Documenttranscriptie
4-444-194-21(1)
Flash
Bedienungsanleitung
DE
Gebruiksaanwijzing
NL
Istruzioni per l'uso
© 2012 Sony Corporation Printed in China
HVL-F60M
IT
Voordat u het product gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig
doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als
referentiemateriaal nodig hebt.
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat
niet worden blootgesteld aan regen of vocht.
Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
Plak de contacten van een lithiumbatterij af met plakband om kortsluiting te
voorkomen wanneer u de batterij weggooit. Houd u aan de plaatselijke regels voor
het wegwerpen van batterijen.
Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden uit de buurt van
jonge kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als een voorwerp per ongeluk
wordt ingeslikt.
Verwijder de batterijen onmiddellijk en gebruik het apparaat niet meer als...
• het product is gevallen of blootgesteld aan een schok waarbij het inwendige
zichtbaar is geworden.
• het product een vreemde geur, hitte of rook afgeeft.
Demonteer het apparaat niet. U kunt een elektrische schok krijgen wanneer u in het
product een circuit met een hoog voltage aanraakt.
NL
2
Door onjuist gebruik kunnen batterijen heet worden of
exploderen.
Gebruik alleen de batterijen die in deze gebruiksaanwijzing
worden vermeld.
Plaats de batterijen met de polen (+/-) op de juiste plaats.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Probeer batterijen niet op te laden (met uitzondering van
oplaadbare batterijen), kort te sluiten of te openen.
Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type en hetzelfde
merk. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
3 NL
NL
VOORZICHTIG
Raak tijdens het gebruik de lamp van de flitser niet aan. Deze kan heet worden
wanneer er wordt geflitst.
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en elektronische
apparaten (van toepassing in de Europese Unie en
andere Europese landen met gescheiden
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het
moet echter naar een inzamelingspunt worden gebracht waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwerkt,
helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die
zouden kunnen veroorzaakt worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling te voorkomen. Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit product, kan u contact
opnemen met de gemeentelijke instanties, de organisatie belast met
de verwijdering van huishoudelijk afval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
NL
4
Kennisgeving voor klanten in de landen waar EUrichtlijnen van toepassing zijn
De fabricant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo,
108-0075 Japan. De geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en produkt
veiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart,
Duitsland. Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag naar de addressen
in de afzonderlijke service/garantie documenten.
5 NL
Inhoudsopgave
Kenmerken .............................................................................................. 9
Namen van de onderdelen ..................................................................... 10
Voorbereidingen
Batterijen plaatsen ................................................................................. 19
De flitser bevestigen en verwijderen ..................................................... 20
Deze flitser opbergen ............................................................................. 23
De flitser aanzetten ................................................................................ 24
Flitsmodus wijzigen ............................................................................... 27
Basishandelingen
AUTO flitsen (de basis) ......................................................................... 30
Flitsen in de verschillende opnamemodi van de camera ....................... 34
Opnemen met verlichting (LED-lamp) .................................................. 36
Het verlichtingslicht aanpassen (LED-lamp) (ingebouwde diffusor,
kleurconversiefilter) ............................................................................... 38
Geavanceerde bewerkingen
Testflitsen .............................................................................................. 40
Zoom-flitsdekking ................................................................................. 41
Flitscompensatie .................................................................................... 45
Indirecte flits .......................................................................................... 47
Gebruik van de adapter voor indirect flitsen ......................................... 52
Close-upfotografie (omlaag flitsen) ....................................................... 54
Handmatig flitsen (M) ........................................................................... 55
Hogesnelheidsync (HSS) ....................................................................... 58
Meervoudig flitsen (MULTI) ................................................................ 59
Modus voor draadloos flitsen (WL) ...................................................... 63
Camera en flitser aansluiten met een kabel ........................................... 84
De externe batterijadapter gebruiken ..................................................... 86
AF-lamp ................................................................................................. 87
NL
6
MENU instellingen ................................................................................ 88
Aanvullende informatie
Opmerkingen bij het gebruik ................................................................. 98
Onderhoud ........................................................................................... 100
Technische gegevens ........................................................................... 101
7 NL
Voor gebruik
Deze flitser kan worden gebruikt in combinatie met Sony digitale camera's met
verwisselbare lens, Sony digitale HD-videocamera's met verwisselbare lens, en
Sony digitale fotocamera's met een conventionele multi-interfaceschoen.
Door gebruik van de meegeleverde schoenadapter kunt u ook de Sony digitale
camera's met verwisselbare lens en Sony digitale HD-videocamera's met
verwisselbare lens met een zelfvergrendelende accessoiresschoen gebruiken.
Bepaalde functies werken mogelijk niet, afhankelijk van het model van uw camera
of videocamera. Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze
flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of
bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.
Deze flitser is niet stof- of spatbestendig, hoewel bij het ontwerp hier
wel rekening mee is gehouden.
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties, ongeacht of deze wordt gebruikt of
wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing optreden.
• Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, zoals op het dashboard of in de buurt van een verwarming, kan deze
flitser vervormd of defect raken.
• Plaatsen waar sterke trillingen optreden
• Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld
• Plaatsen met veel zand
Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of
gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan.
Hierdoor kan een storing optreden.
NL
8
Kenmerken
De HVL-F60M is een functionele opzetflitser met een hoog
vermogen bij een richtgetal van 60 (positie 105 mm, ISO 100 .
m).
,
pagina 101
Met de functie voor snelle
verschuiving bij indirect flitsen kunt u
tijdens het fotograferen met indirect
flitsen de flitser snel naar boven of
naar de zijkant richten.
,
pagina 50
Uitgerust met een hoog vermogen LED-lamp (1200 lux, 0,5m).
Helderheid kan worden afgesteld op 15 niveaus.
,
pagina 36
Er wordt een adapter voor indirect flitsen meegeleverd bij deze
flitser waarmee u het licht kan verzachten en de schaduw kunt
verminderen.
,
pagina 52
Er is een ingebouwde diffusor voor de LED-lamp. Er wordt
ook een temperatuurconversiefilter voor de LED-lamp
meegeleverd.
,
pagina 38
Uitgerust met een regelwiel. Door deze samen te gebruiken
met het Quick Navi-scherm kunt u het apparaat sneller
bedienen.
,
pagina 15
pagina 17
Met de draadloze regelingverhouding voor meervoudige
belichting kan worden opgenomen met volwaardige
meervoudige belichting.
,
pagina 78
Gebruik van hogesnelheidsync mogelijk.
,
pagina 58
Deze kan in combinatie met compatibele lenzen worden
gebruikt voor het uitvoeren van ADI (Advanced Distance
Integration)-flitsmetingen, die niet worden beïnvloed door het
reflectiepercentage van de achtergrond of het onderwerp.
,
pagina 35
Voorzien van een breed, duidelijk afleesbaar LCD-scherm.
,
pagina 13
9 NL
Namen van de onderdelen
A Ingebouwde groothoekadapter
(voor flitser) (44)
B Flitslamp
C Ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening
(68)
D AF-lamp (87)
Verwijder de beschermfolie van de
voorzijde van de AF-lamp voordat u
deze gebruikt.
E Kapje van de aansluiting (84,
86)
F Multi-interfacevoet (20)
G Ingebouwd plaatje voor indirect
flitsen (voor flitser) (50)
H Ingebouwde diffusor (voor LEDlamp) (38)
I LIGHT toets (36)
J LED-lampmodule (36)
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
NL
10
*
K Verticale
weerkaatsingshoekindicator
(48)
L LCD-scherm (13)
M Bedieningspaneel (12)
N Vergrendelhendel (20)
O Deksel batterijhouder (19)
P Indicator indirect flitsen
(zijhoek) (48)
Q Plaatje voor indirect flitsen (voor
flitser) (52)
R Kleurconversiefilter (voor LEDlamp) (38)
S Mini-standaard (66)
* Statiefbevestiging
T Beschermkap van de connector
(20)
U Schoenadaptor (22)
• Als u de flitser niet gebruikt, bevestig dan de meegeleverd beschermkap op de
aansluiting van de multi-interfacevoet.
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
11 NL
Bedieningspaneel
MENU
OFF
ON
LEVEL
A Fn (functie) toets (15, 17)
B MODE toets (27)
C TEST toets (40)
De status terwijl de indicator
brandt
Oranje: flitser gereed
Groen: juiste belichting
D Regelwiel (17)
E MENU toets (88)
F LCD-verlichtingstoets
G Aan/uit-schakelaar (24)
LCD-schermverlichting
Als het LCD-paneel te donker is, kunt u drukken op de toets LCD-verlichting om
het scherm en de gebieden rond de toetsen te verlichten.
• Het LCD-paneel blijft ongeveer 8 seconden verlicht als de flitser zelf wordt
gebruikt of is aangesloten op een camera in de batterijbesparingsstand. Deze tijd
wordt verlengd als de flitser of de camera wordt gebruikt.
• Druk opnieuw op de toets LCD-verlichting terwijl het LCD-scherm is verlicht
om de LCD-schermverlichting uit te schakelen.
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
NL
12
Normaal indicatorscherm
De weergegeven gegevens wijzigen afhankelijk van de flitsmodus die is gekozen
met de MODE-toets.
• Zie pagina 27 voor de methode om de flitsmodus te wijzigen.
• Het scherm hier is slechts een voorbeeld. De weergegeven indicatoren
verschillen afhankelijk van de situatie.
Meten
(TTL modus)
Handmatige flits
(MANUAL modus)
A Indicator flitsmodus (29)
B Indicator oververhit (26)
C Indicator batterijen bijna leeg
(25)
D Indicator groothoekadapter (44)
E Indicator hogesnelheidsync (58)
F Indicator indirect flitsen (48)
G Indicator afstand (32)
H Indicatorbalk afstand (32)
I Indicator waarschuwing
flitsbereik (dichtbij) (32)
Indicator waarschuwing
flitsbereik (veraf) (32)
J Indicator Zoom (41)
K Indicator flitscompensatie (TTL)
(45)
L Indicator voor het niveau van de
sterkte (MANUAL)(55)
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
13 NL
Meervoudige flits (MULTI modus)
Draadloze
afstandsbediening
(WL RMT modus)
Draadloze besturing
(WL CTRL modus)
M Indicator voor meervoudige
flitsfrequentie (59)
N Indicator voor meervoudige
flitsrepetitie (59)
O Indicator draadloos kanaal (91)
P Indicator voor piepjes (92)
Q Indicator voor draadloze
afstandsbedieningsinstelling
(71)
R Indicator voor draadloze
besturingsinstelling (75, 79)
S Indicator flitsverhouding (75)
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
NL
14
Quick Navi-scherm en vaste
instellingenscherm
Voor het wijzigen van de instellingen, drukt u op de Fn-toets op het normale
indicatorscherm om over te schakelen naar het instellingenscherm.
MODE scherm (27)
Normaal indicatorscherm
MENU scherm (89)
Quick Navi-scherm
Vaste instellingenscherm
Draai om de
instellingswaarde te wijzigen
: Druk op het midden
: Draai het wiel
15 NL
Quick Navi-scherm
Druk op de Fn-toets op het normale indicatorscherm om over te schakelen naar het
Quick Navi-scherm. Gebruik de cursor op het Quick Navi-scherm om het in te
stellen item te selecteren. Het geselecteerde item licht op. De instellingen van de
hoofdindicators die worden weergegeven op het normale indicatorscherm, zoals de
zoomindicator en de flitscompensatie-indicator kunnen op dezelfde wijze worden
gewijzigd als op het normale indicatorscherm.
Het regelwiel bedienen op het Quick Navi-scherm
– Omhoog, omlaag, links, rechts: Verplaatst de cursor
– Draaien: Wijzigt de instellingswaarde van het geselecteerde item
OFF
LEVEL
Instellingen wijzigen op het vaste instellingenscherm
Als het Quick Navi-scherm wordt weergegeven, schakelt u door te drukken op het
midden van het regelwiel naar het vaste instellingenscherm voor de instelling die is
geselecteerd met de cursor.
Voor meer informatie over de instellingsmethodem kijkt u op de pagina voor die
functie.
NL
16
Het regelwiel gebruiken
Met deze flitser kunt u het regelwiel gebruiken voor bediening volgens het
weergegeven scherm.
• Normaal indicatorscherm
De veel gebruikte instellingen bevinden zich in verschillende richtingen van het
regelwiel.Door te drukken op een van de richtingen van het regelwiel schakelt u
naar het vaste instellingenscherm voor de verschillende instel-items.
– Omhoog: Wijzigt de zoomflits-dekking (ZOOM) (pagina 42)
– Naar rechts: Wijzigt het niveau van de sterkte (LEVEL) (pagina 55)
– Naar links: Sterktecorrectie (
) (pagina 45)
OFF
LEVEL
• Quick Navi-scherm
Door te drukken op de Fn-toets schakelt u van het normale indicatorscherm naar
het Quick Navi-scherm. In deze status kunt u de hoofd-items op het normale
indicatorscherm wijzigen.
Druk het regelwiel omhoog, naar links of rechts om de cursor te verplaatsen en
selecteer (markeer) het item dat u wilt instellen. Draai vervolgens het regelwiel
om de instellingswaarde te wijzigen.
– Omhoog, omlaag, links, rechts: De cursor verplaatsen
– Draaien: Wijzigt de instellingswaarde van het geselecteerde item
OFF
LEVEL
17 NL
• Andere schermen
De werking verschilt afhankelijk van het weergegeven scherm.
– MENU scherm (pagina 89)
– MODE scherm (pagina 27)
– Vaste instellingenscherm (pagina 16)
NL
18
Voorbereidingen
Batterijen plaatsen
In de HVL-F60M kunnen de volgende batterijen worden gebruikt:
• Vier alkalinebatterijen (AA-formaat)*
• Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride) (AA-formaat)*
*Er worden geen batterijen bijgeleverd.
Zorg ervoor dat oplaadbare Ni-MH-batterijen altijd worden opgeladen in de
aangegeven oplader.
Open het deksel van de batterijhouder, zoals wordt
weergegeven.
2
Plaats de batterijen in de batterijhouder, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven.
3
Sluit het deksel van de batterijhouder.
Voorbereidingen
1
• Volg de procedure in omgekeerde volgorde bij
het openen van het deksel van de batterijhouder.
19 NL
De flitser bevestigen en
verwijderen
De flitser op de camera bevestigen
• Verwijder, voor u deze bevestigt aan de camera, de beschermkap van de aansluiting
van de multi-interfacevoet van de flitser en verwijder de kap van de schoen van de
camera.
• Als u de flitser niet gebruikt, bevestig dan de beschermkap op de aansluiting van
de multi-interfacevoet.
• Als de ingebouwde flitser van de camera is uitgeklapt, klapt u deze in voordat u de
flitser bevestigt.
• Wanneer u de flitser bevestigt aan een camera met een zelfvergrendelende
accessoiresschoen, dient u de meegeleverde schoenadapter aan de camera te
bevestigen. (pagina 22)
1
Zet de flitser uit en schuif de vergrendelhendel naar
[RELEASE].
2
Steek de multi-interfacevoet geheel stevig in de multiinterfaceschoen van de camera in de richting van de
pijl.
3
Schuif de vergrendelhendel stevig naar [LOCK] om de
flitser vast te maken.
NL
20
De flitser van de camera verwijderen
1 Schuif, terwijl u drukt op de toets op het uiteinde van
de vergrendelhendel 1, de vergrendelhendel naar
[RELEASE] 2.
2
Schuif de flitser naar voren terwijl de hendel in de
[RELEASE] stand is.
Voorbereidingen
21 NL
Schoenadapter (ADP-AMA)
Wanneer u de flitser bevestigt aan een camera met een zelfvergrendelende
accessoiresschoen, dient u de meegeleverde schoenadapter (ADP-AMA) te
gebruiken.
1
Multi-interfaceschoen
2
Ontgrendeltoets
Bevestig de schoenadapter zoals is
afgebeeld.
• Schuif hem er stevig op tot hij op zijn
plaats klikt.
Houd de ontgrendeltoets 1 omlaag en
schuif de schoenadapter naar u toe om
hem te verwijderen.
NL
22
Deze flitser opbergen
U kunt deze flitser en de meegeleverde items opbergen in de meegeleverde tassen
en zak zoals hieronder afgebeeld.
Voorbereidingen
23 NL
De flitser aanzetten
Zet de power schakelaar op ON.
De flitser wordt ingeschakeld.
• Het normale indicatorscherm wordt weergegeven op het LCD-scherm als het
apparaat aan staat.
• Als er niets op het LCD-scherm verschijnt terwijl de schakelaar op ON staat,
controleer dan of de batterijen correct zijn geplaatst.
De flitser uitzetten
Zet de power schakelaar op OFF.
NL
24
Batterijbesparingsstand
* Behalve de DSLR-A100
• Als de camera in batterijbesparingsstand staat (dus het LCD-scherm gaat
automatisch uit etc.), dan kan de camera niet met de flitser communiceren. Op
dat moment zijn de flitsmodus van de flitser, de auto-zoom, de
groothoekweergave en de flitsbereikindicator niet verbonden met de camera.
Batterijen controleren
Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt de indicator batterijen bijna leeg op het
LCD-scherm.
Voorbereidingen
Als de flitser drie minuten niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een camera,
of is aangesloten op een camera in de batterijbesparingsstand, dan gaan de flitser en
het LCD-scherm automatisch uit om stroom te besparen.
• Tijdens draadloos flitsen (pagina 63) gaat de flitser na 60 minuten naar de
batterijbesparingsstand.
• U kunt de tijd tot inschakeling batterij besparen wijzigen of batterij besparen
uitschakelen. (pagina 93)
• De flitser gaat automatische naar de batterijbesparingsstand wanneer de power
schakelaar van de camera op OFF wordt gezet.*
De
-indicator knippert.
Het verdient aanbeveling de batterijen te vervangen.
Wanneer de batterijen opraken,
verschijnt het scherm batterijen leeg.
Het scherm batterijen leeg wordt
weergegeven
De flitser kan niet worden gebruikt.
Plaats nieuwe batterijen.
Dit scherm wordt weergegeven tot de
batterijen zijn vervangen.
Scherm batterijen leeg
25 NL
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of de leeftijd van de batterijen, kan
het scherm batterijen leeg worden weergegeven zonder dat de indicator
batterijen bijna leeg wordt getoond.
• Zelfs als de indicator batterijen bijna leeg verschijnt, kan deze verdwijnen als u
de flitser naar LED-lamp verandert of vice versa.
Overheat indicator
Tijdens doorlopend flitsergebruik of gebruik in een omgeving met een hoge
temperatuur, wordt de flitser heet en voorkomen de interne veiligheidszekeringen
tijdelijk dat er wordt geflitst. (Oververhitting)
• Het scherm oververhittting wordt weergegeven als de oververhitting wordt
gedetecteerd.
• De werking van de flitser wordt tijdelijk gestopt totdat de temperatuur van de
flitser zakt.
• Druk op een knop op de flitser om naar een ander scherm te gaan. Indien dat het
normale indicatorscherm is, zal de
-indicator flitsen. (toets MODE en toets
LIGHT worden uitgeschakeld)
• Zet de power-schakelaar op OFF, en stop vervolgens het gebruik van de flitser
gedurende ongeveer 10 minuten zodat de temperatuur van de flitser kan
afkoelen.
Scherm oververhitting
NL
26
Flitsmodus wijzigen
Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven.
2
Verplaats de cursor (gemarkeerde item) door het
regelwiel te draaien of omhoog, omlaag, links of rechts
te duwen om een flitsmodus te selecteren.
3
Stel de geselecteerde modus in door te drukken in het
midden van de regelwiel of de MODE-toets.
Voorbereidingen
1
• Het scherm wijzigt naar het normale indicatorscherm van de geselecteerde
modus.
• U kunt in de volgende gevallen [MANUAL], [MULTI], [WL RMT] of [WL
CTRL] niet selecteren. (Items die niet kunnen worden geselecteerd, worden
weergegeven met een stippellijn)
[MANUAL] of [MULTI]
– Als de camera is aangezet (tijdens communicatie)
– Als de opnamemodus van de camera anders is dan M-modus*
* Kan worden geselecteerd als de MANUAL-modus is ingesteld op
PASM in de MENU-instellingen.
27 NL
•
•
•
•
[WL RMT] of [WL CTRL]
– Als de camera is aangezet (tijdens communicatie)
– Als de flitsmodus van de camera niet is ingesteld op draadloos (WL)
Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kunt u mogelijk niet een
flitsmodus selecteren, zelfs als het niet wordt getoond met een stippellijn, en het
scherm kan mogelijk niet veranderen naar het normale indicatorscherm voordat
de flitsmodus is veranderd.
Het MODE-scherm kan veranderen naar het normale indicatorscherm door
enige bediening van de camera.
Net als hierboven kunt u [MR 1] of [MR 2] modus niet selecteren, afhankelijk
van de flitsmodus opgeslagen in [MR 1] of [MR 2] modus.
Indien de TTL modus is geselecteerd, verschijnt [TTL AUTO] op het normale
indicatorscherm wanneer de camera is ingesteld op automatisch flitsen en
verschijnt [TTL] wanneer de camera is ingesteld op Full-flash.
– [TTL]
Er wordt altijd geflitst.
– [TTL AUTO]
De camera bepaalt of de flitser flitst.
NL
28
Instelbare modi
Modus
[TTL]
[
]
(Flitser uit)
Beschrijving
Meting gebruikt informatie van de camera
Er wordt niet geflitst
Meting gebruikt de instellingen op de flitser
[MULTI]
De flitser wordt een aantal keren geactiveerd terwijl de
sluiter openstaat (meervoudig flitsen)
[WL RMT]
Flitser wordt draadloos geactiveerd als een externe (op
afstand) flitser
[WL CTRL]
De flitser wordt draadloos als controller geactiveerd
[MR 1]
[MR 2]
U kunt de instellingsgegevens oproepen die zijn
opgeslagen door de functie [MEMORY] van MENUinstellingen.
• Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kuntt u mogelijk alleen de flitser
uit selecteren. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Voorbereidingen
[MANUAL]
29 NL
Basishandelingen
AUTO flitsen (de basis)
• Indien uw camera een automatische flitsmodus heeft zoals Scèneselectie of
AUTO Geavanceerd, wordt dat hier behandeld als AUTO.
1
2
Selecteer de AUTO-modus op de camera.
Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [TTL].
• [TTL AUTO] verschijnt op het normale indicatorscherm wanneer de
camera is ingesteld op automatisch flitsen en [TTL] verschijnt wanneer de
camera is ingesteld op Full-flash.
3
Druk de sluiterknop half in en controleer of het
onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt.
• Zie pagina32 voor informatie over het flitsbereik.
NL
30
4
Wanneer de flitser is opgeladen, drukt u op de
sluiterknop om een foto te maken.
• De flitser is volledig opgeladen wanneer de toets TEST op het
bedieningspaneel oranje brandt.
Basishandelingen
Als de juiste belichting voor de zojuist gemaakte foto is bereikt, knippert de
toets TEST op het bedieningspaneel groen.
• Als de foto wordt gemaakt voordat het opladen gereed is, is deze onderbelicht
door te weinig licht.
• Druk op de sluiterknop nadat u hebt gecontroleerd of het opladen gereed is
wanneer u de flitser gebruikt met de zelfontspanner.
• De geselecteerde flitsermodus (automatisch flitsen ( [TTL AUTO]), full-flash
([TTL]) of flash off (
)) hangt af van uw camera. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
31 NL
Flitsbereik
Druk de sluiterknop half in.
Het flitsbereik voor de juiste belichting wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Controleer of het onderwerp binnen dit bereik valt en maak vervolgens de foto.
Het bereik dat op het LCD-scherm kan worden weergegeven, loopt van 1,0 m tot
28 m (0,7 m tot 28 m voor omlaag flitsen; zie pagina 54). Wanneer de afstand
buiten dit bereik valt, gaat of branden aan een van beide zijden van het
flitsbereik.
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
kleiner dan 1,0 m.
Als het flitsbereik minder is dan 1,0 m, kan het
onderste gedeelte van het beeld op het LCD-scherm
van de camera donker worden. Wijzig het
flitsbereik om het diafragma en de ISOgevoeligheid af te stellen.
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
tussen 1,0 m en 28 m of meer.
• Het flitsbereik wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt gebruikt,
met draadloos flitsen, als de communicatie met de camera uit staat of als een
externe camerakabel wordt gebruikt.
• Wanneer u foto’s maakt van onderwerpen die dichterbij zijn dan de
benedengrens van het flitsbereik, kan de foto toch nog overbelicht zijn, ook al
knippert de toets TEST groen, of kan de foto aan de onderkant donkerder zijn.
Fotografeer altijd binnen het aangegeven flitsbereik.
NL
32
Automatische WB-aanpassing met
kleurtemperatuurinfo
De witbalans wordt automatisch door uw camera aangepast (behalve de DSLRA100) op basis van kleurtemperatuurinformatie als de flitser flitst.
• Deze functie werkt met de flitsmodus TTL bij gebruik van de opzetverbinding
op de camera.
• Deze functie werkt niet tijdens handmatig flitsen.
Basishandelingen
33 NL
Flitsen in de verschillende
opnamemodi van de camera
Als de camera is ingesteld op diafragma-instelling (A-modus), sluitertijd (Smodus) of handmatige belichtingsmodus (M-modus), kan TTL-flitsfotografie
worden uitgevoerd volgens de modus.
1
Stel de opnamemodus van de camera in.
2
Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [TTL].
NL
34
3
Opnamemodus van de camera
Instellingen
A (Flitsfotografie gebaseerd op
diafragma-instelling)
Stel het diafragma in.
• Verklein het diafragma (kies een
hogere f-stop) om het flitsbereik te
verkleinen of open het diafragma (kies
een lagere f-stop) om het flitsbereik te
vergroten.
• De sluitertijd wordt automatisch
ingesteld.
S (Flitsfotografie gebaseerd op
sluitertijd)
Stel de sluitertijd in.
M (Flitsfotografie met
handmatige belichtingsmodus)
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
• Verklein het diafragma (kies een
hogere f-stop) om het flitsbereik te
verkleinen of open het diafragma (kies
een lagere f-stop) om het flitsbereik te
vergroten.
Basishandelingen
4
Stel het diafragma en de sluitertijd in volgens de
modus die u selecteert en stel scherp op het voorwerp.
Zie de onderstaande tabel.
Druk de sluiterknop in wanneer het opladen is voltooid.
TTL flitsen
Handmatig flitsen betekent een vaste flitsintensiteit, ongeacht de helderheid van
het onderwerp en de camera-instelling. TTL*-flitsen meet het licht dat vanaf het
onderwerp wordt gereflecteerd door de lens.
TTL meting heeft ook een P-TTL-meetfunctie, waarbij een voorflits aan de
TTL-meting wordt toegevoegd, en een ADI-meetfunctie, waarbij
afstandsgegevens aan de P-TTL-meting worden toegevoegd.
Deze flitser definieert alle P-TTL en ADI-meting als TTL flitsen.
*TTL = through the lens (door de lens)
• ADI-meting is mogelijk in combinatie met een lens met een ingebouwde
afstandsencoder. Controleer voordat u de functie voor ADI-meting gebruikt,
of de lens over een ingebouwde afstandsencoder beschikt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de lens is geleverd.
35 NL
Opnemen met verlichting
(LED-lamp)
Door de LED-lamp gebruiken als belichting kunt u natuurlijk licht en schaduwen
creëren en realistische films opnemen, zelfs met slecht licht, zoals binnen.
De lamp gebruiken
1
Maak de flitser verticaal (90° indirect flitsen omhoog)
2
Druk op de toets LIGHT naast de LED-lamp tot het aan
gaat.
• De LED-lamp gaat aan.
• Het LIGHT-scherm verschijnt op het LCD-scherm.
NL
36
3
Wijzig de helderheid met het regelwiel.
• U kunt het regelwiel draaien, of omhoog of omlaag drukken om de helderheid
tot 15 niveaus aan te passen.
• Het helderheidsniveau wordt weergegeven op het LIGHT-scherm.
De lamp uitzetten
Druk opnieuw op toets LIGHT.
• De LED-lamp gaat uit en het LCD-scherm keert terug naar het normale
indicatorscherm.
• De witbalans kan iets verschillen afhankelijk van de camera, lens en de
instellingen tijdens het opnemen. Indien dat gebeurt, stelt u de witbalans op de
camera in.
• Als u de flitser gebruikt als het onderwerp te dicht bij de camera staat kan
meerdere schaduwen van het onderwerp creëren.
• De kleurtemperatuur verschilt iets met helderheidsaanpassingen en LEDtemperatuur, dus controleer de witbalans voordat u gaat opnemen.
Basishandelingen
• Als de LED-lamp aan is, gaat de [ ] (Flitser aan) indicator op de camera uit. (De
flitser kan niet flitsen als de LED-lamp aan staat.)
• De LED-lamp gaat uit als de flitsbuis omlaag is gericht (indirect flitsen met 10
graden omlaag).
37 NL
Het verlichtingslicht aanpassen
(LED-lamp) (ingebouwde
diffusor, kleurconversiefilter)
Het gebruik van een ingebouwde diffusor vermindert verblinding en verzacht het
licht. Het kan onnatuurlijke meervoudige schaduwen ook verminderen.
Met gebruik van een kleurconversiefilter kunt u de kleurtemperatuur wijzigen met
ongeveer 3.200K (bij maximale helderheid).
De ingebouwde diffusor gebruiken
Trek stevig de hendel van de ingebouwde diffusor omlaag naar de onderkant van
het venster en maak het vast. Plaats de hendel tegen het apparaat als u deze opbergt.
Het kleurconversiefilter gebruiken
Lijn de klemmetjes aan beide kanten van het kleurconversiefilter uit met de rand
van de LED-lamp en druk het kleurconversiefilter erop.
Houd de uitsteeksels aan beide kanten vast en trek het eraf om het
kleurconversiefilter te verwijderen.
NL
38
• Het kleurconversiefilter kan worden gebruikt ongeacht of de ingebouwde
diffusor is geplaatst.
• Bij gebruik van het filter is de belichting iets verminderd en de belichtingshoek
is iets nauwer.
• Het kleurconversiefilter kan worden gebruikt ongeacht de horizontale richting.
Basishandelingen
39 NL
Geavanceerde bewerkingen
Testflitsen
U kunt een testflits uitvoeren voordat u foto’s gaat maken. Controleer bij gebruik
van de testflits de lichtsterkte wanneer u een flitsmeter enzovoort gebruikt in de
handmatige flitsmodus (M).
Druk op de toets TEST als de toets TEST oranje wordt
verlicht.
• De toets TEST wordt in overeenstemming met de huidige status van de flitser als
volgt aangezet.
– Oranje: flitser gereed
– Groen: juiste belichting
• Het lichtniveau van de testflits is afhankelijk van de lichtniveau-instelling
(pagina 55). De flitser flitst met een lichtniveau van 1/1 in de TTL-modus.
• U kunt de schaduwen op het onderwerp met de testflitsfunctie (modelleerflits)
bekijken voordat u foto’s maakt. De flitser heeft twee modelleerflitsmodi,
namelijk een modus voor drie keer flitsen en een modelleerflitsmodus waarin de
flitser vier seconden continu flitst. Zie voor meer informatie over instelling van
de testflitsmodus "MENU instellingen" (pagina 88) en "De testflitsmodus
instellen [TEST]" (pagina 93).
NL
40
Zoom-flitsdekking
Automatisch zoomen
Deze flitser schakelt automatisch naar optimale flitsdekking (zoom-flitsdekking)
om een bereik van brandpuntsafstanden van 24 mm tot 105 mm tijdens het
fotograferen (automatisch zoomen) te dekken. Gewoonlijk hoeft u de flitsdekking
niet handmatig te wijzigen.
Automatisch zoomen werkt wanneer [AUTO] op de zoom-indicator wordt
weergegeven.
Brandpuntsafstand 105 mm
Geavanceerde bewerkingen
Brandpuntsafstand 24 mm
• Wanneer een lens met een brandpuntsafstand (gelijk aan 35mm formaat) van
minder dan 24mm wordt gebruikt met automatische zoom, knippert [WIDE] op
het LCD-scherm. Op dit moment is het gebruik van de ingebouwde
groothoekadapter aanbevolen (pagina 44) om donkere randen rond de afbeelding
te voorkomen.
41 NL
Automatische zoombesturing
geoptimaliseerd voor
beeldsensorgrootte
Deze flitser levert optimale flitsdekking volgens het beeldsensorformaat (APS-C
formaat/35mm formaat) van de camera (behalve de DSLR-A100).
Handmatig zoomen
U kunt de flitsdekking handmatig instellen, ongeacht de brandpuntsafstand van de
gebruikte lens (handmatig zoomen).
1
Druk het regelwiel omhoog (ZOOM).
2
Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
• Instellingswaarden: 24mm, 28mm, 35mm, 50mm, 70mm, 105mm, AUTO
• Als de instelling handmatig wordt gedaan wordt de instellingswaarde
weergegeven op de zoomindicator. Als het automatisch wordt ingesteld,
wordt [AUTO] weergegeven.
• Als de flitsdekking wordt ingesteld op minder dan de brandpuntsafstand van de
gebruikte lens, worden de randen van het scherm donkerder.
• De flitsdekking van handmatig zoomen op het LCD-scherm komt overeen met
de kijkhoek van de gelijkwaardige brandpuntsafstand voor het 35 mm-formaat.
NL
42
Flitsdekking en brandpuntsafstand
Hoe groter de brandpuntsafstand van een lens op de camera, hoe verder weg
een onderwerp mag zijn om het te fotograferen terwijl het hele scherm wordt
gevuld; maar het gebied dat bedekt kan worden, wordt kleiner. Omgekeerd
kunnen onderwerpen met een kleinere brandpuntsafstand worden
gefotografeerd met een grotere dekking. De flitsdekking is het gebied dat het
licht van de flitser gelijkmatig op een ingestelde intensiteit of groter kan
dekken, aangegeven als een hoek. De flitsdekking waarmee u kunt
fotograferen, wordt bepaald door de brandpuntsafstand.
Door de flitsdekking in overeenstemming met de brandpuntsafstand vast te
stellen, kan de flitsdekking worden uitgedrukt als het getal voor
brandpuntsafstand.
Geavanceerde bewerkingen
43 NL
Ingebouwde groothoekadapter (voor
flitser) (zoomhoek van 15 mm)
Als u de ingebouwde groothoekadapter uittrekt, wordt de flitsdekking vergroot tot
een brandpuntsafstand van 15 mm.
Trek de groothoekadapter naar buiten en plaats deze voor
de flitslamp. Schuif vervolgens het plaatje voor indirect
flitsen weer terug.
• [WIDE] verschijnt op het LCD-scherm.
• Schuif de groothoekadapter volledig in wanneer u deze weer terugzet en
bevestig dat [WIDE] op het LCD-scherm uitgaat.
• Trek de groothoekadapter niet te hard naar buiten. Dit kan de adapter
beschadigen.
• Wanneer u een groothoeklens gebruikt met een brandpuntsafstand onder 15 mm,
kunnen de randen van het beeld donker worden.
• De brandpuntsafstand correspondeert met de gelijkwaardige brandpuntsafstand
voor het 35 mm-formaat.
• Deze flitser ondersteunt niet de kijkhoek van een 16 mm F2,8 visooglens.
• Schuif de groothoekadapter en het plaatje voor indirect flitsen weer in de
flitserkop wanneer u deze flitser weer in de bijgeleverde tas opbergt.
• De zoompositie is vergrendeld.
NL
44
Flitscompensatie
Wanneer de flitser in een flitsmodus is die TTL-meting ondersteunt, wordt de
flitsintensiteit automatisch aangepast. U kunt deze automatisch aangepaste
flitsintensiteit echter corrigeren.
• Flitsmodi die TTL-meting ondersteunen
– modus
– modus wanneer [TTL RATIO: ON] of [RATIO: OFF] is ingesteld
• Bij flitsmodi die TTL-meting ondersteunen, verschijnt de flitscompensatieindicator rechtsonder op het normale indicatorscherm.
Geavanceerde bewerkingen
• Werkt niet met een camera met een zelfvergrendelende schoen.
Kijk online voor compatibele cameramodellen. (Zelfs met een niet-compatibele
camera, wordt de flitscompensatie weergegeven als communicatie met de
camera uit staat. Zelfs in dat geval, als communicatie met de camera opnieuw
wordt gestart verdwijnt de flitscompensatie-indicator en wordt er geen
flitscompensatie uitgevoerd.)
• Wanneer u de flitser gebruikt met een externe kabel (pagina 84), dan wordt de
sterkte zelf gecorrigeerd, maar de waarde van de correctie op de flitser wordt
niet gereflecteerd in de Exif-gegevens van de camera.
• Als de meting juist is op zowel de flitser als de camera, gaat de flitser af volgens
de som van beide waarden. Het LCD-scherm van de flitser toont echter alleen de
correctiewaarde die is ingesteld op de flitser.
45 NL
1
Druk het regelwiel naar links (
2
Draai het regelwiel of druk het naar links of rechts om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
).
• Instellingswaarden:
-3,0, -2,5, -2,0~ ±0,0~ +2,0, +2,5, +3,0 (stapjes van 0,5)
-3,0, -2,7, -2,3, -2,0~±0,0~+2,0, +2,3, +2,7, +3,0 (stapjes van 0,3)
• U kunt de grootte van de instellingstapjes voor de sterkte wijzigen (0,5 of 0,3) in
de MENU-instellingen.
Voor de instelmethode zie "MENU instellingen" (pagina 88) en "Grootte van
sterkte-instellingstapjes wijzigen (0,5 of 0,3) [LEVEL STEP]" (pagina 94).
NL
46
Indirecte flits
Flitsen met een muur direct achter het onderwerp produceert een sterke schaduw op
de muur. Door de flitser op het plafond te richten kunt u het onderwerp met
gereflecteerd licht verlichten, waarmee de intensiteit van de schaduw wordt
verminderd en er een zachter licht op het scherm verschijnt.
Normale flits
Geavanceerde bewerkingen
Indirecte flits
47 NL
Draai de flitser omhoog of naar links of rechts en houd de
camera stevig vast.
De indicator indirect flitsen rechtsboven in het scherm, verandert afhankelijk van
de indirect flitsstatus van de flitser.
: Niet indirect flitsen
: Alleen zijdelings flitsen
: Omhoog of zijdelings flitsen + omhoog flitsen
: Omlaag of zijdelings flitsen + omlaag flitsen
• Wanneer de flitser naar boven wordt gedraaid, wordt het flitsbereik niet op het
LCD-scherm weergegeven. De hogesnelheidsync (pagina 58) wordt ook niet
weergegeven.
• Gebruik voor het reflecteren van het flitslicht een wit plafond of witte muur. Een
gekleurd oppervlak kan het licht doen kleuren. Hoge plafonds of glas worden
niet aanbevolen.
NL
48
Aanpassen indirecte hoek
Het gelijktijdig gebruik van direct licht en indirect licht vanaf de flitser produceert
ongelijke belichting. Bepaal de hoek voor indirect licht in relatie tot de afstand met
het reflecterende oppervlak, de afstand van de camera tot het onderwerp, de
brandpuntsafstand van de lens enzovoort.
Voorbeelden van opnameomstandigheden:
• afstand van camera tot reflecterende oppervlak
• flitsbereik
• brandpuntsafstand van de lens
Onjuist
Geavanceerde bewerkingen
Juist
49 NL
Wanneer de flitser naar boven weerkaatst
Bepaal de hoek in relatie tot de volgende tabel.
Brandpuntsafstand van de lens
Indirecte hoek
Minimaal 70 mm
30°, 45°
28 mm - 70 mm
60°
Maximaal 28 mm
75°, 90°
Gebruik van het plaatje voor indirect flitsen (voor flitser)
Met het plaatje voor indirect flitsen creëert u een schittering in de ogen van het
onderwerp en ziet het onderwerp er nog levendiger uit.
• Het plaatje voor indirect flitsen wordt tegelijk met de groothoekadapter naar
buiten getrokken. Schuif de groothoekadapter terug.
• Stel wanneer u het plaatje voor indirect flitsen gebruikt de weerkaatsingshoek in
op 90° naar boven.
Snelle verschuiving bij indirect flitsen
Wanneer u in de portretstand fotografeert, kunt u dezelfde indirecte flits instellen
als bij foto’s in de landschapspositie en ook het bedieningspaneel in de juiste
richting gebruiken.
NL
50
90° zijwaarts flitsen
Wanneer de weerkaatsingshoek wordt ingesteld op 90° zijwaarts en 0° omhoog en u
fotografeert in de portretstand, kunnen de boven- en onderrand van de foto
donkerder worden. Gebruik in dit geval de ingebouwde groothoekadapter of stel de
weerkaatsingshoek in op 0° zijwaarts.
Geavanceerde bewerkingen
• In deze status verschijnt de indicator voor indirect flitsen
op het LCDscherm.
• Wanneer de zoomflitsdekking is ingesteld op [AUTO] en u 90° zijwaarts flitst,
wordt de dekking automatisch op groothoek ingesteld. In dit geval is het
flitsbereik korter dan het bereik voor 0° zijwaarts flitsen.
51 NL
Gebruik van de adapter voor
indirect flitsen
Door het plaatsen van de meegeleverde adapter voor indirect flitsen kunt u het licht van de
flitser over een groter bereik verspreiden, waardoor u zachter licht krijgt en minder schaduwen.
Bevestigen van de adapter voor indirect flitsen
Plaats de adapter voor indirect flitsen in de richting van de pijl in de afbeelding en lijn
de klemmetjes op de adapter voor indirect flitsen uit met de uitsparingen in de flitser.
• Houd de adapter voor indirect flitsen met het weggesneden gedeelte aan de
bovenkant vast zoals hieronder is afgebeeld, en controleer de richting met de
flitsbuis voordat u deze stevig vastmaakt. Een niet goede bevestiging kan leiden
tot een niet nauwkeurige meting.
OK
NL
52
• Als u de adapter voor indirect flitsen bevestigt, verschijnt [BOUNCE
ADAPTOR] in de zoomindicator. (Wanneer u de ingebouwde groothoek
gebruikt, wordt [WIDE] ook weergegeven.)
• De zoompositie is vergrendeld.
De adapter voor indirect flitsen verwijderen
Geavanceerde bewerkingen
Verwijder, wanneer u aan de hendel van de adapter voor indirect flitsen in de
richting van de pijl 1 trekt, de adapter voor indirect flitsen in de richting van pijl
2.
53 NL
Close-upfotografie
(omlaag flitsen)
Kantel de flitser enigszins omlaag voor flitsfotografie wanneer u voorwerpen
fotografeert tussen 0,7 m en 1,0 m van de camera om een juiste belichting te
garanderen.
Draai de flitser omlaag en houd de camera stevig vast.
• De rotatiehoek is 10°.
•
verschijnt op het LCD-scherm.
• Wanneer u fotografeert op een afstand korter dan 0,7 m, kan de flitser het
voorwerp niet volledig bedekken en zal de foto aan de onderkant donkerder zijn.
Gebruik een externe flitser, een dubbele macroflitser of ringverlichting.
• U kunt alleen omlaag flitsen wanneer u de weerkaatsingshoek instelt op 0° of
90° zijwaarts.
• Lange lenzen kunnen het flitslicht belemmeren.
NL
54
Handmatig flitsen (M)
De normale TTL-flitsmeting past de flitsintensiteit automatisch aan om de juiste
belichting van het onderwerp te verkrijgen. Handmatig flitsen betekent een vaste
flitsintensiteit, ongeacht de helderheid van het onderwerp en de camera-instelling.
• Omdat bij handmatig flitsen het reflectievermogen van het onderwerp geen
invloed heeft, is deze optie handig bij onderwerpen met een extreem hoog of
laag reflectievermogen.
• Handmatig flitsen is alleen mogelijk wanneer op de camera de M-modus is
ingesteld. In andere modi wordt automatisch TTL-meting geselecteerd.
• Bij het gebruik van MENU-instellingen kan handmatig flitsen worden
geselecteerd zonder de M-modus in te stellen op de camera (pagina 93).
1
Meting bij handmatig flitsen
Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [MANUAL].
Geavanceerde bewerkingen
TTL flitsmeting
55 NL
2
Druk het regelwiel naar rechts (LEVEL).
3
Draai het regelwiel of druk het naar links of rechts om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
• Instellingswaarden:
1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 (grootte van instelstapjes =
0,5 of 0,3)
• De sterkte kan worden ingesteld op een waarde tussen 1/1 (helderst) en 1/
128 (donker). Het kan ook worden ingesteld op 1/256 (donkerst) als [HSS]
in de MENU-instellingen is ingesteld op [OFF].
• Zelfs op de zelfde sterkte instelling, verschilt de indicator voor het niveau
afhankelijk of het niveau is verhoogd of verlaagd.
bijvoorbeeld
Druk het regelwiel naar links
1/1 → 1/1 (-0,3) → 1/1 (-0,7) → 1/2 ⋅ ⋅ ⋅
⋅ ⋅ ⋅ 1/128 (-0,3) → 1/128 (-0,7) → 1/256
Druk het regelwiel naar rechts
1/1 ← 1/2 (+0,7) ← 1/2 (+0,3) ← 1/2 ⋅ ⋅ ⋅
⋅ ⋅ ⋅ 1/256 (+0,7) ← 1/256 (+0,3) ← 1/256
• Met deze flitser kunt u de grootte van de sterkte instellingstapjes zo
wijzigen dat tot 25 niveaus aan lichtsterkte kunnen worden ingesteld. Voor
meer informatie over de grootte van de sterkte instellingstapjes, zie pagina
94.
NL
56
• Wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt, verschijnt de afstand waarop de
juiste belichting wordt bereikt, op het LCD-scherm. Stel het diafragma in op de
weergegeven afstand tot de opnameafstand.
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
groter dan 28 m.
• Als tijdens het fotograferen met handmatige flits de sterkte is ingesteld op 1/1,
flitst de flitser op volledige sterkte. Het bereik van de sterkte (bijvoorbeeld 1/
1t 1/2) komt overeen met het bereik van het diafragma (bijvoorbeeld F4 t
5,6).
• De indicatie van het flitsbereik van de toets TEST (knippert groen) werkt niet
nadat een foto met handmatige flits is gemaakt.
• Het flitsbereik wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt gebruikt,
met draadloos flitsen, als de communicatie met de camera uit staat of als een
externe camerakabel wordt gebruikt.
Geavanceerde bewerkingen
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
kleiner dan 1,0 m.
Als het flitsbereik minder is dan 1,0 m, kan het
onderste gedeelte van het beeld op het LCD-scherm
van de camera donker worden. Wijzig het flitsbereik
om het diafragma en de ISO-gevoeligheid af te stellen.
57 NL
Hogesnelheidsync (HSS)
Hogesnelheidsync
Normale flits
Met hogesnelheidsync worden de beperkingen van de X-sync flitssluitertijd
opgeheven en wordt het mogelijk om de flitser te gebruiken in combinatie met het
volledige sluitertijdbereik van de camera. Met het grotere te selecteren
diafragmabereik wordt flitsfotografie met een groot diafragma mogelijk. Hierbij
blijft de achtergrond onscherp en wordt het onderwerp op de voorgrond benadrukt.
Zelfs wanneer u in de A- of M-modus met een grote f-stop fotografeert terwijl de
achtergrond zeer helder is en de opname normaal overbelicht zou zijn, kunt u de
belichting aanpassen door de hogesnelheidsluiter te gebruiken.
Zie voor meer informatie over instelling van de HSS-functies "MENU instellingen"
(pagina 88).
• HSS werkt mogelijk niet afhankelijk van het model camera dat wordt gebruikt.
Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.
X-sync flitssluitertijd
Flitsfotografie wordt meestal geassocieerd met een kortste sluitertijd die ook
wel wordt aangeduid als de X-sync flitssluitertijd. Deze beperking is niet van
toepassing op camera’s die zijn ontworpen voor hogesnelheidsyncfotografie
(HSS), omdat hiermee flitsfotografie mogelijk is met de kortste sluitertijd van
de camera.
NL
58
Meervoudig flitsen (MULTI)
De flitser wordt een aantal keren geactiveerd terwijl de sluiter openstaat
(meervoudig flitsen). Met meervoudig flitsen kunt u beweging van het onderwerp
op een foto vastleggen voor latere analyse.
• De camera moet op de M-modus worden ingesteld om meervoudig te kunnen
flitsen. In andere modi dan de M-modus van de camera, kan een juiste belichting
mogelijk niet worden verkregen.
• Via MENU-instellingen kunt u de camera instellen voor meervoudig flitsen
zonder dat u de M-modus hoeft te selecteren (pagina 93).
Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [MULTI].
2
Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te
geven.
3
Verplaats de cursor (gemarkeerd) naar de meervoudig
flitsen frequentie-indicator door het regelwiel omhoog,
omlaag, links of rechts te drukken.
Geavanceerde bewerkingen
1
59 NL
4
Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
• U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16)
5
Wijzig de flitsfrequentie met het regelwiel.
• Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde
Instellingswaarden:
100, 90, 80, 70, 60, 50, 40, 30, 20, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1
6
Druk het regelwiel omhoog of omlaag om de cursor te
verplaatsen en het aantal flitsen en de sterkte-instelling
tegelijkertijd te wijzigen.
Aantal keren flitsen
• Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde
Instellingswaarden:
- -, 100, 90, 80, 70, 60, 50, 45, 40, 35, 30, 25, 20, 15, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2
• Wanneer "--" is geselecteerd, wordt doorgegaan met flitsen op de ingestelde
frequentie terwijl de sluiter open is.
Sterkte
• Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde
Instellingswaarden:
1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 (grootte van instelstapjes = 0,5 of 0,3)
• De sterkte kan worden ingesteld op een waarde tussen 1/8 en 1/128
(donker). Het kan ook worden ingesteld op 1/256 (donkerst) als [HSS] in de
MENU-instellingen is ingesteld op [OFF].
• U kunt de grootte van de sterkte instellingstapjes zo wijzigen dat tot 16
niveaus aan lichtsterkte kunnen worden ingesteld. Voor meer informatie
over de grootte van de sterkte instellingstapjes, zie pagina 94.
NL
60
7
Als de instelling is voltooid, drukt u op het midden van
het regelwiel om terug te keren naar het normale
indicatorscherm.
8
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
• De sluitertijd wordt als volgt berekend in overeenstemming met de
geselecteerde flitsfrequentie en het aantal flitsen.
Aantal flitsen (TIME) ÷ flitsfrequentie (Hz) = sluitertijd
Wanneer bijvoorbeeld tien flitsen en 5 Hz worden geselecteerd, is 10 ÷ 5 =
2 en is dus een sluitertijd van meer dan twee seconden nodig.
9
• De afstand waarop met één keer flitsen de juiste belichting wordt bereikt,
wordt op het LCD-scherm weergegeven.
(De afstand wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt
gebruikt, als de communicatie met de camera uit staat of als een externe
camerakabel wordt gebruikt)
• Om trillingen te voorkomen wordt bij meervoudig flitsen het gebruik van
een statief aanbevolen.
• De testflits flitst op de geselecteerde frequentie/het geselecteerde aantal/
niveau terwijl de toets TEST wordt ingedrukt als [1 TIME] wordt
geselecteerd in de MENU-instellingen. Wanneer [3 TIMES] of [4 SEC]
wordt geselecteerd, heeft drie keer flitsen of de modelleerflits van vier
seconden prioriteit.
Geavanceerde bewerkingen
Wanneer de flitser volledig is opgeladen, drukt u op de
sluiterknop om de foto te maken.
61 NL
Maximumaantal continue flitsen
Het maximumaantal continue flitsen tijdens meervoudig flitsen wordt beperkt door
de lading in de batterij. Gebruik de volgende waarden als richtlijn.
Met alkalinebatterijen
Flitsfrequentie (Hz)
Sterkte
100 90
1/8
4
4
80
70
60
50
40
30
20
10
9
8
7
6
5
4
3
2
4
4
4
4
4
4
4
6
6
6
6
6
7
8
10
15 100*
1
10
15
20
25 100* 100* 100*
1/16
8
8
8
8
8
8
8
8
8
10
10
10
1/32
16
16
16
17
17
17
18
19
20
35
40
45 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
30
30
30
30
30
30
35
40
50 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128
50
60
60
60
65 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/256
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
100* geeft meer dan 100 aan.
Met Ni-MH-batterijen (bij 2500 mAh)
Flitsfrequentie (Hz)
Sterkte
100 90
1/8
4
4
80
70
60
50
40
30
20
10
9
8
7
6
5
4
4
4
4
4
5
5
5
7
7
7
7
10
10
15 100* 100* 100*
3
2
1
20
20
35
40 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/16
8
8
8
9
9
9
10
10
10
1/32
17
17
17
17
18
18
20
20
25 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
30
30
32
32
32
40
45
60 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128
60
60 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/256
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
100* geeft meer dan 100 aan.
• Het maximumaantal flitsen varieert, afhankelijk van het type en de staat van de
batterij. Wanneer een externe batterijadapter FA-EB1AM (optioneel) wordt
gebruikt, wordt het maximumaantal flitsen verhoogd boven de hierboven
vermelde waarden.
NL
62
Modus voor draadloos flitsen (WL)
Met deze flitser is de volgende draadloze flitsfotografie mogelijk.
[A] Draadloze flitsfotografie (HVL-F60M: externe flitser)
De ingebouwde flitser van de camera is de afstandsbedieningsflitser (de flitser
die het besturingslicht uitstraalt) en de HVL-F60M is de externe flitser (de
flitser die niet bij de camera is).
[B] Draadloze flitsfotografie (HVL-F60M: afstandsbesturingsflitser)
De HVL-F60M is de afstandsbedieningsflitser en een andere flitser is de
externe flitser.
Normale flits
Draadloos flitsen [A], [B]
Geavanceerde bewerkingen
[C] Meervoudig draadloze flitsfotografie met regeling
belichtingsverhouding
Door gebruik te maken van de HVL-F60M als de afstandsbedieningsflitser
kan een camera die regeling belichtingsverhouding ondersteunt, een aantal
externe flitsers groeperen en de belichtingsverhouding regelen.
Draadloos flitsen [C]
(Regeling belichtingsverhouding)
63 NL
Bereik draadloos flitsen
Het lichtsignaal van de ingebouwde flitser wordt door de draadloze flitser gebruikt
om de externe flitser te activeren. Houd rekening met de volgende punten bij het
plaatsen van de camera, de flitser en het onderwerp.
• Fotografeer op donkere plaatsen binnenshuis.
• Plaats de externe flitser binnen het grijze gebied in het volgende diagram.
Afstand tussen camera en onderwerp
(zie tabel 1)
Afstand tussen flitser en
onderwerp
(zie tabel 2)
Plaats de flitser niet direct achter
het onderwerp
Plaats de camera en flitser binnen
een straal van 1 m tot 5 m van het
onderwerp
NL
64
Afstand camera-HVL-F60M-onderwerp
Afstand HVL-F60M-onderwerp
(Tabel 2)
Afstand camera onderwerp
(Tabel 1)
Anders dan HSS
Alle sluitertijden
Syncsnelheid of
trager
2,8
1,4 - 5
4
1-5
5,6
1-5
Sluitertijd
Diafragma
HSS
1/250 sec
1/500 sec
1/1000 sec
1/2000 sec
1-5
1-4
1-5
1 - 2,8
1 - 2,8
1-2
1 - 1,4
1-2
1 - 1,4
1-5
1-2
–
1 - 1,4
–
–
Eenheden: m
Geavanceerde bewerkingen
• De afstanden in de bovenstaande tabel gaat uit van het gebruik van ISO 100.
Indien ISO 400 wordt gebruikt, dan moeten de afstanden worden
vermenigvuldigd met een factor twee (ga uit van een limiet van 5 m).
• Het flitsbereik wordt niet op het LCD-scherm weergegeven wanneer u draadloos
flitst.
65 NL
De mini-standaard openen en sluiten
• De mini-standaard kan worden ingeklapt en moet tijdens gebruik zijn geopend.
Het bevestigen en verwijderen van de
mini-standaard
• Gebruik de bijgeleverde mini-standaard wanneer de flitser op afstand van de
camera wordt gebruikt.
Bevestiging
Verwijdering
• Zie ook "De flitser bevestigen en verwijderen" (pagina 20).
• U kunt de flitser op een statief bevestigen met de daarvoor bestemde
bevestigingsopeningen in de mini-standaard. Gebruik het statief dat is voorzien
van de schroef kleiner dan 5,5 mm. Omdat op het statief dat is voorzien met de
schroef groter dan 5,5 mm de mini-standaard niet stevig kan worden bevestigd,
kan de mini-standaard beschadigd raken.
NL
66
• Wanneer de mini-standaard in twee stukken breekt, bevestigt u het onderdeel
met de as in het andere onderdeel.
Geavanceerde bewerkingen
67 NL
[A] Draadloze flitsfotografie met de
HVL-F60M als de externe flitser
Gebruik alleen een externe flitser, met het licht van de ingebouwde flitser als
signaal.
Ingebouwde flitser
HVL-F60M
1
Bevestig de flitser op de camera en schakel de flitser
en de camera in.
2
Stel de camera in op draadloos flitsen (WL).
• De instelmethode verschilt per gebruikte camera. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
• Wanneer de camera is ingesteld op draadloos flitsen wijzigt de flitser
automatisch naar draadloos en verschijnt het normale indicatorscherm van
de WL RMT-modus.
De informatie van het flitskanaal wordt naar de camera verzonden. (Als de
[WL CTRL] flitsmodusindicator wordt weergegeven, wijzigt u deze naar
[WL RMT] op het MODE-scherm.)
3
Verwijder de flitser van de camera en klap de
ingebouwde flitser uit.
• Controleer of de flitsmodusweergave op het LCD-scherm voor de flitser
[WL RMT] weergeeft.
4
Selecteer de draadloze afstandsbedieningsinstelling
van de flitser.
• Zie pagina 71 voor meer informatie.
• Als op dat moment de draadloze afstandsbedieningsinstelling MANUAL
REMOTE of MANUAL REMOTE 2 is, kunt u handmatig de sterkte
aanpassen. (Zie de draadloze afstandsbedieningsinstellingtabel op pagina
72)
NL
68
5
Stel de camera en de flitser op.
• Stel de camera en de flitser op in een donkere locatie, zoals binnen.
• Zie pagina 64 voor meer informatie.
6
Zorg ervoor dat de ingebouwde flitser en de flitser
volledig zijn opgeladen.
• Het ingebouwde lampje voor volledig opgeladen verschilt per camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de camera voor meer informatie.
• De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje
wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos
flitsen.
Geavanceerde bewerkingen
• Wanneer u de flitser gebruikt als een draadloze flitser, kunt u hem instellen
op het geven van een piepje als het laden is voltooid en wanneer de meting
is voltooid. (Volledige laadtijd: ongeveer 0,6 seconde; Volledige meettijd:
ongeveer 0,1 seconde). Voor meer informatie, zie "De piepfunctie instellen
in de draadloze afstandsbedieningsmodus [BEEP]" in "MENU instellingen"
(pagina 92).
69 NL
7
Gebruik test-flitsen om de flitser te controleren.
• Tijdens draadloos flitsen verschilt de test-flitsmethode afhankelijk van de
gebruikte camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor
meer informatie.
• Wanneer de test-flits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de
flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening op de camera.
8
NL
Controleer opnieuw of de ingebouwde flitser en de
externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de
sluiterknop om de foto te maken.
70
Draadloos flitsen alleen via de flitser
instellen
Wanneer u de draadloze flitser hebt ingesteld in stap [A] en dezelfde combinatie
van camera en flitser gebruikt zonder dat u een ander draadloos kanaal kiest, kunt u
de flitser en camera ook afzonderlijk op draadloos instellen.
Camera-instelling:
Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Flitserinstelling:
Stel de flitsmodus van de flitser in op draadloze afstandsbedieningsflitser (WL
RMT) en selecteer dan de meetopties en groepen voor extern gebruik.
geven en selecteer [WL RMT].
2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te
geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag, naar
links of rechts om de indicator voor de draadloze
afstandsbedieningsinstelling te selecteren.
Geavanceerde bewerkingen
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
• U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16)
71 NL
4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om
de cursor te verplaatsen en stel de meting en groepen
in op afstandsbedieningsmodus.
• Draaien: Wijzigt de instellingswaardeOmhoog of omlaag: Wijzigt de
instellingswaarde
Midden: Stelt de waarde in en keert terug naar het normale indicatorscherm
Instellingstabel voor draadloze afstandsbediening
Instellingswaarde:
Flitsmodus
Groep in extern gebruik
TTL REMOTE
TTL
[REMOTE] groep
TTL REMOTE 2
TTL
[REMOTE 2] groep
MANUAL REMOTE
MANUAL
[REMOTE] groep
MANUAL REMOTE 2
MANUAL
[REMOTE 2] groep
• Als [WL CTRL] (flitsmodusinstelling van draadloze
afstandsbedieningsflitser) in de MENU-instellingen is ingesteld op [CTRL],
dan zal de externe groep van de instellingen van de draadloze
afstandsbedieningsflitser op dezelfde wijze werken ongeacht of het
REMOTE of REMOTE 2 is.
• Als de flitsmodus in de instellingen van de draadloze
afstandsbedieningsflitser [TTL] is, wordt flitscompensatie niet
weergegeven.
5
Wijzig het zoom- en sterkteniveau op dezelfde wijze
indien dit nodig is.
Indicator Zoom
Indicator voor het niveau van de sterkte
• Voor meer informatie over elk vaste instellingenscherm, zie "Handmatig
zoomen" (pagina 42) en "Handmatig flitsen (M)" (pagina 55).
• Wanneer de draadloze afstandsbedieningsflitser is ingesteld, is de minimale
sterkte 1/128 ongeacht of HSS in de MENU-instellingen is ingesteld op ON
of OFF.
• Wanneer de instelling voor de draadloze afstandsbedieningsflitser is
ingesteld op TTL, kunt u alleen de zoom wijzigen.
NL
72
6
Nadat u klaar bent met de wijzigingen, drukt u op het
midden van het regelwiel om de waarden in te stellen
en terug te keren naar het normale indicatorscherm.
• Controleer of het draadloze kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal
is ingesteld als de afstandsbedieningsflitser. Zie voor meer informatie over
instelling van het draadloze kanaal "MENU instellingen" (pagina 88).
• Wanneer u de flitser gebruikt als een draadloze flitser, kunt u hem instellen
op het geven van een piepje als het laden is voltooid en wanneer de meting
is voltooid. (Tijd tot volledig laden: ongeveer 0,6 seconde; Tijd tot volledig
meten: ongeveer 0,1 seconde). Voor meer informatie, zie "De piepfunctie
instellen in de draadloze afstandsbedieningsmodus [BEEP]" in "MENU
instellingen" (pagina 92).
Geavanceerde bewerkingen
73 NL
[B] Draadloze flitsfotografie met de
HVL-F60M als de
afstandsbedieningsflitser
Bij gebruik van de DSLR-A900, DSLR-A850, DSLR-A700, SLT-A99V/SLT-A99,
SLT-A77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of
NEX-6, kunt u draadloze flitsfotografie uitvoeren door gebruik te maken van meer
dan 2 flitsers, één als een afstandsbedieningsflitser en één als externe flitser.
Gebruik de HVL-F60M als afstandsbedieningsflitser.
(Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.)
Deze flitser
Externe flitser
• Indien u een HVL-F56AM of HVL-F36AM als externe flitser gebruikt bij
gebruik van een DSLR-A900, DSLR-A850, SLT-A99V/SLT-A99, SLT-A77V/
SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6
camera, dan dient u de afstandsbedieningsflitsermodus van deze flitser in te
stellen op [CTRL].
Zie voor meer informatie over het instellen van de afstandsbedieningsflitsmodus
"MENU instellingen" op pagina 88.
1
Stel de camera, de flitser (afstandsbediening) en de
externe flitser in op draadloos flitsen.
Camera-instelling:
Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
NL
74
Instelling afstandsbedieningsflitser:
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer
te geven en selecteer [WL CTRL].
2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer
te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag,
naar links of rechts om de indicator voor de
draadloze besturingsinstelling te selecteren.
instellingenscherm weer te geven.
• U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm.
(pagina 16)
4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag
om de cursor te verplaatsen en selecteer [RATIO:
OFF].
• Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde
Midden: Stelt de waarde in en keert terug naar het normale
indicatorscherm
Instellingswaarden:
RATIO: OFF
maakt draadloze flitsfotografie met slechts één
afstandsbedieningsflitser mogelijk.
De flitser van de afstandsbediening straalt alleen het regellicht voor
de draadloze afstandsbedieningsflitser uit.
Geavanceerde bewerkingen
3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
75 NL
TTL RATIO: ON
Maakt draadloze flitsfotografie met regeling van de
belichtingsverhouding mogelijk.
MANUAL RATIO: ON
Maakt draadloze flitsfotografie met regeling van de
belichtingsverhouding mogelijk. Het flitsen van de
afstandsbedieningsflitser kan handmatig worden ingesteld.
• [MANUAL RATIO: ON] kan worden ingesteld als de camera in M
(handmatig) modus is.
Het kan ook beschikbaar zijn als de camera niet in M-modus is, als
[MANUAL MODE] in de MENU-instellingen van de flitser (pagina
93) is ingesteld op [PASM].
• Wanneer [MANUAL MODE] is ingesteld op [MANUAL] en de
camera in M-modus is, toont de instelling [MANUAL RATIO: ON]
tijdelijk [MANUAL RATIO: ON] zo lang als de communicatie met de
camera uit staat. Als communicatie met de camera start, wijzigt het
scherm naar [TTL RATIO: ON].
• De zoomindicator wordt niet weergegeven als [RATIO: OFF] is
ingesteld.
Instelling externe flitser:
Stel uw flitser in op WL RMT-modus. Zie pagina 71, als u deze flitser gebruikt
als een externe flitser. (Na het instellen in de WL RMT-modus, zet u de
indicator voor de draadloze afstandsbedieningsinstelling op [TTL REMOTE]
of [MANUAL REMOTE].) Als u een andere flitser gebruikt, raadpleeg dan de
gebruiksaanwijzing die bij die flitser is geleverd.
2
Bevestig de afstandsbedieningsflitser op de camera en
schakel de camera, de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser in.
3
Stel de camera in met de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser.
• Zie pagina 64 voor meer informatie.
NL
76
4
Controleer of de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser volledig zijn opgeladen.
• De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje
wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos
flitsen.
5
Gebruik testflitsen om de flitser te controleren.
6
Controleer opnieuw of de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de
sluiterknop om de foto te maken.
• Zelfs als draadloze besturingsinstelling is ingesteld op [RATIO: OFF]
(regeling van de belichtingsverhouding uit), knippert de
afstandsbedieningsflitser om een signaal te verzenden.
Geavanceerde bewerkingen
• De methode voor testflitsen is afhankelijk van de gebruikte camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
• Wanneer de testflits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de
flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening op de camera. Controleer ook of het draadloze
kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal is ingesteld als dat van de
afstandsbedieningsflitser.
77 NL
[C] Meervoudig draadloze
flitsfotografie met regeling
belichtingsverhouding
Bij gebruik van de DSLR-A900, DSLR-A850, DSLR-A700, SLT-A99V/SLT-A99,
SLT-A77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of
NEX-6, kunt u draadloze flitsfotografie uitvoeren terwijl u de
belichtingsverhouding regelt tussen maximaal 3 groepen inclusief de
afstandsbedieningsflitser en twee groepen externe flitsers.
(Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.)
Afstandsbedieningsflitser: HVL-F60M (deze flitser)
Externe flitsers:
HVL-F60M (deze flitser), HVL-F58AM, HVL-F43AM, HVL-F42AM
Deze flitser kan worden ingesteld in 2 groepen (REMOTE en REMOTE 2).
Deze flitser
(Afstandsbediening
sflitser)
Externe flitser
(REMOTE)
Externe flitser
(REMOTE 2)
• Elke combinatie van deze flitser of een HVL-F58AM, HVL-F43AM of HVLF42AM kan worden gebruikt in de REMOTE groep. Elke combinatie van deze
flitser ingesteld op [REMOTE 2] , of een HVL-F58AM of HVL-F43AM kan
worden gebruikt in de REMOTE 2 groep.
* Op een HVL-F58AM of HVL-F43AM, wordt de REMOTE groep
weergegeven als [RMT] en de REMOTE 2 groep weergegeven als [RMT2].
• Een HVL-F42AM ingesteld op draadloos (externe flitser) wordt herkend door de
REMOTE groep. Voor draadloze flitsfotografie met 3 groepen, moet u daarom
deze flitser, een HVL-F58AM of een HVL-F43AM gebruiken, die kan worden
ingesteld voor de REMOTE 2 groep.
NL
78
bijvoorbeeld)
Wanneer een weergave [4:2:1] is, flitst de flitser van elke groep met een sterkte van 4/
7, 2/7 en 1/7 van het geheel.
1
Stel de camera, de flitser (afstandsbediening) en de
(externe) flitser in op draadloos flitsen.
Camera-instelling:
Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Instelling afstandsbedieningsflitser:
Geavanceerde bewerkingen
• Bij gebruik van een DSLR-A900, DSLR-A850, SLT-A99V/SLT-A99, SLTA77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6
camera, kunt u HVL-F56AM of HVL-F36AM flitsers gebruiken als externe
flitsers. Stel de flitsmodus van de afstandsbediening in op [CTRL]. HVLF56AM en HVL-F36AM externe flitsers worden herkend als zijnde in de
REMOTE groep, dus u kunt de belichtingsverhouding van maximaal twee
groepen alleen regelen met deze flitser, een HVL-F43AM of een HVL-F58AM
als afstandsbedieningsflitser. Zie, voor meer informatie over het instellen van de
flitsmodus van de afstandsbediening "De draadloze
afstandsbedieningsflitsermodus instellen [WL CTRL]" in "MENU instellingen"
(op pagina 92).
• Voor draadloze flitsfotografie met regeling van de belichtingsverhouding, wordt
de algehele belichtingsverhouding weergegeven door de indicator voor de
regeling van de draadloze belichtingsverhouding op het LCD-scherm.
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer
te geven en selecteer [WL CTRL].
2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer
te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag,
naar links of rechts om de indicator voor de
draadloze besturingsinstelling te selecteren.
79 NL
3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
• U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm.
(pagina 16)
4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag
om de cursor te verplaatsen en selecteer [TTL
RATIO: ON] of [MANUAL RATIO: ON].
• Zie stap 4 op pagina 75 voor meer informatie.
• Draaien: Wijzigt de instellingswaardeOmhoog of omlaag: Wijzigt de
instellingswaarde
Instellingswaarden: RATIO: OFF, TTL RATIO: ON, MANUAL
RATIO: ON
5 Nadat de instelling is voltooid, drukt u op het
midden van het regelwiel om terug te keren naar het
normale indicatorscherm.
6 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer
te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag,
naar links of rechts om de indicator voor de
draadloze regeling van de belichtingsverhouding te
selecteren.
NL
80
7 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
• U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm.
(pagina 16)
8 Gebruik het regelwiel om de belichtingsverhouding
• Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Verplaatst de cursor
Instellingswaarden: 16, 8, 4, 2, 1, -
9 Nadat de instelling is voltooid, drukt u op het
midden van het regelwiel om terug te keren naar het
normale indicatorscherm.
Geavanceerde bewerkingen
van elke groep te wijzigen.
• Indien [MANUAL RATIO: ON] is geselecteerd, knippert de externe
flitser volgens de instelling van de belichtingsverhouding, maar alleen
de afstandsbedieningsflitser flitst op het niveau dat handmatig is
ingesteld met LEVEL.
Instelling externe flitser:
Stel uw flitser in op WL RMT-modus. Zie pagina 71, als u deze flitser
gebruikt als een externe flitser. Als u een andere flitser gebruikt,
raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing die bij die flitser is geleverd.
81 NL
2
Bevestig de afstandsbedieningsflitser op de camera en
schakel de camera, de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser in.
3
Stel de camera in met de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser.
• Zie pagina 64 voor meer informatie.
4
Controleer of de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser volledig zijn opgeladen.
• De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje
wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos
flitsen.
5
Gebruik testflitsen om de flitser te controleren.
• De methode voor testflitsen is afhankelijk van de gebruikte camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
• Wanneer de testflits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de
flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening op de camera. Controleer ook of het draadloze
kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal is ingesteld als dat van de
afstandsbedieningsflitser.
6
NL
Controleer opnieuw of de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de
sluiterknop om de foto te maken.
82
Opmerkingen over draadloos flitsen
Geavanceerde bewerkingen
• U kunt geen flitsmeter of kleurmeter gebruiken bij de modus voor draadloos
flitsen omdat de ingebouwde flitser van de camera vooraf flitst.
• De testflits voor draadloos flitsen wordt in de op dat moment geselecteerde
testflitsmodus uitgevoerd. Er wordt één keer geflitst bij [1 TIME] en drie keer
geflitst bij [3 TIMES]. Er wordt vier seconden continu geflitst bij [4 SEC]. Zie,
voor meer informatie over testflitsen "MENU instellingen" (pagina 88).
• De zoompositie voor de HVL-F60M wordt automatisch ingesteld op 24 mm.
Een andere zoompositie dan 24 mm wordt afgeraden.
• Bij draadloos flitsen wordt de ADI-meting geannuleerd en wordt automatisch
P-TTL-flitsmeting gebruikt (pagina 35).
• Meervoudig flitsen kan niet worden gebruikt.
• Als in de buurt een andere draadloze flitser wordt gebruikt, kunt u het kanaal
wijzigen in de MENU-instellingen om interferentie te voorkomen (pagina 88).
• Wanneer u fotografeert met de draadloze flitser, kan de flitser soms per ongeluk
afgaan als gevolg van statische elektriciteit of elektromagnetische storing.
Wanneer deze niet wordt gebruikt, drukt u op de MODE-toets en selecteert u
[
] om de
-modus in te stellen (flitser uit).
• De flitser kan in zeldzame gevallen niet goed belichten, omdat het lichtsignaal
het onderwerp enzovoort niet bereikt als gevolg van de positie waarin de
draadloze flitser is geïnstalleerd. In dit geval kunt u een onjuiste belichting
voorkomen door de installatiepositie van de draadloze flitser aan te passen of de
instelling voor het kanaal voor draadloos flitsen in de MENU-instellingen aan te
passen (pagina 88).
• U kunt verschillende externe flitsers tegelijk gebruiken.
• De externe flitser flitst met de sterkte die voor elke flits wordt ingesteld als de
externe flitser in de handmatige modus staat.
83 NL
Camera en flitser aansluiten met
een kabel
Met de externe kabels FA-CC1AM (optioneel) is het mogelijk te fotograferen met
flitsers die niet op de camera zijn bevestigd. U kunt maximaal vier flitsers op elkaar
aansluiten. Wanneer u kunt fotograferen zonder rekening te houden met de posities
van de flitsers, hebt u grote vrijheid om verschillende schaduweffecten in het
onderwerp te creëren.
• Flitsers met extra aansluitingen kunnen rechtstreeks worden aangesloten.
• Indien u een camera gebruikt die compatibel is met een multi-interfaceschoen,
gebruik dan een schoenadapter om de camera te bevestigen aan de FA-CC1AM.
1
Verwijder het kapje voor de aansluiting.
2
Sluit de kabel op de extra aansluiting aan.
NL
84
• In deze modus wordt de ADI-meting geannuleerd en wordt automatisch
TTL-voorflitsmeting gebruikt (pagina 35).
• Hogesnelheidsync is niet beschikbaar als de flitser is aangesloten op een
externe camerakabel FA-CC1AM (optioneel) en de camera in P-modus is.
• Alle flitsers hebben dezelfde sterkte in de TTL-modus.
• Tijdens het fotograferen met een externe kabel wordt de
afstandsbedieningsmodus automatisch geannuleerd. U kunt dan niet flitsen
met regeling van de belichtingsverhouding.
Geavanceerde bewerkingen
85 NL
De externe batterijadapter
gebruiken
U kunt externe batterijadapter FA-EB1AM (optioneel) als extra voeding gebruiken.
1
Verwijder het kapje voor de aansluiting.
2
Sluit de stekker van de verbindingskabel op de
aansluiting van de externe voeding aan.
• Gebruik een externe batterijadapter of kabel voor deze flitser voor de
aansluiting op de externe voeding of op de extra aansluitingen.
NL
86
AF-lamp
Wanneer het lichtniveau laag is of het onderwerp weinig contrast heeft en de
sluiterknop gedeeltelijk wordt ingedrukt om automatisch scherp te stellen, gaat de
rode lamp aan de voorzijde van de flitser branden. Dit is de AF-lamp die als
hulpmiddel wordt gebruikt voor de automatische scherpstelling.
Geavanceerde bewerkingen
• De AF-lamp flitst zelfs als de flitser is ingesteld op [
] (flitser uit)-modus.
• De AF-lamp van de camera werkt niet zolang de AF-lamp van de flitser wordt
gebruikt.
• De AF-lamp werkt niet zolang doorlopend automatisch scherpstellen wordt
gebruikt in de scherpstelmodus (bij doorlopend scherpstellen op een bewegend
onderwerp).
• De AF-lamp werkt mogelijk niet wanneer de brandpuntsafstand van de lens
groter is dan 300 mm. De flitser werkt niet als deze van de camera is verwijderd.
• De AF-lamp kan mogelijk niet flitsen, afhankelijk van uw camera.
• De AF-lamp flitst niet als de LED-lamp aan staat.
87 NL
MENU instellingen
Het MENU-scherm toont diverse instellingen voor deze flitser. U kunt deze
instellingen makkelijk wijzigen op het MENU-scherm.
1Pagina nr.
2Menu-onderdeel
3Huidige instellingswaarde
4Menu-onderdeel tijdens
instelling
5Instellingswaardevenster
U kunt de volgende 12 onderdelen aanpassen.
Pagina
nr.
Onderdeel
1
Zet hogesnelheidsync aan en uit
en wijzigt de instelling van het
belichtingsniveau
ON, OFF
WL CH
Kanaal in draadloze
flitsfotografie
CH1, CH2,
CH3, CH4
WL CTRL
Flitsmodus in draadloze
afstandsbedieningsmodus
CTRL+,
CTRL
BEEP
Piepfunctie na het flitsen indien
in draadloze
afstandsbedieningsmodus
HIGH, LOW,
OFF
MANUAL
MODE
Cameramodus waarmee
handmatig flitsen of meervoudig
flitsen mogelijk is
MANUAL,
PASM
TEST
Aantal keren waarop de testflits
flitst
1 TIME, 3
TIMES, 4 SEC
POWER
SAVE
Tijd tot batterij besparen
30 SEC, 3
MIN, 30 MIN,
OFF
1
1
2
2
NL
88
Waarden
HSS
1
1
Instellingsbeschrijving
Pagina
nr.
Onderdeel
60 MIN, OFF
m/ft
De unit van de afstandsindicator
m, ft
LEVEL STEP
Grootte van sterkteinstellingstapjes (0,5 of 0,3)
0.3 EV, 0.5
EV
MEMORY
Slaat de modus en de
instellingswaarden op
1, 2, CANCEL
RESET
Initialiseert de
instellingswaarden
OK, CANCEL
WL POWER
SAVE
2
3
3
Waarden
Tijd tot batterij besparen bij
draadloze werking
2
2
Instellingsbeschrijving
MENU-instellingen uitvoeren
De MENU-instellingen zijn als volgt gewijzigd.
1
Druk op de toets MENU om het scherm MENU weer te
geven.
2
Gebruik het regelwiel om het menu-onderdeel te
selecteren dat u wilt instellen.
Geavanceerde bewerkingen
* De onderstreepte waarden zijn de standaard instellingen. [MEMORY] en
[RESET] hebben geen standaard instelling.
• Draaien: Verplaatst de cursor omhoog en omlaag
Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Beweegt tussen pagina's op het MENU-scherm
3
Druk in het midden van het regelwiel om het
instellingenvenster weer te geven.
89 NL
4
Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
• Het instellingenvenster lezen
: Huidig ingestelde waarde
: Menu-onderdeel dat momenteel wordt ingesteld (verschijnt op de grens
tussen het menu-onderdeel en het instellingenvenster)
5
Druk op de MENU-toets om de waarde in te stellen en
terug te keren naar het normale indicatorscherm.
• MENU instellingen worden opgeslagen zelfs als u de flitser uitzet of de
batterijen verwijdert.
NL
90
Informatie over MENU-instellingen
Hogesnelheidsync instellen [HSS]
Het draadloze kanaal wijzigen [WL CH]
Geavanceerde bewerkingen
Instellingswaarden: ON, OFF
• Als de sluitertijd korter is ingesteld dan de X-sync flitssluitertijd, wordt deze
flitser automatisch op hogesnelheidsync ingesteld. De X-sync flitssluitertijd kan
verschillen, afhankelijk van de camera. Raadpleeg voor meer informatie over de
X-sync flitssluitertijd de gebruiksaanwijzing van uw camera.
• Het wordt aanbevolen om foto’s te maken op locaties met veel licht.
• Hogesnelheidsync kan niet worden gebruikt met indirect flitsen.
• Het wordt niet aanbevolen bij hogesnelheidsync een flitsmeter of kleurenmeter
te gebruiken, omdat u dan de juiste belichting en kleur niet kunt bereiken.
• Het flitsbereik wordt korter dan bij normale flitsfotografie wanneer
hogesnelheidsync wordt gebruikt. Controleer of het onderwerp binnen het
flitsbereik valt.
• U kunt hogesnelheidsync ook gebruiken bij draadloos flitsen.
• Als u [OFF] selecteert, wordt de hogesnelheidsync afgebroken. Als de
hogesnelheidsync wordt afgebroken, kan de sluitertijd niet korter worden
ingesteld dan de X-sync flitssluitertijd.
• De minimale sterkte-instelling wijzigt, en hangt ervan af of HSS is ingesteld op
ON of OFF.
– HSS-instelling ON: Kan zo klein worden ingesteld als 1/128
– HSS-instelling OFF: Kan zo klein worden ingesteld als 1/256
• Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.
Instellingswaarden: CH1, CH2, CH3, CH4
• Bevestig de flitser op de camera en druk de sluiterknop gedeeltelijk in na het
wijzigen van het kanaal.
• Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser,
gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of
bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.
91 NL
De draadloze afstandsbedieningsflitsermodus instellen
[WL CTRL]
Instellingswaarden: CTRL+, CTRL
Wanneer u deze flitser gebruikt als een draadloze afstandsbedieningsflitser,
selecteert u een van de [CTRL+] of [CTRL] afstandsbedieningsflitsermodi,
afhankelijk van het type externe flitser.
• [CTRL+]:
Selecteer deze modus wanneer u de HVL-F60M/HVL-F58AM/HVL-F43AM/
HVL-F42AM als externe flitser gebruikt.
• [CTRL]:
Selecteer deze modus wanneer u de HVL-F56AM/HVL-F36AM als externe
flitser gebruikt.
De piepfunctie instellen in de draadloze
afstandsbedieningsmodus [BEEP]
Instellingswaarden: HIGH, LOW, OFF
Als u de flitser gebruikt als een draadloze externe flitser, dient u in te stellen of het
apparaat piept na het flitsen.
• Wanneer [HIGH] is ingesteld, is de piep luid. Wanneer [LOW] is ingesteld, is de
piep zacht.
• Als [HIGH] of [LOW] is ingesteld, dan wordt [BEEP] weergegeven op het
normale indicatorscherm in WL RMT-modus.
NL
92
De opnamemodus instellen om handmatig flitsen (M) of
meervoudige flitsfotografie [MANUAL MODE] in te
schakelen
De testflitsmodus instellen [TEST]
Instellingswaarden: 1 TIME, 3 TIMES, 4 SEC
[1 TIME] : flitst één keer op het ingestelde lichtniveau.
[3 TIMES] : flitst drie keer op een specifieke snelheid.
[4 SEC] :flitst vier seconden op een specifieke snelheid.
De tijd instellen tot batterijbesparingsstand [POWER
SAVE]
Instellingswaarden: 30 SEC, 3 MIN, 30 MIN, OFF
[30 SEC] : na 30 seconden wordt overgeschakeld naar de
batterijbesparingstand.
[3 MIN] : na 3 minuten wordt overgeschakeld naar de batterijbesparingstand.
[30 MIN] : na 30 minuten wordt overgeschakeld naar de
batterijbesparingstand.
[OFF] : de batterijbesparingstand wordt uitgeschakeld.
Geavanceerde bewerkingen
Instellingswaarden: MANUAL, PASM
• Wanneer [MANUAL] is geselecteerd, dan kan de flitser alleen handmatig en
meervoudig flitsen uitvoeren in de M (handmatig) modus van de camera.
• Wanneer [PASM] wordt geselecteerd, mogen in alle opnamemodi van de
camera handmatig flitsen en meervoudig flitsen worden gebruikt. De juiste
belichting wordt mogelijk niet verkregen met fotografie in alle andere modi dan
de M-modus van uw camera. U kunt dus het beste de M-modus van uw camera
gebruiken.
• Als [PASM] is geselecteerd, blijft deze flitser in de handmatige flitsmodus, zelfs
as de opnamemodus van de camera is gewijzigd naar AUTO (automatische
modus).
• Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kuntt u mogelijk alleen de flitser
uit selecteren. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw camera.
93 NL
Tijd tot de batterijbesparingstand bij draadloze werking
[WL POWER SAVE]
Instellingswaarden: 60 MIN, OFF
[60 MIN] : na 60 minuten wordt overgeschakeld naar de
batterijbesparingstand.
[OFF] : de batterijbesparingstand wordt uitgeschakeld.
De unit van de afstandsindicator instellen [m/ft]
Instellingswaarden: m, ft
m: unit is meters
ft: unit is feet
Grootte van sterkte-instellingstapjes wijzigen (0,5 of 0,3)
[LEVEL STEP]
Instellingswaarden: 0.3 EV, 0.5 EV
[0.3 EV]: Sterkte wordt gewijzigd in stapjes van 0,3
[0.5 EV]: Sterkte wordt gewijzigd in stapjes van 0,5
stapjes van 0.3 EV
Druk op het regelwiel of draai het naar rechts
(om de sterkte te verhogen)
1/256 → 1/256 (+0,3) → 1/256 (+0,7) → 1/128 ⋅ ⋅ ⋅
1/4 (+0,7) → 1/2 → 1/2 (+0,3) → 1/2 (+0,7) → 1/1
Druk links op het regelwiel of draai het naar links
(om de sterkte te verlagen)
1/256 ← 1/128 (-0,7) ← 1/128 (-0,3) ← 1/128 ⋅ ⋅ ⋅
1/2 (-0,3) ← 1/2 ← 1/1 (-0,7) ← 1/1 (-0,3) ← 1/1
stapjes van 0.5 EV
Druk op het regelwiel of draai het naar rechts
(om de sterkte te verhogen)
1/256 → 1/256 (+0,5) → 1/128 → 1/128 (+0,5) ⋅ ⋅ ⋅
1/4 (+0,5) → 1/2 → 1/2 (+0,5) → 1/1
NL
94
Druk links op het regelwiel of draai het naar links
(om de sterkte te verlagen)
1/256 ← 1/128 (-0,5) ← 1/128 ← 1/64 (-0,5) ⋅ ⋅ ⋅
1/2 (-0,5) ← 1/2 ← 1/1 (-0,5) ← 1/1
In de volgende gevallen verschilt de indicator afhankelijk van of het niveau wordt
verhoogd of verlaagd, maar de sterkte van de flits blijft hetzelfde.
bijv. 1/1 (-0,7) and 1/2 (+0,3); 1/1 (-0,5) and 1/2 (+0,5)
Geavanceerde bewerkingen
95 NL
Modus/instellingen opslaan [MEMORY]
Instellingswaarden: 1, 2, CANCEL
[1]: Slaat de huidige instellingsgegevens op in [MR 1] op het MODE-scherm
[2]: Slaat de huidige instellingsgegevens op in [MR 2] op het MODE-scherm
[CANCEL]: Keert terug naar het vorige venster zonder op te slaan.
Gegevens die kunnen worden opgeslagen:
Flitsmodus
Sterkte
Flitscompensatie
Zoom
Flitsfrequentie, aantal flitsen
Draadloze afstandsbediening
Draadloze besturing
Instelling voor de draadloze belichtingsverhouding
LED-lichtsterkte
Waarden van items instellen in MENU-instellingen (behalve MEMORY en
RESET)
Opgeslagen gegevens oproepen
Selecteer [MR 1] of [MR 2] op het MODE-scherm.
• Wanneer u de opgeslagen gegevens heeft opgeroepen, wordt [1] of [2]
weergegeven bovenin het normale indicatorscherm.
De opgeslagen gegevens wijzigen
Roep de opgeslagen gegevens op, wijzig de instellingen zoals nodig en sla opnieuw
op met gebruik van [MEMORY] op het MENU-scherm.
NL
96
Initialisatie van de instellingen [RESET]
Instellingswaarden: OK, CANCEL
[OK]: Zet de flitser terug op de standaard hoofdinstellingen.
[CANCEL]: Keert terug naar het vorige scherm zonder te initialiseren
Onderdeel
Fabrieksinstelling
Pagina
TTL modus (Full-flash)
29
Sterkte
1/1 in [MANUAL] modus,
1/32 in [MULTI] modus
55
59
Flitscompensatie
±0
45
Zoom
AUTO
41
Instelling voor draadloze
afstandsbediening
TTL REMOTE
Instelling voor draadloze
bediening
TTL RATIO
Regeling
belichtingsverhouding
(RATIO)
1:1:1
Sterkte in meervoudig
flitsen (LEVEL)
1/32
Flitsfrequentie in
meervoudig flitsen (Hz)
5
71
79
79
59
59
Aantal keren flitsen in
10
meervoudig flitsen (TIME)
59
LED-lampje sterkte
36
1 (minimaal)
• Zet de instellingswaarden van de items in MENU-instellingen terug (behalve
"WL CTRL" en "m/ft") bij het initialiseren.
Geavanceerde bewerkingen
Flitsmodus
97 NL
Aanvullende informatie
Opmerkingen bij het gebruik
Tijdens de opnamen
• Deze flitser genereert fel licht en mag daarom niet vlak voor de ogen worden
gebruikt.
• Gebruik de flitser niet 20 keer op een rij of snel achter elkaar om oververhitting
en vermindering van de werking van de camera en de flitser te voorkomen.
(Wanneer de sterkte 1/32 is, 40 keer op rij.)
Stop het gebruik van de flitser en laat deze minimaal 10 minuten afkoelen,
wanneer de flitser het maximale aantal keren snel achter elkaar is gebruikt.
• Bevestig de flitser in uitgeschakelde toestand op de camera.
Indien u dat niet doet, kan de flitser defect raken of niet goed functioneren en
kan het felle licht uw ogen beschadigen.
• Gebruik de flitser niet vlakbij andere mensen wanneer u tijdens indirect flitsen
de flitslamp draait. Het flitslicht kan de ogen beschadigen of de hete flitslamp
kan brandwonden veroorzaken.
• Bij het sluiten van de klep voor de batterij-houder dient u er stevig op te drukken
terwijl u het geheel eroverheen schuift.
• Gebruik de flitser niet als uw hand of handschoen, etc. de fllitsbuis of de LEDlamp bedekt. Raak de flitsbuis of de LED-lamp ook gedurende enige tijd niet
aan na het gebruiken van de flitser.
Als u dit doet kan het leiden tot brandwonden, rookontwikkeling of een defect.
Batterijen
• Het batterijniveau dat op het LCD-scherm wordt weergegeven, kan lager zijn
dan de daadwerkelijke batterijcapaciteit, afhankelijk van de temperatuur en de
opslagomstandigheden. Het weergegeven batterijniveau wordt weer correct
weergegeven nadat de flitser een aantal keren is gebruikt.
• Ni-MH-batterijen kunnen plotseling leeg zijn. Als tijdens het fotograferen de
indicator batterijen bijna leeg begint te knipperen of de flitser niet langer kan
worden gebruikt, vervangt u de batterijen of laadt u deze weer op.
• De flitsfrequentie en het aantal flitsen dat wordt geleverd door nieuwe batterijen,
kunnen verschillen van de in de tabel weergegeven waarden, afhankelijk van de
tijd die is verstreken na de productie van de batterijen.
NL
98
• Pas nadat de flitser is uitgezet en er enkele minuten verstreken zijn, kunt u de
batterijen verwijderen om ze te vervangen. Afhankelijk van het type, kunnen de
batterijen heet zijn. Verwijder ze voorzichtig.
• Verwijder de batterijen en berg ze op wanneer u van plan bent om de camera
geruime tijd niet te gebruiken.
Temperatuur
Overige opmerkingen
• Haal de batterijen eruit voordat u het apparaat opbergt. Er bestaat een kans op
het in de brand vliegen of lekken.
• Sla de flitser direct na gebruik op in de tas. Let erop dat de flitser uit staat en
voldoende is afgekoeld voordat u deze in de tas doet.
Aanvullende informatie
• De flitser mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C.
• Stel de flitser niet bloot aan extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld direct
zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid.
• Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in een
gesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een warme
omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u
deze uit de zak verwijdert.
• Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en
reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer.
Bij koud weer kan de indicator-batterijen bijna leeg knipperen, zelfs wanneer er
nog enige lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit
terug wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur.
99 NL
Onderhoud
Verwijder deze flitser van de camera. Maak de flitser schoon met een droge, zachte
doek. Als de flitser in contact is gekomen met zand, wordt het oppervlak
beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig verwijderd worden
met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een doek die licht is
bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en veegt u de flitser vervolgens droog
met een droge, zachte doek. Gebruik geen sterke oplosmiddelen, zoals thinner of
benzine, omdat deze de afwerking kunnen beschadigen.
NL
100
Technische gegevens
Richtnummer
Normaal flitsen (ISO100 in meters)
Handmatige flits/35 mm-formaat
Sterkte
BA*
BA
1/1
15
1/2
Instelling flitsdekking (mm)
24
28
35
50
70
20
17
29
31
36
42
48
105
60
10,6
14,1
12,0
20,5
21,9
25,5
29,7
33,9
42,4
1/4
7,5
10,0
8,5
14,5
15,5
18,0
21,0
24,0
30,0
1/8
5,3
7,1
6,0
10,3
11,0
12,7
14,8
17,0
21,2
1/16
3,8
5,0
4,3
7,3
7,8
9,0
10,5
12,0
15,0
1/32
2,7
3,5
3,0
5,1
5,5
6,4
7,4
8,5
10,6
1/64
1,9
2,5
2,1
3,6
3,9
4,5
5,3
6,0
7,5
1/128
1,3
1,8
1,5
2,6
2,7
3,2
3,7
4,2
5,3
1/256
0,9
1,3
1,1
1,8
1,9
2,3
2,6
3,0
3,8
105
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
APS-C formaat
Sterkte
BA*
BA
1/1
15
1/2
Instelling flitsdekking (mm)
15*
24
28
35
50
70
20
17
31
36
42
48
51
60
10,6
14,1
12,0
21,9
25,5
29,7
33,9
36,1
42,4
1/4
7,5
10,0
8,5
15,5
18,0
21,0
24,0
25,5
30,0
1/8
5,3
7,1
6,0
11,0
12,7
14,8
17,0
18,0
21,2
1/16
3,8
5,0
4,3
7,8
9,0
10,5
12,0
12,8
15,0
1/32
2,7
3,5
3,0
5,5
6,4
7,4
8,5
9,0
10,6
1/64
1,9
2,5
2,1
3,9
4,5
5,3
6,0
6,4
7,5
1/128
1,3
1,8
1,5
2,7
3,2
3,7
4,2
4,5
5,3
1/256
0,9
1,3
1,1
1,9
2,3
2,6
3,0
3,2
3,8
Aanvullende informatie
15*
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
101 NL
HSS Plat flitsen (ISO100 in meters)
Handmatige flits/35 mm-formaat
Sluitertijd
BA*
BA
1/250
5,4
Instelling flitsdekking (mm)
15*
24
28
35
50
70
105
7,7
6,4
11,8
12,9
14,8
17,3
19,5
22,4
1/500
3,8
5,4
4,6
8,4
9,1
10,5
12,2
13,8
15,9
1/1000
2,7
3,8
3,2
5,9
6,4
7,4
8,6
9,8
11,2
1/2000
1,9
2,7
2,3
4,2
4,6
5,2
6,1
6,9
7,9
1/4000
1,4
1,9
1,6
3,0
3,2
3,7
4,3
4,9
5,6
1/8000
1,0
1,4
1,1
2,1
2,3
2,6
3,1
3,5
4,0
1/12000
0,7
1,0
0,8
1,5
1,6
1,8
2,2
2,4
2,8
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
APS-C formaat
Sluitertijd
BA*
BA
1/250
5,4
Instelling flitsdekking (mm)
15*
24
28
35
50
70
105
7,7
6,4
12,9
14,8
17,3
19,5
19,9
22,4
1/500
3,8
5,4
4,6
9,1
10,5
12,2
13,8
14,0
15,9
1/1000
2,7
3,8
3,2
6,4
7,4
8,6
9,8
9,9
11,2
1/2000
1,9
2,7
2,3
4,6
5,2
6,1
6,9
7,0
7,9
1/4000
1,4
1,9
1,6
3,2
3,7
4,3
4,9
5,0
5,6
1/8000
1,0
1,4
1,1
2,3
2,6
3,1
3,5
3,5
4,0
1/12000
0,7
1,0
0,8
1,6
1,8
2,2
2,4
2,5
2,8
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
Recycletijd/aantal flitsen
Alkaline
Recycletijd (sec)
Aantal flitsen (keren)
Nickelhydride
(2100 mAh)
Ongeveer 0,1 - 3,5
Ongeveer 0,1 - 2,6
Ongeveer 120 of meer
Ongeveer 200 of meer
• Het aantal flitsen is het geschatte aantal keren dat de flitser kan
flitsen voordat een nieuwe batterij volledig op is.
NL
102
Prestaties bij
doorlopend flitsen
AF-lamp
Flitserregeling
LED-lamp
Aanvullende informatie
40 flitsen bij 10 flitsen per seconde
(Normaal flitsen, sterkte 1/32, nikkelvrije batterij)
Automatisch flitsen bij laag contrast en lage helderheid
Actieradius (met een lens van 50 mm bevestigd
SLT-A99V)
Midden van het beeld (ongeveer): 0,5 m tot 10 m
Randen van het beeld (ongeveer): 0,5 m tot 3 m
Flitserregeling met voorflits
Belichtingsintensiteit Ongeveer 1200 lux bij 0,5m of
van het midden:
300 lux bij 1m (zonder
ingebouwde diffusor voor LEDlamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
Belichtingsafstand:
Ongeveer 2m (Stel, bij het
opnemen van films, in op ISO
3200 & F5.6, zonder ingebouwde
diffusor voor LED-lamp of
kleurtemperatuur conversiefilter)
Ondersteund
35mm (35mm formaat zichthoek,
brandpuntsafstand:
zonder ingebouwde diffusor voor
LED-lamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
Doorlopende
Ongeveer 1 uur (met AA-alkaline
belichtingstijd:
batterijen, bij
belichtingsintensiteit van het
midden)
Kleurtemperatuur:
Ongeveer 5500K (zonder
ingebouwde diffusor voor LEDlamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
Ongeveer 3200K (zonder
ingebouwde diffusor voor LEDlamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
103 NL
Afmetingen
(Ongeveer)
Gewicht (Ongeveer)
Voedingsvereisten
Aanbevolen batterijen
Bijgeleverde
toebehoren
80 mm × 150 mm × 102 mm (B/H/D)
Ongeveer 450 g (alleen hoofdapparaat)
6 V gelijkspanning
Vier alkalinebatterijen (AA-formaat)
Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (AA-formaat)
Flitser (1), Adapter voor indirect flitsen (voor flitser)(1),
Kleurconversiefilter (voor LED-lamp) (1), Beschermkap
van de connector (1), Mini-standaard (1), Schoenadapter
(ADP-AMA) (1), Draagtas (1), Mini-draagtas(1),
Draagzak(1), Handleiding en documentatie
De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de testomstandigheden
bij ons bedrijf.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
Handelsmerk
"Multi Interface Shoe" is een handelsmerk van Sony Corporation.
NL
104