Documenttranscriptie
Air-Conditioners
PUHZ-ZRP • HA
PUHZ-ZRP • KA
INSTALLATION MANUAL
FOR INSTALLER
For safe and correct use, read this manual and the indoor unit installation manual thoroughly before installing
the air-conditioner unit.
INSTALLATIONSHANDBUCH
FÜR INSTALLATEURE
Aus Sicherheitsgründen und zur richtigen Verwendung vor der Installation die vorliegende Bedienungsanleitung
und die Installationsanleitung der Innenanlage gründlich durchlesen die Klimaanlage.
MANUEL D’INSTALLATION
Nederlands
PARA EL INSTALADOR
Para un uso correcto y seguro, lea detalladamente este manual y el manual de instalación de la unidad interior
antes de instalar la unidad de aire acondicionado.
MANUALE DI INSTALLAZIONE
Français
VOOR DE INSTALLATEUR
Lees deze handleiding en de installatiehandleiding van het binnenapparaat zorgvuldig door voordat u met het
installeren van de airconditioner begint.
MANUAL DE INSTALACIÓN
Deutsch
POUR L’INSTALLATEUR
Avant d’installer le climatiseur, lire attentivement ce manuel, ainsi que le manuel d’installation de l’appareil
intérieur pour une utilisation sûre et correcte.
INSTALLATIEHANDLEIDING
English
Español
PER L’INSTALLATORE
Per un uso sicuro e corretto, leggere attentamente il presente manuale ed il manuale d’installazione dell’unità
interna prima di installare il condizionatore d’aria.
Italiano
Eλληνικά
MANUAL DE INSTALAÇÃO
PARA O INSTALADOR
Para uma utilização segura e correcta, leia atentamente este manual e o manual de instalação da unidade
interior antes de instalar o aparelho de ar condicionado.
INSTALLATIONSMANUAL
TIL INSTALLATØREN
Læs af sikkerhedshensyn denne manual samt manualen til installation af indendørsenheden grundigt, før du
installerer klimaanlægget.
INSTALLATIONSMANUAL
Português
Dansk
FÖR INSTALLATÖREN
Läs bruksanvisningen och inomhusenhetens installationshandbok noga innan luftkonditioneringen installeras
så att den används på ett säkert och korrekt sätt.
Emniyetli ve doğru kullanım için, klima cihazını monte etmeden önce bu kılavuzu ve iç ünite montaj kılavuzunu
tamamıyla okuyun.
Svenska
Türkçe
Inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
Veiligheidsvoorschriften........................................................................... 35
Plaats ...................................................................................................... 36
Het buitenapparaat installeren ................................................................ 38
Installeren van de koelstoeidingen ........................................................ 38
Installatie van Draineerbuizen ................................................................. 41
6.
7.
8.
9.
10.
Elektrische aansluitingen......................................................................... 42
Proefdraaien ............................................................................................ 44
Detectiefunctie koelstoekkage eerste leervoorgang .............................. 44
Speciale functies ..................................................................................... 45
Het systeem controleren (Fig. 10-1) ........................................................ 45
Opmerking: Dit symbool is alleen van toepassing voor EU-landen.
Dit symbool voldoet aan Richtlijn 2002/96/EG, artikel 10 (Informatie voor gebruikers) en bijlage IV.
Mitsubishi Electric producten zijn ontwikkeld en gefabriceerd uit eerste kwaliteit materialen. De onderdelen kunnen worden gerecycled en worden
hergebruikt.
Het symbool betekent dat de elektrische en elektronische onderdelen op het einde van de gebruiksduur gescheiden van het huishoudelijk afval
moeten worden ingezameld.
Breng deze apparatuur dan naar het gemeentelijke afvalinzamelingspunt.
In de Europese Unie worden elektrische en elektronische producten afzonderlijk ingezameld.
Help ons mee het milieu te beschermen!
Voorzichtig:
• Zorg ervoor dat geen R410A in de atmosfeer terechtkomt:
• R410A is een geuoreerd broeikasgas dat onder het Kyoto-protocol valt en een aardopwarmingsvermogen (GWP) van 1975 heeft.
1. Veiligheidsvoorschriften
Lees alle “Veiligheidsvoorschriften” voordat u het apparaat installeert.
Deze apparatuur voldoet niet aan de toepasselijke technische normen
betreffende de limietwaarden voor ikkering waardoor dit een negatief
effect kan hebben op andere elektrische apparaten. Sluit de airconditioner aan op een aparte stroomkring en zorg ervoor dat deze de maximale
impedantie heeft die in deze handleiding wordt vermeld. Sluit geen andere apparaten op deze stroomkring aan.
Stel de aanleverende instantie op de hoogte of vraag om toestemming
voordat u het systeem aansluit op het net.
Informeer de klant na voltooiing van de installatie over de “Veiligheidsvoorschriften”,
het gebruik en het onderhoud van het apparaat en laat het apparaat proefdraaien om
de werking ervan te controleren. Zowel de installatie- als de gebruikershandleiding
dienen ter bewaring aan de gebruiker te worden gegeven. Deze handleidingen dienen
te worden doorgegeven aan latere gebruikers.
: Geeft een onderdeel aan dat geaard moet worden.
Waarschuwing:
Lees de stickers die op het apparaat zitten zorgvuldig.
Waarschuwing:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om het risico van verwonding of dood van de gebruiker te voorkomen.
Voorzichtig:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om schade aan het apparaat te voorkomen.
Waarschuwing:
• Het apparaat mag niet door de gebruiker zelf worden geïnstalleerd. Vraag de dealer
of een erkende installateur om het apparaat te installeren. Onjuiste installatie van
het apparaat kan leiden tot waterlekkage, elektrische schokken of brand.
• Volg voor de installatie de instructies in de installatiehandleiding en gebruik
gereedschap en pijpmateriaal dat speciaal is gemaakt voor gebruik met R410Akoelstof. De R410A-koelstof in het HFC-systeem wordt gebruikt onder een 1,6
maal grotere druk als normale koelstoffen. Wanneer niet voor R410A-koelstof
ontworpen pijpdelen worden gebruikt en het apparaat onjuist wordt geïnstalleerd, kunnen de pijpen knappen waardoor schade of letsel kan ontstaan.
Daarnaast kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand optreden.
• Het apparaat dient volgens de instructies te worden geïnstalleerd om het
risico op beschadiging bij een aardbeving of storm te beperken. Een onjuist
geïnstalleerd apparaat kan vallen en schade of letsel veroorzaken.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een constructie die het gewicht
ervan kan dragen. Als het apparaat wordt geïnstalleerd op een instabiele
constructie, kan het vallen en schade of letsel veroorzaken.
• Als het apparaat in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moeten maatregelen
worden genomen tegen het weglekken van koelstof. De concentratie weggelekt koelstof in de lucht mag de grenswaarden niet overschrijden. Vraag
de dealer wat u tegen het overmatig weglekken van koelstof kunt doen. Als
de concentratie koelstof in de lucht te hoog wordt, kan zuurstofgebrek in de
ruimte optreden.
• Ventileer de ruimte als er koelstof weglekt wanneer het apparaat in werking
is. Als de koelstof in contact komt met vuur, komen giftige gassen vrij.
• De installatie van de elektrische onderdelen moet worden uitgevoerd door
een gediplomeerde elektriciën in overeenstemming met de lokale regelgeving
en de instructies in deze handleiding. Installeer stroomonderbrekers en zorg
voor een juiste voedingsspanning. Sluit geen andere apparatuur aan op de
voedingsleidingen van de apparaten. Onjuist geïnstalleerde of ongeschikte
voedingsleidingen kunnen elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper of
koperlegeringen als koelstofpijpen. Als de pijpen onjuist worden aangesloten,
is het apparaat niet goed geaard en kunnen elektrische schokken optreden.
• Gebruik uitsluitend de gespeciceerde kabels voor het verbinden. De aansluitingen moeten stevig vastzitten zonder druk op de aansluitpunten. Splijt
de kabels nooit voor het bedraden (tenzij in deze handleiding anders wordt
aangegeven). Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan leiden tot oververhitting of brand.
• Het deksel van het aansluitblok van het buitenapparaat moet stevig worden
vastgemaakt. Bij onjuiste montage van het deksel kunnen stof en vocht in
het apparaat komen, wat een elektrische schok of brand kan veroorzaken.
• Gebruik bij het installeren of verplaatsen van het apparaat uitsluitend de voorgeschreven koelstof (R410A) voor het vullen van de koelstofpijpen. Meng de
koelstof niet met andere koelstoffen en let erop dat er geen lucht in de pijpen
achterblijft.
Als de koelstof wordt gemengd met lucht, kan dit een uitzonderlijk hoge druk
in de koelstofpijp tot gevolg hebben. Dit kan resulteren in explosiegevaar en
andere gevaren.
Als er een andere koelstof wordt gebruikt dan de voorgeschreven koelstof,
heeft dit mechanische storingen, storingen van het systeem of uitvallen van
het apparaat tot gevolg. In het ergste geval kan de veiligheid van het product
ernstig in gevaar komen.
• Gebruik uitsluitend door Mitsubishi Electric goedgekeurde accessoires en
vraag de dealer of een erkende installateur deze te installeren. Onjuiste installatie van accessoires kan leiden tot waterlekkage, elektrische schokken
of brand.
• Breng geen wijzigingen aan aan het apparaat. Neem voor reparatie contact
op met de dealer. Onjuist uitgevoerde reparaties of wijzigingen kunnen leiden
tot waterlekkage, elektrische schokken of brand.
• De gebruiker mag nooit proberen het apparaat zelf te repareren of te verplaatsen. Onjuiste installatie van het apparaat kan leiden tot waterlekkage,
elektrische schokken of brand. Als het apparaat moet worden gerepareerd of
verplaatst, neem dan contact op met de dealer of een erkende installateur.
• Controleer na voltooiing van de installatie op koelstoekkage. Als koelstof
naar de ruimte lekt en in contact komt met de vlam van een verwarmings- of
kookapparaat, komen giftige gassen vrij.
1.1. Voor de installatie
Voorzichtig:
• Gebruik het apparaat niet in bijzondere omgevingen. Installeer de airconditioner niet in ruimtes waarin deze wordt blootgesteld aan stoom, vluchtige
olie (inclusief machine-olie) of zwavelgas, gebieden met een zout klimaat
zoals de kust of gebieden waar het apparaat kan worden bedekt door sneeuw,
omdat hierdoor de prestaties aanzienlijk kunnen verminderen en schade kan
ontstaan aan de interne onderdelen.
• Installeer het apparaat niet in ruimtes waar brandbare gassen worden geproduceerd of kunnen lekken, stromen of samenstromen. Ophoping van brandbare
gassen rond het apparaat kan leiden tot brand of een explosie.
• Het buitenapparaat produceert condens tijdens de verwarmingsfase. Zorg
voor afvoer rond het buitenapparaat als dergelijk condensvocht schade kan
veroorzaken.
• Houd rekening met geluid en elektrische stroringen bij installatie van het
apparaat in een ziekenhuis of communicatieruimte. Stroomomzetters, huishoudelijke apparaten, hoogfrequente medische apparatuur en radiocommunicatieapparatuur kunnen storingen in de airconditioner veroorzaken. Omgekeerd kan de airconditioner storingen veroorzaken in medische apparatuur,
communicatieapparatuur en de weergave van beeldschermen.
35
1. Veiligheidsvoorschriften
1.2. Voor de installatie (verplaatsing)
Voorzichtig:
• Wees uitermate voorzichtig bij het vervoeren of installeren van de behuizingen. Het apparaat dient door twee of meer personen te worden getild,
aangezien het 20 kg of meer weegt. Til het apparaat niet op aan de verpakkingsbanden. Draag beschermende handschoenen als u de behuizing uit
de verpakking haalt en bij het vervoeren ervan, omdat u uw handen kunt
bezeren aan de ventilatoren, de randen of andere delen.
• Zorg dat het verpakkingsmateriaal op een veilige manier wordt weggeworpen. Verpakkingsmaterialen zoals klemmen en andere metalen of houten
onderdelen kunnen snijwonden of ander letsel veroorzaken.
• Controleer de dragende constructie en bevestiging van het buitenapparaat
regelmatig op loszitten, scheuren of andere beschadigingen. Als dergelijke
problemen niet worden verholpen, kan het apparaat vallen en schade of
letsel veroorzaken.
• Gebruik geen water om de airconditioner te reinigen. Hierdoor kunnen
elektrische schokken optreden.
• Trek alle ensmoeren aan tot het opgegeven aanhaalmoment met een
momentsleutel. Bij overmatig aantrekken kan de ensmoer na enige tijd
breken waardoor koelstof kan weglekken.
1.3. Voor de installatie van de elektrische bedrading
Voorzichtig:
• Installeer stroomonderbrekers. Als er geen stroomonderbrekers worden
geïnstalleerd, kunnen elektrische schokken optreden.
• Gebruik voor de voedingsleidingen standaardkabels met voldoende capaciteit. Te lichte kabels kunnen kortsluiting, oververhitting of brand veroorzaken.
• Oefen bij de installatie van de voedingsleidingen geen trekkracht uit op
de kabels. Als de aansluitingen loszitten, kunnen de kabels loskomen of
breken en oververhitting of brand veroorzaken.
• Zorg ervoor dat het apparaat goed is geaard. Sluit de aardleiding niet aan
op een gas- of waterleiding, bliksemaeider of aardleiding voor de telefoon.
Onjuiste aarding van het apparaat kan elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik stroomonderbrekers (aardlekschakelaar, isolatieschakelaar
(+B-zekering) en onderbreker met gegoten behuizing) met de opgegeven
capaciteit. Het gebruik van stroomonderbrekers met een te hoge capaciteit
kan storingen of brand veroorzaken.
1.4. Voor het proefdraaien
Voorzichtig:
• Zet de netspanningsschakelaar ten minste 12 uur voordat u het apparaat
gaat gebruiken aan. Als u het apparaat direct na het aanzetten van de
netspanningsschakelaar inschakelt, kunnen de interne onderdelen ernstig
beschadigd raken. Laat de netspanningsschakelaar altijd aanstaan gedurende het seizoen waarin u het apparaat gebruikt.
• Controleer voordat u begint met proefdraaien of alle panelen, beveiligingen
en andere beschermende onderdelen goed zijn geïnstalleerd. Draaiende of
warme onderdelen of onderdelen onder hoge spanning kunnen letsel veroorzaken.
• Raak de schakelaars nooit met natte vingers aan. Hierdoor kan een elektrische schok optreden.
• Raak de koelstofpijpen niet met blote handen aan als het apparaat in werking
is. De koelstofpijpen zijn heet of koud afhankelijk van de toestand van de
koelstof. Bij het aanraken van de pijpen kunt u brandwonden of bevriezingen
oplopen.
• Wacht nadat het apparaat is uitgeschakeld ten minste vijf minuten voordat
u de netspanningsschakelaar uitzet. Eerder uitzetten kan waterlekkage of
storingen veroorzaken.
1.5. Gebruik van airconditioners met R410A-koelstof
Voorzichtig:
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper
of koperlegeringen als koelstofpijpen. Controleer of de binnenkant van de
pijpen schoon is en vrij van schadelijke stoffen zoals zwavelverbindingen,
oxidanten, vuil of stof. Gebruik pijpen van de opgegeven dikte. (Zie 4.1.)
Let bij hergebruik van pijpen waarin R22-koelstof heeft gezeten op het
volgende.
- Vervang de bestaande ensmoeren en tromp de aansluitingsoppervlakken
opnieuw op.
- Gebruik geen dunne pijpen. (Zie 4.1.)
• Bewaar de pijpen die voor de installatie zullen worden gebruikt binnenshuis en laat de verzegeling aan beide uiteinden intact tot vlak voor het
solderen. (Laat kniestukken, etc. in hun verpakking.) Het binnendringen
van stof, vuil of vocht in de koelstofpijpen kan leiden tot achteruitgang van
de olie of compressorstoringen.
• Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (in kleine hoeveelheden) als
koelolie om de aansluitingsoppervlakken af te dichten. Vermenging van de
koelolie met mineraalolie kan leiden tot achteruitgang van de koelolie.
• Gebruik uitsluitend R410A-koelstof. Bij gebruik van andere koelstoffen
veroorzaakt de chloor achteruitgang van de koelolie.
• Gebruik gereedschap dat speciaal is ontworpen voor gebruik met R410Akoelstof. Het volgende gereedschap is vereist. Neem voor vragen contact
op met de dichtstbijzijnde dealer.
Gereedschap (voor R410A)
Verdeelventiel
Optrompgereedschap
Vulslang
Maatafstemmingsmeter
Gaslekdetector
Vacuümpompadapter
Momentsleutel
Elektronische koelstofdrukmeter
• Gebruik uitsluitend de juiste gereedschappen. Het binnendringen van stof,
vuil of vocht in de koelstofpijpen kan leiden tot achteruitgang van de koelolie.
• Maak geen gebruik van een vulcilinder. Het gebruik van een vulcilinder
leidt tot veranderingen in de samenstelling van de koelstof, waardoor de
efciëntie wordt verminderd.
2. Plaats
2.1. Koelpijpen (Fig. 2-1)
A
D
Controleer dat het verschil in hoogte tussen het binnen- en het buitenapparaat, de lengte van de koelpijpen en het aantal bochten in de leidingen
binnen de limieten zoals in onderstaande tabel aangegeven vallen.
B
Modellen
E
C
Fig. 2-1
36
ZRP35, 50, 60, 71
ZRP100, 125, 140
A Pijplengte
(1 richting)
Max. 50 m
Max. 75 m
B Hoogteverschil
Max. 30 m
Max. 30 m
C Aantal bochten
bends (1 richting)
Max. 15
Max. 15
• De begrenzingen voor het hoogteverschil zijn voor alle opstellingen van binnen- en buitenapparaten bindend, onafhankelijk van het feit welk apparaat hoger
opgesteld wordt.
D Binnenapparaat
E Buitenapparaat
2. Plaats
ZRP35, 50
0+
23
33
80
15
4 ,.
5
0+
30
95
9
0
943
630
30
2.2. De installatieplaats voor het buitenapparaat kiezen
ZRP60, 71
50
0
36
62
17
0
5
60
0
37
0
• Vermijd plaatsen die worden blootgesteld aan direct zonlicht of andere warmtebronnen.
• Kies een plaats waar niemand last heeft van het geluid van het apparaat.
• Kies een plaats die eenvoudige aansluiting van de elektrische bedrading en pijpen
naar het binnenapparaat mogelijk maakt.
• Vermijd plaatsen waar brandbare gassen worden geproduceerd of kunnen lekken,
stromen of samenstromen.
• Houd er rekening mee dat er tijdens de werking water uit het apparaat kan druppelen.
• Kies een vlakke constructie die bestand is tegen het gewicht en de trillingen van
het apparaat.
• Vermijd plaatsen waar het apparaat door sneeuw kan worden bedekt. In sneeuwrijke
gebieden moeten speciale maatregelen worden getroffen zoals het verhogen van
de installatieplaats of het plaatsen van een afdak om te voorkomen dat de sneeuw
in of tegen de luchtinlaat terechtkomt. De sneeuw kan de normale luchtstroom
bemoeilijken en storingen veroorzaken.
• Vermijd plaatsen die worden blootgesteld aan olie, stoom of zwavelgas.
• Gebruik de tilhandgrepen van het buitenapparaat om het apparaat te verplaatsen.
Als het apparaat van onderen wordt beetgepakt, kunnen verwondingen ontstaan
aan de handen of vingers.
2.3. Buitenafmetingen (Buitenapparaat) (Fig. 2-2)
2.4. Ventilatie en bereikbaarheid
ZRP100, 125, 140
2.4.1. Installatie op winderige plaatsen
30
10
Als het buitenapparaat wordt geïnstalleerd op een dak of een andere plaats waar
de wind vrij spel heeft, moet de luchtuitlaat van het apparaat zo worden gericht dat
deze niet rechtstreeks blootstaat aan krachtige windstoten. Krachtige windstoten
die de luchtuitlaat binnendringen kunnen de normale luchtstroom bemoeilijken en
storingen veroorzaken.
Hieronder volgen drie manieren om het apparaat tegen krachtige windstoten te
beschermen.
1 Richt de luchtuitlaat naar de dichtstbijzijnde muur, op ongeveer 50 cm van de
muur. (Fig. 2-3)
2 Installeer een optionele luchtgeleider als het apparaat wordt geïnstalleerd op een
plaats waar krachtige windstoten bij storm etc. rechtstreeks de luchtuitlaat kunnen
binnendringen. (Fig. 2-4)
A Luchtbeveiligingsgeleider
3 Plaats het apparaat indien mogelijk zo dat de luchtuitlaat in dezelfde richting blaast
als de seizoenswinden. (Fig. 2-5)
B Windrichting
50
1338
3
+
30
22
5
60
0
37
2.4.2. Bij installatie van één buitenapparaat (Raadpleeg de
laatste pagina)
0
Fig. 2-2
De minimale afmetingen zijn als volgt aangegeven, behalve voor Max., hetgeen
betekent de Maximale afmetingen.
De getallen tussen haakjes gelden voor de ZRP100-140-modellen.
Raadpleeg voor alle gevallen de getallen.
1 Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-6)
2 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-7)
•
Maak geen gebruik van de optionele luchtgeleiders voor een opwaartse luchtstroom.
*
350 voor de ZRP35, 50
*
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider moet de vrije ruimte voor de modellen
ZRP100-140 ten minste 500 mm bedragen.
3 Alleen obstakels aan de achterzijde en de zijkanten (Fig. 2-8)
4 Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-9)
A
5 Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-10)
*
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider moet de vrije ruimte voor de modellen
ZRP100-140 ten minste 500 mm bedragen.
6 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde en de zijkanten (Fig. 2-11)
Fig. 2-3
*
350 voor de ZRP35, 50
•
Maak geen gebruik van de optionele luchtgeleiders voor een opwaartse luchtstroom.
2.4.3. Bij installatie van meerdere buitenapparaten (Raad
pleeg de laatste pagina)
Fig. 2-4
Laat een ruimte van minimaal 350 mm (ZRP35, 50) of minimaal 10 mm (ZRP60-140)
tussen de units.
De getallen tussen haakjes gelden voor de ZRP100-140-modellen.
1 Alleen obstakels aan de achterzijde (Fig. 2-12)
2 Alleen obstakels aan de achter- en bovenzijde (Fig. 2-13)
•
•
Installeer niet meer dan drie apparaten naast elkaar. Laat bovendien ruimte vrij zoals afgebeeld.
Maak geen gebruik van de optionele luchtgeleiders voor een opwaartse luchtstroom.
*
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider moet de vrije ruimte voor de modellen
ZRP100-140 ten minste 1000 mm bedragen.
3 Alleen obstakels aan de voorzijde (Fig. 2-14)
4 Alleen obstakels aan de voor- en achterzijde (Fig. 2-15)
*
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider moet de vrije ruimte voor de modellen
ZRP100-140 ten minste 1000 mm bedragen.
5 Opstelling met één parallel apparaat (Fig. 2-16)
B
*
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 500 (1000) mm bedragen.
6 Opstelling met meerdere parallelle apparaten (Fig. 2-17)
*
Bij gebruik van een optionele uitlaatluchtgeleider voor een opwaartse luchtstroom moet de
vrije ruimte ten minste 1000 (1500) mm bedragen.
7 Opstelling met boven elkaar geplaatste apparaten (Fig. 2-18)
Fig. 2-5
•
•
Er kunnen twee apparaten boven elkaar worden geplaatst.
Installeer niet meer dan twee boven elkaar geplaatste apparaten naast elkaar. Laat bovendien ruimte vrij zoals afgebeeld.
37
3. Het buitenapparaat installeren
(mm)
• Zorg ervoor dat de eenheid op een stevig, waterpas oppervlak wordt geïnstalleerd om geratel tijdens het gebruik te voorkomen. (Fig. 3-1)
<Specicaties voor de fundering>
Funderingsbout
Max.
18 18
voor
ZRP35,
Max.
forde
ZRP35,
5050
Max.
30 30
voor
ZRP60-140
Max.
forde
ZRP60-140
320 kg
Uitstroomopening
Vent
Zet
diep ininthe
deground
grond
Set deep
ZRP60, 71
ZRP100-140
ZRP60, 71
Min. 360
600
600
600
Min. 10 175
175
330
25
300
330
154,5
154.5
33
154,5
Min. 350 154.5
Min. 460
330
370
600
500
ZRP100-140
25
ZRP35, 50
950
809
370
Min. 650
70 mm
Draagkracht
Waarschuwing:
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een constructie die het gewicht
ervan kan dragen. Als het apparaat wordt geïnstalleerd op een instabiele
constructie, kan het vallen en schade of letsel veroorzaken.
• Het apparaat dient volgens de instructies te worden geïnstalleerd om het risico op beschadiging bij een aardbeving of storm te beperken. Een onjuist
geïnstalleerd apparaat kan vallen en schade of letsel veroorzaken.
M10 (3/8”)
(3/8") bout
bolt
Basis
Base
Zo
As lang
long mogelijk.
as possible.
ZRP35, 50
500
120 mm
Lengte van de bout
• Zorg dat de lengte van de funderingsbout op een afstand van minder dan 30 mm
van de onderkant van de basis komt.
• Zet de basis van de eenheid stevig vast met vier M10-funderingsbouten op een
stevige ondergrond.
Installatie van het buitenapparaat
• Laat de uitstroomopening vrij. Als de uitstroomopening wordt geblokkeerd wordt
de werking van het apparaat bemoeilijkt, waardoor storingen kunnen ontstaan.
• Gebruik naast de basis van het apparaat de installatieopeningen aan de
achterzijde om waar nodig bedrading etc. te bevestigen. Gebruik zelftappende
schroeven (ø5 × 15 mm of minder).
A
B
C
D
E
M10 (3/8”)
Dikte van het beton
225
Min. 10
Fig. 3-1
225
1050
4. Installeren van de koelstoeidingen
4.1. Voorzorgsmaatregelen voor apparaten die gebruikmaken van R410A-koelstof
• Zie 1.5. voor niet hieronder vermelde voorzorgsmaatregelen voor airconditioners die gebruikmaken van R410A-koelstof.
• Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (in kleine hoeveelheden) als
koelolie om de aansluitingsoppervlakken af te dichten.
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper
of koperlegeringen als koelstofpijpen. Gebruik koelstofpijpen van de in de
onderstaande tabel aangegeven dikte. Controleer of de binnenkant van de
pijpen schoon is en vrij van schadelijke stoffen zoals zwavelverbindingen,
oxidanten, vuil of stof.
Gebruik altijd niet-oxiderend soldeer wanneer u de pijpen soldeert, anders
raakt de compressor beschadigd.
Waarschuwing:
Gebruik bij het installeren of verplaatsen van het apparaat uitsluitend de
voorgeschreven koelstof (R410A) voor het vullen van de koelstofpijpen.
Meng de koelstof niet met andere koelstoffen en let erop dat er geen lucht in
de pijpen achterblijft.
Als de koelstof wordt gemengd met lucht, kan dit een uitzonderlijk hoge druk
in de koelstofpijp tot gevolg hebben. Dit kan resulteren in explosiegevaar en
andere gevaren.
Als er een andere koelstof wordt gebruikt dan de voorgeschreven koelstof,
heeft dit mechanische storingen, storingen van het systeem of uitvallen van
het apparaat tot gevolg. In het ergste geval kan de veiligheid van het product
ernstig in gevaar komen.
Afmeting pijp (mm)
Dikte (mm)
[6,35
0,8
[9,52
0,8
[12,7
0,8
[15,88
1,0
• Gebruik geen dunnere pijpen dan hierboven aangegeven.
38
[19,05
1,0
4. Installeren van de koelstoeidingen
B
2°
45°± 2°
4.2. Aansluiten van de pijpen (Fig. 4-1)
øA
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiemateriaal bekleden (hittebestendig tot 100°C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de “are”-moer vastdraait. A
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast. B
• Gebruik, nadat alle aansluitingen gemaakt zijn, een lekkagedetector of zeepsop
om te controleren of er gaslekken zijn.
• Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken. C
• Gebruik de ensmoeren voor de volgende pijpafmetingen. D
.,4
R0
90° ± 0,5°
0.5°
A
.,8
R0
A Afsnijmaten tromp
B Aanhaalmoment ensmoer
Gaszijde Afmeting leiding (mm)
Vloeistofzijde Afmeting leiding (mm)
C
ZRP60, 71
[15,88
[9,52
ZRP100-140
[15,88
[9,52
• Let er bij het buigen van de pijpen op dat u deze niet breekt. Een buigstraal van
100 mm tot 150 mm is voldoende.
• Let erop dat de pijpen de compressor niet raken. Hierdoor kunnen ongewone
geluiden of trillingen ontstaan.
D
Fig. 4-1
ZRP35, 50
[12,7
[6,35
1 Begin met het aansluiten van de pijpen bij het binnenapparaat.
A (Fig. 4-1)
Trek de ensmoeren aan met een momentsleutel.
Buitendiameter koperen
pijp (mm)
Afmetingen tromp øA
(mm)
ø6,35
8,7 - 9,1
ø9,52
12,8 - 13,2
ø12,7
16,2 - 16,6
ø15,88
19,3 - 19,7
ø19,05
23,6 - 24,0
2 Tromp de vloeistof- en gaspijpen op en breng een dun laagje koelolie aan op de
aansluitingsoppervlakken.
• Als een gewoon pijpafdichtmiddel wordt gebruikt, zie dan Tabel 1 voor het optrompen van R410A-koelstofpijpen.
Gebruik de maatafstemmingsmeter om de afmetingen A te controleren.
Tabel 1 (Fig. 4-2)
A (mm)
B (Fig. 4-1)
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
ø6,35
Buitendiameter ensmoer
(mm)
17
Aanhaalmoment
(N·m)
14 - 18
ø6,35
22
34 - 42
ø9,52
22
34 - 42
ø12,7
26
49 - 61
ø12,7
29
68 - 82
ø15,88
29
68 - 82
ø15,88
36
100 - 120
ø19,05
36
100 - 120
Buitendiameter
koperen pijp (mm)
Trompgereedschap voor
R410A
ø6,35 (1/4”)
ø9,52 (3/8”)
ø12,7 (1/2”)
ø15,88 (5/8”)
ø19,05 (3/4”)
0 - 0,5
0 - 0,5
0 - 0,5
0 - 0,5
0 - 0,5
Trompgereedschap voor
R22·R407C
Type koppeling
1,0 - 1,5
1,0 - 1,5
1,0 - 1,5
1,0 - 1,5
1,0 - 1,5
3 Gebruik de volgende procedure voor het aansluiten van de pijpen aan de gaszijde. (Fig. 4-3)
1 Soldeer de meegeleverde verbindingspijp E aan het buitenapparaat met ter
plaatse verkregen soldeermateriaal en de plaatselijke leiding C zonder zuurstof.
2 Sluit de verbindingspijp E aan op de afsluitkraan aan de gaszijde. Gebruik twee
sleutels om de ensmoer aan te trekken.
* Indien de volgorde wordt omgekeerd, treedt lekkage van koelvloeistof op doordat het gedeelte is beschadigd door soldeervuur.
A
A Optrompgereedschap
B Koperen pijp
A
4.3. Koelleidingen (Fig. 4-4)
Fig. 4-2
B
A
B
C
D
E
F
Afsluitkraan
Afgedichte gedeelte
Plaatselijke leiding
Voor twee sleutels
Verbindingspijp
Pijpbedekking
Fig. 4-3
A
B
C
D
E
Pijpbedekking aan voorzijde
Pijpbedekking
Afsluitkraan
Onderhoudspaneel
Buigstraal : 100 mm - 150 mm
Fig. 4-4
Voor de ZRP35, 50
Verwijder het onderhoudspaneel D (1 schroef).
Voor de ZRP60-140
Verwijder het onderhoudspaneel D (3 schroeven) en de pijpafdekkingen aan de
voorzijde A (2 schroeven) en de achterzijde B (2 schroeven: ZRP60, 71)
(4 schroeven: ZRP100-140).
1 Maak de verbindingen van de koelstoeidingen voor het binnen-/buitenapparaat
als het afsluitkraan van het buitenapparaat geheel gesloten is.
2 Ontlucht de binnenunit en de verbindingsleidingen.
3 Controleer na het aansluiten van de koelstofpijpen de pijpen en het binnenapparaat op gaslekkage. (Zie 4.4 ‘Luchtdichtheid van de koelstofpijpen testen’.)
4 Zet een sterke vacuümpomp op de dienstopening van de afsluitkraan en handhaaf nadat u -101 kPa (5 Torr) bereikt het vacuüm voldoende lang (minstens een
uur) om de binnenzijde van de pijpen te vacuümdrogen. Controleer de mate van
vacuüm altijd op het verdeelventiel. Als er nog vocht in de pijp zit, wordt de mate
van vacuüm soms niet bereikt in een korte tijd van vacuüm toepassen.
Zet na het vacuümdrogen de afsluitkranen (van zowel vloeistof als gas) voor het
buitenapparaat geheel open. Hierdoor worden de koelstofpijpen van binnen- en
buitenapparaat volledig met elkaar verbonden.
• Indien u onvoldoende vacuümdroogt, blijven lucht en waterdamp achter
in de koelstofpijpen wat kan leiden tot abnormale stijging van hoge druk,
abnormale daling van lage druk, achteruitgang van de koelmachineolie door
vocht, etc.
• Als het apparaat wordt ingeschakeld terwijl de afsluitkranen nog gesloten
zijn, zullen de compressor en de regelkraan beschadigd raken.
• Gebruik een lekdetector of zeepsop om de pijpverbindingen van het buitenapparaat te controleren.
• Gebruik niet de koelstof uit het apparaat voor het verwijderen van lucht uit
de koelstoeidingen.
• Trek na voltooiing van de procedure de kraandoppen aan tot het juiste aanhaalmoment: 20 tot 25 N·m (200 tot 250 kgf·cm).
Als de doppen niet worden teruggeplaatst en aangetrokken, kan koelstoekkage optreden. Let erop dat de binnenzijde van de kraandoppen niet wordt
beschadigd, aangezien deze werken als een afdichting die koelstoekkage
voorkomt.
5 Dicht de uiteinden van het isolatiemateriaal bij de pijpverbindingen af met afdichtmiddel om te voorkomen dat er water onder het isolatiemateriaal doordringt.
39
4. Installeren van de koelstoeidingen
A
4.4. Luchtdichtheid van de koelstofpijpen testen (Fig. 4-5)
B
A
C
H
D
E
F
B
D
G
E
F
G
H
C
A
B
C
D
I
Afsluitkraan <vloeistofzijde>
Afsluitkraan <gaszijde>
Serviceaansluiting
Open-/sluitgedeelte
Plaatselijke leiding
Afgesloten, idem voor gaszijde
Pijpafdekking
Gebruik hiervoor geen sleutel.
Koelmiddellekkage kan het gevolg zijn.
I Gebruik hier twee sleutels.
4.5. Wijze van openen van de afsluitkraan
Fig. 4-5
(1)
(2)
Fig. 4-6
A
B
C
D
E
F
G
H
Fig. 4-7
I Voor twee sleutels
Kraan
Zijde van het apparaat
Handgreep
Kap
Zijde van de plaatselijke leiding
Pijpbedekking
Serviceaansluiting
Sleutelgat
(Gebruik alleen hier een sleutel. Op andere
plaatsen veroorzaakt u daarmee koelstoekkages.)
J Af te dichten
(Dicht het einde van het isolatiemateriaal bij
de pijpverbinding af met een afdichtmiddel
dat u voorhanden heeft zodat geen water het
isolatiemateriaal binnendringt.)
B
C
*
A
*
D
(1) Sluit het testgereedschap aan.
• Controleer of de afsluitkranen A en B zijn gesloten en open deze niet.
• Zet druk op de koelstofpijpen via dienstopening C van de vloeistofafsluitkraan A.
(2) Voer de druk niet meteen op tot de opgegeven waarde, maar verhoog deze
beetje bij beetje.
1 Voer de druk op tot 0,5 MPa (5 kgf/cm2G), wacht vijf minuten en controleer
vervolgens of de druk niet terugloopt.
2 Voer de druk op tot 1,5 MPa (15 kgf/cm2G), wacht vijf minuten en controleer
vervolgens of de druk niet terugloopt.
3 Voer de druk op tot 4,15 MPa (41,5 kgf/cm2G) en meet de omgevingstemperatuur en koelstofdruk.
(3) Als de gespeciceerde druk ongeveer een dag lang aanwezig blijft en niet
terugloopt, zijn de pijpen in orde en zijn er geen lekkages.
• Als de omgevingstemperatuur verandert met 1°C zal de druk veranderen
met ongeveer 0,01 MPa (0,1 kgf/cm2G). Voer de nodige aanpassingen uit.
(4) Als de druk in stap (2) of (3) terugloopt, is er een gaslek. Zoek het lek.
De guur links is slechts een voorbeeld. De vorm van de afsluitkraan,
de plaats van de dienstopening, enzovoort, kunnen per model verschillen.
Draai alleen gedeelte A.
(Trek gedeelten A en B niet verder
aan.)
C Vulslang
D Dienstopening
De wijze van openen van de afsluitkraan varieert met het model buitenapparaat.
Open de afsluitkranen op de wijze die in uw situatie van toepassing is.
(1) Gaszijde van de ZRP100-140 (Fig. 4-6)
1 Verwijder de dop, trek het handvat naar u toe en draai dit een kwartslag
tegen de klok in om de kraan te openen.
2 Let erop dat de afsluitkraan geheel open is, druk de hendel in en draai de
kap terug naar de oorspronkelijke stand.
(2) Vloeistofzijde van de ZRP100-140 en gas-/vloeistofzijde van de ZRP35-71 (Fig. 4-7)
1 Verwijder de kap en draai de kraanstang zo ver mogelijk tegen de klok in
met behulp van een 4mm-inbussleutel. Stop met draaien wanneer de nok
wordt bereikt.
(ø9,52: Circa 10 giri)
2 Let erop dat de afsluitkraan geheel open is, druk de hendel in en draai de
kap terug naar de oorspronkelijke stand.
Isolerende bekleding voor de koelstoeidingen van de ZRP60-140
• De pijpen kunnen zowel voor als na het aansluiten worden bekleed met isolatiemateriaal met een dikte van maximaal ø90. Snij het isolatiemateriaal langs de
groef open en breng het op de pijpen aan.
Inlaatopening voor de leidingen van de ZRP60-140
• Dicht de inlaatopeningen rond de pijpen grondig af met afdichtmiddel of kit.
(Als de openingen niet worden gedicht, kan er geluid door hoorbaar zijn of kunnen water en stof het apparaat binnendringen en storingen veroorzaken.)
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de vulkraan (Fig. 4-8)
Trek de dienstopening niet overmatig aan tijdens het installeren. Hierdoor kan de
binnenkant van de kraan vervormen en los gaan zitten, wat kan leiden tot een
gaslek.
Draai nadat u gedeelte B in de gewenste richting hebt geplaatst alleen gedeelte A
en trek dit gedeelte aan.
Trek gedeelten A en B niet verder aan, nadat u gedeelte A hebt vastgedraaid.
Waarschuwing:
Als u het apparaat installeert, zet de koelmiddelleidingen dan stevig vast voordat
u de compressor start.
Fig. 4-8
4.6. Bijvullen van koelmiddel
• Als de pijplengte voor het apparaat minder bedraagt dan 30 m is bijvullen niet nodig.
• Als de pijplengte meer dan 30 m bedraagt dient u het apparaat met extra R410Akoelmiddel te vullen, in overeenstemming met de toegestane leidinglengtes
volgens de ondertaande tabel.
* Zet als het apparaat is gestopt onderdruk op de verlengstukken en het binnenapparaat
en vul het apparaat bij met koelstof via de vloeistofafsluitkraan.
Voeg als het apparaat in werking is koelstof toe via de gaskeerklep met behulp van een
veiligheidsvulapparaat. Vul niet rechtstreeks vloeibare koelstof bij via de keerklep.
* Noteer na het bijvullen van het apparaat de hoeveelheid bijgevulde koelstof
op het aan het apparaat bevestigde onderhoudslabel.
Zie de paragraaf “1.5. Gebruik van airconditioners met R410A-koelstof” voor
meer informatie.
40
• Wees voorzichtig bij het installeren van meerdere apparaten. Aansluiting op het
verkeerde binnenapparaat kan leiden tot een abnormaal hoge druk en de prestaties ernstig beïnvloeden.
Model
Toegestane
pijplengte
ZRP35, 50
-50 m
ZRP60, 71
-50 m
ZRP100-140
-75 m
Toegestane
Hoeveelheid bij te vullen koelstof
verticale
31
40
m 41 - 50 m 51 - 60 m 61 - 75 m
verschil
-30 m
0,2 kg
0,4 kg
—
—
0,6 kg
1,2 kg
—
—
0,6 kg
1,2 kg
1,8 kg
2,4 kg
4. Installeren van de koelstoeidingen
4.7. Voorzorgen bij gebruik van bestaande R22-koelstofpijpen
• Raadpleeg het stroomschema hieronder om te bepalen of de bestaande pijpen kunnen worden gebruikt of het gebruik van een lterdroger vereist is.
• Als de diameter van de bestaande pijpen afwijkt van de specicaties, raadpleeg dan de technische gegevens om te controleren of de pijpen kunnen worden gebruikt.
Meet de dikte van de bestaande pijpen en
controleer deze op beschadigingen.
De dikte van de bestaande pijpen voldoet aan de
specicaties en de pijpen zijn niet beschadigd.
De dikte van de bestaande pijpen voldoet niet
aan de specicaties of de pijpen zijn beschadigd.
Controleer of de bestaande airconditioner werkt.
Laat het koelsysteem ongeveer 30 minuten
werken en win vervolgens de koelstof terug.
* Als de bestaande airconditioner niet werkt,
maak dan gebruik van een terugwinapparaat
voor het terugwinnen van de koelstof.
Koppel de bestaande airconditioner los van de
pijpen.
* Reinig de pijpen voor ZRP100-140-modellen als
er bestaande pijpen zijn gebruikt voor gas-opolie-verwarmingspompsystemen.
Gebruik voor ZRP35-71-modellen nieuwe pijpen.
Sluit de nieuwe airconditioner aan
Test op luchtdichtheid, ontlucht het systeem,
vul koelstof bij (indien nodig) en controleer op
gaslekkage.
De bestaande pijpen kunnen niet worden
hergebruikt.
Gebruik nieuwe pijpen.
Proefdraaien
* Raadpleeg 7.2.
<Begrenzingen van de koelstofpijpinstallatie>
4.8. Voor twee-/drie combinaties (Fig. 4-9)
• Indien dit apparaat wordt gebruikt als een MULTI-SPLIT-apparaat, brengt u de
koelvloeistofpijpen aan met de beperkingen zoals aangegeven in de linkerafbeelding. Indien de beperkingen worden overschreden, of als er combinaties
van binnen- en buitenapparaten zijn, verwijzen wij u voor installatiedetails naar
de installatieaanwijzingen voor het binnenapparaat.
A Binnenapparaat
B Buitenapparaat
C Meervoudige verdeelpijp (optie)
D Hoogteverschil (binnenapparaatbuitenapparaat) Max. 30 m
E Hoogteverschil (binnenapparaatbuitenapparaat) Max.1 m
A: Hoofdpijpen
B, C, D: Verdeelpijpen
ZRP71
: A+B+C
ZRP100-140 : A+B+C(+D)
* “D” geldt voor drievoudig.
Buitenapparaat
ZRP71
ZRP100-140
Toegestane totale
pijplengte
A+B+C+D
50 m of minder
75 m of minder
Buitenapparaat
ZRP71-140
A+B of A+C
of
A+D
—
—
| B-C | of | B-D | of | C-D |
8 m of minder
Pijplengte zonder
vulling
A+B+C+D
30 m of minder
30 m of minder
Aantal bochten
Maximaal 15
< 50 m
< 75 m
Fig. 4-9
5. Installatie van Draineerbuizen
Aansluiting van de draineerleidingen van het buitenapparaat
Wanneer een afvoerleiding benodigd is, moet u een aftapbus of een afvoervat (optioneel) gebruiken.
Aftapbus
Afvoervat
ZRP35, 50
PAC-SJ08DS-E
PAC-SG63DP-E
ZRP60, 71
ZRP100-140
PAC-SH71DS-E
PAC-SG64DP-E
PAC-SH97DP-E
41
6. Elektrische aansluitingen
6.1. Buitenapparaat (Fig. 6-1, Fig. 6-2)
B
A
B
C
D
Binnenapparaat
Buitenapparaat
Afstandsbediening
Hoofdschakelaar
(stroomverbreker)
E Aarding
S1 S2 S3
C
D
Voor voeding
Voor
voeding
A
S1
S2
S3
L N
ZRP35, 50
ZRP35, 50
1 Verwijder het onderhoudspaneel.
2 Sluit de kabels aan aan de hand van Fig. 6-1 en 6-2.
ZRP60-140V
ZRP60-140
L N
S1 S2 S3
D
A
B
E
E
A
C
E
A
E
ZRP100-140Y
Fig. 6-1
L1 L2 L3 N
F
G
H
I
S1 S2 S3
Fig. 6-2
Aansluitblok
Aansluitblok binnen-buitenverbinding (S1, S2, S3)
Onderhoudspaneel
Klem
* Klem de kabels zo vast dat deze geen contact maken met het midden van het onderhoudspaneel of de gaskraan.
J Aarde-aansluiting
Opmerking:
Als tijdens onderhoud de beschermende laag voor de elektrische kast is verwijderd, dient u deze weer aan te brengen.
Voorzichtig:
Zorg dat u de N-Line installeert. Zonder N-Line, kan het toestel beschadigd raken
42
6. Elektrische aansluitingen
6.2. Elektrische bedrading op de plaats van installatie
*2
*2
*3
ZRP35, 50V
~/N (Eenfase),
50 Hz, 230 V
16 A
3 × Min. 1,5
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min. 1,5
2 × 0,3 (Geen polariteit)
ZRP60, 71V
~/N (Eenfase),
50 Hz, 230 V
25 A
3 × Min. 2,5
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min. 1,5
2 × 0,3 (Geen polariteit)
ZRP100, 125V
~/N (Eenfase),
50 Hz, 230 V
32 A
3 × Min. 4
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min. 1,5
2 × 0,3 (Geen polariteit)
ZRP140V
~/N (Eenfase),
50 Hz, 230 V
40 A
3 × Min. 6
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min. 1,5
2 × 0,3 (Geen polariteit)
ZRP100, 125, 140Y
3N~ (3 fasen, 4 draden),
50 Hz, 400 V
16 A
5 × Min. 1,5
3 × 1,5 (Polar)
1 × Min. 1,5
2 × 0,3 (Geen polariteit)
*4
AC 230 V
AC 230 V
AC 230 V
AC 230 V
AC 230 V
*4
*4
*4
AC 230 V
DC 24 V
DC 12 V
AC 230 V
DC 24 V
DC 12 V
AC 230 V
DC 24 V
DC 12 V
AC 230 V
DC 24 V
DC 12 V
AC 230 V
DC 24 V
DC 12 V
Model buitenunit
Buitenapparaat voeding
Nominaal
vermogen
stroomkring
Bedrading
Aantal draden ×
dikte in (mm2)
Ingangsvermogen buitenunit Hoofdschakelaar (stroomverbreker)
Buitenapparaat voeding
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
Buitenapparaat L-N (Eenfase)
Buitenapparaat L1-N, L2-N, L3-N (3 fasen)
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1
*1. Gebruik een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3,0 mm per pool.
Let erop dat de stroomonderbreker geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen.
Gebruik altijd een stroomonderbreker die geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen, aangezien dit apparaat is uitgerust met een omvormer.
Een onjuiste stroomonderbreker kan leiden tot verkeerde werking van de omvormer.
*2. (ZRP35-140)
Max. 45 m
Bij toepassing van 2,5 mm2, max. 50 m
Bij toepassing van 2,5 mm2 en gescheiden S3, max. 80 m
• Gebruik één kabel voor S1 en S2 en een andere voor S3 zoals aangegeven in de afbeelding.
• Max. 50 m. De totale maximumlengte van PEA is 50 m. De afmeting van de bedrading is 3 × 1,5 (Polariteit).
*3. De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m.
*4. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
S3-terminal heeft 24 V DC in tegenstelling tot S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een ander apparaat.
Opmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede
exikabels. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. Zorg ervoor dat de aardedraad langer is dan de andere draden, zodat deze niet los kan komen indien de kabel onder mechanische spanningkomt te staan.
Voedingsspanning
enkelfasig
Isolator
S1
“A-regeling”
buitenapparaat S2
S3
3-polige isolator
S1
“A-regeling”
S2 binnenapparaat
S3
Waarschuwing:
Bij het aansluiten van A-control dient u er rekening mee te houden dat er een hoge spanning op aansluiting S3 staat. Dit komt door het ontwerp van het elektrische circuit, dat geen elektrische scheiding kent tussen de leiding van de krachtstroom en de leiding van het communicatiesignaal. Zet daarom de hoofdschakelaar uit als u onderhoud wilt uitvoeren. En raak de aansluitingen S1, S2 en S3 niet aan bij ingeschakelde spanning. Als u tussen het binnen- en buitenapparaat
een scheider wilt toepassen, gebruik dan een scheider van het 3-polige type.
Voorkom rookvorming, brand en communicatiestoringen en splijt derhalve de voedingskabel en de kabel tussen het binnen- en buitenapparaat niet.
43
7. Proefdraaien
7.1. Voordat u gaat proefdraaien
Controleer nadat u de binnen-en buitenapparaten, inclusief pijpen en
bedrading, volledig heeft geïnstalleerd het geheel op lekken van koelstof,
losse elektrische contacten in voeding of besturingsbedrading en polariteit en controleer of er geen verbreking van een fase in de voeding is.
Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of de weerstand tussen de netspanningsaansluitpunten en de aarde minimaal 1 M
bedraagt.
Voer deze test niet uit op de aansluitpunten van de besturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
Waarschuwing:
U mag de airconditioner niet gebruiken als de isolatieweerstand minder dan
1 M bedraagt.
Isolatieweerstand
Na de installatie of nadat de voeding van het apparaat langere tijd is uitgeschakeld,
daalt de isolatieweerstand tot onder 1 MΩ door de ophoping van koelstof in de
compressor. Dit is geen storing. Volg de onderstaande procedures.
1. Haal de bedrading van de compressor los en meet vervolgens de isolatieweerstand van de compressor.
2. Als de isolatieweerstand lager is dan 1 MΩ, is de compressor defect of is de
weerstand gedaald door de ophoping van koelstof in de compressor.
3. Sluit de bedrading van de compressor weer aan en schakel de voeding in. De
compressor zal nu beginnen met warmdraaien. Meet de isolatieweerstand opnieuw
nadat de voeding gedurende de hieronder aangegeven periode is ingeschakeld.
• De isolatieweerstand daalt door de ophoping van koelstof in de compressor. De
weerstand stijgt tot boven 1 MΩ nadat de compressor 4 uur heeft warmgedraaid.
(De tijd die de compressor nodig heeft om warm te draaien varieert afhankelijk van de atmosferische omstandigheden en de ophoping van koelstof.)
• Bij ophoping van koelstof in de compressor moet deze voor gebruik ten
minste 12 uur warmdraaien om storingen te voorkomen.
4. Als de isolatieweerstand stijgt tot boven 1 MΩ, is de compressor niet defect.
Voorzichtig:
• De compressor werkt uitsluitend als de fase-aansluiting van de netspanning correct is.
• Zet de netspanningschakelaar ruim 12 uur voordat u de airconditioner gaat
gebruiken aan.
- Als u het apparaat meteen nadat u de netschakelaar heeft omgedraaid aanzet,
kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd worden. Gedurende het
seizoen waarin u het apparaat gebruikt, moet u de netschakelaar altijd aan laten
staan.
Controleer ook het volgende.
• Het buitenapparaat is niet defect. LED1 en LED2 op het bedieningspaneel van
het buitenapparaat knipperen als het apparaat defect is.
• Zowel de gas- als vloeistofafsluitkraan staan volledig open.
• Het DIP-schakelaarpaneel op het bedieningspaneel van het buitenapparaat is
voorzien van een beschermplaatje. Verwijder het beschermplaatje om de DIPschakelaars eenvoudig te kunnen bedienen.
7.2. Proefdraaien
De proefdraaimodus kan tijdens het proefdraaien niet worden gewijzigd door
middel van DIP-schakelaar SW4-2. (Als u de proefdraaimodus tijdens het
proefdraaien wilt wijzigen, zet het proefdraaien dan stop met DIP-schakelaar
SW4-1. Wijzig vervolgens de proefdraaimodus en hervat het proefdraaien
met schakelaar SW4-1.)
7.2.1. Met SW4 in het buitenapparaat
SW4-1
ON/AAN
SW4-2
OFF/UIT
SW4-1
ON/AAN
SW4-2
ON/AAN
Koelen
Verwarmen
* Nadat u het apparaat heeft laten proefdraaien, zet u SW4-1 op OFF/UIT.
• Als de voeding wordt ingeschakeld, kan een zacht klikgeluid hoorbaar zijn in het
buitenapparaat. Dit is de elektronische expansieklep die open en dicht gaat. Het
apparaat is niet defect.
• Enkele seconden nadat de compressor is gestart kan een metalig geluid hoorbaar zijn in het binnenapparaat. Dit geluid is afkomstig van de keerklep en wordt
veroorzaakt door het kleine drukverschil binnen de pijpen. Het apparaat is niet
defect.
7.2.2. Afstandsbediening gebruiken
Zie installatiehandleiding binnenapparaat.
Opmerking :
Af en toe kan damp, veroorzaakt door de ontdooiende werking erop lijken alsof
er rook uit de buitenste behuizing komt.
8. Detectiefunctie koelstoekkage eerste leervoorgang
Remotetoetsen
controlafstandsbediening
button positions
Posities
A
C
Deze airconditioner heeft een functie om na langdurig gebruik koelstoekkage op
te sporen. Om deze functie te kunnen gebruiken moet er een leervoorgang worden
uitgevoerd om de uitgangstoestand na de installatie in het geheugen op te slaan.
Als u deze functie wilt gebruiken, voer de leervoorgang dan uit zoals hieronder
beschreven.
B
D
Operation mode
Compressor information Outdoor unit information Indoor unit information
Voorzichtig:
Voer vóór het uitvoeren van deze voorgang eerst “7. Proefdraaien” uit om de
normale werking te controleren.
Confirm
Wisselen naar modus voor detectiefunctie koelstoekkage
De detectiefunctie koelstoekkage kan worden uitgevoerd met draaiende of
stilstaande airconditioner.
1 Druk minstens 3 seconden op TEST om de onderhoudsmodus in te schakelen.
[Display A ] MAINTENANCE
Activate/cancel maintenance mode
Fig. 8-1
[Display A ]
Detectie
koelRefrigerant
sto
ekkagedetection
(eerste
leakage
leervoorgang)
(initial teaching)
GAS LEAK
TEST START
Refrigerant leakage
Beoordeling
lekkadetection judgment
gedetectie
GAS LEAK
JUDGE
Fig. 8-2
3 Druk op
Wachten
stabiliseren
[Display D ] Waiting
forop
stabilization
Gestabiliseerd
Stabilized
NaAfter
45 minuten
45 minutes
Fig. 8-3
44
Detectie koelstoekkage (eerste leervoorgang)
2 Druk op CLOCK
en selecteer [GAS LEAK TEST START] (GASLEKKAGE TEST START). (Fig. 8-2)
* De eerste voorgang na een nieuwe installatie of na resetten bij eerste leervoorgang is een eerste leervoorgang voor detectie koelstoekkage.
FILTER
( ) om de instelling te bevestigen. (Fig. 8-3)
Einde detectie koelstoekkage (eerste leervoorgang)
De eerste leervoorgang is afgesloten na stabilisatie.
4 Druk minstens 3 seconden op TEST , of op ON/OFF om de detectie koelstoflekkage (eerste leervoorgang) af te breken.
* Zie de technische handleiding voor de beoordelingsmethode van de detectie
koelstoekkage.
9. Speciale functies
A
C
X
X
9.1. Stille werking (wijziging ter plaatse) (Fig. 9-1)
D
CNDM
1
Orange
Oranje
Brown
Bruin
Red
Rood
SW1
3
Fig. 9-1
A Voorbeeld van elektrisch schema (stille werking) D Bedieningspaneel buitenapparaat
B Indeling ter plaatse
E Max. 10 m
C Externe invoeradapter (PAC-SC36NA-E)
F Stroomvoorziening voor relais
X: Relais
A
Y
X
X
SW2
SW3
C
D
Orange
Oranje
CNDM
1
9.2. Vraagfunctie (wijziging ter plaatse) (Fig. 9-2)
Brown
Bruin
Red
Rood
Y
3
Fig. 9-2
C
D
E
F
A Voorbeeld van elektrisch schema
(Vraagfunctie)
B Indeling ter plaatse
X, Y: Relais
Door middel van de volgende aanpassing kan het geluid van het buitenapparaat
met ongeveer 3-4 dB worden teruggebracht.
De stille werking kan worden geactiveerd door installatie van een in de handel verkrijgbare timer of het omzetten van een ON/OFF-schakelaar op de CNDM-stekker
(afzonderlijk verkrijgbaar) op het bedieningspaneel van het buitenapparaat.
• Het resultaat varieert afhankelijk van de buitentemperatuur, weersomstandigheden etc.
1 Breidt het circuit uit zoals afgebeeld bij gebruik van de externe invoeradapter
(PAC-SC36NA-E). (Afzonderlijk verkrijgbaar)
2 SW7-1 (Bedieningspaneel buitenapparaat): OFF
3 SW1 op ON: Stille werking
SW1 op OFF: Normale werking
Externe invoeradapter (PAC-SC36NA-E)
Bedieningspaneel buitenapparaat
Max. 10 m
Stroomvoorziening voor relais
Door de volgende wijziging uit te voeren, kan het energieverbruik worden teruggedrongen met 0-100% van het normale verbruik.
De vraag-functie kan worden geactiveerd door installatie van een in de handel verkrijgbare timer of het omzetten van een ON/OFF-schakelaar op de CNDM-stekker
(afzonderlijk verkrijgbaar) op het bedieningspaneel van het buitenapparaat.
1 Breidt het circuit uit zoals afgebeeld bij gebruik van de externe invoeradapter
(PAC-SC36NA-E). (Afzonderlijk verkrijgbaar)
2 Door het omzetten van de schakelaars SW7-1 op het bedieningspaneel van het
buitenapparaat, kan het energieverbruik met de volgende percentages worden
beperkt (in vergelijking met het normale verbruik):
SW7-1
Vraagfunctie
ON
SW2
OFF
ON
ON
OFF
SW3
OFF
OFF
ON
ON
Energieverbruik
100%
75%
50%
0% (Stop)
9.3. Terugwinnen van de koelstof (leegpompen)
Volg de onderstaande procedures voor het terugwinnen van de koelstof bij verplaatsing van het binnen- of buitenapparaat.
1 Elektrische voeding (stroomonderbreker).
* Controleer als de voeding is ingeschakeld of “CENTRALLY CONTROLLED”
wordt weergegeven op de afstandsbediening. Als “CENTRALLY CONTROLLED” wordt weergegeven, kan de koelstof niet op normale wijze worden teruggewonnen.
* Ongeveer 3 minuten na het inschakelen van de voeding (netschakelaar) wordt
de communicatie tussen de binnen- en buitenapparaat gestart. Start het leegpompen 3 tot 4 minuten na het inschakelen van de voeding (netschakelaar).
2 Zet na het sluiten van de vloeistofafsluitkraan de SWP-schakelaar op het bedieningspaneel van het buitenapparaat op ON. De compressor (buitenapparaat)
en ventilators (binnen- en buitenapparaat) slaat aan en het terugwinnen van de
koelstof begint. LED1 en LED2 op het bedieningspaneel van het buitenapparaat
branden.
* Zet de SWP-schakelaar (drukknop) alleen op ON als het apparaat stopt.
Zelfs als het apparaat stopt en de SWP-schakelaar op ON wordt gezet
binnen 3 minuten nadat de compressor is gestopt, kan het terugwinnen van
de koelstof niet worden uitgevoerd. Wacht tot de compressor 3 minuten is
gestopt en zet vervolgens de SWP-schakelaar weer op ON.
3 Sluit de gasafsluitkraan omdat het apparaat, nadat het opvangen van koelmiddel is voltooid (LED1 uit, LED2 brandt), binnen ongeveer 2 tot 3 minuten
automatisch stopt. Als LED1 brandt en LED2 uit is en de buitenapparaat gestopt
is, wordt het koelmiddel niet goed opgevangen. Open de vloeistofafsluitkraan
volledig en herhaal stap 2 na 3 minuten.
* Als het opvangen van het koelmiddel normaal voltooid is (LED1 uit, LED2
brandt), blijft het apparaat gestopt tot de voeding is uitgeschakeld.
4 Schakel de elektrische voeding uit (stroomonderbreker).
* Houd er rekening mee dat leegpompen misschien niet kan als de verlengstukken erg lang zijn en er grote hoeveelheden koelmiddel in de verlengstukken
zit. Bij het uitvoeren van de pompafschakelprocedure dient u erop te letten
dat de lage druk verlaagd wordt naar bijna 0 MPa (meterstand).
Waarschuwing:
Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, zet de compressor dan uit voordat u de koelmiddelleidingen losmaakt. De compressor kan barsten als er
lucht etc. in komt.
10. Het systeem controleren (Fig. 10-1)
E SW 1 - 3 ~ 6
ON
OFF
F SW 1 - 3 ~ 6
ON
OFF
G SW 1 - 3 ~ 6
ON
OFF
3
4
5
6
3
4
5
6
3
4
A E
TB1
TB4
TB4
TB5
Simultane drieling (Koeleradres = 02)
6
A
G
TB4
2
2 TB5
* Stel het koeleradres in met de minischakelaar van het buitenapparaat.
1 Draden vanaf de afstandsbediening
Deze draad wordt bevestigd aan TB5 (aansluitpaneel van de afstandsbediening)
van het binnenapparaat (niet polair).
2 Als een andere koelsysteemgroepering wordt gebruikt.
Met de dunne MA afstandsbediening kunnen tot 16 koelsystemen als één groep
worden bediend.
SW1
Functietabel
TB1
B
TB4
B
B
TB5
1
C
Buitenapparaat
Binnenapparaat
Hoofdafstandsbediening
Nevenafstandsbediening
Standaard 1:1 (Koeleradres = 00)
Simultane tweeling (Koeleradres = 01)
Opmerking:
Bij een enkelvoudig koelsysteem (tweeling/drieling), behoeft geen overdrachtskabel te worden aangelegd 2.
A F
TB1
B
5
A
B
C
D
E
F
G
TB4
B
TB4
B
ON
OFF
1
Fig. 10-1
Functieinstellingen
van SW1
Bedrijf in overeenstemming
met de schakelaarinstelling
ON
OFF
1 Gedwongen
ontdooien
Start
Normal
2 Fouthistorie gewist
Clear
Normal
<SW1>
1 2 3 4 5 6
D
Functie
3 Adresinstelling
4 koelsysteem
Adresinstellingen voor de
buitenapparaten 0 t/m 15
5
6
45
EC DECLARATION OF CONFORMITY
EG-KONFORMITÄTSERKLÄRUNG
DÉCLARATION DE CONFORMITÉ CE
EG-CONFORMITEITSVERKLARING
DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD CE
DICHIARAZIONE DI CONFORMITÀ CE
ΔΗΛΩΣΗ ΠΙΣΤΟΤΗΤΑΣ ΕΚ
DECLARAÇÃO DE CONFORMIDADE CE
EU-OVERENSSTEMMELSESERKLÆRING
EG-DEKLARATION OM ÖVERENSSTÄMMELSE
EC UYGUNLUK BEYANI
ДЕКЛАРАЦИЯ СООТВЕТСТВИЯ НОРМАМ ЕС
CE-ERKLÆRING OM SAMSVAR
MITSUBISHI ELECTRIC CORPORATION, SHIZUOKA WORKS
18-1, OSHIKA 3-CHOME, SURUGA-KU, SHIZUOKA-CITY 422-8528, JAPAN
hereby declares under its sole responsibility that the air conditioners and heat pumps described below for use in residential, commercial and light-industrial environments:
erklärt hiermit auf seine alleinige Verantwortung, dass die Klimaanlagen und Wärmepumpen für das häusliche, kommerzielle und leicht-industrielle Umfeld wie unten beschrieben:
déclare par la présente et sous sa propre responsabilité que les climatiseurs et les pompes à chaleur décrits ci-dessous, destinés à un usage dans des environnements résidentiels,
commerciaux et d’industrie légère :
verklaart hierbij onder eigen verantwoordelijkheid dat de voor residentiële, commerciële en licht-industriële omgevevingen bestemde airconditioners en warmtepompen zoals onderstaand beschreven:
por la presente declara bajo su única responsabilidad que los acondicionadores de aire y bombas de calor descritas a continuación para su uso en entornos residenciales, comerciales
y de industria ligera:
conferma con la presente, sotto la sua esclusiva responsabilità, che i condizionatori d’aria e le pompe di calore descritti di seguito e destinati all’utilizzo in ambienti residenziali, commerciali e semi-industriali:
με το παρόν πιστοποιεί με αποκλειστική της ευθύνη ότι οι τα κλιματιστικά και οι αντλίες θέρμανσης που περιγράφονται παρακάτω για χρήση σε οικιακό, επαγγελματικό και ελαφράς βιομηχανίας περιβάλλοντα:
através da presente declara sob sua única responsabilidade que os aparelhos de ar condicionado e bombas de calor abaixo descritos para uso residencial, comercial e de indústria ligeira:
erklærer hermed under eneansvar, at de herunder beskrevne airconditionanlæg og varmepumper til brug i privat boligbyggeri, erhvervsområder og inden for let industri:
intygar härmed att luftkonditioneringarna och värmepumparna som beskrivs nedan för användning i bostäder, kommersiella miljöer och lätta industriella miljöer:
ev, ticaret ve hafif sanayi ortamlarında kullanım amaçlı üretilen ve aşağıda açıklanan klima ve ısıtma pompalarıyla ilgili aşağıdaki hususları yalnızca kendi sorumluluğunda beyan eder:
настоящим заявляет и берет на себя исключительную ответственность за то, что кондиционеры и тепловые насосы, описанные ниже и предназначенные для эксплуатации
в жилых помещениях, торговых залах и на предприятиях легкой промышленности:
erklærer et fullstendig ansvar for undernevnte klimaanlegg og varmepumper ved bruk i boliger, samt kommersielle og lettindustrielle miljøer:
MITSUBISHI ELECTRIC, PUHZ-ZRP35VKA*, PUHZ-ZRP50VKA*, PUHZ-ZRP60VHA*
PUHZ-ZRP71VHA*, PUHZ-ZRP100VKA*, PUHZ-ZRP100YKA*
PUHZ-ZRP125VKA*, PUHZ-ZRP125YKA*, PUHZ-ZRP140VKA*
PUHZ-ZRP140YKA*
* : , , 1, 2, 3, · · · , 9
Note: Its serial number is on the nameplate of the product.
Hinweis: Die Seriennummer befindet sich auf dem Kennschild des Produkts.
Remarque : Le numéro de série de l’appareil se trouve sur la plaque du produit.
Opmerking: het serienummer staat op het naamplaatje van het product.
Nota: El número de serie se encuentra en la placa que contiene el nombre del producto.
Nota: il numero di serie si trova sulla targhetta del prodotto.
Σημείωση: Ο σειριακός του αριθμός βρίσκεται στην πινακίδα ονόματος του προϊόντος.
Directives
Richtlinien
Directives
Richtlijnen
Directivas
Direttive
Οδηγίες
Nota: o número de série encontra-se na placa que contém o nome do produto.
Bemærk: Serienummeret står på produktets fabriksskilt.
Obs: Serienumret finns på produktens namnplåt.
Not: Seri numarası ürünün isim plakasında yer alır.
Примечание: серийный номер указан на паспортное табличке изделия.
Merk: Serienummeret befinner seg på navneplaten til produktet.
Directivas
Direktiver
Direktiv
Direktifler
Директивы
Direktiver
2006/95/EC: Low Voltage
2006/42/EC: Machinery
2004/108/EC: Electromagnetic Compatibility
2009/125/EC: Energy-related Products *
* Only ZRP 35/50/60/71/100
Our authorized representative in EU, who is authorized to compile the technical file, is as follows.
Unser autorisierter Vertreter in der EU, der ermächtigt ist die technischen Daten zu kompilieren, ist
wie folgt.
Notre représentant agréée dans L’UE, qui est autorisé à compiler le fichier technique, est le suivant.
Onze geautoriseerde vertegenwoordiger in de EU, die gemachtigd is het technische bestand te compileren, is als volgt.
Nuestro representante autorizado en la UE, que está autorizado para compilar el archivo técnico, es
el siguiente.
Il nostro rivenditore autorizzato nell’UE, responsabile della stesura della scheda tecnica, è il seguente.
Ο εξουσιοδοτημένος αντιπρόσωπός μας στην ΕΕ, ο οποίος είναι εξουσιοδοτημένος να συντάξει τον
τεχνικό φάκελο, είναι ο εξής.
O nosso representante autorizado na UE, que está autorizado para compilar o ficheiro técnico, é o
seguinte:
Vores autoriserede repræsentant i EU, som er autoriseret til udarbejdelse af den tekniske fil, er følgende.
Vår EG-representant som är auktoriserad att sammanställa den tekniska filen är följande.
Avrupa Birliği’nde bulunan ve teknik dosyayı düzenleme yetkisine sahip yetkili temsilcimiz aşağıda
belirtilmiştir:
Наш авторизованный представитель в ЕС, уполномоченный на составление технического
файла, указан ниже.
Vår autoriserte EU-representant, som har autorisasjon til å utarbeide denne tekniske filen, er som følger.
MITSUBISHI ELECTRIC EUROPE, B.V.
HARMAN HOUSE, 1 GEORGE STREET, UXBRIDGE, MIDDLESEX UB8 1QQ, U.K.
Yoji SAITO
Product Marketing Director
Issued:
JAPAN
134
6 August, 2012
Toshihiko ENOMOTO
Manager, Quality Assurance Department
<ENGLISH>
<ΕΛΛΗΝΙΚΑ>
English is original. The other languages versions are translation of the original.
Η γλώσσα του πρωτοτύπου είναι η αγγλική. Οι εκδόσεις άλλων γλωσσών είναι
μεταφράσεις του πρωτοτύπου.
CAUTION
ΠΡΟΣΟΧΗ
• Refrigerant leakage may cause suffocation. Provide ventilation in accordance with EN378-1.
• Be sure to wrap insulation around the piping. Direct contact with the bare piping may result
in burns or frostbite.
• Never put batteries in your mouth for any reason to avoid accidental ingestion.
• Battery ingestion may cause choking and/or poisoning.
• Install the unit on a rigid structure to prevent excessive operation sound or vibration.
• Noise measurement is carried out in accordance with JIS C9612, JIS B8616, ISO 5151(T1),
and ISO 13523(T1).
• Η διαρροή του ψυκτικού ενδέχεται να προκαλέσει ασφυξία. Φροντίστε για τον εξαερισμό
σύμφωνα με το EN378-1.
• Βεβαιωθείτε ότι τυλίξατε με μονωτικό υλικό τη σωλήνωση. Η απευθείας επαφή με τη γυμνή
σωλήνωση ενδέχεται να προκαλέσει εγκαύματα ή κρυοπαγήματα.
• Μην βάζετε ποτέ τις μπαταρίες στο στόμα σας για κανένα λόγο ώστε να αποφύγετε την
κατά λάθος κατάποσή τους.
• Η κατάποση μπαταριών ενδέχεται να προκαλέσει πνιγμό και/ή δηλητηρίαση.
• Εγκαταστήστε τη μονάδα σε σταθερή κατασκευή ώστε να αποφύγετε τον έντονο ήχο λειτουργίας ή τους κραδασμούς.
• Η μέτρηση θορύβου πραγματοποιήθηκε σύμφωνα με τα JIS C9612, JIS B8616, ISO
5151(T1) και ISO 13523(T1).
<DEUTSCH>
<PORTUGUÊS>
Das Original ist in Englisch. Die anderen Sprachversionen sind vom Original übersetzt.
O idioma original é o inglês. As versões em outros idiomas são traduções do idioma original.
VORSICHT
CUIDADO
• Das Auslaufen von Kältemittel kann zu Erstickung führen. Sorgen Sie für Belüftung gemäß
der Bestimmung EN378-1.
• Sicherstellen, dass die Rohrführung isoliert ist. Direkter Kontakt mit der blanken Rohrführung kann zu Verbrennungen oder Erfrierung führen.
• Nehmen Sie unter keinen Umständen Batterien in den Mund, um versehentliches Verschlucken zu vermeiden.
• Das Verschlucken von Batterien kann zu Erstickung und/oder Vergiftung führen.
• Installieren Sie das Gerät an einer stabilen Struktur, um übermäßige Betriebsgeräusche
oder Vibration zu vermeiden.
• Geräuschmessungen werden gemäß der Bestimmungen JIS C9612, JIS B8616, ISO
5151(T1), und ISO 13523(T1) ausgeführt.
• As fugas de refrigerante podem provocar asfixia. Proporcione ventilação de acordo com a
EN378-1.
• Certifique-se de que coloca isolamento em redor da tubagem. O contacto directo com a
tubagem pode resultar em queimaduras ou úlceras causadas pelo frio.
• Para evitar uma ingestão acidental, nunca coloque pilhas na boca.
• A ingestão das pilhas pode provocar asfixia e/ou envenenamento.
• Instale a unidade numa estrutura rígida para evitar vibrações ou ruídos excessivos durante
o seu funcionamento.
• A medição dos ruídos é efectuada de acordo com a JIS C9612, JIS B8616, ISO 5151(T1),
e ISO 13523(T1).
<FRANÇAIS>
<DANSK>
L’anglais est l’original. Les versions fournies dans d’autres langues sont des traductions de l’original.
Engelsk er originalen. De andre sprogversioner er oversættelser af originalen.
PRECAUTION
FORSIGTIG
• Kølemiddellækage kan forårsage kvælning. Sørg for ventilation i henhold til EN378-1.
• Der skal altid vikles isolering omkring rørene. Direkte kontakt med blotlagte rør kan medføre
forbrænding eller forfrysning.
• Put aldrig batterier i munden uanset årsag, du kan komme til at sluge dem.
• Hvis batterier sluges, kan det medføre kvælning og/eller forgiftning.
• Monter enheden på en fast struktur, så kraftig lyd og vibration undgås.
• Støjmåling udføres i henhold til JIS C9612, JIS B8616, ISO 5151(T1) og ISO 13523(T1).
• Une fuite de réfrigérant peut entraîner une asphyxie. Fournissez une ventilation adéquate
en accord avec la norme EN378-1.
• Assurez-vous que la tuyauterie est enveloppée d’isolant. Un contact direct avec la tuyauterie nue peut entraîner des brûlures ou des engelures.
• Ne mettez jamais des piles dans la bouche pour quelque raison que ce soit pour éviter de les avaler par accident.
• Le fait d’ingérer des piles peut entraîner un étouffement et/ou un empoisonnement.
• Installez l’unité sur une structure rigide pour prévenir un bruit de fonctionnement et une vibration excessifs.
• Les mesures de niveau sonore ont été effectuées en accord avec les normes JIS C9612,
JIS B8616, ISO 5151(T1) et ISO 13523(T1).
<NEDERLANDS>
<SVENSKA>
Het Engels is het origineel. De andere taalversies zijn vertalingen van het origineel.
Engelska är originalspråket. De övriga språkversionerna är översättningar av originalet.
VOORZICHTIG
• Het lekken van koelvloeistof kan verstikking veroorzaken. Zorg voor ventilatie in overeenstemming met EN378-1.
• Isoleer de leidingen met isolatiemateriaal. Direct contact met de onbedekte leidingen kan
leiden tot brandwonden of bevriezing.
• Stop nooit batterijen in uw mond om inslikking te voorkomen.
• Het inslikken van batterijen kan verstikking of vergiftiging veroorzaken.
• Installeer het apparaat op een stabiele structuur om overmatig lawaai of trillingen te voorkomen.
• Geluidsmetingen worden uitgevoerd in overeenstemming met JIS C9612, JIS B8616, ISO
5151(T1), en ISO 13523(T1).
.
FÖRSIKTIGHET
• Köldmedelsläckage kan leda till kvävning. Tillhandahåll ventilation i enlighet med EN378-1.
• Kom ihåg att linda isolering runt rören. Direktkontakt med bara rör kan leda till brännskador
eller köldskador.
• Stoppa aldrig batterier i munnen, de kan sväljas av misstag.
• Om ett batteri sväljs kan det leda till kvävning och/eller förgiftning.
• Montera enheten på ett stadigt underlag för att förhindra höga driftljud och vibrationer.
• Ljudmätningar har utförts i enlighet med JIS C9612, JIS B8616, ISO 5151(T1) och ISO
13523(T1).
<ESPAÑOL>
<TÜRKÇE>
El idioma original del documento es el inglés. Las versiones en los demás idiomas
son traducciones del original.
Aslı İngilizce’dir. Diğer dillerdeki sürümler aslının çevirisidir.
CUIDADO
• Las pérdidas de refrigerante pueden causar asfixia. Se debe proporcionar la ventilación
determinada en EN378-1.
• Asegúrese de colocar el aislante alrededor de las tuberías. El contacto directo con la tubería puede ocasionar quemaduras o congelación.
• Para evitar una ingestión accidental, no coloque las pilas en su boca bajo ningún concepto.
• La ingestión de las pilas puede causar asfixia y/o envenenamiento.
• Coloque la unidad en una estructura rígida para evitar que se produzcan sonidos o vibraciones excesivos debidos a su funcionamiento.
• La medición de los ruidos se lleva a cabo de acuerdo con JIS C9612, JIS B8616, ISO
5151(T1) y ISO 13523(T1).
DİKKAT
• Soğutucu sızıntısı boğulma tehlikesine yol açabilir. EN378-1’e göre havalandırma sağlayın.
• Boruların etrafına izolasyon malzemesi kaplamayı unutmayın. Çıplak boruya doğrudan temas etmek yanmaya ve soğuk ısırmasına neden olabilir.
• Yanlışlıkla yutmamak için pilleri hiçbir nedenle asla ağzınıza sokmayın.
• Pil yutmak boğulmaya ve/veya zehirlenmeye neden olabilir.
• Aşırı çalışma sesinin veya titreşimin oluşmaması için üniteyi sert bir yapı üzerine kurun.
• Ses ölçümü JIS C9612, JIS B8616, ISO 5151(T1), ve ISO 13523(T1) standartlarına göre
yapılır.
<ITALIANO>
<РУССКИЙ>
Il testo originale è redatto in lingua Inglese. Le altre versioni linguistiche rappresentano traduzioni dell’originale.
Языком оригинала является английский. Версии на других языках являются
переводом оригинала.
ATTENZIONE
• Perdite di refrigerante possono causare asfissia. Prevedere un ventilazione adeguata in
conformità alla norma EN378-1.
• Accertarsi di applicare materiale isolante intorno alle tubature. Il contatto diretto con le tubature non schermate può provocare ustioni o congelamento.
• Non introdurre in nessun caso le batterie nella bocca onde evitare ingestioni accidentali.
• L’ingestione delle batterie può provocare soffocamento e/o avvelenamento.
• Installare l’unità su di una struttura rigida in modo da evitare rumore o vibrazioni eccessivi
durante il funzionamento.
• La misurazione del rumore viene effettuata in conformità agli standard JIS C9612, JIS
B8616, ISO 5151(T1) e ISO 13523(T1).
ОСТОРОЖНО
• Утечка хладагента может стать причиной удушья. Обеспечьте вентиляцию в соответствии с EN378-1.
• Обязательно оберните трубы изоляционной обмоткой. Непосредственный контакт с
неизолированным трубопроводом может привести к ожогам или обморожению.
• Запрещается класть элементы питания в рот по каким бы то ни было причинам во
избежание случайного проглатывания.
• Попадание элемента питания в пищеварительную систему может стать причиной удушья и/или отравления.
• Устанавливайте устройство на жесткую структуру во избежание чрезмерного шума
или чрезмерной вибрации во время работы.
• Измерение шума выполняется в соответствии с JIS C9612, JIS B8616, ISO 5151(T1) и
ISO 13523(T1).
135