10
HOE HET APPARAAT AN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Sluit het snoer aan (zie pa-
gina 8). Zoek vervolgens
naar de reset/off stroomon-
derbreker [RESET/OFF] op
het onderstel van de loop-
band bij het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de
reset-positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een
demo-instelling die ontworpen is om de loopband
in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instel-
ling is gekozen wanneer de displays gaan branden
zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt
en de stroomonderbreker zich in de reset positie
vindt. Druk, om de demo-instelling uit te schakelen,
een paar seconden op de Stop-toets [STOP]. Raad-
pleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 13 om de
demo-instelling uit te schakelen wanneer de dis-
plays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op pagina 9) en maak de clip aan de tailleband van
uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bediening-spa-
neel. Kort daarna zal de display oplichten. BELAN-
GRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel
van het bedieningspaneel trekken, zodat de loop-
band vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te zet-
ten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa-
neel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
d
e linkerkant. De handleuningen moeten vrij naar
beneden kunnen draaien en het bedieningspaneel
moet omhoog gedraaid worden voordat u de loop-
band gebruikt (zie pagina 7).
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige in-
stelling geselecteerd. Wanneer een oefening al
gekozen is, trek dan de sleutel uit en steek deze
weer in.
3. Voer uw gewicht in als u dat wilt.
Voor de nauwkeurigste calorieënmeting moet u uw
gewicht in het bedieningspaneel invoeren door
meerdere keren op de Gewichtstoename [ENTER
WEIGHT] of afname toets te drukken. Opmerking:
Uw gewicht zal nadat u het hebt ingevoerd in het
geheugen worden opgeslagen.
4. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START], de
Snelheidstoename [SPEED] toets, of een van de
Quick Km/h toetsen genummerd 2 tot 16 om de
loopband te starten.
Als de Starttoets of de Snelheidstoename wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/H. Als u een oe-
fening doet, kunt u de snelheid van de loopband
naar wens aanpassen door de snelheidstoename
en afname toetsen in te drukken. De snelheid zal,
met iedere druk op een van de toetsen, met 0,1
Km/H veranderen. Wanneer u de toets ingedrukt
houdt dan zal de snelheid met 0,5 Km/H per keer
veranderen. Opmerking: indien u drukt op een van
de genummerde snelheidstoetsen, zal de snelheid
van de loopband geleidelijk worden aangepast tot
het de gewenste snelheidsinstelling bereikt.
De snelheid zal wanneer u een van de genum-
merde Quick Km/h toetsen indrukt geleidelijk toen-
emen tot de gekozen snelheidsinstelling.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd gaat in de display knipperen. Om
de loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets
Start of op de toets Snelheidstoename.
Reset