Cebora 277 Power TIG 1965 DC HF Handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

50
BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE
BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING AAN-
DACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE VOL-
LEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN
PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND.
DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND WORDEN
GEBRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN.
1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN
SCHADELIJK ZIJN VOOR UZELF EN
VOOR ANDEREN. Daarom moet de
gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna opge-
somd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan. Voor
meer gedetailleerde informatie, bestel het handboek met
code 3.300.758
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn.
· Installeer en aard de lasmachine volgens de gel-
dende voorschriften.
· Raak elektrische onderdelen of elektroden onder
spanning niet aan met de blote huid, handschoenen of
natte kledij.
· Zorg dat u zowel van de aarde als van het werkstuk geï-
soleerd bent.
· Zorg voor een veilige werkpositie.
DAMPEN EN GASSEN - Kunnen schadelijk zijn voor uw
gezondheid.
· Houd uw hoofd uit de buurt van dampen.
· Werk in aanwezigheid van een goede ventilatie
en gebruik ventilatoren rondom de boog om gasvorming
in de werkzone te vermijden.
BOOGSTRALEN - Kunnen oogletsels en brandwonden
veroorzaken.
· Bescherm uw ogen met een lasmasker met gefil-
terd glas en bescherm uw lichaam met aangepas-
te veiligheidskledij.
· Bescherm anderen door de installatie van geschikte
schermen of gordijnen.
GEVAAR VOOR BRAND EN BRANDWONDEN
· Vonken (spatten) kunnen brand en brandwonden
veroorzaken; daarom dient u zich ervan te verge-
wissen dat er geen brandbaar materiaal in de
buurt is en aangepaste beschermkledij te dragen.
GELUID
Deze machine produceert geen rechtstreeks
geluid van meer dan 80 dB. Het plasma-
snij/lasprocédé kan evenwel geluidsniveaus ver-
oorzaken die deze limiet overschrijden; daarom dienen
gebruikers alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen
te treffen.
PACEMAKERS
· De magnetische velden die worden opgewekt door de
hoge stroom kunnen de werking van pacemakers beïn-
vloeden. Dragers van vitale elektronische apparaten (pace-
makers) dienen hun arts te raadplegen alvorens vlamboog-
las-, snij-, guts- of puntlaswerkzaamheden uit te voeren.
ONTPLOFFINGEN
· Las niet in de nabijheid van houders onder druk
of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen
of dampen. · Alle cilinders en drukregelaars die bij
laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te
worden behandeld.
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Deze machine is vervaardigd in overeenstemming met de
voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde norm
IEC 60974-10 en mag uitsluitend worden gebruikt voor
professionele doeleinden in een industriële omgeving.
Het garanderen van elektromagnetische compatibili-
teit kan problematisch zijn in niet-industriële omge-
vingen.
VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEK-
TRONISCHE UITRUSTING
Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon
afval!
Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC
betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch
afval en de toepassing van deze richtlijn conform de
nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het
einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden wor-
den ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf
dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar
van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegen-
woordiger te informeren over goedgekeurde inzame-
lingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese
richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een bete-
re volksgezondheid!
ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN
BEKWAAM PERSONEEL.
2 ALGEMENE BESCHRIJVING
2.1. SPECIFICATIES
Dit lasapparaat is een constante gelijkstroombron die
ontwikkeld is met INVERTER-technologie, ontworpen
voor het lassen van beklede elektroden (met uitzondering
van cellulosebekleding) en voor TIG-processen met ont-
steken door contact en hoogfrequent ontsteking.
GEBRUIK HET APPARAAT NIET VOOR HET ONTDOOIEN
VAN BUIZEN.
2.2. UITLEG VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS
N°. Serienummer, dat moet worden vermeld bij elk
verzoek betreffende de lasmachine.
Statische, eenfasige inverter
Neerwaarts.
SMAW Geschikt voor lassen met beklede elektroden
TIG - Geschikt voor TIG-lassen.
U0. Secundaire nullastspanning (piekwaarde)
X. Werkcycluspercentage. % van 10 minuten gedu-
rende dewelke de lasmachine kan werken met
een bepaalde stroom zonder te oververhitten.
I2. Lasstroom
U2. Secundaire spanning met stroom I2
U1. Nominale toevoerspanning.
De machine heeft een automatische spannings-
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR BOOGLASMACHINE
51
regelaar.
1~ 50/60Hz 50- of 60-Hz eenfasige voeding
I1 max. Dit is de maximumwaarde van de opgenomen
stroom.
I1 eff. Dit is de maximumwaarde van de werkelijk
opgenomen stroom, afhankelijk van de
inschakelduur.
IP23C Beschermingsgraad van de behuizing, die de uit-
rusting geschikt maakt voor gebruik buitenshuis
in de regen.
C: De bijkomende letter C betekent dat het
apparaat beschermd is tegen aanraking van de
onder spanning staande delen van het elektrisch
circuit met een stuk gereedschap (diameter 2,5
mm).
Geschikt voor gevaarlijke omgevingen.
OPMERKINGEN: De lasmachine is ook ontworpen voor
gebruik in omgevingen met vervuilingsgraad 3. (Zie IEC
664).
2.3. BESCHRIJVING VAN DE BEVEILIGINGEN
2.3.1. Thermische beveiliging
Dit apparaat wordt beschermd door een temperatuurvoe-
ler die de werking van het apparaat verhindert, als de toe-
gestane temperaturen overschreden worden. In deze
conditie blijft de ventilator functioneren en gaat de led M
branden.
2.3.2. Blokkeringsbeveiliging (Art. 272 - 277)
Dit lasapparaat is voorzien van verschillende beschermin-
gen die de machine stoppen voordat zij beschadigd
wordt.
De stopzetting van het apparaat wordt gesignaleerd
doordat de rode LED (N) gaat knipperen.
Als de LED gaat branden signaleert hij:
1) Tijdens de inschakelfase, dat de machine gevoed
wordt.
2) Na de inschakelfase, een verkeerde voedingsspanning
3) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de spanning
onder 118V gedaald.
4) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de voedings-
spanning hoger is dan 280V.
5) Tijdens het lassen, dat de spanning hoger is dan 300V.
Om de werking te hervatten dient u de spanning te con-
troleren. Schakel de AC-schakelaar uit en na 5 seconden
weer aan. Als het probleem verholpen is, zal het lasappa-
raat weer beginnen te werken.
N.B. Als bij inschakeling de voedingsspanning lager is
dan 170V gaat geen enkele LED branden, en wordt de
ventilator gevoed.
Als het opschrift E2 op het display verschijnt, is een
technische ingreep vereist op het apparaat.
2.3.3. Blokkeringsbeveiliging (Art. 278)
DE LASMACHINE IS NIET BEVEILIGD TEGEN SPAN-
NINGEN VAN MEER DAN 270 V.
Dit lasapparaat is voorzien van verschillende beschermin-
gen die de machine stoppen voordat zij beschadigd
wordt.
De stopzetting van het apparaat wordt gesignaleerd
doordat de rode LED (N) gaat knipperen.
Als de LED gaat branden signaleert hij:
S
1) Tijdens de inschakelfase, dat de machine gevoed
wordt.
2) Na de inschakelfase, een verkeerde voedingsspanning
3) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de spanning
onder 79V (U
1
= 115V), 135V (U
1
= 230V) gedaald.
4) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de voedings-
spanning hoger is dan 130V (U
1
= 115V).
5) Tijdens het lassen, dat de spanning hoger is dan 300V.
Om de werking te hervatten dient u de spanning te con-
troleren. Schakel de AC-schakelaar uit en na 5 seconden
weer aan. Als het probleem verholpen is, zal het lasappa-
raat weer beginnen te werken.
N.B. Als bij inschakeling de voedingsspanning lager is
dan 95V (U
1
= 115V), 180V (U
1
= 230V) gaat geen enke-
le LED branden, en wordt de ventilator gevoed.
Als het opschrift E2 op het display verschijnt, is een
technische ingreep vereist op het apparaat.
2.3.4 Motoraangedreven generatoren
Deze moeten een vermogen hebben van 6 KVA of meer en
en mogen geen spanning leveren die hoger is dan 260 V.
3 INSTALLATIE
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de
spanning die vermeld wordt op het plaatje met techni-
sche gegevens van het lasapparaat.
Verbind een stekker met een geschikt vermogen met de
voedingskabel, en zorg ervoor dat de geel/groene ader
verbonden is met het aardingsstekkertje.
Het vermogen van de magnetothermische schakelaar of
van de zekeringen, in serie met de voeding, moet gelijk
zijn aan de stroom I1 die door het apparaat wordt ver-
bruikt.
Eventuele verlengkabels moeten een doorsnede hebben
die geschikt is voor de verbruikte stroom I1.
3.1. INBEDRIJFSSTELLING
Het apparaat moet door ervaren personeel worden geïn-
stalleerd. Alle verbindingen moeten tot stand worden
gebracht in overeenstemming met de geldende voor-
schriften en met volledige inachtneming van de wet op de
ongevallenpreventie (norm CEI 26-10- CENELEC HD
427).
3.2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A - Keuzeschakelaar van proces en modus
Met deze knop wordt het lasproces (Elektrode of
TIG) en de modus gekozen.
Bij het TIG-lassen branden er telkens twee leds, één die
de ontsteking met HF of contact aangeeft en de andere
die de continue of gepulseerde modus aangeeft met een
2-traps of 4-traps bediening. Bij elke druk op deze knop
verandert de instelling.
De leds die gaan branden in correspondentie met de
symbolen geven de keuze aan die u heeft gemaakt.
B - LED Elektrodelassen (MMA)
Dit apparaat kan alle soorten beklede* elektroden lassen,
behalve elektroden die met cellulose zijn bekleed.
In deze stand functioneert alleen de knop O voor het
instellen van de lasstroom.
52
C - LED TIG-lassen met ontsteking van de
boog zonder hoogfrequent.
Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, raak het
te lassen werkstuk aan met de wolfraamelektrode en til
hem weer op. Doe dit in een snelle, directe beweging.
D - LED TIG-lassen met hoogfrequent ont-
steking van de boog.
Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, een
hoogfrequent hulpboog zal de boog ontsteken.
E - LED TIG-lassen -continu-2-traps (hand-
matig).
Door op de toortsknop te drukken begint de stroom toe
te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de
eerder ingestelde "slope up", om de waarde te bereiken
die is ingesteld met knop O. Als u de toortsknop loslaat
begint de stroom af te nemen en verstrijkt de tijd die cor-
respondeert met de eerder ingestelde "slope down" om
terug te keren naar nul. In deze positie kan het accessoi-
re pedaalbediening ART 193 worden aangesloten.
F - LED TIG-lassen-continu-4-traps (auto-
matisch).
Dit programma verschilt van het vorige omdat de inscha-
keling en de uitschakeling worden bediend door de
toortsknop in te drukken en weer los te laten
G - LED TIG-lassen -continu met dubbel
stroomniveau - 4-traps (automatisch).
Stel twee stroomniveaus in alvorens de boog te ontsteken:
Eerste niveau: druk op de toets R totdat de led X gaat
branden en stel de hoofdstroom in met de knop O.
Tweede niveau: druk op de toets R totdat de led W gaat
branden en stel de stroom in met de knop O.
Na ontsteken van de boog begint de stroom toe te nemen
en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder
ingestelde "slope up" (led S brandt), om de waarde te
bereiken die is ingesteld met de knop O. De led X gaat
branden en het display P geeft de stroom weer. Als het tij-
dens het lassen nodig is de stroom te verminderen zon-
der de boog uit te schakelen (bijvoorbeeld wanneer u het
toevoegingsmateriaal verandert, een andere werkpositie
inneemt, overgaat van een horizontale naar een verticale
positie enz…) dient u de toortsknop in te drukken en
meteen weer los te laten; de stroom gaat naar het twee-
de geselecteerde niveau, de led W gaat branden en X
dooft.
Om terug te keren naar de hoofdstroom drukt u de toorts-
knop opnieuw snel in en laat hem onmiddellijk los, de led
X gaat branden terwijl led W dooft. Wanneer u het lassen
wilt stoppen, drukt u de toortsknop langer dan 0,7
seconden in en laat hem vervolgens los; de stroom
begint te dalen tot nul in de "slope down-tijd", die eerder
is vastgelegd (led U brandt).
Als de toortsknop gedurende de "slope down-fase" wordt
ingedrukt en onmiddellijk wordt losgelaten, keert het
apparaat terug in "slope up" als deze is ingesteld op een
waarde groter dan nul, of naar de laagste van de inge-
stelde waarden.
N.B. de uitdrukking "INDRUKKEN EN ONMIDDELLIJK
LOSLATEN" heeft betrekking op een tijd van maximaal
0,5 sec..
H - LED TIG-lassen-gepulseerd-2-traps
(handmatig).
Bij een impulsfrequentie van 0,16 tot 1,1Hz geeft het dis-
play P afwisselend de piekstroom (hoofdstroom) en de
basisstroom weer. De leds X en W gaan afwisselend
branden; boven 1,1Hz geeft het display P het gemiddel-
de van de twee stromen weer, en blijven beide leds X en
W branden.
In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART
193 worden aangesloten.
I - LED TIG-lassen-gepulseerd-4-traps
(automatisch).Dit programma verschilt van het vorige
omdat zowel de inschakeling als de uitschakeling worden
bediend door de toortsknop in te drukken en weer los te
laten
L - LED TIG-lassen-gepulseerd met dubbel
stroomniveau -4-traps (automatisch).
Deze manier van lassen verloopt op dezelfde manier als
die beschreven is voor led G. Na de piekstroom en de
basisstroom voor het eerste niveau te hebben ingesteld,
wordt de verhouding tussen de twee ook op het tweede
niveau gehandhaafd.
M - LED - THERMISCHE BEVEILIGING
Gaat branden als de bediener de inschakelduur of de
procentuele in- en uitschakelduur, die toegestaan zijn
voor het apparaat, overschrijdt, en blokkeert tegelijkertijd
de stroomtoevoer.
53
N.B. In deze conditie blijft de ventilator de stroombron
afkoelen.
N - BLOKKERINGSLED (zie 2.3.2)
O - KNOP
Regelt de lasstroom.
Bovendien is het mogelijk, in combinatie met
de knop R:
-het tweede stroomniveau W in te stellen
-de "slope up" S in te stellen
-de "slope down" U in te stellen
-de impulsfrequentie T in te stellen
-de gasnastroomtijd V in te stellen
P - DISPLAY
Geeft de lasstroom en de instellingen weer die
geselecteerd zijn met de knop R en ingesteld met de
knop O.
Q - KEUZESCHAKELAAR
Selecteert de programma's en slaat hen in het
geheugen op.
Het lasapparaat heeft de mogelijkheid negen lasprogram-
ma's P01…..P09 in het geheugen op te slaan. Deze pro-
gramma's kunnen worden opgeroepen via deze knop.
Verder is er een werkprogramma PL beschikbaar.
Selectie
Door deze knop kort in te drukken verschijnt op het dis-
play P het programmanummer dat volgt op het program-
ma waarin u aan het werk bent. Als dit niet in het geheu-
gen is opgeslagen, zal het opschrift knipperen, anders zal
het continue branden.
Opslag in het geheugen
Als het programma geselecteerd is, worden de gegevens
in het geheugen opgeslagen door langer dan 3 seconden
op de knop te drukken. Ter bevestiging hiervan houdt het
programmanummer dat wordt weergegeven op het dis-
play P, op met knipperen
R - KEUZESCHAKELAAR
Door op deze knop te drukken gaan de volgende
leds achtereenvolgens branden:
S - Led
Slope up. Dit is de tijd waarin de stroom de
ingestelde stroomwaarde bereikt vanaf het
minimum (0-10 sec.).
Let op alleen de leds gaan branden die betrekking heb-
ben op de gekozen manier van; b.v. bij continu TIG-las-
sen gaat de led T, die de impulsfrequentie vertegenwoor-
digt, niet branden. Elke led geeft de parameter aan die
kan worden ingesteld met de knop O gedurende de tijd
dat de led zelf brandt. Vijf seconden na de laatste veran-
dering gaat de betreffende led uit en wordt de hoofdlas-
stroom weergegeven en gaat de corresponderende led X
branden
X - Led
Hoofdlasstroom.
W - Led
Tweede niveau van de lasstroom of basis-
stroom. Deze stroom is altijd een percenta-
ge van de hoofdstroom.
T - Led
Impulsfrequentie (0,16-250 Hz)
De piek- en basistijden zijn gelijk
U - Led
Slope down. Dit is de tijd waarin de stroom
het minimum bereikt en de boog wordt uit-
geschakeld (0-10 sec.).
V - Led
Post gas. Dit stelt de nastroomtijd van het gas na het
einde van het lassen in. (0-30 sec.)
Y - 10-PINS CONNECTOR
Op deze connector kunnen de volgende
afstandbedieningen worden aangesloten:
a) las voetpedaal
b) las toorts met startknop
c) las toorts met potentiometer
d) las toorts met up/down regeling etc…
Z - GASAANSLUITING 1/4 GAS)
Hierop wordt de gasslang van de TIG-lastoorts
aangesloten.
AA - klem met negatieve uitgang (-)
Via A.Costa, 24
40057-Cadriano-Bologna-Italy
®
IP 23C
AV AV
/- /
X
I
2
U
2
35
%
40
%
60
%
60
%
100
%
100
%
AAAAAA
VVVVVV
U
0
V
U
1
1
x230V-50/60Hz
I
1max.
A
I
1max.
A
I
1eff.
A
I
1eff.
A
1
~
f
1
f
2
1
~
f
1
f
2
MMA
MADE IN ITALY
Nº
X
I
2
U
2
U
0
100
V
U
1
1
x230V-50/60Hz
IEC 60974-1 / EN 50199
TIG
S
V
AD
AC
I
0
AV AV
/- /
54
AB - klem met positieve uitgang (+)
AC - schakelaar
Schakelt het apparaat in en uit
AD - gasslangaansluiting
3.3. ALGEMENE OPMERKINGEN
Lees de normen CEI 26/9 - CENELEC HD 407 en CEI
26.11 - CENELEC HD 433 aandachtig door voordat u dit
apparaat gaat gebruiken, en controleer bovendien of de
kabels, de elektrodeklemmen, de stopcontacten en de
stekkers onbeschadigd zijn, en of de doorsnede en de
lengte van de laskabels overeenkomen met het gebruikte
vermogen.
3.4. LASSEN VAN BEKLEDE ELEKTRODEN (MMA)
- Dit lasapparaat is geschikt voor het lassen van alle types
elektroden, behalve als zij bekleed zijn met cellulose
(AWS 6010)*.
- Overtuig uzelf u ervan dat de schakelaar AC in de stand
0 staat, en sluit vervolgens de laskabels aan volgens de
polariteit die wordt vereist door de fabrikant van de elek-
troden die u gaat gebruiken. Sluit de klem van de massa-
kabel aan op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij de las, en
overtuig uzelf ervan dat er een goed elektrisch contact is.
- Raak niet tegelijkertijd de las-toorts of de elektrodehou-
der en de massaklem aan.
- Zet het apparaat aan via de schakelaar AC.
Selecteer het MMA-proces door op de knop A te druk-
ken, led B brandt.
- Regel de stroom op grond van de elektrodediameter, de
laspositie en het type verbinding die moet worden
gemaakt.
- Zet het apparaat na het lassen altijd uit en haal de elek-
trode uit de elektrodehouder.
3.5. TIG-LASSEN
Dit lasapparaat is geschikt voor het lassen met een TIG-
proces van roestvrij staal, ijzer, koper.
Sluit de connector van de massakabel aan op de positie-
ve pool (+) van het lasapparaat en de klem met het werk-
stuk op een plaats zo dicht mogelijk bij het lassen, en
overtuig uzelf ervan of er een goed elektrisch contact is.
Sluit de hoofdstroomstekker van de toorts aan op de
negatieve pool (-) van het lasapparaat.
Sluit de stuurstroomstekker van de toorts aan op de con-
nector Y van het lasapparaat.
Sluit de verbinding van de gasslang van de toorts aan op
de verbinding Z van het apparaat en de gasslang die
afkomstig is van het reduceerventiel van de gasfles op de
verbinding AD.
Het apparaat inschakelen.
Raak de stroomvoerende delen en de uitgangsklemmen
niet aan wanneer het apparaat ingeschakeld is.
Selecteer bij de eerste inschakeling van het apparaat de
modus met de knop A en de lasparameters met de toets
R en de knop O zoals beschreven in paragraaf 3.2.
Het gasverbruik moet worden ingesteld op een waarde (in
liters per minuut) van ongeveer 6 maal de diameter van de
elektrode.
Als er accessoires worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de
gas-lens, kan het gasverbruik worden teruggebracht tot
ongeveer 3 maal de elektrodediameter. De diameter van
het keramische gascup moet een diameter hebben van 4
tot 6 maal de elektrodediameter.
Gewoonlijk is ARGON het meest gebruikte gas vanwege
de lagere kosten die het heeft in vergelijking met andere
inerte gassoorten, maar er kunnen ook mengsels van
ARGON worden gebruikt met een maximum van 2%
WATERSTOF voor het lassen van roestvrij staal of HELI-
UM of mengsels van ARGON-HELIUM voor het lassen
van koper. Deze mengsels geven een grotere warmte van
de lasboog maar zijn veel duurder.
Als er HELIUM-gas wordt gebruikt, moet het aantal liters
per minuut worden verhoogd tot 10 maal de elektrode-
diameter (b.v. diameter 1,6 x10= 16 lt/min Helium).
Gebruik beschermgas D.I.N. 10 tot 75A en D.I.N. 11 vanaf
75A.
3.6. OPSLAG IN HET GEHEUGEN
Pas na het lassen kunnen gegevens in het geheugen
worden opgeslagen.
Als de knop Q korte tijd wordt ingedrukt, maakt hij
een keuze; als hij langer dan 3 seconden wordt inge-
drukt, slaat hij gegevens in het geheugen op.
Bij elke inschakeling staat het apparaat in de toestand
zoals hij de laatste keer gebruikt is.
3.6.1. Opslag in het geheugen van de gegevens van
het programma PL
Als het apparaat voor het eerst wordt gebruikt
Bij het aanzetten van het apparaat verschijnt de afkorting
PL op het display; deze verdwijnt na 5 sec. waarna een
lasstroom wordt weergegeven. Volg de aanwijzingen van
de paragrafen 3.2 en 3.5 op en ga als volgt te werk om
de gegevens op te slaan in het programma P01:
· Druk kort op de knop Q (tekening knop mem+mem-) de
knipperende tekst P01 verschijnt.
· Druk langer dan 3 seconden op de knop Q totdat de
afkorting P01 ophoudt met knipperen, op dat moment
heeft de opslag in het geheugen plaatsgevonden.
· Als u de gegevens in een ander programma dan P01 wilt
opslaan, drukt u zo vaak als nodig is kort op de knop Q
om het gewenste programma te laten verschijnen. Als het
apparaat weer wordt aangezet, verschijnt P01.
ALS DE KNOP Q KORT WORDT INGEDRUKT WORDT
EEN KEUZE GEMAAKT, ALS HIJ LANGER DAN 3
SECONDEN INGEDRUKT WORDT, SLAAT HIJ GEGE-
VENS IN HET GEHEUGEN OP.
3.6.2. Opslag in het geheugen van een vrij programma
De bediener kan een gekozen programma wijzigen en in
het geheugen opslaan door als volgt te werk te gaan:
· Druk kort op de knop Q en kies het gewenste program-
manummer.
Bij vrije programmanummers knippert de afkorting.
· Druk op de knop A en kies het proces en de lasmodus
55
(paragraaf 3.1).
· Draai de knop O en stel de lasstroom in.
Als het TIG-proces is ingesteld, moet de led V (post gas)
worden geactiveerd via de knop R en moet de gewenste
waarde worden ingesteld via de knop O (paragraaf 3.1.)
Als u na deze instellingen, die noodzakelijk zijn om te
kunnen lassen, de "slope"-tijden of andere waarden wilt
instellen, ga dan te werk zoals voorgeschreven in para-
graaf 3.1.
Voer een las uit (ook een korte las) en besluit waar u
de gegevens wilt opslaan
Om op te slaan in het eerder gekozen programma drukt
u langer dan 3 seconden op de knop Q totdat het num-
mer ophoudt te knipperen.
Om op te slaan in een ander programma, moet dit pro-
gramma worden gekozen door de knop Q kort in te druk-
ken en vervolgens langer dan 3 seconden op de knop Q
te drukken.
3.6.3 Opslaan van een al opgeslagen programma
In het geval van een al opgeslagen programma kan de
bediener de opgeslagen gegevens wijzigen om het pro-
gramma zelf bij te werken of om nieuwe parameters te
zoeken die in een ander programma moeten worden
opgeslagen.
3.6.3.1 Bijwerken
· Selecteer de parameters die moeten worden gewijzigd
nadat het apparaat is aangezet, en wijzig deze parame-
ters.
· Maak een (evt. korte) las.
· Druk langer dan 3 seconden op de toets Q totdat de
opslag in het geheugen bevestigd wordt (de afkorting van
het programma knippert niet meer maar brandt continu).
3.6.3.2 Opslag in het geheugen van een nieuw pro-
gramma
· Selecteer de parameters die moeten worden gewijzigd
nadat het apparaat is aangezet, en wijzig deze parame-
ters.
· Maak een (evt. korte) las.
· Druk kort op de keuzeschakelaar Q totdat het door u
gewenste programma wordt weergegeven.
· Druk continu op de toets Q totdat de opslag in het
geheugen bevestigd wordt (de afkorting van het pro-
gramma knippert niet meer maar brandt continu).
4 AFSTANDSBEDIENINGEN
Voor het instellen van de lasstroom kunnen de volgende
afstandsbedieningen worden aangesloten op dit lasappa-
raat:
Art. 193 Voetpedaal (gebruikt bij TIG-lassen) PIN
Art (1268) TIG-toorts met potentiometer.
Art (1266) TIG-toorts UP/DOWN.
Art 1192+Art 187 (gebruikt bij elektrode-lassen)
ART. 1180 Aansluiting om de toorts en de pedaalbedie-
ning tijdelijk te verbinden.
Met dit accessoire kan ART 193 in elke TIG-lasmodus
worden gebruikt.
De bedieningen die een potentiometer omvatten
regelen de lasstroom van de minimum tot de maxi-
mum stroom die is ingesteld met de knop O.
De bedieningen met UP/DOWN-bediening regelen de
lasstroom van het minimum tot het maximum.
De instellingen van de afstandbedieningen zijn altijd actief
in het PL-programma, terwijl zij dat in een opgeslagen
programma niet zijn.

Documenttranscriptie

GEBRUIKSAANWIJZING VOOR BOOGLASMACHINE BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND. DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND WORDEN GEBRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN. 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN SCHADELIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN. Daarom moet de gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna opgesomd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan. Voor meer gedetailleerde informatie, bestel het handboek met code 3.300.758 ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn. · Installeer en aard de lasmachine volgens de geldende voorschriften. · Raak elektrische onderdelen of elektroden onder spanning niet aan met de blote huid, handschoenen of natte kledij. · Zorg dat u zowel van de aarde als van het werkstuk geïsoleerd bent. · Zorg voor een veilige werkpositie. DAMPEN EN GASSEN - Kunnen schadelijk zijn voor uw gezondheid. · Houd uw hoofd uit de buurt van dampen. · Werk in aanwezigheid van een goede ventilatie en gebruik ventilatoren rondom de boog om gasvorming in de werkzone te vermijden. BOOGSTRALEN - Kunnen oogletsels en brandwonden veroorzaken. · Bescherm uw ogen met een lasmasker met gefilterd glas en bescherm uw lichaam met aangepaste veiligheidskledij. · Bescherm anderen door de installatie van geschikte schermen of gordijnen. GEVAAR VOOR BRAND EN BRANDWONDEN · Vonken (spatten) kunnen brand en brandwonden veroorzaken; daarom dient u zich ervan te vergewissen dat er geen brandbaar materiaal in de buurt is en aangepaste beschermkledij te dragen. GELUID Deze machine produceert geen rechtstreeks geluid van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/lasprocédé kan evenwel geluidsniveaus veroorzaken die deze limiet overschrijden; daarom dienen gebruikers alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen te treffen. PACEMAKERS · De magnetische velden die worden opgewekt door de hoge stroom kunnen de werking van pacemakers beïnvloeden. Dragers van vitale elektronische apparaten (pacemakers) dienen hun arts te raadplegen alvorens vlambooglas-, snij-, guts- of puntlaswerkzaamheden uit te voeren. 50 ONTPLOFFINGEN · Las niet in de nabijheid van houders onder druk of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen of dampen. · Alle cilinders en drukregelaars die bij laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te worden behandeld. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT Deze machine is vervaardigd in overeenstemming met de voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde norm IEC 60974-10 en mag uitsluitend worden gebruikt voor professionele doeleinden in een industriële omgeving. Het garanderen van elektromagnetische compatibiliteit kan problematisch zijn in niet-industriële omgevingen. VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE UITRUSTING Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon afval! Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch afval en de toepassing van deze richtlijn conform de nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden worden ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegenwoordiger te informeren over goedgekeurde inzamelingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een betere volksgezondheid! ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN BEKWAAM PERSONEEL. 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 2.1. SPECIFICATIES Dit lasapparaat is een constante gelijkstroombron die ontwikkeld is met INVERTER-technologie, ontworpen voor het lassen van beklede elektroden (met uitzondering van cellulosebekleding) en voor TIG-processen met ontsteken door contact en hoogfrequent ontsteking. GEBRUIK HET APPARAAT NIET VOOR HET ONTDOOIEN VAN BUIZEN. 2.2. UITLEG VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS N°. Serienummer, dat moet worden vermeld bij elk verzoek betreffende de lasmachine. Statische, eenfasige inverter SMAW TIG U0. X. I2. U2. U1. Neerwaarts. Geschikt voor lassen met beklede elektroden Geschikt voor TIG-lassen. Secundaire nullastspanning (piekwaarde) Werkcycluspercentage. % van 10 minuten gedurende dewelke de lasmachine kan werken met een bepaalde stroom zonder te oververhitten. Lasstroom Secundaire spanning met stroom I2 Nominale toevoerspanning. De machine heeft een automatische spannings- regelaar. 1~ 50/60Hz 50- of 60-Hz eenfasige voeding I1 max. Dit is de maximumwaarde van de opgenomen stroom. I1 eff. Dit is de maximumwaarde van de werkelijk opgenomen stroom, afhankelijk van de inschakelduur. IP23C Beschermingsgraad van de behuizing, die de uitrusting geschikt maakt voor gebruik buitenshuis in de regen. C: De bijkomende letter C betekent dat het apparaat beschermd is tegen aanraking van de onder spanning staande delen van het elektrisch circuit met een stuk gereedschap (diameter 2,5 mm). S Geschikt voor gevaarlijke omgevingen. OPMERKINGEN: De lasmachine is ook ontworpen voor gebruik in omgevingen met vervuilingsgraad 3. (Zie IEC 664). 2.3. BESCHRIJVING VAN DE BEVEILIGINGEN 2.3.1. Thermische beveiliging Dit apparaat wordt beschermd door een temperatuurvoeler die de werking van het apparaat verhindert, als de toegestane temperaturen overschreden worden. In deze conditie blijft de ventilator functioneren en gaat de led M branden. 2.3.2. Blokkeringsbeveiliging (Art. 272 - 277) Dit lasapparaat is voorzien van verschillende beschermingen die de machine stoppen voordat zij beschadigd wordt. De stopzetting van het apparaat wordt gesignaleerd doordat de rode LED (N) gaat knipperen. Als de LED gaat branden signaleert hij: 1) Tijdens de inschakelfase, dat de machine gevoed wordt. 2) Na de inschakelfase, een verkeerde voedingsspanning 3) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de spanning onder 118V gedaald. 4) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de voedingsspanning hoger is dan 280V. 5) Tijdens het lassen, dat de spanning hoger is dan 300V. Om de werking te hervatten dient u de spanning te controleren. Schakel de AC-schakelaar uit en na 5 seconden weer aan. Als het probleem verholpen is, zal het lasapparaat weer beginnen te werken. N.B. Als bij inschakeling de voedingsspanning lager is dan 170V gaat geen enkele LED branden, en wordt de ventilator gevoed. Als het opschrift E2 op het display verschijnt, is een technische ingreep vereist op het apparaat. 2.3.3. Blokkeringsbeveiliging (Art. 278) DE LASMACHINE IS NIET BEVEILIGD TEGEN SPANNINGEN VAN MEER DAN 270 V. Dit lasapparaat is voorzien van verschillende beschermingen die de machine stoppen voordat zij beschadigd wordt. De stopzetting van het apparaat wordt gesignaleerd doordat de rode LED (N) gaat knipperen. Als de LED gaat branden signaleert hij: 1) Tijdens de inschakelfase, dat de machine gevoed wordt. 2) Na de inschakelfase, een verkeerde voedingsspanning 3) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de spanning onder 79V (U1 = 115V), 135V (U1 = 230V) gedaald. 4) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de voedingsspanning hoger is dan 130V (U1 = 115V). 5) Tijdens het lassen, dat de spanning hoger is dan 300V. Om de werking te hervatten dient u de spanning te controleren. Schakel de AC-schakelaar uit en na 5 seconden weer aan. Als het probleem verholpen is, zal het lasapparaat weer beginnen te werken. N.B. Als bij inschakeling de voedingsspanning lager is dan 95V (U1 = 115V), 180V (U1 = 230V) gaat geen enkele LED branden, en wordt de ventilator gevoed. Als het opschrift E2 op het display verschijnt, is een technische ingreep vereist op het apparaat. 2.3.4 Motoraangedreven generatoren Deze moeten een vermogen hebben van 6 KVA of meer en en mogen geen spanning leveren die hoger is dan 260 V. 3 INSTALLATIE Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de spanning die vermeld wordt op het plaatje met technische gegevens van het lasapparaat. Verbind een stekker met een geschikt vermogen met de voedingskabel, en zorg ervoor dat de geel/groene ader verbonden is met het aardingsstekkertje. Het vermogen van de magnetothermische schakelaar of van de zekeringen, in serie met de voeding, moet gelijk zijn aan de stroom I1 die door het apparaat wordt verbruikt. Eventuele verlengkabels moeten een doorsnede hebben die geschikt is voor de verbruikte stroom I1. 3.1. INBEDRIJFSSTELLING Het apparaat moet door ervaren personeel worden geïnstalleerd. Alle verbindingen moeten tot stand worden gebracht in overeenstemming met de geldende voorschriften en met volledige inachtneming van de wet op de ongevallenpreventie (norm CEI 26-10- CENELEC HD 427). 3.2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT A - Keuzeschakelaar van proces en modus Met deze knop wordt het lasproces (Elektrode of TIG) en de modus gekozen. Bij het TIG-lassen branden er telkens twee leds, één die de ontsteking met HF of contact aangeeft en de andere die de continue of gepulseerde modus aangeeft met een 2-traps of 4-traps bediening. Bij elke druk op deze knop verandert de instelling. De leds die gaan branden in correspondentie met de symbolen geven de keuze aan die u heeft gemaakt. B - LED Elektrodelassen (MMA) Dit apparaat kan alle soorten beklede* elektroden lassen, behalve elektroden die met cellulose zijn bekleed. In deze stand functioneert alleen de knop O voor het instellen van de lasstroom. 51 Eerste niveau: druk op de toets R totdat de led X gaat branden en stel de hoofdstroom in met de knop O. Tweede niveau: druk op de toets R totdat de led W gaat branden en stel de stroom in met de knop O. Na ontsteken van de boog begint de stroom toe te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder ingestelde "slope up" (led S brandt), om de waarde te bereiken die is ingesteld met de knop O. De led X gaat branden en het display P geeft de stroom weer. Als het tijdens het lassen nodig is de stroom te verminderen zonder de boog uit te schakelen (bijvoorbeeld wanneer u het toevoegingsmateriaal verandert, een andere werkpositie inneemt, overgaat van een horizontale naar een verticale positie enz…) dient u de toortsknop in te drukken en meteen weer los te laten; de stroom gaat naar het tweede geselecteerde niveau, de led W gaat branden en X dooft. Om terug te keren naar de hoofdstroom drukt u de toortsknop opnieuw snel in en laat hem onmiddellijk los, de led X gaat branden terwijl led W dooft. Wanneer u het lassen wilt stoppen, drukt u de toortsknop langer dan 0,7 seconden in en laat hem vervolgens los; de stroom begint te dalen tot nul in de "slope down-tijd", die eerder is vastgelegd (led U brandt). Als de toortsknop gedurende de "slope down-fase" wordt ingedrukt en onmiddellijk wordt losgelaten, keert het apparaat terug in "slope up" als deze is ingesteld op een waarde groter dan nul, of naar de laagste van de ingestelde waarden. N.B. de uitdrukking "INDRUKKEN EN ONMIDDELLIJK LOSLATEN" heeft betrekking op een tijd van maximaal 0,5 sec.. C - LED TIG-lassen met ontsteking van de boog zonder hoogfrequent. Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, raak het te lassen werkstuk aan met de wolfraamelektrode en til hem weer op. Doe dit in een snelle, directe beweging. D - LED TIG-lassen met hoogfrequent ontsteking van de boog. Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, een hoogfrequent hulpboog zal de boog ontsteken. E - LED TIG-lassen -continu-2-traps (handmatig). Door op de toortsknop te drukken begint de stroom toe te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder ingestelde "slope up", om de waarde te bereiken die is ingesteld met knop O. Als u de toortsknop loslaat begint de stroom af te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder ingestelde "slope down" om terug te keren naar nul. In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART 193 worden aangesloten. F - LED TIG-lassen-continu-4-traps (automatisch). Dit programma verschilt van het vorige omdat de inschakeling en de uitschakeling worden bediend door de toortsknop in te drukken en weer los te laten G - LED TIG-lassen -continu met dubbel stroomniveau - 4-traps (automatisch). Stel twee stroomniveaus in alvorens de boog te ontsteken: 52 H - LED TIG-lassen-gepulseerd-2-traps (handmatig). Bij een impulsfrequentie van 0,16 tot 1,1Hz geeft het display P afwisselend de piekstroom (hoofdstroom) en de basisstroom weer. De leds X en W gaan afwisselend branden; boven 1,1Hz geeft het display P het gemiddelde van de twee stromen weer, en blijven beide leds X en W branden. In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART 193 worden aangesloten. I - LED TIG-lassen-gepulseerd-4-traps (automatisch).Dit programma verschilt van het vorige omdat zowel de inschakeling als de uitschakeling worden bediend door de toortsknop in te drukken en weer los te laten L - LED TIG-lassen-gepulseerd met dubbel stroomniveau -4-traps (automatisch). Deze manier van lassen verloopt op dezelfde manier als die beschreven is voor led G. Na de piekstroom en de basisstroom voor het eerste niveau te hebben ingesteld, wordt de verhouding tussen de twee ook op het tweede niveau gehandhaafd. M - LED - THERMISCHE BEVEILIGING Gaat branden als de bediener de inschakelduur of de procentuele in- en uitschakelduur, die toegestaan zijn voor het apparaat, overschrijdt, en blokkeert tegelijkertijd de stroomtoevoer. N.B. In deze conditie blijft de ventilator de stroombron afkoelen. N - BLOKKERINGSLED (zie 2.3.2) -de -de -de -de O - KNOP Regelt de lasstroom. Bovendien is het mogelijk, in combinatie met de knop R: -het tweede stroomniveau W in te stellen "slope up" S in te stellen "slope down" U in te stellen impulsfrequentie T in te stellen gasnastroomtijd V in te stellen P - DISPLAY Geeft de lasstroom en de instellingen weer die geselecteerd zijn met de knop R en ingesteld met de knop O. Q - KEUZESCHAKELAAR Selecteert de programma's en slaat hen in het geheugen op. Het lasapparaat heeft de mogelijkheid negen lasprogramma's P01…..P09 in het geheugen op te slaan. Deze programma's kunnen worden opgeroepen via deze knop. Verder is er een werkprogramma PL beschikbaar. Selectie Door deze knop kort in te drukken verschijnt op het display P het programmanummer dat volgt op het programma waarin u aan het werk bent. Als dit niet in het geheugen is opgeslagen, zal het opschrift knipperen, anders zal het continue branden. Opslag in het geheugen Als het programma geselecteerd is, worden de gegevens in het geheugen opgeslagen door langer dan 3 seconden op de knop te drukken. Ter bevestiging hiervan houdt het programmanummer dat wordt weergegeven op het display P, op met knipperen W - Led Tweede niveau van de lasstroom of basisstroom. Deze stroom is altijd een percentage van de hoofdstroom. T - Led Impulsfrequentie (0,16-250 Hz) De piek- en basistijden zijn gelijk U - Led Slope down. Dit is de tijd waarin de stroom het minimum bereikt en de boog wordt uitgeschakeld (0-10 sec.). V - Led Post gas. Dit stelt de nastroomtijd van het gas na het einde van het lassen in. (0-30 sec.) Y - 10-PINS CONNECTOR Op deze connector kunnen de volgende afstandbedieningen worden aangesloten: a) las voetpedaal b) las toorts met startknop c) las toorts met potentiometer d) las toorts met up/down regeling etc… Z - GASAANSLUITING 1/4 GAS) Hierop wordt de gasslang van de TIG-lastoorts aangesloten. AA - klem met negatieve uitgang (-) R - KEUZESCHAKELAAR Door op deze knop te drukken gaan de volgende leds achtereenvolgens branden: S - Led Slope up. Dit is de tijd waarin de stroom de ingestelde stroomwaarde bereikt vanaf het minimum (0-10 sec.). Let op alleen de leds gaan branden die betrekking hebben op de gekozen manier van; b.v. bij continu TIG-lassen gaat de led T, die de impulsfrequentie vertegenwoordigt, niet branden. Elke led geeft de parameter aan die kan worden ingesteld met de knop O gedurende de tijd dat de led zelf brandt. Vijf seconden na de laatste verandering gaat de betreffende led uit en wordt de hoofdlasstroom weergegeven en gaat de corresponderende led X branden X - Led Hoofdlasstroom. I V AC 0 ® Via A.Costa, 24 40057-Cadriano-Bologna-Italy AD Nº 1~ f1 A f2 MMA / V - A 1~ f1 / V X 35% 60% 100% U0 A A I2 A V V V U2 V U1 1x230V-50/60Hz I1max. A IEC 60974-1 / EN 50199 I1eff. A A f2 TIG / V - A / V X 40% 60% 100% U0 A A I2 A 100V V V U2 V U1 1x230V-50/60Hz MADE IN ITALY I1max. I1eff. S IP 23C A A 53 AB - klem met positieve uitgang (+) AC - schakelaar Schakelt het apparaat in en uit AD - gasslangaansluiting 3.3. ALGEMENE OPMERKINGEN Lees de normen CEI 26/9 - CENELEC HD 407 en CEI 26.11 - CENELEC HD 433 aandachtig door voordat u dit apparaat gaat gebruiken, en controleer bovendien of de kabels, de elektrodeklemmen, de stopcontacten en de stekkers onbeschadigd zijn, en of de doorsnede en de lengte van de laskabels overeenkomen met het gebruikte vermogen. 3.4. LASSEN VAN BEKLEDE ELEKTRODEN (MMA) - Dit lasapparaat is geschikt voor het lassen van alle types elektroden, behalve als zij bekleed zijn met cellulose (AWS 6010)*. - Overtuig uzelf u ervan dat de schakelaar AC in de stand 0 staat, en sluit vervolgens de laskabels aan volgens de polariteit die wordt vereist door de fabrikant van de elektroden die u gaat gebruiken. Sluit de klem van de massakabel aan op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij de las, en overtuig uzelf ervan dat er een goed elektrisch contact is. - Raak niet tegelijkertijd de las-toorts of de elektrodehouder en de massaklem aan. - Zet het apparaat aan via de schakelaar AC. Selecteer het MMA-proces door op de knop A te drukken, led B brandt. - Regel de stroom op grond van de elektrodediameter, de laspositie en het type verbinding die moet worden gemaakt. - Zet het apparaat na het lassen altijd uit en haal de elektrode uit de elektrodehouder. 3.5. TIG-LASSEN Dit lasapparaat is geschikt voor het lassen met een TIGproces van roestvrij staal, ijzer, koper. Sluit de connector van de massakabel aan op de positieve pool (+) van het lasapparaat en de klem met het werkstuk op een plaats zo dicht mogelijk bij het lassen, en overtuig uzelf ervan of er een goed elektrisch contact is. Sluit de hoofdstroomstekker van de toorts aan op de negatieve pool (-) van het lasapparaat. Sluit de stuurstroomstekker van de toorts aan op de connector Y van het lasapparaat. Sluit de verbinding van de gasslang van de toorts aan op de verbinding Z van het apparaat en de gasslang die afkomstig is van het reduceerventiel van de gasfles op de verbinding AD. Het apparaat inschakelen. Raak de stroomvoerende delen en de uitgangsklemmen niet aan wanneer het apparaat ingeschakeld is. 54 Selecteer bij de eerste inschakeling van het apparaat de modus met de knop A en de lasparameters met de toets R en de knop O zoals beschreven in paragraaf 3.2. Het gasverbruik moet worden ingesteld op een waarde (in liters per minuut) van ongeveer 6 maal de diameter van de elektrode. Als er accessoires worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de gas-lens, kan het gasverbruik worden teruggebracht tot ongeveer 3 maal de elektrodediameter. De diameter van het keramische gascup moet een diameter hebben van 4 tot 6 maal de elektrodediameter. Gewoonlijk is ARGON het meest gebruikte gas vanwege de lagere kosten die het heeft in vergelijking met andere inerte gassoorten, maar er kunnen ook mengsels van ARGON worden gebruikt met een maximum van 2% WATERSTOF voor het lassen van roestvrij staal of HELIUM of mengsels van ARGON-HELIUM voor het lassen van koper. Deze mengsels geven een grotere warmte van de lasboog maar zijn veel duurder. Als er HELIUM-gas wordt gebruikt, moet het aantal liters per minuut worden verhoogd tot 10 maal de elektrodediameter (b.v. diameter 1,6 x10= 16 lt/min Helium). Gebruik beschermgas D.I.N. 10 tot 75A en D.I.N. 11 vanaf 75A. 3.6. OPSLAG IN HET GEHEUGEN Pas na het lassen kunnen gegevens in het geheugen worden opgeslagen. Als de knop Q korte tijd wordt ingedrukt, maakt hij een keuze; als hij langer dan 3 seconden wordt ingedrukt, slaat hij gegevens in het geheugen op. Bij elke inschakeling staat het apparaat in de toestand zoals hij de laatste keer gebruikt is. 3.6.1. Opslag in het geheugen van de gegevens van het programma PL Als het apparaat voor het eerst wordt gebruikt Bij het aanzetten van het apparaat verschijnt de afkorting PL op het display; deze verdwijnt na 5 sec. waarna een lasstroom wordt weergegeven. Volg de aanwijzingen van de paragrafen 3.2 en 3.5 op en ga als volgt te werk om de gegevens op te slaan in het programma P01: · Druk kort op de knop Q (tekening knop mem+mem-) de knipperende tekst P01 verschijnt. · Druk langer dan 3 seconden op de knop Q totdat de afkorting P01 ophoudt met knipperen, op dat moment heeft de opslag in het geheugen plaatsgevonden. · Als u de gegevens in een ander programma dan P01 wilt opslaan, drukt u zo vaak als nodig is kort op de knop Q om het gewenste programma te laten verschijnen. Als het apparaat weer wordt aangezet, verschijnt P01. ALS DE KNOP Q KORT WORDT INGEDRUKT WORDT EEN KEUZE GEMAAKT, ALS HIJ LANGER DAN 3 SECONDEN INGEDRUKT WORDT, SLAAT HIJ GEGEVENS IN HET GEHEUGEN OP. 3.6.2. Opslag in het geheugen van een vrij programma De bediener kan een gekozen programma wijzigen en in het geheugen opslaan door als volgt te werk te gaan: · Druk kort op de knop Q en kies het gewenste programmanummer. Bij vrije programmanummers knippert de afkorting. · Druk op de knop A en kies het proces en de lasmodus (paragraaf 3.1). · Draai de knop O en stel de lasstroom in. Als het TIG-proces is ingesteld, moet de led V (post gas) worden geactiveerd via de knop R en moet de gewenste waarde worden ingesteld via de knop O (paragraaf 3.1.) Als u na deze instellingen, die noodzakelijk zijn om te kunnen lassen, de "slope"-tijden of andere waarden wilt instellen, ga dan te werk zoals voorgeschreven in paragraaf 3.1. Voer een las uit (ook een korte las) en besluit waar u de gegevens wilt opslaan Om op te slaan in het eerder gekozen programma drukt u langer dan 3 seconden op de knop Q totdat het nummer ophoudt te knipperen. Om op te slaan in een ander programma, moet dit programma worden gekozen door de knop Q kort in te drukken en vervolgens langer dan 3 seconden op de knop Q te drukken. De bedieningen met UP/DOWN-bediening regelen de lasstroom van het minimum tot het maximum. De instellingen van de afstandbedieningen zijn altijd actief in het PL-programma, terwijl zij dat in een opgeslagen programma niet zijn. 3.6.3 Opslaan van een al opgeslagen programma In het geval van een al opgeslagen programma kan de bediener de opgeslagen gegevens wijzigen om het programma zelf bij te werken of om nieuwe parameters te zoeken die in een ander programma moeten worden opgeslagen. 3.6.3.1 Bijwerken · Selecteer de parameters die moeten worden gewijzigd nadat het apparaat is aangezet, en wijzig deze parameters. · Maak een (evt. korte) las. · Druk langer dan 3 seconden op de toets Q totdat de opslag in het geheugen bevestigd wordt (de afkorting van het programma knippert niet meer maar brandt continu). 3.6.3.2 Opslag in het geheugen van een nieuw programma · Selecteer de parameters die moeten worden gewijzigd nadat het apparaat is aangezet, en wijzig deze parameters. · Maak een (evt. korte) las. · Druk kort op de keuzeschakelaar Q totdat het door u gewenste programma wordt weergegeven. · Druk continu op de toets Q totdat de opslag in het geheugen bevestigd wordt (de afkorting van het programma knippert niet meer maar brandt continu). 4 AFSTANDSBEDIENINGEN Voor het instellen van de lasstroom kunnen de volgende afstandsbedieningen worden aangesloten op dit lasapparaat: Art. 193 Voetpedaal (gebruikt bij TIG-lassen) PIN Art (1268) TIG-toorts met potentiometer. Art (1266) TIG-toorts UP/DOWN. Art 1192+Art 187 (gebruikt bij elektrode-lassen) ART. 1180 Aansluiting om de toorts en de pedaalbediening tijdelijk te verbinden. Met dit accessoire kan ART 193 in elke TIG-lasmodus worden gebruikt. De bedieningen die een potentiometer omvatten regelen de lasstroom van de minimum tot de maximum stroom die is ingesteld met de knop O. 55
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Cebora 277 Power TIG 1965 DC HF Handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor