Reely 1456605 Handleiding

Categorie
Speelgoed met afstandsbediening
Type
Handleiding
Programmering
Met de programmeerkaart kunnen alle mogelijke instellingen van de voertuigregelaar heel
makkelijk worden geprogrammeerd.
Aan de voorzijde van de programmeerkaart bevinden zich twee stekkermogelijkheden. De van
vooraan gezien rechter bus dient voor een externe stroomtoevoer van 4,8 tot 8,4 V/DC als de
te programmeren rijregelaar niet over een BEC-systeem beschikt. De linkerbus is ontworpen
voor de aansluiting van een rijregelaar.
Let bij het opnieuw aansluiten op de juiste polariteit. Let hier op de markeringen op
de behuizing van de programmeerkaart.
De programmeerkaart is voor meerdere types rijregelaars geschikt. Naargelang het
type (bv. crawler) gebeurt de aansluiting van de rijregelaar rechtstreeks via diens
servo-aansluitkabel of via de ventilatoraansluiting van de rijregelaar.
Wanneer de ventilator aan de rijregelaar via een servostekker is aangesloten, ge-
beurt een aansluiting dan via de ventilatoraansluiting. In dit geval is ook een stek-
kertoewijzing en het opschrift "PRG" op de rijregelaar zichtbaar.
Trek de stekker uit de aansluitkabel van de ventilator aan de rijregelaar. Let op dat
de aansluiting correct verpoold is en gebruik voor de verbinding van de program-
meerkaart en rijregelaar de bij de leveringsomvang van de programmeerkaart inbe-
grepen servokabel.
Ga als volgt te werk om de rijregelaar te programmeren:
Schakel de rijregelaar uit.
Verbind de servostekker van de rijregelaar (of ventilatoraansluiting, zie bovenstaande op-
merking) met de programmeerkaart, en let daarbij op de juiste polariteit van de servostekker
(zwart of bruin = min/-)
De spannings-/stroomverzorging gebeurt in regel door een zogenaamd BEC-
systeem dat meestal in de rijregelaar is geïntegreerd en de stroomtoevoer van de
ontvanger uit de rijaccu gebruikt.
Als de te programmeren rijregelaar niet over een dergelijk BEC-systeem beschikt
dan moet de programmeerkaart bijkomend met behulp van een externe stroomver-
zorging van stroom worden voorzien. Steek hiervoor in de rechter aansluitbus van
de programmeerkaart bovenop de servostekker van de rijregelaar een geschikte
ontvangeraccu (4,8 tot 8,4 V). Let hierbij nadrukkelijk op de juiste polariteit.
Als de programmeerkaart via een externe stroomtoevoer wordt aangedreven, moet eerst de
rijregelaar en dan de externe stroomtoevoer worden ingeschakeld. Let hierbij op de correct
polariteit en hoogte van de stroomtoevoer (max. 8,4 V/DC).
Verbind de rijregelaar met een rijaccu en schakel de rijregelaar in. De controle-LED van de
rijregelaar en de linker en rechter schermweergave van de programmeerkaart lichten op.
Op het linkerscherm wordt de programmeerfunctie (bv. 1 = rijmodus) weergegeven. Op het
rechterscherm wordt hiervoor de huidige in de rijregelaar opgeslagen waarde weergegeven.
De programmeerkaart is voor een rijregelaarserie van crawler-, on-road- en off-
roadvarianten geschikt. De te selecteren functies zijn voor alle drie de voertuigtypes
gelijk. De instelwaarden bij de Crawler-varianten zijn echter verschillend van de
on- en off-roadvarianten.
Welke instelwaarde bij welk rijregelaartype (bv. Crawler) bij welke functie (bv. rijmo-
dus) programmeerbaar is, verneemt u uit de informatie op de programmeerkaart.
Met de knop "ITEM" kunt u de gewenste functie (bv. 1 = rijmodus) selecteren die moet wor-
den gewijzigd (eindeloze lus).
Met de knop "VALUE" kunt u de instelwaarde voor het geselecteerde menupunt (bv. 1 =
rijmodus op het linkerscherm) wijzigen. In het rechter scherm verandert de instelwaarde in
stijgende lijn telkens u op de knop "VALUE" drukt (eindeloze lus).
Sla met de knop "OK" de nieuw geselecteerde instelling in de rijregelaar op.
De weergave van de programmeerkaart verdwijnt gedurende korte tijd en geeft vervolgens
de net opgeslagen waarde weer.
Wanneer u meer instellingen in andere menupunten wilt uitvoeren, gaat u op dezelfde manier
te werk (knop "ITEM" = functie kiezen, knop "VALUE" = instelwaarde wijzigen).
Met de knop "RESET" kunt u de rijregelaar naar de basisinstelling terugzetten. Sla deze
basisinstelling met de knop "OK" in de rijregelaar op.
Schakel de rijregelaar na een geslaagde programmering opnieuw uit en ontkoppel deze van
de rijaccu nadat u alle instellingen heeft uitgevoerd en opgeslagen.
Ontkoppel de servostekker van de rijregelaar van de programmeerkaart en sluit de stekker
opnieuw met de hiervoor voorziene ontvangerstekker aan.
Als de programmering via de ventilatoraansluiting van de rijregelaar werd uitgevoerd, moet
de ventilator na een geslaagde programmering opnieuw worden aangesloten (let op de juiste
verpoling!).
Uw model is nu gebruiksklaar met een nieuw-geprogrammeerde rijregelaar.
Gebruiksaanwijzing
Programmeerkaart "PK04"
Bestelnr. 1456605
Voorgeschreven gebruik
De programmeerkaart dient om een rijregelaarreeks voor crawler-, on-road en off-roadvarian-
ten te programmeren. Let hiervoor op de voorschriften op onze homepagina bij het product.
Door de rijregelaar te programmeren kunt u de rij-eigenschappen van uw model aan uw per-
soonlijke wensen aanpassen.
Omwille van veiligheids- en toelatingsredenen mag u het product niet ombouwen en/of ver-
anderen. Als u het product voor een ander doel gebruikt dan hierboven beschreven, kan het
product worden beschadigd. Bovendien kan een foutief gebruik gevaren veroorzaken, zoals
bv. kortsluiting, brand, etc. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig en bewaar deze. Geef het
product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden door.
Het product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke voorschriften. Alle vermelde be-
drijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten
voorbehouden.
Leveringsomvang
Programmeerkaart
Kabel "Servostekker op servostekker"
Gebruiksaanwijzing
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan de
afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website
Verklaring van symbolen
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd.
Het pijlsymbool ziet u, wanneer u bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening
zult verkrijgen.
Veiligheidsvoorschriften
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing en let in het bijzonder op de veilig-
heidsvoorschriften. Als u de veiligheidsvoorschriften en de informatie met be-
trekking tot het correct gebruik in deze gebruiksaanwijzing niet volgt, zijn wij
niet aansprakelijk voor de resulterende persoonlijke letsels/materiële schade.
Bovendien vervalt In zulke gevallen de garantie.
Om veiligheids- en vergunningsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/
of veranderen van het product niet toegestaan. In het apparaat bevinden zich
geen onderdelen die u zelf kunt onderhouden. Open het dus niet. Hierdoor vervalt
bovendien de garantie!
Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen!
De programmeerkaart mag niet vochtig of nat worden.
Neem voor de aansluiting van de programmeerkaart de gebruiksaanwijzing van
de rijregelaar in acht.
U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is gevaarlijk
speelgoed voor kinderen.
Raadpleeg onze technische helpdesk of andere vakmensen wanneer u vragen
heeft die niet in deze gebruiksaanwijzing worden beantwoord.
Beschikbare programmeermogelijkheden
Programmeerfunctie 1 = rijmodus ("Running Mode"):
Hier legt u de rijmodus vast.
Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Craw-
ler) verneemt u telkens de mogelijke rijmodus.
1 = alleen vooruit rijden mogelijk
2 = vooruit en achteruit rijden mogelijk (bij het omschakelen van vooruit naar achteruit rijden
wordt niet onmiddellijk, maar na een korte pauze naar achteruitrijden omgeschakeld om de
aandrijving, wielen en accucapaciteit te sparen.
3 = vooruit en achteruit rijden mogelijk (de omschakeling van vooruit naar achteruit rijden ge-
beurt hier onmiddellijk; dit is uitstekend bij Crawler-voertuigen; bij normale voertuigen leidt deze
instelling tot verhoogde belasting voor transmissie, wielen en accuvermogen)
Programmeerfunctie 2 = motorrem ("Drag Brake Force"):
Als de gashendel op de zender uit de instelling vooruit naar de neutrale stand wordt gebracht,
wordt de motorrem geactiveerd. De functie komt overeen met de motorrem van een "echte"
auto, als u de voet van het gaspedaal neemt, maar het rempedaal nog niet indrukt.
De motorrem kan in verschillende stappen worden geprogrammeerd. Hoe hoger de ingestelde
waarde, hoe sterker de remwerking.
Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype
(bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde.
Programmeerfunctie 3 = onderspanningsherkenning ("Low Voltage Cut-Off Threshold"):
De onderspanningsherkenning wordt gegeven bij gebruik van het model met LiPo- en NiMH-
accu's. De activering van deze functie is in het bijzonder voor LiPo-accu's aangewezen om
schakelijke diepontlading van de accu te vermijden.
De instelwaarde heeft betrekking op een LiPO-accu op een spanningswaarde per
cel.
Voorbeeld: Bij een instelling van 3 V zou een 2-cellige LiPo-accu bij onderschrijding van
2 x 3 V = 6 V de motor uitschakelen.
Als u een NiMH-accu gebruikt en na het inschakelen van de rijregelaar een spanning van
9,0 tot 12 V wordt herkend, gebeurt de uitschakeling, zoals bij een 3-cellige LiPo-accu. Als
een spanning van onder de 9 V wordt herkend, zal de rijregelaar de uitschakeling zoals bij een
2-cellige LiPo-accu gebeuren.
Voorbeeld: Als de rijregelaar een accuspanning van 8,0 V herkent en de uitschakelspanning
per cel is op 2,6 V ingesteld, zal de rijregelaar bij het bereiken van een accuspanning van
5,2 V (2 x 2,6 V = 5,2 V) de motor uitschakelen.
Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype
(bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde.
Wij raden voor een LiPo-accu een instelwaarde van 3,2 V/cel aan.
Let voor de werking van de onderspanningsherkenning op de gebruiksaanwijzing van de rij-
regelaar. Daarbij geldt: Als tijdens het gebruik van de rijregelaar gedurende 2 seconden een
onderspanning wordt herkend, wordt het vermogen van de rijregelaar met 50% verminderd. Na
nogmaals 10 seconden wordt de motor uitgeschakeld. Als bij een LiPo-accu de spanning per
cel minder dan 3,5 V bedraagt, dan kan de rijregelaar niet meer worden geactiveerd. Beëindig
in dit geval het rijden en laad de accu opnieuw volledig op.
Programmeerfunctie 4 = opstartdynamiek ("Start-Mode (Punch)"):
Met deze instelling kunt u de opstartdynamiek instellen. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe
agressiever de motor op de stuurbevelen van de zender reageert. Het is hierbij van belang dat
de accu de hiervoor benodigde stroom kan leveren (gebruik een LiPO-accu met hoog C-rate).
"Stottert" de motor op het hoogste niveau van de opstartdynamiek en is de accu niet leeg (of
krachtig genoeg), moet de transmissieoverzetting eventueel worden gewijzigd. Op basis van
de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt
u telkens de mogelijke instelwaarde.
Programmeerfunctie 5 = maximale remkracht ("Max Brake Force"):
Hier stelt u de remwerking in, wanneer uit vanuit het vooruit rijden de stuurhendel op de zender
naar achteruit rijden (of rem) naar diens eindpunt beweegt. Hoe hoger de ingestelde waarde,
hoe hoger de remwerking.
Hoe hoger de remwerking is ingesteld, hoe hoger de belasting voor de transmissie
en wielen. Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het
rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde.
Informatie met betrekking tot het gebruik
Let zowel bij on- als off-roadvoertuigen op:
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden dient de gashendel zich kort (ca. 2 seconden)
in de neutraalstand te bevinden. Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt
gezet, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig gaat NIET achteruit!).
Afvoer
Elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huis-
vuil. Het product dient na aoop van de levensduur volgens de geldende wettelijke
voorschriften te worden afgevoerd.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ...................................4,8 tot 8,4 V/DC
Afmetingen ...........................................88 x 58 x 14 mm (L x B x H)
Gewicht .................................................ca. 40 g
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverlming of de registratie
in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2016 by Conrad Electronic SE. 1456605_V1_0916_02_VTP_m_nl

Documenttranscriptie

Programmering Met de programmeerkaart kunnen alle mogelijke instellingen van de voertuigregelaar heel makkelijk worden geprogrammeerd. Gebruiksaanwijzing Programmeerkaart "PK04" Bestelnr. 1456605 Voorgeschreven gebruik De programmeerkaart dient om een rijregelaarreeks voor crawler-, on-road en off-roadvarianten te programmeren. Let hiervoor op de voorschriften op onze homepagina bij het product. Door de rijregelaar te programmeren kunt u de rij-eigenschappen van uw model aan uw persoonlijke wensen aanpassen. Omwille van veiligheids- en toelatingsredenen mag u het product niet ombouwen en/of veranderen. Als u het product voor een ander doel gebruikt dan hierboven beschreven, kan het product worden beschadigd. Bovendien kan een foutief gebruik gevaren veroorzaken, zoals bv. kortsluiting, brand, etc. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig en bewaar deze. Geef het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden door. Het product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke voorschriften. Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Leveringsomvang • Programmeerkaart • Kabel "Servostekker op servostekker" • Gebruiksaanwijzing Actuele gebruiksaanwijzingen Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan de afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website Verklaring van symbolen Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd. Het pijlsymbool ziet u, wanneer u bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening zult verkrijgen. Veiligheidsvoorschriften Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing en let in het bijzonder op de veiligheidsvoorschriften. Als u de veiligheidsvoorschriften en de informatie met betrekking tot het correct gebruik in deze gebruiksaanwijzing niet volgt, zijn wij niet aansprakelijk voor de resulterende persoonlijke letsels/materiële schade. Bovendien vervalt In zulke gevallen de garantie. • Om veiligheids- en vergunningsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/ of veranderen van het product niet toegestaan. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die u zelf kunt onderhouden. Open het dus niet. Hierdoor vervalt bovendien de garantie! • Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen! • De programmeerkaart mag niet vochtig of nat worden. • Neem voor de aansluiting van de programmeerkaart de gebruiksaanwijzing van de rijregelaar in acht. • U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is gevaarlijk speelgoed voor kinderen. • Raadpleeg onze technische helpdesk of andere vakmensen wanneer u vragen heeft die niet in deze gebruiksaanwijzing worden beantwoord. Aan de voorzijde van de programmeerkaart bevinden zich twee stekkermogelijkheden. De van vooraan gezien rechter bus dient voor een externe stroomtoevoer van 4,8 tot 8,4 V/DC als de te programmeren rijregelaar niet over een BEC-systeem beschikt. De linkerbus is ontworpen voor de aansluiting van een rijregelaar. Let bij het opnieuw aansluiten op de juiste polariteit. Let hier op de markeringen op de behuizing van de programmeerkaart. De programmeerkaart is voor meerdere types rijregelaars geschikt. Naargelang het type (bv. crawler) gebeurt de aansluiting van de rijregelaar rechtstreeks via diens servo-aansluitkabel of via de ventilatoraansluiting van de rijregelaar. Wanneer de ventilator aan de rijregelaar via een servostekker is aangesloten, gebeurt een aansluiting dan via de ventilatoraansluiting. In dit geval is ook een stekkertoewijzing en het opschrift "PRG" op de rijregelaar zichtbaar. Trek de stekker uit de aansluitkabel van de ventilator aan de rijregelaar. Let op dat de aansluiting correct verpoold is en gebruik voor de verbinding van de programmeerkaart en rijregelaar de bij de leveringsomvang van de programmeerkaart inbegrepen servokabel. Ga als volgt te werk om de rijregelaar te programmeren: • Schakel de rijregelaar uit. • Verbind de servostekker van de rijregelaar (of ventilatoraansluiting, zie bovenstaande opmerking) met de programmeerkaart, en let daarbij op de juiste polariteit van de servostekker (zwart of bruin = min/-) De spannings-/stroomverzorging gebeurt in regel door een zogenaamd BECsysteem dat meestal in de rijregelaar is geïntegreerd en de stroomtoevoer van de ontvanger uit de rijaccu gebruikt. Als de te programmeren rijregelaar niet over een dergelijk BEC-systeem beschikt dan moet de programmeerkaart bijkomend met behulp van een externe stroomverzorging van stroom worden voorzien. Steek hiervoor in de rechter aansluitbus van de programmeerkaart bovenop de servostekker van de rijregelaar een geschikte ontvangeraccu (4,8 tot 8,4 V). Let hierbij nadrukkelijk op de juiste polariteit. • Als de programmeerkaart via een externe stroomtoevoer wordt aangedreven, moet eerst de rijregelaar en dan de externe stroomtoevoer worden ingeschakeld. Let hierbij op de correct polariteit en hoogte van de stroomtoevoer (max. 8,4 V/DC). • Verbind de rijregelaar met een rijaccu en schakel de rijregelaar in. De controle-LED van de rijregelaar en de linker en rechter schermweergave van de programmeerkaart lichten op. Op het linkerscherm wordt de programmeerfunctie (bv. 1 = rijmodus) weergegeven. Op het rechterscherm wordt hiervoor de huidige in de rijregelaar opgeslagen waarde weergegeven. De programmeerkaart is voor een rijregelaarserie van crawler-, on-road- en offroadvarianten geschikt. De te selecteren functies zijn voor alle drie de voertuigtypes gelijk. De instelwaarden bij de Crawler-varianten zijn echter verschillend van de on- en off-roadvarianten. Welke instelwaarde bij welk rijregelaartype (bv. Crawler) bij welke functie (bv. rijmodus) programmeerbaar is, verneemt u uit de informatie op de programmeerkaart. • Met de knop "ITEM" kunt u de gewenste functie (bv. 1 = rijmodus) selecteren die moet worden gewijzigd (eindeloze lus). • Met de knop "VALUE" kunt u de instelwaarde voor het geselecteerde menupunt (bv. 1 = rijmodus op het linkerscherm) wijzigen. In het rechter scherm verandert de instelwaarde in stijgende lijn telkens u op de knop "VALUE" drukt (eindeloze lus). • Sla met de knop "OK" de nieuw geselecteerde instelling in de rijregelaar op. De weergave van de programmeerkaart verdwijnt gedurende korte tijd en geeft vervolgens de net opgeslagen waarde weer. • Wanneer u meer instellingen in andere menupunten wilt uitvoeren, gaat u op dezelfde manier te werk (knop "ITEM" = functie kiezen, knop "VALUE" = instelwaarde wijzigen). • Met de knop "RESET" kunt u de rijregelaar naar de basisinstelling terugzetten. Sla deze basisinstelling met de knop "OK" in de rijregelaar op. • Schakel de rijregelaar na een geslaagde programmering opnieuw uit en ontkoppel deze van de rijaccu nadat u alle instellingen heeft uitgevoerd en opgeslagen. • Ontkoppel de servostekker van de rijregelaar van de programmeerkaart en sluit de stekker opnieuw met de hiervoor voorziene ontvangerstekker aan. Als de programmering via de ventilatoraansluiting van de rijregelaar werd uitgevoerd, moet de ventilator na een geslaagde programmering opnieuw worden aangesloten (let op de juiste verpoling!). • Uw model is nu gebruiksklaar met een nieuw-geprogrammeerde rijregelaar. Beschikbare programmeermogelijkheden Programmeerfunctie 1 = rijmodus ("Running Mode"): Hier legt u de rijmodus vast. Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke rijmodus. 1 = alleen vooruit rijden mogelijk 2 = vooruit en achteruit rijden mogelijk (bij het omschakelen van vooruit naar achteruit rijden wordt niet onmiddellijk, maar na een korte pauze naar achteruitrijden omgeschakeld om de aandrijving, wielen en accucapaciteit te sparen. 3 = vooruit en achteruit rijden mogelijk (de omschakeling van vooruit naar achteruit rijden gebeurt hier onmiddellijk; dit is uitstekend bij Crawler-voertuigen; bij normale voertuigen leidt deze instelling tot verhoogde belasting voor transmissie, wielen en accuvermogen) Afvoer Elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Het product dient na afloop van de levensduur volgens de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd. Technische gegevens Bedrijfsspanning �����������������������������������4,8 tot 8,4 V/DC Afmetingen �������������������������������������������88 x 58 x 14 mm (L x B x H) Gewicht �������������������������������������������������ca. 40 g Programmeerfunctie 2 = motorrem ("Drag Brake Force"): Als de gashendel op de zender uit de instelling vooruit naar de neutrale stand wordt gebracht, wordt de motorrem geactiveerd. De functie komt overeen met de motorrem van een "echte" auto, als u de voet van het gaspedaal neemt, maar het rempedaal nog niet indrukt. De motorrem kan in verschillende stappen worden geprogrammeerd. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe sterker de remwerking. Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde. Programmeerfunctie 3 = onderspanningsherkenning ("Low Voltage Cut-Off Threshold"): De onderspanningsherkenning wordt gegeven bij gebruik van het model met LiPo- en NiMHaccu's. De activering van deze functie is in het bijzonder voor LiPo-accu's aangewezen om schakelijke diepontlading van de accu te vermijden. De instelwaarde heeft betrekking op een LiPO-accu op een spanningswaarde per cel. Voorbeeld: Bij een instelling van 3 V zou een 2-cellige LiPo-accu bij onderschrijding van 2 x 3 V = 6 V de motor uitschakelen. Als u een NiMH-accu gebruikt en na het inschakelen van de rijregelaar een spanning van 9,0 tot 12 V wordt herkend, gebeurt de uitschakeling, zoals bij een 3-cellige LiPo-accu. Als een spanning van onder de 9 V wordt herkend, zal de rijregelaar de uitschakeling zoals bij een 2-cellige LiPo-accu gebeuren. Voorbeeld: Als de rijregelaar een accuspanning van 8,0 V herkent en de uitschakelspanning per cel is op 2,6 V ingesteld, zal de rijregelaar bij het bereiken van een accuspanning van 5,2 V (2 x 2,6 V = 5,2 V) de motor uitschakelen. Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde. Wij raden voor een LiPo-accu een instelwaarde van 3,2 V/cel aan. Let voor de werking van de onderspanningsherkenning op de gebruiksaanwijzing van de rijregelaar. Daarbij geldt: Als tijdens het gebruik van de rijregelaar gedurende 2 seconden een onderspanning wordt herkend, wordt het vermogen van de rijregelaar met 50% verminderd. Na nogmaals 10 seconden wordt de motor uitgeschakeld. Als bij een LiPo-accu de spanning per cel minder dan 3,5 V bedraagt, dan kan de rijregelaar niet meer worden geactiveerd. Beëindig in dit geval het rijden en laad de accu opnieuw volledig op. Programmeerfunctie 4 = opstartdynamiek ("Start-Mode (Punch)"): Met deze instelling kunt u de opstartdynamiek instellen. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe agressiever de motor op de stuurbevelen van de zender reageert. Het is hierbij van belang dat de accu de hiervoor benodigde stroom kan leveren (gebruik een LiPO-accu met hoog C-rate). "Stottert" de motor op het hoogste niveau van de opstartdynamiek en is de accu niet leeg (of krachtig genoeg), moet de transmissieoverzetting eventueel worden gewijzigd. Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde. Programmeerfunctie 5 = maximale remkracht ("Max Brake Force"): Hier stelt u de remwerking in, wanneer uit vanuit het vooruit rijden de stuurhendel op de zender naar achteruit rijden (of rem) naar diens eindpunt beweegt. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe hoger de remwerking. Hoe hoger de remwerking is ingesteld, hoe hoger de belasting voor de transmissie en wielen. Op basis van de informatie op de programmeerkaart naargelang het rijregelaartype (bv. Crawler) verneemt u telkens de mogelijke instelwaarde. Informatie met betrekking tot het gebruik Let zowel bij on- als off-roadvoertuigen op: Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden dient de gashendel zich kort (ca. 2 seconden) in de neutraalstand te bevinden. Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt gezet, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig gaat NIET achteruit!). Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2016 by Conrad Electronic SE. 1456605_V1_0916_02_VTP_m_nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Reely 1456605 Handleiding

Categorie
Speelgoed met afstandsbediening
Type
Handleiding