Documenttranscriptie
Nederlands
Alvorens het apparaat te
bedienen, leest u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig
door en bewaart u deze voor
latere naslag.
WAARSCHUWING
Verklein het gevaar van brand of
elektrische schokken en
1) stel derhalve het apparat niet
bloot aan regen of vocht.
2) plaats beslist geen met
vloeistof gevulde voorwerpen,
bijvoorbeeld vazen, op het
apparaat.
Stel de batterijen niet bloot aan
overmatige hitte zoals zonlicht,
vuur en dergelijke.
Raak tijdens het gebruik de lamp
van de flitser niet aan. Deze kan
heet worden wanneer er wordt
geflitst.
LET OP
U moet de batterij alleen
vervangen door een batterij van
het opgegeven type. Als u dit
niet doet, kan dit barsten, brand,
of letsel tot gevolg hebben.
Gooi gebruikte batterijen weg
volgens de instructies.
NL
2
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht
halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door
statische elektriciteit of
elektromagnetische storing,
moet u de toepassing opnieuw
starten of de verbindingskabel
(USB, enzovoort) loskoppelen en
opnieuw aansluiten.
Dit product is getest en voldoet
aan de beperkingen die zijn
uiteengezet in de EMC-regels
voor het gebruik van een
verbindingskabel van minder
dan 3 meter.
Voor klanten in
Europa
Producent: Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo,
108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit:
Sony Belgium, bijkantoor
van Sony Europe Limited, Da
Vincilaan 7-D1, 1935 Zaventem,
België
Hierbij verklaart Sony
Corporation dat dit apparaat
in overeenstemming is met de
essentiële eisen en de andere
relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG. Nadere informatie
kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met
het recyclen van dit product,
kan u contact opnemen met
de gemeentelijke instanties,
de organisatie belast met de
erwijdering van huishoudelijk
afval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
NL
Verwijdering van oude
elektrische en
elektronische
apparaten (van toepassing in
de Europese Unie en andere
Europese landen met
gescheiden
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product
of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden
behandeld. Het moet echter naar
een inzamelingspunt worden
gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwerkt,
helpt u mogelijke negatieve
gevolgen voor mens en milieu
die zouden kunnen veroorzaakt
worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling te oorkomen.
Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van
3 NL
Inhoudsopgave
Voor gebruik................................................................................5
Plaats van de onderdelen............................................................7
Voorbereidingen...................................................................11
Plaatsen van de batterijen.........................................................11
De flitser op de camera zetten/van de camera halen.............. 12
De flitser aan zetten.................................................................. 13
Koppelen met een draadloze radiozender/ontvanger
(voor draadloze flitsfotografie met radiobesturing)................. 15
Instellingen.............................................................................. 18
Quick Navi-instellingen............................................................. 18
MENU-instellingen.................................................................... 20
Fotograferen...........................................................................22
Fotograferen..............................................................................22
Handmatige flitsfotografie (MANUAL)......................................24
Fotograferen met hoge synchronisatiesnelheid (HSS).............25
Multiflitsfotografie (MULTI)........................................................26
Draadloze flitsfotografie
(via radio- of optische communicatie)......................................29
Draadloze flitsfotografie
(via draadloze radiocommunicatie)........................................... 31
Draadloze flitsfotografie
(via draadloze optische communicatie)....................................36
Verlichting voor video-opnamen (LED-lamp).......................... 40
Testflitsen................................................................................... 41
Selecteren van de flitshoek (zoom)...........................................42
Indirecte flitsfotografie............................................................. 45
Over de AF-illuminator..............................................................47
Toewijzen van aangepaste toetsfuncties................................ 48
Opslaan/oproepen van instellingen in/uit het geheugen...... 50
Overige....................................................................................... 51
Opmerkingen bij het gebruik.................................................... 51
Technische gegevens................................................................53
NL
4
Voor gebruik
Deze flitser kan worden gebruikt in combinatie met Sony digitale
camera's met verwisselbare lens, Sony digitale HD-videocamera's
met verwisselbare lens, en Sony digitale fotocamera's met een
conventionele multi-interfaceschoen.
Bepaalde functies werken mogelijk niet, afhankelijk van het model
van uw camera of videocamera.
Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze
flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw
Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.
Zie de gebruikershandleiding van dit apparaat en raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw camera.
Houd de flitslamp schoon. Het vervuilde oppervlak van de
flitslamp kan leiden tot oververhitting, rookontwikkeling en
schroeiplekken. Om de flitslamp schoon te maken, kunt u hem
afnemen met een zachte doek o.i.d.
Deze flitser is ontworpen met aandacht voor de beveiliging
tegen stof en vocht, maar is niet getest en waterproof bevonden.
Gebruik dit toestel dus niet in de regen.
Opmerkingen bij doorlopend flitsen
Bij doorlopend fotograferen met de flitser, bij multiflits-fotografie en
modellerend flitsen, zal de flitser een zekere tijd doorlopend blijven
flitsen. Deze doorlopende reeks flitsen, samen met hun reflecties
uit de omgeving, kunnen leiden tot lichamelijk ongemak, zoals
duizelingen, voor mensen die daar gevoelig voor zijn. Stop in een
dergelijk geval onmiddellijk met het gebruiken van de flitser.
5 NL
NL
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties, ongeacht of deze
wordt gebruikt of wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing
optreden.
• Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, zoals op het dashboard of in de buurt van een verwarming, kan deze
vervormd of defect raken.
• Plaatsen waar sterke trillingen optreden
• Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld
• Plaatsen met veel zand
Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of
gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan. Hierdoor
kan een storing optreden.
Afstandsbereik voor de communicatie
Het afstandsbereik voor de draadloze radiocommunicatie tussen deze
flitser en de camera is ongeveer 30 m. (Gemeten onder onze eigen
testomstandigheden.)
• Bovenstaande afstand geldt alleen in situaties waarin geen obstakels,
afscherming of storende radiogolven aanwezig zijn.
• De communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de plaats van het
apparaat, de omgevingstemperatuur en de weersomstandigheden.
Update de software van uw camera vóór gebruik naar de nieuwste
versie.
Raadpleeg de specifieke ondersteuningssite voor informatie over
de compatibiliteit van de camera.
http://www.sony.net/flash/f45rm/
NL
6
Plaats van de onderdelen
NL
Ingebouwde groothoekadapter (42)
Flitslamp
LED-lampmodule (40) /AF-lamp (47)
Ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening
(voor optisch draadloze communicatie)
Multi-interfacevoet (12)
Multi/micro-USBaansluiting
Plaatje voor indirect
flitsen (46)
Indicator indirect flitsen (boven/onderhoek) (45) Ontgrendelknop (12)
LINK-lamp (33)
Deksel batterijhouder
(11)
LCD-scherm (9)
Mini-standaard (30)
Bedieningspaneel (8)
* Statiefbevestigingsgat
Vergrendelhendel (12)
Het getal tussen haakjes geeft het bladzijdenummer
waar u de omschrijving kunt vinden.
NL
7
Bedieningspaneel
Power-schakelaar (13)
Fn (functie)-knop (18)
Selecteer "LOCK" (Vergrendelen)
TEST-knop (41)
om hetbesturingswiel en de
Besturingswiel
toetsen op de flitser uit te
Gebruik het wiel om een item te
schakelen om te voorkomen
selecteren of de ingestelde waarde
dat er per ongeluk iets
op het Quick Navi-scherm of op het
veranderd wordt.
MENU-instelscherm te veranderen.
MENU-knop (20)
Toetsen richting
Middenknop
Het getal tussen haakjes geeft het bladzijdenummer waar u de omschrijving kunt vinden.
Over de achterverlichting van de LCD
De achterverlichting van de LCD blijft ongeveer 8 seconden lang branden
wanneer u op een toets drukt of het besturingswiel van de flitser gebruikt.
• Terwijl de achterverlichting van de LCD brandt, kunt u op een toets drukken
of het besturingswiel gebruiken om de verlichting langer te laten branden.
• Om de achterverlichting van de LCD uit te schakelen, moet u op de
MENU-knop drukken, [BACKLIGHT] (Achterverlichting) selecteren en
dan [OFF] (UIT).
NL
8
Indicators op het scherm
De volgende schermen worden
gegeven als voorbeeld en
kunnen verschillen van wat u
daadwerkelijk ziet op het LCDscherm.
TTL-flitsstand
MANUAL-flitsstand
MULTI-flitsstand
Flitsstand
Hoge synchronisatiesnelheid
Geheugen oproepen
Flitshoek (zoom)
Indirect flitsen
Klaar om te flitsen
Flitsverdelingsinstelling
Bevestigd aan camera
NL
Flitsbereik
Sterkteniveau
Frequentie multi-flitsen
Herhaling multi-flitsen
Draadloos kanaal
Draadloos kanaal
Instelling belichtingsverhouding
Flitscompensatie
Belichtingsverhouding
Afstandsbedieningsinstelling
ontvanger
Draadloze groepsinstelling
Flitsverdelingsinstelling/
afstandsbediening/
flitsinstelling stuureenheid
Batterij bijna-leeg-indicator
Oververhittingsindicator
9 NL
Draadloze zendstand
(radiobesturing)
Draadloze ontvangststand
(radiobesturing)
Draadloze controllerstand
(optisch draadloze communicatie)
Draadloze remote-stand
(optisch draadloze communicatie)
NL
10
Flitsstand
Hoge synchronisatiesnelheid
Geheugen oproepen
Flitshoek (zoom)
Indirect flitsen
Klaar om te flitsen
Flitsverdelingsinstelling
Bevestigd aan camera
Flitsbereik
Sterkteniveau
Frequentie multi-flitsen
Herhaling multi-flitsen
Draadloos kanaal
Draadloos kanaal
Instelling belichtingsverhouding
Flitscompensatie
Belichtingsverhouding
Afstandsbedieningsinstelling
ontvanger
Draadloze groepsinstelling
Flitsverdelingsinstelling/
afstandsbediening/
flitsinstelling stuureenheid
Batterij bijna-leeg-indicator
Oververhittingsindicator
Plaatsen van de batterijen
De flitser is geschikt voor één van de volgende sets:
• Vier AA-formaat alkalibatterijen
• Vier AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride (Ni-MH) batterijen
Voor u de oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen gaat gebruiken,
moet u ze volledig opladen met de daarvoor bedoelde batterijlader.
Er worden geen batterijen meegeleverd met de flitser.
1
Druk het deksel batterijhouder in en schuif het in de
richting van de pijl zoals u hieronder kunt zien.
2
Plaats de batterijen in het batterijvak zoals
aangegeven (
).
(
geeft de richting van de batterijen aan.)
3
Sluit het deksel batterijhouder.
Schuif het deksel in de tegenovergestelde richting van de pijl bij stap 1.
11 NL
NL
De flitser op de camera zetten/van
de camera halen
De flitser op de camera
zetten
1
4
Steek de Multiinterfacevoet van de
flitser in de Multiinterfaceschoen van
de camera en druk de
voet helemaal op zijn
plaats.
5
Draai de
vergrendelhendel
naar "LOCK" om de
flitser vast te maken
op de camera.
Zet de flitser uit.
Als uw camera voorzien is
van een ingebouwde flitser,
moet u ervoor zorgen dat
deze niet openklapt.
2
3
Verwijder de
beschermingskap van
de Multi-interfacevoet
van de flitser; en
ook de bescherming
van de Multiinterfaceschoen van
de camera.
Houd de
ontgrendelknop
ingedrukt en draai de
vergrendelhendel weg
van "LOCK".
De flitser van de
camera halen
Zet eerst de flitser uit. Houd
de ontgrendelknop ingedrukt,
draai de vergrendelhendel weg
van "LOCK" en schuif de voet
van de flitser dan uit de Multiinterfaceschoen.
Opmerkingen
Wanneer u de flitser niet gebruikt,
moet u de beschermingskap weer
terugdoen op de Multi-interfacevoet.
NL
12
De flitser aan zetten
Zet depowerschakelaar aan.
Wanneer de flitser aan staat,
verschijnen de indicators op het
LCD-scherm.
• U kunt op de MENU-knop
drukken en [POWER SAVE]
(Stroomspaarstand) selecteren
om de gewenste tijd in te
stellen, of [WL POWER SAVE]
(WL-stroomspaarstand) om de
gewenste tijd voor draadloze
flitsfotografie in te stellen.
Controleren van
het resterende
batterijvermogen
Stroomspaarstand
• Als er 3 minuten lang niets
gedaan wordt met de flitser
terwijl deze alleenstaand of
op een camera wordt gebruikt
in een stroomspaarstand, zal
het LCD-scherm automatisch
uit gaan om de batterijen te
sparen.
• Bij draadloze flitsfotografie
met de flitser los van de
camera (bladzijde 29), gaat
de flitser na 60 minuten in de
stroomspaarstand.
• Als de power-schakelaar
van de aangesloten camera*
uit wordt gezet, wordt de
flitser automatisch in de
stroomspaarstand gezet.
* Behalve de DSLR-A100
NL
Wanneer de batterijen leeg
raken, zal de batterij bijnaleeg-indicator verschijnen
op het LCD-scherm om u te
waarschuwen.
Wanneer
knippert:
Het is aanbevolen de batterijen
te vervangen. De flitser kan
echter in deze staat nog steeds
gebruikt worden.
wordt
Wanneer alleen
weergegeven op het LCDscherm:
De flitser kan niet meer gebruikt
worden. Vervang de batterijen.
13 NL
Opmerkingen bij
doorlopend flitsen
Als u de flitser korte tijd
doorlopend gebruikt, is het
mogelijk dat de ingebouwde
beveiliging in werking treedt om
het aantal flitsen te verminderen
door de flitsfrequentie te
veranderen.
Als de temperatuur binnenin
de flitser verder stijgt, zal
(de oververhittingsindicator)
oplichten op het LCD-scherm
ten teken dat de flitser een
poosje niet zal werken. Zet in
een dergelijk geval de powerschakelaar van de flitser uit
en laat de flitser ongeveer 10
minuten afkoelen.
Bij doorlopend flitsen kunnen
de batterijen in de flitser
warm worden. Wees daarom
voorzichtig wanneer u de
batterijen moet vervangen.
NL
14
Koppelen met een draadloze
radiozender/ontvanger (voor draadloze
flitsfotografie met radiobesturing)
Om draadloos te kunnen flitsen
met deze flitser heeft u nog
een andere flitser nodig die
ook draadloze communicatie
via radiosignalen ondersteunt,
of een draadloze radiozender/
ontvanger voor flitsfotografie
(niet meegeleverd) naast deze
flitser en moet u ze aan elkaar
koppelen.
Dit gedeelte beschrijft hoe u
twee HVL-F45RM flitsers (dit
model flitser) aan elkaar moet
koppelen.
Om de flitser te koppelen aan
een radiozender/ontvanger voor
flitsfotografie (niet meegeleverd)
moet u de gebruiksaanwijzing
van het apparaat in kwestie
raadplegen.
Tips
• U moet beide toestellen binnen 1
m afstand van elkaar brengen om
ze te kunnen koppelen.
• U kunt de flitser koppelen aan
maximaal 15 draadloze radioapparaten.
1
Zet deze flitser en het
andere apparaat aan.
2
Druk op de WLknop () om het
instelscherm voor de
draadloze stand te
openen en stel dan
de ene flitser in als de
zendeenheid (master)
en de andere als de
ontvangsteenheid
(slave).
• Om een flitser in te stellen
als de zendeenheid, moet
u [CMD] (Commander)
selecteren.
15 NL
NL
• Om een flitser in te stellen
als de ontvangsteenheid,
moet u [RCV] (Receiver)
selecteren.
3
Druk op deze flitser en
op de andere flitser op
de MENU-knop () en
selecteer and selecteer
[PAIRING] (Koppelen).
Opmerkingen
• De aanwijzingen hierboven
gaan ervan uit dat deze flitser
de standaard draadloze
radiocommunicatie gebruikt.
Deze flitser is in staat om 2
verschillende soorten draadloze
communicatie te gebruiken
voor draadloze flitsfotografie:
draadloze communicatie via
radiosignalen of via optische
signalen. Zie bladzijde 29
als u de flitser wilt gebruiken
met draadloze optische
communicatie.
• U kunt op de MENU-knop
drukken en [PAIRED DEVICE]
(Gekoppeld apparaat) selecteren
om de flitser(s) te zien die
gekoppeld zijn als ontvanger(s),
of om de gekoppelde
ontvanger(s) te verwijderen.
• Wanneer u de instelling van de
zendeenheid hebt veranderd
in een ontvangsteenheid, of
andersom, moet u de koppeling
tussen de apparaten opnieuw
tot stand brengen.
NL
16
• Op de zendeenheid zal
het volgende scherm
verschijnen.
• Op de ontvangsteenheid
zal het volgende scherm
verschijnen.
4
Selecteer [OK] om de
koppeling tot stand te
brengen.
• Op de zendeenheid zal
het volgende scherm
verschijnen.
De koppeling wordt tot stand
gebracht. Op de zendeenheid
kunt u nu doorgaan met
het koppelen van andere
ontvangsteenheden. Telkens
wanneer er een koppeling
tot stand wordt gebracht
met een ontvangsteenheid,
zal het aantal gekoppelde
apparaten () hoger
worden.
• Op de ontvangsteenheid
zal het volgende scherm
verschijnen.
Een koppeling tot stand
brengen met 2 of meer
apparaten
Stel elk apparaat dat u wilt
koppelen met deze flitser in als
ontvangsteenheid en herhaal de
stappen 3 en 4.
Wanneer u klaar bent en alle
gewenste ontvangsteenheden
NL
gekoppeld hebt, moet u [EXIT]
selecteren op de zendeenheid
en dan [OK] op het scherm dat
vervolgens zal verschijnen.
De koppeling wordt tot
stand gebracht. Wanneer
de koppeling tot stand is
gebracht, zal de LINK-lamp
van rood veranderen in
groen.
17 NL
Quick Navi-instellingen
U kunt op de Fn (functie)knop op de flitser drukken
om de in te stellen items
voor het fotograferen, zoals
de geselecteerde flitsstand,
te veranderen volgens de
aanduidingen op het scherm.
Selecteer de gewenste instelling
en draai aan het besturingswiel
om het in te stellen item te
veranderen.
1
2
Door op de middenknop
te drukken op de
bedieningsschermen
hierboven, wordt het
scherm voor het instellen
van het geselecteerde in te
stellen item geopend.
Druk op de Fn
(functie)-knop ().
3
Draai aan het
besturingswiel
om de instelling te
veranderen.
4
Druk op de Fn
(functie)-knop.
NL
18
Selecteer de gewenste
instelling met de
richtingstoetsen.
In te stellen items
TTL
HSS
Beschrijvingen
Instelling flitsstand
Geheugen oproepen
OFF(*)/MR1/MR2
Instelling draadloze stand
WF OFF(*)/CMD/RCV
(radiobesturing)
WF OFF(*)/CTRL/RMT
(optische besturing)
Instelling hoge
synchronisatiesnelheid
ON(*)/OFF
Instelling flitshoek (zoom)
AUTO(*)/24-105
Instelling flitscompensatie
-3.0 - +3.0
1/1
5Hz
10TIMES
Instelling sterkteniveau
Frequentie multi-flitsen
Herhaling multi-flitsen
CMD flitsinstelling
(radiobesturing)
CTRL flitsinstelling (optische
besturing)
RATIO CONTROL: Instelling
OFF
belichtingsverhouding
Instelling
ABC
sterkteniveauverhouding
Afstandsbedieningsinstelling
RCV REMOTE: OFF
ontvanger
GROUP: A
Instellingen
TTL(*)/MANUAL/MULTI/
flitser uit/GROUP
Draadloze groepsinstelling
NL
1/1 - 1/128, CMD LINK
1 - 100
2 - 100, -ON(*)/OFF
ON/OFF(*)
OFF/1(*) - 16
ON/OFF(*)
OFF/ A(*)/B/C/D/E
(radiobesturing)
RMT(*)/RMT2 (optische
besturing)
* Fabrieksinstelling
De items en opties die beschikbaar zijn voor de instelling hangen mede af van
de flitsstand.
19 NL
MENU-instellingen
U kunt op de MENU-knop op de
flitser drukken om de MENUinstellingen te veranderen.
Selecteer het gewenste
in te stellen item met de
richtingstoetsen en druk dan op
de middenknop om het item te
selecteren.
1
Druk op de MENUknop ().
2
NL
Selecteer het
gewenste in te
stellen item met de
richtingstoetsen
en druk dan op de
middenknop.
20
3
Verander de
instelling met de
richtingstoetsen
en druk dan op de
middenknop.
Groepen In te stellen items
FLASH
DISTRIBUT.
LIGHT MODE
MEMORY
AF LED LEVEL
Beschrijvingen
Flitsverdelingsinstelling
LED-lampON/OFF instelling
Geheugeninstellingen
AF-illuminator niveau-instelling
TEST
Instelling testflits
LEVEL STEP
CUSTOM KEY
Instelstappen sterkteniveau
Aangepaste toetsinstellingen
/
SELECT
RECEIVER SET
Instelling draadloos besturingstype
Ontvangerinstellingen
Instelling van het draadloze kanaal
CH SET
voor de radiobesturing
Instelling van het draadloze kanaal
CH SET
voor de optische besturing
PAIRING
Instelling koppeling
PAIRED DEVICE
Scherm gekoppeld apparaat
Instelling paraatlampje draadloos
WL READY LAMP
flitsen
BACKLIGHT
Instelling LCD-achterverlichting
Instelling van de eenheid voor het
m/ft
flitsbereik
Instelling van de timer voor de
POWER SAVE
stroomspaarstand
Instelling van de timer voor de
WL POWER SAVE stroomspaarstand bij draadloos
flitsen
Scherm met de softwareversie van
VERSION
dit product /RCV
Instelling voor Quick Navi-scherm
RESET
resetten
Herstellen van de
INITIALIZE
fabrieksinstellingen
Instellingen
STD(*)/CENTER/
EVEN
ON/OFF
MR1/MR2
HIGH(*)/LOW
GROUP/1TIME
(*)/
3TIMES/4SEC
0.3EV(*)/0.5EV
(*)/
AUTO(*)/CH1CH14
CH1(*)-CH4
ON/OFF(*)
AUTO(*)/ON/OFF
m(*)/ft
30SEC/3MIN(*)/
30MIN/OFF
60MIN(*)/
240MIN/OFF
-
* Fabrieksinstelling
21 NL
NL
Fotograferen
Instellen van de
flitsstand
U kunt op de MODE-knop ()
drukken en dan draaien aan het
besturingswiel om de flitsstand
van de flitser te selecteren.
• Groepsflitsstand (bladzijde 34)
U kunt deze flitsstand
selecteren voor draadloze
flitsfotografie met
radiobesturing.
Flitser uit
•
De flitser is nu uitgeschakeld.
TTL-flitsfotografie
1
Selecteer de TTL-flitsstand.
• TTL* -flitsstand
De flitser meet hoeveel licht er
door de lens komt en past de
sterkte van de flits automatisch
daaraan aan.
*T
TL staat voor Through The
Lens (Door De Lens).
• MANUAL-flitsstand (bladzijde 24)
U moet de flitssterkte met
de hand instellen om de
belichting te regelen.
• MULTI-flitsstand (bladzijde 26)
U kunt het aantal herhalingen
en de frequentie bepalen bij
multiflitsen.
NL
22
Selecteer de flitsstand.
2
Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
Zorg ervoor dat de flitser
klaar is om te flitsen voor u
de sluiterknop indrukt. Als
de TEST-knop oranje oplicht,
is de flitser klaar om te
flitsen.
• Neem foto's binnen het
aangegeven flitsbereik.
Deze flitser is in staat om
afstanden aan te geven
van 0,7 m t/m 28 m. Als de
afstand buiten dit bereik
of
oplichten
ligt, zal
naast de indicator voor het
flitsbereik.
• U kunt op de +/-knop drukken om de
flitscompensatie te
veranderen (om het
flitssterkteniveau te
regelen) op het scherm
voor het instellen van de
flitscompensatie.
• Om de invulflitsstand of de
automatische flitsstand van
de camera te gebruiken,
moet u deze stand
selecteren op de camera.
• Voor u gaat fotograferen
met de flitser en de
zelfontspanner van de
camera, moet ervoor zorgen
dat de TEST-knop brandt.
• Als er zowel op de
flitser als op de camera
flitscompensatie wordt
ingesteld, worden beide
waarden bij elkaar opgeteld
wanneer de flitser afgaat.
Op het LCD-scherm van de
flitser wordt echter alleen
de compensatiewaarde
aangegeven die op de
flitser zelf is ingesteld.
Automatische
WB-regeling met
kleurtemperatuurinformatie
De witbalans wordt automatisch
geregeld op de camera (behalve
voor de DSLR-A100) op basis van
de kleurtemperatuurinformatie op
het moment dat de flits afgaat.
• Deze functie werkt wanneer
de flitser op de camera is
bevestigd en in de TTLflitsstand wordt gebruikt.
• Deze functie werkt wanneer
[Auto] of [Flash] is ingesteld
voor de witbalans op de
camera.
NL
TTL*-flitsstand
De handmatige flitsstand zorgt
voor een vaste flitsintensiteit,
onafhankelijk van de helderheid
van het onderwerp en van
de camera-instellingen. In de
TTLflitsstand wordt het licht
van het onderwerp gemeten
dat gereflecteerd wordt door
de lens. TTL-meting heeft
ook een P-TTLmeetfunctie,
waarbij een voorflits aan de
TTL-meting wordt toegevoegd,
en een ADImeetfunctie,
waarbij afstandsgegevens
aan de P-TTLmeting worden
toegevoegd.
* TTL = door de lens
• ADI-meting is mogelijk
in combinatie met een
lens met een ingebouwde
afstandsencoder. Controleer
voordat u de functie voor
ADImeting gebruikt of de
lens over een ingebouwde
afstandsencoder
beschikt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de
lens is geleverd.
23 NL
Handmatige flitsfotografie
(MANUAL)
In de handmatige flitsstand
wordt het flitssterkteniveau
constant gehouden, ongeacht de
helderheid van het onderwerp of
de instellingen van de camera.
1
Selecteer de M
(Manual; handmatig)
opnamestand op de
camera.
2
Druk op de MODEknop () om het
instelscherm voor de
flitsstand te openen en
selecteer [MANUAL].
3
Druk op de +/- -knop
om het gewenste
flitssterkteniveau
te bepalen op het
instelscherm voor het
sterkteniveau.
• U kunt het
flitssterkteniveau bepalen
binnen een bereik van
1/1 (lichtst) t/m 1/128
(donkerst).
• De flitssterkte met één
niveau verlagen (bijv. 1/1
1/2) is hetzelfde als het
diafragma één stap sluiten
(bijv. F4 5.6).
4
Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
Tips
• U kunt de sluiterknop half
indrukken om de afstand voor de
juiste belichting te laten weergeven
op het LCD-scherm.
• U kunt de MENU-knop indrukken
en [LEVEL STEP] selecteren om de
grootte van de instalstappen voor
het flitssterkteniveau te bepalen
([0.3EV] of [0.5EV]).
NL
24
Fotograferen met hoge
synchronisatiesnelheid (HSS)
NL
Fotograferen met hoge
synchronisatiesnelheid
Normale flitsfotografie
Met hogesnelheidsync worden de beperkingen van de X-sync
flitssluitertijd opgeheven en wordt het mogelijk om de flitser te
gebruiken in combinatie met het volledige sluitertijdbereik van
de camera. Met het grotere te selecteren diafragmabereik wordt
flitsfotografie met een groot diafragma mogelijk. Hierbij blijft de
achtergrond onscherp en wordt het onderwerp op de voorgrond
benadrukt. Zelfs wanneer u in de A- of M-modus met een grote f-stop
fotografeert terwijl de achtergrond zeer helder is en de opname
normaal overbelicht zou zijn, kunt u de belichting aanpassen door de
hogesnelheidsluiter te gebruiken.
Om de HSS-functie uit te schakelen, moet u de instructies volgen
voor de Quick Navi-instellingen (bladzijde 18) en de instelling voor
[HSS] veranderen naar [OFF].
X-sync flitssluitertijd
Flitsfotografie wordt meestal geassocieerd met een kortste
sluitertijd die ook wel wordt aangeduid als de X-sync flitssluitertijd.
Deze beperking is niet van toepassing op camera’s die zijn
ontworpen voor hogesnelheidsyncfotografie (HSS), omdat hiermee
flitsfotografie mogelijk is met de kortste sluitertijd van de camera.
Opmerkingen
Als u de sluitertijd van de camera instelt op een snellere tijd dan 1/4000 en dan
een foto maakt, kunnen er lichte en donkere stroken verschijnen op de foto.
We bevelen u aan het flitssterkteniveau minstens op MANUAL 1/2 in te stellen
voor het maken van foto's.
25 NL
Multiflitsfotografie (MULTI)
Deze flitser is in staat om
meerdere keren te flitsen terwijl
de sluiter van de camera open
staat (multiflitsfotografie).
Multiflitsfotografie geeft u de
mogelijkheid om een reeks
bewegingen vast te leggen op
een enkele foto.
Voor multiflitsfotografie moet de
camera in de M-opnamestand
staan. Is dit niet het geval, dan
wordt de opname mogelijk niet
goed belicht.
1
Druk op de MODEknop () om het
instelscherm voor de
flitsstand te openen en
selecteer [MULTI].
2
Druk op de Fn (functie)knop, selecteer de
volgende items met
de richtingstoetsen en
bepaal de instelling
met het besturingswiel.
[Hz]: Frequentie multi-
flitsen
[TIMES]: Herhaling multi-
flitsen
[ LEVEL]: Instelling
sterkteniveau
NL
26
3
• Instellingen
[Hz]: 1 Hz - 100 Hz
[TIMES]: 2 - 100, - [LEVEL]: 1/8 - 1/128
Wanneer [TIMES] is ingesteld
op [--], zal de flitser
doorlopend zo vaak mogelijk
blijven flitsen met de
opgegeven frequentie voor
multiflitsen.
4
Stel de sluitertijd en
het diafragma in op de
camera.
Maximum aantal
herhalingen bij multiflits
De sluitertijd moet
minstens gelijk zijn aan de
instelling voor de herhaling
bij multiflitsopnamen
(TIMES) gedeeld door de
opgegeven frequentie bij
multiflitsopnamen (Hz).
Als bijvoorbeeld de instelling
voor herhaling bij multiflits
is ingesteld op "10" en de
frequentie bij multiflits op "5
Hz", dan moet u de sluitertijd
van de camera minimaal
instellen op 2 seconden.
Zorg ervoor dat de
flitser klaar is om te
flitsen en druk dan pas
op de sluiterknop om
de foto te maken.
Om bewegingsonscherpte te
voorkomen, raden we u aan
om een statief te gebruiken
NL
voor multiflitsfotografie.
Vanwege de beperkte capaciteit
van de batterijen, kunt u het
maximale aantal herhalingen
bij multiflitsfotografie aflezen
in de richtlijnen in de volgende
tabellen.
27 NL
Bij gebruik van alkalibatterijen
Flitsfrequenties (Hz)
Sterkteniveaus 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7
1/8
5
5
5
5
5
7
6
5
4
3
7
8
9
10 100* 100*
2
1
5
5
5
6
6
6
6
10
15
15
20 20 30 45 65 100* 100* 100*
1/16
8
8
9
9
9
9
10
10
1/32
15
15
15
15
17
17
18
18 20 40 50 65 80 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
30 30 32 32 35
37 40 45 75 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128 60 60 65 65 70 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
"100*" geeft 100 of hoger aan.
Bij gebruik van nikkel-metaalhydride batterijen (2100 mAh)
Flitsfrequenties (Hz)
Sterkteniveaus 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7
1/8
5
5
5
5
5
8
8
6
5
4
10
10
25 100* 100* 100*
3
2
1
5
5
6
6
7
7
10
10
10
15
20 30 60 75 100* 100* 100* 100* 100*
1/16
8
8
9
9
9
9
1/32
17
17
18
18
18
19 20 20 40 80 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
32 33 35 36 40 45 55 95 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128 63 65 70 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
"100*" geeft 100 of hoger aan.
Opmerkingen
Het maximale aantal herhalingen dat u kunt instellen bij multiflits hangt mede
af van het type en de toestand van de batterijen.
NL
28
Draadloze flitsfotografie (via radioof optische communicatie)
Deze flitser ondersteunt 2
verschillende soorten draadloze
communicatie voor draadloze
flitsfotografie: draadloze
communicatie via radiosignalen
of via optische signalen.
Draadloze flitsfotografie
met radiobesturing
U kunt draadloos flitsen door
communicatie via radiosignalen.
Op deze manier kunt u
bijvoorbeeld foto's maken in een
omgeving met veel obstakels.
Om draadloos te kunnen flitsen
met radiobesturing, heeft u
naast deze flitser nog een andere
flitser nodig, of een radiozender/
ontvanger voor draadloze
flitsfotografie (niet meegeleverd),
die dezelfde soort draadloze
radiocommunicatie ondersteunt.
Om draadloos te kunnen flitsen met
optische besturing, heeft u naast
deze flitser nog een andere flitser
nodig die dezelfde soort draadloze
optische communicatie ondersteunt.
Omschakelen van de draadloze
communicatiemethode
1
Druk op de MENUknop () sen selecteer
[ / SELECT] met de
richtingstoetsen.
Opmerkingen
Voor draadloze flitsfotografie
met radiobesturing heeft u een
camera nodig die draadloze
radiocommunicatie ondersteunt.
Raadpleeg hiervoor de
gebruiksaanwijzing van de camera.
Draadloze flitsfotografie
met optische besturing
U kunt draadloos flitsen door
communicatie via optische
signalen. Op deze manier kunt u
bijvoorbeeld foto's maken in een
omgeving waar communicatie
via radiosignalen niet mogelijk of
niet toegestaan is.
2
Selecteer de
gewenste draadloze
communicatiemethode.
: Draadloze communicatie
met de flitser via
radiosignalen
: Draadloze communicatie
met de flitser via
optische signalen
29 NL
NL
Bevestigen en
verwijderen van de
mini-standaard
Wanneer u de flitser van de
camera heeft gehaald om
draadloos te kunnen gebruiken,
kunt u er de meegeleverde ministandaard aan bevestigen.
Bevestigen van de ministandaard
Verwijderen van de ministandaard
Zie voor instructies over het
gebruiken van de ontgrendelknop
en de vergrendelhendel bladzijde
12.
NL
30
Tips
U kunt de mini-standaard op een
statief schroeven met behulp van het
schroefgat in de mini-standaard.
Gebruik een statief met een schroef
die korter is dan 5,5 mm. Op een
statief met een langere schroef zult
u de mini-standaard niet stevig
kunnen vastzetten, wat kan leiden
tot mogelijke schade aan de ministandaard.
Draadloze flitsfotografie (via
draadloze radiocommunicatie)
Draadloze flitsfotografie
met radiobesturing
Deze flitser ondersteunt
draadloze radiocommunicatie
voor flitsfotografie.
Stel [CMD] in voor de
zendeenheid die bevestigd is
aan de camera; en [RCV] voor de
ontvangsteenheid (flitser die los
van de camera wordt gebruikt)
waarvan de flits draadloos zal
worden aangestuurd.
Tips
Om draadloos te kunnen flitsen
met radiobesturing, moet u de
zendeenheid en de ontvanger(s)
van tevoren met elkaar koppelen
(bladzijde 15).
1
Druk op de WL-knop
() op deze flitser
en selecteer [CMD]
als u de flitser als
zendeenheid wilt
gebruiken; of selecteer
[RCV] als u de flitser
als ontvangsteenheid
wilt gebruiken.
• Om de flitser in te stellen
als de zendeenheid, moet
u [CMD] (Commander)
selecteren.
NL
• Om de flitser in te stellen
als ontvangsteenheid,
moet u [RCV] (Receiver)
selecteren.
Het afstandsbereik voor de
draadloze radiocommunicatie
tussen de zendeenheid en de
ontvangsteenheid is ongeveer
30 m. (Gemeten onder onze
eigen testomstandigheden.)
31 NL
Draadloze
flitsfotografie (via een
ontvangsteenheid)
U kunt een andere flitser die is
aangesloten op de camera als de
zendeenheid gebruiken, of een
aparte draadloze radiozender,
om deze flitser aan te sturen
wanneer deze los van de camera
wordt gebruikt.
2
Druk op deze flitser
op de WL-knop
en selecteer [RCV]
(Receiver).
3
Druk op de Fn
(functie)-knop
en specificeer de
draadloze groep voor
deze flitser.
4
Bevestig de ministandaard aan deze
flitser (bladzijde 30).
5
Zet een andere
flitser als [CMD]
(zendeenheid) op de
camera.
Zendeenheid (CMD)
HVL-F45RM
Als zendeenheid kunt u deze
flitser gebruiken of een aparte
draadloze radiozender.
1
Selecteer de draadloze
(WL (WireLess))
flitsstand op de
camera.
Om de flitsstand te
selecteren op de
camera, moet u de
gebruiksaanwijzing van de
camera raadplegen.
NL
32
Controleer of [CMD]
verschijnt op het LCDscherm van de zendeenheid.
6
Stel de camera en deze
flitser op.
7
Zorg ervoor dat de
flitser op de camera
(zendeenheid) en deze
flitser draadloos met
elkaar verbonden zijn
en klaar zijn om te
flitsen.
Draadloos verbonden: De
LINK-lamp brandt groen.
Klaar om te flitsen: De TESTknop op de achterkant van
de flitser brandt oranje.
Daarnaast zal, wanneer
[ON] is geselecteerd voor
[WL READY LAMP] op het
MENU-instelscherm, de AFilluminator aan de voorkant
van de ontvangsteenheid
knipperen.
8
Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
Om een testflits af te vuren,
moet u op de TEST-knop van
de zendeenheid drukken.
Tips
• Op de ontvangsteenheden zal
de flitsstand van de zendeenheid
worden toegepast.
• Bij handmatige flitsfotografie kunt
u op de Fn (functie)-knop drukken
en [CMD LINK] instellen voor de
instelling van het sterkteniveau
om de instelling daarvan op de
zendeenheid mogelijk te maken.
Draadloze
multiflitsfotografie
met regeling van de
belichtingsverhouding
U kunt draadloos flitsen terwijl u
de belichtingsverhouding regelt
tussen maximaal 3 groepen,
waaronder de zendeenheid plus
NL
2 groepen flitsers los van de
camera.
Zendeenheid: HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
radiozender
Ontvangsteenheid (flitser los van
de camera): HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
ontvanger
Zendeenheid (CMD)
Draadloze ontvanger
Ontvangsteenheid (RCV)
• Druk op de Fn (functie)knop op de zendeenheid en
selecteer [ON] voor [RATIO
CONTROL: OFF].
• De zendeenheid werkt als
flitser in de A-groep.
• Als u niet wilt dat de
zendeenheid zelf flitst, moet
u op de Fn (functie)-knop
drukken en [OFF] instellen voor
de
CMD flitsinstelling.
33 NL
Instellen van de
belichtingsverhouding
van de zendeenheid
Druk op de Fn (functie)-knop
op deze flitser en specificeer
de verhouding van het
sterkteniveau voor de groepen
A, B, en C.
Voorbeeld: Wanneer de
verhouding tussen de
sterkteniveaus [4:2:1] wordt
weergegeven op het LCDscherm, zal elk van de groepen
flitsen met het aangegeven
deel van de totale flitssterkte:
respectievelijk 4/7, 2/7, en 1/7.
Draadloze
multiflitsfotografie
(groepsflitsfotografie)
U kunt draadloos flitsen met
maximaal 5 groepen, waaronder
de zendeenheid plus 4 groepen
flitsers los van de camera. Om
groepsflitsfotografie uit te
kunnen voeren, moet u [GROUP]
instellen als flitsstand.
Zendeenheid: HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
radiozender
NL
34
Ontvangsteenheid (flitser los van
de camera): HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
ontvanger
U kunt [TTL], [MANUAL], of
[OFF] instellen als flitsstand
voor de groepen A, B, en C.
Voor de groepen D en E kunt u
echter alleen [MANUAL] of [OFF]
instellen.
De flitsers in een groep waarin
[OFF] is ingesteld voor de
flitsstand, zullen niet flitsen.
Instellen voor
groepsflitsfotografie
Druk op de Fn (functie)-knop
op deze flitser en stel de
flitsstand, de flitscompensatie
en het sterkteniveau in voor
de groepen A, B, C, D, en E
op het instelscherm voor de
groepsflitsstand.
Instelling flitsstand
Instelling flitscompensatie/
sterkteniveau
Veranderen van
de instellingen
van individuele
ontvangsteenheden
(RECEIVER SET)
U kunt op de MENU-knop op
de zendeenheid drukken en
[RECEIVER SET] instellen om
de draadloze groepsinstelling
en de flitshoek (zoom) van
individuele ontvangsteenheden
die gekoppeld zijn met de
zendeenheid te veranderen.
Draadloze verbindingsstatus
Draadloze groepsinstelling
U kunt kiezen uit [A], [B], [C],
[D], [E], of [OFF].
Z
oominstelling
U kunt de zoominstelling
van de ontvangsteenheid
veranderen.
Opmerkingen
bij draadloze
flitsfotografie
via draadloze
radiocommunicatie
• Bij fotograferen met flitsers
die los van de camera gebruikt
worden, wordt automatisch
NL
P-TTL-flitsmeting gebruikt in
plaats van ADI-meting.
• U kunt maximaal 15
ontvangsteenheden (los van
de camera gebruikte flitsers)
tegelijkertijd gebruiken.
• Druk op de zendeenheid op
de MENU-knop, selecteer
[CH SET] en geef vervolgens
het kanaal op dat u wilt
gebruiken voor de draadloze
radiocommunicatie. Wanneer
[AUTO] is geselecteerd voor
[CH SET], zal er een kanaal
worden gebruikt dat geschikt
is voor de omstandigheden
op het moment dat u de flitser
aan zet.
Opmerkingen
Om het de zendeenheid mogelijk
te maken om de instellingen van
individuele ontvangsteenheden
te veranderen, moet u op de Fn
(functie)-knop van elk van de
ontvangsteenheden drukken en [ON]
selecteren bij [RCV REMOTE].
35 NL
Draadloze flitsfotografie (via
draadloze optische communicatie)
Draadloze
flitsfotografie met
optische besturing
Deze flitser ondersteunt
draadloze optische
communicatie voor
flitsfotografie.
Stel [CTRL] in voor de
controllereenheid die bevestigd
is aan de camera; en [RMT]
voor de flitser die los van de
camera wordt gebruikt en
waarvan de flits draadloos op
afstand ("remote") zal worden
aangestuurd.
1
Druk op de WL-knop
() en selecteer
[CTRL] voor de
controllereenheid;
selecteer [RMT] voor
de remote-eenheid.
• Om de flitser in te stellen
als controllereenheid,
moet u [CTRL] (Controller)
selecteren.
• Om de flitser in te stellen
als remote-eenheid,
moet u [RMT] (Remote)
selecteren.
Plaats de controllereenheid en
de remote-eenheden binnen
een straal van 5 m van het
onderwerp.
NL
36
Draadloze
flitsfotografie (via een
remote-eenheid)
U kunt een andere flitser die is
aangesloten op de camera als
de controllereenheid gebruiken,
of de ingebouwde flitser van de
camera, om deze flitser aan te
sturen wanneer deze los van de
camera wordt gebruikt.
2
Om de flitsstand te selecteren
op de camera, moet u de
gebruiksaanwijzing van de
camera raadplegen.
3
Haal de flitser van
de camera (bladzijde
12) en bevestig de
mini-standaard aan het
toestel (bladzijde 30).
4
Maak de ingebouwde
flitser van de camera
of zet een andere
flitser op de camera.
Ingebouwde flitser
Controllereenheid (CTRL)
HVL-F45RM
Als controllereenheid kunt
u de ingebouwde flitser van
een camera met A-bajonet
"montagestuk") gebruiken, of
een ander daarvoor geschikt
model flitser (HVL-F20M,
HVL-F32M, HVL-F43M, HVL-F60M,
enz.) dat in de apart in de handel
verkrijgbaar is.
1
Selecteer de draadloze
(WL (WireLess)) flitsstand
op de camera.
• Controleer of [RMT]
verschijnt op het LCDscherm van deze flitser. Als
[CTRL] wordt weergegeven,
moet u op de WL-knop
drukken en de instelling
veranderen naar [RMT].
• Zorg ervoor dat de flitser
die is bevestigd aan de
camera wordt ingesteld
als de controllereenheid.
Raadpleeg voor details de
de gebruiksaanwijzing van
de flitser in kwestie.
Bevestig deze flitser
op de camera en zet
beide toestellen aan.
5
Stel de camera en deze
flitser op.
37 NL
NL
6
Zorg ervoor dat de
flitser op de camera
(controllereenheid) en
deze flitser klaar zijn
om te flitsen.
Wanneer deze flitser klaar is
om te flitsen, zal de TESTknop aan de achterkant van
de flitser oranje oplichten.
Daarnaast zal, wanneer
[ON] is geselecteerd voor
[WL READY LAMP] op het
MENU-instelscherm, de AFilluminator aan de voorkant
van de ontvangsteenheid
knipperen.
7
Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
• Om een testflits uit te
voeren met de flitser van
de camera, moet u de
gebruiksaanwijzing van de
camera raadplegen.
• Als deze flitser niet afgaat,
moet u de locatie van de
camera, deze flitser of het
onderwerp veranderen; of
moet u de Ontvanger voor
signalen van de draadloze
afstandsbediening van
deze flitser naar de camera
richten.
NL
38
Draadloze
multiflitsfotografie
met regeling van de
belichtingsverhouding
U kunt draadloos flitsen terwijl u
de belichtingsverhouding regelt
tussen maximaal 3 groepen,
waaronder de controllereenheid
plus 2 groepen flitsers los van de
camera.
Controllereenheid: HVL-F45RM
(deze flitser)
Remote-eenheid (flitser los van
de camera): HVL-F45RM (deze
flitser) of een andere flitser met
ondersteuning van draadloze
optische communicatie
Controllereenheid (CTRL)
Remote-eenheid (RMT)
Remote-eenheid (RMT2)
• Druk op de Fn (functie)-knop
op de controllereenheid en
selecteer [ON] voor [RATIO
CONTROL: OFF].
• U kunt los van de camera
gebruikte flitsers (remoteeenheden) in 2 groepen
splitsen (RMT en RMT2). Druk
op de Fn (functie)-knop op de
remote-eenheid en verander
de draadloze groepsinstelling.
• Als u niet wilt dat de
zendeenheid zelf flitst, moet
u op de Fn (functie)-knop
drukken en [OFF] instellen voor
CMD flitsinstelling.
de
Instellen van de
belichtingsverhouding
van de controllereenheid
Druk op de Fn (functie)-knop
op deze flitser en specificeer
de verhouding van het
sterkteniveau voor CTRL, RMT,
en RMT2.
Voorbeeld: Wanneer de
verhouding tussen de
sterkteniveaus [4:2:1] wordt
weergegeven op het LCDscherm, zal elk van de groepen
flitsen met het aangegeven
deel van de totale flitssterkte:
respectievelijk 4/7, 2/7, en 1/7.
• Wanneer de controllereenheid
in de MANUAL-flitsstand
staat, zal deze flitsen met de
ingestelde flitssterkte.
Opmerkingen bij
draadloze flitsfotografie
via draadloze optische
communicatie
• Bij draadloze flitsfotografie kan
er niet gemeten worden met een
flitsmeter of kleurmeter vanwege
de voorflits van de flitser.
NL
• Wanneer [AUTO] is ingesteld
voor de flitshoek (zoom) van
deze flitser als deze los van de
camera als remote-eenheid
wordt gebruikt, zal de flitshoek
automatisch worden ingesteld
op 24 mm.
• Bij fotograferen met flitsers
die los van de camera gebruikt
worden, wordt automatisch
P-TTL-flitsmeting gebruikt in
plaats van ADI-meting.
• U kunt meerdere remoteeenheden (los van de camera
gebruikte flitsers) tegelijkertijd
gebruiken.
• Wanneer de remote-eenheden
(los van de camera gebruikte
flitsers) in de MANUALflitsstand staan, zullen ze
flitsen met de op die flitser zelf
ingestelde flitssterkte.
• Alle voor draadloze
flitsfotografie gebruikte flitsers
moeten gebruik maken van
hetzelfde draadloze kanaal
(CH). Op deze flitser kunt u het
draadloze kanaal instellen door
op de MENU-knop te drukken en
dan [
CH SET] te selecteren.
39 NL
Verlichting voor video-opnamen
(LED-lamp)
U kunt de LED-lamp van deze
flitser gebruiken als lichtbron
voor video-opnamen. Dit helpt
om natuurlijke hoge lichten en
schaduwen te creëren in een
donkere omgeving, bijvoorbeeld
binnen, om betere modellering
te verkrijgen in video-opnamen.
Gebruiken van de LEDlamp
1
Druk op de MENUknop () en selecteer
[LIGHT MODE].
2
Druk op de
middenknop om de
LED-lamp aan te zetten.
Om de lamp weer uit te
zetten, moet u nog eens op
de middenknop drukken.
3
Stel de helderheid van
de LED-lamp in met
het besturingswiel.
• Wanneer de LED-lamp van
de flitser brandt, wordt
de flitsstandindicator ( )
niet weergegeven op de
camera (de flitser van de
camera is uitgeschakeld).
• Afhankelijk van de
camera, lens, en de
helderheidsinstellingen voor
de video-opnamen is het
mogelijk dat de witbalans
afwijkt. Regel in een
dergelijk geval de witbalans
op de camera zelf.
• Om de LED-lamp uit te
zetten, moet u op de
MENU-knop drukken.
Opmerkingen
Let op, want het licht van de LED-lamp
kan worden afgeschermd door het
uiteinde van de lens, afhankelijk van de
afmetingen van de lens op de camera.
NL
40
Testflitsen
U kunt een testflits afvuren voor u begint te fotograferen. Als u een
flitsmeter wilt gebruiken voor handmatige flitsfotografie (bladzijde
24), moet u een testflits uitvoeren.
Druk wanneer de TEST-knop () oranje oplicht op de
TEST-knop.
NL
• Als de TEST-knop oranje oplicht, is de flitser klaar om te flitsen.
• De flitssterkte voor een testflits hangt af van het flitssterkteniveau
dat is ingesteld voor de flitsstand in kwestie. Bij TTL-flitsfotografie
flitst deze flitser met een richtgetal (GN) dat overeenkomt met 2.
• Met de testflitsfunctie kunt u van tevoren beoordelen hoe de
schaduwen en lichten vallen op uw onderwerp (modelleerflits).
Op deze flitser kunt u kiezen tussen [3TIMES] (3 keer) of [4SEC]
(4 seconden doorlopend flitsen met constante intervallen) voor
wat betreft het soort modelleerflits. Om de testflitsinstelling te
veranderen op de flitser, moet u op de MENU-knop drukken, [TEST]
selecteren en dan de instelling veranderen.
• Wanneer [1TIME] of [GROUP] is gespecificeerd als testflitsinstelling,
kunt u de TEST-knop ingedrukt houden om het ingestelde aantal
testflitsen met de ingestelde frequentie en sterkte af te geven in de
MULTI-flitsstand.
• Bij draadloze flitsfotografie met radiobesturing kunt u
op de zendeenheid op de testflitsknop drukken om de
ontvangsteenheid(-eenheden) te laten flitsen in overeenstemming
met de testflitsinstelling op de zendeenheid.
• Als deze flitser is ingesteld als de zendeenheid bij draadloze
flitsfotografie met radiobesturing, zal de TEST-knop oranje
oplichten wanneer alle flitsers, inclusief de ontvangsteenheden,
klaar zijn om te flitsen.
41 NL
Selecteren van de flitshoek (zoom)
Automatische instelling van de flitshoek (auto
zoom)
Deze flitser stelt automatisch de juiste flitshoek in aan de hand van
de brandpuntsafstand van de lens op de bijbehorende camera,
binnen een bereik van 24 mm t/m 105 mm (auto zoom). Meestal zult
u de flitshoek niet met de hand hoeven in te stellen.
Wanneer [AUTO] wordt weergegeven als de instelling voor de flitshoek
(zoom) op het LCD-scherm, is de auto zoomfunctie ingeschakeld.
• Als u een lens gebruikt met een kortere brandpuntsafstand dan
24 mm terwijl de auto zoomfunctie is ingeschakeld, zal [WIDE]
(Groothoek) gaan knipperen op het LCD-scherm.
In een dergelijk geval raden we u aan om de ingebouwde
groothoekadapter van deze flitser te gebruiken. Om de
groothoekadapter te kunnen gebruiken, moet u dit voorzichtig naar
buiten trekken, samen met het plaatje voor indirect flitsen, waarna u de
groothoekadapter naar beneden klapt, over de flitslamp heen, zodat u
het plaatje voor indirect flitsen weer terug in de flitser kunt duwen.
• [WIDE] (Groothoek) wordt weergegeven op het LCD-scherm.
• Wanneer u de groothoekadapter terugdoet, moet u deze helemaal
terug in de flitser duwen en controleren of de aanduiding [WIDE] is
verdwenen van het LCD-scherm.
• Wanneer u de ingebouwde groothoekadapternaar buiten
trekt, moet u niet teveel kracht zetten, want dit kan de adapter
gemakkelijk beschadigen.
NL
42
• Wanneer u een 2D-onderwerp van voren fotografeert met een
lens met een brandpuntsafstand van minder dan 18 mm, kan de
rand van het beeld iets donkerder worden vanwege het verschil in
intensiteit van het flitslicht in het midden en aan de rand.
• Wanneer u een groothoeklens gebruikt met een brandpuntsafstand van
minder dan 15 mm, kan de rand van het beeld nog donkerder worden.
• De brandpuntsafstand zoals aangegeven op het LCD-scherm geeft
de equivalente brandpuntsafstand voor kleinbeeldformaat (35 mm
film/24x36mm beeldformaat).
NL
• Deze flitser biedt geen ondersteuning voor de beeldhoek van een
16 mm F2.8 fisheyelens.
• Voor u deze flitser opbergt in de meegeleverde tas, moet u de
groothoekadapter en het plaatje voor indirect flitsen terugduwen
in de flitser.
Handmatige instelling van de flitshoek (manual
zoom)
Ongeacht de brandpuntsafstand van de gebruikte lens, kunt u de
flitshoek van deze flitser ook met de hand instellen (manual zoom).
Druk op de ZOOM-knop () en selecteer de gewenste flitshoek met
de richtingstoetsen.
43 NL
Flitsverdelingsinstelling
U kunt op de MENU-knop drukken en [FLASH DISTRIBUT.] selecteren
om het flitsverdelingspatroon in te stellen. (De flitsverdelingsinstelling
wordt toegepast op de flitshoek ongeacht of deze automatisch of
handmatig is ingesteld.)
STD
:
CENTER :
EVEN
:
Flitshoek met standaard flitsverdeling
Flitshoek met lichtverdeling die voorrang geeft aan
richtgetallen
Flitshoek met de nadruk op het midden van het beeld
Opmerkingen
Afhankelijk van de ingestelde brandpuntsafstand, is het mogelijk dat de
rand van het beeld donkerder wordt. Verander in een dergelijk geval het
flitsverdelingspatroon.
NL
44
Indirecte flitsfotografie
Door de flitslamp van de flitser
op het plafond of een wand
te richten in plaats van direct
op het onderwerp, kunt u het
onderwerp verlichten met
gereflecteerd licht, waardoor de
schaduwen minder hard worden
en het beeld zachter verlicht
wordt.
Brandpuntsafstand
Indirecte
van de lens
verlichtingshoek
70 mm minimum
30°, 45°
28 mm - 70 mm
60°
28 mm maximum
75°, 90°
NL
Tips
Bovenaanzicht
Ook bij indirect flitsen is flitsen met
hoge synchronisatiesnelheid mogelijk.
1
Kantel of draai de
flitslamp.
2
Druk op de MODEknop en selecteer
[TTL].
3
Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
wordt weergegeven op
het LCD-scherm van de
flitser om aan te geven dat
er indirect geflitst wordt.
45 NL
Gebruiken van het
plaatje voor indirect
flitsen
Het plaatje voor indirect flitsen
geeft glans aan de ogen van
uw onderwerp en maakt het
onderwerp levendiger.
1
Trek de
groothoekadapter
voorzichtig naar
buiten.
Het plaatje voor indirect
flitsen zal ook mee naar
buiten komen. Duw alleen
de groothoekadapter terug.
2
Kantel deflitslamp 90
graden omhoog.
3
Druk op de MODEknop en selecteer
[TTL].
4
Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
NL
Dichtbij fotograferen
Kantel de flitslamp iets
naar beneden wanneer u
onderwerpen fotografeert die
tussen 0,7 m en 1,0 m van de
camera verwijderd zijn om deze
goed te kunnen verlichten.
46
1
Kantel deflitslamp 8
graden omlaag.
• Wanneer u een onderwerp
fotografeert dat minder dan 0,7
m van de camera verwijderd
is, moet u de flitser van de
camera halen en los van de
camera gebruiken (accessoires
niet meegeleverd) (bladzijde
37), of moet u een dubbele
macroflitser of ringflitser (niet
meegeleverd) gebruiken.
• Wanneer er een lange lens
op de camera zit, kan het
licht van de flitser door
het uiteinde van de lens
afgeschermd worden.
Over de AF-illuminator
Als de helderheid of het contrast onvoldoende is om het onderwerp
met de camera alleen te forograferen, kan de AF-illuminator (AFhulplicht) aan de voorkant van de flitser oplichten wanneer u de
sluiterknop half indrukt om scherp te stellen. De AF-illuminator is
bedoeld om de automatische scherpstelling van de camera te helpen.
NL
• De AF-lamp functioneert zelfs wanneer [
] op het LCD-scherm
wordt weergegeven.
• Wanneer u de helderheid van de AF-illuminator wilt veranderen,
moet u op de MENU-knop drukken, [AF LED LEVEL] selecterenen
dan kiezen tussen de instellingen [HIGH] of [LOW].
• Om de AF-illuminator uit te schakelen, moet u het menu op de
camera gebruiken.
• Wanneer de AF-illuminator op de flitser oplicht, is de AF-illuminator
op de camera uitgeschakeld.
• Wanneer de camera in de doorlopende automatische
scherpstelstand staat (de camera stelt scherp op bewegende
onderwerpen), zal de AF-illuminator niet oplichten.
• Als de brandpuntsafstand van de lens groter is dan 300 mm, is het
mogelijk dat de AF-illuminator niet zal oplichten. Bovendien zal de
AF-illuminator ook niet oplichten wanneer de flitser van de camera
wordt gehaald.
• Afhankelijk van de camera waarop de flitser is bevestigd, is het
mogelijk dat de AF-illuminator niet oplicht.
47 NL
Toewijzen van aangepaste
toetsfuncties
Als u dat wilt, kunt u aan
bepaalde bedieningsorganen
op het bedieningspaneel een
andere functie toewijzen.
de richtingstoetsen,
de middenknop, en
hetbesturingswiel.
1
3
Druk op de MENUknop () en selecteer
[CUSTOM KEY].
2
NL
Selecteer het
gewenste
bedieningsorgaan met
de richtingstoetsen.
48
Selecteer de functie
die u daaraan wilt
toewijzen.
Groepen
Toe te wijzen
functies
MODE
Beschrijvingen
Wiel en toetsen
Wiel Midden Links Rechts Omhoog Omlaag
Instelling flitsstand
Instelling sterkteniveau
Instelling flitshoek (zoom)
Instelling als zend-/
controllereenheid
*
*
*
-
Flitsverdelingsinstelling
-
Instelling hoge
HSS
synchronisatiesnelheid
Instelling
RATIO CONTROL
belichtingsverhouding
Instelling
RATIO VALUE
sterkteniveauverhouding
MODE(GROUP) Instelling groepsflitsstand
Instelling LED-lampAAN/
LIGHT MODE
UIT
RECALL
Geheugen oproepen
Een waarde voor een
MEMORY
stand/instelling in het
geheugen opslaan
WL MODE
Instelling draadloze stand
RECEIVER SET
Ontvangerinstellingen
GROUP
Draadloze groepsinstelling
Afstandsbedieningsinstelling
RCV REMOTE
ontvanger
Instelling kanaal CH voor
CH SET
radiobesturing
Instelling kanaal CH voor
CH SET
optische besturing
OTHERS NOT SET
Geen instelling
* *
*
/LEVEL
ZOOM
CMD/CTRL
FLASH
FLASH
DISTRIBUT.
* Fabrieksinstelling
49 NL
NL
Opslaan/oproepen van instellingen
in/uit het geheugen
U kunt een vaak gebruikte stand
of combinatie van instellingen
opslaan in het geheugen onder
[MR1] of [MR2].
Oproepen
1
Druk op de Fn
(functie)-knop en
selecteer het item voor
het oproepen van het
geheugen.
2
Selecteer [MR1]
of [MR2] met het
besturingswiel.
Opslaan
1
Druk op de MENUknop en selecteer
[MEMORY].
2
NL
Selecteer [MR1] of
[MR2].
50
• U kunt het geheugen
oproepen, de instelling
veranderen en dan
opnieuw opslaan met
[MEMORY].
• Als u de opgeslagen
geheugeninstelling niet
wilt gebruiken, selecteert
u [OFF].
• Wanneer er een
geheugeninstelling is
opgeroepen, is [RESET] op
het MENU-instelscherm
uitgeschakeld.
Opmerkingen bij het gebruik
Tijdens het fotograferen
• Deze flitser genereert fel licht
en mag daarom niet vlak voor
de ogen worden gebruikt.
• Gebruik de flitser niet 20 keer op
een rij of snel achter elkaar om
oververhitting en vermindering
van de werking van de camera
en de flitser te voorkomen.
(Wanneer de sterkte 1/32 is, 40
keer op rij.) Stop het gebruik van
de flitser en laat deze minimaal
10 minuten afkoelen wanneer de
flitser het maximale aantal keren
snel achter elkaar is gebruikt.
• Bij draadloze flitsfotografie kan
deze flitser onverwacht afgaan
wanneer er vanwege de
locatie geen correcte signalen
kunnen worden ontvangen
van een andere flitser die los
van de camera wordt gebruikt.
Verander in een dergelijk geval
de locatie van de los van de
camera gebruikte flitser of de
instelling van het kanaal voor
de draadloze communicatie.
• Plaats deze flitser niet in een
tas terwijl hij bevestigd is op
een camera. Dit kan resulteren
in een defect van deze flitser
of de camera.
• Draag deze flitser niet als er
een camera aan bevestigd is.
Dit kan resulteren in een defect.
• Gebruik de flitser niet vlak bij
andere mensen wanneer u
tijdens indirect flitsen de flitslamp
draait. Het flitslicht kan de ogen
beschadigen of de hete flitslamp
kan brandwonden veroorzaken.
• Bij het draaien van de flitslamp,
dient u erop te letten dat uw
vingers niet vast komen te zitten
in het draaiende gedeelte. U
kunt hierdoor letsel oplopen.
• Deze camera is ontworpen
om stof- en vochtbestendig te
zijn, maar is niet waterdicht of
spatwaterdicht.
NL
• Druk bij het sluiten van het
deksel van de batterijhouder
deze stevig in, terwijl u hem
volledig in de andere richting
schuift. Wees voorzichtig dat u
zichzelf niet verwondt door uw
vinger te klemmen tussen het
deksel van de batterijhouder
wanneer u deze sluit.
Batterijen
• Het batterijniveau dat op
het LCD-scherm wordt
weergegeven, kan lager
zijn dan de daadwerkelijke
batterijcapaciteit, afhankelijk
van de temperatuur en de
opslagomstandigheden. Het
weergegeven batterijniveau
wordt mogelijk weer correct
weergegeven nadat de flitser
een aantal keren is gebruikt.
• Ni-MH-batterijen kunnen
plotseling leeg zijn. Als tijdens
het fotograferen de indicator
batterijen bijna leeg begint
te knipperen of de flitser niet
langer kan worden gebruikt,
vervangt u de batterijen of
laadt u deze weer op.
51 NL
• Gebruik geen lithiumionbatterijen,
want door herhaaldelijk te flitsen
worden de batterijen heet en
werkt de flitser niet meer.
• De flitsfrequentie en het aantal
flitsen dat wordt geleverd door
nieuwe batterijen, kunnen
verschillen van de in de tabel
weergegeven waarden, afhankelijk
van de tijd die is verstreken na de
productie van de batterijen.
• Pas nadat de flitser is uitgezet
en er enkele minuten
verstreken zijn, kunt u de
batterijen verwijderen om ze te
vervangen. Afhankelijk van het
type, kunnen de batterijen heet
zijn. Verwijder ze voorzichtig.
• Verwijder de batterijen en berg
ze op wanneer u van plan bent
om de camera geruime tijd
niet te gebruiken.
Temperatuur
• De flitser mag worden gebruikt
bij een temperatuur tussen 0
°C en 40 °C.
• Stel de flitser niet bloot aan
extreem hoge temperaturen
(bijvoorbeeld direct zonlicht
in een auto) of aan een hoge
luchtvochtigheid.
• Om te voorkomen dat zich
condens vormt op de flitser,
plaatst u deze in een gesloten
plastic zak wanneer u de
flitser van een koude naar een
warme omgeving verplaatst.
Laat de flitser opwarmen tot
kamertemperatuur voordat u
deze uit de zak verwijdert.
NL
52
• Bij lagere temperaturen neemt
de batterijcapaciteit af. Houd de
camera en reservebatterijen in
een warme binnenzak wanneer
u fotografeert bij koud weer.
Bij koud weer kan de indicator
batterijen bijna leeg knipperen,
zelfs wanneer er nog enige
lading in de batterijen over is.
Batterijen winnen weer enige
capaciteit terug wanneer ze
opwarmen tot de normale
bedrijfstemperatuur.
Onderhoud
• Verwijder de flitser van de
camera. Maak de flitser schoon
met een droge, zachte doek.
Als de flitser in contact is
gekomen met zand, wordt
het oppervlak beschadigd
als u dit afveegt. Het zand
moet daarom voorzichtig
verwijderd worden met een
blaaskwastje. Voor hardnekkige
vlekken gebruikt u een doek
die licht is bevochtigd met een
mild schoonmaakmiddel en
veegt u de flitser vervolgens
droog met een droge, zachte
doek. Gebruik nooit sterke
oplosmiddelen, zoals thinner
of benzine, omdat deze de
afwerking kunnen beschadigen.
• Als er vingerafdrukken of vuil
aanwezig zijn op de lens of
flitslamp, raden wij u aan het
vuil voorzichtig te verwijderen
en de lens of flitslamp schoon
te maken met een zachte doek.
Technische gegevens
Richtnummer
Normale flits/STD flitsverdeling (ISO 100)
Handmatige flits/35mm-formaat
Stroomsterkte
Instelling flitsdekking (mm)
15*
24
28
35
50
70
1/1
13
23
25
26
30
36
105
45
1/2
9,2
16,3
17,7
18,4
21,2
25,5
31,8
1/4
6,5
11,5
12,5
13
15
18
22,5
1/8
4,6
8,1
8,8
9,2
10,6
12,7
15,9
11,3
1/16
3,3
5,8
6,3
6,5
7,5
9
1/32
2,3
4,1
4,4
4,6
5,3
6,4
8
1/64
1,6
2,9
3,1
3,3
3,8
4,5
5,6
1/128
1,1
2
2,2
2,3
2,7
3,2
4
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
APS-C-formaat
Stroomsterkte
Instelling flitsdekking (mm)
15*
24
28
35
50
70
1/1
13
24
26
30
36
41
105
45
1/2
9,2
17
18,4
21,2
25,5
29
31,8
1/4
6,5
12
13
15
18
20,5
22,5
1/8
4,6
8,5
9,2
10,6
12,7
14,5
15,9
1/16
3,3
6
6,5
7,5
9
10,3
11,3
1/32
2,3
4,2
4,6
5,3
6,4
7,2
8
1/64
1,6
3
3,3
3,8
4,5
5,1
5,6
1/128
1,1
2,1
2,3
2,7
3,2
3,6
4
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
53 NL
NL
HSS vlakke flits/STD flitsverdeling (ISO 100)
Handmatige flits/35mm-formaat
Sluitertijd
Instelling flitsdekking (mm)
15*
24
28
35
50
70
1/250
4,6
8,4
9,1
9,5
11,3
12,9
105
16
1/500
3,2
5,9
6,4
6,7
8
9,1
11,3
1/1000
2,3
4,2
4,6
4,8
5,7
6,4
8
1/2000
1,6
3
3,2
3,4
4
4,6
5,7
1/4000
1,1
2,1
2,3
2,4
2,8
3,2
4
1/8000
0,8
1,5
1,6
1,7
2
2,3
2,8
1/16000
0,6
1
1,1
1,2
1,4
1,6
2
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
APS-C-formaat
Sluitertijd
Instelling flitsdekking (mm)
15*
24
28
35
50
70
1/250
4,6
8,7
9,5
11,3
12,9
15,3
105
16
1/500
3,2
6,2
6,7
8
9,1
10,8
11,3
1/1000
2,3
4,4
4,8
5,7
6,4
7,7
8
1/2000
1,6
3,1
3,4
4
4,6
5,4
5,7
1/4000
1,1
2,2
2,4
2,8
3,2
3,8
4
1/8000
0,8
1,5
1,7
2
2,3
2,7
2,8
1/16000
0,6
1,1
1,2
1,4
1,6
1,9
2
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
NL
54
Kenmerken van de draadloze radiobesturing:
Frequentieband: 2,4 GHz
Aantal kanalen: 14 kanalen
Communicatieafstand: Ongeveer 30 m (Gemeten onder onze eigen
testomstandigheden.)
• Bovenstaande afstand geldt alleen in situaties waarin geen
obstakels, afscherming of storende radiogolven aanwezig zijn.
• De communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de
plaats van het apparaat, de omgevingstemperatuur en de
weersomstandigheden.
Frequentie/Herhaling
Frequentie (sec)
Herhaling (aantal
keer)
Alkaline
Ongeveer 0,1 - 2,5
Nickelhydride
Ongeveer 0,1 - 2,0
Ongeveer 210 of meer Ongeveer 270 of meer
• Herhaling is het geschatte aantal keren dat kan
worden geflitst voordat een nieuwe batterij volledig is
uitgeput.
Flitserregeling
Prestaties bij
doorlopend flitsen
AF-lamp
Flitserregeling met voorflits (P-TTL/ADI)
40 flitsen bij 10 flitsen per seconde
(Normaal flitsen, sterkte 1/32, 105 mm, Ni-MHbatterijen)
Automatisch flitsen bij laag contrast en lage
helderheid
Actieradius (Bij gebruik met een 50 mm lens
met het diafragma ingesteld op F5.6 en het
[AF LED LEVEL] van de flitser ingesteld op
[HIGH])
Centrum van het beeld (Ongeveer): 0,5 m tot
6m
Randen van het beeld (Ongeveer): 0,5 m tot
3m
55 NL
NL
LED-lamp
Belichtingsintensiteit van het midden:
Ongeveer 400 lx bij 0,5m of ongeveer 100 lx
bij 1m
Belichtingsafstand: Ongeveer 1m (Stel, bij het
opnemen van films, in op ISO 3200 & F5.6)
Ondersteund brandpuntsafstand: 35mm
(35mm formaat zichthoek)
Doorlopende belichtingstijd: Ongeveer
4 uur (met AA-alkaline batterijen, bij
belichtingsintensiteit van het midden)
Kleurtemperatuur: Ongeveer 5.500 K
0 °C t/m 40 °C
–20 °C t/m +60 °C
69,4 mm × 113,7 mm × 88,3 mm (b/h/d)
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Afmetingen
(Ongeveer)
Gewicht (Ongeveer) 317 g (exclusief de batterijen)
Voedingsvereisten
6 V gelijkspanning
Aanbevolen batterijen Vier LR6 (AA-formaat) alkalinebatterijen
Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (AA-formaat)
Bijgeleverde
Flitser (1), Beschermkap van de connector (1),
toebehoren
ministandaard (opgeborgen in de draagtas)
(1), Draagtas (1), Handleiding en documentatie
Het getal tussen haakjes geeft de hoeveelheid
aan.
De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de
testomstandigheden bij ons bedrijf.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden,
zonder kennisgeving.
Handelsmerk
"Multi Interface Shoe" is een handelsmerk van Sony Corporation.
NL
56