Cebora 331 Sound MMA 2335/T MV cell Handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
Handleiding
31
BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE
BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING AAN-
DACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE VOL-
LEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN
PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND.
DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND WORDEN
GEBRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN.
1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN SCHADELIJK
ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN. Daarom moet
de gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna
opgesomd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan.
Voor meer gedetailleerde informatie, bestel het handboek
met code 3.300.758
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn.
· Installeer en aard de lasmachine volgens de gel-
dende voorschriften.
· Raak elektrische onderdelen of elektroden onder
spanning niet aan met de blote huid, handschoenen of
natte kledij.
· Zorg dat u zowel van de aarde als van het werkstuk geï-
soleerd bent.
· Zorg voor een veilige werkpositie.
DAMPEN EN GASSEN - Kunnen schadelijk zijn voor uw
gezondheid.
· Houd uw hoofd uit de buurt van dampen.
· Werk in aanwezigheid van een goede ventilatie
en gebruik ventilatoren rondom de boog om gasvorming
in de werkzone te vermijden.
BOOGSTRALEN - Kunnen oogletsels en brandwonden
veroorzaken.
· Bescherm uw ogen met een lasmasker met gefil-
terd glas en bescherm uw lichaam met aangepas-
te veiligheidskledij.
· Bescherm anderen door de installatie van geschikte
schermen of gordijnen.
GEVAAR VOOR BRAND EN BRANDWONDEN
· Vonken (spatten) kunnen brand en brandwonden
veroorzaken; daarom dient u zich ervan te verge-
wissen dat er geen brandbaar materiaal in de
buurt is en aangepaste beschermkledij te dragen.
GELUID
Deze machine produceert geen rechtstreeks
geluid van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/las-
procédé kan evenwel geluidsniveaus veroorzaken
die deze limiet overschrijden; daarom dienen gebruikers
alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen te treffen.
PACEMAKERS
· De magnetische velden die worden opgewekt door de
hoge stroom kunnen de werking van pacemakers beïn-
vloeden. Dragers van vitale elektronische apparaten
(pacemakers) dienen hun arts te raadplegen alvorens
vlambooglas-, snij-, guts- of puntlaswerkzaamheden uit
te voeren.
ONTPLOFFINGEN
· Las niet in de nabijheid van houders onder druk
of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen
of dampen. · Alle cilinders en drukregelaars die bij
laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te
worden behandeld.
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Deze machine is vervaardigd in overeenstemming met de
voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde norm
IEC 60974-10 en mag uitsluitend worden gebruikt voor
professionele doeleinden in een industriële omgeving.
Het garanderen van elektromagnetische compatibili-
teit kan problematisch zijn in niet-industriële omge-
vingen.
VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEK-
TRONISCHE UITRUSTING
Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon
afval!
Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC
betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch
afval en de toepassing van deze richtlijn conform de
nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het
einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden wor-
den ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf
dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar
van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegen-
woordiger te informeren over goedgekeurde inzame-
lingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese
richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een bete-
re volksgezondheid!
ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN
BEKWAAM PERSONEEL.
2 ALGEMENE BESCHRIJVING
2.1 SPECIFICATIES
Deze lasmachine is een constante-stroomgenerator met
inverter-technologie, ontworpen voor het lassen met alle
typen beklede elektroden en TIG-lassen met contactont-
steking.
2.2 UITLEG VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS OP
HET MACHINEPLAATJE
Nr. Serienummer, te vermelden bij elke vraag met
betrekking tot de lasmachine.
Verloopkenmerk.
SMAW. Geschikt voor het lassen met beklede elektroden.
TIG. Geschikt voor TIG-lassen.
U0. Secundaire nullastspanning.
X. Percentuele belastingsduur. % van 10 minuten
waarin de lasmachine kan werken bij een
bepaalde stroom zonder oververhitting te
veroorzaken.
I2. Lasstroom.
U2. Secundaire spanning met stroom I2.
U1. Nominale voedingsspanning.
De machine is voorzien van een automatische
selectie van de voedingsspanning.
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR BOOGLASMACHINE
32
1~ 50/60Hz Eenfasevoeding 50 of 60 Hz.
I1 max. Dit is de maximale waarde van de opgenomen
stroom.
l1 eff. Dit is de maximale waarde van de daadwerkelijk
opgenomen stroom rekening houdend met de
belastingsduur.
IP23 Beschermingsgraad van de behuizing die de
machine homologeert voor werk in de regen.
Geschiktheid voor omgevingen met een
verhoogd risico.
OPMERKINGEN: De lasmachine is bovendien geschikt
voor gebruik in omgevingen met vervuilingsgraad 3. (Zie
IEC 60664).
2.3 BESCHRIJVING VAN BEVEILIGINGEN
2.3.1 Thermische beveiliging
Deze machine wordt beveiligd door een thermostaat. Bij
de inwerkingtreding van de thermostaat voert de machi-
ne geen stroom meer toe, maar de ventilator blijft func-
tioneren. De inwerkingtreding wordt aangegeven door het
oplichten van de gele led B.
Schakel de lasmachine pas uit als de led is gedoofd.
3 INSTALLATIE
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de
spanning die wordt aangegeven op het plaatje met tech-
nische gegevens van de lasmachine.
Sluit een stekker van geschikt vermogen op de voedings-
kabel aan en zorg dat de geelgroene geleider wordt ver-
bonden met de aardpen.
Het vermogen van de thermomagnetische schakelaar of
de zekeringen, die in serie met de voeding zijn gescha-
keld, moet gelijk zijn aan de stroom I1 die door de machi-
ne wordt opgenomen
3.1. INWERKINGSTELLING
De machine moet door vakkundig personeel worden geïn-
stalleerd. Alle aansluitingen moeten geschieden conform de
geldende normen en met volledige inachtneming van de wet
op de ongevallenpreventie (CEI 26-23 / IEC-TS 62081).
3.2 BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
A) Regelknop.
Bij MMA-lassen regelt deze knop de tijd,
uitgedrukt in honderdsten van seconden,
van de “hot-start” -tijd; in feite regelt
die een overstroom die als doel heeft de
ontstekingen te verbeteren. Bij continu TIG-
lassen voert de knop geen enkele regeling uit.
Bij pulserend TIG-lassen regelt die de pulsfrequentie in
Hz .
Bij lasprocessen waarbij de knop actief is, wordt de waar-
de van de instelling op het display L getoond. Twee
seconden na de laatste instelling, zal het display weer
overgaan naar de weergave van de eerder met de knop O
gekozen waarde.
B) Led thermostaat
(zie 2.3.1. Thermische beveiliging).
A
f
TIG
MMA
TIG
A
V
888
Þ
Þ
M
IN
M
IN
MAX
MAX
V
0
I
Via A.Costa, 24
Cadriano-Bologna
®
IP
23
X
X
I
2
I
2
U
2
U
2
U
1
U
1
U
0
63
V
U
63
0
V
I 16 I 13,3
1max. A 1eff. A
I23I191max. A 1eff. A
I 8,5 I 7,1
1A1A
max. eff.
I12I101max. A 1eff. A
MMA
MADE
IN ITAL Y
3 208 220 230
50 60
x//V
/Hz
3 208 220 230
50 60
x//V
/Hz
3 400 440
50 60
x/V
/Hz
3 400 440
50 60
x/V
/Hz
IEC 60974-1
IEC 60974-10
TIG
S
100%
100%
100%
100%
60%
60%
60%
60%
35%
35%
35%
35%
200
A
200
A
200
A
200
A
210
A
210
A
210
A
210
A
230
A
230
A
20
A
3
230
A
18
V
28
V
18
V
28
V
18,4
V
28,4
V
28
,
4
V
19,2
V
18, 4
V
29,2
V
19,2
V
29,2
V
3
~
f
1
f
2
E
G
F
H
L
A
S
O
M
C
D
R
QP
N
I
B
S
33
C) Regelknop.
Bij MMA-lassen regelt deze knop het per-
centage van de “arc-force” -stroom; in
feite regelt die een stroom die de overdracht
van de elektrode bepaalt.
Bij continu TIG-lassen voert de knop geen
enkele regeling uit.
Bij pulserend TIG-lassen regelt die de basisstroom in
ampère .
Bij lasprocessen waarbij de knop actief is, wordt de waar-
de van de instelling op het display L getoond. Twee
seconden na de laatste instelling, zal het display weer
overgaan naar de weergave van de eerder met de knop O
gekozen waarde.
D) Lasstroomregelknop.
Deze knop regelt de lasstroom voor zowel
MMA-lassen als continu TIG-lassen.
Bij pulserend TIG-lassen regelt die de piek-
stroom.
E) Proceskeuzeknop.
Door op deze knop te drukken kan het lasproces (F,
G of H) worden gekozen.
F) Lassen met beklede elektroden.
G) Continu TIG-lassen.
De boogontsteking vindt plaats door kortsluiting
tussen de elektrode en het werkstuk. De las-
stroom wordt geregeld met de knop D.
H) Pulserend TIG-lassen.
De boogontsteking vindt plaats door kortsluiting
tussen de elektrode en het werkstuk, de piek-
stroom wordt geregeld met de knop D, de basisstroom
wordt geregeld met de knop C en de frequentie wordt
geregeld met de knop A.
I) Display.
Toont de waarde in ampère of volt met
betrekking tot de keuzen die gemaakt zijn
met de knop O. Bovendien toont het de
waarden die zijn ingesteld met de knoppen A en C.
L) Connector.
Voor aansluiting van de afstandbedieningen.
M) Led.
De oplichting van deze led geeft aan dat het display I
de lasspanning weergeeft. Deze wordt geactiveerd
met de knop O.
N) Led.
De oplichting van deze led geeft aan dat het display I
de lasstroom weergeeft. Deze wordt geactiveerd met
de knop O.
O) Keuzeknop.
Door deze knop in te drukken kunnen de ledden M
en N worden geselecteerd.
P) Schakelaar 0/I.
Q) Voedingskabel.
R) Uitgangsklem (-).
S) Uitgangsklem (+).
3.3 LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODEN
• Zorg dat de schakelaar P in de stand 0 staat en sluit de
laskabels aan volgens de door de fabrikant van de
gebruikte elektroden voorgeschreven polariteit.
ZEER BELANGRIJK: Sluit de klem van de werkstukkabel
zo aan dat een goed contact ontstaat voor een correcte
werking van de machine en om een spanningsval bij het
te lassen stuk te voorkomen.
• Raak nooit tegelijkertijd de toorts of de elektrodehouder
en de massaklem aan.
• Schakel de machine in met de schakelaar P.
• Druk op de knop E tot de led F gaat branden.
• Regel de stroom op basis van de elektrodediameter, de
laspositie en de aan te brengen las.
• Regel ook de hot-start met de knop A (aanbevolen 15)
en de arc-force met de knop C (aanbevolen 30 voor basi-
sche elektroden).
Schakel na beëindiging van het lassen altijd de machine
uit en verwijder de elektrode uit de elektrodehouder.
3.4 TIG-LASSEN
• Deze lasmachine is geschikt voor TIG-lassen: roestvrij
staal, ijzer en koper.
• Zorg dat de schakelaar P in de stand 0 staat.
• Sluit de connector van de massakabel op de positieve
(+) pool van de lasmachine aan en sluit de klem van de
werkstukkabel zo dicht mogelijk bij de las aan.
• Sluit de vermogensconnector van de TIG-lastoorts aan
op de negatieve (-) pool van de lasmachine.
• Sluit de gasleiding aan op de uitgang van het reduceer-
ventiel van de argonfles.
• Gebruik een 2 % gethoreerde wolfraamelektrode (rode
band).
• Raak niet gelijktijdig de elektrode en de massaklem aan.
• Schakel de machine in met de schakelaar P.
• Stel met de knop E continu of pulserend TIG-lassen in.
• Ontsteek door contact de boog, met een vastberaden
en snelle beweging.
Na beëindiging van het lassen, moet de machine
worden uitgeschakeld en de gasflesklep worden
gesloten.
3.3.1 Klaarmaken van de elektrode
Slijp de elektrodepunt zo dat die een verticale groef heeft,
zoals aangegeven in de afbeelding.
34
• Gebruik een harde, fijnkorrelige slijpschijf die uitsluitend
voor het slijpen van de elektrode wordt gebruikt.
• Pas op voor metalen deeltjes.
4 ACCESSOIRES
Deze lasmachine kan worden gebruikt met de volgende
accessoires:
Art. 181. Voetpedaal voor de lasstroomregeling.
Compleet met 5 m kabel en ON/OFF-schakelaar.
Art. 187 + verlenging art. 1192. Voor de lasstroomrege-
ling bij elektrodelassen.
Art. 1284.05. Houder + massa 35 mm2 voor elektrod-
elassen (art. 330).
Art. 1286.05. Houder + massa 50 mm2 voor elektrod-
elassen (art. 333).

Documenttranscriptie

GEBRUIKSAANWIJZING VOOR BOOGLASMACHINE BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND. DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND WORDEN GEBRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN. 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN SCHADELIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN. Daarom moet de gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna opgesomd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan. Voor meer gedetailleerde informatie, bestel het handboek met code 3.300.758 ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn. · Installeer en aard de lasmachine volgens de geldende voorschriften. · Raak elektrische onderdelen of elektroden onder spanning niet aan met de blote huid, handschoenen of natte kledij. · Zorg dat u zowel van de aarde als van het werkstuk geïsoleerd bent. · Zorg voor een veilige werkpositie. DAMPEN EN GASSEN - Kunnen schadelijk zijn voor uw gezondheid. · Houd uw hoofd uit de buurt van dampen. · Werk in aanwezigheid van een goede ventilatie en gebruik ventilatoren rondom de boog om gasvorming in de werkzone te vermijden. BOOGSTRALEN - Kunnen oogletsels en brandwonden veroorzaken. · Bescherm uw ogen met een lasmasker met gefilterd glas en bescherm uw lichaam met aangepaste veiligheidskledij. · Bescherm anderen door de installatie van geschikte schermen of gordijnen. GEVAAR VOOR BRAND EN BRANDWONDEN · Vonken (spatten) kunnen brand en brandwonden veroorzaken; daarom dient u zich ervan te vergewissen dat er geen brandbaar materiaal in de buurt is en aangepaste beschermkledij te dragen. GELUID Deze machine produceert geen rechtstreeks geluid van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/lasprocédé kan evenwel geluidsniveaus veroorzaken die deze limiet overschrijden; daarom dienen gebruikers alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen te treffen. PACEMAKERS · De magnetische velden die worden opgewekt door de hoge stroom kunnen de werking van pacemakers beïnvloeden. Dragers van vitale elektronische apparaten (pacemakers) dienen hun arts te raadplegen alvorens vlambooglas-, snij-, guts- of puntlaswerkzaamheden uit te voeren. ONTPLOFFINGEN · Las niet in de nabijheid van houders onder druk of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen of dampen. · Alle cilinders en drukregelaars die bij laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te worden behandeld. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT Deze machine is vervaardigd in overeenstemming met de voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde norm IEC 60974-10 en mag uitsluitend worden gebruikt voor professionele doeleinden in een industriële omgeving. Het garanderen van elektromagnetische compatibiliteit kan problematisch zijn in niet-industriële omgevingen. VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE UITRUSTING Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon afval! Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch afval en de toepassing van deze richtlijn conform de nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden worden ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegenwoordiger te informeren over goedgekeurde inzamelingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een betere volksgezondheid! ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN BEKWAAM PERSONEEL. 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 2.1 SPECIFICATIES Deze lasmachine is een constante-stroomgenerator met inverter-technologie, ontworpen voor het lassen met alle typen beklede elektroden en TIG-lassen met contactontsteking. 2.2 UITLEG VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS OP HET MACHINEPLAATJE Nr. Serienummer, te vermelden bij elke vraag met betrekking tot de lasmachine. Verloopkenmerk. SMAW. Geschikt voor het lassen met beklede elektroden. TIG. Geschikt voor TIG-lassen. U0. Secundaire nullastspanning. X. Percentuele belastingsduur. % van 10 minuten waarin de lasmachine kan werken bij een bepaalde stroom zonder oververhitting te veroorzaken. I2. Lasstroom. U2. Secundaire spanning met stroom I2. U1. Nominale voedingsspanning. De machine is voorzien van een automatische selectie van de voedingsspanning. 31 1~ 50/60Hz Eenfasevoeding 50 of 60 Hz. I1 max. Dit is de maximale waarde van de opgenomen stroom. l1 eff. Dit is de maximale waarde van de daadwerkelijk opgenomen stroom rekening houdend met de belastingsduur. IP23 Beschermingsgraad van de behuizing die de machine homologeert voor werk in de regen. Geschiktheid voor omgevingen met een S verhoogd risico. OPMERKINGEN: De lasmachine is bovendien geschikt voor gebruik in omgevingen met vervuilingsgraad 3. (Zie IEC 60664). B I F N G 888 MMA E TIG TIG A O V M H L MIN f MIN MAX A C MAX Þ Þ A D S R 2.3 BESCHRIJVING VAN BEVEILIGINGEN 2.3.1 Thermische beveiliging Deze machine wordt beveiligd door een thermostaat. Bij de inwerkingtreding van de thermostaat voert de machine geen stroom meer toe, maar de ventilator blijft functioneren. De inwerkingtreding wordt aangegeven door het oplichten van de gele led B. Schakel de lasmachine pas uit als de led is gedoofd. 3 INSTALLATIE Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de spanning die wordt aangegeven op het plaatje met technische gegevens van de lasmachine. Sluit een stekker van geschikt vermogen op de voedingskabel aan en zorg dat de geelgroene geleider wordt verbonden met de aardpen. Het vermogen van de thermomagnetische schakelaar of de zekeringen, die in serie met de voeding zijn geschakeld, moet gelijk zijn aan de stroom I1 die door de machine wordt opgenomen P 3~ f1 f2 Q IEC 60974-1 IEC 60974-10 0 U0 X 35% 60% 100% 35% 60% 100% 63V I2 230A 210A 200A 230A 210A 200A I U2 19,2V 18,4V 18 V 19,2V 18,4 V 18V /220/230V 3x400/440V U1 3x208 50/60Hz 50/60Hz TIG V I1max.16A I1eff.13,3A I1max.8,5A I1eff.7,1A U0 X 35% 60% 100% 35% 60% 100% 63V I2 230A 210A 200A 230A 210A 200A 3.1. INWERKINGSTELLING U2 29,2V 28,4V 28 V 29,2 V 28,4V 28V /220/230V 3x400/440V U1 3x208 50/60Hz 50/60Hz MMA I1max.23A I1eff.19A I1max.12A I1eff.10A Via A.Costa, 24 Cadriano-Bologna ® S IP 23 MADE IN ITALY Nº De machine moet door vakkundig personeel worden geïnstalleerd. Alle aansluitingen moeten geschieden conform de geldende normen en met volledige inachtneming van de wet op de ongevallenpreventie (CEI 26-23 / IEC-TS 62081). 3.2 BESCHRIJVING VAN DE MACHINE A) Regelknop. Bij MMA-lassen regelt deze knop de tijd, uitgedrukt in honderdsten van seconden, van de “hot-start” -tijd; in feite regelt die een overstroom die als doel heeft de ontstekingen te verbeteren. Bij continu TIGlassen voert de knop geen enkele regeling uit. Bij pulserend TIG-lassen regelt die de pulsfrequentie in Hz . Bij lasprocessen waarbij de knop actief is, wordt de waarde van de instelling op het display L getoond. Twee seconden na de laatste instelling, zal het display weer overgaan naar de weergave van de eerder met de knop O gekozen waarde. 32 B) Led thermostaat (zie 2.3.1. Thermische beveiliging). C) Regelknop. Bij MMA-lassen regelt deze knop het percentage van de “arc-force” -stroom; in feite regelt die een stroom die de overdracht van de elektrode bepaalt. Bij continu TIG-lassen voert de knop geen enkele regeling uit. Bij pulserend TIG-lassen regelt die de basisstroom in ampère . Bij lasprocessen waarbij de knop actief is, wordt de waarde van de instelling op het display L getoond. Twee seconden na de laatste instelling, zal het display weer overgaan naar de weergave van de eerder met de knop O gekozen waarde. D) Lasstroomregelknop. Deze knop regelt de lasstroom voor zowel MMA-lassen als continu TIG-lassen. Bij pulserend TIG-lassen regelt die de piekstroom. E) Proceskeuzeknop. Door op deze knop te drukken kan het lasproces (F, G of H) worden gekozen. F) Lassen met beklede elektroden. G) Continu TIG-lassen. De boogontsteking vindt plaats door kortsluiting tussen de elektrode en het werkstuk. De lasstroom wordt geregeld met de knop D. H) Pulserend TIG-lassen. De boogontsteking vindt plaats door kortsluiting tussen de elektrode en het werkstuk, de piekstroom wordt geregeld met de knop D, de basisstroom wordt geregeld met de knop C en de frequentie wordt geregeld met de knop A. I) Display. Toont de waarde in ampère of volt met betrekking tot de keuzen die gemaakt zijn met de knop O. Bovendien toont het de waarden die zijn ingesteld met de knoppen A en C. L) Connector. Voor aansluiting van de afstandbedieningen. M) Led. De oplichting van deze led geeft aan dat het display I de lasspanning weergeeft. Deze wordt geactiveerd met de knop O. N) Led. De oplichting van deze led geeft aan dat het display I de lasstroom weergeeft. Deze wordt geactiveerd met de knop O. O) Keuzeknop. Door deze knop in te drukken kunnen de ledden M en N worden geselecteerd. P) Q) R) S) Schakelaar 0/I. Voedingskabel. Uitgangsklem (-). Uitgangsklem (+). 3.3 LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODEN • Zorg dat de schakelaar P in de stand 0 staat en sluit de laskabels aan volgens de door de fabrikant van de gebruikte elektroden voorgeschreven polariteit. ZEER BELANGRIJK: Sluit de klem van de werkstukkabel zo aan dat een goed contact ontstaat voor een correcte werking van de machine en om een spanningsval bij het te lassen stuk te voorkomen. • Raak nooit tegelijkertijd de toorts of de elektrodehouder en de massaklem aan. • Schakel de machine in met de schakelaar P. • Druk op de knop E tot de led F gaat branden. • Regel de stroom op basis van de elektrodediameter, de laspositie en de aan te brengen las. • Regel ook de hot-start met de knop A (aanbevolen 15) en de arc-force met de knop C (aanbevolen 30 voor basische elektroden). Schakel na beëindiging van het lassen altijd de machine uit en verwijder de elektrode uit de elektrodehouder. 3.4 TIG-LASSEN • Deze lasmachine is geschikt voor TIG-lassen: roestvrij staal, ijzer en koper. • Zorg dat de schakelaar P in de stand 0 staat. • Sluit de connector van de massakabel op de positieve (+) pool van de lasmachine aan en sluit de klem van de werkstukkabel zo dicht mogelijk bij de las aan. • Sluit de vermogensconnector van de TIG-lastoorts aan op de negatieve (-) pool van de lasmachine. • Sluit de gasleiding aan op de uitgang van het reduceerventiel van de argonfles. • Gebruik een 2 % gethoreerde wolfraamelektrode (rode band). • Raak niet gelijktijdig de elektrode en de massaklem aan. • Schakel de machine in met de schakelaar P. • Stel met de knop E continu of pulserend TIG-lassen in. • Ontsteek door contact de boog, met een vastberaden en snelle beweging. • Na beëindiging van het lassen, moet de machine worden uitgeschakeld en de gasflesklep worden gesloten. 3.3.1 Klaarmaken van de elektrode Slijp de elektrodepunt zo dat die een verticale groef heeft, zoals aangegeven in de afbeelding. 33 • Gebruik een harde, fijnkorrelige slijpschijf die uitsluitend voor het slijpen van de elektrode wordt gebruikt. • Pas op voor metalen deeltjes. 4 ACCESSOIRES Deze lasmachine kan worden gebruikt met de volgende accessoires: Art. 181. Voetpedaal voor de lasstroomregeling. Compleet met 5 m kabel en ON/OFF-schakelaar. Art. 187 + verlenging art. 1192. Voor de lasstroomregeling bij elektrodelassen. Art. 1284.05. Houder + massa 35 mm2 voor elektrodelassen (art. 330). Art. 1286.05. Houder + massa 50 mm2 voor elektrodelassen (art. 333). 34
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Cebora 331 Sound MMA 2335/T MV cell Handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
Handleiding