Sony HVL-F60M de handleiding

Categorie
Camera knippert
Type
de handleiding
HVL-F60M
4-444-194-21(1) DE/NL/IT
HVL-F60M
4-444-194-21(1) DE/NL/IT
4-444-194-21(1)
Flash
HVL-F60M
DEBedienungsanleitung
NLGebruiksaanwijzing
© 2012 Sony Corporation Printed in China
ITIstruzioni per l'uso
NL
2
Voordat u het product gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig
doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als
referentiemateriaal nodig hebt.
Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat
niet worden blootgesteld aan regen of vocht.
Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
Plak de contacten van een lithiumbatterij af met plakband om kortsluiting te
voorkomen wanneer u de batterij weggooit. Houd u aan de plaatselijke regels voor
het wegwerpen van batterijen.
Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden uit de buurt van
jonge kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als een voorwerp per ongeluk
wordt ingeslikt.
Verwijder de batterijen onmiddellijk en gebruik het apparaat niet meer als...
het product is gevallen of blootgesteld aan een schok waarbij het inwendige
zichtbaar is geworden.
het product een vreemde geur, hitte of rook afgeeft.
Demonteer het apparaat niet. U kunt een elektrische schok krijgen wanneer u in het
product een circuit met een hoog voltage aanraakt.
WAARSCHUWING
3
NL
Door onjuist gebruik kunnen batterijen heet worden of
exploderen.
Gebruik alleen de batterijen die in deze gebruiksaanwijzing
worden vermeld.
Plaats de batterijen met de polen (+/-) op de juiste plaats.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Probeer batterijen niet op te laden (met uitzondering van
oplaadbare batterijen), kort te sluiten of te openen.
Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type en hetzelfde
merk. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
NL
NL
4
VOORZICHTIG
Raak tijdens het gebruik de lamp van de flitser niet aan. Deze kan heet worden
wanneer er wordt geflitst.
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en elektronische
apparaten (van toepassing in de Europese Unie en
andere Europese landen met gescheiden
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het
moet echter naar een inzamelingspunt worden gebracht waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwerkt,
helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die
zouden kunnen veroorzaakt worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling te voorkomen. Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit product, kan u contact
opnemen met de gemeentelijke instanties, de organisatie belast met
de verwijdering van huishoudelijk afval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
5
NL
Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-
richtlijnen van toepassing zijn
De fabricant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo,
108-0075 Japan. De geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en produkt
veiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart,
Duitsland. Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag naar de addressen
in de afzonderlijke service/garantie documenten.
NL
6
Inhoudsopgave
Kenmerken .............................................................................................. 9
Namen van de onderdelen ..................................................................... 10
Voorbereidingen
Batterijen plaatsen ................................................................................. 19
De flitser bevestigen en verwijderen ..................................................... 20
Deze flitser opbergen ............................................................................. 23
De flitser aanzetten ................................................................................ 24
Flitsmodus wijzigen ............................................................................... 27
Basishandelingen
AUTO flitsen (de basis) ......................................................................... 30
Flitsen in de verschillende opnamemodi van de camera ....................... 34
Opnemen met verlichting (LED-lamp) .................................................. 36
Het verlichtingslicht aanpassen (LED-lamp) (ingebouwde diffusor,
kleurconversiefilter) ............................................................................... 38
Geavanceerde bewerkingen
Testflitsen .............................................................................................. 40
Zoom-flitsdekking ................................................................................. 41
Flitscompensatie .................................................................................... 45
Indirecte flits .......................................................................................... 47
Gebruik van de adapter voor indirect flitsen ......................................... 52
Close-upfotografie (omlaag flitsen) ....................................................... 54
Handmatig flitsen (M) ........................................................................... 55
Hogesnelheidsync (HSS) ....................................................................... 58
Meervoudig flitsen (MULTI) ................................................................ 59
Modus voor draadloos flitsen (WL) ...................................................... 63
Camera en flitser aansluiten met een kabel ........................................... 84
De externe batterijadapter gebruiken ..................................................... 86
AF-lamp ................................................................................................. 87
7
NL
MENU instellingen ................................................................................ 88
Aanvullende informatie
Opmerkingen bij het gebruik ................................................................. 98
Onderhoud ........................................................................................... 100
Technische gegevens ........................................................................... 101
NL
8
Voor gebruik
Deze flitser kan worden gebruikt in combinatie met Sony digitale camera's met
verwisselbare lens, Sony digitale HD-videocamera's met verwisselbare lens, en
Sony digitale fotocamera's met een conventionele multi-interfaceschoen.
Door gebruik van de meegeleverde schoenadapter kunt u ook de Sony digitale
camera's met verwisselbare lens en Sony digitale HD-videocamera's met
verwisselbare lens met een zelfvergrendelende accessoiresschoen gebruiken.
Bepaalde functies werken mogelijk niet, afhankelijk van het model van uw camera
of videocamera. Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze
flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of
bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.
Deze flitser is niet stof- of spatbestendig, hoewel bij het ontwerp hier
wel rekening mee is gehouden.
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties, ongeacht of deze wordt gebruikt of
wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing optreden.
Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, zoals op het dashboard of in de buurt van een verwarming, kan deze
flitser vervormd of defect raken.
Plaatsen waar sterke trillingen optreden
Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld
Plaatsen met veel zand
Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of
gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan.
Hierdoor kan een storing optreden.
9
NL
Kenmerken
De HVL-F60M is een functionele opzetflitser met een hoog
vermogen bij een richtgetal van 60 (positie 105 mm, ISO 100 .
m).
, pagina 101
Met de functie voor snelle
verschuiving bij indirect flitsen kunt u
tijdens het fotograferen met indirect
flitsen de flitser snel naar boven of
naar de zijkant richten.
, pagina 50
Uitgerust met een hoog vermogen LED-lamp (1200 lux, 0,5m).
Helderheid kan worden afgesteld op 15 niveaus.
, pagina 36
Er wordt een adapter voor indirect flitsen meegeleverd bij deze
flitser waarmee u het licht kan verzachten en de schaduw kunt
verminderen.
, pagina 52
Er is een ingebouwde diffusor voor de LED-lamp. Er wordt
ook een temperatuurconversiefilter voor de LED-lamp
meegeleverd.
, pagina 38
Uitgerust met een regelwiel. Door deze samen te gebruiken
met het Quick Navi-scherm kunt u het apparaat sneller
bedienen.
, pagina 15
pagina 17
Met de draadloze regelingverhouding voor meervoudige
belichting kan worden opgenomen met volwaardige
meervoudige belichting.
, pagina 78
Gebruik van hogesnelheidsync mogelijk. , pagina 58
Deze kan in combinatie met compatibele lenzen worden
gebruikt voor het uitvoeren van ADI (Advanced Distance
Integration)-flitsmetingen, die niet worden beïnvloed door het
reflectiepercentage van de achtergrond of het onderwerp.
, pagina 35
Voorzien van een breed, duidelijk afleesbaar LCD-scherm. , pagina 13
NL
10
Namen van de onderdelen
A Ingebouwde groothoekadapter
(voor flitser) (44)
B Flitslamp
C Ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening
(68)
D AF-lamp (87)
Verwijder de beschermfolie van de
voorzijde van de AF-lamp voordat u
deze gebruikt.
E Kapje van de aansluiting (84,
86)
F Multi-interfacevoet (20)
G Ingebouwd plaatje voor indirect
flitsen (voor flitser) (50)
H Ingebouwde diffusor (voor LED-
lamp) (38)
I LIGHT toets (36)
J LED-lampmodule (36)
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
11
NL
K Verticale
weerkaatsingshoekindicator
(48)
L LCD-scherm (13)
M Bedieningspaneel (12)
N Vergrendelhendel (20)
O Deksel batterijhouder (19)
P Indicator indirect flitsen
(zijhoek) (48)
Q Plaatje voor indirect flitsen (voor
flitser) (52)
R Kleurconversiefilter (voor LED-
lamp) (38)
S Mini-standaard (66)
* Statiefbevestiging
T Beschermkap van de connector
(20)
U Schoenadaptor (22)
Als u de flitser niet gebruikt, bevestig dan de meegeleverd beschermkap op de
aansluiting van de multi-interfacevoet.
*
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
NL
12
Bedieningspaneel
A Fn (functie) toets (15, 17)
B MODE toets (27)
C TEST toets (40)
De status terwijl de indicator
brandt
Oranje:flitser gereed
Groen: juiste belichting
D Regelwiel (17)
E MENU toets (88)
F LCD-verlichtingstoets
G Aan/uit-schakelaar (24)
LCD-schermverlichting
Als het LCD-paneel te donker is, kunt u drukken op de toets LCD-verlichting om
het scherm en de gebieden rond de toetsen te verlichten.
Het LCD-paneel blijft ongeveer 8 seconden verlicht als de flitser zelf wordt
gebruikt of is aangesloten op een camera in de batterijbesparingsstand. Deze tijd
wordt verlengd als de flitser of de camera wordt gebruikt.
Druk opnieuw op de toets LCD-verlichting terwijl het LCD-scherm is verlicht
om de LCD-schermverlichting uit te schakelen.
MENU
OFF
LEVEL
ON
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
13
NL
Normaal indicatorscherm
De weergegeven gegevens wijzigen afhankelijk van de flitsmodus die is gekozen
met de MODE-toets.
Zie pagina 27 voor de methode om de flitsmodus te wijzigen.
Het scherm hier is slechts een voorbeeld. De weergegeven indicatoren
verschillen afhankelijk van de situatie.
Meten
(TTL modus)
Handmatige flits
(MANUAL modus)
A Indicator flitsmodus (29)
B Indicator oververhit (26)
C Indicator batterijen bijna leeg
(25)
D Indicator groothoekadapter (44)
E Indicator hogesnelheidsync (58)
F Indicator indirect flitsen (48)
G Indicator afstand (32)
H Indicatorbalk afstand (32)
I Indicator waarschuwing
flitsbereik (dichtbij) (32)
Indicator waarschuwing
flitsbereik (veraf) (32)
J Indicator Zoom (41)
K Indicator flitscompensatie (TTL)
(45)
L Indicator voor het niveau van de
sterkte (MANUAL)(55)
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
NL
14
Meervoudige flits (MULTI modus)
Draadloze
afstandsbediening
(WL RMT modus)
Draadloze besturing
(WL CTRL modus)
M Indicator voor meervoudige
flitsfrequentie (59)
N Indicator voor meervoudige
flitsrepetitie (59)
O Indicator draadloos kanaal (91)
P Indicator voor piepjes (92)
Q Indicator voor draadloze
afstandsbedieningsinstelling
(71)
R Indicator voor draadloze
besturingsinstelling (75, 79)
S Indicator flitsverhouding (75)
Getallen tussen haakjes zijn de
paginanummers waar een beschrijving
van elk LCD-segment kan worden
gevonden.
15
NL
Quick Navi-scherm en vaste
instellingenscherm
Voor het wijzigen van de instellingen, drukt u op de Fn-toets op het normale
indicatorscherm om over te schakelen naar het instellingenscherm.
Vaste instellingenscherm
Quick Navi-scherm
Normaal indicatorscherm
: Druk op het midden
MODE scherm (27)
MENU scherm (89)
Draai om de
instellingswaarde te wijzigen
: Draai het wiel
NL
16
Quick Navi-scherm
Druk op de Fn-toets op het normale indicatorscherm om over te schakelen naar het
Quick Navi-scherm. Gebruik de cursor op het Quick Navi-scherm om het in te
stellen item te selecteren. Het geselecteerde item licht op. De instellingen van de
hoofdindicators die worden weergegeven op het normale indicatorscherm, zoals de
zoomindicator en de flitscompensatie-indicator kunnen op dezelfde wijze worden
gewijzigd als op het normale indicatorscherm.
Het regelwiel bedienen op het Quick Navi-scherm
Omhoog, omlaag, links, rechts: Verplaatst de cursor
Draaien: Wijzigt de instellingswaarde van het geselecteerde item
Instellingen wijzigen op het vaste instellingenscherm
Als het Quick Navi-scherm wordt weergegeven, schakelt u door te drukken op het
midden van het regelwiel naar het vaste instellingenscherm voor de instelling die is
geselecteerd met de cursor.
Voor meer informatie over de instellingsmethodem kijkt u op de pagina voor die
functie.
OFF
LEVEL
17
NL
Het regelwiel gebruiken
Met deze flitser kunt u het regelwiel gebruiken voor bediening volgens het
weergegeven scherm.
Normaal indicatorscherm
De veel gebruikte instellingen bevinden zich in verschillende richtingen van het
regelwiel.Door te drukken op een van de richtingen van het regelwiel schakelt u
naar het vaste instellingenscherm voor de verschillende instel-items.
Omhoog: Wijzigt de zoomflits-dekking (ZOOM) (pagina 42)
Naar rechts: Wijzigt het niveau van de sterkte (LEVEL) (pagina 55)
Naar links: Sterktecorrectie ( ) (pagina 45)
Quick Navi-scherm
Door te drukken op de Fn-toets schakelt u van het normale indicatorscherm naar
het Quick Navi-scherm. In deze status kunt u de hoofd-items op het normale
indicatorscherm wijzigen.
Druk het regelwiel omhoog, naar links of rechts om de cursor te verplaatsen en
selecteer (markeer) het item dat u wilt instellen. Draai vervolgens het regelwiel
om de instellingswaarde te wijzigen.
Omhoog, omlaag, links, rechts: De cursor verplaatsen
Draaien: Wijzigt de instellingswaarde van het geselecteerde item
OFF
LEVEL
OFF
LEVEL
NL
18
Andere schermen
De werking verschilt afhankelijk van het weergegeven scherm.
MENU scherm (pagina 89)
MODE scherm (pagina 27)
Vaste instellingenscherm (pagina 16)
Voorbereidingen
19
NL
V
oor
b
ere
idi
ngen
Batterijen plaatsen
In de HVL-F60M kunnen de volgende batterijen worden gebruikt:
Vier alkalinebatterijen (AA-formaat)*
Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride) (AA-formaat)*
*Er worden geen batterijen bijgeleverd.
Zorg ervoor dat oplaadbare Ni-MH-batterijen altijd worden opgeladen in de
aangegeven oplader.
1 Open het deksel van de batterijhouder, zoals wordt
weergegeven.
2 Plaats de batterijen in de batterijhouder, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven.
3 Sluit het deksel van de batterijhouder.
Volg de procedure in omgekeerde volgorde bij
het openen van het deksel van de batterijhouder.
NL
20
De flitser bevestigen en
verwijderen
De flitser op de camera bevestigen
Verwijder, voor u deze bevestigt aan de camera, de beschermkap van de aansluiting
van de multi-interfacevoet van de flitser en verwijder de kap van de schoen van de
camera.
Als u de flitser niet gebruikt, bevestig dan de beschermkap op de aansluiting van
de multi-interfacevoet.
Als de ingebouwde flitser van de camera is uitgeklapt, klapt u deze in voordat u de
flitser bevestigt.
Wanneer u de flitser bevestigt aan een camera met een zelfvergrendelende
accessoiresschoen, dient u de meegeleverde schoenadapter aan de camera te
bevestigen. (pagina 22)
1 Zet de flitser uit en schuif de vergrendelhendel naar
[RELEASE].
2 Steek de multi-interfacevoet geheel stevig in de multi-
interfaceschoen van de camera in de richting van de
pijl.
3 Schuif de vergrendelhendel stevig naar [LOCK] om de
flitser vast te maken.
Voorbereidingen
21
NL
De flitser van de camera verwijderen
1 Schuif, terwijl u drukt op de toets op het uiteinde van
de vergrendelhendel 1, de vergrendelhendel naar
[RELEASE] 2.
2 Schuif de flitser naar voren terwijl de hendel in de
[RELEASE] stand is.
NL
22
Schoenadapter (ADP-AMA)
Wanneer u de flitser bevestigt aan een camera met een zelfvergrendelende
accessoiresschoen, dient u de meegeleverde schoenadapter (ADP-AMA) te
gebruiken.
1 Multi-interfaceschoen
2 Ontgrendeltoets
Bevestig de schoenadapter zoals is
afgebeeld.
Schuif hem er stevig op tot hij op zijn
plaats klikt.
Houd de ontgrendeltoets 1 omlaag en
schuif de schoenadapter naar u toe om
hem te verwijderen.
Voorbereidingen
23
NL
Deze flitser opbergen
U kunt deze flitser en de meegeleverde items opbergen in de meegeleverde tassen
en zak zoals hieronder afgebeeld.
NL
24
De flitser aanzetten
Zet de power schakelaar op ON.
De flitser wordt ingeschakeld.
Het normale indicatorscherm wordt weergegeven op het LCD-scherm als het
apparaat aan staat.
Als er niets op het LCD-scherm verschijnt terwijl de schakelaar op ON staat,
controleer dan of de batterijen correct zijn geplaatst.
De flitser uitzetten
Zet de power schakelaar op OFF.
Voorbereidingen
25
NL
Batterijbesparingsstand
Als de flitser drie minuten niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een camera,
of is aangesloten op een camera in de batterijbesparingsstand, dan gaan de flitser en
het LCD-scherm automatisch uit om stroom te besparen.
Tijdens draadloos flitsen (pagina 63) gaat de flitser na 60 minuten naar de
batterijbesparingsstand.
U kunt de tijd tot inschakeling batterij besparen wijzigen of batterij besparen
uitschakelen. (pagina 93)
De flitser gaat automatische naar de batterijbesparingsstand wanneer de power
schakelaar van de camera op OFF wordt gezet.*
* Behalve de DSLR-A100
Als de camera in batterijbesparingsstand staat (dus het LCD-scherm gaat
automatisch uit etc.), dan kan de camera niet met de flitser communiceren. Op
dat moment zijn de flitsmodus van de flitser, de auto-zoom, de
groothoekweergave en de flitsbereikindicator niet verbonden met de camera.
Batterijen controleren
Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt de indicator batterijen bijna leeg op het
LCD-scherm.
De -indicator knippert.
Het verdient aanbeveling de batterijen te vervangen.
Scherm batterijen leeg
Het scherm batterijen leeg wordt
weergegeven
De flitser kan niet worden gebruikt.
Plaats nieuwe batterijen.
Dit scherm wordt weergegeven tot de
batterijen zijn vervangen.
Wanneer de batterijen opraken,
verschijnt het scherm batterijen leeg.
NL
26
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of de leeftijd van de batterijen, kan
het scherm batterijen leeg worden weergegeven zonder dat de indicator
batterijen bijna leeg wordt getoond.
Zelfs als de indicator batterijen bijna leeg verschijnt, kan deze verdwijnen als u
de flitser naar LED-lamp verandert of vice versa.
Overheat indicator
Tijdens doorlopend flitsergebruik of gebruik in een omgeving met een hoge
temperatuur, wordt de flitser heet en voorkomen de interne veiligheidszekeringen
tijdelijk dat er wordt geflitst. (Oververhitting)
Het scherm oververhittting wordt weergegeven als de oververhitting wordt
gedetecteerd.
De werking van de flitser wordt tijdelijk gestopt totdat de temperatuur van de
flitser zakt.
Druk op een knop op de flitser om naar een ander scherm te gaan. Indien dat het
normale indicatorscherm is, zal de -indicator flitsen. (toets MODE en toets
LIGHT worden uitgeschakeld)
Zet de power-schakelaar op OFF, en stop vervolgens het gebruik van de flitser
gedurende ongeveer 10 minuten zodat de temperatuur van de flitser kan
afkoelen.
Scherm oververhitting
Voorbereidingen
27
NL
Flitsmodus wijzigen
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven.
2 Verplaats de cursor (gemarkeerde item) door het
regelwiel te draaien of omhoog, omlaag, links of rechts
te duwen om een flitsmodus te selecteren.
3 Stel de geselecteerde modus in door te drukken in het
midden van de regelwiel of de MODE-toets.
Het scherm wijzigt naar het normale indicatorscherm van de geselecteerde
modus.
U kunt in de volgende gevallen [MANUAL], [MULTI], [WL RMT] of [WL
CTRL] niet selecteren. (Items die niet kunnen worden geselecteerd, worden
weergegeven met een stippellijn)
[MANUAL] of [MULTI]
Als de camera is aangezet (tijdens communicatie)
Als de opnamemodus van de camera anders is dan M-modus*
* Kan worden geselecteerd als de MANUAL-modus is ingesteld op
PASM in de MENU-instellingen.
NL
28
[WL RMT] of [WL CTRL]
Als de camera is aangezet (tijdens communicatie)
Als de flitsmodus van de camera niet is ingesteld op draadloos (WL)
Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kunt u mogelijk niet een
flitsmodus selecteren, zelfs als het niet wordt getoond met een stippellijn, en het
scherm kan mogelijk niet veranderen naar het normale indicatorscherm voordat
de flitsmodus is veranderd.
Het MODE-scherm kan veranderen naar het normale indicatorscherm door
enige bediening van de camera.
Net als hierboven kunt u [MR 1] of [MR 2] modus niet selecteren, afhankelijk
van de flitsmodus opgeslagen in [MR 1] of [MR 2] modus.
Indien de TTL modus is geselecteerd, verschijnt [TTL AUTO] op het normale
indicatorscherm wanneer de camera is ingesteld op automatisch flitsen en
verschijnt [TTL] wanneer de camera is ingesteld op Full-flash.
[TTL]
Er wordt altijd geflitst.
[TTL AUTO]
De camera bepaalt of de flitser flitst.
Voorbereidingen
29
NL
Instelbare modi
Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kuntt u mogelijk alleen de flitser
uit selecteren. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Modus Beschrijving
[TTL] Meting gebruikt informatie van de camera
[]
(Flitser uit)
Er wordt niet geflitst
[MANUAL] Meting gebruikt de instellingen op de flitser
[MULTI]
De flitser wordt een aantal keren geactiveerd terwijl de
sluiter openstaat (meervoudig flitsen)
[WL RMT]
Flitser wordt draadloos geactiveerd als een externe (op
afstand) flitser
[WL CTRL] De flitser wordt draadloos als controller geactiveerd
[MR 1]
[MR 2]
U kunt de instellingsgegevens oproepen die zijn
opgeslagen door de functie [MEMORY] van MENU-
instellingen.
NL
30
B
as
i
s
h
an
d
e
li
ngen
AUTO flitsen (de basis)
Indien uw camera een automatische flitsmodus heeft zoals Scèneselectie of
AUTO Geavanceerd, wordt dat hier behandeld als AUTO.
1 Selecteer de AUTO-modus op de camera.
2 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [TTL].
[TTL AUTO] verschijnt op het normale indicatorscherm wanneer de
camera is ingesteld op automatisch flitsen en [TTL] verschijnt wanneer de
camera is ingesteld op Full-flash.
3 Druk de sluiterknop half in en controleer of het
onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt.
Zie pagina32 voor informatie over het flitsbereik.
Basishandelingen
31
NL
4 Wanneer de flitser is opgeladen, drukt u op de
sluiterknop om een foto te maken.
De flitser is volledig opgeladen wanneer de toets TEST op het
bedieningspaneel oranje brandt.
Als de juiste belichting voor de zojuist gemaakte foto is bereikt, knippert de
toets TEST op het bedieningspaneel groen.
Als de foto wordt gemaakt voordat het opladen gereed is, is deze onderbelicht
door te weinig licht.
Druk op de sluiterknop nadat u hebt gecontroleerd of het opladen gereed is
wanneer u de flitser gebruikt met de zelfontspanner.
De geselecteerde flitsermodus (automatisch flitsen ( [TTL AUTO]), full-flash
([TTL]) of flash off ( )) hangt af van uw camera. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
NL
32
Flitsbereik
Druk de sluiterknop half in.
Het flitsbereik voor de juiste belichting wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Controleer of het onderwerp binnen dit bereik valt en maak vervolgens de foto.
Het bereik dat op het LCD-scherm kan worden weergegeven, loopt van 1,0 m tot
28 m (0,7 m tot 28 m voor omlaag flitsen; zie pagina 54). Wanneer de afstand
buiten dit bereik valt, gaat of branden aan een van beide zijden van het
flitsbereik.
Het flitsbereik wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt gebruikt,
met draadloos flitsen, als de communicatie met de camera uit staat of als een
externe camerakabel wordt gebruikt.
Wanneer u foto’s maakt van onderwerpen die dichterbij zijn dan de
benedengrens van het flitsbereik, kan de foto toch nog overbelicht zijn, ook al
knippert de toets TEST groen, of kan de foto aan de onderkant donkerder zijn.
Fotografeer altijd binnen het aangegeven flitsbereik.
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
kleiner dan 1,0 m.
Als het flitsbereik minder is dan 1,0 m, kan het
onderste gedeelte van het beeld op het LCD-scherm
van de camera donker worden. Wijzig het
flitsbereik om het diafragma en de ISO-
gevoeligheid af te stellen.
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
tussen 1,0 m en 28 m of meer.
Basishandelingen
33
NL
Automatische WB-aanpassing met
kleurtemperatuurinfo
De witbalans wordt automatisch door uw camera aangepast (behalve de DSLR-
A100) op basis van kleurtemperatuurinformatie als de flitser flitst.
Deze functie werkt met de flitsmodus TTL bij gebruik van de opzetverbinding
op de camera.
Deze functie werkt niet tijdens handmatig flitsen.
NL
34
Flitsen in de verschillende
opnamemodi van de camera
Als de camera is ingesteld op diafragma-instelling (A-modus), sluitertijd (S-
modus) of handmatige belichtingsmodus (M-modus), kan TTL-flitsfotografie
worden uitgevoerd volgens de modus.
1 Stel de opnamemodus van de camera in.
2 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [TTL].
Basishandelingen
35
NL
3 Stel het diafragma en de sluitertijd in volgens de
modus die u selecteert en stel scherp op het voorwerp.
Zie de onderstaande tabel.
4 Druk de sluiterknop in wanneer het opladen is voltooid.
Opnamemodus van de camera Instellingen
A (Flitsfotografie gebaseerd op
diafragma-instelling)
Stel het diafragma in.
Verklein het diafragma (kies een
hogere f-stop) om het flitsbereik te
verkleinen of open het diafragma (kies
een lagere f-stop) om het flitsbereik te
vergroten.
De sluitertijd wordt automatisch
ingesteld.
S (Flitsfotografie gebaseerd op
sluitertijd)
Stel de sluitertijd in.
M (Flitsfotografie met
handmatige belichtingsmodus)
Stel de sluitertijd en het diafragma in.
Verklein het diafragma (kies een
hogere f-stop) om het flitsbereik te
verkleinen of open het diafragma (kies
een lagere f-stop) om het flitsbereik te
vergroten.
TTL flitsen
Handmatig flitsen betekent een vaste flitsintensiteit, ongeacht de helderheid van
het onderwerp en de camera-instelling. TTL*-flitsen meet het licht dat vanaf het
onderwerp wordt gereflecteerd door de lens.
TTL meting heeft ook een P-TTL-meetfunctie, waarbij een voorflits aan de
TTL-meting wordt toegevoegd, en een ADI-meetfunctie, waarbij
afstandsgegevens aan de P-TTL-meting worden toegevoegd.
Deze flitser definieert alle P-TTL en ADI-meting als TTL flitsen.
*TTL = through the lens (door de lens)
ADI-meting is mogelijk in combinatie met een lens met een ingebouwde
afstandsencoder. Controleer voordat u de functie voor ADI-meting gebruikt,
of de lens over een ingebouwde afstandsencoder beschikt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de lens is geleverd.
NL
36
Opnemen met verlichting
(LED-lamp)
Door de LED-lamp gebruiken als belichting kunt u natuurlijk licht en schaduwen
creëren en realistische films opnemen, zelfs met slecht licht, zoals binnen.
De lamp gebruiken
1 Maak de flitser verticaal (90° indirect flitsen omhoog)
2 Druk op de toets LIGHT naast de LED-lamp tot het aan
gaat.
De LED-lamp gaat aan.
Het LIGHT-scherm verschijnt op het LCD-scherm.
Basishandelingen
37
NL
3 Wijzig de helderheid met het regelwiel.
U kunt het regelwiel draaien, of omhoog of omlaag drukken om de helderheid
tot 15 niveaus aan te passen.
Het helderheidsniveau wordt weergegeven op het LIGHT-scherm.
Als de LED-lamp aan is, gaat de [ ] (Flitser aan) indicator op de camera uit. (De
flitser kan niet flitsen als de LED-lamp aan staat.)
De LED-lamp gaat uit als de flitsbuis omlaag is gericht (indirect flitsen met 10
graden omlaag).
De lamp uitzetten
Druk opnieuw op toets LIGHT.
De LED-lamp gaat uit en het LCD-scherm keert terug naar het normale
indicatorscherm.
De witbalans kan iets verschillen afhankelijk van de camera, lens en de
instellingen tijdens het opnemen. Indien dat gebeurt, stelt u de witbalans op de
camera in.
Als u de flitser gebruikt als het onderwerp te dicht bij de camera staat kan
meerdere schaduwen van het onderwerp creëren.
De kleurtemperatuur verschilt iets met helderheidsaanpassingen en LED-
temperatuur, dus controleer de witbalans voordat u gaat opnemen.
NL
38
Het verlichtingslicht aanpassen
(LED-lamp) (ingebouwde
diffusor, kleurconversiefilter)
Het gebruik van een ingebouwde diffusor vermindert verblinding en verzacht het
licht. Het kan onnatuurlijke meervoudige schaduwen ook verminderen.
Met gebruik van een kleurconversiefilter kunt u de kleurtemperatuur wijzigen met
ongeveer 3.200K (bij maximale helderheid).
De ingebouwde diffusor gebruiken
Trek stevig de hendel van de ingebouwde diffusor omlaag naar de onderkant van
het venster en maak het vast. Plaats de hendel tegen het apparaat als u deze opbergt.
Het kleurconversiefilter gebruiken
Lijn de klemmetjes aan beide kanten van het kleurconversiefilter uit met de rand
van de LED-lamp en druk het kleurconversiefilter erop.
Houd de uitsteeksels aan beide kanten vast en trek het eraf om het
kleurconversiefilter te verwijderen.
Basishandelingen
39
NL
Het kleurconversiefilter kan worden gebruikt ongeacht of de ingebouwde
diffusor is geplaatst.
Bij gebruik van het filter is de belichting iets verminderd en de belichtingshoek
is iets nauwer.
Het kleurconversiefilter kan worden gebruikt ongeacht de horizontale richting.
NL
40
G
eavanceer
d
e
b
ewer
ki
ngen
Testflitsen
U kunt een testflits uitvoeren voordat u foto’s gaat maken. Controleer bij gebruik
van de testflits de lichtsterkte wanneer u een flitsmeter enzovoort gebruikt in de
handmatige flitsmodus (M).
Druk op de toets TEST als de toets TEST oranje wordt
verlicht.
De toets TEST wordt in overeenstemming met de huidige status van de flitser als
volgt aangezet.
Oranje: flitser gereed
Groen: juiste belichting
Het lichtniveau van de testflits is afhankelijk van de lichtniveau-instelling
(pagina 55). De flitser flitst met een lichtniveau van 1/1 in de TTL-modus.
U kunt de schaduwen op het onderwerp met de testflitsfunctie (modelleerflits)
bekijken voordat u foto’s maakt. De flitser heeft twee modelleerflitsmodi,
namelijk een modus voor drie keer flitsen en een modelleerflitsmodus waarin de
flitser vier seconden continu flitst. Zie voor meer informatie over instelling van
de testflitsmodus "MENU instellingen" (pagina 88) en "De testflitsmodus
instellen [TEST]" (pagina 93).
Geavanceerde bewerkingen
41
NL
Zoom-flitsdekking
Automatisch zoomen
Deze flitser schakelt automatisch naar optimale flitsdekking (zoom-flitsdekking)
om een bereik van brandpuntsafstanden van 24 mm tot 105 mm tijdens het
fotograferen (automatisch zoomen) te dekken. Gewoonlijk hoeft u de flitsdekking
niet handmatig te wijzigen.
Automatisch zoomen werkt wanneer [AUTO] op de zoom-indicator wordt
weergegeven.
Wanneer een lens met een brandpuntsafstand (gelijk aan 35mm formaat) van
minder dan 24mm wordt gebruikt met automatische zoom, knippert [WIDE] op
het LCD-scherm. Op dit moment is het gebruik van de ingebouwde
groothoekadapter aanbevolen (pagina 44) om donkere randen rond de afbeelding
te voorkomen.
Brandpuntsafstand 24 mm Brandpuntsafstand 105 mm
NL
42
Automatische zoombesturing
geoptimaliseerd voor
beeldsensorgrootte
Deze flitser levert optimale flitsdekking volgens het beeldsensorformaat (APS-C
formaat/35mm formaat) van de camera (behalve de DSLR-A100).
Handmatig zoomen
U kunt de flitsdekking handmatig instellen, ongeacht de brandpuntsafstand van de
gebruikte lens (handmatig zoomen).
1 Druk het regelwiel omhoog (ZOOM).
2 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
Instellingswaarden: 24mm, 28mm, 35mm, 50mm, 70mm, 105mm, AUTO
Als de instelling handmatig wordt gedaan wordt de instellingswaarde
weergegeven op de zoomindicator. Als het automatisch wordt ingesteld,
wordt [AUTO] weergegeven.
Als de flitsdekking wordt ingesteld op minder dan de brandpuntsafstand van de
gebruikte lens, worden de randen van het scherm donkerder.
De flitsdekking van handmatig zoomen op het LCD-scherm komt overeen met
de kijkhoek van de gelijkwaardige brandpuntsafstand voor het 35 mm-formaat.
Geavanceerde bewerkingen
43
NL
Flitsdekking en brandpuntsafstand
Hoe groter de brandpuntsafstand van een lens op de camera, hoe verder weg
een onderwerp mag zijn om het te fotograferen terwijl het hele scherm wordt
gevuld; maar het gebied dat bedekt kan worden, wordt kleiner. Omgekeerd
kunnen onderwerpen met een kleinere brandpuntsafstand worden
gefotografeerd met een grotere dekking. De flitsdekking is het gebied dat het
licht van de flitser gelijkmatig op een ingestelde intensiteit of groter kan
dekken, aangegeven als een hoek. De flitsdekking waarmee u kunt
fotograferen, wordt bepaald door de brandpuntsafstand.
Door de flitsdekking in overeenstemming met de brandpuntsafstand vast te
stellen, kan de flitsdekking worden uitgedrukt als het getal voor
brandpuntsafstand.
NL
44
Ingebouwde groothoekadapter (voor
flitser) (zoomhoek van 15 mm)
Als u de ingebouwde groothoekadapter uittrekt, wordt de flitsdekking vergroot tot
een brandpuntsafstand van 15 mm.
Trek de groothoekadapter naar buiten en plaats deze voor
de flitslamp. Schuif vervolgens het plaatje voor indirect
flitsen weer terug.
[WIDE] verschijnt op het LCD-scherm.
Schuif de groothoekadapter volledig in wanneer u deze weer terugzet en
bevestig dat [WIDE] op het LCD-scherm uitgaat.
Trek de groothoekadapter niet te hard naar buiten. Dit kan de adapter
beschadigen.
Wanneer u een groothoeklens gebruikt met een brandpuntsafstand onder 15 mm,
kunnen de randen van het beeld donker worden.
De brandpuntsafstand correspondeert met de gelijkwaardige brandpuntsafstand
voor het 35 mm-formaat.
Deze flitser ondersteunt niet de kijkhoek van een 16 mm F2,8 visooglens.
Schuif de groothoekadapter en het plaatje voor indirect flitsen weer in de
flitserkop wanneer u deze flitser weer in de bijgeleverde tas opbergt.
De zoompositie is vergrendeld.
Geavanceerde bewerkingen
45
NL
Flitscompensatie
Wanneer de flitser in een flitsmodus is die TTL-meting ondersteunt, wordt de
flitsintensiteit automatisch aangepast. U kunt deze automatisch aangepaste
flitsintensiteit echter corrigeren.
Flitsmodi die TTL-meting ondersteunen
modus
modus wanneer [TTL RATIO: ON] of [RATIO: OFF] is ingesteld
Bij flitsmodi die TTL-meting ondersteunen, verschijnt de flitscompensatie-
indicator rechtsonder op het normale indicatorscherm.
Werkt niet met een camera met een zelfvergrendelende schoen.
Kijk online voor compatibele cameramodellen. (Zelfs met een niet-compatibele
camera, wordt de flitscompensatie weergegeven als communicatie met de
camera uit staat. Zelfs in dat geval, als communicatie met de camera opnieuw
wordt gestart verdwijnt de flitscompensatie-indicator en wordt er geen
flitscompensatie uitgevoerd.)
Wanneer u de flitser gebruikt met een externe kabel (pagina 84), dan wordt de
sterkte zelf gecorrigeerd, maar de waarde van de correctie op de flitser wordt
niet gereflecteerd in de Exif-gegevens van de camera.
Als de meting juist is op zowel de flitser als de camera, gaat de flitser af volgens
de som van beide waarden. Het LCD-scherm van de flitser toont echter alleen de
correctiewaarde die is ingesteld op de flitser.
NL
46
1 Druk het regelwiel naar links ( ).
2 Draai het regelwiel of druk het naar links of rechts om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
Instellingswaarden:
-3,0, -2,5, -2,0~ ±0,0~ +2,0, +2,5, +3,0 (stapjes van 0,5)
-3,0, -2,7, -2,3, -2,0~±0,0~+2,0, +2,3, +2,7, +3,0 (stapjes van 0,3)
U kunt de grootte van de instellingstapjes voor de sterkte wijzigen (0,5 of 0,3) in
de MENU-instellingen.
Voor de instelmethode zie "MENU instellingen" (pagina 88) en "Grootte van
sterkte-instellingstapjes wijzigen (0,5 of 0,3) [LEVEL STEP]" (pagina 94).
Geavanceerde bewerkingen
47
NL
Indirecte flits
Flitsen met een muur direct achter het onderwerp produceert een sterke schaduw op
de muur. Door de flitser op het plafond te richten kunt u het onderwerp met
gereflecteerd licht verlichten, waarmee de intensiteit van de schaduw wordt
verminderd en er een zachter licht op het scherm verschijnt.
Indirecte flits Normale flits
NL
48
Draai de flitser omhoog of naar links of rechts en houd de
camera stevig vast.
De indicator indirect flitsen rechtsboven in het scherm, verandert afhankelijk van
de indirect flitsstatus van de flitser.
: Niet indirect flitsen
: Alleen zijdelings flitsen
: Omhoog of zijdelings flitsen + omhoog flitsen
: Omlaag of zijdelings flitsen + omlaag flitsen
Wanneer de flitser naar boven wordt gedraaid, wordt het flitsbereik niet op het
LCD-scherm weergegeven. De hogesnelheidsync (pagina 58) wordt ook niet
weergegeven.
Gebruik voor het reflecteren van het flitslicht een wit plafond of witte muur. Een
gekleurd oppervlak kan het licht doen kleuren. Hoge plafonds of glas worden
niet aanbevolen.
Geavanceerde bewerkingen
49
NL
Aanpassen indirecte hoek
Het gelijktijdig gebruik van direct licht en indirect licht vanaf de flitser produceert
ongelijke belichting. Bepaal de hoek voor indirect licht in relatie tot de afstand met
het reflecterende oppervlak, de afstand van de camera tot het onderwerp, de
brandpuntsafstand van de lens enzovoort.
Voorbeelden van opnameomstandigheden:
afstand van camera tot reflecterende oppervlak
flitsbereik
brandpuntsafstand van de lens
Juist
Onjuist
NL
50
Wanneer de flitser naar boven weerkaatst
Bepaal de hoek in relatie tot de volgende tabel.
Gebruik van het plaatje voor indirect flitsen (voor flitser)
Met het plaatje voor indirect flitsen creëert u een schittering in de ogen van het
onderwerp en ziet het onderwerp er nog levendiger uit.
Het plaatje voor indirect flitsen wordt tegelijk met de groothoekadapter naar
buiten getrokken. Schuif de groothoekadapter terug.
Stel wanneer u het plaatje voor indirect flitsen gebruikt de weerkaatsingshoek in
op 90° naar boven.
Snelle verschuiving bij indirect flitsen
Wanneer u in de portretstand fotografeert, kunt u dezelfde indirecte flits instellen
als bij foto’s in de landschapspositie en ook het bedieningspaneel in de juiste
richting gebruiken.
Brandpuntsafstand van de lens Indirecte hoek
Minimaal 70 mm 30°, 45°
28 mm - 70 mm 60°
Maximaal 28 mm 75°, 90°
Geavanceerde bewerkingen
51
NL
90° zijwaarts flitsen
Wanneer de weerkaatsingshoek wordt ingesteld op 90° zijwaarts en 0° omhoog en u
fotografeert in de portretstand, kunnen de boven- en onderrand van de foto
donkerder worden. Gebruik in dit geval de ingebouwde groothoekadapter of stel de
weerkaatsingshoek in op 0° zijwaarts.
In deze status verschijnt de indicator voor indirect flitsen op het LCD-
scherm.
Wanneer de zoomflitsdekking is ingesteld op [AUTO] en u 90° zijwaarts flitst,
wordt de dekking automatisch op groothoek ingesteld. In dit geval is het
flitsbereik korter dan het bereik voor 0° zijwaarts flitsen.
NL
52
Gebruik van de adapter voor
indirect flitsen
Door het plaatsen van de meegeleverde adapter voor indirect flitsen kunt u het licht van de
flitser over een groter bereik verspreiden, waardoor u zachter licht krijgt en minder schaduwen.
Bevestigen van de adapter voor indirect flitsen
Plaats de adapter voor indirect flitsen in de richting van de pijl in de afbeelding en lijn
de klemmetjes op de adapter voor indirect flitsen uit met de uitsparingen in de flitser.
Houd de adapter voor indirect flitsen met het weggesneden gedeelte aan de
bovenkant vast zoals hieronder is afgebeeld, en controleer de richting met de
flitsbuis voordat u deze stevig vastmaakt. Een niet goede bevestiging kan leiden
tot een niet nauwkeurige meting.
OK
Geavanceerde bewerkingen
53
NL
Als u de adapter voor indirect flitsen bevestigt, verschijnt [BOUNCE
ADAPTOR] in de zoomindicator. (Wanneer u de ingebouwde groothoek
gebruikt, wordt [WIDE] ook weergegeven.)
De zoompositie is vergrendeld.
De adapter voor indirect flitsen verwijderen
Verwijder, wanneer u aan de hendel van de adapter voor indirect flitsen in de
richting van de pijl 1 trekt, de adapter voor indirect flitsen in de richting van pijl
2.
NL
54
Close-upfotografie
(omlaag flitsen)
Kantel de flitser enigszins omlaag voor flitsfotografie wanneer u voorwerpen
fotografeert tussen 0,7 m en 1,0 m van de camera om een juiste belichting te
garanderen.
Draai de flitser omlaag en houd de camera stevig vast.
De rotatiehoek is 10°.
verschijnt op het LCD-scherm.
Wanneer u fotografeert op een afstand korter dan 0,7 m, kan de flitser het
voorwerp niet volledig bedekken en zal de foto aan de onderkant donkerder zijn.
Gebruik een externe flitser, een dubbele macroflitser of ringverlichting.
U kunt alleen omlaag flitsen wanneer u de weerkaatsingshoek instelt op 0° of
90° zijwaarts.
Lange lenzen kunnen het flitslicht belemmeren.
Geavanceerde bewerkingen
55
NL
Handmatig flitsen (M)
De normale TTL-flitsmeting past de flitsintensiteit automatisch aan om de juiste
belichting van het onderwerp te verkrijgen. Handmatig flitsen betekent een vaste
flitsintensiteit, ongeacht de helderheid van het onderwerp en de camera-instelling.
Omdat bij handmatig flitsen het reflectievermogen van het onderwerp geen
invloed heeft, is deze optie handig bij onderwerpen met een extreem hoog of
laag reflectievermogen.
Handmatig flitsen is alleen mogelijk wanneer op de camera de M-modus is
ingesteld. In andere modi wordt automatisch TTL-meting geselecteerd.
Bij het gebruik van MENU-instellingen kan handmatig flitsen worden
geselecteerd zonder de M-modus in te stellen op de camera (pagina 93).
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [MANUAL].
TTL flitsmeting Meting bij handmatig flitsen
NL
56
2 Druk het regelwiel naar rechts (LEVEL).
3 Draai het regelwiel of druk het naar links of rechts om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
Instellingswaarden:
1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 (grootte van instelstapjes =
0,5 of 0,3)
De sterkte kan worden ingesteld op een waarde tussen 1/1 (helderst) en 1/
128 (donker). Het kan ook worden ingesteld op 1/256 (donkerst) als [HSS]
in de MENU-instellingen is ingesteld op [OFF].
Zelfs op de zelfde sterkte instelling, verschilt de indicator voor het niveau
afhankelijk of het niveau is verhoogd of verlaagd.
bijvoorbeeld
Druk het regelwiel naar links
1/1 1/1 (-0,3) 1/1 (-0,7) 1/2 ⋅ ⋅ ⋅
⋅ ⋅ ⋅ 1/128 (-0,3) 1/128 (-0,7) 1/256
Druk het regelwiel naar rechts
1/1 1/2 (+0,7) 1/2 (+0,3) 1/2 ⋅ ⋅ ⋅
⋅ ⋅ ⋅ 1/256 (+0,7) 1/256 (+0,3) 1/256
Met deze flitser kunt u de grootte van de sterkte instellingstapjes zo
wijzigen dat tot 25 niveaus aan lichtsterkte kunnen worden ingesteld. Voor
meer informatie over de grootte van de sterkte instellingstapjes, zie pagina
94.
Geavanceerde bewerkingen
57
NL
Wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt, verschijnt de afstand waarop de
juiste belichting wordt bereikt, op het LCD-scherm. Stel het diafragma in op de
weergegeven afstand tot de opnameafstand.
Als tijdens het fotograferen met handmatige flits de sterkte is ingesteld op 1/1,
flitst de flitser op volledige sterkte. Het bereik van de sterkte (bijvoorbeeld 1/
1t 1/2) komt overeen met het bereik van het diafragma (bijvoorbeeld F4 t
5,6).
De indicatie van het flitsbereik van de toets TEST (knippert groen) werkt niet
nadat een foto met handmatige flits is gemaakt.
Het flitsbereik wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt gebruikt,
met draadloos flitsen, als de communicatie met de camera uit staat of als een
externe camerakabel wordt gebruikt.
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
kleiner dan 1,0 m.
Als het flitsbereik minder is dan 1,0 m, kan het
onderste gedeelte van het beeld op het LCD-scherm
van de camera donker worden. Wijzig het flitsbereik
om het diafragma en de ISO-gevoeligheid af te stellen.
Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand
groter dan 28 m.
NL
58
Hogesnelheidsync (HSS)
Met hogesnelheidsync worden de beperkingen van de X-sync flitssluitertijd
opgeheven en wordt het mogelijk om de flitser te gebruiken in combinatie met het
volledige sluitertijdbereik van de camera. Met het grotere te selecteren
diafragmabereik wordt flitsfotografie met een groot diafragma mogelijk. Hierbij
blijft de achtergrond onscherp en wordt het onderwerp op de voorgrond benadrukt.
Zelfs wanneer u in de A- of M-modus met een grote f-stop fotografeert terwijl de
achtergrond zeer helder is en de opname normaal overbelicht zou zijn, kunt u de
belichting aanpassen door de hogesnelheidsluiter te gebruiken.
Zie voor meer informatie over instelling van de HSS-functies "MENU instellingen"
(pagina 88).
HSS werkt mogelijk niet afhankelijk van het model camera dat wordt gebruikt.
Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.
Hogesnelheidsync Normale flits
X-sync flitssluitertijd
Flitsfotografie wordt meestal geassocieerd met een kortste sluitertijd die ook
wel wordt aangeduid als de X-sync flitssluitertijd. Deze beperking is niet van
toepassing op camera’s die zijn ontworpen voor hogesnelheidsyncfotografie
(HSS), omdat hiermee flitsfotografie mogelijk is met de kortste sluitertijd van
de camera.
Geavanceerde bewerkingen
59
NL
Meervoudig flitsen (MULTI)
De flitser wordt een aantal keren geactiveerd terwijl de sluiter openstaat
(meervoudig flitsen). Met meervoudig flitsen kunt u beweging van het onderwerp
op een foto vastleggen voor latere analyse.
De camera moet op de M-modus worden ingesteld om meervoudig te kunnen
flitsen. In andere modi dan de M-modus van de camera, kan een juiste belichting
mogelijk niet worden verkregen.
Via MENU-instellingen kunt u de camera instellen voor meervoudig flitsen
zonder dat u de M-modus hoeft te selecteren (pagina 93).
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [MULTI].
2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te
geven.
3 Verplaats de cursor (gemarkeerd) naar de meervoudig
flitsen frequentie-indicator door het regelwiel omhoog,
omlaag, links of rechts te drukken.
NL
60
4 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16)
5 Wijzig de flitsfrequentie met het regelwiel.
Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde
Instellingswaarden:
100, 90, 80, 70, 60, 50, 40, 30, 20, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1
6 Druk het regelwiel omhoog of omlaag om de cursor te
verplaatsen en het aantal flitsen en de sterkte-instelling
tegelijkertijd te wijzigen.
Aantal keren flitsen
Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde
Instellingswaarden:
- -, 100, 90, 80, 70, 60, 50, 45, 40, 35, 30, 25, 20, 15, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2
Wanneer "--" is geselecteerd, wordt doorgegaan met flitsen op de ingestelde
frequentie terwijl de sluiter open is.
Sterkte
Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde
Instellingswaarden:
1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 (grootte van instelstapjes = 0,5 of 0,3)
De sterkte kan worden ingesteld op een waarde tussen 1/8 en 1/128
(donker). Het kan ook worden ingesteld op 1/256 (donkerst) als [HSS] in de
MENU-instellingen is ingesteld op [OFF].
U kunt de grootte van de sterkte instellingstapjes zo wijzigen dat tot 16
niveaus aan lichtsterkte kunnen worden ingesteld. Voor meer informatie
over de grootte van de sterkte instellingstapjes, zie pagina 94.
Geavanceerde bewerkingen
61
NL
7 Als de instelling is voltooid, drukt u op het midden van
het regelwiel om terug te keren naar het normale
indicatorscherm.
8 Stel de sluitertijd en het diafragma in.
De sluitertijd wordt als volgt berekend in overeenstemming met de
geselecteerde flitsfrequentie en het aantal flitsen.
Aantal flitsen (TIME) ÷ flitsfrequentie (Hz) = sluitertijd
Wanneer bijvoorbeeld tien flitsen en 5 Hz worden geselecteerd, is 10 ÷ 5 =
2 en is dus een sluitertijd van meer dan twee seconden nodig.
9 Wanneer de flitser volledig is opgeladen, drukt u op de
sluiterknop om de foto te maken.
De afstand waarop met één keer flitsen de juiste belichting wordt bereikt,
wordt op het LCD-scherm weergegeven.
(De afstand wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt
gebruikt, als de communicatie met de camera uit staat of als een externe
camerakabel wordt gebruikt)
Om trillingen te voorkomen wordt bij meervoudig flitsen het gebruik van
een statief aanbevolen.
De testflits flitst op de geselecteerde frequentie/het geselecteerde aantal/
niveau terwijl de toets TEST wordt ingedrukt als [1 TIME] wordt
geselecteerd in de MENU-instellingen. Wanneer [3 TIMES] of [4 SEC]
wordt geselecteerd, heeft drie keer flitsen of de modelleerflits van vier
seconden prioriteit.
NL
62
Maximumaantal continue flitsen
Het maximumaantal continue flitsen tijdens meervoudig flitsen wordt beperkt door
de lading in de batterij. Gebruik de volgende waarden als richtlijn.
Met alkalinebatterijen
Met Ni-MH-batterijen (bij 2500 mAh)
Het maximumaantal flitsen varieert, afhankelijk van het type en de staat van de
batterij. Wanneer een externe batterijadapter FA-EB1AM (optioneel) wordt
gebruikt, wordt het maximumaantal flitsen verhoogd boven de hierboven
vermelde waarden.
Sterkte
Flitsfrequentie (Hz)
100908070605040302010987654321
1/8
44444444466666781015100*
1/16
88888888810101010152025100*100*100*
1/32
16 16 16 17 17 17 18 19 20 35 40 45 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
30 30 30 30 30 30 35 40 50 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128
50 60 60 60 65 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/256
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
100* geeft meer dan 100 aan.
Sterkte
Flitsfrequentie (Hz)
100908070605040302010987654321
1/8
4444445557777101015100*100*100*
1/16
88899910101020203540100*100*100*100*100*100*
1/32
17 17 17 17 18 18 20 20 25 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
30 30 32 32 32 40 45 60 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128
60 60 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/256
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
100* geeft meer dan 100 aan.
Geavanceerde bewerkingen
63
NL
Modus voor draadloos flitsen (WL)
Met deze flitser is de volgende draadloze flitsfotografie mogelijk.
[A] Draadloze flitsfotografie (HVL-F60M: externe flitser)
De ingebouwde flitser van de camera is de afstandsbedieningsflitser (de flitser
die het besturingslicht uitstraalt) en de HVL-F60M is de externe flitser (de
flitser die niet bij de camera is).
[B] Draadloze flitsfotografie (HVL-F60M: afstandsbesturingsflitser)
De HVL-F60M is de afstandsbedieningsflitser en een andere flitser is de
externe flitser.
[C] Meervoudig draadloze flitsfotografie met regeling
belichtingsverhouding
Door gebruik te maken van de HVL-F60M als de afstandsbedieningsflitser
kan een camera die regeling belichtingsverhouding ondersteunt, een aantal
externe flitsers groeperen en de belichtingsverhouding regelen.
Normale flits Draadloos flitsen [A], [B]
Draadloos flitsen [C]
(Regeling belichtingsverhouding)
NL
64
Bereik draadloos flitsen
Het lichtsignaal van de ingebouwde flitser wordt door de draadloze flitser gebruikt
om de externe flitser te activeren. Houd rekening met de volgende punten bij het
plaatsen van de camera, de flitser en het onderwerp.
Fotografeer op donkere plaatsen binnenshuis.
Plaats de externe flitser binnen het grijze gebied in het volgende diagram.
Afstand tussen camera en onderwerp
(zie tabel 1)
Afstand tussen flitser en
onderwerp
(zie tabel 2)
Plaats de flitser niet direct achter
het onderwerp
Plaats de camera en flitser binnen
een straal van 1 m tot 5 m van het
onderwerp
Geavanceerde bewerkingen
65
NL
Afstand camera-HVL-F60M-onderwerp
De afstanden in de bovenstaande tabel gaat uit van het gebruik van ISO 100.
Indien ISO 400 wordt gebruikt, dan moeten de afstanden worden
vermenigvuldigd met een factor twee (ga uit van een limiet van 5 m).
Het flitsbereik wordt niet op het LCD-scherm weergegeven wanneer u draadloos
flitst.
Afstand camera -
onderwerp
(Tabel 1)
Afstand HVL-F60M-onderwerp
(Tabel 2)
Anders dan HSS HSS
Sluitertijd
Alle sluitertijden
Syncsnelheid of
trager
1/250 sec 1/500 sec 1/1000 sec 1/2000 sec
Diafragma
2,8
1,4 - 5 1 - 5 1 - 4 1 - 2,8 1 - 2 1 - 1,4
4
1 - 5 1 - 5 1 - 2,8 1 - 2 1 - 1,4
5,6
1 - 5 1 - 5 1 - 2 1 - 1,4
Eenheden: m
NL
66
De mini-standaard openen en sluiten
De mini-standaard kan worden ingeklapt en moet tijdens gebruik zijn geopend.
Het bevestigen en verwijderen van de
mini-standaard
Gebruik de bijgeleverde mini-standaard wanneer de flitser op afstand van de
camera wordt gebruikt.
Bevestiging Verwijdering
Zie ook "De flitser bevestigen en verwijderen" (pagina 20).
U kunt de flitser op een statief bevestigen met de daarvoor bestemde
bevestigingsopeningen in de mini-standaard. Gebruik het statief dat is voorzien
van de schroef kleiner dan 5,5 mm. Omdat op het statief dat is voorzien met de
schroef groter dan 5,5 mm de mini-standaard niet stevig kan worden bevestigd,
kan de mini-standaard beschadigd raken.
Geavanceerde bewerkingen
67
NL
Wanneer de mini-standaard in twee stukken breekt, bevestigt u het onderdeel
met de as in het andere onderdeel.
NL
68
[A] Draadloze flitsfotografie met de
HVL-F60M als de externe flitser
Gebruik alleen een externe flitser, met het licht van de ingebouwde flitser als
signaal.
1 Bevestig de flitser op de camera en schakel de flitser
en de camera in.
2 Stel de camera in op draadloos flitsen (WL).
De instelmethode verschilt per gebruikte camera. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Wanneer de camera is ingesteld op draadloos flitsen wijzigt de flitser
automatisch naar draadloos en verschijnt het normale indicatorscherm van
de WL RMT-modus.
De informatie van het flitskanaal wordt naar de camera verzonden. (Als de
[WL CTRL] flitsmodusindicator wordt weergegeven, wijzigt u deze naar
[WL RMT] op het MODE-scherm.)
3 Verwijder de flitser van de camera en klap de
ingebouwde flitser uit.
Controleer of de flitsmodusweergave op het LCD-scherm voor de flitser
[WL RMT] weergeeft.
4 Selecteer de draadloze afstandsbedieningsinstelling
van de flitser.
Zie pagina 71 voor meer informatie.
Als op dat moment de draadloze afstandsbedieningsinstelling MANUAL
REMOTE of MANUAL REMOTE 2 is, kunt u handmatig de sterkte
aanpassen. (Zie de draadloze afstandsbedieningsinstellingtabel op pagina
72)
Ingebouwde flitser
HVL-F60M
Geavanceerde bewerkingen
69
NL
5 Stel de camera en de flitser op.
Stel de camera en de flitser op in een donkere locatie, zoals binnen.
Zie pagina 64 voor meer informatie.
6 Zorg ervoor dat de ingebouwde flitser en de flitser
volledig zijn opgeladen.
Het ingebouwde lampje voor volledig opgeladen verschilt per camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de camera voor meer informatie.
De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje
wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos
flitsen.
Wanneer u de flitser gebruikt als een draadloze flitser, kunt u hem instellen
op het geven van een piepje als het laden is voltooid en wanneer de meting
is voltooid. (Volledige laadtijd: ongeveer 0,6 seconde; Volledige meettijd:
ongeveer 0,1 seconde). Voor meer informatie, zie "De piepfunctie instellen
in de draadloze afstandsbedieningsmodus [BEEP]" in "MENU instellingen"
(pagina 92).
NL
70
7 Gebruik test-flitsen om de flitser te controleren.
Tijdens draadloos flitsen verschilt de test-flitsmethode afhankelijk van de
gebruikte camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor
meer informatie.
Wanneer de test-flits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de
flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening op de camera.
8 Controleer opnieuw of de ingebouwde flitser en de
externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de
sluiterknop om de foto te maken.
Geavanceerde bewerkingen
71
NL
Draadloos flitsen alleen via de flitser
instellen
Wanneer u de draadloze flitser hebt ingesteld in stap [A] en dezelfde combinatie
van camera en flitser gebruikt zonder dat u een ander draadloos kanaal kiest, kunt u
de flitser en camera ook afzonderlijk op draadloos instellen.
Camera-instelling:
Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Flitserinstelling:
Stel de flitsmodus van de flitser in op draadloze afstandsbedieningsflitser (WL
RMT) en selecteer dan de meetopties en groepen voor extern gebruik.
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te
geven en selecteer [WL RMT].
2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te
geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag, naar
links of rechts om de indicator voor de draadloze
afstandsbedieningsinstelling te selecteren.
3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16)
NL
72
4
Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om
de cursor te verplaatsen en stel de meting en groepen
in op afstandsbedieningsmodus.
Draaien: Wijzigt de instellingswaardeOmhoog of omlaag: Wijzigt de
instellingswaarde
Midden: Stelt de waarde in en keert terug naar het normale indicatorscherm
Instellingstabel voor draadloze afstandsbediening
Als [WL CTRL] (flitsmodusinstelling van draadloze
afstandsbedieningsflitser) in de MENU-instellingen is ingesteld op [CTRL],
dan zal de externe groep van de instellingen van de draadloze
afstandsbedieningsflitser op dezelfde wijze werken ongeacht of het
REMOTE of REMOTE 2 is.
Als de flitsmodus in de instellingen van de draadloze
afstandsbedieningsflitser [TTL] is, wordt flitscompensatie niet
weergegeven.
5 Wijzig het zoom- en sterkteniveau op dezelfde wijze
indien dit nodig is.
Voor meer informatie over elk vaste instellingenscherm, zie "Handmatig
zoomen" (pagina 42) en "Handmatig flitsen (M)" (pagina 55).
Wanneer de draadloze afstandsbedieningsflitser is ingesteld, is de minimale
sterkte 1/128 ongeacht of HSS in de MENU-instellingen is ingesteld op ON
of OFF.
Wanneer de instelling voor de draadloze afstandsbedieningsflitser is
ingesteld op TTL, kunt u alleen de zoom wijzigen.
Instellingswaarde: Flitsmodus Groep in extern gebruik
TTL REMOTE TTL [REMOTE] groep
TTL REMOTE 2 TTL [REMOTE 2] groep
MANUAL REMOTE MANUAL [REMOTE] groep
MANUAL REMOTE 2 MANUAL [REMOTE 2] groep
Indicator Zoom Indicator voor het niveau van de sterkte
Geavanceerde bewerkingen
73
NL
6 Nadat u klaar bent met de wijzigingen, drukt u op het
midden van het regelwiel om de waarden in te stellen
en terug te keren naar het normale indicatorscherm.
Controleer of het draadloze kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal
is ingesteld als de afstandsbedieningsflitser. Zie voor meer informatie over
instelling van het draadloze kanaal "MENU instellingen" (pagina 88).
Wanneer u de flitser gebruikt als een draadloze flitser, kunt u hem instellen
op het geven van een piepje als het laden is voltooid en wanneer de meting
is voltooid. (Tijd tot volledig laden: ongeveer 0,6 seconde; Tijd tot volledig
meten: ongeveer 0,1 seconde). Voor meer informatie, zie "De piepfunctie
instellen in de draadloze afstandsbedieningsmodus [BEEP]" in "MENU
instellingen" (pagina 92).
NL
74
[B] Draadloze flitsfotografie met de
HVL-F60M als de
afstandsbedieningsflitser
Bij gebruik van de DSLR-A900, DSLR-A850, DSLR-A700, SLT-A99V/SLT-A99,
SLT-A77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of
NEX-6, kunt u draadloze flitsfotografie uitvoeren door gebruik te maken van meer
dan 2 flitsers, één als een afstandsbedieningsflitser en één als externe flitser.
Gebruik de HVL-F60M als afstandsbedieningsflitser.
(Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.)
Indien u een HVL-F56AM of HVL-F36AM als externe flitser gebruikt bij
gebruik van een DSLR-A900, DSLR-A850, SLT-A99V/SLT-A99, SLT-A77V/
SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6
camera, dan dient u de afstandsbedieningsflitsermodus van deze flitser in te
stellen op [CTRL].
Zie voor meer informatie over het instellen van de afstandsbedieningsflitsmodus
"MENU instellingen" op pagina 88.
1 Stel de camera, de flitser (afstandsbediening) en de
externe flitser in op draadloos flitsen.
Camera-instelling:
Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Deze flitser
Externe flitser
Geavanceerde bewerkingen
75
NL
Instelling afstandsbedieningsflitser:
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer
te geven en selecteer [WL CTRL].
2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer
te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag,
naar links of rechts om de indicator voor de
draadloze besturingsinstelling te selecteren.
3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm.
(pagina 16)
4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag
om de cursor te verplaatsen en selecteer [RATIO:
OFF].
Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde
Midden: Stelt de waarde in en keert terug naar het normale
indicatorscherm
Instellingswaarden:
RATIO: OFF
maakt draadloze flitsfotografie met slechts één
afstandsbedieningsflitser mogelijk.
De flitser van de afstandsbediening straalt alleen het regellicht voor
de draadloze afstandsbedieningsflitser uit.
NL
76
TTL RATIO: ON
Maakt draadloze flitsfotografie met regeling van de
belichtingsverhouding mogelijk.
MANUAL RATIO: ON
Maakt draadloze flitsfotografie met regeling van de
belichtingsverhouding mogelijk. Het flitsen van de
afstandsbedieningsflitser kan handmatig worden ingesteld.
[MANUAL RATIO: ON] kan worden ingesteld als de camera in M
(handmatig) modus is.
Het kan ook beschikbaar zijn als de camera niet in M-modus is, als
[MANUAL MODE] in de MENU-instellingen van de flitser (pagina
93) is ingesteld op [PASM].
Wanneer [MANUAL MODE] is ingesteld op [MANUAL] en de
camera in M-modus is, toont de instelling [MANUAL RATIO: ON]
tijdelijk [MANUAL RATIO: ON] zo lang als de communicatie met de
camera uit staat. Als communicatie met de camera start, wijzigt het
scherm naar [TTL RATIO: ON].
De zoomindicator wordt niet weergegeven als [RATIO: OFF] is
ingesteld.
Instelling externe flitser:
Stel uw flitser in op WL RMT-modus. Zie pagina 71, als u deze flitser gebruikt
als een externe flitser. (Na het instellen in de WL RMT-modus, zet u de
indicator voor de draadloze afstandsbedieningsinstelling op [TTL REMOTE]
of [MANUAL REMOTE].) Als u een andere flitser gebruikt, raadpleeg dan de
gebruiksaanwijzing die bij die flitser is geleverd.
2 Bevestig de afstandsbedieningsflitser op de camera en
schakel de camera, de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser in.
3 Stel de camera in met de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser.
Zie pagina 64 voor meer informatie.
Geavanceerde bewerkingen
77
NL
4 Controleer of de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser volledig zijn opgeladen.
De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje
wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos
flitsen.
5 Gebruik testflitsen om de flitser te controleren.
De methode voor testflitsen is afhankelijk van de gebruikte camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Wanneer de testflits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de
flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening op de camera. Controleer ook of het draadloze
kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal is ingesteld als dat van de
afstandsbedieningsflitser.
6 Controleer opnieuw of de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de
sluiterknop om de foto te maken.
Zelfs als draadloze besturingsinstelling is ingesteld op [RATIO: OFF]
(regeling van de belichtingsverhouding uit), knippert de
afstandsbedieningsflitser om een signaal te verzenden.
NL
78
[C] Meervoudig draadloze
flitsfotografie met regeling
belichtingsverhouding
Bij gebruik van de DSLR-A900, DSLR-A850, DSLR-A700, SLT-A99V/SLT-A99,
SLT-A77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of
NEX-6, kunt u draadloze flitsfotografie uitvoeren terwijl u de
belichtingsverhouding regelt tussen maximaal 3 groepen inclusief de
afstandsbedieningsflitser en twee groepen externe flitsers.
(Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.)
Afstandsbedieningsflitser: HVL-F60M (deze flitser)
Externe flitsers:
HVL-F60M (deze flitser), HVL-F58AM, HVL-F43AM, HVL-F42AM
Deze flitser kan worden ingesteld in 2 groepen (REMOTE en REMOTE 2).
Elke combinatie van deze flitser of een HVL-F58AM, HVL-F43AM of HVL-
F42AM kan worden gebruikt in de REMOTE groep. Elke combinatie van deze
flitser ingesteld op [REMOTE 2] , of een HVL-F58AM of HVL-F43AM kan
worden gebruikt in de REMOTE 2 groep.
* Op een HVL-F58AM of HVL-F43AM, wordt de REMOTE groep
weergegeven als [RMT] en de REMOTE 2 groep weergegeven als [RMT2].
Een HVL-F42AM ingesteld op draadloos (externe flitser) wordt herkend door de
REMOTE groep. Voor draadloze flitsfotografie met 3 groepen, moet u daarom
deze flitser, een HVL-F58AM of een HVL-F43AM gebruiken, die kan worden
ingesteld voor de REMOTE 2 groep.
Deze flitser
(Afstandsbediening
sflitser)
Externe flitser
(REMOTE 2)
Externe flitser
(REMOTE)
Geavanceerde bewerkingen
79
NL
Bij gebruik van een DSLR-A900, DSLR-A850, SLT-A99V/SLT-A99, SLT-
A77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6
camera, kunt u HVL-F56AM of HVL-F36AM flitsers gebruiken als externe
flitsers. Stel de flitsmodus van de afstandsbediening in op [CTRL]. HVL-
F56AM en HVL-F36AM externe flitsers worden herkend als zijnde in de
REMOTE groep, dus u kunt de belichtingsverhouding van maximaal twee
groepen alleen regelen met deze flitser, een HVL-F43AM of een HVL-F58AM
als afstandsbedieningsflitser. Zie, voor meer informatie over het instellen van de
flitsmodus van de afstandsbediening "De draadloze
afstandsbedieningsflitsermodus instellen [WL CTRL]" in "MENU instellingen"
(op pagina 92).
Voor draadloze flitsfotografie met regeling van de belichtingsverhouding, wordt
de algehele belichtingsverhouding weergegeven door de indicator voor de
regeling van de draadloze belichtingsverhouding op het LCD-scherm.
bijvoorbeeld)
Wanneer een weergave [4:2:1] is, flitst de flitser van elke groep met een sterkte van 4/
7, 2/7 en 1/7 van het geheel.
1 Stel de camera, de flitser (afstandsbediening) en de
(externe) flitser in op draadloos flitsen.
Camera-instelling:
Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Instelling afstandsbedieningsflitser:
1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer
te geven en selecteer [WL CTRL].
2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer
te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag,
naar links of rechts om de indicator voor de
draadloze besturingsinstelling te selecteren.
NL
80
3
Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm.
(pagina 16)
4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag
om de cursor te verplaatsen en selecteer [TTL
RATIO: ON] of [MANUAL RATIO: ON].
Zie stap 4 op pagina 75 voor meer informatie.
Draaien: Wijzigt de instellingswaardeOmhoog of omlaag: Wijzigt de
instellingswaarde
Instellingswaarden: RATIO: OFF, TTL RATIO: ON, MANUAL
RATIO: ON
5 Nadat de instelling is voltooid, drukt u op het
midden van het regelwiel om terug te keren naar het
normale indicatorscherm.
6 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer
te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag,
naar links of rechts om de indicator voor de
draadloze regeling van de belichtingsverhouding te
selecteren.
Geavanceerde bewerkingen
81
NL
7 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste
instellingenscherm weer te geven.
U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm.
(pagina 16)
8 Gebruik het regelwiel om de belichtingsverhouding
van elke groep te wijzigen.
Draaien: Wijzigt de instellingswaarde
Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Verplaatst de cursor
Instellingswaarden: 16, 8, 4, 2, 1, -
9 Nadat de instelling is voltooid, drukt u op het
midden van het regelwiel om terug te keren naar het
normale indicatorscherm.
Indien [MANUAL RATIO: ON] is geselecteerd, knippert de externe
flitser volgens de instelling van de belichtingsverhouding, maar alleen
de afstandsbedieningsflitser flitst op het niveau dat handmatig is
ingesteld met LEVEL.
Instelling externe flitser:
Stel uw flitser in op WL RMT-modus. Zie pagina 71, als u deze flitser
gebruikt als een externe flitser. Als u een andere flitser gebruikt,
raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing die bij die flitser is geleverd.
NL
82
2 Bevestig de afstandsbedieningsflitser op de camera en
schakel de camera, de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser in.
3 Stel de camera in met de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser.
Zie pagina 64 voor meer informatie.
4 Controleer of de afstandsbedieningsflitser en de
externe flitser volledig zijn opgeladen.
De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje
wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos
flitsen.
5 Gebruik testflitsen om de flitser te controleren.
De methode voor testflitsen is afhankelijk van de gebruikte camera.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Wanneer de testflits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de
flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening op de camera. Controleer ook of het draadloze
kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal is ingesteld als dat van de
afstandsbedieningsflitser.
6 Controleer opnieuw of de afstandsbedieningsflitser en
de externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de
sluiterknop om de foto te maken.
Geavanceerde bewerkingen
83
NL
Opmerkingen over draadloos flitsen
U kunt geen flitsmeter of kleurmeter gebruiken bij de modus voor draadloos
flitsen omdat de ingebouwde flitser van de camera vooraf flitst.
De testflits voor draadloos flitsen wordt in de op dat moment geselecteerde
testflitsmodus uitgevoerd. Er wordt één keer geflitst bij [1 TIME] en drie keer
geflitst bij [3 TIMES]. Er wordt vier seconden continu geflitst bij [4 SEC]. Zie,
voor meer informatie over testflitsen "MENU instellingen" (pagina 88).
De zoompositie voor de HVL-F60M wordt automatisch ingesteld op 24 mm.
Een andere zoompositie dan 24 mm wordt afgeraden.
Bij draadloos flitsen wordt de ADI-meting geannuleerd en wordt automatisch
P-TTL-flitsmeting gebruikt (pagina 35).
Meervoudig flitsen kan niet worden gebruikt.
Als in de buurt een andere draadloze flitser wordt gebruikt, kunt u het kanaal
wijzigen in de MENU-instellingen om interferentie te voorkomen (pagina 88).
Wanneer u fotografeert met de draadloze flitser, kan de flitser soms per ongeluk
afgaan als gevolg van statische elektriciteit of elektromagnetische storing.
Wanneer deze niet wordt gebruikt, drukt u op de MODE-toets en selecteert u
[ ] om de -modus in te stellen (flitser uit).
De flitser kan in zeldzame gevallen niet goed belichten, omdat het lichtsignaal
het onderwerp enzovoort niet bereikt als gevolg van de positie waarin de
draadloze flitser is geïnstalleerd. In dit geval kunt u een onjuiste belichting
voorkomen door de installatiepositie van de draadloze flitser aan te passen of de
instelling voor het kanaal voor draadloos flitsen in de MENU-instellingen aan te
passen (pagina 88).
U kunt verschillende externe flitsers tegelijk gebruiken.
De externe flitser flitst met de sterkte die voor elke flits wordt ingesteld als de
externe flitser in de handmatige modus staat.
NL
84
Camera en flitser aansluiten met
een kabel
Met de externe kabels FA-CC1AM (optioneel) is het mogelijk te fotograferen met
flitsers die niet op de camera zijn bevestigd. U kunt maximaal vier flitsers op elkaar
aansluiten. Wanneer u kunt fotograferen zonder rekening te houden met de posities
van de flitsers, hebt u grote vrijheid om verschillende schaduweffecten in het
onderwerp te creëren.
Flitsers met extra aansluitingen kunnen rechtstreeks worden aangesloten.
Indien u een camera gebruikt die compatibel is met een multi-interfaceschoen,
gebruik dan een schoenadapter om de camera te bevestigen aan de FA-CC1AM.
1 Verwijder het kapje voor de aansluiting.
2 Sluit de kabel op de extra aansluiting aan.
Geavanceerde bewerkingen
85
NL
In deze modus wordt de ADI-meting geannuleerd en wordt automatisch
TTL-voorflitsmeting gebruikt (pagina 35).
Hogesnelheidsync is niet beschikbaar als de flitser is aangesloten op een
externe camerakabel FA-CC1AM (optioneel) en de camera in P-modus is.
Alle flitsers hebben dezelfde sterkte in de TTL-modus.
Tijdens het fotograferen met een externe kabel wordt de
afstandsbedieningsmodus automatisch geannuleerd. U kunt dan niet flitsen
met regeling van de belichtingsverhouding.
NL
86
De externe batterijadapter
gebruiken
U kunt externe batterijadapter FA-EB1AM (optioneel) als extra voeding gebruiken.
1 Verwijder het kapje voor de aansluiting.
2 Sluit de stekker van de verbindingskabel op de
aansluiting van de externe voeding aan.
Gebruik een externe batterijadapter of kabel voor deze flitser voor de
aansluiting op de externe voeding of op de extra aansluitingen.
Geavanceerde bewerkingen
87
NL
AF-lamp
Wanneer het lichtniveau laag is of het onderwerp weinig contrast heeft en de
sluiterknop gedeeltelijk wordt ingedrukt om automatisch scherp te stellen, gaat de
rode lamp aan de voorzijde van de flitser branden. Dit is de AF-lamp die als
hulpmiddel wordt gebruikt voor de automatische scherpstelling.
De AF-lamp flitst zelfs als de flitser is ingesteld op [ ] (flitser uit)-modus.
De AF-lamp van de camera werkt niet zolang de AF-lamp van de flitser wordt
gebruikt.
De AF-lamp werkt niet zolang doorlopend automatisch scherpstellen wordt
gebruikt in de scherpstelmodus (bij doorlopend scherpstellen op een bewegend
onderwerp).
De AF-lamp werkt mogelijk niet wanneer de brandpuntsafstand van de lens
groter is dan 300 mm. De flitser werkt niet als deze van de camera is verwijderd.
De AF-lamp kan mogelijk niet flitsen, afhankelijk van uw camera.
De AF-lamp flitst niet als de LED-lamp aan staat.
NL
88
MENU instellingen
Het MENU-scherm toont diverse instellingen voor deze flitser. U kunt deze
instellingen makkelijk wijzigen op het MENU-scherm.
U kunt de volgende 12 onderdelen aanpassen.
Pagina
nr.
Onderdeel Instellingsbeschrijving Waarden
1
HSS Zet hogesnelheidsync aan en uit
en wijzigt de instelling van het
belichtingsniveau
ON, OFF
1
WL CH Kanaal in draadloze
flitsfotografie
CH1, CH2,
CH3, CH4
1
WL CTRL Flitsmodus in draadloze
afstandsbedieningsmodus
CTRL+,
CTRL
1
BEEP Piepfunctie na het flitsen indien
in draadloze
afstandsbedieningsmodus
HIGH, LOW,
OFF
1
MANUAL
MODE
Cameramodus waarmee
handmatig flitsen of meervoudig
flitsen mogelijk is
MANUAL,
PASM
2
TEST Aantal keren waarop de testflits
flitst
1 TIME, 3
TIMES, 4 SEC
2
POWER
SAVE
Tijd tot batterij besparen 30 SEC, 3
MIN, 30 MIN,
OFF
1Pagina nr.
2Menu-onderdeel
3Huidige instellingswaarde
4Menu-onderdeel tijdens
instelling
5Instellingswaardevenster
Geavanceerde bewerkingen
89
NL
* De onderstreepte waarden zijn de standaard instellingen. [MEMORY] en
[RESET] hebben geen standaard instelling.
MENU-instellingen uitvoeren
De MENU-instellingen zijn als volgt gewijzigd.
1 Druk op de toets MENU om het scherm MENU weer te
geven.
2 Gebruik het regelwiel om het menu-onderdeel te
selecteren dat u wilt instellen.
Draaien: Verplaatst de cursor omhoog en omlaag
Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde
Links of rechts: Beweegt tussen pagina's op het MENU-scherm
3 Druk in het midden van het regelwiel om het
instellingenvenster weer te geven.
2
WL POWER
SAVE
Tijd tot batterij besparen bij
draadloze werking
60 MIN
, OFF
2 m/ft De unit van de afstandsindicator m, ft
2
LEVEL STEP Grootte van sterkte-
instellingstapjes (0,5 of 0,3)
0.3 EV, 0.5
EV
3
MEMORY Slaat de modus en de
instellingswaarden op
1, 2, CANCEL
3
RESET Initialiseert de
instellingswaarden
OK, CANCEL
Pagina
nr.
Onderdeel Instellingsbeschrijving Waarden
NL
90
4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om
een instellingswaarde in te stellen en druk op het
midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten.
Het instellingenvenster lezen
: Huidig ingestelde waarde
: Menu-onderdeel dat momenteel wordt ingesteld (verschijnt op de grens
tussen het menu-onderdeel en het instellingenvenster)
5 Druk op de MENU-toets om de waarde in te stellen en
terug te keren naar het normale indicatorscherm.
MENU instellingen worden opgeslagen zelfs als u de flitser uitzet of de
batterijen verwijdert.
Geavanceerde bewerkingen
91
NL
Informatie over MENU-instellingen
Hogesnelheidsync instellen [HSS]
Instellingswaarden: ON, OFF
Als de sluitertijd korter is ingesteld dan de X-sync flitssluitertijd, wordt deze
flitser automatisch op hogesnelheidsync ingesteld. De X-sync flitssluitertijd kan
verschillen, afhankelijk van de camera. Raadpleeg voor meer informatie over de
X-sync flitssluitertijd de gebruiksaanwijzing van uw camera.
Het wordt aanbevolen om foto’s te maken op locaties met veel licht.
Hogesnelheidsync kan niet worden gebruikt met indirect flitsen.
Het wordt niet aanbevolen bij hogesnelheidsync een flitsmeter of kleurenmeter
te gebruiken, omdat u dan de juiste belichting en kleur niet kunt bereiken.
Het flitsbereik wordt korter dan bij normale flitsfotografie wanneer
hogesnelheidsync wordt gebruikt. Controleer of het onderwerp binnen het
flitsbereik valt.
U kunt hogesnelheidsync ook gebruiken bij draadloos flitsen.
Als u [OFF] selecteert, wordt de hogesnelheidsync afgebroken. Als de
hogesnelheidsync wordt afgebroken, kan de sluitertijd niet korter worden
ingesteld dan de X-sync flitssluitertijd.
De minimale sterkte-instelling wijzigt, en hangt ervan af of HSS is ingesteld op
ON of OFF.
HSS-instelling ON: Kan zo klein worden ingesteld als 1/128
HSS-instelling OFF: Kan zo klein worden ingesteld als 1/256
Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u
naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde
plaatselijke Sony-verkooppunt.
Het draadloze kanaal wijzigen [WL CH]
Instellingswaarden: CH1, CH2, CH3, CH4
Bevestig de flitser op de camera en druk de sluiterknop gedeeltelijk in na het
wijzigen van het kanaal.
Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser,
gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of
bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.
NL
92
De draadloze afstandsbedieningsflitsermodus instellen
[WL CTRL]
Instellingswaarden: CTRL+, CTRL
Wanneer u deze flitser gebruikt als een draadloze afstandsbedieningsflitser,
selecteert u een van de [CTRL+] of [CTRL] afstandsbedieningsflitsermodi,
afhankelijk van het type externe flitser.
[CTRL+]:
Selecteer deze modus wanneer u de HVL-F60M/HVL-F58AM/HVL-F43AM/
HVL-F42AM als externe flitser gebruikt.
[CTRL]:
Selecteer deze modus wanneer u de HVL-F56AM/HVL-F36AM als externe
flitser gebruikt.
De piepfunctie instellen in de draadloze
afstandsbedieningsmodus [BEEP]
Instellingswaarden: HIGH, LOW, OFF
Als u de flitser gebruikt als een draadloze externe flitser, dient u in te stellen of het
apparaat piept na het flitsen.
Wanneer [HIGH] is ingesteld, is de piep luid. Wanneer [LOW] is ingesteld, is de
piep zacht.
Als [HIGH] of [LOW] is ingesteld, dan wordt [BEEP] weergegeven op het
normale indicatorscherm in WL RMT-modus.
Geavanceerde bewerkingen
93
NL
De opnamemodus instellen om handmatig flitsen (M) of
meervoudige flitsfotografie [MANUAL MODE] in te
schakelen
Instellingswaarden: MANUAL, PASM
Wanneer [MANUAL] is geselecteerd, dan kan de flitser alleen handmatig en
meervoudig flitsen uitvoeren in de M (handmatig) modus van de camera.
Wanneer [PASM] wordt geselecteerd, mogen in alle opnamemodi van de
camera handmatig flitsen en meervoudig flitsen worden gebruikt. De juiste
belichting wordt mogelijk niet verkregen met fotografie in alle andere modi dan
de M-modus van uw camera. U kunt dus het beste de M-modus van uw camera
gebruiken.
Als [PASM] is geselecteerd, blijft deze flitser in de handmatige flitsmodus, zelfs
as de opnamemodus van de camera is gewijzigd naar AUTO (automatische
modus).
Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kuntt u mogelijk alleen de flitser
uit selecteren. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw camera.
De testflitsmodus instellen [TEST]
Instellingswaarden: 1 TIME, 3 TIMES, 4 SEC
[1 TIME] : flitst één keer op het ingestelde lichtniveau.
[3 TIMES] : flitst drie keer op een specifieke snelheid.
[4 SEC] :flitst vier seconden op een specifieke snelheid.
De tijd instellen tot batterijbesparingsstand [POWER
SAVE]
Instellingswaarden: 30 SEC, 3 MIN, 30 MIN, OFF
[30 SEC] : na 30 seconden wordt overgeschakeld naar de
batterijbesparingstand.
[3 MIN] : na 3 minuten wordt overgeschakeld naar de batterijbesparingstand.
[30 MIN] : na 30 minuten wordt overgeschakeld naar de
batterijbesparingstand.
[OFF] : de batterijbesparingstand wordt uitgeschakeld.
NL
94
Tijd tot de batterijbesparingstand bij draadloze werking
[WL POWER SAVE]
Instellingswaarden: 60 MIN, OFF
[60 MIN] : na 60 minuten wordt overgeschakeld naar de
batterijbesparingstand.
[OFF] : de batterijbesparingstand wordt uitgeschakeld.
De unit van de afstandsindicator instellen [m/ft]
Instellingswaarden: m, ft
m: unit is meters
ft: unit is feet
Grootte van sterkte-instellingstapjes wijzigen (0,5 of 0,3)
[LEVEL STEP]
Instellingswaarden: 0.3 EV, 0.5 EV
[0.3 EV]: Sterkte wordt gewijzigd in stapjes van 0,3
[0.5 EV]: Sterkte wordt gewijzigd in stapjes van 0,5
stapjes van 0.3 EV
Druk op het regelwiel of draai het naar rechts
(om de sterkte te verhogen)
1/256 1/256 (+0,3) 1/256 (+0,7) 1/128⋅ ⋅
1/4 (+0,7) 1/2 1/2 (+0,3) 1/2 (+0,7) 1/1
Druk links op het regelwiel of draai het naar links
(om de sterkte te verlagen)
1/256 1/128 (-0,7) 1/128 (-0,3) 1/128 ⋅ ⋅ ⋅
1/2 (-0,3) 1/2 1/1 (-0,7) 1/1 (-0,3) 1/1
stapjes van 0.5 EV
Druk op het regelwiel of draai het naar rechts
(om de sterkte te verhogen)
1/256 1/256 (+0,5) 1/128 1/128 (+0,5) ⋅ ⋅ ⋅
1/4 (+0,5) 1/2 1/2 (+0,5) 1/1
Geavanceerde bewerkingen
95
NL
Druk links op het regelwiel of draai het naar links
(om de sterkte te verlagen)
1/256 1/128 (-0,5) 1/128 1/64 (-0,5) ⋅ ⋅ ⋅
1/2 (-0,5) 1/2 1/1 (-0,5) 1/1
In de volgende gevallen verschilt de indicator afhankelijk van of het niveau wordt
verhoogd of verlaagd, maar de sterkte van de flits blijft hetzelfde.
bijv. 1/1 (-0,7) and 1/2 (+0,3); 1/1 (-0,5) and 1/2 (+0,5)
NL
96
Modus/instellingen opslaan [MEMORY]
Instellingswaarden: 1, 2, CANCEL
[1]: Slaat de huidige instellingsgegevens op in [MR 1] op het MODE-scherm
[2]: Slaat de huidige instellingsgegevens op in [MR 2] op het MODE-scherm
[CANCEL]: Keert terug naar het vorige venster zonder op te slaan.
Gegevens die kunnen worden opgeslagen:
Flitsmodus
Sterkte
Flitscompensatie
Zoom
Flitsfrequentie, aantal flitsen
Draadloze afstandsbediening
Draadloze besturing
Instelling voor de draadloze belichtingsverhouding
LED-lichtsterkte
Waarden van items instellen in MENU-instellingen (behalve MEMORY en
RESET)
Opgeslagen gegevens oproepen
Selecteer [MR 1] of [MR 2] op het MODE-scherm.
Wanneer u de opgeslagen gegevens heeft opgeroepen, wordt [1] of [2]
weergegeven bovenin het normale indicatorscherm.
De opgeslagen gegevens wijzigen
Roep de opgeslagen gegevens op, wijzig de instellingen zoals nodig en sla opnieuw
op met gebruik van [MEMORY] op het MENU-scherm.
Geavanceerde bewerkingen
97
NL
Initialisatie van de instellingen [RESET]
Instellingswaarden: OK, CANCEL
[OK]: Zet de flitser terug op de standaard hoofdinstellingen.
[CANCEL]: Keert terug naar het vorige scherm zonder te initialiseren
Zet de instellingswaarden van de items in MENU-instellingen terug (behalve
"WL CTRL" en "m/ft") bij het initialiseren.
Onderdeel Fabrieksinstelling Pagina
Flitsmodus TTL modus (Full-flash) 29
Sterkte 1/1 in [MANUAL] modus,
1/32 in [MULTI] modus
55
59
Flitscompensatie ±0 45
Zoom AUTO 41
Instelling voor draadloze
afstandsbediening
TTL REMOTE
71
Instelling voor draadloze
bediening
TTL RATIO
79
Regeling
belichtingsverhouding
(RATIO)
1:1:1
79
Sterkte in meervoudig
flitsen (LEVEL)
1/32
59
Flitsfrequentie in
meervoudig flitsen (Hz)
5
59
Aantal keren flitsen in
meervoudig flitsen (TIME)
10
59
LED-lampje sterkte 1 (minimaal) 36
NL
98
A
anvu
ll
en
d
e
i
n
f
orma
ti
e
Opmerkingen bij het gebruik
Tijdens de opnamen
Deze flitser genereert fel licht en mag daarom niet vlak voor de ogen worden
gebruikt.
Gebruik de flitser niet 20 keer op een rij of snel achter elkaar om oververhitting
en vermindering van de werking van de camera en de flitser te voorkomen.
(Wanneer de sterkte 1/32 is, 40 keer op rij.)
Stop het gebruik van de flitser en laat deze minimaal 10 minuten afkoelen,
wanneer de flitser het maximale aantal keren snel achter elkaar is gebruikt.
Bevestig de flitser in uitgeschakelde toestand op de camera.
Indien u dat niet doet, kan de flitser defect raken of niet goed functioneren en
kan het felle licht uw ogen beschadigen.
Gebruik de flitser niet vlakbij andere mensen wanneer u tijdens indirect flitsen
de flitslamp draait. Het flitslicht kan de ogen beschadigen of de hete flitslamp
kan brandwonden veroorzaken.
Bij het sluiten van de klep voor de batterij-houder dient u er stevig op te drukken
terwijl u het geheel eroverheen schuift.
Gebruik de flitser niet als uw hand of handschoen, etc. de fllitsbuis of de LED-
lamp bedekt. Raak de flitsbuis of de LED-lamp ook gedurende enige tijd niet
aan na het gebruiken van de flitser.
Als u dit doet kan het leiden tot brandwonden, rookontwikkeling of een defect.
Batterijen
Het batterijniveau dat op het LCD-scherm wordt weergegeven, kan lager zijn
dan de daadwerkelijke batterijcapaciteit, afhankelijk van de temperatuur en de
opslagomstandigheden. Het weergegeven batterijniveau wordt weer correct
weergegeven nadat de flitser een aantal keren is gebruikt.
Ni-MH-batterijen kunnen plotseling leeg zijn. Als tijdens het fotograferen de
indicator batterijen bijna leeg begint te knipperen of de flitser niet langer kan
worden gebruikt, vervangt u de batterijen of laadt u deze weer op.
De flitsfrequentie en het aantal flitsen dat wordt geleverd door nieuwe batterijen,
kunnen verschillen van de in de tabel weergegeven waarden, afhankelijk van de
tijd die is verstreken na de productie van de batterijen.
Aanvullende informatie
99
NL
Pas nadat de flitser is uitgezet en er enkele minuten verstreken zijn, kunt u de
batterijen verwijderen om ze te vervangen. Afhankelijk van het type, kunnen de
batterijen heet zijn. Verwijder ze voorzichtig.
Verwijder de batterijen en berg ze op wanneer u van plan bent om de camera
geruime tijd niet te gebruiken.
Temperatuur
De flitser mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C.
Stel de flitser niet bloot aan extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld direct
zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid.
Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in een
gesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een warme
omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u
deze uit de zak verwijdert.
Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en
reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer.
Bij koud weer kan de indicator-batterijen bijna leeg knipperen, zelfs wanneer er
nog enige lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit
terug wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur.
Overige opmerkingen
Haal de batterijen eruit voordat u het apparaat opbergt. Er bestaat een kans op
het in de brand vliegen of lekken.
Sla de flitser direct na gebruik op in de tas. Let erop dat de flitser uit staat en
voldoende is afgekoeld voordat u deze in de tas doet.
NL
100
Onderhoud
Verwijder deze flitser van de camera. Maak de flitser schoon met een droge, zachte
doek. Als de flitser in contact is gekomen met zand, wordt het oppervlak
beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig verwijderd worden
met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een doek die licht is
bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en veegt u de flitser vervolgens droog
met een droge, zachte doek. Gebruik geen sterke oplosmiddelen, zoals thinner of
benzine, omdat deze de afwerking kunnen beschadigen.
Aanvullende informatie
101
NL
Technische gegevens
Richtnummer
Normaal flitsen (ISO100 in meters)
Handmatige flits/35 mm-formaat
APS-C formaat
Sterkte BA* BA
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/1 152017293136424860
1/2 10,6 14,1 12,0 20,5 21,9 25,5 29,7 33,9 42,4
1/4 7,5 10,0 8,5 14,5 15,5 18,0 21,0 24,0 30,0
1/8 5,3 7,1 6,0 10,3 11,0 12,7 14,8 17,0 21,2
1/16 3,8 5,0 4,3 7,3 7,8 9,0 10,5 12,0 15,0
1/32 2,7 3,5 3,0 5,1 5,5 6,4 7,4 8,5 10,6
1/64 1,9 2,5 2,1 3,6 3,9 4,5 5,3 6,0 7,5
1/128 1,3 1,8 1,5 2,6 2,7 3,2 3,7 4,2 5,3
1/256 0,9 1,3 1,1 1,8 1,9 2,3 2,6 3,0 3,8
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
Sterkte BA* BA
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/1 152017313642485160
1/2 10,6 14,1 12,0 21,9 25,5 29,7 33,9 36,1 42,4
1/4 7,5 10,0 8,5 15,5 18,0 21,0 24,0 25,5 30,0
1/8 5,3 7,1 6,0 11,0 12,7 14,8 17,0 18,0 21,2
1/16 3,8 5,0 4,3 7,8 9,0 10,5 12,0 12,8 15,0
1/32 2,7 3,5 3,0 5,5 6,4 7,4 8,5 9,0 10,6
1/64 1,9 2,5 2,1 3,9 4,5 5,3 6,0 6,4 7,5
1/128 1,3 1,8 1,5 2,7 3,2 3,7 4,2 4,5 5,3
1/256 0,9 1,3 1,1 1,9 2,3 2,6 3,0 3,2 3,8
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
NL
102
HSS Plat flitsen (ISO100 in meters)
Handmatige flits/35 mm-formaat
APS-C formaat
Recycletijd/aantal flitsen
Het aantal flitsen is het geschatte aantal keren dat de flitser kan
flitsen voordat een nieuwe batterij volledig op is.
Sluitertijd BA* BA
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/250 5,4 7,7 6,4 11,8 12,9 14,8 17,3 19,5 22,4
1/500 3,8 5,4 4,6 8,4 9,1 10,5 12,2 13,8 15,9
1/1000 2,7 3,8 3,2 5,9 6,4 7,4 8,6 9,8 11,2
1/2000 1,9 2,7 2,3 4,2 4,6 5,2 6,1 6,9 7,9
1/4000 1,4 1,9 1,6 3,0 3,2 3,7 4,3 4,9 5,6
1/8000 1,0 1,4 1,1 2,1 2,3 2,6 3,1 3,5 4,0
1/12000 0,7 1,0 0,8 1,5 1,6 1,8 2,2 2,4 2,8
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
Sluitertijd BA* BA
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/250 5,4 7,7 6,4 12,9 14,8 17,3 19,5 19,9 22,4
1/500 3,8 5,4 4,6 9,1 10,5 12,2 13,8 14,0 15,9
1/1000 2,7 3,8 3,2 6,4 7,4 8,6 9,8 9,9 11,2
1/2000 1,9 2,7 2,3 4,6 5,2 6,1 6,9 7,0 7,9
1/4000 1,4 1,9 1,6 3,2 3,7 4,3 4,9 5,0 5,6
1/8000 1,0 1,4 1,1 2,3 2,6 3,1 3,5 3,5 4,0
1/12000 0,7 1,0 0,8 1,6 1,8 2,2 2,4 2,5 2,8
BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd.
* Als de groothoekadapter is bevestigd.
Alkaline
Nickelhydride
(2100 mAh)
Recycletijd (sec) Ongeveer 0,1 - 3,5 Ongeveer 0,1 - 2,6
Aantal flitsen (keren) Ongeveer 120 of meer Ongeveer 200 of meer
Aanvullende informatie
103
NL
Prestaties bij
doorlopend flitsen
40 flitsen bij 10 flitsen per seconde
(Normaal flitsen, sterkte 1/32, nikkelvrije batterij)
AF-lamp Automatisch flitsen bij laag contrast en lage helderheid
Actieradius (met een lens van 50 mm bevestigd
SLT-A99V)
Midden van het beeld (ongeveer): 0,5 m tot 10 m
Randen van het beeld (ongeveer): 0,5 m tot 3 m
Flitserregeling Flitserregeling met voorflits
LED-lamp Belichtingsintensiteit
van het midden:
Ongeveer 1200 lux bij 0,5m of
300 lux bij 1m (zonder
ingebouwde diffusor voor LED-
lamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
Belichtingsafstand: Ongeveer 2m (Stel, bij het
opnemen van films, in op ISO
3200 & F5.6, zonder ingebouwde
diffusor voor LED-lamp of
kleurtemperatuur conversiefilter)
Ondersteund
brandpuntsafstand:
35mm (35mm formaat zichthoek,
zonder ingebouwde diffusor voor
LED-lamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
Doorlopende
belichtingstijd:
Ongeveer 1 uur (met AA-alkaline
batterijen, bij
belichtingsintensiteit van het
midden)
Kleurtemperatuur: Ongeveer 5500K (zonder
ingebouwde diffusor voor LED-
lamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
Ongeveer 3200K (zonder
ingebouwde diffusor voor LED-
lamp of kleurtemperatuur
conversiefilter)
NL
104
De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de testomstandigheden
bij ons bedrijf.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
Handelsmerk
"Multi Interface Shoe" is een handelsmerk van Sony Corporation.
Afmetingen
(Ongeveer)
80 mm × 150 mm × 102 mm (B/H/D)
Gewicht (Ongeveer) Ongeveer 450 g (alleen hoofdapparaat)
Voedingsvereisten 6 V gelijkspanning
Aanbevolen batterijen Vier alkalinebatterijen (AA-formaat)
Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (AA-formaat)
Bijgeleverde
toebehoren
Flitser (1), Adapter voor indirect flitsen (voor flitser)(1),
Kleurconversiefilter (voor LED-lamp) (1), Beschermkap
van de connector (1), Mini-standaard (1), Schoenadapter
(ADP-AMA) (1), Draagtas (1), Mini-draagtas(1),
Draagzak(1), Handleiding en documentatie

Documenttranscriptie

4-444-194-21(1) Flash Bedienungsanleitung DE Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l'uso © 2012 Sony Corporation Printed in China HVL-F60M IT Voordat u het product gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt. WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke. Plak de contacten van een lithiumbatterij af met plakband om kortsluiting te voorkomen wanneer u de batterij weggooit. Houd u aan de plaatselijke regels voor het wegwerpen van batterijen. Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden uit de buurt van jonge kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als een voorwerp per ongeluk wordt ingeslikt. Verwijder de batterijen onmiddellijk en gebruik het apparaat niet meer als... • het product is gevallen of blootgesteld aan een schok waarbij het inwendige zichtbaar is geworden. • het product een vreemde geur, hitte of rook afgeeft. Demonteer het apparaat niet. U kunt een elektrische schok krijgen wanneer u in het product een circuit met een hoog voltage aanraakt. NL 2 Door onjuist gebruik kunnen batterijen heet worden of exploderen. Gebruik alleen de batterijen die in deze gebruiksaanwijzing worden vermeld. Plaats de batterijen met de polen (+/-) op de juiste plaats. Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen. Probeer batterijen niet op te laden (met uitzondering van oplaadbare batterijen), kort te sluiten of te openen. Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type en hetzelfde merk. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. 3 NL NL VOORZICHTIG Raak tijdens het gebruik de lamp van de flitser niet aan. Deze kan heet worden wanneer er wordt geflitst. Voor klanten in Europa Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen) Dit symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een inzamelingspunt worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwerkt, helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zouden kunnen veroorzaakt worden in geval van verkeerde afvalbehandeling te voorkomen. Het recycleren van materialen draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, kan u contact opnemen met de gemeentelijke instanties, de organisatie belast met de verwijdering van huishoudelijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht. NL 4 Kennisgeving voor klanten in de landen waar EUrichtlijnen van toepassing zijn De fabricant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en produkt veiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag naar de addressen in de afzonderlijke service/garantie documenten. 5 NL Inhoudsopgave Kenmerken .............................................................................................. 9 Namen van de onderdelen ..................................................................... 10 Voorbereidingen Batterijen plaatsen ................................................................................. 19 De flitser bevestigen en verwijderen ..................................................... 20 Deze flitser opbergen ............................................................................. 23 De flitser aanzetten ................................................................................ 24 Flitsmodus wijzigen ............................................................................... 27 Basishandelingen AUTO flitsen (de basis) ......................................................................... 30 Flitsen in de verschillende opnamemodi van de camera ....................... 34 Opnemen met verlichting (LED-lamp) .................................................. 36 Het verlichtingslicht aanpassen (LED-lamp) (ingebouwde diffusor, kleurconversiefilter) ............................................................................... 38 Geavanceerde bewerkingen Testflitsen .............................................................................................. 40 Zoom-flitsdekking ................................................................................. 41 Flitscompensatie .................................................................................... 45 Indirecte flits .......................................................................................... 47 Gebruik van de adapter voor indirect flitsen ......................................... 52 Close-upfotografie (omlaag flitsen) ....................................................... 54 Handmatig flitsen (M) ........................................................................... 55 Hogesnelheidsync (HSS) ....................................................................... 58 Meervoudig flitsen (MULTI) ................................................................ 59 Modus voor draadloos flitsen (WL) ...................................................... 63 Camera en flitser aansluiten met een kabel ........................................... 84 De externe batterijadapter gebruiken ..................................................... 86 AF-lamp ................................................................................................. 87 NL 6 MENU instellingen ................................................................................ 88 Aanvullende informatie Opmerkingen bij het gebruik ................................................................. 98 Onderhoud ........................................................................................... 100 Technische gegevens ........................................................................... 101 7 NL Voor gebruik Deze flitser kan worden gebruikt in combinatie met Sony digitale camera's met verwisselbare lens, Sony digitale HD-videocamera's met verwisselbare lens, en Sony digitale fotocamera's met een conventionele multi-interfaceschoen. Door gebruik van de meegeleverde schoenadapter kunt u ook de Sony digitale camera's met verwisselbare lens en Sony digitale HD-videocamera's met verwisselbare lens met een zelfvergrendelende accessoiresschoen gebruiken. Bepaalde functies werken mogelijk niet, afhankelijk van het model van uw camera of videocamera. Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt. Deze flitser is niet stof- of spatbestendig, hoewel bij het ontwerp hier wel rekening mee is gehouden. Plaats deze flitser niet op de volgende locaties Plaats deze flitser niet op de volgende locaties, ongeacht of deze wordt gebruikt of wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing optreden. • Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht, zoals op het dashboard of in de buurt van een verwarming, kan deze flitser vervormd of defect raken. • Plaatsen waar sterke trillingen optreden • Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld • Plaatsen met veel zand Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan. Hierdoor kan een storing optreden. NL 8 Kenmerken De HVL-F60M is een functionele opzetflitser met een hoog vermogen bij een richtgetal van 60 (positie 105 mm, ISO 100 . m). , pagina 101 Met de functie voor snelle verschuiving bij indirect flitsen kunt u tijdens het fotograferen met indirect flitsen de flitser snel naar boven of naar de zijkant richten. , pagina 50 Uitgerust met een hoog vermogen LED-lamp (1200 lux, 0,5m). Helderheid kan worden afgesteld op 15 niveaus. , pagina 36 Er wordt een adapter voor indirect flitsen meegeleverd bij deze flitser waarmee u het licht kan verzachten en de schaduw kunt verminderen. , pagina 52 Er is een ingebouwde diffusor voor de LED-lamp. Er wordt ook een temperatuurconversiefilter voor de LED-lamp meegeleverd. , pagina 38 Uitgerust met een regelwiel. Door deze samen te gebruiken met het Quick Navi-scherm kunt u het apparaat sneller bedienen. , pagina 15 pagina 17 Met de draadloze regelingverhouding voor meervoudige belichting kan worden opgenomen met volwaardige meervoudige belichting. , pagina 78 Gebruik van hogesnelheidsync mogelijk. , pagina 58 Deze kan in combinatie met compatibele lenzen worden gebruikt voor het uitvoeren van ADI (Advanced Distance Integration)-flitsmetingen, die niet worden beïnvloed door het reflectiepercentage van de achtergrond of het onderwerp. , pagina 35 Voorzien van een breed, duidelijk afleesbaar LCD-scherm. , pagina 13 9 NL Namen van de onderdelen A Ingebouwde groothoekadapter (voor flitser) (44) B Flitslamp C Ontvanger voor signalen van de draadloze afstandsbediening (68) D AF-lamp (87) Verwijder de beschermfolie van de voorzijde van de AF-lamp voordat u deze gebruikt. E Kapje van de aansluiting (84, 86) F Multi-interfacevoet (20) G Ingebouwd plaatje voor indirect flitsen (voor flitser) (50) H Ingebouwde diffusor (voor LEDlamp) (38) I LIGHT toets (36) J LED-lampmodule (36) Getallen tussen haakjes zijn de paginanummers waar een beschrijving van elk LCD-segment kan worden gevonden. NL 10 * K Verticale weerkaatsingshoekindicator (48) L LCD-scherm (13) M Bedieningspaneel (12) N Vergrendelhendel (20) O Deksel batterijhouder (19) P Indicator indirect flitsen (zijhoek) (48) Q Plaatje voor indirect flitsen (voor flitser) (52) R Kleurconversiefilter (voor LEDlamp) (38) S Mini-standaard (66) * Statiefbevestiging T Beschermkap van de connector (20) U Schoenadaptor (22) • Als u de flitser niet gebruikt, bevestig dan de meegeleverd beschermkap op de aansluiting van de multi-interfacevoet. Getallen tussen haakjes zijn de paginanummers waar een beschrijving van elk LCD-segment kan worden gevonden. 11 NL Bedieningspaneel MENU OFF ON LEVEL A Fn (functie) toets (15, 17) B MODE toets (27) C TEST toets (40) De status terwijl de indicator brandt Oranje: flitser gereed Groen: juiste belichting D Regelwiel (17) E MENU toets (88) F LCD-verlichtingstoets G Aan/uit-schakelaar (24) LCD-schermverlichting Als het LCD-paneel te donker is, kunt u drukken op de toets LCD-verlichting om het scherm en de gebieden rond de toetsen te verlichten. • Het LCD-paneel blijft ongeveer 8 seconden verlicht als de flitser zelf wordt gebruikt of is aangesloten op een camera in de batterijbesparingsstand. Deze tijd wordt verlengd als de flitser of de camera wordt gebruikt. • Druk opnieuw op de toets LCD-verlichting terwijl het LCD-scherm is verlicht om de LCD-schermverlichting uit te schakelen. Getallen tussen haakjes zijn de paginanummers waar een beschrijving van elk LCD-segment kan worden gevonden. NL 12 Normaal indicatorscherm De weergegeven gegevens wijzigen afhankelijk van de flitsmodus die is gekozen met de MODE-toets. • Zie pagina 27 voor de methode om de flitsmodus te wijzigen. • Het scherm hier is slechts een voorbeeld. De weergegeven indicatoren verschillen afhankelijk van de situatie. Meten (TTL modus) Handmatige flits (MANUAL modus) A Indicator flitsmodus (29) B Indicator oververhit (26) C Indicator batterijen bijna leeg (25) D Indicator groothoekadapter (44) E Indicator hogesnelheidsync (58) F Indicator indirect flitsen (48) G Indicator afstand (32) H Indicatorbalk afstand (32) I Indicator waarschuwing flitsbereik (dichtbij) (32) Indicator waarschuwing flitsbereik (veraf) (32) J Indicator Zoom (41) K Indicator flitscompensatie (TTL) (45) L Indicator voor het niveau van de sterkte (MANUAL)(55) Getallen tussen haakjes zijn de paginanummers waar een beschrijving van elk LCD-segment kan worden gevonden. 13 NL Meervoudige flits (MULTI modus) Draadloze afstandsbediening (WL RMT modus) Draadloze besturing (WL CTRL modus) M Indicator voor meervoudige flitsfrequentie (59) N Indicator voor meervoudige flitsrepetitie (59) O Indicator draadloos kanaal (91) P Indicator voor piepjes (92) Q Indicator voor draadloze afstandsbedieningsinstelling (71) R Indicator voor draadloze besturingsinstelling (75, 79) S Indicator flitsverhouding (75) Getallen tussen haakjes zijn de paginanummers waar een beschrijving van elk LCD-segment kan worden gevonden. NL 14 Quick Navi-scherm en vaste instellingenscherm Voor het wijzigen van de instellingen, drukt u op de Fn-toets op het normale indicatorscherm om over te schakelen naar het instellingenscherm. MODE scherm (27) Normaal indicatorscherm MENU scherm (89) Quick Navi-scherm Vaste instellingenscherm Draai om de instellingswaarde te wijzigen : Druk op het midden : Draai het wiel 15 NL Quick Navi-scherm Druk op de Fn-toets op het normale indicatorscherm om over te schakelen naar het Quick Navi-scherm. Gebruik de cursor op het Quick Navi-scherm om het in te stellen item te selecteren. Het geselecteerde item licht op. De instellingen van de hoofdindicators die worden weergegeven op het normale indicatorscherm, zoals de zoomindicator en de flitscompensatie-indicator kunnen op dezelfde wijze worden gewijzigd als op het normale indicatorscherm. Het regelwiel bedienen op het Quick Navi-scherm – Omhoog, omlaag, links, rechts: Verplaatst de cursor – Draaien: Wijzigt de instellingswaarde van het geselecteerde item OFF LEVEL Instellingen wijzigen op het vaste instellingenscherm Als het Quick Navi-scherm wordt weergegeven, schakelt u door te drukken op het midden van het regelwiel naar het vaste instellingenscherm voor de instelling die is geselecteerd met de cursor. Voor meer informatie over de instellingsmethodem kijkt u op de pagina voor die functie. NL 16 Het regelwiel gebruiken Met deze flitser kunt u het regelwiel gebruiken voor bediening volgens het weergegeven scherm. • Normaal indicatorscherm De veel gebruikte instellingen bevinden zich in verschillende richtingen van het regelwiel.Door te drukken op een van de richtingen van het regelwiel schakelt u naar het vaste instellingenscherm voor de verschillende instel-items. – Omhoog: Wijzigt de zoomflits-dekking (ZOOM) (pagina 42) – Naar rechts: Wijzigt het niveau van de sterkte (LEVEL) (pagina 55) – Naar links: Sterktecorrectie ( ) (pagina 45) OFF LEVEL • Quick Navi-scherm Door te drukken op de Fn-toets schakelt u van het normale indicatorscherm naar het Quick Navi-scherm. In deze status kunt u de hoofd-items op het normale indicatorscherm wijzigen. Druk het regelwiel omhoog, naar links of rechts om de cursor te verplaatsen en selecteer (markeer) het item dat u wilt instellen. Draai vervolgens het regelwiel om de instellingswaarde te wijzigen. – Omhoog, omlaag, links, rechts: De cursor verplaatsen – Draaien: Wijzigt de instellingswaarde van het geselecteerde item OFF LEVEL 17 NL • Andere schermen De werking verschilt afhankelijk van het weergegeven scherm. – MENU scherm (pagina 89) – MODE scherm (pagina 27) – Vaste instellingenscherm (pagina 16) NL 18 Voorbereidingen Batterijen plaatsen In de HVL-F60M kunnen de volgende batterijen worden gebruikt: • Vier alkalinebatterijen (AA-formaat)* • Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride) (AA-formaat)* *Er worden geen batterijen bijgeleverd. Zorg ervoor dat oplaadbare Ni-MH-batterijen altijd worden opgeladen in de aangegeven oplader. Open het deksel van de batterijhouder, zoals wordt weergegeven. 2 Plaats de batterijen in de batterijhouder, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. 3 Sluit het deksel van de batterijhouder. Voorbereidingen 1 • Volg de procedure in omgekeerde volgorde bij het openen van het deksel van de batterijhouder. 19 NL De flitser bevestigen en verwijderen De flitser op de camera bevestigen • Verwijder, voor u deze bevestigt aan de camera, de beschermkap van de aansluiting van de multi-interfacevoet van de flitser en verwijder de kap van de schoen van de camera. • Als u de flitser niet gebruikt, bevestig dan de beschermkap op de aansluiting van de multi-interfacevoet. • Als de ingebouwde flitser van de camera is uitgeklapt, klapt u deze in voordat u de flitser bevestigt. • Wanneer u de flitser bevestigt aan een camera met een zelfvergrendelende accessoiresschoen, dient u de meegeleverde schoenadapter aan de camera te bevestigen. (pagina 22) 1 Zet de flitser uit en schuif de vergrendelhendel naar [RELEASE]. 2 Steek de multi-interfacevoet geheel stevig in de multiinterfaceschoen van de camera in de richting van de pijl. 3 Schuif de vergrendelhendel stevig naar [LOCK] om de flitser vast te maken. NL 20 De flitser van de camera verwijderen 1 Schuif, terwijl u drukt op de toets op het uiteinde van de vergrendelhendel 1, de vergrendelhendel naar [RELEASE] 2. 2 Schuif de flitser naar voren terwijl de hendel in de [RELEASE] stand is. Voorbereidingen 21 NL Schoenadapter (ADP-AMA) Wanneer u de flitser bevestigt aan een camera met een zelfvergrendelende accessoiresschoen, dient u de meegeleverde schoenadapter (ADP-AMA) te gebruiken. 1 Multi-interfaceschoen 2 Ontgrendeltoets Bevestig de schoenadapter zoals is afgebeeld. • Schuif hem er stevig op tot hij op zijn plaats klikt. Houd de ontgrendeltoets 1 omlaag en schuif de schoenadapter naar u toe om hem te verwijderen. NL 22 Deze flitser opbergen U kunt deze flitser en de meegeleverde items opbergen in de meegeleverde tassen en zak zoals hieronder afgebeeld. Voorbereidingen 23 NL De flitser aanzetten Zet de power schakelaar op ON. De flitser wordt ingeschakeld. • Het normale indicatorscherm wordt weergegeven op het LCD-scherm als het apparaat aan staat. • Als er niets op het LCD-scherm verschijnt terwijl de schakelaar op ON staat, controleer dan of de batterijen correct zijn geplaatst. De flitser uitzetten Zet de power schakelaar op OFF. NL 24 Batterijbesparingsstand * Behalve de DSLR-A100 • Als de camera in batterijbesparingsstand staat (dus het LCD-scherm gaat automatisch uit etc.), dan kan de camera niet met de flitser communiceren. Op dat moment zijn de flitsmodus van de flitser, de auto-zoom, de groothoekweergave en de flitsbereikindicator niet verbonden met de camera. Batterijen controleren Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt de indicator batterijen bijna leeg op het LCD-scherm. Voorbereidingen Als de flitser drie minuten niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een camera, of is aangesloten op een camera in de batterijbesparingsstand, dan gaan de flitser en het LCD-scherm automatisch uit om stroom te besparen. • Tijdens draadloos flitsen (pagina 63) gaat de flitser na 60 minuten naar de batterijbesparingsstand. • U kunt de tijd tot inschakeling batterij besparen wijzigen of batterij besparen uitschakelen. (pagina 93) • De flitser gaat automatische naar de batterijbesparingsstand wanneer de power schakelaar van de camera op OFF wordt gezet.* De -indicator knippert. Het verdient aanbeveling de batterijen te vervangen. Wanneer de batterijen opraken, verschijnt het scherm batterijen leeg. Het scherm batterijen leeg wordt weergegeven De flitser kan niet worden gebruikt. Plaats nieuwe batterijen. Dit scherm wordt weergegeven tot de batterijen zijn vervangen. Scherm batterijen leeg 25 NL • Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of de leeftijd van de batterijen, kan het scherm batterijen leeg worden weergegeven zonder dat de indicator batterijen bijna leeg wordt getoond. • Zelfs als de indicator batterijen bijna leeg verschijnt, kan deze verdwijnen als u de flitser naar LED-lamp verandert of vice versa. Overheat indicator Tijdens doorlopend flitsergebruik of gebruik in een omgeving met een hoge temperatuur, wordt de flitser heet en voorkomen de interne veiligheidszekeringen tijdelijk dat er wordt geflitst. (Oververhitting) • Het scherm oververhittting wordt weergegeven als de oververhitting wordt gedetecteerd. • De werking van de flitser wordt tijdelijk gestopt totdat de temperatuur van de flitser zakt. • Druk op een knop op de flitser om naar een ander scherm te gaan. Indien dat het normale indicatorscherm is, zal de -indicator flitsen. (toets MODE en toets LIGHT worden uitgeschakeld) • Zet de power-schakelaar op OFF, en stop vervolgens het gebruik van de flitser gedurende ongeveer 10 minuten zodat de temperatuur van de flitser kan afkoelen. Scherm oververhitting NL 26 Flitsmodus wijzigen Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te geven. 2 Verplaats de cursor (gemarkeerde item) door het regelwiel te draaien of omhoog, omlaag, links of rechts te duwen om een flitsmodus te selecteren. 3 Stel de geselecteerde modus in door te drukken in het midden van de regelwiel of de MODE-toets. Voorbereidingen 1 • Het scherm wijzigt naar het normale indicatorscherm van de geselecteerde modus. • U kunt in de volgende gevallen [MANUAL], [MULTI], [WL RMT] of [WL CTRL] niet selecteren. (Items die niet kunnen worden geselecteerd, worden weergegeven met een stippellijn) [MANUAL] of [MULTI] – Als de camera is aangezet (tijdens communicatie) – Als de opnamemodus van de camera anders is dan M-modus* * Kan worden geselecteerd als de MANUAL-modus is ingesteld op PASM in de MENU-instellingen. 27 NL • • • • [WL RMT] of [WL CTRL] – Als de camera is aangezet (tijdens communicatie) – Als de flitsmodus van de camera niet is ingesteld op draadloos (WL) Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kunt u mogelijk niet een flitsmodus selecteren, zelfs als het niet wordt getoond met een stippellijn, en het scherm kan mogelijk niet veranderen naar het normale indicatorscherm voordat de flitsmodus is veranderd. Het MODE-scherm kan veranderen naar het normale indicatorscherm door enige bediening van de camera. Net als hierboven kunt u [MR 1] of [MR 2] modus niet selecteren, afhankelijk van de flitsmodus opgeslagen in [MR 1] of [MR 2] modus. Indien de TTL modus is geselecteerd, verschijnt [TTL AUTO] op het normale indicatorscherm wanneer de camera is ingesteld op automatisch flitsen en verschijnt [TTL] wanneer de camera is ingesteld op Full-flash. – [TTL] Er wordt altijd geflitst. – [TTL AUTO] De camera bepaalt of de flitser flitst. NL 28 Instelbare modi Modus [TTL] [ ] (Flitser uit) Beschrijving Meting gebruikt informatie van de camera Er wordt niet geflitst Meting gebruikt de instellingen op de flitser [MULTI] De flitser wordt een aantal keren geactiveerd terwijl de sluiter openstaat (meervoudig flitsen) [WL RMT] Flitser wordt draadloos geactiveerd als een externe (op afstand) flitser [WL CTRL] De flitser wordt draadloos als controller geactiveerd [MR 1] [MR 2] U kunt de instellingsgegevens oproepen die zijn opgeslagen door de functie [MEMORY] van MENUinstellingen. • Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kuntt u mogelijk alleen de flitser uit selecteren. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw camera. Voorbereidingen [MANUAL] 29 NL Basishandelingen AUTO flitsen (de basis) • Indien uw camera een automatische flitsmodus heeft zoals Scèneselectie of AUTO Geavanceerd, wordt dat hier behandeld als AUTO. 1 2 Selecteer de AUTO-modus op de camera. Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te geven en selecteer [TTL]. • [TTL AUTO] verschijnt op het normale indicatorscherm wanneer de camera is ingesteld op automatisch flitsen en [TTL] verschijnt wanneer de camera is ingesteld op Full-flash. 3 Druk de sluiterknop half in en controleer of het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. • Zie pagina32 voor informatie over het flitsbereik. NL 30 4 Wanneer de flitser is opgeladen, drukt u op de sluiterknop om een foto te maken. • De flitser is volledig opgeladen wanneer de toets TEST op het bedieningspaneel oranje brandt. Basishandelingen Als de juiste belichting voor de zojuist gemaakte foto is bereikt, knippert de toets TEST op het bedieningspaneel groen. • Als de foto wordt gemaakt voordat het opladen gereed is, is deze onderbelicht door te weinig licht. • Druk op de sluiterknop nadat u hebt gecontroleerd of het opladen gereed is wanneer u de flitser gebruikt met de zelfontspanner. • De geselecteerde flitsermodus (automatisch flitsen ( [TTL AUTO]), full-flash ([TTL]) of flash off ( )) hangt af van uw camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. 31 NL Flitsbereik Druk de sluiterknop half in. Het flitsbereik voor de juiste belichting wordt op het LCD-scherm weergegeven. Controleer of het onderwerp binnen dit bereik valt en maak vervolgens de foto. Het bereik dat op het LCD-scherm kan worden weergegeven, loopt van 1,0 m tot 28 m (0,7 m tot 28 m voor omlaag flitsen; zie pagina 54). Wanneer de afstand buiten dit bereik valt, gaat of branden aan een van beide zijden van het flitsbereik. Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand kleiner dan 1,0 m. Als het flitsbereik minder is dan 1,0 m, kan het onderste gedeelte van het beeld op het LCD-scherm van de camera donker worden. Wijzig het flitsbereik om het diafragma en de ISOgevoeligheid af te stellen. Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand tussen 1,0 m en 28 m of meer. • Het flitsbereik wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt gebruikt, met draadloos flitsen, als de communicatie met de camera uit staat of als een externe camerakabel wordt gebruikt. • Wanneer u foto’s maakt van onderwerpen die dichterbij zijn dan de benedengrens van het flitsbereik, kan de foto toch nog overbelicht zijn, ook al knippert de toets TEST groen, of kan de foto aan de onderkant donkerder zijn. Fotografeer altijd binnen het aangegeven flitsbereik. NL 32 Automatische WB-aanpassing met kleurtemperatuurinfo De witbalans wordt automatisch door uw camera aangepast (behalve de DSLRA100) op basis van kleurtemperatuurinformatie als de flitser flitst. • Deze functie werkt met de flitsmodus TTL bij gebruik van de opzetverbinding op de camera. • Deze functie werkt niet tijdens handmatig flitsen. Basishandelingen 33 NL Flitsen in de verschillende opnamemodi van de camera Als de camera is ingesteld op diafragma-instelling (A-modus), sluitertijd (Smodus) of handmatige belichtingsmodus (M-modus), kan TTL-flitsfotografie worden uitgevoerd volgens de modus. 1 Stel de opnamemodus van de camera in. 2 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te geven en selecteer [TTL]. NL 34 3 Opnamemodus van de camera Instellingen A (Flitsfotografie gebaseerd op diafragma-instelling) Stel het diafragma in. • Verklein het diafragma (kies een hogere f-stop) om het flitsbereik te verkleinen of open het diafragma (kies een lagere f-stop) om het flitsbereik te vergroten. • De sluitertijd wordt automatisch ingesteld. S (Flitsfotografie gebaseerd op sluitertijd) Stel de sluitertijd in. M (Flitsfotografie met handmatige belichtingsmodus) Stel de sluitertijd en het diafragma in. • Verklein het diafragma (kies een hogere f-stop) om het flitsbereik te verkleinen of open het diafragma (kies een lagere f-stop) om het flitsbereik te vergroten. Basishandelingen 4 Stel het diafragma en de sluitertijd in volgens de modus die u selecteert en stel scherp op het voorwerp. Zie de onderstaande tabel. Druk de sluiterknop in wanneer het opladen is voltooid. TTL flitsen Handmatig flitsen betekent een vaste flitsintensiteit, ongeacht de helderheid van het onderwerp en de camera-instelling. TTL*-flitsen meet het licht dat vanaf het onderwerp wordt gereflecteerd door de lens. TTL meting heeft ook een P-TTL-meetfunctie, waarbij een voorflits aan de TTL-meting wordt toegevoegd, en een ADI-meetfunctie, waarbij afstandsgegevens aan de P-TTL-meting worden toegevoegd. Deze flitser definieert alle P-TTL en ADI-meting als TTL flitsen. *TTL = through the lens (door de lens) • ADI-meting is mogelijk in combinatie met een lens met een ingebouwde afstandsencoder. Controleer voordat u de functie voor ADI-meting gebruikt, of de lens over een ingebouwde afstandsencoder beschikt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de lens is geleverd. 35 NL Opnemen met verlichting (LED-lamp) Door de LED-lamp gebruiken als belichting kunt u natuurlijk licht en schaduwen creëren en realistische films opnemen, zelfs met slecht licht, zoals binnen. De lamp gebruiken 1 Maak de flitser verticaal (90° indirect flitsen omhoog) 2 Druk op de toets LIGHT naast de LED-lamp tot het aan gaat. • De LED-lamp gaat aan. • Het LIGHT-scherm verschijnt op het LCD-scherm. NL 36 3 Wijzig de helderheid met het regelwiel. • U kunt het regelwiel draaien, of omhoog of omlaag drukken om de helderheid tot 15 niveaus aan te passen. • Het helderheidsniveau wordt weergegeven op het LIGHT-scherm. De lamp uitzetten Druk opnieuw op toets LIGHT. • De LED-lamp gaat uit en het LCD-scherm keert terug naar het normale indicatorscherm. • De witbalans kan iets verschillen afhankelijk van de camera, lens en de instellingen tijdens het opnemen. Indien dat gebeurt, stelt u de witbalans op de camera in. • Als u de flitser gebruikt als het onderwerp te dicht bij de camera staat kan meerdere schaduwen van het onderwerp creëren. • De kleurtemperatuur verschilt iets met helderheidsaanpassingen en LEDtemperatuur, dus controleer de witbalans voordat u gaat opnemen. Basishandelingen • Als de LED-lamp aan is, gaat de [ ] (Flitser aan) indicator op de camera uit. (De flitser kan niet flitsen als de LED-lamp aan staat.) • De LED-lamp gaat uit als de flitsbuis omlaag is gericht (indirect flitsen met 10 graden omlaag). 37 NL Het verlichtingslicht aanpassen (LED-lamp) (ingebouwde diffusor, kleurconversiefilter) Het gebruik van een ingebouwde diffusor vermindert verblinding en verzacht het licht. Het kan onnatuurlijke meervoudige schaduwen ook verminderen. Met gebruik van een kleurconversiefilter kunt u de kleurtemperatuur wijzigen met ongeveer 3.200K (bij maximale helderheid). De ingebouwde diffusor gebruiken Trek stevig de hendel van de ingebouwde diffusor omlaag naar de onderkant van het venster en maak het vast. Plaats de hendel tegen het apparaat als u deze opbergt. Het kleurconversiefilter gebruiken Lijn de klemmetjes aan beide kanten van het kleurconversiefilter uit met de rand van de LED-lamp en druk het kleurconversiefilter erop. Houd de uitsteeksels aan beide kanten vast en trek het eraf om het kleurconversiefilter te verwijderen. NL 38 • Het kleurconversiefilter kan worden gebruikt ongeacht of de ingebouwde diffusor is geplaatst. • Bij gebruik van het filter is de belichting iets verminderd en de belichtingshoek is iets nauwer. • Het kleurconversiefilter kan worden gebruikt ongeacht de horizontale richting. Basishandelingen 39 NL Geavanceerde bewerkingen Testflitsen U kunt een testflits uitvoeren voordat u foto’s gaat maken. Controleer bij gebruik van de testflits de lichtsterkte wanneer u een flitsmeter enzovoort gebruikt in de handmatige flitsmodus (M). Druk op de toets TEST als de toets TEST oranje wordt verlicht. • De toets TEST wordt in overeenstemming met de huidige status van de flitser als volgt aangezet. – Oranje: flitser gereed – Groen: juiste belichting • Het lichtniveau van de testflits is afhankelijk van de lichtniveau-instelling (pagina 55). De flitser flitst met een lichtniveau van 1/1 in de TTL-modus. • U kunt de schaduwen op het onderwerp met de testflitsfunctie (modelleerflits) bekijken voordat u foto’s maakt. De flitser heeft twee modelleerflitsmodi, namelijk een modus voor drie keer flitsen en een modelleerflitsmodus waarin de flitser vier seconden continu flitst. Zie voor meer informatie over instelling van de testflitsmodus "MENU instellingen" (pagina 88) en "De testflitsmodus instellen [TEST]" (pagina 93). NL 40 Zoom-flitsdekking Automatisch zoomen Deze flitser schakelt automatisch naar optimale flitsdekking (zoom-flitsdekking) om een bereik van brandpuntsafstanden van 24 mm tot 105 mm tijdens het fotograferen (automatisch zoomen) te dekken. Gewoonlijk hoeft u de flitsdekking niet handmatig te wijzigen. Automatisch zoomen werkt wanneer [AUTO] op de zoom-indicator wordt weergegeven. Brandpuntsafstand 105 mm Geavanceerde bewerkingen Brandpuntsafstand 24 mm • Wanneer een lens met een brandpuntsafstand (gelijk aan 35mm formaat) van minder dan 24mm wordt gebruikt met automatische zoom, knippert [WIDE] op het LCD-scherm. Op dit moment is het gebruik van de ingebouwde groothoekadapter aanbevolen (pagina 44) om donkere randen rond de afbeelding te voorkomen. 41 NL Automatische zoombesturing geoptimaliseerd voor beeldsensorgrootte Deze flitser levert optimale flitsdekking volgens het beeldsensorformaat (APS-C formaat/35mm formaat) van de camera (behalve de DSLR-A100). Handmatig zoomen U kunt de flitsdekking handmatig instellen, ongeacht de brandpuntsafstand van de gebruikte lens (handmatig zoomen). 1 Druk het regelwiel omhoog (ZOOM). 2 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om een instellingswaarde in te stellen en druk op het midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten. • Instellingswaarden: 24mm, 28mm, 35mm, 50mm, 70mm, 105mm, AUTO • Als de instelling handmatig wordt gedaan wordt de instellingswaarde weergegeven op de zoomindicator. Als het automatisch wordt ingesteld, wordt [AUTO] weergegeven. • Als de flitsdekking wordt ingesteld op minder dan de brandpuntsafstand van de gebruikte lens, worden de randen van het scherm donkerder. • De flitsdekking van handmatig zoomen op het LCD-scherm komt overeen met de kijkhoek van de gelijkwaardige brandpuntsafstand voor het 35 mm-formaat. NL 42 Flitsdekking en brandpuntsafstand Hoe groter de brandpuntsafstand van een lens op de camera, hoe verder weg een onderwerp mag zijn om het te fotograferen terwijl het hele scherm wordt gevuld; maar het gebied dat bedekt kan worden, wordt kleiner. Omgekeerd kunnen onderwerpen met een kleinere brandpuntsafstand worden gefotografeerd met een grotere dekking. De flitsdekking is het gebied dat het licht van de flitser gelijkmatig op een ingestelde intensiteit of groter kan dekken, aangegeven als een hoek. De flitsdekking waarmee u kunt fotograferen, wordt bepaald door de brandpuntsafstand. Door de flitsdekking in overeenstemming met de brandpuntsafstand vast te stellen, kan de flitsdekking worden uitgedrukt als het getal voor brandpuntsafstand. Geavanceerde bewerkingen 43 NL Ingebouwde groothoekadapter (voor flitser) (zoomhoek van 15 mm) Als u de ingebouwde groothoekadapter uittrekt, wordt de flitsdekking vergroot tot een brandpuntsafstand van 15 mm. Trek de groothoekadapter naar buiten en plaats deze voor de flitslamp. Schuif vervolgens het plaatje voor indirect flitsen weer terug. • [WIDE] verschijnt op het LCD-scherm. • Schuif de groothoekadapter volledig in wanneer u deze weer terugzet en bevestig dat [WIDE] op het LCD-scherm uitgaat. • Trek de groothoekadapter niet te hard naar buiten. Dit kan de adapter beschadigen. • Wanneer u een groothoeklens gebruikt met een brandpuntsafstand onder 15 mm, kunnen de randen van het beeld donker worden. • De brandpuntsafstand correspondeert met de gelijkwaardige brandpuntsafstand voor het 35 mm-formaat. • Deze flitser ondersteunt niet de kijkhoek van een 16 mm F2,8 visooglens. • Schuif de groothoekadapter en het plaatje voor indirect flitsen weer in de flitserkop wanneer u deze flitser weer in de bijgeleverde tas opbergt. • De zoompositie is vergrendeld. NL 44 Flitscompensatie Wanneer de flitser in een flitsmodus is die TTL-meting ondersteunt, wordt de flitsintensiteit automatisch aangepast. U kunt deze automatisch aangepaste flitsintensiteit echter corrigeren. • Flitsmodi die TTL-meting ondersteunen – modus – modus wanneer [TTL RATIO: ON] of [RATIO: OFF] is ingesteld • Bij flitsmodi die TTL-meting ondersteunen, verschijnt de flitscompensatieindicator rechtsonder op het normale indicatorscherm. Geavanceerde bewerkingen • Werkt niet met een camera met een zelfvergrendelende schoen. Kijk online voor compatibele cameramodellen. (Zelfs met een niet-compatibele camera, wordt de flitscompensatie weergegeven als communicatie met de camera uit staat. Zelfs in dat geval, als communicatie met de camera opnieuw wordt gestart verdwijnt de flitscompensatie-indicator en wordt er geen flitscompensatie uitgevoerd.) • Wanneer u de flitser gebruikt met een externe kabel (pagina 84), dan wordt de sterkte zelf gecorrigeerd, maar de waarde van de correctie op de flitser wordt niet gereflecteerd in de Exif-gegevens van de camera. • Als de meting juist is op zowel de flitser als de camera, gaat de flitser af volgens de som van beide waarden. Het LCD-scherm van de flitser toont echter alleen de correctiewaarde die is ingesteld op de flitser. 45 NL 1 Druk het regelwiel naar links ( 2 Draai het regelwiel of druk het naar links of rechts om een instellingswaarde in te stellen en druk op het midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten. ). • Instellingswaarden: -3,0, -2,5, -2,0~ ±0,0~ +2,0, +2,5, +3,0 (stapjes van 0,5) -3,0, -2,7, -2,3, -2,0~±0,0~+2,0, +2,3, +2,7, +3,0 (stapjes van 0,3) • U kunt de grootte van de instellingstapjes voor de sterkte wijzigen (0,5 of 0,3) in de MENU-instellingen. Voor de instelmethode zie "MENU instellingen" (pagina 88) en "Grootte van sterkte-instellingstapjes wijzigen (0,5 of 0,3) [LEVEL STEP]" (pagina 94). NL 46 Indirecte flits Flitsen met een muur direct achter het onderwerp produceert een sterke schaduw op de muur. Door de flitser op het plafond te richten kunt u het onderwerp met gereflecteerd licht verlichten, waarmee de intensiteit van de schaduw wordt verminderd en er een zachter licht op het scherm verschijnt. Normale flits Geavanceerde bewerkingen Indirecte flits 47 NL Draai de flitser omhoog of naar links of rechts en houd de camera stevig vast. De indicator indirect flitsen rechtsboven in het scherm, verandert afhankelijk van de indirect flitsstatus van de flitser. : Niet indirect flitsen : Alleen zijdelings flitsen : Omhoog of zijdelings flitsen + omhoog flitsen : Omlaag of zijdelings flitsen + omlaag flitsen • Wanneer de flitser naar boven wordt gedraaid, wordt het flitsbereik niet op het LCD-scherm weergegeven. De hogesnelheidsync (pagina 58) wordt ook niet weergegeven. • Gebruik voor het reflecteren van het flitslicht een wit plafond of witte muur. Een gekleurd oppervlak kan het licht doen kleuren. Hoge plafonds of glas worden niet aanbevolen. NL 48 Aanpassen indirecte hoek Het gelijktijdig gebruik van direct licht en indirect licht vanaf de flitser produceert ongelijke belichting. Bepaal de hoek voor indirect licht in relatie tot de afstand met het reflecterende oppervlak, de afstand van de camera tot het onderwerp, de brandpuntsafstand van de lens enzovoort. Voorbeelden van opnameomstandigheden: • afstand van camera tot reflecterende oppervlak • flitsbereik • brandpuntsafstand van de lens Onjuist Geavanceerde bewerkingen Juist 49 NL Wanneer de flitser naar boven weerkaatst Bepaal de hoek in relatie tot de volgende tabel. Brandpuntsafstand van de lens Indirecte hoek Minimaal 70 mm 30°, 45° 28 mm - 70 mm 60° Maximaal 28 mm 75°, 90° Gebruik van het plaatje voor indirect flitsen (voor flitser) Met het plaatje voor indirect flitsen creëert u een schittering in de ogen van het onderwerp en ziet het onderwerp er nog levendiger uit. • Het plaatje voor indirect flitsen wordt tegelijk met de groothoekadapter naar buiten getrokken. Schuif de groothoekadapter terug. • Stel wanneer u het plaatje voor indirect flitsen gebruikt de weerkaatsingshoek in op 90° naar boven. Snelle verschuiving bij indirect flitsen Wanneer u in de portretstand fotografeert, kunt u dezelfde indirecte flits instellen als bij foto’s in de landschapspositie en ook het bedieningspaneel in de juiste richting gebruiken. NL 50 90° zijwaarts flitsen Wanneer de weerkaatsingshoek wordt ingesteld op 90° zijwaarts en 0° omhoog en u fotografeert in de portretstand, kunnen de boven- en onderrand van de foto donkerder worden. Gebruik in dit geval de ingebouwde groothoekadapter of stel de weerkaatsingshoek in op 0° zijwaarts. Geavanceerde bewerkingen • In deze status verschijnt de indicator voor indirect flitsen op het LCDscherm. • Wanneer de zoomflitsdekking is ingesteld op [AUTO] en u 90° zijwaarts flitst, wordt de dekking automatisch op groothoek ingesteld. In dit geval is het flitsbereik korter dan het bereik voor 0° zijwaarts flitsen. 51 NL Gebruik van de adapter voor indirect flitsen Door het plaatsen van de meegeleverde adapter voor indirect flitsen kunt u het licht van de flitser over een groter bereik verspreiden, waardoor u zachter licht krijgt en minder schaduwen. Bevestigen van de adapter voor indirect flitsen Plaats de adapter voor indirect flitsen in de richting van de pijl in de afbeelding en lijn de klemmetjes op de adapter voor indirect flitsen uit met de uitsparingen in de flitser. • Houd de adapter voor indirect flitsen met het weggesneden gedeelte aan de bovenkant vast zoals hieronder is afgebeeld, en controleer de richting met de flitsbuis voordat u deze stevig vastmaakt. Een niet goede bevestiging kan leiden tot een niet nauwkeurige meting. OK NL 52 • Als u de adapter voor indirect flitsen bevestigt, verschijnt [BOUNCE ADAPTOR] in de zoomindicator. (Wanneer u de ingebouwde groothoek gebruikt, wordt [WIDE] ook weergegeven.) • De zoompositie is vergrendeld. De adapter voor indirect flitsen verwijderen Geavanceerde bewerkingen Verwijder, wanneer u aan de hendel van de adapter voor indirect flitsen in de richting van de pijl 1 trekt, de adapter voor indirect flitsen in de richting van pijl 2. 53 NL Close-upfotografie (omlaag flitsen) Kantel de flitser enigszins omlaag voor flitsfotografie wanneer u voorwerpen fotografeert tussen 0,7 m en 1,0 m van de camera om een juiste belichting te garanderen. Draai de flitser omlaag en houd de camera stevig vast. • De rotatiehoek is 10°. • verschijnt op het LCD-scherm. • Wanneer u fotografeert op een afstand korter dan 0,7 m, kan de flitser het voorwerp niet volledig bedekken en zal de foto aan de onderkant donkerder zijn. Gebruik een externe flitser, een dubbele macroflitser of ringverlichting. • U kunt alleen omlaag flitsen wanneer u de weerkaatsingshoek instelt op 0° of 90° zijwaarts. • Lange lenzen kunnen het flitslicht belemmeren. NL 54 Handmatig flitsen (M) De normale TTL-flitsmeting past de flitsintensiteit automatisch aan om de juiste belichting van het onderwerp te verkrijgen. Handmatig flitsen betekent een vaste flitsintensiteit, ongeacht de helderheid van het onderwerp en de camera-instelling. • Omdat bij handmatig flitsen het reflectievermogen van het onderwerp geen invloed heeft, is deze optie handig bij onderwerpen met een extreem hoog of laag reflectievermogen. • Handmatig flitsen is alleen mogelijk wanneer op de camera de M-modus is ingesteld. In andere modi wordt automatisch TTL-meting geselecteerd. • Bij het gebruik van MENU-instellingen kan handmatig flitsen worden geselecteerd zonder de M-modus in te stellen op de camera (pagina 93). 1 Meting bij handmatig flitsen Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te geven en selecteer [MANUAL]. Geavanceerde bewerkingen TTL flitsmeting 55 NL 2 Druk het regelwiel naar rechts (LEVEL). 3 Draai het regelwiel of druk het naar links of rechts om een instellingswaarde in te stellen en druk op het midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten. • Instellingswaarden: 1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 (grootte van instelstapjes = 0,5 of 0,3) • De sterkte kan worden ingesteld op een waarde tussen 1/1 (helderst) en 1/ 128 (donker). Het kan ook worden ingesteld op 1/256 (donkerst) als [HSS] in de MENU-instellingen is ingesteld op [OFF]. • Zelfs op de zelfde sterkte instelling, verschilt de indicator voor het niveau afhankelijk of het niveau is verhoogd of verlaagd. bijvoorbeeld Druk het regelwiel naar links 1/1 → 1/1 (-0,3) → 1/1 (-0,7) → 1/2 ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ 1/128 (-0,3) → 1/128 (-0,7) → 1/256 Druk het regelwiel naar rechts 1/1 ← 1/2 (+0,7) ← 1/2 (+0,3) ← 1/2 ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ 1/256 (+0,7) ← 1/256 (+0,3) ← 1/256 • Met deze flitser kunt u de grootte van de sterkte instellingstapjes zo wijzigen dat tot 25 niveaus aan lichtsterkte kunnen worden ingesteld. Voor meer informatie over de grootte van de sterkte instellingstapjes, zie pagina 94. NL 56 • Wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt, verschijnt de afstand waarop de juiste belichting wordt bereikt, op het LCD-scherm. Stel het diafragma in op de weergegeven afstand tot de opnameafstand. Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand groter dan 28 m. • Als tijdens het fotograferen met handmatige flits de sterkte is ingesteld op 1/1, flitst de flitser op volledige sterkte. Het bereik van de sterkte (bijvoorbeeld 1/ 1t 1/2) komt overeen met het bereik van het diafragma (bijvoorbeeld F4 t 5,6). • De indicatie van het flitsbereik van de toets TEST (knippert groen) werkt niet nadat een foto met handmatige flits is gemaakt. • Het flitsbereik wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt gebruikt, met draadloos flitsen, als de communicatie met de camera uit staat of als een externe camerakabel wordt gebruikt. Geavanceerde bewerkingen Een juiste belichting wordt bereikt op een afstand kleiner dan 1,0 m. Als het flitsbereik minder is dan 1,0 m, kan het onderste gedeelte van het beeld op het LCD-scherm van de camera donker worden. Wijzig het flitsbereik om het diafragma en de ISO-gevoeligheid af te stellen. 57 NL Hogesnelheidsync (HSS) Hogesnelheidsync Normale flits Met hogesnelheidsync worden de beperkingen van de X-sync flitssluitertijd opgeheven en wordt het mogelijk om de flitser te gebruiken in combinatie met het volledige sluitertijdbereik van de camera. Met het grotere te selecteren diafragmabereik wordt flitsfotografie met een groot diafragma mogelijk. Hierbij blijft de achtergrond onscherp en wordt het onderwerp op de voorgrond benadrukt. Zelfs wanneer u in de A- of M-modus met een grote f-stop fotografeert terwijl de achtergrond zeer helder is en de opname normaal overbelicht zou zijn, kunt u de belichting aanpassen door de hogesnelheidsluiter te gebruiken. Zie voor meer informatie over instelling van de HSS-functies "MENU instellingen" (pagina 88). • HSS werkt mogelijk niet afhankelijk van het model camera dat wordt gebruikt. Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt. X-sync flitssluitertijd Flitsfotografie wordt meestal geassocieerd met een kortste sluitertijd die ook wel wordt aangeduid als de X-sync flitssluitertijd. Deze beperking is niet van toepassing op camera’s die zijn ontworpen voor hogesnelheidsyncfotografie (HSS), omdat hiermee flitsfotografie mogelijk is met de kortste sluitertijd van de camera. NL 58 Meervoudig flitsen (MULTI) De flitser wordt een aantal keren geactiveerd terwijl de sluiter openstaat (meervoudig flitsen). Met meervoudig flitsen kunt u beweging van het onderwerp op een foto vastleggen voor latere analyse. • De camera moet op de M-modus worden ingesteld om meervoudig te kunnen flitsen. In andere modi dan de M-modus van de camera, kan een juiste belichting mogelijk niet worden verkregen. • Via MENU-instellingen kunt u de camera instellen voor meervoudig flitsen zonder dat u de M-modus hoeft te selecteren (pagina 93). Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te geven en selecteer [MULTI]. 2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te geven. 3 Verplaats de cursor (gemarkeerd) naar de meervoudig flitsen frequentie-indicator door het regelwiel omhoog, omlaag, links of rechts te drukken. Geavanceerde bewerkingen 1 59 NL 4 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste instellingenscherm weer te geven. • U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16) 5 Wijzig de flitsfrequentie met het regelwiel. • Draaien: Wijzigt de instellingswaarde Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde Instellingswaarden: 100, 90, 80, 70, 60, 50, 40, 30, 20, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1 6 Druk het regelwiel omhoog of omlaag om de cursor te verplaatsen en het aantal flitsen en de sterkte-instelling tegelijkertijd te wijzigen. Aantal keren flitsen • Draaien: Wijzigt de instellingswaarde Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde Instellingswaarden: - -, 100, 90, 80, 70, 60, 50, 45, 40, 35, 30, 25, 20, 15, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2 • Wanneer "--" is geselecteerd, wordt doorgegaan met flitsen op de ingestelde frequentie terwijl de sluiter open is. Sterkte • Draaien: Wijzigt de instellingswaarde Links of rechts: Wijzigt de instellingswaarde Instellingswaarden: 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128, 1/256 (grootte van instelstapjes = 0,5 of 0,3) • De sterkte kan worden ingesteld op een waarde tussen 1/8 en 1/128 (donker). Het kan ook worden ingesteld op 1/256 (donkerst) als [HSS] in de MENU-instellingen is ingesteld op [OFF]. • U kunt de grootte van de sterkte instellingstapjes zo wijzigen dat tot 16 niveaus aan lichtsterkte kunnen worden ingesteld. Voor meer informatie over de grootte van de sterkte instellingstapjes, zie pagina 94. NL 60 7 Als de instelling is voltooid, drukt u op het midden van het regelwiel om terug te keren naar het normale indicatorscherm. 8 Stel de sluitertijd en het diafragma in. • De sluitertijd wordt als volgt berekend in overeenstemming met de geselecteerde flitsfrequentie en het aantal flitsen. Aantal flitsen (TIME) ÷ flitsfrequentie (Hz) = sluitertijd Wanneer bijvoorbeeld tien flitsen en 5 Hz worden geselecteerd, is 10 ÷ 5 = 2 en is dus een sluitertijd van meer dan twee seconden nodig. 9 • De afstand waarop met één keer flitsen de juiste belichting wordt bereikt, wordt op het LCD-scherm weergegeven. (De afstand wordt niet weergeven als indirect flitsen omhoog wordt gebruikt, als de communicatie met de camera uit staat of als een externe camerakabel wordt gebruikt) • Om trillingen te voorkomen wordt bij meervoudig flitsen het gebruik van een statief aanbevolen. • De testflits flitst op de geselecteerde frequentie/het geselecteerde aantal/ niveau terwijl de toets TEST wordt ingedrukt als [1 TIME] wordt geselecteerd in de MENU-instellingen. Wanneer [3 TIMES] of [4 SEC] wordt geselecteerd, heeft drie keer flitsen of de modelleerflits van vier seconden prioriteit. Geavanceerde bewerkingen Wanneer de flitser volledig is opgeladen, drukt u op de sluiterknop om de foto te maken. 61 NL Maximumaantal continue flitsen Het maximumaantal continue flitsen tijdens meervoudig flitsen wordt beperkt door de lading in de batterij. Gebruik de volgende waarden als richtlijn. Met alkalinebatterijen Flitsfrequentie (Hz) Sterkte 100 90 1/8 4 4 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7 6 5 4 3 2 4 4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 6 7 8 10 15 100* 1 10 15 20 25 100* 100* 100* 1/16 8 8 8 8 8 8 8 8 8 10 10 10 1/32 16 16 16 17 17 17 18 19 20 35 40 45 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/64 30 30 30 30 30 30 35 40 50 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/128 50 60 60 60 65 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/256 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* geeft meer dan 100 aan. Met Ni-MH-batterijen (bij 2500 mAh) Flitsfrequentie (Hz) Sterkte 100 90 1/8 4 4 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7 6 5 4 4 4 4 4 5 5 5 7 7 7 7 10 10 15 100* 100* 100* 3 2 1 20 20 35 40 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/16 8 8 8 9 9 9 10 10 10 1/32 17 17 17 17 18 18 20 20 25 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/64 30 30 32 32 32 40 45 60 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/128 60 60 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/256 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* geeft meer dan 100 aan. • Het maximumaantal flitsen varieert, afhankelijk van het type en de staat van de batterij. Wanneer een externe batterijadapter FA-EB1AM (optioneel) wordt gebruikt, wordt het maximumaantal flitsen verhoogd boven de hierboven vermelde waarden. NL 62 Modus voor draadloos flitsen (WL) Met deze flitser is de volgende draadloze flitsfotografie mogelijk. [A] Draadloze flitsfotografie (HVL-F60M: externe flitser) De ingebouwde flitser van de camera is de afstandsbedieningsflitser (de flitser die het besturingslicht uitstraalt) en de HVL-F60M is de externe flitser (de flitser die niet bij de camera is). [B] Draadloze flitsfotografie (HVL-F60M: afstandsbesturingsflitser) De HVL-F60M is de afstandsbedieningsflitser en een andere flitser is de externe flitser. Normale flits Draadloos flitsen [A], [B] Geavanceerde bewerkingen [C] Meervoudig draadloze flitsfotografie met regeling belichtingsverhouding Door gebruik te maken van de HVL-F60M als de afstandsbedieningsflitser kan een camera die regeling belichtingsverhouding ondersteunt, een aantal externe flitsers groeperen en de belichtingsverhouding regelen. Draadloos flitsen [C] (Regeling belichtingsverhouding) 63 NL Bereik draadloos flitsen Het lichtsignaal van de ingebouwde flitser wordt door de draadloze flitser gebruikt om de externe flitser te activeren. Houd rekening met de volgende punten bij het plaatsen van de camera, de flitser en het onderwerp. • Fotografeer op donkere plaatsen binnenshuis. • Plaats de externe flitser binnen het grijze gebied in het volgende diagram. Afstand tussen camera en onderwerp (zie tabel 1) Afstand tussen flitser en onderwerp (zie tabel 2) Plaats de flitser niet direct achter het onderwerp Plaats de camera en flitser binnen een straal van 1 m tot 5 m van het onderwerp NL 64 Afstand camera-HVL-F60M-onderwerp Afstand HVL-F60M-onderwerp (Tabel 2) Afstand camera onderwerp (Tabel 1) Anders dan HSS Alle sluitertijden Syncsnelheid of trager 2,8 1,4 - 5 4 1-5 5,6 1-5 Sluitertijd Diafragma HSS 1/250 sec 1/500 sec 1/1000 sec 1/2000 sec 1-5 1-4 1-5 1 - 2,8 1 - 2,8 1-2 1 - 1,4 1-2 1 - 1,4 1-5 1-2 – 1 - 1,4 – – Eenheden: m Geavanceerde bewerkingen • De afstanden in de bovenstaande tabel gaat uit van het gebruik van ISO 100. Indien ISO 400 wordt gebruikt, dan moeten de afstanden worden vermenigvuldigd met een factor twee (ga uit van een limiet van 5 m). • Het flitsbereik wordt niet op het LCD-scherm weergegeven wanneer u draadloos flitst. 65 NL De mini-standaard openen en sluiten • De mini-standaard kan worden ingeklapt en moet tijdens gebruik zijn geopend. Het bevestigen en verwijderen van de mini-standaard • Gebruik de bijgeleverde mini-standaard wanneer de flitser op afstand van de camera wordt gebruikt. Bevestiging Verwijdering • Zie ook "De flitser bevestigen en verwijderen" (pagina 20). • U kunt de flitser op een statief bevestigen met de daarvoor bestemde bevestigingsopeningen in de mini-standaard. Gebruik het statief dat is voorzien van de schroef kleiner dan 5,5 mm. Omdat op het statief dat is voorzien met de schroef groter dan 5,5 mm de mini-standaard niet stevig kan worden bevestigd, kan de mini-standaard beschadigd raken. NL 66 • Wanneer de mini-standaard in twee stukken breekt, bevestigt u het onderdeel met de as in het andere onderdeel. Geavanceerde bewerkingen 67 NL [A] Draadloze flitsfotografie met de HVL-F60M als de externe flitser Gebruik alleen een externe flitser, met het licht van de ingebouwde flitser als signaal. Ingebouwde flitser HVL-F60M 1 Bevestig de flitser op de camera en schakel de flitser en de camera in. 2 Stel de camera in op draadloos flitsen (WL). • De instelmethode verschilt per gebruikte camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. • Wanneer de camera is ingesteld op draadloos flitsen wijzigt de flitser automatisch naar draadloos en verschijnt het normale indicatorscherm van de WL RMT-modus. De informatie van het flitskanaal wordt naar de camera verzonden. (Als de [WL CTRL] flitsmodusindicator wordt weergegeven, wijzigt u deze naar [WL RMT] op het MODE-scherm.) 3 Verwijder de flitser van de camera en klap de ingebouwde flitser uit. • Controleer of de flitsmodusweergave op het LCD-scherm voor de flitser [WL RMT] weergeeft. 4 Selecteer de draadloze afstandsbedieningsinstelling van de flitser. • Zie pagina 71 voor meer informatie. • Als op dat moment de draadloze afstandsbedieningsinstelling MANUAL REMOTE of MANUAL REMOTE 2 is, kunt u handmatig de sterkte aanpassen. (Zie de draadloze afstandsbedieningsinstellingtabel op pagina 72) NL 68 5 Stel de camera en de flitser op. • Stel de camera en de flitser op in een donkere locatie, zoals binnen. • Zie pagina 64 voor meer informatie. 6 Zorg ervoor dat de ingebouwde flitser en de flitser volledig zijn opgeladen. • Het ingebouwde lampje voor volledig opgeladen verschilt per camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de camera voor meer informatie. • De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos flitsen. Geavanceerde bewerkingen • Wanneer u de flitser gebruikt als een draadloze flitser, kunt u hem instellen op het geven van een piepje als het laden is voltooid en wanneer de meting is voltooid. (Volledige laadtijd: ongeveer 0,6 seconde; Volledige meettijd: ongeveer 0,1 seconde). Voor meer informatie, zie "De piepfunctie instellen in de draadloze afstandsbedieningsmodus [BEEP]" in "MENU instellingen" (pagina 92). 69 NL 7 Gebruik test-flitsen om de flitser te controleren. • Tijdens draadloos flitsen verschilt de test-flitsmethode afhankelijk van de gebruikte camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. • Wanneer de test-flits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de draadloze afstandsbediening op de camera. 8 NL Controleer opnieuw of de ingebouwde flitser en de externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de sluiterknop om de foto te maken. 70 Draadloos flitsen alleen via de flitser instellen Wanneer u de draadloze flitser hebt ingesteld in stap [A] en dezelfde combinatie van camera en flitser gebruikt zonder dat u een ander draadloos kanaal kiest, kunt u de flitser en camera ook afzonderlijk op draadloos instellen. Camera-instelling: Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. Flitserinstelling: Stel de flitsmodus van de flitser in op draadloze afstandsbedieningsflitser (WL RMT) en selecteer dan de meetopties en groepen voor extern gebruik. geven en selecteer [WL RMT]. 2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag, naar links of rechts om de indicator voor de draadloze afstandsbedieningsinstelling te selecteren. Geavanceerde bewerkingen 1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te 3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste instellingenscherm weer te geven. • U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16) 71 NL 4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om de cursor te verplaatsen en stel de meting en groepen in op afstandsbedieningsmodus. • Draaien: Wijzigt de instellingswaardeOmhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde Midden: Stelt de waarde in en keert terug naar het normale indicatorscherm Instellingstabel voor draadloze afstandsbediening Instellingswaarde: Flitsmodus Groep in extern gebruik TTL REMOTE TTL [REMOTE] groep TTL REMOTE 2 TTL [REMOTE 2] groep MANUAL REMOTE MANUAL [REMOTE] groep MANUAL REMOTE 2 MANUAL [REMOTE 2] groep • Als [WL CTRL] (flitsmodusinstelling van draadloze afstandsbedieningsflitser) in de MENU-instellingen is ingesteld op [CTRL], dan zal de externe groep van de instellingen van de draadloze afstandsbedieningsflitser op dezelfde wijze werken ongeacht of het REMOTE of REMOTE 2 is. • Als de flitsmodus in de instellingen van de draadloze afstandsbedieningsflitser [TTL] is, wordt flitscompensatie niet weergegeven. 5 Wijzig het zoom- en sterkteniveau op dezelfde wijze indien dit nodig is. Indicator Zoom Indicator voor het niveau van de sterkte • Voor meer informatie over elk vaste instellingenscherm, zie "Handmatig zoomen" (pagina 42) en "Handmatig flitsen (M)" (pagina 55). • Wanneer de draadloze afstandsbedieningsflitser is ingesteld, is de minimale sterkte 1/128 ongeacht of HSS in de MENU-instellingen is ingesteld op ON of OFF. • Wanneer de instelling voor de draadloze afstandsbedieningsflitser is ingesteld op TTL, kunt u alleen de zoom wijzigen. NL 72 6 Nadat u klaar bent met de wijzigingen, drukt u op het midden van het regelwiel om de waarden in te stellen en terug te keren naar het normale indicatorscherm. • Controleer of het draadloze kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal is ingesteld als de afstandsbedieningsflitser. Zie voor meer informatie over instelling van het draadloze kanaal "MENU instellingen" (pagina 88). • Wanneer u de flitser gebruikt als een draadloze flitser, kunt u hem instellen op het geven van een piepje als het laden is voltooid en wanneer de meting is voltooid. (Tijd tot volledig laden: ongeveer 0,6 seconde; Tijd tot volledig meten: ongeveer 0,1 seconde). Voor meer informatie, zie "De piepfunctie instellen in de draadloze afstandsbedieningsmodus [BEEP]" in "MENU instellingen" (pagina 92). Geavanceerde bewerkingen 73 NL [B] Draadloze flitsfotografie met de HVL-F60M als de afstandsbedieningsflitser Bij gebruik van de DSLR-A900, DSLR-A850, DSLR-A700, SLT-A99V/SLT-A99, SLT-A77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6, kunt u draadloze flitsfotografie uitvoeren door gebruik te maken van meer dan 2 flitsers, één als een afstandsbedieningsflitser en één als externe flitser. Gebruik de HVL-F60M als afstandsbedieningsflitser. (Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.) Deze flitser Externe flitser • Indien u een HVL-F56AM of HVL-F36AM als externe flitser gebruikt bij gebruik van een DSLR-A900, DSLR-A850, SLT-A99V/SLT-A99, SLT-A77V/ SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6 camera, dan dient u de afstandsbedieningsflitsermodus van deze flitser in te stellen op [CTRL]. Zie voor meer informatie over het instellen van de afstandsbedieningsflitsmodus "MENU instellingen" op pagina 88. 1 Stel de camera, de flitser (afstandsbediening) en de externe flitser in op draadloos flitsen. Camera-instelling: Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. NL 74 Instelling afstandsbedieningsflitser: 1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te geven en selecteer [WL CTRL]. 2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag, naar links of rechts om de indicator voor de draadloze besturingsinstelling te selecteren. instellingenscherm weer te geven. • U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16) 4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om de cursor te verplaatsen en selecteer [RATIO: OFF]. • Draaien: Wijzigt de instellingswaarde Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde Midden: Stelt de waarde in en keert terug naar het normale indicatorscherm Instellingswaarden: RATIO: OFF maakt draadloze flitsfotografie met slechts één afstandsbedieningsflitser mogelijk. De flitser van de afstandsbediening straalt alleen het regellicht voor de draadloze afstandsbedieningsflitser uit. Geavanceerde bewerkingen 3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste 75 NL TTL RATIO: ON Maakt draadloze flitsfotografie met regeling van de belichtingsverhouding mogelijk. MANUAL RATIO: ON Maakt draadloze flitsfotografie met regeling van de belichtingsverhouding mogelijk. Het flitsen van de afstandsbedieningsflitser kan handmatig worden ingesteld. • [MANUAL RATIO: ON] kan worden ingesteld als de camera in M (handmatig) modus is. Het kan ook beschikbaar zijn als de camera niet in M-modus is, als [MANUAL MODE] in de MENU-instellingen van de flitser (pagina 93) is ingesteld op [PASM]. • Wanneer [MANUAL MODE] is ingesteld op [MANUAL] en de camera in M-modus is, toont de instelling [MANUAL RATIO: ON] tijdelijk [MANUAL RATIO: ON] zo lang als de communicatie met de camera uit staat. Als communicatie met de camera start, wijzigt het scherm naar [TTL RATIO: ON]. • De zoomindicator wordt niet weergegeven als [RATIO: OFF] is ingesteld. Instelling externe flitser: Stel uw flitser in op WL RMT-modus. Zie pagina 71, als u deze flitser gebruikt als een externe flitser. (Na het instellen in de WL RMT-modus, zet u de indicator voor de draadloze afstandsbedieningsinstelling op [TTL REMOTE] of [MANUAL REMOTE].) Als u een andere flitser gebruikt, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing die bij die flitser is geleverd. 2 Bevestig de afstandsbedieningsflitser op de camera en schakel de camera, de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser in. 3 Stel de camera in met de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser. • Zie pagina 64 voor meer informatie. NL 76 4 Controleer of de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser volledig zijn opgeladen. • De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos flitsen. 5 Gebruik testflitsen om de flitser te controleren. 6 Controleer opnieuw of de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de sluiterknop om de foto te maken. • Zelfs als draadloze besturingsinstelling is ingesteld op [RATIO: OFF] (regeling van de belichtingsverhouding uit), knippert de afstandsbedieningsflitser om een signaal te verzenden. Geavanceerde bewerkingen • De methode voor testflitsen is afhankelijk van de gebruikte camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. • Wanneer de testflits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de draadloze afstandsbediening op de camera. Controleer ook of het draadloze kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal is ingesteld als dat van de afstandsbedieningsflitser. 77 NL [C] Meervoudig draadloze flitsfotografie met regeling belichtingsverhouding Bij gebruik van de DSLR-A900, DSLR-A850, DSLR-A700, SLT-A99V/SLT-A99, SLT-A77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6, kunt u draadloze flitsfotografie uitvoeren terwijl u de belichtingsverhouding regelt tussen maximaal 3 groepen inclusief de afstandsbedieningsflitser en twee groepen externe flitsers. (Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.) Afstandsbedieningsflitser: HVL-F60M (deze flitser) Externe flitsers: HVL-F60M (deze flitser), HVL-F58AM, HVL-F43AM, HVL-F42AM Deze flitser kan worden ingesteld in 2 groepen (REMOTE en REMOTE 2). Deze flitser (Afstandsbediening sflitser) Externe flitser (REMOTE) Externe flitser (REMOTE 2) • Elke combinatie van deze flitser of een HVL-F58AM, HVL-F43AM of HVLF42AM kan worden gebruikt in de REMOTE groep. Elke combinatie van deze flitser ingesteld op [REMOTE 2] , of een HVL-F58AM of HVL-F43AM kan worden gebruikt in de REMOTE 2 groep. * Op een HVL-F58AM of HVL-F43AM, wordt de REMOTE groep weergegeven als [RMT] en de REMOTE 2 groep weergegeven als [RMT2]. • Een HVL-F42AM ingesteld op draadloos (externe flitser) wordt herkend door de REMOTE groep. Voor draadloze flitsfotografie met 3 groepen, moet u daarom deze flitser, een HVL-F58AM of een HVL-F43AM gebruiken, die kan worden ingesteld voor de REMOTE 2 groep. NL 78 bijvoorbeeld) Wanneer een weergave [4:2:1] is, flitst de flitser van elke groep met een sterkte van 4/ 7, 2/7 en 1/7 van het geheel. 1 Stel de camera, de flitser (afstandsbediening) en de (externe) flitser in op draadloos flitsen. Camera-instelling: Stel de flitsmodus in op draadloos flitsen (WL). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. Instelling afstandsbedieningsflitser: Geavanceerde bewerkingen • Bij gebruik van een DSLR-A900, DSLR-A850, SLT-A99V/SLT-A99, SLTA77V/SLT-A77, SLT-A65V/SLT-A65, SLT-A57, SLT-A37, NEX-7 of NEX-6 camera, kunt u HVL-F56AM of HVL-F36AM flitsers gebruiken als externe flitsers. Stel de flitsmodus van de afstandsbediening in op [CTRL]. HVLF56AM en HVL-F36AM externe flitsers worden herkend als zijnde in de REMOTE groep, dus u kunt de belichtingsverhouding van maximaal twee groepen alleen regelen met deze flitser, een HVL-F43AM of een HVL-F58AM als afstandsbedieningsflitser. Zie, voor meer informatie over het instellen van de flitsmodus van de afstandsbediening "De draadloze afstandsbedieningsflitsermodus instellen [WL CTRL]" in "MENU instellingen" (op pagina 92). • Voor draadloze flitsfotografie met regeling van de belichtingsverhouding, wordt de algehele belichtingsverhouding weergegeven door de indicator voor de regeling van de draadloze belichtingsverhouding op het LCD-scherm. 1 Druk op de toets MODE om het scherm MODE weer te geven en selecteer [WL CTRL]. 2 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag, naar links of rechts om de indicator voor de draadloze besturingsinstelling te selecteren. 79 NL 3 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste instellingenscherm weer te geven. • U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16) 4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om de cursor te verplaatsen en selecteer [TTL RATIO: ON] of [MANUAL RATIO: ON]. • Zie stap 4 op pagina 75 voor meer informatie. • Draaien: Wijzigt de instellingswaardeOmhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde Instellingswaarden: RATIO: OFF, TTL RATIO: ON, MANUAL RATIO: ON 5 Nadat de instelling is voltooid, drukt u op het midden van het regelwiel om terug te keren naar het normale indicatorscherm. 6 Druk op de toets Fn om het Quick Navi-scherm weer te geven en druk het regelwiel omhoog, omlaag, naar links of rechts om de indicator voor de draadloze regeling van de belichtingsverhouding te selecteren. NL 80 7 Druk in het midden van het regelwiel om het vaste instellingenscherm weer te geven. • U kunt ook de instellingen wijzigen op het Quick Navi-scherm. (pagina 16) 8 Gebruik het regelwiel om de belichtingsverhouding • Draaien: Wijzigt de instellingswaarde Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde Links of rechts: Verplaatst de cursor Instellingswaarden: 16, 8, 4, 2, 1, - 9 Nadat de instelling is voltooid, drukt u op het midden van het regelwiel om terug te keren naar het normale indicatorscherm. Geavanceerde bewerkingen van elke groep te wijzigen. • Indien [MANUAL RATIO: ON] is geselecteerd, knippert de externe flitser volgens de instelling van de belichtingsverhouding, maar alleen de afstandsbedieningsflitser flitst op het niveau dat handmatig is ingesteld met LEVEL. Instelling externe flitser: Stel uw flitser in op WL RMT-modus. Zie pagina 71, als u deze flitser gebruikt als een externe flitser. Als u een andere flitser gebruikt, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing die bij die flitser is geleverd. 81 NL 2 Bevestig de afstandsbedieningsflitser op de camera en schakel de camera, de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser in. 3 Stel de camera in met de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser. • Zie pagina 64 voor meer informatie. 4 Controleer of de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser volledig zijn opgeladen. • De AF-lamp aan de voorzijde knippert en de toets TEST brandt oranje wanneer de externe flitser volledig is opgeladen in de modus voor draadloos flitsen. 5 Gebruik testflitsen om de flitser te controleren. • De methode voor testflitsen is afhankelijk van de gebruikte camera. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. • Wanneer de testflits niet werkt, verandert u de positie van de camera, de flitser en het onderwerp, of richt u de ontvanger voor signalen van de draadloze afstandsbediening op de camera. Controleer ook of het draadloze kanaal van de externe flitser op hetzelfde kanaal is ingesteld als dat van de afstandsbedieningsflitser. 6 NL Controleer opnieuw of de afstandsbedieningsflitser en de externe flitser volledig opgeladen zijn en druk op de sluiterknop om de foto te maken. 82 Opmerkingen over draadloos flitsen Geavanceerde bewerkingen • U kunt geen flitsmeter of kleurmeter gebruiken bij de modus voor draadloos flitsen omdat de ingebouwde flitser van de camera vooraf flitst. • De testflits voor draadloos flitsen wordt in de op dat moment geselecteerde testflitsmodus uitgevoerd. Er wordt één keer geflitst bij [1 TIME] en drie keer geflitst bij [3 TIMES]. Er wordt vier seconden continu geflitst bij [4 SEC]. Zie, voor meer informatie over testflitsen "MENU instellingen" (pagina 88). • De zoompositie voor de HVL-F60M wordt automatisch ingesteld op 24 mm. Een andere zoompositie dan 24 mm wordt afgeraden. • Bij draadloos flitsen wordt de ADI-meting geannuleerd en wordt automatisch P-TTL-flitsmeting gebruikt (pagina 35). • Meervoudig flitsen kan niet worden gebruikt. • Als in de buurt een andere draadloze flitser wordt gebruikt, kunt u het kanaal wijzigen in de MENU-instellingen om interferentie te voorkomen (pagina 88). • Wanneer u fotografeert met de draadloze flitser, kan de flitser soms per ongeluk afgaan als gevolg van statische elektriciteit of elektromagnetische storing. Wanneer deze niet wordt gebruikt, drukt u op de MODE-toets en selecteert u [ ] om de -modus in te stellen (flitser uit). • De flitser kan in zeldzame gevallen niet goed belichten, omdat het lichtsignaal het onderwerp enzovoort niet bereikt als gevolg van de positie waarin de draadloze flitser is geïnstalleerd. In dit geval kunt u een onjuiste belichting voorkomen door de installatiepositie van de draadloze flitser aan te passen of de instelling voor het kanaal voor draadloos flitsen in de MENU-instellingen aan te passen (pagina 88). • U kunt verschillende externe flitsers tegelijk gebruiken. • De externe flitser flitst met de sterkte die voor elke flits wordt ingesteld als de externe flitser in de handmatige modus staat. 83 NL Camera en flitser aansluiten met een kabel Met de externe kabels FA-CC1AM (optioneel) is het mogelijk te fotograferen met flitsers die niet op de camera zijn bevestigd. U kunt maximaal vier flitsers op elkaar aansluiten. Wanneer u kunt fotograferen zonder rekening te houden met de posities van de flitsers, hebt u grote vrijheid om verschillende schaduweffecten in het onderwerp te creëren. • Flitsers met extra aansluitingen kunnen rechtstreeks worden aangesloten. • Indien u een camera gebruikt die compatibel is met een multi-interfaceschoen, gebruik dan een schoenadapter om de camera te bevestigen aan de FA-CC1AM. 1 Verwijder het kapje voor de aansluiting. 2 Sluit de kabel op de extra aansluiting aan. NL 84 • In deze modus wordt de ADI-meting geannuleerd en wordt automatisch TTL-voorflitsmeting gebruikt (pagina 35). • Hogesnelheidsync is niet beschikbaar als de flitser is aangesloten op een externe camerakabel FA-CC1AM (optioneel) en de camera in P-modus is. • Alle flitsers hebben dezelfde sterkte in de TTL-modus. • Tijdens het fotograferen met een externe kabel wordt de afstandsbedieningsmodus automatisch geannuleerd. U kunt dan niet flitsen met regeling van de belichtingsverhouding. Geavanceerde bewerkingen 85 NL De externe batterijadapter gebruiken U kunt externe batterijadapter FA-EB1AM (optioneel) als extra voeding gebruiken. 1 Verwijder het kapje voor de aansluiting. 2 Sluit de stekker van de verbindingskabel op de aansluiting van de externe voeding aan. • Gebruik een externe batterijadapter of kabel voor deze flitser voor de aansluiting op de externe voeding of op de extra aansluitingen. NL 86 AF-lamp Wanneer het lichtniveau laag is of het onderwerp weinig contrast heeft en de sluiterknop gedeeltelijk wordt ingedrukt om automatisch scherp te stellen, gaat de rode lamp aan de voorzijde van de flitser branden. Dit is de AF-lamp die als hulpmiddel wordt gebruikt voor de automatische scherpstelling. Geavanceerde bewerkingen • De AF-lamp flitst zelfs als de flitser is ingesteld op [ ] (flitser uit)-modus. • De AF-lamp van de camera werkt niet zolang de AF-lamp van de flitser wordt gebruikt. • De AF-lamp werkt niet zolang doorlopend automatisch scherpstellen wordt gebruikt in de scherpstelmodus (bij doorlopend scherpstellen op een bewegend onderwerp). • De AF-lamp werkt mogelijk niet wanneer de brandpuntsafstand van de lens groter is dan 300 mm. De flitser werkt niet als deze van de camera is verwijderd. • De AF-lamp kan mogelijk niet flitsen, afhankelijk van uw camera. • De AF-lamp flitst niet als de LED-lamp aan staat. 87 NL MENU instellingen Het MENU-scherm toont diverse instellingen voor deze flitser. U kunt deze instellingen makkelijk wijzigen op het MENU-scherm. 1Pagina nr. 2Menu-onderdeel 3Huidige instellingswaarde 4Menu-onderdeel tijdens instelling 5Instellingswaardevenster U kunt de volgende 12 onderdelen aanpassen. Pagina nr. Onderdeel 1 Zet hogesnelheidsync aan en uit en wijzigt de instelling van het belichtingsniveau ON, OFF WL CH Kanaal in draadloze flitsfotografie CH1, CH2, CH3, CH4 WL CTRL Flitsmodus in draadloze afstandsbedieningsmodus CTRL+, CTRL BEEP Piepfunctie na het flitsen indien in draadloze afstandsbedieningsmodus HIGH, LOW, OFF MANUAL MODE Cameramodus waarmee handmatig flitsen of meervoudig flitsen mogelijk is MANUAL, PASM TEST Aantal keren waarop de testflits flitst 1 TIME, 3 TIMES, 4 SEC POWER SAVE Tijd tot batterij besparen 30 SEC, 3 MIN, 30 MIN, OFF 1 1 2 2 NL 88 Waarden HSS 1 1 Instellingsbeschrijving Pagina nr. Onderdeel 60 MIN, OFF m/ft De unit van de afstandsindicator m, ft LEVEL STEP Grootte van sterkteinstellingstapjes (0,5 of 0,3) 0.3 EV, 0.5 EV MEMORY Slaat de modus en de instellingswaarden op 1, 2, CANCEL RESET Initialiseert de instellingswaarden OK, CANCEL WL POWER SAVE 2 3 3 Waarden Tijd tot batterij besparen bij draadloze werking 2 2 Instellingsbeschrijving MENU-instellingen uitvoeren De MENU-instellingen zijn als volgt gewijzigd. 1 Druk op de toets MENU om het scherm MENU weer te geven. 2 Gebruik het regelwiel om het menu-onderdeel te selecteren dat u wilt instellen. Geavanceerde bewerkingen * De onderstreepte waarden zijn de standaard instellingen. [MEMORY] en [RESET] hebben geen standaard instelling. • Draaien: Verplaatst de cursor omhoog en omlaag Omhoog of omlaag: Wijzigt de instellingswaarde Links of rechts: Beweegt tussen pagina's op het MENU-scherm 3 Druk in het midden van het regelwiel om het instellingenvenster weer te geven. 89 NL 4 Draai het regelwiel of druk het omhoog of omlaag om een instellingswaarde in te stellen en druk op het midden van het regelwiel om die waarde vast te zetten. • Het instellingenvenster lezen : Huidig ingestelde waarde : Menu-onderdeel dat momenteel wordt ingesteld (verschijnt op de grens tussen het menu-onderdeel en het instellingenvenster) 5 Druk op de MENU-toets om de waarde in te stellen en terug te keren naar het normale indicatorscherm. • MENU instellingen worden opgeslagen zelfs als u de flitser uitzet of de batterijen verwijdert. NL 90 Informatie over MENU-instellingen Hogesnelheidsync instellen [HSS] Het draadloze kanaal wijzigen [WL CH] Geavanceerde bewerkingen Instellingswaarden: ON, OFF • Als de sluitertijd korter is ingesteld dan de X-sync flitssluitertijd, wordt deze flitser automatisch op hogesnelheidsync ingesteld. De X-sync flitssluitertijd kan verschillen, afhankelijk van de camera. Raadpleeg voor meer informatie over de X-sync flitssluitertijd de gebruiksaanwijzing van uw camera. • Het wordt aanbevolen om foto’s te maken op locaties met veel licht. • Hogesnelheidsync kan niet worden gebruikt met indirect flitsen. • Het wordt niet aanbevolen bij hogesnelheidsync een flitsmeter of kleurenmeter te gebruiken, omdat u dan de juiste belichting en kleur niet kunt bereiken. • Het flitsbereik wordt korter dan bij normale flitsfotografie wanneer hogesnelheidsync wordt gebruikt. Controleer of het onderwerp binnen het flitsbereik valt. • U kunt hogesnelheidsync ook gebruiken bij draadloos flitsen. • Als u [OFF] selecteert, wordt de hogesnelheidsync afgebroken. Als de hogesnelheidsync wordt afgebroken, kan de sluitertijd niet korter worden ingesteld dan de X-sync flitssluitertijd. • De minimale sterkte-instelling wijzigt, en hangt ervan af of HSS is ingesteld op ON of OFF. – HSS-instelling ON: Kan zo klein worden ingesteld als 1/128 – HSS-instelling OFF: Kan zo klein worden ingesteld als 1/256 • Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt. Instellingswaarden: CH1, CH2, CH3, CH4 • Bevestig de flitser op de camera en druk de sluiterknop gedeeltelijk in na het wijzigen van het kanaal. • Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt. 91 NL De draadloze afstandsbedieningsflitsermodus instellen [WL CTRL] Instellingswaarden: CTRL+, CTRL Wanneer u deze flitser gebruikt als een draadloze afstandsbedieningsflitser, selecteert u een van de [CTRL+] of [CTRL] afstandsbedieningsflitsermodi, afhankelijk van het type externe flitser. • [CTRL+]: Selecteer deze modus wanneer u de HVL-F60M/HVL-F58AM/HVL-F43AM/ HVL-F42AM als externe flitser gebruikt. • [CTRL]: Selecteer deze modus wanneer u de HVL-F56AM/HVL-F36AM als externe flitser gebruikt. De piepfunctie instellen in de draadloze afstandsbedieningsmodus [BEEP] Instellingswaarden: HIGH, LOW, OFF Als u de flitser gebruikt als een draadloze externe flitser, dient u in te stellen of het apparaat piept na het flitsen. • Wanneer [HIGH] is ingesteld, is de piep luid. Wanneer [LOW] is ingesteld, is de piep zacht. • Als [HIGH] of [LOW] is ingesteld, dan wordt [BEEP] weergegeven op het normale indicatorscherm in WL RMT-modus. NL 92 De opnamemodus instellen om handmatig flitsen (M) of meervoudige flitsfotografie [MANUAL MODE] in te schakelen De testflitsmodus instellen [TEST] Instellingswaarden: 1 TIME, 3 TIMES, 4 SEC [1 TIME] : flitst één keer op het ingestelde lichtniveau. [3 TIMES] : flitst drie keer op een specifieke snelheid. [4 SEC] :flitst vier seconden op een specifieke snelheid. De tijd instellen tot batterijbesparingsstand [POWER SAVE] Instellingswaarden: 30 SEC, 3 MIN, 30 MIN, OFF [30 SEC] : na 30 seconden wordt overgeschakeld naar de batterijbesparingstand. [3 MIN] : na 3 minuten wordt overgeschakeld naar de batterijbesparingstand. [30 MIN] : na 30 minuten wordt overgeschakeld naar de batterijbesparingstand. [OFF] : de batterijbesparingstand wordt uitgeschakeld. Geavanceerde bewerkingen Instellingswaarden: MANUAL, PASM • Wanneer [MANUAL] is geselecteerd, dan kan de flitser alleen handmatig en meervoudig flitsen uitvoeren in de M (handmatig) modus van de camera. • Wanneer [PASM] wordt geselecteerd, mogen in alle opnamemodi van de camera handmatig flitsen en meervoudig flitsen worden gebruikt. De juiste belichting wordt mogelijk niet verkregen met fotografie in alle andere modi dan de M-modus van uw camera. U kunt dus het beste de M-modus van uw camera gebruiken. • Als [PASM] is geselecteerd, blijft deze flitser in de handmatige flitsmodus, zelfs as de opnamemodus van de camera is gewijzigd naar AUTO (automatische modus). • Afhankelijk van de flitsmodus van de camera, kuntt u mogelijk alleen de flitser uit selecteren. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw camera. 93 NL Tijd tot de batterijbesparingstand bij draadloze werking [WL POWER SAVE] Instellingswaarden: 60 MIN, OFF [60 MIN] : na 60 minuten wordt overgeschakeld naar de batterijbesparingstand. [OFF] : de batterijbesparingstand wordt uitgeschakeld. De unit van de afstandsindicator instellen [m/ft] Instellingswaarden: m, ft m: unit is meters ft: unit is feet Grootte van sterkte-instellingstapjes wijzigen (0,5 of 0,3) [LEVEL STEP] Instellingswaarden: 0.3 EV, 0.5 EV [0.3 EV]: Sterkte wordt gewijzigd in stapjes van 0,3 [0.5 EV]: Sterkte wordt gewijzigd in stapjes van 0,5 stapjes van 0.3 EV Druk op het regelwiel of draai het naar rechts (om de sterkte te verhogen) 1/256 → 1/256 (+0,3) → 1/256 (+0,7) → 1/128 ⋅ ⋅ ⋅ 1/4 (+0,7) → 1/2 → 1/2 (+0,3) → 1/2 (+0,7) → 1/1 Druk links op het regelwiel of draai het naar links (om de sterkte te verlagen) 1/256 ← 1/128 (-0,7) ← 1/128 (-0,3) ← 1/128 ⋅ ⋅ ⋅ 1/2 (-0,3) ← 1/2 ← 1/1 (-0,7) ← 1/1 (-0,3) ← 1/1 stapjes van 0.5 EV Druk op het regelwiel of draai het naar rechts (om de sterkte te verhogen) 1/256 → 1/256 (+0,5) → 1/128 → 1/128 (+0,5) ⋅ ⋅ ⋅ 1/4 (+0,5) → 1/2 → 1/2 (+0,5) → 1/1 NL 94 Druk links op het regelwiel of draai het naar links (om de sterkte te verlagen) 1/256 ← 1/128 (-0,5) ← 1/128 ← 1/64 (-0,5) ⋅ ⋅ ⋅ 1/2 (-0,5) ← 1/2 ← 1/1 (-0,5) ← 1/1 In de volgende gevallen verschilt de indicator afhankelijk van of het niveau wordt verhoogd of verlaagd, maar de sterkte van de flits blijft hetzelfde. bijv. 1/1 (-0,7) and 1/2 (+0,3); 1/1 (-0,5) and 1/2 (+0,5) Geavanceerde bewerkingen 95 NL Modus/instellingen opslaan [MEMORY] Instellingswaarden: 1, 2, CANCEL [1]: Slaat de huidige instellingsgegevens op in [MR 1] op het MODE-scherm [2]: Slaat de huidige instellingsgegevens op in [MR 2] op het MODE-scherm [CANCEL]: Keert terug naar het vorige venster zonder op te slaan. Gegevens die kunnen worden opgeslagen: Flitsmodus Sterkte Flitscompensatie Zoom Flitsfrequentie, aantal flitsen Draadloze afstandsbediening Draadloze besturing Instelling voor de draadloze belichtingsverhouding LED-lichtsterkte Waarden van items instellen in MENU-instellingen (behalve MEMORY en RESET) Opgeslagen gegevens oproepen Selecteer [MR 1] of [MR 2] op het MODE-scherm. • Wanneer u de opgeslagen gegevens heeft opgeroepen, wordt [1] of [2] weergegeven bovenin het normale indicatorscherm. De opgeslagen gegevens wijzigen Roep de opgeslagen gegevens op, wijzig de instellingen zoals nodig en sla opnieuw op met gebruik van [MEMORY] op het MENU-scherm. NL 96 Initialisatie van de instellingen [RESET] Instellingswaarden: OK, CANCEL [OK]: Zet de flitser terug op de standaard hoofdinstellingen. [CANCEL]: Keert terug naar het vorige scherm zonder te initialiseren Onderdeel Fabrieksinstelling Pagina TTL modus (Full-flash) 29 Sterkte 1/1 in [MANUAL] modus, 1/32 in [MULTI] modus 55 59 Flitscompensatie ±0 45 Zoom AUTO 41 Instelling voor draadloze afstandsbediening TTL REMOTE Instelling voor draadloze bediening TTL RATIO Regeling belichtingsverhouding (RATIO) 1:1:1 Sterkte in meervoudig flitsen (LEVEL) 1/32 Flitsfrequentie in meervoudig flitsen (Hz) 5 71 79 79 59 59 Aantal keren flitsen in 10 meervoudig flitsen (TIME) 59 LED-lampje sterkte 36 1 (minimaal) • Zet de instellingswaarden van de items in MENU-instellingen terug (behalve "WL CTRL" en "m/ft") bij het initialiseren. Geavanceerde bewerkingen Flitsmodus 97 NL Aanvullende informatie Opmerkingen bij het gebruik Tijdens de opnamen • Deze flitser genereert fel licht en mag daarom niet vlak voor de ogen worden gebruikt. • Gebruik de flitser niet 20 keer op een rij of snel achter elkaar om oververhitting en vermindering van de werking van de camera en de flitser te voorkomen. (Wanneer de sterkte 1/32 is, 40 keer op rij.) Stop het gebruik van de flitser en laat deze minimaal 10 minuten afkoelen, wanneer de flitser het maximale aantal keren snel achter elkaar is gebruikt. • Bevestig de flitser in uitgeschakelde toestand op de camera. Indien u dat niet doet, kan de flitser defect raken of niet goed functioneren en kan het felle licht uw ogen beschadigen. • Gebruik de flitser niet vlakbij andere mensen wanneer u tijdens indirect flitsen de flitslamp draait. Het flitslicht kan de ogen beschadigen of de hete flitslamp kan brandwonden veroorzaken. • Bij het sluiten van de klep voor de batterij-houder dient u er stevig op te drukken terwijl u het geheel eroverheen schuift. • Gebruik de flitser niet als uw hand of handschoen, etc. de fllitsbuis of de LEDlamp bedekt. Raak de flitsbuis of de LED-lamp ook gedurende enige tijd niet aan na het gebruiken van de flitser. Als u dit doet kan het leiden tot brandwonden, rookontwikkeling of een defect. Batterijen • Het batterijniveau dat op het LCD-scherm wordt weergegeven, kan lager zijn dan de daadwerkelijke batterijcapaciteit, afhankelijk van de temperatuur en de opslagomstandigheden. Het weergegeven batterijniveau wordt weer correct weergegeven nadat de flitser een aantal keren is gebruikt. • Ni-MH-batterijen kunnen plotseling leeg zijn. Als tijdens het fotograferen de indicator batterijen bijna leeg begint te knipperen of de flitser niet langer kan worden gebruikt, vervangt u de batterijen of laadt u deze weer op. • De flitsfrequentie en het aantal flitsen dat wordt geleverd door nieuwe batterijen, kunnen verschillen van de in de tabel weergegeven waarden, afhankelijk van de tijd die is verstreken na de productie van de batterijen. NL 98 • Pas nadat de flitser is uitgezet en er enkele minuten verstreken zijn, kunt u de batterijen verwijderen om ze te vervangen. Afhankelijk van het type, kunnen de batterijen heet zijn. Verwijder ze voorzichtig. • Verwijder de batterijen en berg ze op wanneer u van plan bent om de camera geruime tijd niet te gebruiken. Temperatuur Overige opmerkingen • Haal de batterijen eruit voordat u het apparaat opbergt. Er bestaat een kans op het in de brand vliegen of lekken. • Sla de flitser direct na gebruik op in de tas. Let erop dat de flitser uit staat en voldoende is afgekoeld voordat u deze in de tas doet. Aanvullende informatie • De flitser mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C. • Stel de flitser niet bloot aan extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld direct zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid. • Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in een gesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een warme omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u deze uit de zak verwijdert. • Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer. Bij koud weer kan de indicator-batterijen bijna leeg knipperen, zelfs wanneer er nog enige lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit terug wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur. 99 NL Onderhoud Verwijder deze flitser van de camera. Maak de flitser schoon met een droge, zachte doek. Als de flitser in contact is gekomen met zand, wordt het oppervlak beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig verwijderd worden met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een doek die licht is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en veegt u de flitser vervolgens droog met een droge, zachte doek. Gebruik geen sterke oplosmiddelen, zoals thinner of benzine, omdat deze de afwerking kunnen beschadigen. NL 100 Technische gegevens Richtnummer Normaal flitsen (ISO100 in meters) Handmatige flits/35 mm-formaat Sterkte BA* BA 1/1 15 1/2 Instelling flitsdekking (mm) 24 28 35 50 70 20 17 29 31 36 42 48 105 60 10,6 14,1 12,0 20,5 21,9 25,5 29,7 33,9 42,4 1/4 7,5 10,0 8,5 14,5 15,5 18,0 21,0 24,0 30,0 1/8 5,3 7,1 6,0 10,3 11,0 12,7 14,8 17,0 21,2 1/16 3,8 5,0 4,3 7,3 7,8 9,0 10,5 12,0 15,0 1/32 2,7 3,5 3,0 5,1 5,5 6,4 7,4 8,5 10,6 1/64 1,9 2,5 2,1 3,6 3,9 4,5 5,3 6,0 7,5 1/128 1,3 1,8 1,5 2,6 2,7 3,2 3,7 4,2 5,3 1/256 0,9 1,3 1,1 1,8 1,9 2,3 2,6 3,0 3,8 105 BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd. * Als de groothoekadapter is bevestigd. APS-C formaat Sterkte BA* BA 1/1 15 1/2 Instelling flitsdekking (mm) 15* 24 28 35 50 70 20 17 31 36 42 48 51 60 10,6 14,1 12,0 21,9 25,5 29,7 33,9 36,1 42,4 1/4 7,5 10,0 8,5 15,5 18,0 21,0 24,0 25,5 30,0 1/8 5,3 7,1 6,0 11,0 12,7 14,8 17,0 18,0 21,2 1/16 3,8 5,0 4,3 7,8 9,0 10,5 12,0 12,8 15,0 1/32 2,7 3,5 3,0 5,5 6,4 7,4 8,5 9,0 10,6 1/64 1,9 2,5 2,1 3,9 4,5 5,3 6,0 6,4 7,5 1/128 1,3 1,8 1,5 2,7 3,2 3,7 4,2 4,5 5,3 1/256 0,9 1,3 1,1 1,9 2,3 2,6 3,0 3,2 3,8 Aanvullende informatie 15* BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd. * Als de groothoekadapter is bevestigd. 101 NL HSS Plat flitsen (ISO100 in meters) Handmatige flits/35 mm-formaat Sluitertijd BA* BA 1/250 5,4 Instelling flitsdekking (mm) 15* 24 28 35 50 70 105 7,7 6,4 11,8 12,9 14,8 17,3 19,5 22,4 1/500 3,8 5,4 4,6 8,4 9,1 10,5 12,2 13,8 15,9 1/1000 2,7 3,8 3,2 5,9 6,4 7,4 8,6 9,8 11,2 1/2000 1,9 2,7 2,3 4,2 4,6 5,2 6,1 6,9 7,9 1/4000 1,4 1,9 1,6 3,0 3,2 3,7 4,3 4,9 5,6 1/8000 1,0 1,4 1,1 2,1 2,3 2,6 3,1 3,5 4,0 1/12000 0,7 1,0 0,8 1,5 1,6 1,8 2,2 2,4 2,8 BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd. * Als de groothoekadapter is bevestigd. APS-C formaat Sluitertijd BA* BA 1/250 5,4 Instelling flitsdekking (mm) 15* 24 28 35 50 70 105 7,7 6,4 12,9 14,8 17,3 19,5 19,9 22,4 1/500 3,8 5,4 4,6 9,1 10,5 12,2 13,8 14,0 15,9 1/1000 2,7 3,8 3,2 6,4 7,4 8,6 9,8 9,9 11,2 1/2000 1,9 2,7 2,3 4,6 5,2 6,1 6,9 7,0 7,9 1/4000 1,4 1,9 1,6 3,2 3,7 4,3 4,9 5,0 5,6 1/8000 1,0 1,4 1,1 2,3 2,6 3,1 3,5 3,5 4,0 1/12000 0,7 1,0 0,8 1,6 1,8 2,2 2,4 2,5 2,8 BA: Als de adapter voor indirect flitsen is bevestigd. * Als de groothoekadapter is bevestigd. Recycletijd/aantal flitsen Alkaline Recycletijd (sec) Aantal flitsen (keren) Nickelhydride (2100 mAh) Ongeveer 0,1 - 3,5 Ongeveer 0,1 - 2,6 Ongeveer 120 of meer Ongeveer 200 of meer • Het aantal flitsen is het geschatte aantal keren dat de flitser kan flitsen voordat een nieuwe batterij volledig op is. NL 102 Prestaties bij doorlopend flitsen AF-lamp Flitserregeling LED-lamp Aanvullende informatie 40 flitsen bij 10 flitsen per seconde (Normaal flitsen, sterkte 1/32, nikkelvrije batterij) Automatisch flitsen bij laag contrast en lage helderheid Actieradius (met een lens van 50 mm bevestigd SLT-A99V) Midden van het beeld (ongeveer): 0,5 m tot 10 m Randen van het beeld (ongeveer): 0,5 m tot 3 m Flitserregeling met voorflits Belichtingsintensiteit Ongeveer 1200 lux bij 0,5m of van het midden: 300 lux bij 1m (zonder ingebouwde diffusor voor LEDlamp of kleurtemperatuur conversiefilter) Belichtingsafstand: Ongeveer 2m (Stel, bij het opnemen van films, in op ISO 3200 & F5.6, zonder ingebouwde diffusor voor LED-lamp of kleurtemperatuur conversiefilter) Ondersteund 35mm (35mm formaat zichthoek, brandpuntsafstand: zonder ingebouwde diffusor voor LED-lamp of kleurtemperatuur conversiefilter) Doorlopende Ongeveer 1 uur (met AA-alkaline belichtingstijd: batterijen, bij belichtingsintensiteit van het midden) Kleurtemperatuur: Ongeveer 5500K (zonder ingebouwde diffusor voor LEDlamp of kleurtemperatuur conversiefilter) Ongeveer 3200K (zonder ingebouwde diffusor voor LEDlamp of kleurtemperatuur conversiefilter) 103 NL Afmetingen (Ongeveer) Gewicht (Ongeveer) Voedingsvereisten Aanbevolen batterijen Bijgeleverde toebehoren 80 mm × 150 mm × 102 mm (B/H/D) Ongeveer 450 g (alleen hoofdapparaat) 6 V gelijkspanning Vier alkalinebatterijen (AA-formaat) Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (AA-formaat) Flitser (1), Adapter voor indirect flitsen (voor flitser)(1), Kleurconversiefilter (voor LED-lamp) (1), Beschermkap van de connector (1), Mini-standaard (1), Schoenadapter (ADP-AMA) (1), Draagtas (1), Mini-draagtas(1), Draagzak(1), Handleiding en documentatie De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de testomstandigheden bij ons bedrijf. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Handelsmerk "Multi Interface Shoe" is een handelsmerk van Sony Corporation. NL 104
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313

Sony HVL-F60M de handleiding

Categorie
Camera knippert
Type
de handleiding