Facom 711A.P500 de handleiding

Type
de handleiding
1
NU-711A.P500/0911
SoNde de meSUre d’iNteNSité
coNtiNUe et AlterNAtive
Ac/dc cUrreNt Probe
Ac/dc-StromzANge
SoNde voor het meteN vAN de
Sterkte vAN gelijk- eN wiSSelStroom
PUNtA de PrUebA de
corrieNte cA/cc
SoNdA correNte cA/cc
PiNçA AmPerimétricA

Ac/dc StrømProbe







711A.P500
901183
Manuel d’utilisation
Users manual
Bedienungsanleitung
Gebruikershandleiding
Manual del usuario
Manuale per l’utente
Manual do utilizador
Instrukcja użytkownika
Brugsanvisning
Εγχειριδιο χρησης
Uživatelská příručka
Manual de utilizare
Руководство пользователя
16 17
ENTSORGUNG DIESES ARTIKELS
Sehr geehrter Kunde
Wenn Sie diesen Artikel irgendwann entsorgen wollen, denken Sie bitte
daran, dass viele seiner Bauteile aus Wertstoffen bestehen, die wiederverwendet
werden können. Bitte entsorgen Sie ihn nicht in die Mülltonne, sondern
erkundigen Sie sich bei Ihrer örtlichen Behörde nach Entsorgungseinrichtungen
an Ihrem Wohnort.
Inleiding
De sonde voor het meten van de sterkte van gelijk- en wisselstroom is gebaseerd op het
Hall-effect en maakt, bij een gecombineerd gebruik met een multimeter, het meten van de
sterkte van gelijk- en wisselstroom mogelijk.
Installatie van de batterij
Let op
Om elektrische schokken te voorkomen, moet de geleider van de stroomsonde
vrijgemaakt worden en dient u de multimeter los te maken alvorens de batterij te
installeren of te vervangen.
1. Plaats de keuzeschakelaar voor de groep op OFF.
2. Draai de schroeven van het deksel van het batterijvakje los en verwijder het deksel.
3. Installeer de batterij (9V, 6F22 of gelijkwaardig) en let daarbij op de aanwijzingen betref-
fende de polariteiten in het batterijvakje.
4. Plaats het deksel van het batterijvakje terug en schroef dit weer vast.
Veiligheidsvoorschriften
Neem de volgende voorschriften in acht voor een gegarandeerde veilige werking van en
servicebeurt aan de stroomsonde:
1.
Neem de plaatselijk en landelijk geldende regelgevingen in acht. Draag beschermmiddelen
tegen elektrische schokken en bogen wanneer u in de buurt van kabels onder spanning werkt.
2. Houd de stroomsonde niet boven de beschermingsgrens.
3. Inspecteer voor ieder gebruik de stroomsonde. U moet controleren of het kastje van de
stroomsonde of de isolatie van de uitgangskabel geen scheurtjes of beschadigingen verto-
nen. Controleer vooral de isolatie rond de klauwen. Gebruik de stroomsonde niet indien deze
beschadigd is.
4. Om elektrische schokken te voorkomen, moet u voorkomen dat uw handen of huid een
gestripte geleider aanraken en moet u contact met de aarde vermijden.
5. Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u met spanningen werkt van meer dan
60 Vdc, 30 Vac eff of 42 Vac piek. Deze spanningen kunnen elektrische schokken veroorzaken.
6. Gebruik de stroomsonde niet indien deze niet goed werkt.
7. Controleer voor het gebruik de werking van de stroomsonde door een bekende
stroomsterkte te meten.
8. Gebruik de stroomsonde niet in een omgeving met ontploffingsgevaar (aanwezigheid van
gas, dampen of stof) of in een vochtige omgeving.
9. Bevrijd, alvorens het deksel van het batterijvakje of een gedeelte van het kastje te openen,
de geleider uit de klauw van de stroomsonde en maak de multimeter los van de stroomsonde.
10. Als de LED gaat branden wanneer de stroomsonde onder spanning staat, betekent dit dat
het laadniveau laag is en dat de batterij onmiddellijk vervangen moet worden
11. Verwijder, alvorens de stroomsonde op de multimeter aan te sluiten, alle testdraden van
de multimeter.
12. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aangegeven testdraden.
13. CAT III – De meetcategorie III betreft de metingen uitgevoerd op installaties in de bouw,
bijvoorbeeld metingen op panelen, stroomonderbrekers, bekabeling (kabels, strippen,
NL
18 19
Elektrische gegevens
Max. toelaatbare stroomsterkte: 600 ADC of 400 AAC
Max. houding bij overbelasting : 600 ADC/AC eff
Max. bedrijfsspanning : 600 VAC eff, CAT III
Uitgangsgevoeligheid: groep 40 A: 10 mV/A
groep 600 A: 1 mV/A
Uitgangsspanning: DC 0 - ±600 mV
Uitgangsimpedantie: 2 - 3 kΩ
Meting van de impedantie van de apparatuur: 1 MQ en 100 pF
Fout nulpunt: 0,0 ± 0,2 mV in alle groepen wanneer er geen enkele stroomsterkte gemeten
wordt
( N.B.: Druk, alvorens de sterkte van gelijkstroom te meten, enkele seconden op de toets ZERO
om de weergave te resetten).
Precisie: De precisie wordt gespecificeerd voor een periode van een jaar na de ijking en op
23°C ± 1°C, met een relatieve vochtigheid die 75% kan bereiken.
De precisie is gelijk aan een waarde tussen 5% en 100% van de groep.
Gelijkstroom
Coëfficiënt van de temperatuur: ±0,3% van de waarde / °C
Wisselstroom
Frequentieresponsie: 50 Hz - 60 Hz
Coëfficiënt van de temperatuur: ±0,3% van de waarde / °C
Gebruiksinstructies
1. Plaats de multimeter op de gewenste
groep gelijkspanning.
N.B.: Selecteer niet de groep wisselspanning,
want tijdens de meting van de sterkte van de
wisselstroom verandert de interne kring van
de stroomsonde het signaal van wisselstroom
in een signaal van gelijkstroom.
2. Steek de twee testpunten van de
stroomsonde in de ingangsklemmen van de
multimeter. (N.B.: De zwarte testpunt moet
aangesloten zijn op de klem "COM" van de
multimeter).
klemmenstroken, omschakelaars, stopcontacten) in geval van vaste installaties, metingen op
apparatuur voor industrieel gebruik en andere soorten apparaten, zoals vaste motoren die
permanent op vaste installaties zijn aangesloten.
Gebruik de stroomsonde niet voor het uitvoeren van metingen van categorie IV.
Elektrische symbolen
Wisselstroom
Gelijkstroom
Wissel- en gelijkstroom
Waarschuwing, gevaar, gelieve vóór gebruik de gebruikshandleiding te raadplegen
Waarschuwing, risico van elektrische schokken
Aardingsklem
Conform de Europese richtlijnen
Het apparaat wordt volledig beschermd door een dubbele isolatie of door een
versterkte isolatie
De stroomsonde mag gebruikt worden voor geleiders waardoor een gevaarlijke
spanning gevoerd wordt
Presentatie
1. Klauwen - Om de te meten geleider vast
te klemmen.
2.
Beschermingsgrens - Hiermee voorkomt
men dat de vingers de te testen geleider
aanraken. Houd de stroomsonde niet boven
de beschermingsgrens.
3. LED - De LED gaat branden wanneer
de stroomsonde onder spanning staat. Als
het laadniveau van de accu voldoende is,
brandt de LED groen. Als het laadniveau
van de accu onvoldoende is, brandt de LED
rood, wat betekent dat het laadniveau laag is
en de batterij onmiddellijk vervangen moet
worden.
4. Trekker - Voor het openen en sluiten van
de klauwen.
5. Groepenschakelaar - Voor het in- en uitschakelen van de stroomsonde en het selecte-
ren van de gewenste groep. De keuzeschakelaar heeft 4 standen; wanneer deze op één van de
twee aanduidingen "OFF" staat, dooft de stroomsonde.
De andere twee standen zijn:
40A ----------------uitgangsgevoeligheid bij 10 mV/A
600 A --------------uitgangsgevoeligheid bij 1 mV/A
6. Toets ZERO - Druk, alvorens de sterkte van gelijkstroom te meten, op deze toets om de
weergave te resetten.
7. Toets AC/DC - Voor het selecteren van de functie gelijk- of wisselstroom, afhankelijk van
het merkteken aan de zijkant van de toets.
8. Testpunten - Steek alvorens de meting uit te voeren, de twee testpunten in de
ingangsklemmen van de multimeter. (De zwarte testpunt moet aangesloten zijn op de klem
"COM" van de multimeter).
Groep
Gevoeligheid
Resolutie
Precisie
40A 10mV/A 0,1A
0 A - 4 A: ± (3,0% van de waarde + 0,1 A)
4 A-40 A: ± (2,5% van de waarde + 0,1 A)
600A 1mV/A 0,1A ± (2,5% van de waarde + 0,5 A)
Groep
Gevoeligheid
Resolutie
Precisie
40A 10mV/A 0,1A
0 A - 4 A: ± (3,0% van de waarde + 0,1 A)
4 A-40 A: ± (2,5% van de waarde + 0,1 A)
600A 1mV/A 0,1A
0 A - 400 A: ± (2,5% van de waarde + 0,5 A)
400 A - 600 A: niet gespecificeerd
20 21
3. Selecteer de gewenste groep met de keuzeschakelaar van de stroomsonde, de LED gaat
branden.
4. Selecteer de meting van de sterkte van de gelijk- of wisselstroom door te drukken op de
toets AC/DC, afhankelijk van het merkteken aan de zijkant van de toets.
5. Druk, alvorens de sterkte van gelijkstroom te meten, enkele seconden op de toets ZERO
om de weergave te resetten.
6. Druk op de trekker en steek de te testen geleider in de klauwen. Controleer of de klauwen
goed gesloten zijn.
N.B.: a. U mag slechts één geleider per keer er in steken.
b. In de klauwen moet de geleider in het midden en loodrecht op de stroomsonde
geplaatst zijn.
7. Lees de op de display van de multimeter weergegeven spanningswaarde af. Bereken
vervolgens de stroom die in de geleider circuleert aan de hand van de formule:
I=
Reading
Sensitivity
(waarbij I de stroom is die door de geleider gevoerd wordt, Waarde de spanning die
weergegeven wordt op de multimeter en Gevoeligheid de gevoeligheid van de op de
stroomsonde geselecteerde groep)
N.B.:
1. Pas geen spanning toe op de testpunten van de stroomsonde.
2. Voor de metingen van de sterkte van gelijkstroom geeft de display van de multimeter
eveneens de richting aan waarin de gemeten stroom circuleert. Een plusteken (dat wil zeggen,
wanneer het "-" teken niet weergegeven wordt) geeft aan dat de stroom van de voorzijde
van het apparaat naar de achterzijde loopt. (N.B.: De stroom circuleert in de tegengestelde
richting van de elektronen.)
3. Wanneer u klaar bent met meten en de geteste geleider uit de klauwen van de sonde
heeft gehaald, wordt er een restwaarde op de display weergegeven. Deze restwaarde moet
afgetrokken worden van de meting die u zojuist heeft uitgevoerd.
Algemene eigenschappen
Openingswijdte van de klauwen: 28 mm
Max. afmeting van de geleider: Ø 28 mm
Aanduiding laag accuniveau: Als het laadniveau van de accu voldoende is, brandt de LED
groen. Als het laadniveau van de accu lager is dan ca. 6,8 V, brandt de LED rood, wat betekent
dat het laadniveau laag is en de batterij onmiddellijk vervangen moet worden.
Batterij: Een batterij van 9 V, 6F22 of gelijkwaardig
Bedrijfstemperatuur: tussen 0°C en 40°C, < 75% RV Opslagtemperatuur: tussen -20� en
60�, < 85% RV
Afmetingen: 195*70*47 (los apparaat)
Gewicht: ca. 310 g (inclusief batterij)
Serviceonderhoud
U moet nooit proberen zelf serviceonderhoud of reparaties aan de stroomsonde uit te voeren,
tenzij u hiertoe bevoegd bent en de toepasbare ijking en prestatiestests kent en over de gids
voor serviceonderhoud beschikt.
Bewaar de stroomsonde in een droge ruimte wanneer u deze niet gebruikt. Deze mag niet
opgeslagen worden in een omgeving met een sterk elektromagnetisch veld.
Maak het kastje regelmatig schoon met een vochtige doek en een zacht reinigingsmiddel.
Gebruik nooit schurende producten of oplosmiddelen.
Wanneer u de stroomsonde lange tijd niet zult gebruiken, verwijder dan de batterij.
N.B.
1. Deze handleiding kan zonder voorafgaande waarschuwing gewijzigd worden.
2. Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden in geval van verlies.
3. De stroomsonde mag in geen geval gebruikt worden voor toepassingen die niet in deze
handleiding beschreven staan.
WEGWERPEN VAN UW APPARAAT
Geachte klant,
Als u zich van uw apparaat wilt ontdoen, besef dan dat dit voorname-
lijk bestaat uit onderdelen die gerecycled kunnen worden. Het apparaat
mag niet met het huisvuil weggeworpen worden, maar naar een speciale
ophaaldienst gebracht worden.

Documenttranscriptie

■ Sonde de mesure d’intensité continue et alternative ■ AC/DC Current Probe ■ AC/DC-Stromzange ■ Sonde voor het meten van de sterkte van gelijk- en wisselstroom ■ Punta de prueba de corriente CA/CC ■ Sonda corrente CA/CC ■ Pinça Amperimétrica ■ Sonda prądowa AC/DC ■ AC/DC strømprobe ■ Καθετήρας ρεύματος AC/DC ■ Sonda pro střídavý/ stejnosměrný proud ■ Sondă de curent alternativ/continuu ■ Щуп для измерения постоянного/переменного тока Instrukcja użytkownika Brugsanvisning Εγχειριδιο χρησης Uživatelská příručka Manual de utilizare Руководство пользователя Manuel d’utilisation Users manual Bedienungsanleitung Gebruikershandleiding Manual del usuario Manuale per l’utente Manual do utilizador 711A.P500 901183 1 NU-711A.P500/0911 NL Inleiding De sonde voor het meten van de sterkte van gelijk- en wisselstroom is gebaseerd op het Hall-effect en maakt, bij een gecombineerd gebruik met een multimeter, het meten van de sterkte van gelijk- en wisselstroom mogelijk. Installatie van de batterij Let op Om elektrische schokken te voorkomen, moet de geleider van de stroomsonde vrijgemaakt worden en dient u de multimeter los te maken alvorens de batterij te installeren of te vervangen. 1. Plaats de keuzeschakelaar voor de groep op OFF. 2. Draai de schroeven van het deksel van het batterijvakje los en verwijder het deksel. 3. Installeer de batterij (9V, 6F22 of gelijkwaardig) en let daarbij op de aanwijzingen betreffende de polariteiten in het batterijvakje. 4. Plaats het deksel van het batterijvakje terug en schroef dit weer vast. Veiligheidsvoorschriften ENTSORGUNG DIESES ARTIKELS Sehr geehrter Kunde Wenn Sie diesen Artikel irgendwann entsorgen wollen, denken Sie bitte daran, dass viele seiner Bauteile aus Wertstoffen bestehen, die wiederverwendet werden können. Bitte entsorgen Sie ihn nicht in die Mülltonne, sondern erkundigen Sie sich bei Ihrer örtlichen Behörde nach Entsorgungseinrichtungen an Ihrem Wohnort. 16 Neem de volgende voorschriften in acht voor een gegarandeerde veilige werking van en servicebeurt aan de stroomsonde: 1. Neem de plaatselijk en landelijk geldende regelgevingen in acht. Draag beschermmiddelen tegen elektrische schokken en bogen wanneer u in de buurt van kabels onder spanning werkt. 2. Houd de stroomsonde niet boven de beschermingsgrens. 3. Inspecteer voor ieder gebruik de stroomsonde. U moet controleren of het kastje van de stroomsonde of de isolatie van de uitgangskabel geen scheurtjes of beschadigingen vertonen. Controleer vooral de isolatie rond de klauwen. Gebruik de stroomsonde niet indien deze beschadigd is. 4. Om elektrische schokken te voorkomen, moet u voorkomen dat uw handen of huid een gestripte geleider aanraken en moet u contact met de aarde vermijden. 5. Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u met spanningen werkt van meer dan 60 Vdc, 30 Vac eff of 42 Vac piek. Deze spanningen kunnen elektrische schokken veroorzaken. 6. Gebruik de stroomsonde niet indien deze niet goed werkt. 7. Controleer voor het gebruik de werking van de stroomsonde door een bekende stroomsterkte te meten. 8. Gebruik de stroomsonde niet in een omgeving met ontploffingsgevaar (aanwezigheid van gas, dampen of stof) of in een vochtige omgeving. 9. Bevrijd, alvorens het deksel van het batterijvakje of een gedeelte van het kastje te openen, de geleider uit de klauw van de stroomsonde en maak de multimeter los van de stroomsonde. 10. Als de LED gaat branden wanneer de stroomsonde onder spanning staat, betekent dit dat het laadniveau laag is en dat de batterij onmiddellijk vervangen moet worden 11. Verwijder, alvorens de stroomsonde op de multimeter aan te sluiten, alle testdraden van de multimeter. 12. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aangegeven testdraden. 13. CAT III – De meetcategorie III betreft de metingen uitgevoerd op installaties in de bouw, bijvoorbeeld metingen op panelen, stroomonderbrekers, bekabeling (kabels, strippen, 17 klemmenstroken, omschakelaars, stopcontacten) in geval van vaste installaties, metingen op apparatuur voor industrieel gebruik en andere soorten apparaten, zoals vaste motoren die permanent op vaste installaties zijn aangesloten. Gebruik de stroomsonde niet voor het uitvoeren van metingen van categorie IV. Elektrische symbolen Wisselstroom Gelijkstroom Wissel- en gelijkstroom Waarschuwing, gevaar, gelieve vóór gebruik de gebruikshandleiding te raadplegen Waarschuwing, risico van elektrische schokken Aardingsklem Conform de Europese richtlijnen Het apparaat wordt volledig beschermd door een dubbele isolatie of door een versterkte isolatie De stroomsonde mag gebruikt worden voor geleiders waardoor een gevaarlijke spanning gevoerd wordt Presentatie 1. Klauwen - Om de te meten geleider vast te klemmen. 2. Beschermingsgrens - Hiermee voorkomt men dat de vingers de te testen geleider aanraken. Houd de stroomsonde niet boven de beschermingsgrens. 3. LED - De LED gaat branden wanneer de stroomsonde onder spanning staat. Als het laadniveau van de accu voldoende is, brandt de LED groen. Als het laadniveau van de accu onvoldoende is, brandt de LED rood, wat betekent dat het laadniveau laag is en de batterij onmiddellijk vervangen moet worden. 4. Trekker - Voor het openen en sluiten van de klauwen. 5. Groepenschakelaar - Voor het in- en uitschakelen van de stroomsonde en het selecteren van de gewenste groep. De keuzeschakelaar heeft 4 standen; wanneer deze op één van de twee aanduidingen "OFF" staat, dooft de stroomsonde. De andere twee standen zijn: 40A ----------------uitgangsgevoeligheid bij 10 mV/A 600 A --------------uitgangsgevoeligheid bij 1 mV/A 6. Toets ZERO - Druk, alvorens de sterkte van gelijkstroom te meten, op deze toets om de weergave te resetten. 7. Toets AC/DC - Voor het selecteren van de functie gelijk- of wisselstroom, afhankelijk van het merkteken aan de zijkant van de toets. 8. Testpunten - Steek alvorens de meting uit te voeren, de twee testpunten in de ingangsklemmen van de multimeter. (De zwarte testpunt moet aangesloten zijn op de klem "COM" van de multimeter). 18 Elektrische gegevens Max. toelaatbare stroomsterkte: 600 ADC of 400 AAC Max. houding bij overbelasting : 600 ADC/AC eff Max. bedrijfsspanning : 600 VAC eff, CAT III Uitgangsgevoeligheid: groep 40 A: 10 mV/A groep 600 A: 1 mV/A Uitgangsspanning: DC 0 - ±600 mV Uitgangsimpedantie: 2 - 3 kΩ Meting van de impedantie van de apparatuur: ≥1 MQ en ≤100 pF Fout nulpunt: 0,0 ± 0,2 mV in alle groepen wanneer er geen enkele stroomsterkte gemeten wordt ( N.B.: Druk, alvorens de sterkte van gelijkstroom te meten, enkele seconden op de toets ZERO om de weergave te resetten). Precisie: De precisie wordt gespecificeerd voor een periode van een jaar na de ijking en op 23°C ± 1°C, met een relatieve vochtigheid die 75% kan bereiken. De precisie is gelijk aan een waarde tussen 5% en 100% van de groep. Gelijkstroom Groep Gevoeligheid Resolutie Precisie 40A 10mV/A 0,1A 0 A - 4 A: ± (3,0% van de waarde + 0,1 A) 4 A-40 A: ± (2,5% van de waarde + 0,1 A) 600A 1mV/A 0,1A ± (2,5% van de waarde + 0,5 A) Coëfficiënt van de temperatuur: ±0,3% van de waarde / °C Wisselstroom Groep Gevoeligheid Resolutie Precisie 40A 10mV/A 0,1A 0 A - 4 A: ± (3,0% van de waarde + 0,1 A) 4 A-40 A: ± (2,5% van de waarde + 0,1 A) 600A 1mV/A 0,1A 0 A - 400 A: ± (2,5% van de waarde + 0,5 A) 400 A - 600 A: niet gespecificeerd Frequentieresponsie: 50 Hz - 60 Hz Coëfficiënt van de temperatuur: ±0,3% van de waarde / °C Gebruiksinstructies 1. Plaats de multimeter op de gewenste groep gelijkspanning. N.B.: Selecteer niet de groep wisselspanning, want tijdens de meting van de sterkte van de wisselstroom verandert de interne kring van de stroomsonde het signaal van wisselstroom in een signaal van gelijkstroom. 2. Steek de twee testpunten van de stroomsonde in de ingangsklemmen van de multimeter. (N.B.: De zwarte testpunt moet aangesloten zijn op de klem "COM" van de multimeter). 19 3. Selecteer de gewenste groep met de keuzeschakelaar van de stroomsonde, de LED gaat branden. 4. Selecteer de meting van de sterkte van de gelijk- of wisselstroom door te drukken op de toets AC/DC, afhankelijk van het merkteken aan de zijkant van de toets. 5. Druk, alvorens de sterkte van gelijkstroom te meten, enkele seconden op de toets ZERO om de weergave te resetten. 6. Druk op de trekker en steek de te testen geleider in de klauwen. Controleer of de klauwen goed gesloten zijn. N.B.: a. U mag slechts één geleider per keer er in steken. b. In de klauwen moet de geleider in het midden en loodrecht op de stroomsonde geplaatst zijn. 7. Lees de op de display van de multimeter weergegeven spanningswaarde af. Bereken vervolgens de stroom die in de geleider circuleert aan de hand van de formule: I= Reading Sensitivity (waarbij I de stroom is die door de geleider gevoerd wordt, Waarde de spanning die weergegeven wordt op de multimeter en Gevoeligheid de gevoeligheid van de op de stroomsonde geselecteerde groep) N.B.: 1. Pas geen spanning toe op de testpunten van de stroomsonde. 2. Voor de metingen van de sterkte van gelijkstroom geeft de display van de multimeter eveneens de richting aan waarin de gemeten stroom circuleert. Een plusteken (dat wil zeggen, wanneer het "-" teken niet weergegeven wordt) geeft aan dat de stroom van de voorzijde van het apparaat naar de achterzijde loopt. (N.B.: De stroom circuleert in de tegengestelde richting van de elektronen.) 3. Wanneer u klaar bent met meten en de geteste geleider uit de klauwen van de sonde heeft gehaald, wordt er een restwaarde op de display weergegeven. Deze restwaarde moet afgetrokken worden van de meting die u zojuist heeft uitgevoerd. N.B. 1. Deze handleiding kan zonder voorafgaande waarschuwing gewijzigd worden. 2. Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden in geval van verlies. 3. De stroomsonde mag in geen geval gebruikt worden voor toepassingen die niet in deze handleiding beschreven staan. Algemene eigenschappen Openingswijdte van de klauwen: 28 mm Max. afmeting van de geleider: Ø 28 mm Aanduiding laag accuniveau: Als het laadniveau van de accu voldoende is, brandt de LED groen. Als het laadniveau van de accu lager is dan ca. 6,8 V, brandt de LED rood, wat betekent dat het laadniveau laag is en de batterij onmiddellijk vervangen moet worden. Batterij: Een batterij van 9 V, 6F22 of gelijkwaardig Bedrijfstemperatuur: tussen 0°C en 40°C, < 75% RV Opslagtemperatuur: tussen -20℃ en 60℃, < 85% RV Afmetingen: 195*70*47 (los apparaat) Gewicht: ca. 310 g (inclusief batterij) Serviceonderhoud U moet nooit proberen zelf serviceonderhoud of reparaties aan de stroomsonde uit te voeren, tenzij u hiertoe bevoegd bent en de toepasbare ijking en prestatiestests kent en over de gids voor serviceonderhoud beschikt. Bewaar de stroomsonde in een droge ruimte wanneer u deze niet gebruikt. Deze mag niet opgeslagen worden in een omgeving met een sterk elektromagnetisch veld. Maak het kastje regelmatig schoon met een vochtige doek en een zacht reinigingsmiddel. Gebruik nooit schurende producten of oplosmiddelen. Wanneer u de stroomsonde lange tijd niet zult gebruiken, verwijder dan de batterij. 20 WEGWERPEN VAN UW APPARAAT Geachte klant, Als u zich van uw apparaat wilt ontdoen, besef dan dat dit voornamelijk bestaat uit onderdelen die gerecycled kunnen worden. Het apparaat mag niet met het huisvuil weggeworpen worden, maar naar een speciale ophaaldienst gebracht worden. 21
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33

Facom 711A.P500 de handleiding

Type
de handleiding