Stop weer loslaat. Als de informatie instelling is gese-
lecteerd, zal de volgende informatie worden afgebeeld:
Er verschijnt een “M” voor
metrische kilometers of een
“E” voor Engelse mijlen op
de display. Druk op de toets
Snelheidstoename [SPEED]
om naar wens de meeteen-
heid te wijzigen.
Het bedieningspaneel toont een demostand, die on-
twikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geë-
taleerd in een winkel. Als de demostand aan staat, zal
het bedieningspaneel normaal functioneren als u de
stekker insteekt, de reset/off-
s
troomonderbreker in de re-
setstand schakelt en de sleu-
tel in het bedieningspaneel
steekt. Als u de sleutel eruit
haalt, dan blijven de displays
verlicht hoewel de toetsen niet werken. Indien de
d
emo instelling is aangezet, dan zal een ʻdʼ op de dis-
play verschijnen terwijl de informatie instelling is gese-
lecteerd. Om de display demostand aan of uit te
zetten, kunt u op de toets Snelheid afnemen drukken.
Druk op de Instelling
[DISPLAY MODE] toets om
het aantal uren dat de loop-
band gebruikt is geweest te
zien.
Druk op de Instelling toets
om het totale aantal kilome-
ters (of mijlen) dat de band
gedraaid heeft te zien.
Om de informatie instelling te
verlaten, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te
halen.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND OPKLAPPEN VOOR OPSLAG
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loopband
o
pbergt. Als u dit niet doet kunt u de loopband beschadigen
als u deze uitvouwt. Verwijder de sleutel en trek het strooms-
noer uit het stopcontact. OPGELET: u moet op veilige wijze in
staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te
verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die
door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET: om let-
sels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic
voetsteunen. Buig uw knieën en houdt u rug recht terwijl u
het onderstel optilt. Til het onderstel half omhoog naar de
verticale stand.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de opslagpositie
vergrendelt. Draai, om de loopband in de tweede opberg
stand te plaatsen, de handleuning in de opklapstand (bekijk
tekening 1). Trek dan de vergrendelknop naar links en til de
loopband tot de tweede opklapstand. Zorg dat de vergren-
delknop in de opslagpositie is vergrendeld.
Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vlo-
erbedekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving
waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband in de op-
slagpositie te zetten, zoals hierboven beschreven. Zorg dat de
vergrendelknop in de opslagpositie is vergrendeld.
1. Houd één handgreep vast en zet een voet tegen een van de
wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de wieltjes.
Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats.
Verplaats de loopband nooit door deze naar achteren te
hellen. Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van
de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel
voorkomt. Verplaats de loopband niet over een ongelijk
oppervlak.
3. Plaats een voet tegen een wiel en breng de loopband
voorzichtig omlaag tot deze in de opslagpositie staat.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangegeven. Trek de Vergrendelknop naar
links en houd deze vast. Het kan nodig zijn om het onderstel naar voren te duwen als u de knop naar links
trekt. Draai het onderstel naar onderen en laat de Vergrendelknop los.
2. Zie tekening 1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangegeven. OPGELET: Houd niet
alleen de plastic grijprails vast en laat het onderstel niet op de grond vallen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht. Draai mocht dat nodig zijn de handleuningen naar onder.
Handleuning
Wiel
Vergrendelknop
Onderstel
Opklapstand
1
2
Onderstel
14
15
PROBLEMEN OPLOSSEN
D
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt
u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 8). Als u
een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet lan-
ger is dan 1,5 meter. BELANGRIJK: de loopband is niet geschikt voor stopcontacten die
met RCD zijn uitgerust.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker
[RESET/OFF] die zich op het onderstel van de
loopband bevindt naast het snoer. Als de scha-
kelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de
stroomonderbreker afgegaan. Om de stroomon-
derbreker opnieuw in te stellen, wacht u vijf mi-
nuten en drukt u de schakelaar weer in.
PROBLEEM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/off stroomonderbreker (zie bovenstaande tekening). Als de stroomonder-
breker is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-pa-
neel haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de
demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP]
een aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raad-
pleegt u DE INFORMATIEMODUS op pagina 13 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a.Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
NEEM HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de drie M4,2 x 19mm Schroeven met
Tussenringkop (7) en verwijder voorzichtig de
Motorkap (71).
Doorge-
slagen
Resetten
c
71
7
7
a
16
Zoek de Sensorschroef (116) en de Magneet
(49) aan de linkerkant van de Katrol (47). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
S
ensorschroef. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Sensorschroef ongeveer 3 mm
i
s. Draai, indien nodig, de M4,2 x 19mm
Schroef (3) wat los en verplaats de
Bladveerschakelaar enigszins. Draai de
Schroef weer vast.
Maak de motorkap (niet getoond) weer vast
met de drie M4,2 x 19mm Schroeven met
Tussenringkop (niet getoond). Laat de loop-
band een paar minuten draaien om te control-
eren of de snelheid juist wordt afgelezen.
PROBLEEM: De helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het wijzigen
van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer in.
De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het
minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Als u een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dan
niet langer is dan 1,5 meter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan
de loopband beschadigd raken. Verwijder de
sleutel en NEEM HET SNOER UIT HET STOP-
CONTACT. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol een kwartslag naar links met de in-
bussleutel. Als de loopband goed vastzit, moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
Boven
aanzicht
49
3
116
3 mm
47
Bijstelbouten van de ruststandrol
5-7 cm
b
17
PROBLEEM: De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden
b
egeeft dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan NEEM HET SNOER UIT HET STOP-
C
ONTACT. Als de loopband naar links is ver-
schoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om
de linker bijstelbout van de ruststandrol een
halve slag naar rechts te draaien; als de loop-
band naar rechts is verschoven kunt u de
linker bijstelbout van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker
uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot
de loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt
gelopen, dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan NEEM HET SNOER UIT HET STOP-
CONTACT. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol een kwartslag naar rechts met de
inbussleutel. Als de loopband goed vastzit, moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Steek dan de
stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
b
18
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
v
erbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
d
e eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
19
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL59709.0 R0709A
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding om de onderdelen die hi-
eronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1
2 3/8" x 1" Bout
25M4,2 x 13mm Tussenstuk
Hoofdschroef
3 31 M4,2 x 19mm Schroef
4 24 M4,2 x 13mm Schroef
54M4,2 x 16mm Schroef
61Sleutel/Klip
73M4,2 x 19mm Schroef van de
Tussenring
82M8 x 35mm Bout
92M8 x 90mm Bout
10 4 5/16" x 2" Bout
11 1 3/8" x 1 3/4" Inbusbout
12 1 3/8" x 1 1/2" Bout
13 2 3/8" x 1 3/4" Bout
14 2 3/8" x 3/4" Bout
15 2 1/4" x 1 1/4" Bout
16 12 #8 x 1/2" Schroef
17 2 1/4" x 5/8" Bout
18 4 M4,2 x 13mm Schroef van de
Bandgeleider
19 2 M6 x 60mm Bout
20 6 M4,2 x 25mm Tekschroef
21 2 3/8" x 1/2" Bout
22 1 3/8" x 2" Bout
23 5 #6 x 1/2" Schroef
24 1 M4 x 10mm Schroef
25 8 1/4" x 1/2" Bout
26 8 1/4" x 3/8" Bout
27 1 #8 x 1/2" Schroef
28 2 M6 Gespleten Tussenring
29 3 #6 Plat Tussenstuk
30 1 #8 Plat Tussenstuk
31 3 M4,2 Stertussenstuk
32 2 3/8" Stertussenring
33 2 1/2" Tussenring
34 12 Platform met Kussen
35 4 Kussen van het Achterste Platform
36 5 3/8" Slotmoer
37 4 M8 Flensmoer
38 1 M4 Borgmoer
39 2 1/2" Slotmoer
40 4 5/16" Slotmoer
41 3 Kapclip
42 1 Linker Voetleuning
43 1 Vergrendelwaarschuwingssticker
44 2 Isolator
45 1 Loopoppervlak
46 1 Loopband
47 1 Aandrijfrol/Katrol
48 2 Riemgeleider
4
9 1 Magneet
50 1 Klem van de Sensorschroef
51 1 Aandrijfmotor
52 2 Schakelhuls van het Achterste
Onderstel
53 2 Schakelhuls van het Voorste
Onderstel
54 2 Motorbus
55 1 Controller
56 1 Elektronische Plaat
57 1 Transformator
58 1 Hellingmotor
59 1 Rechter voetleuning
60 1 Hellingbuis
61 1 Onderstel
62 2 Rolbeugel
63 1 Ruststandrol
64 2 Achterwiel
65 1 Kapje van de Hellingbuis
66 1 Rechterachtervoet
67 1 Hellingbeen
68 1 Linkerachtervoet
69 1 Inbussleutel
70 1 Kapaccent
71 1 Motorkap
72 1 Stroomsnoeradapter
73 1 Stroomsnoer
74 1 Ferrietklem
75 1 Filter
76 1 Reset/off Stroomonderbreker
77 1 Ontvanger
78 1 Onderpan
79 2 Basiskapje
80 4 Basisvoet
81 2 Waarschuwingssticker
82 1 Basis
83 2 Wielpen
84 2 Wielhuizing
85 2 Voorste Wiel
86 1 Opbergvergrendeling
87 1 Vergrendelknop
88 1 Schacht van de Staander
89 1 Polsstang
90 1 Geaarde Polsdraad
91 1 Bedieningspaneel
92 1 Opbinddraad
93 1 Basis van het Bedieningspaneel
94 1 Linker Stop van het
Bedieningspaneel
95 1 Rechter Stop van het
Bedieningspaneel
20
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
96 1 Achterkant van het
Bedieningspaneel
97 1 Toegangsdeur
9
8 1 Draad van de Staander
99 1 Kapje van de Linker Staander
1
00 2 Kapje van de Handleuning
101 1 Handleuning
102 2 Buis van het Bedieningspaneel
103 2 Kussen van de Handleuning
104 1 Staander
105 1 Kapje van de Rechter Staander
106 1 Knop van de Staander
107 1 Plaat van de Knop van de Staander
108 1 Gedraaide Plaat van de Rechter
Staander
109 1 Rechter Binnen Versnellingsplaat
110 1 Rechter Buiten Versnellingsplaat
111 1 Linker Buiten Versnellingsplaat
112 1 Linker Binnen Versnellingsplaat
113 1 Gedraaide Plaat van de Linker
Staander
114 1 Kap van de Staander
115 2 Doorvoerhuls
116 1 Sensorschroef
117 1 Motoraandrijfriem
118 1 Plaat van de Drijfmotor
119 1 Controller Aardingsdraad
1
20 1 Huls van de Liftmotor
121 1 Houder van de Helling Stop
1
22 1 Motorbedrading van de Helling
123 1 Geaarde Draad van de Achterste
Roller
124 4 Plastic Binddraad
125 6 8" Kabelband
126 4 Draadband
127 1 Eindkapje van het Slot
128 2 1/4" Plat Tussenstuk
*–4" Rode draad, M/V
*–16" Witte draad, 2F
*–6" Witte draad, 2F
*–18" Blauwe draad, 2F
*–4" Blauwe draad, 2F
*–4" Zwarte draad, 2F
*–10" Groen/Geel met Draadsticker
Voor/Achter
*–12" Groene/Gele draad, F/R
*–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie de
achterkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderde-
len worden niet getoond.
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL59709.0 R0709A
21
1
1
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
8
8
9
9
10
10
11
12
13
14
14
65
15
15
16
16
16
16
16
16
17
18
18
19
19
24
31
38
49
50
28
28
34
34
35
35
34
36
36
36
37
37
37
37
40
40
34
44
42
46
45
63
62
68
64
67
66
60
64
62
59
47
53
52
55
54
56
57
53
52
58
48
44
43
69
48
51
61
116
117
128
118
119
120
122
121
123
124
3
34
3
34
3
34
3
34
128
31
22
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL59709.0 R0709A
2
2
2
3
7
7
7
20
20
20
20
22
2
23
23
23
29
29
36
36
41
41
41
77
76
39
33
39
33
80
80
80
80
74
72
73
88
70
71
75
78
79
82
81
81
86
87
83
84
85
84
85
13
79
83
29
125
126
127
3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
5
4
3
20
3
3
3
16
20
102
3
103
21
21
16
16
25
25
25
25
32
32
102
90
89
91
92
94
95
97
96
93
103
104
100
98
99
115
98
26
26
26
26
105
114
107
106
27
101
100
113
112
111
110
109
108
30
115
4
5
5
6
23
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL59709.0 R0709A
Onderdeel Nr. 281406 R0709A Gedrukt in China © 2009 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
INFORMATIE OVER HERGEBRUIK
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

ProForm PETL59709 de handleiding

Type
de handleiding