Reely 1456606 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

• Controleerhetfunctionerenvandeventilatorbijelkeingebruikname,blokkeerdeventilator
niet,verwijderstofenvuilvandeventilator,datzichbijv.doorhetgebruikvanhetvoertuig
opgehooptheeft.
• Voorkom dat de aandrijving wordt geblokkeerd. De stromen die hieruit ontstaan kunnen
schadeaandemotoren/ofderijregelaartoebrengen.
• Controleerofdeaandrijfstangsoepellooptenregelmatigwordtonderhouden.
• Controleerhetvoertuigenderijregelaar/motoropbeschadigingen.Gebruikhetvoertuigresp.
derijregelaar/motornietmeerindienubeschadigingenvaststelt.
• Voordatdeaccuopgeladenwordt,dientdezevanderijregelaarlosgekoppeldteworden.
• Behandelhetproductvoorzichtig;doorstoten,schokkenofeenval-zelfsvangeringehoogte
-kanhetbeschadigdraken.
• Laathetverpakkingsmateriaalnietrondslingeren,ditkanvoorkinderengevaarlijkspeelgoed
zijn.
• Raadpleeg a.u.b. een vakman als u vragen hebt over de werking, de veiligheid of het
aansluitenvanhetproduct.
• Laat werkzaamheden in de sfeer van onderhoud, aanpassingen en herstel of reparatie
uitsluitenduitvoerendooreenvakmanofineengespecialiseerdewerkplaats.
• Mochtunogvragenhebbendienietindezegebruiksaanwijzingwordenbeantwoord,neem
dancontactopmetonzetechnischeklantenserviceofanderespecialisten.
Montage
• Wanneerhetproductalsvervangingvaneenbestaanderijregelaar/motorwordtgebruikt,dientueerstde
ouderijregelaarenmotoruituwmodelteverwijderen.
• Monteereenvoorhetaandrijftandwielalsookvoordeasdiametervandenieuwemotorgeschiktrondsel
opdeaandrijfasvandebrushless-motor.Doorgaanswordthetrondselmeteenstifttapbevestigd.
Let op!
Zorgdatdestifttappreciesopdeafgeschuindekantvandeaandrijfas
vandemotorligtendaarwordtvastgeschroefd(zieafbeeldingrechts,
zonderhettandwiel),andersgaathetrondselergsnelloszitten.
Deexactepositievanhetrondselopdeaandrijfasmoetnademontagevandemotorworden
bepaald.Daarommoethetrondselineersteinstantieslechtslichtwordenvastgeschroefd.
• Bouwdemotorinuwvoertuiginenschroefdezevast.Gebruikslechtsgeschikteschroeven,dieniette
verindemotorkunnenbinnendringen.Controleernademontageabsoluut,ofderotorindemotorzich
soepellaatdraaienendatgeenaanloopgeluidentehorenzijn.Alshiernietopwordtgeletdankande
motorbeschadigdraken,metverliesvanwaarborg/garantie!
Deafstandtussenrondselenaandrijftandwielwordtlateringesteldenisopditmomentnogniet
vanbelang.
• Controleernuofhetrondselpreciestegenhetaandrijftandwielkomtteliggenenniet
naardezijkantisverschoven.
Let op!
Denauwkeurigepositievanhetrondseltegenhetaandrijftandwielisergbe-
langrijk.Hetmagdusnietnaardezijkantzijnverschovenaangezienhierdoor
hetaandrijftandwielbeschadigdraakt(dekrachtoverbrengingvindtplaatsvia
eenkleineroppervlak).
• Corrigeerdemontagepositievanhetrondselopdeaandrijfas,daartoemoetevt.demotorweeruitge-
bouwdworden.
Paswanneerhetrondselpreciesparalleltegenhetaandrijftandwielligt,dientdestifttapinhet
rondselvasttewordenaangedraaid.Debevestigingsschroevenvanhetmotorrondselmoetmet
eenschroefdraadborgmiddeltegenloslatengezekerdworden.
• Nadejuistemontagevanhetrondselopdeaandrijfasvandemotordientnudejuisteafstandtussen
rondselenaandrijftandwieltewordeningesteld.
Meestalis bij de motorbevestigingeen van de beidebevestigingsgaten rond, het anderelangwerpig.
Zoisdemotorviadeschroefinhetrondegatvastgemaaktenmetdeschroefinhetlangwerpigegat
verstelbaar.
• Draaidebeideschroeveneenkleinstukjeloszodatdemotordooreenlichtekrachtinspanningkanworden
gedraaid.
Deafstandtussenhetrondselenhetaandrijftandwielmagniettekleinenniettegrootzijn,
aangezienandershetaandrijftandwielwordtbeschadigd.
Deafstandiscorrectingesteldalsdezijkantenvandetandwielenvolinelkaargrijpenende
aandrijvingzichzondergroterekrachtsinspanninglaatdraaien.Controleernadeeersteritten
altijdweerdebevestigingvandemotorendepositievanhetmotorrondseltenopzichtevanhet
hoofdtandwiel.
Foutieveinstellinglijdentotverhoogdeslijtagevanhetmotorrondsel/hoofdtandwiel.
• Schroefdemotorvastalshijindejuistepositieis.
• Bevestignuderijregelaarinhetvoertuigchassis.Kieseenplaatsdiezovermogelijkvandeontvanger
ligt.Derijregelaardientooknietdirectnaastdemotorteliggen.Letuerhierbijop,datdeonderstehelft
vandedriemotoraansluitkabelsmetdeingebouwderodeengroeneLEDiningebouwdetoestandnog
zichtbaarzijn.
• Verbinddekabelvanderegelaarmetdievandemotor,letopeeneventueelaanwezigekleurcodering;
daarmeeisdevooruit/achteruitbewegingvandemotorinrelatietotderijregelaarcorrect.
Indienlaterdedraairichtingvandemotorverkeerdis(afhankelijkvandetransmissievanhet
voertuig),wisseldangewoondetweemotoraansluitingenom.Demotordraaitvervolgensinde
andererichting.
• Voordebevestigingvanderijregelaarkanbijv.klittenbandofdubbelzijdigplakbandwordengebruikt.
• Controleerofdevierbevestigingsschroevenvandeventilatorgoedvastzitten(controleerdezeookregel-
matignagebruikvanhetvoertuig).
Belangrijk!
Debijdesethorendemotorisuitsluitendvoorhetgebruikvaneen2-celligeLiPo-accu(nominale
spanning7,4V)ofeen4-6-celligeNiMH-accu(nominalespanning4,8-7,2V)geschikt.
Alsudeaccumetmeercellenaanderijregelaaraansluit,raaktderijregelaaren/ofdemotor
beschadigd.Verliesvandewaarborg/garantie!
Alsueenanderemotoraanderijregelaaraansluitdievoormeercellengeschiktis,letdan
absoluutopdeomwentelingenvandemotor,zietabel.Bovendiendientudeventilatoropde
rijregelaardooreenandereversietevervangendiemethogerespanningenkanwerken.Bijhet
nietinachtnemendreigtschadeaandeventilatoren/ofrijregelaar!Verliesvandewaarborg/
garantie!
Gebruiksaanwijzing
Motor-regelaar-combinatie
Bestelnr. 1456606 (Offroad)
Bestelnr. 1456607 (Onroad)
Beoogd gebruik
Hetproductbestaatuiteenelektronischerijregelaareneenbrushless-motor.Motorenrijregelaarzijnspat-
waterbestendig.
Afhankelijkvandeversiedienthetproductvoordeinbouwinmonstertrucks,truggy'sofmodelautocircuit-
voertuigen.
DeprogrammeringvanderijregelaarvindtplaatsviaeenprogrammeertoetsentweeLEDs.
Omveiligheids-envergunningsredenenishetombouwenen/ofveranderenvanhetproductniettoegestaan.
Alsuhetproductvooranderedoeleindengebruiktdanhiervoorbeschreven,kanhetbeschadigdraken.
Bovendienkanonjuistgebruikgevarenzoalskortsluiting,brand,etc.veroorzaken.Leesdegebruiksaanwij-
zingnauwkeurigenbewaarzegoed.Geefhetproductuitsluitendsamenmetdegebruiksaanwijzingdoor
aanderden.
Hetproductvoldoetaan de nationale enEuropesewettelijkevoorschriften.Alle voorkomende rma- en
productnamenzijnhandelsmerkenvandebetreffendeeigenaren.Allerechtenvoorbehouden.
Omvang van de levering
• Rijregelaar
• Motor
• Gebruiksaanwijzing
Actuele gebruiksaanwijzingen
UkuntdeactuelegebruiksaanwijzingeninuwPCinlezenviawww.conrad.com/downloadsofdoordege-
toondeQR-codetescannen.Volgdeinstructiesopdegenoemdeinternetsiteop.
Verklaring van de symbolen
Hetsymboolmethetuitroeptekenineendriehoekwijstopbelangrijkeinstructiesindezege-
bruiksaanwijzingdieuinelkgevalmoetopvolgen.
Hetpijl-symbooltreftuaanbijbijzonderetipsofinstructiesvoordebediening.
Veiligheidsaanwijzingen
Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en let vooral op de veiligheidsinstructies.
Indien u de veiligheidsaanwijzingen en de informatie over het juiste gebruik in deze ge-
bruiksaanwijzing niet opvolgt, dan zijn wij niet aansprakelijk voor daaruit voortvloeiend(e)
letsel/materiële schade. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de waarborg/garantie.
• Omveiligheids-en vergunningsredenen isheteigenmachtig ombouwen en/of veranderen
vanhetproductniettoegestaan.Demonteerhetproductniet,erzijngeenonderdeleninde
behuizingdiedooruingesteldofonderhoudendienenteworden.Hierdoorvervaltbovendien
dewaarborg/garantie!
• Hetproductisgeenspeelgoed,houdhetbuitenbereikvankinderen!
• Rijregelaar en motor zijn spatwaterbestendig. Grotere hoeveelheden water tijdens lang
„onderwaterrijden“leidtechtertotschadeaandemotoren/ofderijregelaar.
• Haaldeaccualtijdvanderijregelaarafwanneerderijregelaarnietnodigis.Bijkortepauzes
kanderijregelaarviadeaan/uit-schakelaarwordenuitgezet.
• Schakelaltijdeerstdezenderinvoordatuderijregelaarmetdeaccuverbindteninschakelt!
Voordatdezenderuitgeschakeldwordt,moeteerstderijregelaaruitgeschakeldwordenen
eventueelvandeacculosgekoppeldworden.
• DerijregelaarkaninverbindingmetdemeegeleverdemotormetNiMH/NiCd-accu'salsook
metLiPo-accu'sgebruiktworden.Hettoegelatenaantalcellenenz.vindtuindetabelinhet
hoofdstuk„Technischegegevens“.
• Gebruikderijregelaaralleenmeteenaccupak,maarnooitviahetlichtnet.
• Afhankelijkvanhetbeoogdedoel(on-danweloff-the-road)enondergrondvanhetparcours
(asfalt, zand, gras) moet rekening worden gehouden met verschillend stroomverbruik
bij de werking. Houd hierbij absoluut rekening met de technische gegevens van deze
gebruiksaanwijzing.Bijhetnietinachtnemenvandegrenswaardenraaktevt.demotoren/of
derijregelaarbeschadigd.Verliesvanwaarborg/garantie!
• Zowel de motor als ook de rijregelaar en de accu worden tijdens het gebruik erg heet.
Verbrandingsgevaar!
• Leteropdatzichbijhetomgaanmetdedevoertuigennooitlichaamsdelenofvoorwerpenin
dedraaiendeonderdelenbevinden.Letselgevaar!
• Sluitslechtséénenkelebrushlessmotoropderijregelaaraan.
• Debrushless-rijregelaarisnietgeschiktvoorgewoneelektromotorenmettweeaansluitingen!
• Houdbijdeinbouweenzogrootmogelijkeafstandtussendeontvangerenrijregelaar/motor
aanomeenwederzijdsebeïnvloedingtevoorkomen.
• Legdeantennekabelvandeontvangernietparallelaandestroomvoerendekabels.
• Bundel de antenneleiding van uw ontvangstinstallatie niet, maar gebruik bijv. een
antennestaafjedatloodrechtophetvoertuigovereindstaat.
• Zet altijd eerst de zender aan en zet de hendel voor de motorregeling in de neutrale
stand(motoruit).Pasdaarnakanderijregelaarmeteenaccupakwordenaangeslotenen
ingeschakeld.Bij het uitschakelen dient in omgekeerde volgorde te werkgegaanworden;
eerst de rijregelaar uitschakelen en van de accu loskoppelen en daarna pas de zender
uitschakelen.
• Bijgebruikvanhetmodelmoetvoorvoldoendekoelingvanderijregelaarendemotorgezorgd
worden.Dekhetkoellichaamendeventilatorvanderijregelaarnooitaf!
• Deaan/uit-schakelaarmetprogrammeertoetsdientzotewordenaangebrachtdatdezegemakkelijkkan
wordenbediend.Voordebevestigingkanklittenbandofdubbelzijdigplakbandwordengebruikt.
• Zorgdatkabelsnietindraaiendeofbewegendedelenvanhetvoertuigkunnenkomen.Gebruikvoorhet
vastmakenbijvoorbeeldkabelbinders.
Programmeren
a) Programmeren van vol vermogen- en neutraalstand
Omdevol-vermogen-standvoordevooruit/achteruitrijrichtingendeneutraalstandteprogrammeren,gaat
ualsvolgttewerk:
• Schakeldezenderin,laatdegas-/remhendelindeneutraalstand.Steldetrimregelaarvoorderijfunctiein
demiddelstestand.BijhetzendenmetdecomputermogengeenwegafrasteringenzijnenookgeenABS
geprogrammeerdzijn.Alsdeprogrammeringnietnaarwensfunctioneert,danmoetdestuurrichtingvoor
degashendelopreversegezetworden.
• Schakelderijregelaaruitensluitvervolgensderij-accuaan.
• Houdde set-uptoetsingedrukt en schakel de rijregelaar in. Laatde
set-uptoetsonmiddellijklosalsdeLED(zieafbeeldingrechts)opde
rijregelaarroodknippertendemotoreengeluidssignaalafgeeft.
Het geluidssignaal wordt door een korte sturing van de
brushless-motor gegenereerd.Afhankelijk van de motor is
ditgeluidssignaalechterslechtszeerzachtresp.vooruniet
hoorbaar.LetudanopdeweergavevandeLEDsopderijre-
gelaar.
• Druknueenmaalopdeprogrammeertoets,terwijldegas-/remhendel
zichindeneutraalstandbevindt.DeLEDop derijregelaarknippert
eenmaalkortgroen.Demotorgeefteengeluidssignaalaf.
• Beweegdegas-/remhendelindevol-vermogenstandvoordevooruitrijrichting(gas-/remhendelhelemaal
naardegreeptoetrekken)enhoudhemdaarvast.Druknueenmaalopdeprogrammeertoets.DeLED
knipperttweemaalgroen.Demotorgeefteengeluidssignaalaf.Devol-vermogenstandvooruitrijdenis
opgeslagen.
• Beweegdegas-/remhendelindevol-vermogenstandvoordeachteruitrijrichting(gas-/remhendelhele-
maalvandegreepafnaarvoorduwen)enhoudhemdaarvast.Druknueenmaalopdeprogrammeer-
toets.DeLEDknipperttweemaalgroen.Demotorgeefteengeluidssignaalaf.Devol-vermogenstand
voorachteruitrijdenisopgeslagen.
• Laatnudegas/rem-hendelloszodatdezeindeneutraalstandstaat.DeLEDknipperttweemaalgroen.
Demotorgeefteengeluidssignaalaf.Deprogrammeringvandeneutraalstandisopgeslagen.Motoren
rijrelaarzijnnaca.driesecondenbedrijfsklaar.Alsunuderijregelaaropnieuwinschakelt,isderijregelaar
metdehierboveningegeveninstellingenbedrijfsklaar.
b) Programmeren van de speciale functies
Meteenoptioneel verkrijgbare programmeerkaartkunnenalle mogelijke instellingen vande
rijregelaarzeereenvoudiggeprogrammeerdworden.Letudaarbijopdeinstructiesonderwww.
conrad.comopdeinternetpaginavanhetproduct.
• Verbindderijregelaarmeteenrij-accu,drukdeprogrammeertoetsin(ingedrukthouden!)enschakelde
rijregelaarin.DerodeLEDknippert.
HouddeprogrammeertoetsnetzolangingedrukttotdegroeneLEDknippert.
Nubentuindeprogrammeeromgevingenkunnendehiernavolgendebeschrevenmenupuntengepro-
grammeerdworden.
De5menupuntenwordenineeneindelozelusweergegeven.
1xknipperenismenupunt1,2xknipperenismenupunt2enz.totenmetmenupunt5.Daarna
wordtweermetmenupunt1begonnen.
Alshetgewenstemenupunt(1,2,3,4of5)isbereikt,danlaatudeprogrammeertoetslos.U
bevindtzichnuinhetsubmenuvanhetgeselecteerdemenupunt.
DerodeLEDgeeftunudeactueleinstellingvanhetgeselecteerdemenupunt.
• Terselectievandegewensteinstellingvanhetsubmenu(beschrijvingziec)druktugewoonzolangde
programmeertoetsin,totderodeLEDenookdetoonvolgordedegewensteinstellingaangeven.
Instelling RodeLEDknippert+geluidssignaal
1 1xkort
2 2xkort
3 3xkort
4 4xkort
5 1xlang
6 1xlang+1xkort
7 1xlang+2xkort
8 1xlang+3xkort
• Alsudegewensteinstellinggeselecteerdengeprogrammeerdheeft,danschakeltudaarnaderijregelaar
uit.Deinstellingwordthiermeeopgeslagen.Alsuopnieuweenprogrammeringvaneenandermenupunt
wiltdoorvoeren,danmoetudeprogrammeervolgordeopnieuwstarten.
c) Beschikbare programmeermogelijkheden
Menupunt 1 = rijmodus
Hierlegtuderijmodusvast(1=alleenvooruitruidenmogelijk;2=vooruitenachteruitrijdenmogelijk).
Bijhetomschakelenvanvooruitnaarachteruitrijdenwordtnietmeteenmaarmeteenpauzeomgeschakeld
omdeaandrijving,wielenendeaccucapaciteitteontzien.
Menupunt 2 = motorrem
Alsde gashendel op de zendervandevooruitstandindeneutraalstandwordt gebracht, dan wordt de
motorremgeactiveerd.
Defunctielijktopdemotorremvaneen„echte“auto,alsudevoetvanhetgaspedaalhaalt,maarnogniet
hetrempedaalindrukt.
Demotorremkaninachttrappenwordengeprogrammeerd.Hoehogerdeingesteldewaarde,hoesterkerde
remwerkingis.Devolgendewaardenkunneningesteldworden:
1=0%;2=5%;3=10%;4=15%;5=20%;6=25%;7=30%,8=40%
Menupunt 3 = herkenning onderspanning
DeherkenningvandeonderspanningisbijaandrijvingvanzowelhetmodelmetLiPoalsookdeNiMH-ac-
cu'svoorhanden.DeactiveringvandezefunctiewordtspeciaalvoorLiPo-accu'saanbevolen,omschadelijke
diepontladingenvandeaccu'stevermijden.
DeinstelwaardenbaserenzichbijeenLiPo-accuopeenspanningswaardeperaccucel.
Voorbeeld:Bijeeninstellingvan3,0Vwordtbijeen2-celligeaccubijeenaccuspanningvan6,0V(2cellenx
3,0V=6,0V)deingesteldeonderspanningsherkenningbereikt.Derijregelaarzalnudemotoruitschakelen,
omeendiepontladingvandeaccutevermijden.
AlsueenNiMH-accugebruiktdanisdeberekeningvanhetaantal(LiPo-)cellenopgrondvandeaccuspan-
ningdiederijregelaarbijhetinschakelenmist.Alsnahetinschakelenvanderijregelaareenspanningvan
9,0tot12,0Vgedetecteerd,danzaldeuitschakelingzoalsbijeen3-celligeLiPo-accuplaatsvinden.Als
eenspanningvanminderdan9,0Vwordtgedetecteerd,danzalderijregelaardeuitschakelingalsbijeen
2-celligeLiPo-accudoorvoeren.
Voorbeeld:Alsueenvolgeladen6-celligeNiMH-accuvanca.8,4Vaccuspanningaangeslotenheeften
deuitschakelspanningper(LiPo-)celop2,6Vingesteld,danzalbijhetbereikenvan5,2Vaccuspanning
(2x2,6V=5,2V)deonderspanningsherkenningdemotoruitschakelen.
Devolgendeinstelwaardenzijnmogelijk:
1=geenonderspanningsbescherming;2=2,6V/cel;3=2,8V/cel;4=3,0V/cel;5=3,2V/cel,6=3,4V/cel
VoorLiPo-accu'sbevelenwedeinstellingvan3,2V/celaan.
Deaccuspanningwordtpermanentindegatengehouden.Ookalseenonderspanningslechts
kortdurendwordtgedetecteerd,danwordtgedurendetweesecondenhetvermogenmet50%
gereduceerd.Nanogmaals10secondenwordtdemotoruitgeschakeld.AlsbijeenLiPo-accu
despanningpercellagerisdan3,5V,dankanderijregelaarnietmeergeactiveerdworden.
Beëindiginditgevalhetrijdenenlaaddeaccuweervolledigop.
Menupunt 4 = opstartdynamiek
Metdezeinstellingkuntudeopstartdynamiekinstellen.1=kalm;2=middel;3=hoog;4=zeerhoog.
Hoehoger de ingesteldewaarde is, hoe agressiever demotor op destuuraanwijzingen van dezender
reageert.Belangrijkhierbijisdatdeaccudehiervoorbenodigdestroomkanleveren(LiPo-accumethoge
C-rategebruiken).Alsdemotoropdehoogstestandvandeopstartdynamiek„stottert“endeaccunietleeg
is(resp.genoegvermogenheeft),dandienteventueeldeaandrijvingsoverbrengingveranderdteworden.
Menupunt 5 = remwerking
Hiersteltuderemwerkingin,wanneeruvanuitdevooruitrichtingvandestuurhendelopdezendernaarde
achteruit(resp.rem)vanzijneindpuntbeweegt.
Devolgendewaardenkunneningesteldworden:1=25%;2=50%;3=75%;4=100%.
Hoehogerdeingesteldewaarde,destesterkerisderemwerking.Hoehogerderemwerking
ingesteldis,destehogerisdebelastingvoordeaandrijvingendebanden.
d) Fabrieksinstellingen weer herstellen
Alsubijingeschakelderijregelaardeprogrammeertoetsgedurendeca.driesecondeningedrukthoudt,dan
knipperenderodeengroeneLEDgelijktijdig.VervolgensknippertslechtsderodeLEDengeefthiermeeaan
datdefabrieksinstellingweerhersteldis.
Metditterugzettenopdefabrieksinstellingwordenalleinstellingentotdantoeaansluitendopdeprogram-
meringvandeneutraalstandteruggezet.
Vervolgensmoetu,tebeginnenmetdeprogrammeringvandeneutraalstand,derijregelaarcompleetop-
nieuwprogrammeren.
Schakelhiervoorderijregelaaruitenbeginmetdeherprogrammering(zie„Programmerenvanvolvermo-
gen-enneutraalstand“).
Aansluiting op de ontvanger
Sluitdedriepoligestekkervanderijregelaaraanophetbetreffendekanaalvandeontvanger.Lethierbij
absoluutopdatdejuisteaansluitingopdeontvangerwordtgebruikt(ziegebruiksaanwijzingbijdeontvanger
resp.opdrukopdeontvanger).
Geel/wit/oranjeleiding:Besturingssignaal
Rodeleiding:Bedrijfsspanning
Bruin/zwarteleiding:GND/min
DerijregelaarbeschiktovereenBEC.Hierdoorwordtdeontvangerrechtstreeksviaderijrege-
laarvanderij-accuvanstroomvoorzien.AlsdeBECalsstroomvoorzieningvandeontvang-
installatiewordtgebruikt,danmaggeenontvangerbatterijresp.geenontvangeraccugebruikt
worden!
Belangrijk!
MochtvoordeontvangerinplaatsvandeingebouwdeBECeenseparatestroomvoorziening
wordengebruikt,dandientdemiddelste,rodedraadvandedriepoligeontvangerstekkervande
rijregelaartewordenonderbrokenengeïsoleerd.Indienditnietinachtwordtgenomendanraakt
derijregelaaronherstelbaarbeschadigd!Verliesvandewaarborg/garantie!
Informatie over het gebruik
Belangrijk!
Debijdesethorendemotorisuitsluitendvoorhetgebruikvaneen2-celligeLiPo-accu(nominale
spanning7,4V)ofeen4-6-celligeNiMH-accu(nominalespanning4,8-7,2V)geschikt.
Alsudeaccumetmeercellenaanderijregelaaraansluit,raaktderijregelaaren/ofdemotor
beschadigd.Verliesvandewaarborg/garantie!
Alsueenanderemotoraanderijregelaaraansluitdievoormeercellengeschiktis,letdan
absoluutopdeomwentelingenvandemotor,zietabel.Bovendiendientudeventilatoropde
rijregelaardooreenandereversietevervangendiemethogerespanningenkanwerken.Bijhet
nietinachtnemendreigtschadeaandeventilatoren/ofrijregelaar!Verliesvandewaarborg/
garantie!
• AlsderijregelaaringeschakeldwordtdanknippertdegroeneLEDovereenkomstighetaantalcellenvan
deaangeslotenLiPo-accu(bijv.2-celligeLiPo-accu=2xblinken).Erklinkteenaantalgeluidssignalenge-
lijkaanhetaantalknipperingenvandeLED.AlsdaarnageenLEDoplicht,isderijregelaarbedrijfsgereed.
• Alsderijregelaarnahetinschakeleneenongewonespanningswaardedetecteert,danzalderijregelaar
eenovereenkomstigwaarschuwingssignaalafgeven(2pieptonen,1secondepauze,2pieptonen,1se-
condepauzeenz.).
Controleerinditgevaldeaccu(spanning,laadsituatie)endestekkerverbindingentussenaccuenrijre-
gelaar.
• Alsderijregelaarnahetinschakeleneenverkeerdstuursignaalvandeontvangerdetecteert,danzalde
rijregelaareenovereenkomstigwaarschuwingssignaalafgeven(1pieptoon,2secondenpauze,1piep-
toon,2secondenpauzeenz.).
Controleerdetrimregelaarvoordegashendel;resp.laatdegashendelbijhetinschakelenvanderijrege-
laarindemiddelstestandstaan(neutraalstand).
• Bijvooruitenachteruitrijdenresp.vanhetbetreffendestuursignaalvandezenderlichtderodeLEDop.
Bij100%volvermogenopvooruitrijdenlichtdaarenbovenookdegroeneLEDop.
Alsondermenupunt5eenremwerkingvan100%isingesteld,danlichtdegroeneLEDookhierkortdu-
rendop.
• Bijhetwisselentussenvooruit-enachteruitrijdendientdegashendelzichkort(ca.2seconden)inde
neutraalstandtebevinden.Alsdehendeldirectvanvooruit-naarachteruitrijdenwordtgezet,wordtderem
vanderijregelaargeactiveerd(hetvoertuiggaatNIETachteruit!).
• Inhetgevaldatderijfunctieofderemfunctietegenovergesteldisaandebewegingvandegashendelop
dezender,danactiveertudereverse-functieopdezenderresp.verwisseltunaarbelieventweevande
driemotorkabels.
• Alsderijregelaardooreen3-celligeLiPo-accu(of7-9-celligeNiMH-accu)aangedrevenwordt,danmoet
devantevorengemonteerdeventilatordooreenhoogspannings-variantvervangenworden(zieoptioneel
toebehorenopdewebsitevanhetproduct).Bijhetnietinachtnemendreigtschadeaandeventilatoren/
ofrijregelaar!Verliesvandewaarborg/garantie!
• Hetfunctionerenvandeventilatormoetvoorennaelkeritgecontroleerdworden.Datgeldtinhetbijzonder
alshetvoertuigmetwaterinaanrakingisgekomen.Ingevalvantwijfelmoetdeventilatorgedemonteerd
engereinigdworden.
• Derijregelaarschakeltbijoververhittingvanderijregelaaromveiligheidsredenendemotoruit.Schakelin
ditgevalderij-aandrijvingonmiddellijkinencontroleerinditgevalbijv.deoverbrengingvandeaandrijving
enhetfunctionerenvandeventilatoropderijregelaar.
• Alsderijregelaartijdenshetrijdenlangerdan0,2secondengeensignaalvoordetoerentalregelingde-
tecteert,wordtdemotoruitgeschakeld.Controleerinditgevaldepositievandeontvangstantenne,de
verbindingtussenderijregelaarenontvangerendebatterijenvandezender.
Stoppen
Schakeleerstderijregelaaruit(schakelaarindestand„OFF“zetten).Koppeldaarnadeacculosvande
rijregelaar.Schakelpasdaarnadezenderuit.
Verwijdering
Elektronischwerkendetoestellenbevattenwaardevollematerialenenhorennietbijhethuis-
houdelijkafval.Verwijderhetproductaanheteindevanzijnlevensduurconformdegeldende
wettelijkebepalingen.
Technische specicaties
Belangrijk!
Debijdesethorendemotorisuitsluitendvoorhetgebruikvaneen2-celligeLiPo-accu(nominale
spanning7,4V)ofeen4-6-celligeNiMH-accu(nominalespanning4,8-7,2V)geschikt.
Alsudeaccumetmeercellenaanderijregelaaraansluit,raaktderijregelaaren/ofdemotor
beschadigd.Verliesvandewaarborg/garantie!
Alsueenanderemotor(dievoormeercellengeschiktis)aansluitaanderijregelaar,letdanab-
soluutophetaantalomwentelingenvandemotor,zietabel.Bovendiendientudeventilatorop
derijregelaardooreenandereversietevervangendiemethogerespanningenkanwerken.Bij
hetnietinachtnemendreigtschadeaandeventilatoren/ofrijregelaar!Verliesvandewaarborg/
garantie!
a) Rijregelaar
AantalcellenNiMH 4-9(debijdesethorendemotorisechterslechtsvoor4-6
cellengeschikt,zieaanwijzinghierboven)
CellenaantalLiPo 2-3(debijdesethorendemotorisechterslechtsvoor2cellen
geschikt,zieaanwijzinghierboven)
OnderspanningsherkenningLiPo 2,6V/2,8V/3,0V/3,2V/3,4Vpercel/uitschakelbaar
Continustroom(max.5min.) 60A
Stroom(max.2sec.) 390A
SBEC(geklokt) 6V/DC,3A
Ventilator geschikttotenmet2SLiPo(of6cellenNiMH)
Uitschakelingbijoververhitting ja
Min.omwentelingenbij2S+onthe
road
≥5,5omwentelingen
Min.omwentelingenbij3S+onthe
road
≥8,5omwentelingen
Min.omwentelingenbij2S+offthe
road
≥9omwentelingen
Min.omwentelingenbij3S+offthe
road
≥13omwentelingen
Geschiktemotorgrootte 3650/3660
Stekkersysteemvoormotor 4mmgoudencontact
Stekkersysteemvoorontvanger JR
Afmetingen(LxBxH) 48,5x38x32mm
Gewichtmetkabelca. 90g
b) Motor
Bestelnr. 1456606 1456607
AantalcellenNiMH 4-6 4-6
AantalcellenLiPo 2 2
Stroomkortdurendbij2S 60A 46A
Vermogen max.440W max.340W
OmwentelingenperVolt(KV) 3700 4000
Aantalpolen 4 4
Aantalvandeomwentelingen 9 8
Stekkersysteemvoor 4mmgoudencontact 4mmgoudencontact
Asdiameter 5mm 3,175mm
Bruikbareaslengte ca.18mm ca.14mm
Afmetingen(ØxL) 36x60mm 36x52mm
Gewichtmetkabelca. 252g 207g
DitiseenpublicatievanConradElectronicSE,Klaus-Conrad-Str.1,D-92240Hirschau(www.conrad.com).
Allerechten,vertalinginbegrepen,voorbehouden.Reproductiesvanwelkeaarddanook,bijvoorbeeldfotokopie,microverlmingofderegistratie
inelektronischegegevensverwerkingsapparatuur,vereisendeschriftelijketoestemmingvandeuitgever.Nadruk,ookvanuittreksels,verboden.
Depublicatievoldoetaandetechnischestandbijhetindrukbezorgen.
©Copyright2016byConradElectronicSE. 1456606_07_V1_0816_02_VTP_m_nl

Documenttranscriptie

• Controleer het functioneren van de ventilator bij elke ingebruikname, blokkeer de ventilator niet, verwijder stof en vuil van de ventilator, dat zich bijv. door het gebruik van het voertuig opgehoopt heeft. • Voorkom dat de aandrijving wordt geblokkeerd. De stromen die hieruit ontstaan kunnen schade aan de motor en/of de rijregelaar toebrengen. Gebruiksaanwijzing • Controleer of de aandrijfstang soepel loopt en regelmatig wordt onderhouden. • Controleer het voertuig en de rijregelaar/motor op beschadigingen. Gebruik het voertuig resp. de rijregelaar/motor niet meer indien u beschadigingen vaststelt. Motor-regelaar-combinatie Bestelnr. 1456606 (Offroad) • Voordat de accu opgeladen wordt, dient deze van de rijregelaar losgekoppeld te worden. • Behandel het product voorzichtig; door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het beschadigd raken. Bestelnr. 1456607 (Onroad) Beoogd gebruik • Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren, dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Het product bestaat uit een elektronische rijregelaar en een brushless-motor. Motor en rijregelaar zijn spatwaterbestendig. • Raadpleeg a.u.b. een vakman als u vragen hebt over de werking, de veiligheid of het aansluiten van het product. Afhankelijk van de versie dient het product voor de inbouw in monstertrucks, truggy's of modelautocircuitvoertuigen. • Laat werkzaamheden in de sfeer van onderhoud, aanpassingen en herstel of reparatie uitsluitend uitvoeren door een vakman of in een gespecialiseerde werkplaats. De programmering van de rijregelaar vindt plaats via een programmeertoets en twee LEDs. Om veiligheids- en vergunningsredenen is het ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. Als u het product voor andere doeleinden gebruikt dan hiervoor beschreven, kan het beschadigd raken. Bovendien kan onjuist gebruik gevaren zoals kortsluiting, brand, etc. veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig en bewaar ze goed. Geef het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing door aan derden. Het product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke voorschriften. Alle voorkomende firma- en productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Omvang van de levering • Rijregelaar • Motor • Gebruiksaanwijzing Actuele gebruiksaanwijzingen U kunt de actuele gebruiksaanwijzingen in uw PC inlezen via www.conrad.com/downloads of door de getoonde QR-code te scannen. Volg de instructies op de genoemde internetsite op. Verklaring van de symbolen Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die u in elk geval moet opvolgen. Het pijl-symbool treft u aan bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. Veiligheidsaanwijzingen Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien u de veiligheidsaanwijzingen en de informatie over het juiste gebruik in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgt, dan zijn wij niet aansprakelijk voor daaruit voortvloeiend(e) letsel/materiële schade. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de waarborg/garantie. • Om veiligheids- en vergunningsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. Demonteer het product niet, er zijn geen onderdelen in de behuizing die door u ingesteld of onderhouden dienen te worden. Hierdoor vervalt bovendien de waarborg/garantie! • Het product is geen speelgoed, houd het buiten bereik van kinderen! • Rijregelaar en motor zijn spatwaterbestendig. Grotere hoeveelheden water tijdens lang „onderwater rijden“ leidt echter tot schade aan de motor en/of de rijregelaar. • Haal de accu altijd van de rijregelaar af wanneer de rijregelaar niet nodig is. Bij korte pauzes kan de rijregelaar via de aan/uit-schakelaar worden uitgezet. • Schakel altijd eerst de zender in voordat u de rijregelaar met de accu verbindt en inschakelt! Voordat de zender uitgeschakeld wordt, moet eerst de rijregelaar uitgeschakeld worden en eventueel van de accu losgekoppeld worden. • De rijregelaar kan in verbinding met de meegeleverde motor met NiMH/NiCd-accu's als ook met LiPo-accu's gebruikt worden. Het toegelaten aantal cellen enz. vindt u in de tabel in het hoofdstuk „Technische gegevens“. • Gebruik de rijregelaar alleen met een accupak, maar nooit via het lichtnet. • Afhankelijk van het beoogde doel (on- dan wel off-the-road) en ondergrond van het parcours (asfalt, zand, gras) moet rekening worden gehouden met verschillend stroomverbruik bij de werking. Houd hierbij absoluut rekening met de technische gegevens van deze gebruiksaanwijzing. Bij het niet in acht nemen van de grenswaarden raakt evt. de motor en/of de rijregelaar beschadigd. Verlies van waarborg/garantie! • Zowel de motor als ook de rijregelaar en de accu worden tijdens het gebruik erg heet. Verbrandingsgevaar! • Let erop dat zich bij het omgaan met de de voertuigen nooit lichaamsdelen of voorwerpen in de draaiende onderdelen bevinden. Letselgevaar! • Sluit slechts één enkele brushless motor op de rijregelaar aan. • De brushless-rijregelaar is niet geschikt voor gewone elektromotoren met twee aansluitingen! • Houd bij de inbouw een zo groot mogelijke afstand tussen de ontvanger en rijregelaar/motor aan om een wederzijdse beïnvloeding te voorkomen. • Leg de antennekabel van de ontvanger niet parallel aan de stroomvoerende kabels. • Bundel de antenneleiding van uw ontvangstinstallatie niet, maar gebruik bijv. een antennestaafje dat loodrecht op het voertuig overeind staat. • Zet altijd eerst de zender aan en zet de hendel voor de motorregeling in de neutrale stand (motor uit). Pas daarna kan de rijregelaar met een accupak worden aangesloten en ingeschakeld. Bij het uitschakelen dient in omgekeerde volgorde te werk gegaan worden; eerst de rijregelaar uitschakelen en van de accu loskoppelen en daarna pas de zender uitschakelen. • Bij gebruik van het model moet voor voldoende koeling van de rijregelaar en de motor gezorgd worden. Dek het koellichaam en de ventilator van de rijregelaar nooit af! • Mocht u nog vragen hebben die niet in deze gebruiksaanwijzing worden beantwoord, neem dan contact op met onze technische klantenservice of andere specialisten. Montage • Wanneer het product als vervanging van een bestaande rijregelaar/motor wordt gebruikt, dient u eerst de oude rijregelaar en motor uit uw model te verwijderen. • Monteer een voor het aandrijftandwiel als ook voor de asdiameter van de nieuwe motor geschikt rondsel op de aandrijfas van de brushless-motor. Doorgaans wordt het rondsel met een stifttap bevestigd. Let op! Zorg dat de stifttap precies op de afgeschuinde kant van de aandrijfas van de motor ligt en daar wordt vastgeschroefd (zie afbeelding rechts, zonder het tandwiel), anders gaat het rondsel erg snel los zitten. De exacte positie van het rondsel op de aandrijfas moet na de montage van de motor worden bepaald. Daarom moet het rondsel in eerste instantie slechts licht worden vastgeschroefd. • Bouw de motor in uw voertuig in en schroef deze vast. Gebruik slechts geschikte schroeven, die niet te ver in de motor kunnen binnendringen. Controleer na de montage absoluut, of de rotor in de motor zich soepel laat draaien en dat geen aanloopgeluiden te horen zijn. Als hier niet op wordt gelet dan kan de motor beschadigd raken, met verlies van waarborg/garantie! De afstand tussen rondsel en aandrijftandwiel wordt later ingesteld en is op dit moment nog niet van belang. • Controleer nu of het rondsel precies tegen het aandrijftandwiel komt te liggen en niet naar de zijkant is verschoven. Let op! De nauwkeurige positie van het rondsel tegen het aandrijftandwiel is erg belangrijk. Het mag dus niet naar de zijkant zijn verschoven aangezien hierdoor het aandrijftandwiel beschadigd raakt (de krachtoverbrenging vindt plaats via een kleiner oppervlak). • Corrigeer de montagepositie van het rondsel op de aandrijfas, daartoe moet evt. de motor weer uitgebouwd worden. Pas wanneer het rondsel precies parallel tegen het aandrijftandwiel ligt, dient de stifttap in het rondsel vast te worden aangedraaid. De bevestigingsschroeven van het motorrondsel moet met een schroefdraadborgmiddel tegen loslaten gezekerd worden. • Na de juiste montage van het rondsel op de aandrijfas van de motor dient nu de juiste afstand tussen rondsel en aandrijftandwiel te worden ingesteld. Meestal is bij de motorbevestiging een van de beide bevestigingsgaten rond, het andere langwerpig. Zo is de motor via de schroef in het ronde gat vastgemaakt en met de schroef in het langwerpige gat verstelbaar. • Draai de beide schroeven een klein stukje los zodat de motor door een lichte krachtinspanning kan worden gedraaid. De afstand tussen het rondsel en het aandrijftandwiel mag niet te klein en niet te groot zijn, aangezien anders het aandrijftandwiel wordt beschadigd. De afstand is correct ingesteld als de zijkanten van de tandwielen vol in elkaar grijpen en de aandrijving zich zonder grotere krachtsinspanning laat draaien. Controleer na de eerste ritten altijd weer de bevestiging van de motor en de positie van het motorrondsel ten opzichte van het hoofdtandwiel. Foutieve instelling lijden tot verhoogde slijtage van het motorrondsel/hoofdtandwiel. • Schroef de motor vast als hij in de juiste positie is. • Bevestig nu de rijregelaar in het voertuigchassis. Kies een plaats die zo ver mogelijk van de ontvanger ligt. De rijregelaar dient ook niet direct naast de motor te liggen. Let u er hierbij op, dat de onderste helft van de drie motoraansluitkabels met de ingebouwde rode en groene LED in ingebouwde toestand nog zichtbaar zijn. • Verbind de kabel van de regelaar met die van de motor, let op een eventueel aanwezige kleurcodering; daarmee is de vooruit/achteruitbeweging van de motor in relatie tot de rijregelaar correct. Indien later de draairichting van de motor verkeerd is (afhankelijk van de transmissie van het voertuig), wissel dan gewoon de twee motoraansluitingen om. De motor draait vervolgens in de andere richting. • Voor de bevestiging van de rijregelaar kan bijv. klittenband of dubbelzijdig plakband worden gebruikt. • Controleer of de vier bevestigingsschroeven van de ventilator goed vast zitten (controleer deze ook regelmatig na gebruik van het voertuig). Belangrijk! De bij de set horende motor is uitsluitend voor het gebruik van een 2-cellige LiPo-accu (nominale spanning 7,4 V) of een 4 - 6-cellige NiMH-accu (nominale spanning 4,8 - 7,2 V) geschikt. Als u de accu met meer cellen aan de rijregelaar aansluit, raakt de rijregelaar en/of de motor beschadigd. Verlies van de waarborg/garantie! Als u een andere motor aan de rijregelaar aansluit die voor meer cellen geschikt is, let dan absoluut op de omwentelingen van de motor, zie tabel. Bovendien dient u de ventilator op de rijregelaar door een andere versie te vervangen die met hogere spanningen kan werken. Bij het niet in acht nemen dreigt schade aan de ventilator en/of rijregelaar! Verlies van de waarborg/ garantie! • De aan/uit-schakelaar met programmeertoets dient zo te worden aangebracht dat deze gemakkelijk kan worden bediend. Voor de bevestiging kan klittenband of dubbelzijdig plakband worden gebruikt. c) Beschikbare programmeermogelijkheden • Zorg dat kabels niet in draaiende of bewegende delen van het voertuig kunnen komen. Gebruik voor het vastmaken bijvoorbeeld kabelbinders. Hier legt u de rijmodus vast (1 = alleen vooruit ruiden mogelijk; 2 = vooruit en achteruit rijden mogelijk). Programmeren a) Programmeren van vol vermogen- en neutraalstand Om de vol-vermogen-stand voor de vooruit/achteruit rijrichting en de neutraalstand te programmeren, gaat u als volgt te werk: • Schakel de zender in, laat de gas-/remhendel in de neutraalstand. Stel de trimregelaar voor de rijfunctie in de middelste stand. Bij het zenden met de computer mogen geen wegafrasteringen zijn en ook geen ABS geprogrammeerd zijn. Als de programmering niet naar wens functioneert, dan moet de stuurrichting voor de gashendel op reverse gezet worden. • Schakel de rijregelaar uit en sluit vervolgens de rij-accu aan. • Houd de set-uptoets ingedrukt en schakel de rijregelaar in. Laat de set-uptoets onmiddellijk los als de LED (zie afbeelding rechts) op de rijregelaar rood knippert en de motor een geluidssignaal afgeeft. Het geluidssignaal wordt door een korte sturing van de brushless-motor gegenereerd. Afhankelijk van de motor is dit geluidssignaal echter slechts zeer zacht resp. voor u niet hoorbaar. Let u dan op de weergave van de LEDs op de rijregelaar. • Druk nu eenmaal op de programmeertoets, terwijl de gas-/remhendel zich in de neutraalstand bevindt. De LED op de rijregelaar knippert eenmaal kort groen. De motor geeft een geluidssignaal af. • Beweeg de gas-/remhendel in de vol-vermogen stand voor de vooruit rijrichting (gas-/remhendel helemaal naar de greep toe trekken) en houd hem daar vast. Druk nu eenmaal op de programmeertoets. De LED knippert twee maal groen. De motor geeft een geluidssignaal af. De vol-vermogen stand vooruit rijden is opgeslagen. • Beweeg de gas-/remhendel in de vol-vermogen stand voor de achteruit rijrichting (gas-/remhendel helemaal van de greep af naar voor duwen) en houd hem daar vast. Druk nu eenmaal op de programmeertoets. De LED knippert twee maal groen. De motor geeft een geluidssignaal af. De vol-vermogen stand voor achteruit rijden is opgeslagen. • Laat nu de gas/rem-hendel los zodat deze in de neutraalstand staat. De LED knippert twee maal groen. De motor geeft een geluidssignaal af. De programmering van de neutraalstand is opgeslagen. Motor en rijrelaar zijn na ca. drie seconden bedrijfsklaar. Als u nu de rijregelaar opnieuw inschakelt, is de rijregelaar met de hierboven ingegeven instellingen bedrijfsklaar. b) Programmeren van de speciale functies Met een optioneel verkrijgbare programmeerkaart kunnen alle mogelijke instellingen van de rijregelaar zeer eenvoudig geprogrammeerd worden. Let u daarbij op de instructies onder www. conrad.com op de internetpagina van het product. • Verbind de rijregelaar met een rij-accu, druk de programmeertoets in (ingedrukt houden!) en schakel de rijregelaar in. De rode LED knippert. Houd de programmeertoets net zolang ingedrukt tot de groene LED knippert. Nu bent u in de programmeeromgeving en kunnen de hiernavolgende beschreven menupunten geprogrammeerd worden. De 5 menupunten worden in een eindeloze lus weergegeven. 1x knipperen is menupunt 1, 2x knipperen is menupunt 2 enz. tot en met menupunt 5. Daarna wordt weer met menupunt 1 begonnen. Als het gewenste menupunt (1, 2, 3, 4 of 5) is bereikt, dan laat u de programmeertoets los. U bevindt zich nu in het submenu van het geselecteerde menupunt. De rode LED geeft u nu de actuele instelling van het geselecteerde menupunt. • Ter selectie van de gewenste instelling van het submenu (beschrijving zie c) drukt u gewoon zo lang de programmeertoets in, tot de rode LED en ook de toonvolgorde de gewenste instelling aangeven. Instelling Rode LED knippert + geluidssignaal 1 1x kort 2 2x kort 3 3x kort 4 4x kort 5 1x lang 6 1x lang + 1x kort 7 1x lang + 2x kort 8 1x lang + 3x kort • Als u de gewenste instelling geselecteerd en geprogrammeerd heeft, dan schakelt u daarna de rijregelaar uit. De instelling wordt hiermee opgeslagen. Als u opnieuw een programmering van een ander menupunt wilt doorvoeren, dan moet u de programmeervolgorde opnieuw starten. Menupunt 1 = rijmodus Bij het omschakelen van vooruit naar achteruit rijden wordt niet meteen maar met een pauze omgeschakeld om de aandrijving, wielen en de accucapaciteit te ontzien. Menupunt 2 = motorrem Als de gashendel op de zender van de vooruit stand in de neutraalstand wordt gebracht, dan wordt de motorrem geactiveerd. De functie lijkt op de motorrem van een „echte“ auto, als u de voet van het gaspedaal haalt, maar nog niet het rempedaal indrukt. De motorrem kan in acht trappen worden geprogrammeerd. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe sterker de remwerking is. De volgende waarden kunnen ingesteld worden: 1 = 0%; 2 = 5%; 3 = 10%; 4 = 15%; 5 = 20%; 6 = 25%; 7 = 30%, 8 = 40% Menupunt 3 = herkenning onderspanning De herkenning van de onderspanning is bij aandrijving van zowel het model met LiPo als ook de NiMH-accu's voorhanden. De activering van deze functie wordt speciaal voor LiPo-accu's aanbevolen, om schadelijke diepontladingen van de accu's te vermijden. De instelwaarden baseren zich bij een LiPo-accu op een spanningswaarde per accucel. Voorbeeld: Bij een instelling van 3,0 V wordt bij een 2-cellige accu bij een accuspanning van 6,0 V (2 cellen x 3,0 V = 6,0 V) de ingestelde onderspanningsherkenning bereikt. De rijregelaar zal nu de motor uitschakelen, om een diepontlading van de accu te vermijden. Als u een NiMH -accu gebruikt dan is de berekening van het aantal (LiPo-)cellen op grond van de accuspanning die de rijregelaar bij het inschakelen mist. Als na het inschakelen van de rijregelaar een spanning van 9,0 tot 12,0 V gedetecteerd, dan zal de uitschakeling zoals bij een 3-cellige LiPo-accu plaatsvinden. Als een spanning van minder dan 9,0 V wordt gedetecteerd, dan zal de rijregelaar de uitschakeling als bij een 2-cellige LiPo-accu doorvoeren. Voorbeeld: Als u een volgeladen 6-cellige NiMH-accu van ca. 8,4 V accuspanning aangesloten heeft en de uitschakelspanning per (LiPo-)cel op 2,6 V ingesteld, dan zal bij het bereiken van 5,2 V accuspanning (2 x 2,6 V = 5,2 V) de onderspanningsherkenning de motor uitschakelen. De volgende instelwaarden zijn mogelijk: 1 = geen onderspanningsbescherming; 2 = 2,6 V/cel; 3 = 2,8 V/cel; 4 = 3,0 V/cel; 5 = 3,2 V/cel, 6 = 3,4 V/cel Voor LiPo-accu's bevelen we de instelling van 3,2 V/cel aan. De accuspanning wordt permanent in de gaten gehouden. Ook als een onderspanning slechts kortdurend wordt gedetecteerd, dan wordt gedurende twee seconden het vermogen met 50% gereduceerd. Na nogmaals 10 seconden wordt de motor uitgeschakeld. Als bij een LiPo-accu de spanning per cel lager is dan 3,5 V, dan kan de rijregelaar niet meer geactiveerd worden. Beëindig in dit geval het rijden en laad de accu weer volledig op. Menupunt 4 = opstartdynamiek Met deze instelling kunt u de opstartdynamiek instellen. 1 = kalm; 2 = middel; 3 = hoog; 4 = zeer hoog. Hoe hoger de ingestelde waarde is, hoe agressiever de motor op de stuuraanwijzingen van de zender reageert. Belangrijk hierbij is dat de accu de hiervoor benodigde stroom kan leveren (LiPo-accu met hoge C-rate gebruiken). Als de motor op de hoogste stand van de opstartdynamiek „stottert“ en de accu niet leeg is (resp. genoeg vermogen heeft), dan dient eventueel de aandrijvingsoverbrenging veranderd te worden. Menupunt 5 = remwerking Hier stelt u de remwerking in, wanneer u vanuit de vooruit richting van de stuurhendel op de zender naar de achteruit (resp. rem) van zijn eindpunt beweegt. De volgende waarden kunnen ingesteld worden: 1 = 25%; 2 = 50%; 3 = 75%; 4 = 100%. Hoe hoger de ingestelde waarde, des te sterker is de remwerking. Hoe hoger de remwerking ingesteld is, des te hoger is de belasting voor de aandrijving en de banden. d) Fabrieksinstellingen weer herstellen Als u bij ingeschakelde rijregelaar de programmeertoets gedurende ca. drie seconden ingedrukt houdt, dan knipperen de rode en groene LED gelijktijdig. Vervolgens knippert slechts de rode LED en geeft hiermee aan dat de fabrieksinstelling weer hersteld is. Met dit terugzetten op de fabrieksinstelling worden alle instellingen tot dan toe aansluitend op de programmering van de neutraalstand teruggezet. Vervolgens moet u, te beginnen met de programmering van de neutraalstand, de rijregelaar compleet opnieuw programmeren. Schakel hiervoor de rijregelaar uit en begin met de herprogrammering (zie „Programmeren van vol vermogen- en neutraalstand“). Aansluiting op de ontvanger Sluit de driepolige stekker van de rijregelaar aan op het betreffende kanaal van de ontvanger. Let hierbij absoluut op dat de juiste aansluiting op de ontvanger wordt gebruikt (zie gebruiksaanwijzing bij de ontvanger resp. opdruk op de ontvanger). Geel/wit/oranje leiding: Besturingssignaal Rode leiding: Bedrijfsspanning Bruin/zwarte leiding: GND/min De rijregelaar beschikt over een BEC. Hierdoor wordt de ontvanger rechtstreeks via de rijregelaar van de rij-accu van stroom voorzien. Als de BEC als stroomvoorziening van de ontvanginstallatie wordt gebruikt, dan mag geen ontvangerbatterij resp. geen ontvangeraccu gebruikt worden! Belangrijk! Mocht voor de ontvanger in plaats van de ingebouwde BEC een separate stroomvoorziening worden gebruikt, dan dient de middelste, rode draad van de driepolige ontvangerstekker van de rijregelaar te worden onderbroken en geïsoleerd. Indien dit niet in acht wordt genomen dan raakt de rijregelaar onherstelbaar beschadigd! Verlies van de waarborg/garantie! Informatie over het gebruik Belangrijk! Technische specificaties Belangrijk! De bij de set horende motor is uitsluitend voor het gebruik van een 2-cellige LiPo-accu (nominale spanning 7,4 V) of een 4 - 6-cellige NiMH-accu (nominale spanning 4,8 - 7,2 V) geschikt. De bij de set horende motor is uitsluitend voor het gebruik van een 2-cellige LiPo-accu (nominale spanning 7,4 V) of een 4 - 6-cellige NiMH-accu (nominale spanning 4,8 - 7,2 V) geschikt. Als u de accu met meer cellen aan de rijregelaar aansluit, raakt de rijregelaar en/of de motor beschadigd. Verlies van de waarborg/garantie! Als u de accu met meer cellen aan de rijregelaar aansluit, raakt de rijregelaar en/of de motor beschadigd. Verlies van de waarborg/garantie! Als u een andere motor aan de rijregelaar aansluit die voor meer cellen geschikt is, let dan absoluut op de omwentelingen van de motor, zie tabel. Bovendien dient u de ventilator op de rijregelaar door een andere versie te vervangen die met hogere spanningen kan werken. Bij het niet in acht nemen dreigt schade aan de ventilator en/of rijregelaar! Verlies van de waarborg/ garantie! Als u een andere motor (die voor meer cellen geschikt is) aansluit aan de rijregelaar, let dan absoluut op het aantal omwentelingen van de motor, zie tabel. Bovendien dient u de ventilator op de rijregelaar door een andere versie te vervangen die met hogere spanningen kan werken. Bij het niet in acht nemen dreigt schade aan de ventilator en/of rijregelaar! Verlies van de waarborg/ garantie! • Als de rijregelaar ingeschakeld wordt dan knippert de groene LED overeenkomstig het aantal cellen van de aangesloten LiPo-accu (bijv. 2-cellige LiPo-accu = 2x blinken). Er klinkt een aantal geluidssignalen gelijk aan het aantal knipperingen van de LED. Als daarna geen LED oplicht, is de rijregelaar bedrijfsgereed. a) Rijregelaar Aantal cellen NiMH 4 - 9 (de bij de set horende motor is echter slechts voor 4 - 6 cellen geschikt, zie aanwijzing hierboven) Cellenaantal LiPo 2 - 3 (de bij de set horende motor is echter slechts voor 2 cellen geschikt, zie aanwijzing hierboven) Onderspanningsherkenning LiPo 2,6 V / 2,8 V / 3,0 V / 3,2 V / 3,4 V per cel / uitschakelbaar Continustroom (max. 5 min.) 60 A Stroom (max. 2 sec.) 390 A SBEC (geklokt) 6 V/DC, 3 A Ventilator geschikt tot en met 2S LiPo (of 6 cellen NiMH) Uitschakeling bij oververhitting ja Als onder menupunt 5 een remwerking van 100% is ingesteld, dan licht de groene LED ook hier kortdurend op. Min. omwentelingen bij 2S + on the road ≥ 5,5 omwentelingen • Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden dient de gashendel zich kort (ca. 2 seconden) in de neutraalstand te bevinden. Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt gezet, wordt de rem van de rijregelaar geactiveerd (het voertuig gaat NIET achteruit!). Min. omwentelingen bij 3S + on the road ≥ 8,5 omwentelingen Min. omwentelingen bij 2S + off the road ≥ 9 omwentelingen Min. omwentelingen bij 3S + off the road ≥ 13 omwentelingen Geschikte motorgrootte 3650 / 3660 Stekkersysteem voor motor 4 mm gouden contact • Het functioneren van de ventilator moet voor en na elke rit gecontroleerd worden. Dat geldt in het bijzonder als het voertuig met water in aanraking is gekomen. In geval van twijfel moet de ventilator gedemonteerd en gereinigd worden. Stekkersysteem voor ontvanger JR Afmetingen (Lx B x H) 48,5 x 38 x 32 mm • De rijregelaar schakelt bij oververhitting van de rijregelaar om veiligheidsredenen de motor uit. Schakel in dit geval de rij-aandrijving onmiddellijk in en controleer in dit geval bijv. de overbrenging van de aandrijving en het functioneren van de ventilator op de rijregelaar. Gewicht met kabel ca. 90 g • Als de rijregelaar na het inschakelen een ongewone spanningswaarde detecteert, dan zal de rijregelaar een overeenkomstig waarschuwingssignaal afgeven (2 pieptonen, 1 seconde pauze, 2 pieptonen, 1 seconde pauze enz.). Controleer in dit geval de accu (spanning, laadsituatie) en de stekkerverbindingen tussen accu en rijregelaar. • Als de rijregelaar na het inschakelen een verkeerd stuursignaal van de ontvanger detecteert, dan zal de rijregelaar een overeenkomstig waarschuwingssignaal afgeven (1 pieptoon, 2 seconden pauze, 1 pieptoon, 2 seconden pauze enz.). Controleer de trimregelaar voor de gashendel; resp. laat de gashendel bij het inschakelen van de rijregelaar in de middelste stand staan (neutraalstand). • Bij vooruit en achteruit rijden resp. van het betreffende stuursignaal van de zender licht de rode LED op. Bij 100% vol vermogen op vooruit rijden licht daarenboven ook de groene LED op. • In het geval dat de rijfunctie of de remfunctie tegenovergesteld is aan de beweging van de gashendel op de zender, dan activeert u de reverse-functie op de zender resp. verwisselt u naar believen twee van de drie motorkabels. • Als de rijregelaar door een 3-cellige LiPo-accu (of 7 - 9-cellige NiMH-accu) aangedreven wordt, dan moet de van te voren gemonteerde ventilator door een hoogspannings-variant vervangen worden (zie optioneel toebehoren op de website van het product). Bij het niet in acht nemen dreigt schade aan de ventilator en/ of rijregelaar! Verlies van de waarborg/garantie! • Als de rijregelaar tijdens het rijden langer dan 0,2 seconden geen signaal voor de toerentalregeling detecteert, wordt de motor uitgeschakeld. Controleer in dit geval de positie van de ontvangstantenne, de verbinding tussen de rijregelaar en ontvanger en de batterijen van de zender. b) Motor Bestelnr. 1456606 1456607 Aantal cellen NiMH 4-6 4-6 Aantal cellen LiPo 2 2 Schakel eerst de rijregelaar uit (schakelaar in de stand „OFF“ zetten). Koppel daarna de accu los van de rijregelaar. Schakel pas daarna de zender uit. Stroom kortdurend bij 2S 60 A 46 A Vermogen max. 440 W max. 340 W Verwijdering Omwentelingen per Volt (KV) 3700 4000 Aantal polen 4 4 Aantal van de omwentelingen 9 8 Stekkersysteem voor 4 mm gouden contact 4 mm gouden contact Asdiameter 5 mm 3,175 mm Bruikbare aslengte ca. 18 mm ca. 14 mm Afmetingen (Ø x L) 36 x 60 mm 36 x 52 mm Gewicht met kabel ca. 252 g 207 g Stoppen Elektronisch werkende toestellen bevatten waardevolle materialen en horen niet bij het huishoudelijk afval. Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalingen. Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2016 by Conrad Electronic SE. 1456606_07_V1_0816_02_VTP_m_nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Reely 1456606 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor