NL/BE
- 19 -
2.3 Gevaren tijdens het bedrijf
•
Het gebruik van het toestel kan kneuzingen,
ontvelling, snij- en brandwonden veroorza-
ken. Draag handschoenen.
•
De bedieners en het onderhoudspersoneel
moeten fysiek in staat zijn om de grootte, het
gewicht en het vermogen van de machine te
hanteren.
•
Onverwachte bewegingen van de machine of
breuk van de beitel kunnen zware ongevallen
veroorzaken. Zorg er daarom voor dat u vei-
lig en stevig staat zodat u ook bij onverwach-
te bewegingen het toestel kunt controleren en
uw lichaamshouding kunt behouden.
•
Laat de trekker (2) los als de luchttoevoer
wordt onderbroken.
•
Draag bij het werken met de beitelhamer de
vereiste beschermende kleding, vooral een
slagvaste veiligheidsbril, gehoorbeschermer
en veiligheidshandschoenen.
2.4 Gevaren door herhaaldelijke
bewegingen
•
Werken met de beitelhamer kan tot klachten
in de handen, armen, schouders, nek of an-
dere lichaamsdelen leiden.
•
Let tijdens het gebruik van het toestel op een
aangename lichaamshouding en verwissel
van lichaamshouding om klachten te voor-
komen.
•
Stop met het toestel te gebruiken wanneer
u doofheidsgevoel, tintelen, pijn of bleek
worden van de huid van vingers of handen
ondervindt en consulteer de dokter.
2.5 Gevaren door accessoires
•
Let op: Scheid het toestel van het persluchtnet
voordat u onderhouds- en schoonmaakwerk-
zaamheden verricht.
•
Gebruik alleen accessoires en verbruiksma-
terialen met die afmetingen en van dat type,
zoals die door de fabrikant worden aanbe-
volen.
•
Gebruik de beitels niet als handgereedschap.
Die zijn speciaal ontworpen voor gebruik sa-
men met een beitelhamer.
•
Gebruik alleen scherpe beitels omdat botte
beitels een hogere druk nodig hebben en
kunnen breken alsmede de trillingen kunnen
verhogen.
•
Koel warme gereedschappen niet met water.
Dit zou tot beschadigingen kunnen leiden.
•
Gebruik de beitels niet als hefboom.
•
Raak de beitel nooit aan tijdens en na het
gebruik van het toestel. Letsel aan vingers of
handen zouden het gevolg kunnen zijn. De
beitel kan warm worden.
•
Gebruik geen defecte toestellen. Vervang de-
fecte delen om verwondingen te vermijden.
2.6 Gevaren op de werkplek
•
Wegglijden, struikelen en vallen zijn de voor-
naamste aanleiding tot letsel op de werkplek.
Let op gladde ondergrond veroorzaakt door
het gebruik van het toestel en ook op struikel-
vallen door de luchtslang.
•
Pas op voor verborgen gevaren zoals elektri-
sche leidingen of gas- en waterleidingen.
•
Dit toestel is niet geïsoleerd bij contact met
een elektrische leiding. Vermijd zeker elk
contact met elektrische leidingen. Het toestel
is niet geschikt voor gebruik in explosieve
omgevingen.
•
Het toestel is niet geschikt voor gebruik in
explosieve omgevingen: Bij het werken met
dit toestel kunnen vonken ontstaan. Werk
daarom met dit toestel nooit in de buurt van
brandbare materialen, vloeistoffen of gassen.
2.7 Gevaren door stof en dampen
•
Naargelang het te bewerken materiaal kun-
nen stof en gassen gevaarlijk zijn voor de ge-
zondheid van de bediener (b.v. kanker, ge-
boorteafwijkingen, asthma en/of dermatitis).
•
Zorg ervoor dat ontsnappende lucht zo wei-
nig mogelijk stof opdwarrelt.
•
Draag een voor de situatie waarin het wordt
ingezet geschikt stofmasker, dat overeenkomt
met de algemeen geldende veiligheidsregels.
Anleitung_4139031_LB2.indb 19Anleitung_4139031_LB2.indb 19 03.04.12 10:1303.04.12 10:13