Copyright © 2015 Somfy SAS. All rights reserved 4
2 - PRODUCTBESCHRIJVING
2.1 Samenstelling - Fig. 1
Nr. Aantal Omschrijving
1 1 Motorkop
2 1 Klep
3 1 Gaffel van de bovenlatei
4 1 Gaffel van de deur
5 2 Bevestigingsbeugel plafond
6 2 Bevestigingsbeugel motorkop
7 1 Handmatige ontkoppeling
8 1 Verbindingsarm
9 1 Aanslag eindeloop
10 4 Parkerschroef TCB-H 4,2x13 zn
11 1 Aansluitsnoer
12 4 Borstbout TH10 M8x12 zn
13 2 Schroef TH M8x16 zn
14 6 Moer HU8
15 2 As
16 2 Borgringen
17 4 Zelftappende schroef Ø 4x8
18a 1 Ondeelbare rail
18b 1 2-delige rail
18b1 1 Mof
18b2 8 Zelftappende schroef Ø 4x8
19 2 Afstandsbediening*
20 1 Halogeenlamp 24 V - 20 W type G4
21 2 Kettingsteunen
*Het model en het aantal van de afstandsbedieningen kunnen per pakket
verschillen.
2.2 Toepassingsgebied - Fig. 2
Deze motorisatie is uitsluitend bestemd voor het aandrijven van
inpandige garagedeuren in de woonomgeving die niet blootstaan aan de
weersomstandigheden.
Type deuren (Fig.2)
De DEXXO motorisatie is bestemd voor het motoriseren van:
A: kanteldeur die uitsteekt.
B: paneeldeur:
- als het bovenste proel van het paneel apart is, gebruik dan de
"bevestigingskram voor paneeldeur" ref.: 9009390.
Afmetingen deuren (Fig. 2)
Garagedeuren tot 7 m² oppervlakte kunnen gemotoriseerd worden
Voor hoge deuren kan de slag van de motor vergroot worden:
- Door de motorkop 90° omhoog te zetten (Fig. 6-
).
- Door de kram van de bovenlatei aan het plafond te bevestigen met een
inspringing ten opzichte van de bovenlatei van maximaal 200 mm (Fig. 4-
)
- Door de verbindingsarm in te korten.
3 - INSTALLATIE
Als de garagedeur de enige toegang tot de garage vormt, monteer dan een
ontkoppelingsmechanisme aan de buitenkant (ref. 9012961 of ref. 9012962).
De plaats voor de bevestiging van de motorisatie moet het veilig en gemakkelijk
met de hand ontkoppelen van het product mogelijk maken.
3.1 Installatiehoogte - Fig. 3
Meet de afstand "D" tussen het hoogste punt van de deur en het plafond.
- Indien "D" ligt tussen 35 en 200 mm, bevestig dan het geheel rechtstreeks
aan het plafond.
- Indien "D" groter is dan 200 mm, bevestig dan het geheel zodat de hoogte "H"
ligt tussen 10 en 200 mm.
3.2 Stappen van de installatie - Fig. 4 tot 14
Bevestiging van de kram van de bovenlatei en van de kram van
de deur (Fig. 4)
In het geval van een installatie rechtstreeks tegen het plafond (gelijmd plafond),
kan de kram van de bovenlatei aan het plafond bevestigd worden, indien nodig
met een verspringing ten opzichte van de bovendrempel van max. 200 mm
(Fig. 4-
).
Assemblage van de 2-delige rail (Fig. 5)
[1]. [2]. [3]. Vouw de 2 delen van de rail uit.
Controleer of de ketting of het band niet gekruist is.
[4]. Assembleer de 2 delen van de rail met behulp van de mof.
[5]. Bevestig het geheel met behulp van de 8 bevestigingsschroeven.
[6]. Zet de moer vaster om de ketting of de riem te spannen. Het geplette
rubber moet 18 en 20 mm meten.
De bevestigingsschroeven mogen niet in de rail komen (niet doorboren).
Gebruik bij een gelijmd plafond niet de bevestigingsschroeven van de mof.
Assemblage van de rail aan de motorkop (Fig. 6)
Bevestiging van het geheel aan het plafond van de garage (Fig.
7 tot 9)
Bevestiging aan de kram van de bovenlatei (Fig. 7)
Bevestiging aan het plafond
Gelijmd plafond: rechtstreekse bevestiging aan het plafond door middel van de
rail (Fig. 8).
Zwevend plafond: bevestiging ter hoogte van de motorkop (Fig. 9)
Voor een instelbare tussenbevestiging langs de rail, of een bevestiging met een
afmeting h tussen 250 mm en 550 mm, gebruikt u de plafondbevestigingsset
ref.: 9014462 (Fig. 9 -
).
Bevestiging van de arm aan de deur en aan de wagen (Fig. 10)
Als de handgreep voor de ontkoppeling zich op een hoogte van
meer dan 1,80 m bevindt, moet het touw worden verlengd om hem
voor elke gebruiker bereikbaar te maken.
[1]. Ontkoppel de wagen met behulp van de handmatige ontkoppeling.
[2]. Breng de wagen naar de deur.
[3]. Bevestig de arm aan de kram van de deur en aan de wagen.
Afstelling en bevestiging van de aanslag van de opening (Fig. 11)
[1]. Ontkoppel de wagen met behulp van de handmatige ontkoppeling en zet
de deur in de geopende stand.
Controleer hierbij of het touw van het ontkoppelsysteem daarna niet
kan vasthaken aan een uitstekend deel van de auto (bijvoorbeeld
een imperiaal).
Open de deur zo ver mogelijk, maar plaats hem zo dat hij niet tot de
aanslagen komt.
[2]. Plaats de aanslag tegen de wagen en bevestig hem op de rail.
Montage van de kettingsteunen (Fig. 12)
Uitsluitend in geval van rails met een ketting.
Plaats elk van de steunen in het eerste gat aan de buitenkant van de eindpunten.
Zorg dat de steun zo ver ingeduwd is dat de centreernok buiten de rail uitsteekt.
Controle van de spanning van de ketting of de riem (Fig. 13)
De rails worden geleverd met een vooraf ingestelde en gecontroleerde
spanning. Stel, indien nodig, deze spanning af.
Het rubber of de spanveer mag nooit helemaal ingedrukt zijn tijdens
de werking.
Aansluiting van de elektrische voeding (Fig. 14)
[1]. Monteer de lamp.
Pak de lamp vast met handschoenen of in een doek.
[2]. Sluit de netvoeding aan.
De led B knippert 2 keer continu om aan te geven dat de motor in
afwachting is van de zelfprogrammering.
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact dat hiervoor bedoeld
is en dat conform de elektrische eisen is.