ProForm PETL80910 1649881 de handleiding

Type
de handleiding
Sticker met
serienummer
Modelnr. PETL80910.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on-
derdelen die ontbreken of bescha-
digd zijn, neem dan contact op met
de winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
M
ONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is, het nummer op de omslag van
deze handleiding en vraag om een vervan-
gende sticker. Plak de sticker op de aange-
geven plaats. Opmerking: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich ervan te overtuigen dat alle gebrui-
kers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbedek-
king te beschermen.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 135
kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletisch on-
dersteunende kleding wordt aanbevolen voor
zowel mannen als vrouwen. Draag altijd trai-
ningsschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 14). Geen enkel ander ap-
paraat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14)
snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes
vandaan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of de
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 22 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN
TE ZETTEN op pagina 16).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband ge-
bruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw
oefeningen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
l
oopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de
S
chakelaar in de uitstand wanneer u de loop-
band niet gebruikt. (zie de tekening op pagina
5 voor de locatie van de Schakelaar.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 21). U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Steek geen enkel onderwerp in een opening
van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24.
GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
t
act. Doe dit ook bij het schoonmaken van de
loopband, voor het plegen van onderhoud en
voor het afstellen zoals staat beschreven in
deze handleiding. Verwijder nooit de mo-
torkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding moeten uitsluitend worden
uitgevoerd door een erkende onder-
houdsvertegenwoordiger.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de
dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn
voelt, stop dan meteen met het oefenen en
begin met een afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire PRO-
F
ORM
®
7
00 ZLT loopband. Deze 700 ZLT loopband
biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te
maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke
l
oopband opvouwen, waardoor deze minder dan de
helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
N
oteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
a
angegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Lade
Sleutel/Clip
Schakelaar
Loopband
Kussen van het Oppervlak
Voetleuning
Ruststandrol
Afstelbouten
Bedieningspaneel
Polssensor
6
Tussenstuk van de
Basisvoet (94)–2
#8 x 3/4" Schroef
(1)–10
3/8" Sterring
(11)–6
#8 x 1" Tekschroef
(5)–4
3/8" Moer (10)–3
5/16" Sterring
(13)–2
#10 Sterring
(12)–4
#8 x 1" Schroef
(53)–4
#10 x 3/4" Schroef
(2)–4
3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3)–2
5/16" x 1" Hechtbout
met Platte Kop (14)–4
3/8" x 4" Hechtbout (7)–4
1/4" x 1" Hechtbout
(9)–4
3/8" x 2" Bout (8)–3
5/16" x 1" Hechtbout
(4)–2
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-
t
eerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver-
p
akkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u de bijgeleverde inbussleutel nodig , uw eigen Phillips schroeven-
draaier , verstelbare moersleutel , Punttang , een schaars .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: som-
mige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen
elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegele-
verd.
7
2. Draai de loopband voorzichtig naar de linkerkant
met de hulp van een tweede persoon. Vouw het
Onderstel (55) gedeeltelijk zodat de loopband
stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig in.
Verwijder de twee aangegeven bouten (B) en de
vervoerbeugel (C) en gooi deze weg.
Snij de banden die de Draad van de Staander
(87) aan de Basis (95) bevestigen door. Plaats
een plastic draad in het aangegeven gat in de
Basis en gebruik het draad om het Draad van de
Staander uit het gat te trekken.
Bevestig twee Basisvoeten (90) aan de Basis
(95) in de weergegeven richtingen met twee
Basisvoettussenstukken (94) en twee #8 x 1"
Tek Schroeven (5).
Bevestig dan twee Basisvoeten (90) met slechts
#8 x 1" Tek Schroeven (5).
2
95
5
55
90
90
5
5
5
90
94
90
87
Gat
94
1
. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Verwijder de 3/8" Moer (10), de 3/8" x 2" Bout
(8), en de verzendbeugel (A) van de Basis (95).
Herhaal deze stap voor de andere kant van
d
e loopband.
De 3/8" Moeren (10) en de 3/8" x 2" Bouten (8)
worden gebruikt in de montagestappen 3 en 6.
Gooi de verzendbeugels weg.
95
A
8
10
C
B
1
8
5. Houd de Rechter Staander (85) tegen de Basis
(95) vast. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (87) niet bekneld raakt. Steek twee
3/8" x 4" Hechtbouten (7) en een 3/8" x 1 1/2"
Hechtbout (3) met drie 3/8" Sterringen (11) in de
Rechter Staander.
Draai de 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en de 3/8" x 1
1/2" Hechtbout (3) vast totdat de koppen van de
Hechtbouten de Rechter Staander (85) raken;
draai de Hechtbouten nog niet te vast.
95
85
87
11
11
3
7
5
4. Zoek de Rechter Staander (85) die staat
aangegeven met een ʻRechtsʼ-sticker (L of Left
geeft links aan; R of Right geeft rechts aan).
Houd de Rechter Staander bij de Basis (95) vast
zoals afgebeeld.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Rechter Staander (85) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander (87)
vast. Trek dan aan het andere eind van de
draadband totat de Draad van de Staander
goed door de Rechter Staander ligt.
Opbinddraad
87
85
95
87
4
Opbind-
draad
85
87
3. Maak een Wiel (96) vast aan de Basis (95) met
de 3/8" x 2" Bout (8) en de 3/8" Moer (10) die u
heeft verwijderd in montagestap 1. Draai de
M
oer niet te strak vast. Het wiel moet vrij
kunnen draaien.
Druk een Basiskapje (89) in het Onderstel (95).
95
8
10
3
96
89
9
7. Houd de Linker Staander (84) tegen de Basis
(95) vast. Steek twee 3/8" x 4" Hechtbouten (7)
en een 3/8" x 1 1/2" Hechtbout (3) met drie 3/8"
Sterringen (11) in de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 4" Hechtbouten (7) en de 3/8" x
1 1/2" Hechtbout (3) totdat de koppen van de
Hechtbouten de Linker Staander (84) raken.
Draai de Hechtbouten nog niet te vast.
Leg met de hulp van een tweede persoon de
loopband neer zodat de Basis (95) plat op de
vloer ligt.
84
7
95
11
11
3
7
6. Draai de loopband voorzichtig naar de
rechterkant met de hulp van een tweede per-
soon. Vouw het Onderstel (55) gedeeltelijk
z
odat de loopband stabieler is; vouw het
Onderstel nog niet volledig in.
Verwijder de twee aangegeven bouten (B) en de
vervoerbeugel (C) en gooi deze weg.
Maak een Wiel (96) vast aan de Basis (95) met
de 3/8" x 2" Bout (8) en de 3/8" Moer (10) die u
heeft verwijderd in montagestap 1. Draai de
Moer niet te strak vast. Het wiel moet vrij
kunnen draaien.
Druk een Basiskapje (89) in het Onderstel (95).
6
8
55
10
95
89
96
C
B
10
8. Zoek naar de Linker Basiskap (88) en de
Rechter Basiskap (91). Schuif de Linker
Basiskap op de Linker Staander (84) en de
Rechter Basiskap op de Rechter Staander (85).
91
85
8
4
88
8
9. Schuif de Rechter Staanderkap (86) op de
Rechter Staander (85).
Verwijder de draadband van de beugel op de
Rechter Handleuning (83). Druk, indien nodig,
de 5/16" Kooimoeren (38) terug op hun plaats.
Houd de Rechter Handleuning (83) bij de
Rechter Staander (85) vast. Plaats de Draad
van de Staander (87) door de beugel op de on-
derkant van de Rechter Handleuning en uit het
uiteinde van de Rechter Handleuning.
Maak de Rechter Handleuning (83) aan de
Rechter Staander (85) vast met twee 5/16" x 1"
Hechtbouten met Platte Kop (14), een 5/16" x 1"
Hechtbout (4), en een 5/16" Sterring (13) zoals
afgebeeld. Maak de Hechtbouten nog niet
vast.
Herhaal deze stap voor de linkerkant van de
loopband. Opmerking: er is geen draad in de
Linker Staander.
38
83
Beugel
14
4
13
86
85
87
9
10. Plaats het bedieningspaneel met de bovenkant
op een zachte oppervlakte zodat het bedien-
ingspaneel niet bekrast wordt. Verwijder de
twee #8 x 3/4" Schroeven (1). Haal de
Dwarsstang (107) eraf.
10
107
Bedienings-
paneelmodule
1
11
12. Draai de twee 5/16" x 1" Hechtbouten (4) en de
vier 5/16" x 1" Hechtbouten met Platte Kop (14)
(alleen één kant wordt getoond) goed vast.
Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de Rechter Handleuning
(83) en de Linker Handleuning (niet getoond)
vast.
Verbind de Draad van de Staander (87) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken te
draaien en het nog eens te proberen. ALS U DE
VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET. Verwijder de draadband
uit de Draad van de Staander.
Sluit de aardingsdraad van het bedieningspa-
neel aan op de Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel (52).
Bedienings-
paneelmodule
12
Draad
van het
Bedien-
ings-
paneel
Draad-
band
Aardingsdraad
83
87
4
52
87
Draad
van het
Bedien-
ings-
paneel
11. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereed-
schap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (2)
niet te vast, om de Dwarsstang (107) niet te
beschadigen.
Draai de Dwarsstang (107) zoals afgebeeld.
Maak de Dwarsstang aan de Handleuningen
(82, 83) vast met vier #10 x 3/4" Schroeven (2)
e
n vier #10 Sterringen (12). Draai de
Schroeven nog niet vast.
Steek het Onderstel van het Bedieningspaneel
(102) in de Handleuningen (82, 83). Maak het
Onderstel van het Bedieningspaneel met vier
1/4" x 1" Hechtbouten (9) vast. Draai de
Hechtbouten niet te vast. Zorg ervoor dat de
Draad van de Staander (87) niet bekneld
raakt.
Draai een #10 x 3/4" Schroef (2) in ieder
uiteinde van de Dwarsstang (107); draai de
Schroeven niet te vast. Draai dan de andere
#10 x 3/4" Schroef (2) in iedere uiteinde van de
Dwarsstang.
Draai de vier 1/4" x 1" Hechtbouten (9) vast.
11
107
12
9
2
83
102
8
2
87
9
12
2
E
erste
Eerste
14
14. Houd de Rechter Staanderkap (86) tegen het
bedieningspaneel vast. Stel de gaten in de
Rechter Staanderkap gelijk met de gaten in de
Rechter Staander (85). Maak de Rechter
Staanderkap vast met twee #8 x 3/4" Schroeven
(1).
Maak de Linker Staanderkap (80) op dezelfde
manier aan de Linker Staander (84) vast.
Zie stap 5 en 7. Draai de vier 3/8" x 4"
Hechtbouten (7) en de twee 3/8" x 1 1/2"
Hechtbouten (3) vast.
14
85
84
1
1
Bedieningspaneel-
module
86
80
13. Zet het bedieningspaneel op de Linker en
Rechter Handleuningen (82, 83). Zorg ervoor
dat de draden niet bekneld raken. Steek het
overschot aan Draad van de Staander (87) in de
R
echter Handleuning.
Maak het bedieningspaneel aan de Dwarsstang
(107) vast met zes #8 x 3/4" Schroeven (1).
D
raai eerst alle zes Schroeven wat aan, en
draai dan elke Schroef vast.
Maak de twee Klemmen van het Bedienings-
paneel (105) aan het Bedieningspaneel vast
met vier #8 x 1" Schroeven (53).
13
83
105
53
87
1
1
1
Bedieningspaneelmodule
82
107
15. Breng daarna het Onderstel (55) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (51) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig de Vergrendelingbeugel (6) aan de
Opbergvergrendeling (51) aan de Basis (95)
met twee 3/8" x 2" Bouten (8) en twee 3/8"
Moeren (10).
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) in de beugel op het
Onderstel (55) met een 3/8" x 2" Bout (8) en een
3/8" Moer (10). Opmerking: Het kan nodig zijn
om het Onderstel heen en weer te schuiven om
de Opbergvergrendeling uit te lijnen met de
beugel.
Breng het Onderstel (55) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 21).
15
51
95
10
Grote
loop
8
55
10
6
8
Vergrendel-
knop
12
13
Als u de optionele borstkas polssensor koopt (zie pagina 20), volg dan de onderstaande stappen om de
ontvanger die u bij de borstkas polssensor krijgt, te installeren.
1. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten. Verwijder de elf #8 x
3/4" Schroeven (1) en de vier #8 x 1/2"
Schroeven (16) uit de achterkant van de Basis
van het Bedieningspaneel (106).
2. Til voorzichtig het bedieningspaneel van de
Basis van het bedieningspaneel (106) af. Zorg
ervoor dat u niet trekt aan de Draad van het
Bedieningspaneel (A). Zoek naar de Korte
Draad (B) aan de achterzijde van het bedien-
ingspaneel. Sluit de draad van de Ontvanger (C)
aan op de Korte Draad.
Raadpleeg de inzet-tekening. Haal het papier
van het kussen aan de achterkant van de
Ontvanger (C). Houd de Ontvanger zo dat de
antenne is gericht zoals afgebeeld.
Druk de Ontvanger (C) op de achterkant van de
bedieningspaneelmodule op de aangegeven lo-
catie.
3. Zie stap 1. Bevestig de bedieningspaneelmod-
ule opnieuw. Zorg dat bedrading niet beklemd
raakt. Gooi alle andere draden weg die bij de
ontvanger zijn geleverd.
1
1
1
106
16
1
1
2
Bedieningspaneelmodule
B
A
Antenne
Kussentje
C
C
106
B
16. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Opmerking: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de
m
eegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te
stellen (zie paginaʼs 23 en 24).
1
1
16
16
14
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een
hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
m
et siliconen spray of ander middel. Als u dat
doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE
STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een stroomsnoer en een ge-
aarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen
voor een door de fabrikant aanbevolen stroom-
snoer.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
t
act te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer
in het stopcontact van de loopband.
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
15
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening-
spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening-
spaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband biedt een reeks functies die zijn ontwik-
keld om uw oefeningen effectiever te maken. U kunt
wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid
en de hellingstand van de loopband veranderen met
de druk op een toets. Tijdens de oefening zal het be-
dieningspaneel doorlopende feedback over uw oefe-
ning geven. U kunt uw hartslag zelfs meten met ge-
bruik van de handgreep polssensor of de optionele
borstkas polssensor (zie pagina 20 voor informatie
over de optionele borstkas polssensor).
Het bedieningspaneel biedt twaalf snelle caloriever-
bandende oefeningen. Elke oefening beheert automa-
tisch de snelheid en de helling van de loopband als het
u door een effectieve oefeningsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel biedt ook het iFit interactieve
workout-systeem. Het iFit-systeem accepteert
iFitkaarten met oefeningen die zijn ontwikkeld om u te
helpen specifieke fitnessdoelen te bereiken. U kunt bij-
voorbeeld ongewenste ponden verliezen met een 8-
weeks gewichtsverliesoefening.De iFit-kaarten regelen
automatisch de loopband. iFit-kaarten zijn afzonderlijk
verkrijgbaar. Om op enig moment iFit-kaarten te
kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u met het
telefoonnummer op de voorkant van deze handlei-
ding. iFit-kaarten zijn ook in geselecteerde winkels
verkrijgbaar.
Of u nu de handmatige modus of een oefening kiest, u
kunt luisteren naar uw favoriete trainingsmuziek of au-
dioboeken met het eersteklas stereogeluidsysteem
van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten, raadpleeg pagina 16.
Raadpleeg pagina 16 om de handmatige instelling
te gebruiken. Raadpleeg pagina 18 voor een calorie-
verbrandingsoefening. Raadpleeg pagina 19 om een
iFit-oefening te gebruiken. Raadpleeg pagina 20 om
de informatiemodus te gebruiken. Raadpleeg pa-
gina 20 om het stereogeluidssysteem te gebruiken.
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
16
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
p
onenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
14). Zoek vervolgens naar
de schakelaar op het on-
derstel van de loopband bij
het stroomsnoer. Zorg dat
de schakelaar in de reset
stand staat.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt in-
gestoken en de aan/uitschakelaar in de resetstand
is gezet, gaat de demostand aan. Om de demo-
modus uit te schakelen, houdt u de Stop-knop
[STOP] enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE
INFORMATIEMODUS op pagina 20 om de demo-in-
stelling uit te schakelen wanneer de displays bli-
jven branden.
Ga op de voetenkuss-
entjes van de loop-
band staan. Zoek naar
de klip die aan de
sleutel vastzit en
schuif de klip aan de
tailleband van uw
kleding. Plaats de
sleutel in het bedien-
ingspaneel. Kort
daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsituatie kunt u
aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken,
zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt.
Test de clip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedien-
ingspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit
het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van
de clip bij.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedi-
eningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. De eerste keer dat u de loopband ge-
bruikt dient u de uitlijning van de loopband te
bestuderen en het midden van de loopband aan te
passen indien dit nodig is (zie pagina 24).
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en
d
e afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te
ontdekken welke meeteenheid is geselecteerd, of om
de meeteenheid te wijzigen zie DE INFORMATIE-
MODUS op pagina 20. Opmerking: om het eenvoudig
te houden, verwijzen alle instructies in deze paragraaf
naar kilometers.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie DE ELEKTRICITEIT INSCHAKELEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleu-
tel invoert,
wordt de
handmatige
modus gese-
lecteerd. Als
u een oefen-
ing heeft geselecteerd, drukt u herhaaldelijk op
een van de oefeningtoetsen [WORKOUTS] tot een
spoor verschijnt in het display.
3. Start de loopband.
Om de loopband opnieuw te starten, druk op de
Go-toets [GO], de toets Snelheid [SPEED] ver-
hogen of een van de genummerde directe snelhei-
dstoetsen [QUICK SPEED].
Als de Go-toets of de toets Snelheidstoename
wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te
bewegen met een snelheid van 2 Km/u. Als u een
oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband
naar wens aanpassen door de toetsen
Snelheidstoename of afname in te drukken.
Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de
snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u
een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid
met stapjes van 0,5 Km/u.
Indien u drukt op een van de genummerde snelhei-
dstoetsen, zal de snelheid van de loopband gelei-
delijk worden aangepast tot het de gewenste snel-
heidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display knipperen. Om de
loopband opnieuw te starten, druk op de Go-toets,
de toets Snelheidstoename of een van de genum-
merde directe snelheidstoetsen.
Spoor
Resetten
Sleutel
Clip
17
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
D
ruk om de helling van de loopband te veran-
deren, op de Hellingstoename en -afname [QUICK
I
NCLINE] toetsen of een van de genummerde
hellingssneltoetsen. Elke keer als u op een van de
hellingstoetsen drukt, zal de helling geleidelijk ve-
randeren tot de geselecteerde hellinginstelling is
bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
De bovenste
helft van de
display zal
een spoor
van 400 m
aangeven
wanneer de handmatige instelling gekozen wordt.
Terwijl u oefent, zullen verschillende indicators
achtereenvolgens rond het spoor verschijnen tot-
dat het hele spoor verschijnt. Het spoor zal dan
verdwijnen en de indicators zullen weer opnieuw
na elkaar verschijnen.
De bovenste helft van dedisplay kan ook de ver-
streken tijd laten zien, de afstand die u heeft
gelopen of gerend, de snelheid van de loopband of
het geschatte aantal calorieën dat u heeft ver-
brand, uw tempo in minuten per mijl en de helling
van de loopband. Druk herhaaldelijk op de toets
Display [DISPLAY] tot de gewenste oefeningsinfor-
matie verschijnt.
De linkeronderhoek van
de display toont de ver-
streken tijd, de afstand
die u heeft gelopen of
gerend, en het
hellingsniveau van de
loopband. Opmerking: indien u een snelle calorie-
verbrandingsoefening selecteert, zal de display de
resterende tijd in de oefening weergeven in plaats
van de verlopen tijd.
In de rechter bovenhoek
van de display wordt het
aantal verbrande calo-
rieën, de snelheid van
de loopband en uw
tempo in minuten per
mijl bij benadering weergegeven. De rechterkant
van de display geeft ook uw hartslag weer als u
gebruik maakt van de handgreep met polssensor
of de optionele borstkas polssensor.
Om de display te resetten drukt u op de toets Stop,
haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er
weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Opmerking: indien u de Handgreep polssensor
en de Borstkas-polssensor tegelijkertijd ge-
bruikt, zal het console uw hartslag niet
nauwkeurig weergeven. Zie pagina 20 voor meer
informatie over de optionele borstkas-sensor.
Voordat u de
handgreep met
polssensoren ge-
bruikt, verwijdert
u het plastic
laagje van de
metalen contact-
punten. Zorg er
ook voor dat uw
handen schoon
zijn.
Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op de
voetbalken en houdt de metalen contactpunten
vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag is
gedetecteerd zal het hartsymbooltje in de display
bij elke hartslag knipperen, een of twee streepjes
zullen verschijnen en uw hartslag wordt dan
aangegeven. Houd de contactpunten ongeveer
15 seconden vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand van de loopband in
de laagste positie. De helling van de loopband
moet zich in de laagste stand bevinden wan-
neer u de loopband wilt opbergen anders kan
de loopband beschadigd worden. Haal vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en be-
waar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te ge-
bruiken, zet de aan/uitschakelaar in de uitstand en
neemt u het snoer uit het stopcontact. BELAN-
GRIJK: als u dit niet doet, kunnen de elek-
trische onderdelen van de loopband voortijdig
slijten.
Metalen Contactpunten
18
DE SNELLE CALORIEVERBRANDINGSOEFENING
GEBRUIKEN
1
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 16.
2. Selecteer een van de snelle calorieverbranding-
soefeningen.
Om een van de twaalf snelle calorieverbranding-
soefeningen te selecteren, drukt u op een van de
snelle Calorieverbrandingsoefeningtoetsen [QUICK
CALORIE BURN WORKOUTS].
Bij het se-
lecteren van
elke calorie-
verbranding-
soefening,
verschijnt de
duur en de
naam van de
oefening in
het display. Daarnaast knipperen de maximum
snelheidsinstelling en de maximum hellingsin-
stelling van de oefening in de display gedurende
een paar seconden en zal een profiel van de snel-
heidsinstellingen van de oefeniing over de display
rollen. Als het profiel niet verschijnt, drukt u her-
haaldelijk op de toets Display [DISPLAY].
3. Start de loopband.
Druk op de toets Go [GO] of de toets Snelheids-
toename [SPEED] om met de oefening te begin-
nen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefen-
ing. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling
geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking:
dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan wor-
den geprogrammeerd voor opeenvolgende seg-
menten.
Tijdens de oefening, wordt uw profiel weergegeven
zodat u uw vorderingen kunt volgen. De knip-
perende balk van het profiel stelt het huidige oefen-
ingsegment voor. De hoogte van het knipperende
segment
geeft de
weer-
s
tandsin-
stellingen
v
oor het
huidige seg-
ment weer. Aan het einde van elk segment zal een
reeks geluidjes te horen zijn. Als een andere snel-
heid en/of hellinginstelling is geprogrammeerd voor
het volgende onderdeel, dan zal de nieuwe snel-
heid en/of hellinginstelling knipperen in het display
om u te waarschuwen. De loopband past dan au-
tomatisch de snelheidsinstelling en/of hellingsin-
stelling aan die is geprogrammeerd voor het vol-
gende onderdeel.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra-
gen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan kunt
u de instelling handmatig overschrijven door te
drukken op de toetsen Snelheid en Helling [IN-
CLINE], als het huidige segment van de oefen-
ing eindigt, dan zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de Snelheid- en
Hellinginstellingen voor het volgende on-
derdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Go of
op de toets Snelheidstoename. De loopband begint
bij ongeveer 2 km/uur te bewegen, Als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 17.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 17.
Huidige Segment
19
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-OEFENING
Om op enig moment iFit-kaarten te kopen gaat u naar
w
ww.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op de
voorkant van deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in
g
eselecteerde winkels verkrijgbaar.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 16.
2. Plaats een iFit-kaart en selecteer een oefening.
Om een iFit-oefening te gebruiken, plaatst u een
iFit-kaart in de iFit-sleuf, zorgt u dat de iFit-kaart zo
geplaatst is dat de metalen contacten naar bene-
den zijn gericht en geplaatst zijn in de iFit-sleuf. Als
de iFit-kaart goed is geplaatst, zal het iFitt-logo
gaan branden.
Vervolgens selecteert u een iFit-oefening door te
drukken op de iFit verhogen en verlagen-toetsen
naast de iFit-gleuf. Als u een iFit-oefening heeft
geselecteerd, verschijnt de duur van de oefening in
het display. Daarnaast knipperen de maximum
snelheidsinstelling en de maximum hellingsin-
stelling van de oefening in de display gedurende
een paar seconden en zal een profiel van de snel-
heidsinstellingen van de oefeniing over de display
rollen. Als het profiel niet verschijnt, drukt u her-
haaldelijk op de toets Display [DISPLAY].
Elke iFit-oefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Er is één hellinginstelling en één
tempo-instelling geprogrammeerd voor elk seg-
ment. Opmerking: Dezelfde snelheid en/of
hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd
voor opeenvolgende segmenten.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Go [GO] of de toets Snelheids-
t
oename [SPEED] om met de oefening te begin-
nen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
l
oopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefen-
ing. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Tijdens de oefening zal de stem van een personal
trainer u door de oefening begeleiden. U kunt een
audioinstelling voor uw persoonlijke trainer kiezen
(zie DE INFORMATIEMODUS op bladzijde 20).
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan
kunt u de instelling handmatig overschrijven door
te drukken op de toetsen snelheid en helling [IN-
CLINE], als echter het volgende onderdeel van
de oefening begint, dan zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstellingen voor het volgende on-
derdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Go of
op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint langzaam te bewegen. Echter, als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 17.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 17.
OPGELET: Haal de iFit-kaarten altijd uit de iFit-
sleuf als u deze niet gebruikt.
iFit Card
iFit Logo
iFit Slot
20
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatiemodus die
h
et gebruik van de loopband bijhoudt en u uw eigen
bedieningspaneel instelling laat invoeren.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u de
toets Stop [STOP] ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de toets
Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is gese-
lecteerd, zal de volgende informatie in de display ver-
schijnen:
De linkeronder-
hoek van de dis-
play toont het
aantal uren dat
de loopband is
gebruikt. De
rechteronder-
hoek van de dis-
play toon het to-
taal aantal kilometers (of mijlen) waarop de loopband
heeft bewogen.
Er verschijnt een M voor metrische kilometers of een E
voor Engelse mijlen op de display. Druk op de toets
Snelheidstoename om de meeteenheid te wijzigen.
Het bedieningspaneel toont een demostand, die on-
twikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geë-
taleerd in een winkel. Terwijl de demo-instelling is
aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal ge-
bruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt,
de stroomonderbreker in de reset positie geplaatst
wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken
wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de dis-
plays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Indien de
demomodus is aangezet, dan zal een ʻdʼ op de
rechteronderhoek van de display verschijnen terwijl de
informatiemodus is geselecteerd. Om de display
demostand aan of uit te zetten, kunt u op de toets
Snelheid afnemen drukken.
U kunt desgewenst een audio-instelling selecteren
voor uw personal trainer. Als u een iFit-kaart gebruikt
zal een personal trainer u door de oefening begelei-
den. Druk op de toets Hellingtoename [INCLINE] om
de stem van de persoonlijke trainer aan en uit te
zetten. Het woord ON of OFF zal op de display ver-
schijnen.
Het volumeniveau verschijnt in de rechterbovenhoek
van de display. Om het volumeniveau aan te passen
drukt u op de toets Hellingstoename.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te halen.
DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken af te spelen via de stere-
o
luidsprekers van het bedieningspaneel, moet u uw
MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke audio-
s
peler op het bedieningspaneel aansluiten via de
audio-aansluiting.
Om de audio-aansluiting te gebruiken zoekt u het au-
diosnoer en steekt deze in de audio-aansluiting. Steek
dan het audiosnoer in een aansluiting op uw MP3-
speler, CD-speler of andere persoonlijke audio-speler.
Zorg dat het audiosnoer volledig is aangesloten.
Druk dan op de toets
Afspelen op uw MP3-
speler, CD-speler of an-
dere persoonlijke audio-
speler. Pas het volume
aan op uw persoonlijke
audio-speler of druk op
de toetsen Volume
[VOL.] omhoog en omlaag op het bedieningspaneel.
Opmerking: als het volume niet kan worden vergroot,
dient u ervoor te zorgen dat het volumeniveau niet is
ingesteld op 0 (zie DE INFORMATIEMODUS op deze
pagina).
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bedien-
ingspaneel.
DE OPTIONELE BORSTKAS POLSSENSOR
De optionele borstkas polssensor levert een handen-
vrije werking en controleert de hartslag tijdens de oe-
feningen. Voor aankoop van de optionele borstkas
polssensor belt u met het telefoonnummer op de
omslag van deze handleiding.
Volumeafname
Volumetoename
21
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
l
oopband opbergt. Als u dit niet doet kunt u de
loopband beschadigen als u deze uitvouwt.
V
erwijder de sleutel en trek het stroomsnoer uit het
stopcontact. OPGELET: u moet op veilige wijze in
staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht. Til het onderstel half omhoog naar
de verticale stand.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de op-
slagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen dient u deze eerst
i
n te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de op-
s
lagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het onder-
stel van de loopband met uw rechterhand vast.
Trek de Vergrendelknop naar links en duw het on-
derstel lichtjes naar voren. Draai het onderstel naar
onderen en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het on-
derstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug
recht.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergren-
delknop
2
Onderstel
22
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt
u
de omslag van deze handleiding.
P
ROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 12). Als u
een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet lan-
ger is dan 1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onder-
stel van de loopband bevindt naast het snoer. Als
de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is
de schakelaar afgegaan. Om de stroomonderbre-
ker opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en
drukt u de schakelaar weer in.
PROBLEEM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-pa-
neel haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de
demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP]
een aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raad-
pleegt u DE INFORMATIEMODUS op pagina 20 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET STROOMSNOER UIT HET STOP-
CONTACT. Houd de Staanders (84, 85) met de
hulp van een tweede persoon voorzichtig om-
laag. Er kunnen drie Kapschroeven (A) zitten in
de onderkant van de Onderpan (75). Als dat zo is
dient u deze te verwijderen. Opmerking: u heeft
een Philips-schroevendraaier met een as van
minstens 13 cm lang nodig.
Breng dan de Staanders (84, 85) weer omhoog.
Doorgeslagen Resetten
c
A
A
84
75
85
a
23
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1) en
draai de Motorkap (62) voorzichtig uit.
Zoek de Snelheidssensor (73) en de Magneet
(47) aan de linkerkant van de Katrol (48). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3
mm is. Draai de #8 x 3/4" Kopschroef (18) indien
nodig los, verplaats de Snelheidssensor lichtjes
en maak de Schroef weer vast. Bevestig de
Motorkap weer (niet afgebeeld) met de #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld). Maak, indien nodig
de Kapschroeven weer vast (niet afgebeeld).
Laat de loopband een paar minuten draaien om
te controleren of de snelheid juist wordt
afgelezen.
PROBLEEM: De helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het wijzigen
van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer in. De
loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het mini-
mumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14)
snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan de
loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel
en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON-
TACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststan-
drol een kwartslag naar links met de inbussleutel.
Als de loopband goed vastzit moet u elke rand
van de loopband 5 tot 7 cm van het loopopper-
vlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband
in het midden zit. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
Boven-
aanzicht
47
18
73
3 mm
48
Rolbouten van de Ruststandrol
5—7 cm
b
62
1
24
PROBLEEM: De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden
b
egeeft dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
T
E HALEN. Als de loopband naar links is ver-
schoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om
de linker bijstelbout van de ruststandrol een
halve slag naar rechts te draaien; als de loop-
band naar rechts is verschoven kunt u de
linker bijstelbout van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen,
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
HALEN. Draai beide bijstelbouten van de rust-
standrol een kwartslag naar rechts met de inbus-
sleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke
rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopop-
pervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loop-
band in het midden zit. Steek dan de stekker in
het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loop-
band een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
a
b
25
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
v
erbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
d
e eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
26
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL80910.0 R0810A
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding om de onderdelen die
h
ieronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 23 #8 x 3/4" Schroef
24#10 x 3/4" Schroef
323/8" x 1 1/2" Hechtbout
425/16" x 1" Hechtbout
54#8 x 1" Tekschroef
61Vergrendelingsbeugel
743/8" x 4" Hechtbout
863/8" x 2" Bout
941/4" x 1" Hechtbout
10 6 3/8" Moer
11 6 3/8" Sterring
12 4 #10 Sterring
13 2 5/16" Sterring
14 4 5/16" x 1" Hechtbout met Platte Kop
15 5 #8 x 3/4" Tekschroef
16 4 #8 x 1/2" Schroef
17 1 Motorisolator
18 11 #8 x 3/4" Kopschroef
19 2 #8 x 1 1/2" Schroef
20 2 5/16" x 1 1/2" Bout
21 2 5/16" x 3 5/8" Bout
22 2 3/8" x 1" Hechtbout
23 1 1/4" x 1" Bout
24 2 Bout van de Ruststandrol
25 1 3/8" x 1 3/4" Bout
26 1 3/8" x 1 1/2" Bout
27 2 3/8" x 3/4" Bout
28 15 #8 x 1/2" Heldere Schroef
29 1 #8 x 1/2" Aardingschroef
30 8 #12 x 1 1/4" Schroef
31 2 1/4" Bout van de Motor
32 6 #8 Schroef
33 2 1/4" Tussenring
34 2 1/4" Gespleten tussenring
35 4 3/8" Slotmoer
36 4 5/16" Flensmoer
37 3 Kapclip
38 2 5/16" Kooimoer
39 2 Voetkussentje Sticker
40 1 Linker Voetleuning
41 1 Vergrendelwaarschuwingssticker
42 2 Kussen van het Oppervlak
43 2 Riemgeleider
44 1 Loopoppervlak
45 2 Onderstelkap
46 2 Tussenstuk van het Onderstel
47 1 Magneet
48 1 Voorwieltje/Katrol
49 1 Loopband
50 1 Audiosnoer
51 1 Opbergvergrendeling
52 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
53 4 #8 x 1" Schroef
54 1 Rechter Voetleuning
55 1 Onderstel
56 2 Rolbeugel
57 1 Geaarde Draad van Roller
58 1 Rechterachtervoet
59 1 Linkerachtervoet
60 1 Ruststandrol
61 1 Inbussleutel
62 1 Motorkap
63 1 Kapaccent
64 1 Onderstel van de Lift
65 1 Liftonderstel Grondbedrading
66 1 Motoraandrijfriem
67 1 Aandrijfmotor
68 1 Controller Aardingsdraad
69 1 Stroomsnoer
70 1 Ontvanger
71 1 Aan/uitschakelaar
72 1 Controller
73 1 Snelheidssensor
74 1 Klem van de Snelheidssensor
75 1 Onderpan
76 3 Opbinddraad
77 8 8" Opbinddraad
78 2 15" Opbinddraad
79 4 Los te maken Opbinddraad
80 1 Kap van de Linkerstaander
81 2 Kapje van de Handleuning
82 1 Linker Handleuning
83 1 Rechter Handleuning
84 1 Linker Staander
85 1 Rechter Staander
86 1 Kap van de Rechterstaander
87 1 Draad van de Staander
88 1 Linker Basiskap
89 2 Basiskapje
90 4 Basisvoet
91 1 Rechter Basiskap
92 2 Waarschuwingssticker
93 1 Draad van Helling
94 2 Tussenstuk van de Basisvoet
95 1 Basis
96 2 Wiel
97 1 Hellingmotor
98 1 Helling Motortussenstuk
99 1 Sleutel/Clip
100 3 Kabeldraad
27
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 1 Bedieningspaneel
102 1 Onderstel van het bedieningspaneel
103 1 Lade
1
04 1 5/32" Inbussleutel
105 2 Bedieningspaneelklem
106 1 Basis van het Bedieningspaneel
107 1 Dwarsstang
108 1 Stroomsnoeradapter
109 1 Beugel voor Elektronica
110 1 Filter
1
11 1 Transformator
112 2 Motorbus
*–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
20
21
21
34
33
34
33
28
32
32
43
43
30
45
30
30
30
39
40
36
36
36
47
45
46
36
44
41
49
48
54
39
60
55
56
56
46
58
59
61
57
18
24
23
18
19
19
20
24
30
30
30
30
28
42
18
42
18
104
8
51
10
8
10
10
8
6
28
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL80910.0 R0810A
63
15
15
15
15
74
18
73
37
37
37
1
1
1
22
22
28
62
64
76
75
65
28
31
67
66
77
79
78
68
28
28
72
111
109
110
28
28
28
28
69
108
71
70
112
17
3
2
32
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL80910.0 R0810A
29
90
5
90
5
90
5
96
96
8
7
11
7
11
27
35
89
89
85
95
92
92
94
90
5
94
25
26
35
35
97
98
87
10
10
8
93
87
86
83
82
81
81
80
38
38
1
1
14
14
4
4
13
13
9
9
27
35
84
3
3
11
11
88
91
30
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL80910.0 R0810A
99
53
1
103
1
01
12
107
1
2
52
29
102
106
1
1
1
1
1
12
2
1
1
1
1
100
1
105
105
50
53
16
16
1
1
16
16
31
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL80910.0 R0810A
Onderdeel Nr. 301057 R0810A Gedrukt in China © 2010 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PETL80910 1649881 de handleiding

Type
de handleiding