Sony HVL-F45RM de handleiding

Categorie
Camera knippert
Type
de handleiding
2
NL
Nederlands
Alvorens het apparaat te
bedienen, leest u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig
door en bewaart u deze voor
latere naslag.
WAARSCHUWING
Verklein het gevaar van brand of
elektrische schokken en
1) stel derhalve het apparat niet
bloot aan regen of vocht.
2) plaats beslist geen met
vloeistof gevulde voorwerpen,
bijvoorbeeld vazen, op het
apparaat.
Stel de batterijen niet bloot aan
overmatige hitte zoals zonlicht,
vuur en dergelijke.
Raak tijdens het gebruik de lamp
van de flitser niet aan. Deze kan
heet worden wanneer er wordt
geflitst.
LET OP
U moet de batterij alleen
vervangen door een batterij van
het opgegeven type. Als u dit
niet doet, kan dit barsten, brand,
of letsel tot gevolg hebben.
Gooi gebruikte batterijen weg
volgens de instructies.
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht
halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door
statische elektriciteit of
elektromagnetische storing,
moet u de toepassing opnieuw
starten of de verbindingskabel
(USB, enzovoort) loskoppelen en
opnieuw aansluiten.
Dit product is getest en voldoet
aan de beperkingen die zijn
uiteengezet in de EMC-regels
voor het gebruik van een
verbindingskabel van minder
dan 3 meter.
Voor klanten in
Europa
Producent: Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo,
108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit:
Sony Belgium, bijkantoor
van Sony Europe Limited, Da
Vincilaan 7-D1, 1935 Zaventem,
België
NL
3
NL
Hierbij verklaart Sony
Corporation dat dit apparaat
in overeenstemming is met de
essentiële eisen en de andere
relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG. Nadere informatie
kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Verwijdering van oude
elektrische en
elektronische
apparaten (van toepassing in
de Europese Unie en andere
Europese landen met
gescheiden
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product
of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden
behandeld. Het moet echter naar
een inzamelingspunt worden
gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwerkt,
helpt u mogelijke negatieve
gevolgen voor mens en milieu
die zouden kunnen veroorzaakt
worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling te oorkomen.
Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van
natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met
het recyclen van dit product,
kan u contact opnemen met
de gemeentelijke instanties,
de organisatie belast met de
erwijdering van huishoudelijk
afval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
4
NL
Inhoudsopgave
Voor gebruik ...............................................................................5
Plaats van de onderdelen ...........................................................7
Voorbereidingen...................................................................11
Plaatsen van de batterijen ........................................................11
De flitser op de camera zetten/van de camera halen ............. 12
De flitser aan zetten ................................................................. 13
Koppelen met een draadloze radiozender/ontvanger
(voor draadloze flitsfotografie met radiobesturing) ................ 15
Instellingen .............................................................................18
Quick Navi-instellingen ............................................................18
MENU-instellingen ................................................................... 20
Fotograferen ..........................................................................22
Fotograferen .............................................................................22
Handmatige flitsfotografie (MANUAL) .....................................24
Fotograferen met hoge synchronisatiesnelheid (HSS) ............25
Multiflitsfotografie (MULTI) .......................................................26
Draadloze flitsfotografie
(via radio- of optische communicatie) .....................................29
Draadloze flitsfotografie
(via draadloze radiocommunicatie) .......................................... 31
Draadloze flitsfotografie
(via draadloze optische communicatie) ...................................36
Verlichting voor video-opnamen (LED-lamp) ......................... 40
Testflitsen ..................................................................................41
Selecteren van de flitshoek (zoom) ..........................................42
Indirecte flitsfotografie ............................................................ 45
Over de AF-illuminator .............................................................47
Toewijzen van aangepaste toetsfuncties ............................... 48
Opslaan/oproepen van instellingen in/uit het geheugen ..... 50
Overige ...................................................................................... 51
Opmerkingen bij het gebruik ................................................... 51
Technische gegevens ...............................................................53
NL
5
NL
Voor gebruik
Deze flitser kan worden gebruikt in combinatie met Sony digitale
camera's met verwisselbare lens, Sony digitale HD-videocamera's
met verwisselbare lens, en Sony digitale fotocamera's met een
conventionele multi-interfaceschoen.
Bepaalde functies werken mogelijk niet, afhankelijk van het model
van uw camera of videocamera.
Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze
flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw
Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt.
Zie de gebruikershandleiding van dit apparaat en raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw camera.
Houd de flitslamp schoon. Het vervuilde oppervlak van de
flitslamp kan leiden tot oververhitting, rookontwikkeling en
schroeiplekken. Om de flitslamp schoon te maken, kunt u hem
afnemen met een zachte doek o.i.d.
Deze flitser is ontworpen met aandacht voor de beveiliging
tegen stof en vocht, maar is niet getest en waterproof bevonden.
Gebruik dit toestel dus niet in de regen.
Opmerkingen bij doorlopend flitsen
Bij doorlopend fotograferen met de flitser, bij multiflits-fotografie en
modellerend flitsen, zal de flitser een zekere tijd doorlopend blijven
flitsen. Deze doorlopende reeks flitsen, samen met hun reflecties
uit de omgeving, kunnen leiden tot lichamelijk ongemak, zoals
duizelingen, voor mensen die daar gevoelig voor zijn. Stop in een
dergelijk geval onmiddellijk met het gebruiken van de flitser.
6
NL
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties
Plaats deze flitser niet op de volgende locaties, ongeacht of deze
wordt gebruikt of wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing
optreden.
• Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, zoals op het dashboard of in de buurt van een verwarming, kan deze
vervormd of defect raken.
• Plaatsen waar sterke trillingen optreden
• Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld
• Plaatsen met veel zand
Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of
gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan. Hierdoor
kan een storing optreden.
Afstandsbereik voor de communicatie
Het afstandsbereik voor de draadloze radiocommunicatie tussen deze
flitser en de camera is ongeveer 30 m. (Gemeten onder onze eigen
testomstandigheden.)
• Bovenstaande afstand geldt alleen in situaties waarin geen obstakels,
afscherming of storende radiogolven aanwezig zijn.
• De communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de plaats van het
apparaat, de omgevingstemperatuur en de weersomstandigheden.
Update de software van uw camera vóór gebruik naar de nieuwste
versie.
Raadpleeg de specifieke ondersteuningssite voor informatie over
de compatibiliteit van de camera.
http://www.sony.net/flash/f45rm/
NL
7
NL
Plaats van de onderdelen
Het getal tussen haakjes geeft het bladzijdenummer
waar u de omschrijving kunt vinden.
Ingebouwde groothoekadapter (42)
Flitslamp
LED-lampmodule (40) /AF-lamp (47)
Ontvanger voor signalen van de
draadloze afstandsbediening
(voor optisch draadloze communicatie)
Multi-interfacevoet (12)
Multi/micro-USB-
aansluiting
Plaatje voor indirect
flitsen (46)
Indicator indirect flitsen (boven/onderhoek) (45)
LINK-lamp (33)
LCD-scherm (9)
Bedieningspaneel (8)
Vergrendelhendel (12)
Ontgrendelknop (12)
Deksel batterijhouder
(11)
Mini-standaard (30)
* Statiefbevestigingsgat
8
NL
Bedieningspaneel
Fn (functie)-knop (18)
TEST-knop (41)
Besturingswiel
Gebruik het wiel om een item te
selecteren of de ingestelde waarde
op het Quick Navi-scherm of op het
MENU-instelscherm te veranderen.
Toetsen richting
Power-schakelaar (13)
Selecteer "LOCK" (Vergrendelen)
om hetbesturingswiel en de
toetsen op de flitser uit te
schakelen om te voorkomen
dat er per ongeluk iets
veranderd wordt.
MENU-knop (20)
Middenknop
Over de achterverlichting van de LCD
De achterverlichting van de LCD blijft ongeveer 8 seconden lang branden
wanneer u op een toets drukt of het besturingswiel van de flitser gebruikt.
• Terwijl de achterverlichting van de LCD brandt, kunt u op een toets drukken
of het besturingswiel gebruiken om de verlichting langer te laten branden.
• Om de achterverlichting van de LCD uit te schakelen, moet u op de
MENU-knop drukken, [BACKLIGHT] (Achterverlichting) selecteren en
dan [OFF] (UIT).
Het getal tussen haakjes geeft het bladzijdenummer waar u de omschrijving kunt vinden.
NL
9
NL
Indicators op het scherm
De volgende schermen worden
gegeven als voorbeeld en
kunnen verschillen van wat u
daadwerkelijk ziet op het LCD-
scherm.
TTL-flitsstand
MANUAL-flitsstand
MULTI-flitsstand
Flitsstand
Hoge synchronisatiesnelheid
Geheugen oproepen
Flitshoek (zoom)
Indirect flitsen
Klaar om te flitsen
Flitsverdelingsinstelling
Bevestigd aan camera
Flitsbereik
Sterkteniveau
Frequentie multi-flitsen
Herhaling multi-flitsen
Draadloos kanaal
Draadloos kanaal
I
nstelling belichtingsverhouding
Flitscompensatie
Belichtingsverhouding
Afstandsbedieningsinstelling
ontvanger
Draadloze groepsinstelling
Flitsverdelingsinstelling/
afstandsbediening/
flitsinstelling stuureenheid
Batterij bijna-leeg-indicator
Oververhittingsindicator
10
NL
Draadloze zendstand
(radiobesturing)
Draadloze ontvangststand
(radiobesturing)
Draadloze controllerstand
(optisch draadloze communicatie)
Draadloze remote-stand
(optisch draadloze communicatie)
Flitsstand
Hoge synchronisatiesnelheid
Geheugen oproepen
Flitshoek (zoom)
Indirect flitsen
Klaar om te flitsen
Flitsverdelingsinstelling
Bevestigd aan camera
Flitsbereik
Sterkteniveau
Frequentie multi-flitsen
Herhaling multi-flitsen
Draadloos kanaal
Draadloos kanaal
I
nstelling belichtingsverhouding
Flitscompensatie
Belichtingsverhouding
Afstandsbedieningsinstelling
ontvanger
Draadloze groepsinstelling
Flitsverdelingsinstelling/
afstandsbediening/
flitsinstelling stuureenheid
Batterij bijna-leeg-indicator
Oververhittingsindicator
NL
11
NL
Plaatsen van de batterijen
Voorbereidingen
De flitser is geschikt voor één van de volgende sets:
• Vier AA-formaat alkalibatterijen
• Vier AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride (Ni-MH) batterijen
Voor u de oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen gaat gebruiken,
moet u ze volledig opladen met de daarvoor bedoelde batterijlader.
Er worden geen batterijen meegeleverd met de flitser.
1 Druk het deksel batterijhouder in en schuif het in de
richting van de pijl zoals u hieronder kunt zien.
2 Plaats de batterijen in het batterijvak zoals
aangegeven (
).
(
geeft de richting van de batterijen aan.)
3 Sluit het deksel batterijhouder.
Schuif het deksel in de tegenovergestelde richting van de pijl bij stap 1.
12
NL
De flitser op de camera zetten/van
de camera halen
De flitser op de camera
zetten
1 Zet de flitser uit.
Als uw camera voorzien is
van een ingebouwde flitser,
moet u ervoor zorgen dat
deze niet openklapt.
2 Verwijder de
beschermingskap van
de Multi-interfacevoet
van de flitser; en
ook de bescherming
van de Multi-
interfaceschoen van
de camera.
3 Houd de
ontgrendelknop
ingedrukt en draai de
vergrendelhendel weg
van "LOCK".
4 Steek de Multi-
interfacevoet van de
flitser in de Multi-
interfaceschoen van
de camera en druk de
voet helemaal op zijn
plaats.
5 Draai de
vergrendelhendel
naar "LOCK" om de
flitser vast te maken
op de camera.
De flitser van de
camera halen
Zet eerst de flitser uit. Houd
de ontgrendelknop ingedrukt,
draai de vergrendelhendel weg
van "LOCK" en schuif de voet
van de flitser dan uit de Multi-
interfaceschoen.
Opmerkingen
Wanneer u de flitser niet gebruikt,
moet u de beschermingskap weer
terugdoen op de Multi-interfacevoet.
NL
13
NL
De flitser aan zetten
Zet depower-
schakelaar aan.
Wanneer de flitser aan staat,
verschijnen de indicators op het
LCD-scherm.
Stroomspaarstand
• Als er 3 minuten lang niets
gedaan wordt met de flitser
terwijl deze alleenstaand of
op een camera wordt gebruikt
in een stroomspaarstand, zal
het LCD-scherm automatisch
uit gaan om de batterijen te
sparen.
• Bij draadloze flitsfotografie
met de flitser los van de
camera (bladzijde 29), gaat
de flitser na 60 minuten in de
stroomspaarstand.
• Als de power-schakelaar
van de aangesloten camera*
uit wordt gezet, wordt de
flitser automatisch in de
stroomspaarstand gezet.
* Behalve de DSLR-A100
• U kunt op de MENU-knop
drukken en [POWER SAVE]
(Stroomspaarstand) selecteren
om de gewenste tijd in te
stellen, of [WL POWER SAVE]
(WL-stroomspaarstand) om de
gewenste tijd voor draadloze
flitsfotografie in te stellen.
Controleren van
het resterende
batterijvermogen
Wanneer de batterijen leeg
raken, zal de batterij bijna-
leeg-indicator verschijnen
op het LCD-scherm om u te
waarschuwen.
Wanneer knippert:
Het is aanbevolen de batterijen
te vervangen. De flitser kan
echter in deze staat nog steeds
gebruikt worden.
Wanneer alleen
wordt
weergegeven op het LCD-
scherm:
De flitser kan niet meer gebruikt
worden. Vervang de batterijen.
14
NL
Opmerkingen bij
doorlopend flitsen
Als u de flitser korte tijd
doorlopend gebruikt, is het
mogelijk dat de ingebouwde
beveiliging in werking treedt om
het aantal flitsen te verminderen
door de flitsfrequentie te
veranderen.
Als de temperatuur binnenin
de flitser verder stijgt, zal
(de oververhittingsindicator)
oplichten op het LCD-scherm
ten teken dat de flitser een
poosje niet zal werken. Zet in
een dergelijk geval de power-
schakelaar van de flitser uit
en laat de flitser ongeveer 10
minuten afkoelen.
Bij doorlopend flitsen kunnen
de batterijen in de flitser
warm worden. Wees daarom
voorzichtig wanneer u de
batterijen moet vervangen.
NL
15
NL
Koppelen met een draadloze
radiozender/ontvanger (voor draadloze
flitsfotografie met radiobesturing)
Om draadloos te kunnen flitsen
met deze flitser heeft u nog
een andere flitser nodig die
ook draadloze communicatie
via radiosignalen ondersteunt,
of een draadloze radiozender/
ontvanger voor flitsfotografie
(niet meegeleverd) naast deze
flitser en moet u ze aan elkaar
koppelen.
Dit gedeelte beschrijft hoe u
twee HVL-F45RM flitsers (dit
model flitser) aan elkaar moet
koppelen.
Om de flitser te koppelen aan
een radiozender/ontvanger voor
flitsfotografie (niet meegeleverd)
moet u de gebruiksaanwijzing
van het apparaat in kwestie
raadplegen.
Tips
• U moet beide toestellen binnen 1
m afstand van elkaar brengen om
ze te kunnen koppelen.
• U kunt de flitser koppelen aan
maximaal 15 draadloze radio-
apparaten.
1 Zet deze flitser en het
andere apparaat aan.
2 Druk op de WL-
knop (
) om het
instelscherm voor de
draadloze stand te
openen en stel dan
de ene flitser in als de
zendeenheid (master)
en de andere als de
ontvangsteenheid
(slave).
• Om een flitser in te stellen
als de zendeenheid, moet
u [CMD] (Commander)
selecteren.
16
NL
• Om een flitser in te stellen
als de ontvangsteenheid,
moet u [RCV] (Receiver)
selecteren.
Opmerkingen
• De aanwijzingen hierboven
gaan ervan uit dat deze flitser
de standaard draadloze
radiocommunicatie gebruikt.
Deze flitser is in staat om 2
verschillende soorten draadloze
communicatie te gebruiken
voor draadloze flitsfotografie:
draadloze communicatie via
radiosignalen of via optische
signalen. Zie bladzijde 29
als u de flitser wilt gebruiken
met draadloze optische
communicatie.
• U kunt op de MENU-knop
drukken en [PAIRED DEVICE]
(Gekoppeld apparaat) selecteren
om de flitser(s) te zien die
gekoppeld zijn als ontvanger(s),
of om de gekoppelde
ontvanger(s) te verwijderen.
• Wanneer u de instelling van de
zendeenheid hebt veranderd
in een ontvangsteenheid, of
andersom, moet u de koppeling
tussen de apparaten opnieuw
tot stand brengen.
3 Druk op deze flitser en
op de andere flitser op
de MENU-knop () en
selecteer and selecteer
[PAIRING] (Koppelen).
• Op de zendeenheid zal
het volgende scherm
verschijnen.
• Op de ontvangsteenheid
zal het volgende scherm
verschijnen.
NL
17
NL
4 Selecteer [OK] om de
koppeling tot stand te
brengen.
• Op de zendeenheid zal
het volgende scherm
verschijnen.
De koppeling wordt tot stand
gebracht. Op de zendeenheid
kunt u nu doorgaan met
het koppelen van andere
ontvangsteenheden. Telkens
wanneer er een koppeling
tot stand wordt gebracht
met een ontvangsteenheid,
zal het aantal gekoppelde
apparaten () hoger
worden.
• Op de ontvangsteenheid
zal het volgende scherm
verschijnen.
De koppeling wordt tot
stand gebracht. Wanneer
de koppeling tot stand is
gebracht, zal de LINK-lamp
van rood veranderen in
groen.
Een koppeling tot stand
brengen met 2 of meer
apparaten
Stel elk apparaat dat u wilt
koppelen met deze flitser in als
ontvangsteenheid en herhaal de
stappen 3 en 4.
Wanneer u klaar bent en alle
gewenste ontvangsteenheden
gekoppeld hebt, moet u [EXIT]
selecteren op de zendeenheid
en dan [OK] op het scherm dat
vervolgens zal verschijnen.
18
NL
Instellingen
Quick Navi-instellingen
U kunt op de Fn (functie)-
knop op de flitser drukken
om de in te stellen items
voor het fotograferen, zoals
de geselecteerde flitsstand,
te veranderen volgens de
aanduidingen op het scherm.
Selecteer de gewenste instelling
en draai aan het besturingswiel
om het in te stellen item te
veranderen.
1 Druk op de Fn
(functie)-knop ().
2 Selecteer de gewenste
instelling met de
richtingstoetsen.
Door op de middenknop
te drukken op de
bedieningsschermen
hierboven, wordt het
scherm voor het instellen
van het geselecteerde in te
stellen item geopend.
3 Draai aan het
besturingswiel
om de instelling te
veranderen.
4 Druk op de Fn
(functie)-knop.
NL
19
NL
In te stellen items Beschrijvingen Instellingen
TTL Instelling flitsstand
TTL(*)/MANUAL/MULTI/
flitser uit/GROUP
Geheugen oproepen OFF(*)/MR1/MR2
Instelling draadloze stand
WF OFF(*)/CMD/RCV
(radiobesturing)
WF OFF(*)/CTRL/RMT
(optische besturing)
HSS
Instelling hoge
synchronisatiesnelheid
ON(*)/OFF
Instelling flitshoek (zoom) AUTO(*)/24-105
Instelling flitscompensatie -3.0 - +3.0
1/1 Instelling sterkteniveau 1/1 - 1/128, CMD LINK
5Hz Frequentie multi-flitsen 1 - 100
10TIMES Herhaling multi-flitsen 2 - 100, --
CMD flitsinstelling
(radiobesturing)
CTRL flitsinstelling (optische
besturing)
ON(*)/OFF
RATIO CONTROL:
OFF
Instelling
belichtingsverhouding
ON/OFF(*)
A B C
Instelling
sterkteniveauverhouding
OFF/1(*) - 16
RCV REMOTE: OFF
Afstandsbedieningsinstelling
ontvanger
ON/OFF(*)
GROUP: A Draadloze groepsinstelling
OFF/ A(*)/B/C/D/E
(radiobesturing)
RMT(*)/RMT2 (optische
besturing)
* Fabrieksinstelling
De items en opties die beschikbaar zijn voor de instelling hangen mede af van
de flitsstand.
20
NL
MENU-instellingen
U kunt op de MENU-knop op de
flitser drukken om de MENU-
instellingen te veranderen.
Selecteer het gewenste
in te stellen item met de
richtingstoetsen en druk dan op
de middenknop om het item te
selecteren.
1 Druk op de MENU-
knop ().
2 Selecteer het
gewenste in te
stellen item met de
richtingstoetsen
en druk dan op de
middenknop.
3 Verander de
instelling met de
richtingstoetsen
en druk dan op de
middenknop.
NL
21
NL
Groepen
In te stellen items
Beschrijvingen Instellingen
FLASH
DISTRIBUT.
Flitsverdelingsinstelling
STD(*)/CENTER/
EVEN
LIGHT MODE LED-lampON/OFF instelling ON/OFF
MEMORY Geheugeninstellingen MR1/MR2
AF LED LEVEL AF-illuminator niveau-instelling HIGH(*)/LOW
TEST Instelling testflits
GROUP/1TIME
(*)/
3TIMES/4SEC
LEVEL STEP Instelstappen sterkteniveau 0.3EV(*)/0.5EV
CUSTOM KEY Aangepaste toetsinstellingen -
/ SELECT
Instelling draadloos besturingstype
(*)/
RECEIVER SET Ontvangerinstellingen -
CH SET
Instelling van het draadloze kanaal
voor de radiobesturing
AUTO(*)/CH1-
CH14
CH SET
Instelling van het draadloze kanaal
voor de optische besturing
CH1(*)-CH4
PAIRING Instelling koppeling -
PAIRED DEVICE Scherm gekoppeld apparaat -
WL READY LAMP
Instelling paraatlampje draadloos
flitsen
ON/OFF(*)
BACKLIGHT Instelling LCD-achterverlichting AUTO(*)/ON/OFF
m/ft
Instelling van de eenheid voor het
flitsbereik
m(*)/ft
POWER SAVE
Instelling van de timer voor de
stroomspaarstand
30SEC/3MIN(*)/
30MIN/OFF
WL POWER SAVE
Instelling van de timer voor de
stroomspaarstand bij draadloos
flitsen
60MIN(*)/
240MIN/OFF
VERSION
Scherm met de softwareversie van
dit product /RCV
-
RESET
Instelling voor Quick Navi-scherm
resetten
-
INITIALIZE
Herstellen van de
fabrieksinstellingen
-
* Fabrieksinstelling
22
NL
Fotograferen
Fotograferen
Instellen van de
flitsstand
U kunt op de MODE-knop (
)
drukken en dan draaien aan het
besturingswiel om de flitsstand
van de flitser te selecteren.
• TTL* -flitsstand
De flitser meet hoeveel licht er
door de lens komt en past de
sterkte van de flits automatisch
daaraan aan.
* TTL staat voor Through The
Lens (Door De Lens).
• MANUAL-flitsstand (bladzijde 24)
U moet de flitssterkte met
de hand instellen om de
belichting te regelen.
• MULTI-flitsstand (bladzijde 26)
U kunt het aantal herhalingen
en de frequentie bepalen bij
multiflitsen.
• Groepsflitsstand (bladzijde 34)
U kunt deze flitsstand
selecteren voor draadloze
flitsfotografie met
radiobesturing.
•
Flitser uit
De flitser is nu uitgeschakeld.
TTL-flitsfotografie
1 Selecteer de flitsstand.
Selecteer de TTL-flitsstand.
2 Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
Zorg ervoor dat de flitser
klaar is om te flitsen voor u
de sluiterknop indrukt. Als
de TEST-knop oranje oplicht,
is de flitser klaar om te
flitsen.
• Neem foto's binnen het
aangegeven flitsbereik.
Deze flitser is in staat om
afstanden aan te geven
van 0,7 m t/m 28 m. Als de
afstand buiten dit bereik
ligt, zal
of oplichten
naast de indicator voor het
flitsbereik.
NL
23
NL
• U kunt op de +/-
-knop drukken om de
flitscompensatie te
veranderen (om het
flitssterkteniveau te
regelen) op het scherm
voor het instellen van de
flitscompensatie.
• Om de invulflitsstand of de
automatische flitsstand van
de camera te gebruiken,
moet u deze stand
selecteren op de camera.
• Voor u gaat fotograferen
met de flitser en de
zelfontspanner van de
camera, moet ervoor zorgen
dat de TEST-knop brandt.
• Als er zowel op de
flitser als op de camera
flitscompensatie wordt
ingesteld, worden beide
waarden bij elkaar opgeteld
wanneer de flitser afgaat.
Op het LCD-scherm van de
flitser wordt echter alleen
de compensatiewaarde
aangegeven die op de
flitser zelf is ingesteld.
Automatische
WB-regeling met
kleurtemperatuurinformatie
De witbalans wordt automatisch
geregeld op de camera (behalve
voor de DSLR-A100) op basis van
de kleurtemperatuurinformatie op
het moment dat de flits afgaat.
• Deze functie werkt wanneer
de flitser op de camera is
bevestigd en in de TTL-
flitsstand wordt gebruikt.
• Deze functie werkt wanneer
[Auto] of [Flash] is ingesteld
voor de witbalans op de
camera.
De handmatige flitsstand zorgt
voor een vaste flitsintensiteit,
onafhankelijk van de helderheid
van het onderwerp en van
de camera-instellingen. In de
TTLflitsstand wordt het licht
van het onderwerp gemeten
dat gereflecteerd wordt door
de lens. TTL-meting heeft
ook een P-TTLmeetfunctie,
waarbij een voorflits aan de
TTL-meting wordt toegevoegd,
en een ADImeetfunctie,
waarbij afstandsgegevens
aan de P-TTLmeting worden
toegevoegd.
* TTL = door de lens
• ADI-meting is mogelijk
in combinatie met een
lens met een ingebouwde
afstandsencoder. Controleer
voordat u de functie voor
ADImeting gebruikt of de
lens over een ingebouwde
afstandsencoder
beschikt. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de
lens is geleverd.
TTL*-flitsstand
24
NL
Handmatige flitsfotografie
(MANUAL)
In de handmatige flitsstand
wordt het flitssterkteniveau
constant gehouden, ongeacht de
helderheid van het onderwerp of
de instellingen van de camera.
1 Selecteer de M
(Manual; handmatig)
opnamestand op de
camera.
2 Druk op de MODE-
knop (
) om het
instelscherm voor de
flitsstand te openen en
selecteer [MANUAL].
3 Druk op de +/- -knop
om het gewenste
flitssterkteniveau
te bepalen op het
instelscherm voor het
sterkteniveau.
• U kunt het
flitssterkteniveau bepalen
binnen een bereik van
1/1 (lichtst) t/m 1/128
(donkerst).
• De flitssterkte met één
niveau verlagen (bijv. 1/1
1/2) is hetzelfde als het
diafragma één stap sluiten
(bijv. F4
5.6).
4 Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
Tips
• U kunt de sluiterknop half
indrukken om de afstand voor de
juiste belichting te laten weergeven
op het LCD-scherm.
• U kunt de MENU-knop indrukken
en [LEVEL STEP] selecteren om de
grootte van de instalstappen voor
het flitssterkteniveau te bepalen
([0.3EV] of [0.5EV]).
NL
25
NL
Fotograferen met hoge
synchronisatiesnelheid (HSS)
Fotograferen met hoge
synchronisatiesnelheid
Normale flitsfotografie
Met hogesnelheidsync worden de beperkingen van de X-sync
flitssluitertijd opgeheven en wordt het mogelijk om de flitser te
gebruiken in combinatie met het volledige sluitertijdbereik van
de camera. Met het grotere te selecteren diafragmabereik wordt
flitsfotografie met een groot diafragma mogelijk. Hierbij blijft de
achtergrond onscherp en wordt het onderwerp op de voorgrond
benadrukt. Zelfs wanneer u in de A- of M-modus met een grote f-stop
fotografeert terwijl de achtergrond zeer helder is en de opname
normaal overbelicht zou zijn, kunt u de belichting aanpassen door de
hogesnelheidsluiter te gebruiken.
Om de HSS-functie uit te schakelen, moet u de instructies volgen
voor de Quick Navi-instellingen (bladzijde 18) en de instelling voor
[HSS] veranderen naar [OFF].
Flitsfotografie wordt meestal geassocieerd met een kortste
sluitertijd die ook wel wordt aangeduid als de X-sync flitssluitertijd.
Deze beperking is niet van toepassing op camera’s die zijn
ontworpen voor hogesnelheidsyncfotografie (HSS), omdat hiermee
flitsfotografie mogelijk is met de kortste sluitertijd van de camera.
X-sync flitssluitertijd
Opmerkingen
Als u de sluitertijd van de camera instelt op een snellere tijd dan 1/4000 en dan
een foto maakt, kunnen er lichte en donkere stroken verschijnen op de foto.
We bevelen u aan het flitssterkteniveau minstens op MANUAL 1/2 in te stellen
voor het maken van foto's.
26
NL
Multiflitsfotografie (MULTI)
Deze flitser is in staat om
meerdere keren te flitsen terwijl
de sluiter van de camera open
staat (multiflitsfotografie).
Multiflitsfotografie geeft u de
mogelijkheid om een reeks
bewegingen vast te leggen op
een enkele foto.
Voor multiflitsfotografie moet de
camera in de M-opnamestand
staan. Is dit niet het geval, dan
wordt de opname mogelijk niet
goed belicht.
1 Druk op de MODE-
knop (
) om het
instelscherm voor de
flitsstand te openen en
selecteer [MULTI].
2
Druk op de Fn (functie)-
knop, selecteer de
volgende items met
de richtingstoetsen en
bepaal de instelling
met het besturingswiel.
[Hz]: Frequentie multi-
flitsen
[TIMES]: Herhaling multi-
flitsen
[LEVEL]: Instelling
sterkteniveau
NL
27
NL
• Instellingen
[Hz]: 1 Hz - 100 Hz
[TIMES]: 2 - 100, --
[LEVEL]: 1/8 - 1/128
Wanneer [TIMES] is ingesteld
op [--], zal de flitser
doorlopend zo vaak mogelijk
blijven flitsen met de
opgegeven frequentie voor
multiflitsen.
3 Stel de sluitertijd en
het diafragma in op de
camera.
De sluitertijd moet
minstens gelijk zijn aan de
instelling voor de herhaling
bij multiflitsopnamen
(TIMES) gedeeld door de
opgegeven frequentie bij
multiflitsopnamen (Hz).
Als bijvoorbeeld de instelling
voor herhaling bij multiflits
is ingesteld op "10" en de
frequentie bij multiflits op "5
Hz", dan moet u de sluitertijd
van de camera minimaal
instellen op 2 seconden.
4 Zorg ervoor dat de
flitser klaar is om te
flitsen en druk dan pas
op de sluiterknop om
de foto te maken.
Om bewegingsonscherpte te
voorkomen, raden we u aan
om een statief te gebruiken
voor multiflitsfotografie.
Maximum aantal
herhalingen bij multiflits
Vanwege de beperkte capaciteit
van de batterijen, kunt u het
maximale aantal herhalingen
bij multiflitsfotografie aflezen
in de richtlijnen in de volgende
tabellen.
28
NL
Bij gebruik van alkalibatterijen
Sterkte-
niveaus
Flitsfrequenties (Hz)
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
1/8
5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 7 7 8 9 10
100* 100*
1/16
8 8 9 9 9 9 10 10 10 15 15 20 20 30 45 65
100* 100* 100*
1/32
15 15 15 15 17 17 18 18 20 40 50 65 80
100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
30 30 32 32 35 37 40 45 75
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128
60 60 65 65 70
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
"100*" geeft 100 of hoger aan.
Bij gebruik van nikkel-metaalhydride batterijen (2100 mAh)
Sterkte-
niveaus
Flitsfrequenties (Hz)
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
1/8
5 5 5 5 5 5 5 6 6 7 7 8 8 10 10 25
100* 100* 100*
1/16
8 8 9 9 9 9 10 10 10 15 20 30 60 75
100* 100* 100* 100* 100*
1/32
17 17 18 18 18 19 20 20 40 80
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/64
32 33 35 36 40 45 55 95
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
1/128
63 65 70
100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100*
"100*" geeft 100 of hoger aan.
Opmerkingen
Het maximale aantal herhalingen dat u kunt instellen bij multiflits hangt mede
af van het type en de toestand van de batterijen.
NL
29
NL
Draadloze flitsfotografie (via radio-
of optische communicatie)
Deze flitser ondersteunt 2
verschillende soorten draadloze
communicatie voor draadloze
flitsfotografie: draadloze
communicatie via radiosignalen
of via optische signalen.
Draadloze flitsfotografie
met radiobesturing
U kunt draadloos flitsen door
communicatie via radiosignalen.
Op deze manier kunt u
bijvoorbeeld foto's maken in een
omgeving met veel obstakels.
Om draadloos te kunnen flitsen
met radiobesturing, heeft u
naast deze flitser nog een andere
flitser nodig, of een radiozender/
ontvanger voor draadloze
flitsfotografie (niet meegeleverd),
die dezelfde soort draadloze
radiocommunicatie ondersteunt.
Opmerkingen
Voor draadloze flitsfotografie
met radiobesturing heeft u een
camera nodig die draadloze
radiocommunicatie ondersteunt.
Raadpleeg hiervoor de
gebruiksaanwijzing van de camera.
Draadloze flitsfotografie
met optische besturing
U kunt draadloos flitsen door
communicatie via optische
signalen. Op deze manier kunt u
bijvoorbeeld foto's maken in een
omgeving waar communicatie
via radiosignalen niet mogelijk of
niet toegestaan is.
Om draadloos te kunnen flitsen met
optische besturing, heeft u naast
deze flitser nog een andere flitser
nodig die dezelfde soort draadloze
optische communicatie ondersteunt.
Omschakelen van de draadloze
communicatiemethode
1 Druk op de MENU-
knop () sen selecteer
[
/ SELECT] met de
richtingstoetsen.
2
Selecteer de
gewenste draadloze
communicatiemethode.
: Draadloze communicatie
met de flitser via
radiosignalen
: Draadloze communicatie
met de flitser via
optische signalen
30
NL
Bevestigen en
verwijderen van de
mini-standaard
Wanneer u de flitser van de
camera heeft gehaald om
draadloos te kunnen gebruiken,
kunt u er de meegeleverde mini-
standaard aan bevestigen.
Bevestigen van de mini-
standaard
Verwijderen van de mini-
standaard
Zie voor instructies over het
gebruiken van de ontgrendelknop
en de vergrendelhendel bladzijde
12.
Tips
U kunt de mini-standaard op een
statief schroeven met behulp van het
schroefgat in de mini-standaard.
Gebruik een statief met een schroef
die korter is dan 5,5 mm. Op een
statief met een langere schroef zult
u de mini-standaard niet stevig
kunnen vastzetten, wat kan leiden
tot mogelijke schade aan de mini-
standaard.
NL
31
NL
Draadloze flitsfotografie (via
draadloze radiocommunicatie)
Draadloze flitsfotografie
met radiobesturing
Deze flitser ondersteunt
draadloze radiocommunicatie
voor flitsfotografie.
Stel [CMD] in voor de
zendeenheid die bevestigd is
aan de camera; en [RCV] voor de
ontvangsteenheid (flitser die los
van de camera wordt gebruikt)
waarvan de flits draadloos zal
worden aangestuurd.
Tips
Om draadloos te kunnen flitsen
met radiobesturing, moet u de
zendeenheid en de ontvanger(s)
van tevoren met elkaar koppelen
(bladzijde 15).
1 Druk op de WL-knop
(
) op deze flitser
en selecteer [CMD]
als u de flitser als
zendeenheid wilt
gebruiken; of selecteer
[RCV] als u de flitser
als ontvangsteenheid
wilt gebruiken.
• Om de flitser in te stellen
als de zendeenheid, moet
u [CMD] (Commander)
selecteren.
• Om de flitser in te stellen
als ontvangsteenheid,
moet u [RCV] (Receiver)
selecteren.
Het afstandsbereik voor de
draadloze radiocommunicatie
tussen de zendeenheid en de
ontvangsteenheid is ongeveer
30 m. (Gemeten onder onze
eigen testomstandigheden.)
32
NL
Draadloze
flitsfotografie (via een
ontvangsteenheid)
U kunt een andere flitser die is
aangesloten op de camera als de
zendeenheid gebruiken, of een
aparte draadloze radiozender,
om deze flitser aan te sturen
wanneer deze los van de camera
wordt gebruikt.
Zendeenheid (CMD)
HVL-F45RM
Als zendeenheid kunt u deze
flitser gebruiken of een aparte
draadloze radiozender.
1 Selecteer de draadloze
(WL (WireLess))
flitsstand op de
camera.
Om de flitsstand te
selecteren op de
camera, moet u de
gebruiksaanwijzing van de
camera raadplegen.
2 Druk op deze flitser
op de WL-knop
en selecteer [RCV]
(Receiver).
3 Druk op de Fn
(functie)-knop
en specificeer de
draadloze groep voor
deze flitser.
4 Bevestig de mini-
standaard aan deze
flitser (bladzijde 30).
5 Zet een andere
flitser als [CMD]
(zendeenheid) op de
camera.
Controleer of [CMD]
verschijnt op het LCD-
scherm van de zendeenheid.
6 Stel de camera en deze
flitser op.
NL
33
NL
7 Zorg ervoor dat de
flitser op de camera
(zendeenheid) en deze
flitser draadloos met
elkaar verbonden zijn
en klaar zijn om te
flitsen.
Draadloos verbonden: De
LINK-lamp brandt groen.
Klaar om te flitsen: De TEST-
knop op de achterkant van
de flitser brandt oranje.
Daarnaast zal, wanneer
[ON] is geselecteerd voor
[WL READY LAMP] op het
MENU-instelscherm, de AF-
illuminator aan de voorkant
van de ontvangsteenheid
knipperen.
8 Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
Om een testflits af te vuren,
moet u op de TEST-knop van
de zendeenheid drukken.
Tips
• Op de ontvangsteenheden zal
de flitsstand van de zendeenheid
worden toegepast.
• Bij handmatige flitsfotografie kunt
u op de Fn (functie)-knop drukken
en [CMD LINK] instellen voor de
instelling van het sterkteniveau
om de instelling daarvan op de
zendeenheid mogelijk te maken.
Draadloze
multiflitsfotografie
met regeling van de
belichtingsverhouding
U kunt draadloos flitsen terwijl u
de belichtingsverhouding regelt
tussen maximaal 3 groepen,
waaronder de zendeenheid plus
2 groepen flitsers los van de
camera.
Zendeenheid: HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
radiozender
Ontvangsteenheid (flitser los van
de camera): HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
ontvanger
Zendeenheid (CMD)
Draadloze ontvanger
Ontvangsteenheid (RCV)
• Druk op de Fn (functie)-
knop op de zendeenheid en
selecteer [ON] voor [RATIO
CONTROL: OFF].
• De zendeenheid werkt als
flitser in de A-groep.
• Als u niet wilt dat de
zendeenheid zelf flitst, moet
u op de Fn (functie)-knop
drukken en [OFF] instellen voor
de
CMD flitsinstelling.
34
NL
Instellen van de
belichtingsverhouding
van de zendeenheid
Druk op de Fn (functie)-knop
op deze flitser en specificeer
de verhouding van het
sterkteniveau voor de groepen
A, B, en C.
Voorbeeld: Wanneer de
verhouding tussen de
sterkteniveaus [4:2:1] wordt
weergegeven op het LCD-
scherm, zal elk van de groepen
flitsen met het aangegeven
deel van de totale flitssterkte:
respectievelijk 4/7, 2/7, en 1/7.
Draadloze
multiflitsfotografie
(groepsflitsfotografie)
U kunt draadloos flitsen met
maximaal 5 groepen, waaronder
de zendeenheid plus 4 groepen
flitsers los van de camera. Om
groepsflitsfotografie uit te
kunnen voeren, moet u [GROUP]
instellen als flitsstand.
Zendeenheid: HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
radiozender
Ontvangsteenheid (flitser los van
de camera): HVL-F45RM (deze
flitser) of een aparte draadloze
ontvanger
U kunt [TTL], [MANUAL], of
[OFF] instellen als flitsstand
voor de groepen A, B, en C.
Voor de groepen D en E kunt u
echter alleen [MANUAL] of [OFF]
instellen.
De flitsers in een groep waarin
[OFF] is ingesteld voor de
flitsstand, zullen niet flitsen.
Instellen voor
groepsflitsfotografie
Druk op de Fn (functie)-knop
op deze flitser en stel de
flitsstand, de flitscompensatie
en het sterkteniveau in voor
de groepen A, B, C, D, en E
op het instelscherm voor de
groepsflitsstand.
Instelling flitsstand
Instelling flitscompensatie/
sterkteniveau
NL
35
NL
Veranderen van
de instellingen
van individuele
ontvangsteenheden
(RECEIVER SET)
U kunt op de MENU-knop op
de zendeenheid drukken en
[RECEIVER SET] instellen om
de draadloze groepsinstelling
en de flitshoek (zoom) van
individuele ontvangsteenheden
die gekoppeld zijn met de
zendeenheid te veranderen.
Draadloze verbindingsstatus
Draadloze groepsinstelling
U kunt kiezen uit [A], [B], [C],
[D], [E], of [OFF].
Zoominstelling
U kunt de zoominstelling
van de ontvangsteenheid
veranderen.
Opmerkingen
Om het de zendeenheid mogelijk
te maken om de instellingen van
individuele ontvangsteenheden
te veranderen, moet u op de Fn
(functie)-knop van elk van de
ontvangsteenheden drukken en [ON]
selecteren bij [RCV REMOTE].
Opmerkingen
bij draadloze
flitsfotografie
via draadloze
radiocommunicatie
• Bij fotograferen met flitsers
die los van de camera gebruikt
worden, wordt automatisch
P-TTL-flitsmeting gebruikt in
plaats van ADI-meting.
• U kunt maximaal 15
ontvangsteenheden (los van
de camera gebruikte flitsers)
tegelijkertijd gebruiken.
• Druk op de zendeenheid op
de MENU-knop, selecteer
[CH SET] en geef vervolgens
het kanaal op dat u wilt
gebruiken voor de draadloze
radiocommunicatie. Wanneer
[AUTO] is geselecteerd voor
[CH SET], zal er een kanaal
worden gebruikt dat geschikt
is voor de omstandigheden
op het moment dat u de flitser
aan zet.
36
NL
Draadloze flitsfotografie (via
draadloze optische communicatie)
Draadloze
flitsfotografie met
optische besturing
Deze flitser ondersteunt
draadloze optische
communicatie voor
flitsfotografie.
Stel [CTRL] in voor de
controllereenheid die bevestigd
is aan de camera; en [RMT]
voor de flitser die los van de
camera wordt gebruikt en
waarvan de flits draadloos op
afstand ("remote") zal worden
aangestuurd.
1 Druk op de WL-knop
(
) en selecteer
[CTRL] voor de
controllereenheid;
selecteer [RMT] voor
de remote-eenheid.
• Om de flitser in te stellen
als controllereenheid,
moet u [CTRL] (Controller)
selecteren.
• Om de flitser in te stellen
als remote-eenheid,
moet u [RMT] (Remote)
selecteren.
Plaats de controllereenheid en
de remote-eenheden binnen
een straal van 5 m van het
onderwerp.
NL
37
NL
Draadloze
flitsfotografie (via een
remote-eenheid)
U kunt een andere flitser die is
aangesloten op de camera als
de controllereenheid gebruiken,
of de ingebouwde flitser van de
camera, om deze flitser aan te
sturen wanneer deze los van de
camera wordt gebruikt.
Ingebouwde flitser
Controllereenheid (CTRL)
HVL-F45RM
Als controllereenheid kunt
u de ingebouwde flitser van
een camera met A-bajonet
"montagestuk") gebruiken, of
een ander daarvoor geschikt
model flitser (HVL-F20M,
HVL-F32M, HVL-F43M, HVL-F60M,
enz.) dat in de apart in de handel
verkrijgbaar is.
1 Bevestig deze flitser
op de camera en zet
beide toestellen aan.
2 Selecteer de draadloze
(WL (WireLess)) flitsstand
op de camera.
Om de flitsstand te selecteren
op de camera, moet u de
gebruiksaanwijzing van de
camera raadplegen.
3
Haal de flitser van
de camera (bladzijde
12) en bevestig de
mini-standaard aan het
toestel (bladzijde 30).
4 Maak de ingebouwde
flitser van de camera
of zet een andere
flitser op de camera.
• Controleer of [RMT]
verschijnt op het LCD-
scherm van deze flitser. Als
[CTRL] wordt weergegeven,
moet u op de WL-knop
drukken en de instelling
veranderen naar [RMT].
• Zorg ervoor dat de flitser
die is bevestigd aan de
camera wordt ingesteld
als de controllereenheid.
Raadpleeg voor details de
de gebruiksaanwijzing van
de flitser in kwestie.
5 Stel de camera en deze
flitser op.
38
NL
6 Zorg ervoor dat de
flitser op de camera
(controllereenheid) en
deze flitser klaar zijn
om te flitsen.
Wanneer deze flitser klaar is
om te flitsen, zal de TEST-
knop aan de achterkant van
de flitser oranje oplichten.
Daarnaast zal, wanneer
[ON] is geselecteerd voor
[WL READY LAMP] op het
MENU-instelscherm, de AF-
illuminator aan de voorkant
van de ontvangsteenheid
knipperen.
7 Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
• Om een testflits uit te
voeren met de flitser van
de camera, moet u de
gebruiksaanwijzing van de
camera raadplegen.
• Als deze flitser niet afgaat,
moet u de locatie van de
camera, deze flitser of het
onderwerp veranderen; of
moet u de Ontvanger voor
signalen van de draadloze
afstandsbediening van
deze flitser naar de camera
richten.
Draadloze
multiflitsfotografie
met regeling van de
belichtingsverhouding
U kunt draadloos flitsen terwijl u
de belichtingsverhouding regelt
tussen maximaal 3 groepen,
waaronder de controllereenheid
plus 2 groepen flitsers los van de
camera.
Controllereenheid: HVL-F45RM
(deze flitser)
Remote-eenheid (flitser los van
de camera): HVL-F45RM (deze
flitser) of een andere flitser met
ondersteuning van draadloze
optische communicatie
Controllereenheid (CTRL)
Remote-eenheid (RMT)
Remote-eenheid (RMT2)
• Druk op de Fn (functie)-knop
op de controllereenheid en
selecteer [ON] voor [RATIO
CONTROL: OFF].
• U kunt los van de camera
gebruikte flitsers (remote-
eenheden) in 2 groepen
splitsen (RMT en RMT2). Druk
op de Fn (functie)-knop op de
remote-eenheid en verander
de draadloze groepsinstelling.
NL
39
NL
• Als u niet wilt dat de
zendeenheid zelf flitst, moet
u op de Fn (functie)-knop
drukken en [OFF] instellen voor
de
CMD flitsinstelling.
Instellen van de
belichtingsverhouding
van de controllereenheid
Druk op de Fn (functie)-knop
op deze flitser en specificeer
de verhouding van het
sterkteniveau voor CTRL, RMT,
en RMT2.
Voorbeeld: Wanneer de
verhouding tussen de
sterkteniveaus [4:2:1] wordt
weergegeven op het LCD-
scherm, zal elk van de groepen
flitsen met het aangegeven
deel van de totale flitssterkte:
respectievelijk 4/7, 2/7, en 1/7.
• Wanneer de controllereenheid
in de MANUAL-flitsstand
staat, zal deze flitsen met de
ingestelde flitssterkte.
Opmerkingen bij
draadloze flitsfotografie
via draadloze optische
communicatie
• Bij draadloze flitsfotografie kan
er niet gemeten worden met een
flitsmeter of kleurmeter vanwege
de voorflits van de flitser.
• Wanneer [AUTO] is ingesteld
voor de flitshoek (zoom) van
deze flitser als deze los van de
camera als remote-eenheid
wordt gebruikt, zal de flitshoek
automatisch worden ingesteld
op 24 mm.
• Bij fotograferen met flitsers
die los van de camera gebruikt
worden, wordt automatisch
P-TTL-flitsmeting gebruikt in
plaats van ADI-meting.
• U kunt meerdere remote-
eenheden (los van de camera
gebruikte flitsers) tegelijkertijd
gebruiken.
• Wanneer de remote-eenheden
(los van de camera gebruikte
flitsers) in de MANUAL-
flitsstand staan, zullen ze
flitsen met de op die flitser zelf
ingestelde flitssterkte.
• Alle voor draadloze
flitsfotografie gebruikte flitsers
moeten gebruik maken van
hetzelfde draadloze kanaal
(CH). Op deze flitser kunt u het
draadloze kanaal instellen door
op de MENU-knop te drukken en
dan [
CH SET] te selecteren.
40
NL
Verlichting voor video-opnamen
(LED-lamp)
U kunt de LED-lamp van deze
flitser gebruiken als lichtbron
voor video-opnamen. Dit helpt
om natuurlijke hoge lichten en
schaduwen te creëren in een
donkere omgeving, bijvoorbeeld
binnen, om betere modellering
te verkrijgen in video-opnamen.
Gebruiken van de LED-
lamp
1 Druk op de MENU-
knop () en selecteer
[LIGHT MODE].
2
Druk op de
middenknop om de
LED-lamp aan te zetten.
Om de lamp weer uit te
zetten, moet u nog eens op
de middenknop drukken.
3 Stel de helderheid van
de LED-lamp in met
het besturingswiel.
• Wanneer de LED-lamp van
de flitser brandt, wordt
de flitsstandindicator (
)
niet weergegeven op de
camera (de flitser van de
camera is uitgeschakeld).
• Afhankelijk van de
camera, lens, en de
helderheidsinstellingen voor
de video-opnamen is het
mogelijk dat de witbalans
afwijkt. Regel in een
dergelijk geval de witbalans
op de camera zelf.
• Om de LED-lamp uit te
zetten, moet u op de
MENU-knop drukken.
Opmerkingen
Let op, want het licht van de LED-lamp
kan worden afgeschermd door het
uiteinde van de lens, afhankelijk van de
afmetingen van de lens op de camera.
NL
41
NL
Testflitsen
U kunt een testflits afvuren voor u begint te fotograferen. Als u een
flitsmeter wilt gebruiken voor handmatige flitsfotografie (bladzijde
24), moet u een testflits uitvoeren.
Druk wanneer de TEST-knop (
) oranje oplicht op de
TEST-knop.
• Als de TEST-knop oranje oplicht, is de flitser klaar om te flitsen.
• De flitssterkte voor een testflits hangt af van het flitssterkteniveau
dat is ingesteld voor de flitsstand in kwestie. Bij TTL-flitsfotografie
flitst deze flitser met een richtgetal (GN) dat overeenkomt met 2.
• Met de testflitsfunctie kunt u van tevoren beoordelen hoe de
schaduwen en lichten vallen op uw onderwerp (modelleerflits).
Op deze flitser kunt u kiezen tussen [3TIMES] (3 keer) of [4SEC]
(4 seconden doorlopend flitsen met constante intervallen) voor
wat betreft het soort modelleerflits. Om de testflitsinstelling te
veranderen op de flitser, moet u op de MENU-knop drukken, [TEST]
selecteren en dan de instelling veranderen.
• Wanneer [1TIME] of [GROUP] is gespecificeerd als testflitsinstelling,
kunt u de TEST-knop ingedrukt houden om het ingestelde aantal
testflitsen met de ingestelde frequentie en sterkte af te geven in de
MULTI-flitsstand.
• Bij draadloze flitsfotografie met radiobesturing kunt u
op de zendeenheid op de testflitsknop drukken om de
ontvangsteenheid(-eenheden) te laten flitsen in overeenstemming
met de testflitsinstelling op de zendeenheid.
• Als deze flitser is ingesteld als de zendeenheid bij draadloze
flitsfotografie met radiobesturing, zal de TEST-knop oranje
oplichten wanneer alle flitsers, inclusief de ontvangsteenheden,
klaar zijn om te flitsen.
42
NL
Selecteren van de flitshoek (zoom)
Automatische instelling van de flitshoek (auto
zoom)
Deze flitser stelt automatisch de juiste flitshoek in aan de hand van
de brandpuntsafstand van de lens op de bijbehorende camera,
binnen een bereik van 24 mm t/m 105 mm (auto zoom). Meestal zult
u de flitshoek niet met de hand hoeven in te stellen.
Wanneer [AUTO] wordt weergegeven als de instelling voor de flitshoek
(zoom) op het LCD-scherm, is de auto zoomfunctie ingeschakeld.
• Als u een lens gebruikt met een kortere brandpuntsafstand dan
24 mm terwijl de auto zoomfunctie is ingeschakeld, zal [WIDE]
(Groothoek) gaan knipperen op het LCD-scherm.
In een dergelijk geval raden we u aan om de ingebouwde
groothoekadapter van deze flitser te gebruiken. Om de
groothoekadapter te kunnen gebruiken, moet u dit voorzichtig naar
buiten trekken, samen met het plaatje voor indirect flitsen, waarna u de
groothoekadapter naar beneden klapt, over de flitslamp heen, zodat u
het plaatje voor indirect flitsen weer terug in de flitser kunt duwen.
• [WIDE] (Groothoek) wordt weergegeven op het LCD-scherm.
• Wanneer u de groothoekadapter terugdoet, moet u deze helemaal
terug in de flitser duwen en controleren of de aanduiding [WIDE] is
verdwenen van het LCD-scherm.
• Wanneer u de ingebouwde groothoekadapternaar buiten
trekt, moet u niet teveel kracht zetten, want dit kan de adapter
gemakkelijk beschadigen.
NL
43
NL
• Wanneer u een 2D-onderwerp van voren fotografeert met een
lens met een brandpuntsafstand van minder dan 18 mm, kan de
rand van het beeld iets donkerder worden vanwege het verschil in
intensiteit van het flitslicht in het midden en aan de rand.
• Wanneer u een groothoeklens gebruikt met een brandpuntsafstand van
minder dan 15 mm, kan de rand van het beeld nog donkerder worden.
• De brandpuntsafstand zoals aangegeven op het LCD-scherm geeft
de equivalente brandpuntsafstand voor kleinbeeldformaat (35 mm
film/24x36mm beeldformaat).
• Deze flitser biedt geen ondersteuning voor de beeldhoek van een
16 mm F2.8 fisheyelens.
• Voor u deze flitser opbergt in de meegeleverde tas, moet u de
groothoekadapter en het plaatje voor indirect flitsen terugduwen
in de flitser.
Handmatige instelling van de flitshoek (manual
zoom)
Ongeacht de brandpuntsafstand van de gebruikte lens, kunt u de
flitshoek van deze flitser ook met de hand instellen (manual zoom).
Druk op de ZOOM-knop (
) en selecteer de gewenste flitshoek met
de richtingstoetsen.
44
NL
Flitsverdelingsinstelling
U kunt op de MENU-knop drukken en [FLASH DISTRIBUT.] selecteren
om het flitsverdelingspatroon in te stellen. (De flitsverdelingsinstelling
wordt toegepast op de flitshoek ongeacht of deze automatisch of
handmatig is ingesteld.)
STD : Flitshoek met standaard flitsverdeling
CENTER :
Flitshoek met lichtverdeling die voorrang geeft aan
richtgetallen
EVEN :
Flitshoek met de nadruk op het midden van het beeld
Opmerkingen
Afhankelijk van de ingestelde brandpuntsafstand, is het mogelijk dat de
rand van het beeld donkerder wordt. Verander in een dergelijk geval het
flitsverdelingspatroon.
NL
45
NL
Indirecte flitsfotografie
Door de flitslamp van de flitser
op het plafond of een wand
te richten in plaats van direct
op het onderwerp, kunt u het
onderwerp verlichten met
gereflecteerd licht, waardoor de
schaduwen minder hard worden
en het beeld zachter verlicht
wordt.
Tips
Ook bij indirect flitsen is flitsen met
hoge synchronisatiesnelheid mogelijk.
1 Kantel of draai de
flitslamp.
Brandpuntsafstand
van de lens
Indirecte
verlichtingshoek
70 mm minimum 30°, 45°
28 mm - 70 mm 60°
28 mm maximum 75°, 90°
Bovenaanzicht
2 Druk op de MODE-
knop en selecteer
[TTL].
3 Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
wordt weergegeven op
het LCD-scherm van de
flitser om aan te geven dat
er indirect geflitst wordt.
46
NL
Gebruiken van het
plaatje voor indirect
flitsen
Het plaatje voor indirect flitsen
geeft glans aan de ogen van
uw onderwerp en maakt het
onderwerp levendiger.
1 Trek de
groothoekadapter
voorzichtig naar
buiten.
Het plaatje voor indirect
flitsen zal ook mee naar
buiten komen. Duw alleen
de groothoekadapter terug.
2 Kantel deflitslamp 90
graden omhoog.
3 Druk op de MODE-
knop en selecteer
[TTL].
4 Druk de sluiterknop in
om een foto te nemen.
Dichtbij fotograferen
Kantel de flitslamp iets
naar beneden wanneer u
onderwerpen fotografeert die
tussen 0,7 m en 1,0 m van de
camera verwijderd zijn om deze
goed te kunnen verlichten.
1 Kantel deflitslamp 8
graden omlaag.
• Wanneer u een onderwerp
fotografeert dat minder dan 0,7
m van de camera verwijderd
is, moet u de flitser van de
camera halen en los van de
camera gebruiken (accessoires
niet meegeleverd) (bladzijde
37), of moet u een dubbele
macroflitser of ringflitser (niet
meegeleverd) gebruiken.
• Wanneer er een lange lens
op de camera zit, kan het
licht van de flitser door
het uiteinde van de lens
afgeschermd worden.
NL
47
NL
Over de AF-illuminator
Als de helderheid of het contrast onvoldoende is om het onderwerp
met de camera alleen te forograferen, kan de AF-illuminator (AF-
hulplicht) aan de voorkant van de flitser oplichten wanneer u de
sluiterknop half indrukt om scherp te stellen. De AF-illuminator is
bedoeld om de automatische scherpstelling van de camera te helpen.
• De AF-lamp functioneert zelfs wanneer [ ] op het LCD-scherm
wordt weergegeven.
• Wanneer u de helderheid van de AF-illuminator wilt veranderen,
moet u op de MENU-knop drukken, [AF LED LEVEL] selecterenen
dan kiezen tussen de instellingen [HIGH] of [LOW].
• Om de AF-illuminator uit te schakelen, moet u het menu op de
camera gebruiken.
• Wanneer de AF-illuminator op de flitser oplicht, is de AF-illuminator
op de camera uitgeschakeld.
• Wanneer de camera in de doorlopende automatische
scherpstelstand staat (de camera stelt scherp op bewegende
onderwerpen), zal de AF-illuminator niet oplichten.
• Als de brandpuntsafstand van de lens groter is dan 300 mm, is het
mogelijk dat de AF-illuminator niet zal oplichten. Bovendien zal de
AF-illuminator ook niet oplichten wanneer de flitser van de camera
wordt gehaald.
• Afhankelijk van de camera waarop de flitser is bevestigd, is het
mogelijk dat de AF-illuminator niet oplicht.
48
NL
Toewijzen van aangepaste
toetsfuncties
Als u dat wilt, kunt u aan
bepaalde bedieningsorganen
op het bedieningspaneel een
andere functie toewijzen.
de richtingstoetsen,
de middenknop, en
hetbesturingswiel.
1 Druk op de MENU-
knop (
) en selecteer
[CUSTOM KEY].
2 Selecteer het
gewenste
bedieningsorgaan met
de richtingstoetsen.
3 Selecteer de functie
die u daaraan wilt
toewijzen.
NL
49
NL
Groepen
Toe te wijzen
functies
Beschrijvingen
Wiel en toetsen
Wiel
Midden
Links
Rechts
Omhoog
Omlaag
MODE Instelling flitsstand -
*
/LEVEL
Instelling sterkteniveau
*
ZOOM Instelling flitshoek (zoom)
*
CMD/CTRL
FLASH
Instelling als zend-/
controllereenheid
-
FLASH
DISTRIBUT.
Flitsverdelingsinstelling -
HSS
Instelling hoge
synchronisatiesnelheid
-
RATIO CONTROL
Instelling
belichtingsverhouding
-
RATIO VALUE
Instelling
sterkteniveauverhouding
-
MODE(GROUP) Instelling groepsflitsstand -
LIGHT MODE
Instelling LED-lampAAN/
UIT
-
RECALL Geheugen oproepen -
MEMORY
Een waarde voor een
stand/instelling in het
geheugen opslaan
-
WL MODE Instelling draadloze stand -
*
RECEIVER SET Ontvangerinstellingen -
GROUP Draadloze groepsinstelling -
RCV REMOTE
Afstandsbedieningsinstelling
ontvanger
-
CH SET
Instelling kanaal CH voor
radiobesturing
-
CH SET
Instelling kanaal CH voor
optische besturing
-
OTHERS
NOT SET Geen instelling
* *
* Fabrieksinstelling
50
NL
Opslaan/oproepen van instellingen
in/uit het geheugen
U kunt een vaak gebruikte stand
of combinatie van instellingen
opslaan in het geheugen onder
[MR1] of [MR2].
Opslaan
1 Druk op de MENU-
knop en selecteer
[MEMORY].
2 Selecteer [MR1] of
[MR2].
Oproepen
1 Druk op de Fn
(functie)-knop en
selecteer het item voor
het oproepen van het
geheugen.
2 Selecteer [MR1]
of [MR2] met het
besturingswiel.
• U kunt het geheugen
oproepen, de instelling
veranderen en dan
opnieuw opslaan met
[MEMORY].
• Als u de opgeslagen
geheugeninstelling niet
wilt gebruiken, selecteert
u [OFF].
• Wanneer er een
geheugeninstelling is
opgeroepen, is [RESET] op
het MENU-instelscherm
uitgeschakeld.
NL
51
NL
Overige
Opmerkingen bij het gebruik
Tijdens het fotograferen
• Deze flitser genereert fel licht
en mag daarom niet vlak voor
de ogen worden gebruikt.
• Gebruik de flitser niet 20 keer op
een rij of snel achter elkaar om
oververhitting en vermindering
van de werking van de camera
en de flitser te voorkomen.
(Wanneer de sterkte 1/32 is, 40
keer op rij.) Stop het gebruik van
de flitser en laat deze minimaal
10 minuten afkoelen wanneer de
flitser het maximale aantal keren
snel achter elkaar is gebruikt.
• Bij draadloze flitsfotografie kan
deze flitser onverwacht afgaan
wanneer er vanwege de
locatie geen correcte signalen
kunnen worden ontvangen
van een andere flitser die los
van de camera wordt gebruikt.
Verander in een dergelijk geval
de locatie van de los van de
camera gebruikte flitser of de
instelling van het kanaal voor
de draadloze communicatie.
• Plaats deze flitser niet in een
tas terwijl hij bevestigd is op
een camera. Dit kan resulteren
in een defect van deze flitser
of de camera.
• Draag deze flitser niet als er
een camera aan bevestigd is.
Dit kan resulteren in een defect.
• Gebruik de flitser niet vlak bij
andere mensen wanneer u
tijdens indirect flitsen de flitslamp
draait. Het flitslicht kan de ogen
beschadigen of de hete flitslamp
kan brandwonden veroorzaken.
• Bij het draaien van de flitslamp,
dient u erop te letten dat uw
vingers niet vast komen te zitten
in het draaiende gedeelte. U
kunt hierdoor letsel oplopen.
• Deze camera is ontworpen
om stof- en vochtbestendig te
zijn, maar is niet waterdicht of
spatwaterdicht.
• Druk bij het sluiten van het
deksel van de batterijhouder
deze stevig in, terwijl u hem
volledig in de andere richting
schuift. Wees voorzichtig dat u
zichzelf niet verwondt door uw
vinger te klemmen tussen het
deksel van de batterijhouder
wanneer u deze sluit.
Batterijen
• Het batterijniveau dat op
het LCD-scherm wordt
weergegeven, kan lager
zijn dan de daadwerkelijke
batterijcapaciteit, afhankelijk
van de temperatuur en de
opslagomstandigheden. Het
weergegeven batterijniveau
wordt mogelijk weer correct
weergegeven nadat de flitser
een aantal keren is gebruikt.
• Ni-MH-batterijen kunnen
plotseling leeg zijn. Als tijdens
het fotograferen de indicator
batterijen bijna leeg begint
te knipperen of de flitser niet
langer kan worden gebruikt,
vervangt u de batterijen of
laadt u deze weer op.
52
NL
• Gebruik geen lithiumionbatterijen,
want door herhaaldelijk te flitsen
worden de batterijen heet en
werkt de flitser niet meer.
• De flitsfrequentie en het aantal
flitsen dat wordt geleverd door
nieuwe batterijen, kunnen
verschillen van de in de tabel
weergegeven waarden, afhankelijk
van de tijd die is verstreken na de
productie van de batterijen.
• Pas nadat de flitser is uitgezet
en er enkele minuten
verstreken zijn, kunt u de
batterijen verwijderen om ze te
vervangen. Afhankelijk van het
type, kunnen de batterijen heet
zijn. Verwijder ze voorzichtig.
• Verwijder de batterijen en berg
ze op wanneer u van plan bent
om de camera geruime tijd
niet te gebruiken.
Temperatuur
• De flitser mag worden gebruikt
bij een temperatuur tussen 0
°C en 40 °C.
• Stel de flitser niet bloot aan
extreem hoge temperaturen
(bijvoorbeeld direct zonlicht
in een auto) of aan een hoge
luchtvochtigheid.
• Om te voorkomen dat zich
condens vormt op de flitser,
plaatst u deze in een gesloten
plastic zak wanneer u de
flitser van een koude naar een
warme omgeving verplaatst.
Laat de flitser opwarmen tot
kamertemperatuur voordat u
deze uit de zak verwijdert.
• Bij lagere temperaturen neemt
de batterijcapaciteit af. Houd de
camera en reservebatterijen in
een warme binnenzak wanneer
u fotografeert bij koud weer.
Bij koud weer kan de indicator
batterijen bijna leeg knipperen,
zelfs wanneer er nog enige
lading in de batterijen over is.
Batterijen winnen weer enige
capaciteit terug wanneer ze
opwarmen tot de normale
bedrijfstemperatuur.
Onderhoud
• Verwijder de flitser van de
camera. Maak de flitser schoon
met een droge, zachte doek.
Als de flitser in contact is
gekomen met zand, wordt
het oppervlak beschadigd
als u dit afveegt. Het zand
moet daarom voorzichtig
verwijderd worden met een
blaaskwastje. Voor hardnekkige
vlekken gebruikt u een doek
die licht is bevochtigd met een
mild schoonmaakmiddel en
veegt u de flitser vervolgens
droog met een droge, zachte
doek. Gebruik nooit sterke
oplosmiddelen, zoals thinner
of benzine, omdat deze de
afwerking kunnen beschadigen.
• Als er vingerafdrukken of vuil
aanwezig zijn op de lens of
flitslamp, raden wij u aan het
vuil voorzichtig te verwijderen
en de lens of flitslamp schoon
te maken met een zachte doek.
NL
53
NL
Technische gegevens
Richtnummer
Normale flits/STD flitsverdeling (ISO 100)
Handmatige flits/35mm-formaat
Stroomsterkte
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/1
13 23 25 26 30 36 45
1/2
9,2 16,3 17,7 18,4 21,2 25,5 31,8
1/4
6,5 11,5 12,5 13 15 18 22,5
1/8
4,6 8,1 8,8 9,2 10,6 12,7 15,9
1/16
3,3 5,8 6,3 6,5 7,5 9 11,3
1/32
2,3 4,1 4,4 4,6 5,3 6,4 8
1/64
1,6 2,9 3,1 3,3 3,8 4,5 5,6
1/128
1,1 2 2,2 2,3 2,7 3,2 4
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
APS-C-formaat
Stroomsterkte
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/1
13 24 26 30 36 41 45
1/2
9,2 17 18,4 21,2 25,5 29 31,8
1/4
6,5 12 13 15 18 20,5 22,5
1/8
4,6 8,5 9,2 10,6 12,7 14,5 15,9
1/16
3,3 6 6,5 7,5 9 10,3 11,3
1/32
2,3 4,2 4,6 5,3 6,4 7,2 8
1/64
1,6 3 3,3 3,8 4,5 5,1 5,6
1/128
1,1 2,1 2,3 2,7 3,2 3,6 4
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
54
NL
HSS vlakke flits/STD flitsverdeling (ISO 100)
Handmatige flits/35mm-formaat
Sluitertijd
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/250
4,6 8,4 9,1 9,5 11,3 12,9 16
1/500
3,2 5,9 6,4 6,7 8 9,1 11,3
1/1000
2,3 4,2 4,6 4,8 5,7 6,4 8
1/2000
1,6 3 3,2 3,4 4 4,6 5,7
1/4000
1,1 2,1 2,3 2,4 2,8 3,2 4
1/8000
0,8 1,5 1,6 1,7 2 2,3 2,8
1/16000
0,6 1 1,1 1,2 1,4 1,6 2
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
APS-C-formaat
Sluitertijd
Instelling flitsdekking (mm)
15* 24 28 35 50 70 105
1/250
4,6 8,7 9,5 11,3 12,9 15,3 16
1/500
3,2 6,2 6,7 8 9,1 10,8 11,3
1/1000
2,3 4,4 4,8 5,7 6,4 7,7 8
1/2000
1,6 3,1 3,4 4 4,6 5,4 5,7
1/4000
1,1 2,2 2,4 2,8 3,2 3,8 4
1/8000
0,8 1,5 1,7 2 2,3 2,7 2,8
1/16000
0,6 1,1 1,2 1,4 1,6 1,9 2
* Als de groothoekadapter is vastgemaakt.
NL
55
NL
Kenmerken van de draadloze radiobesturing:
Frequentieband: 2,4 GHz
Aantal kanalen: 14 kanalen
Communicatieafstand: Ongeveer 30 m (Gemeten onder onze eigen
testomstandigheden.)
• Bovenstaande afstand geldt alleen in situaties waarin geen
obstakels, afscherming of storende radiogolven aanwezig zijn.
• De communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de
plaats van het apparaat, de omgevingstemperatuur en de
weersomstandigheden.
Frequentie/Herhaling
Alkaline Nickelhydride
Frequentie (sec) Ongeveer 0,1 - 2,5 Ongeveer 0,1 - 2,0
Herhaling (aantal
keer)
Ongeveer 210 of meer Ongeveer 270 of meer
• Herhaling is het geschatte aantal keren dat kan
worden geflitst voordat een nieuwe batterij volledig is
uitgeput.
Flitserregeling Flitserregeling met voorflits (P-TTL/ADI)
Prestaties bij
doorlopend flitsen
40 flitsen bij 10 flitsen per seconde
(Normaal flitsen, sterkte 1/32, 105 mm, Ni-MH-
batterijen)
AF-lamp Automatisch flitsen bij laag contrast en lage
helderheid
Actieradius (Bij gebruik met een 50 mm lens
met het diafragma ingesteld op F5.6 en het
[AF LED LEVEL] van de flitser ingesteld op
[HIGH])
Centrum van het beeld (Ongeveer): 0,5 m tot
6 m
Randen van het beeld (Ongeveer): 0,5 m tot
3 m
56
NL
LED-lamp Belichtingsintensiteit van het midden:
Ongeveer 400 lx bij 0,5m of ongeveer 100 lx
bij 1m
Belichtingsafstand: Ongeveer 1m (Stel, bij het
opnemen van films, in op ISO 3200 & F5.6)
Ondersteund brandpuntsafstand: 35mm
(35mm formaat zichthoek)
Doorlopende belichtingstijd: Ongeveer
4 uur (met AA-alkaline batterijen, bij
belichtingsintensiteit van het midden)
Kleurtemperatuur: Ongeveer 5.500 K
Bedrijfstemperatuur 0 °C t/m 40 °C
Opslagtemperatuur –20 °C t/m +60 °C
Afmetingen
(Ongeveer)
69,4 mm × 113,7 mm × 88,3 mm (b/h/d)
Gewicht (Ongeveer) 317 g (exclusief de batterijen)
Voedingsvereisten 6 V gelijkspanning
Aanbevolen batterijen Vier LR6 (AA-formaat) alkalinebatterijen
Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (AA-formaat)
Bijgeleverde
toebehoren
Flitser (1), Beschermkap van de connector (1),
ministandaard (opgeborgen in de draagtas)
(1), Draagtas (1), Handleiding en documentatie
Het getal tussen haakjes geeft de hoeveelheid
aan.
De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de
testomstandigheden bij ons bedrijf.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden,
zonder kennisgeving.
Handelsmerk
"Multi Interface Shoe" is een handelsmerk van Sony Corporation.

Documenttranscriptie

Nederlands Alvorens het apparaat te bedienen, leest u deze gebruiksaanwijzing aandachtig door en bewaart u deze voor latere naslag. WAARSCHUWING Verklein het gevaar van brand of elektrische schokken en 1) stel derhalve het apparat niet bloot aan regen of vocht. 2) plaats beslist geen met vloeistof gevulde voorwerpen, bijvoorbeeld vazen, op het apparaat. Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke. Raak tijdens het gebruik de lamp van de flitser niet aan. Deze kan heet worden wanneer er wordt geflitst. LET OP U moet de batterij alleen vervangen door een batterij van het opgegeven type. Als u dit niet doet, kan dit barsten, brand, of letsel tot gevolg hebben. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies. NL 2 Kennisgeving Als de gegevensoverdracht halverwege wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten. Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-regels voor het gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3 meter. Voor klanten in Europa Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan Voor EU-product conformiteit: Sony Belgium, bijkantoor van Sony Europe Limited, Da Vincilaan 7-D1, 1935 Zaventem, België Hierbij verklaart Sony Corporation dat dit apparaat in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Nadere informatie kunt u vinden op: http://www.compliance.sony.de/ natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, kan u contact opnemen met de gemeentelijke instanties, de organisatie belast met de erwijdering van huishoudelijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht. NL Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen) Dit symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een inzamelingspunt worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwerkt, helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zouden kunnen veroorzaakt worden in geval van verkeerde afvalbehandeling te oorkomen. Het recycleren van materialen draagt bij tot het behoud van 3 NL Inhoudsopgave Voor gebruik................................................................................5 Plaats van de onderdelen............................................................7 Voorbereidingen...................................................................11 Plaatsen van de batterijen.........................................................11 De flitser op de camera zetten/van de camera halen.............. 12 De flitser aan zetten.................................................................. 13 Koppelen met een draadloze radiozender/ontvanger (voor draadloze flitsfotografie met radiobesturing)................. 15 Instellingen.............................................................................. 18 Quick Navi-instellingen............................................................. 18 MENU-instellingen.................................................................... 20 Fotograferen...........................................................................22 Fotograferen..............................................................................22 Handmatige flitsfotografie (MANUAL)......................................24 Fotograferen met hoge synchronisatiesnelheid (HSS).............25 Multiflitsfotografie (MULTI)........................................................26 Draadloze flitsfotografie (via radio- of optische communicatie)......................................29 Draadloze flitsfotografie (via draadloze radiocommunicatie)........................................... 31 Draadloze flitsfotografie (via draadloze optische communicatie)....................................36 Verlichting voor video-opnamen (LED-lamp).......................... 40 Testflitsen................................................................................... 41 Selecteren van de flitshoek (zoom)...........................................42 Indirecte flitsfotografie............................................................. 45 Over de AF-illuminator..............................................................47 Toewijzen van aangepaste toetsfuncties................................ 48 Opslaan/oproepen van instellingen in/uit het geheugen...... 50 Overige....................................................................................... 51 Opmerkingen bij het gebruik.................................................... 51 Technische gegevens................................................................53 NL 4 Voor gebruik Deze flitser kan worden gebruikt in combinatie met Sony digitale camera's met verwisselbare lens, Sony digitale HD-videocamera's met verwisselbare lens, en Sony digitale fotocamera's met een conventionele multi-interfaceschoen. Bepaalde functies werken mogelijk niet, afhankelijk van het model van uw camera of videocamera. Voor meer informatie over compatibele cameramodellen van deze flitser, gaat u naar de Sony-website in uw locatie of consulteert u uw Sony-dealer of bevoegde plaatselijke Sony-verkooppunt. Zie de gebruikershandleiding van dit apparaat en raadpleeg de gebruikershandleiding van uw camera. Houd de flitslamp schoon. Het vervuilde oppervlak van de flitslamp kan leiden tot oververhitting, rookontwikkeling en schroeiplekken. Om de flitslamp schoon te maken, kunt u hem afnemen met een zachte doek o.i.d. Deze flitser is ontworpen met aandacht voor de beveiliging tegen stof en vocht, maar is niet getest en waterproof bevonden. Gebruik dit toestel dus niet in de regen. Opmerkingen bij doorlopend flitsen Bij doorlopend fotograferen met de flitser, bij multiflits-fotografie en modellerend flitsen, zal de flitser een zekere tijd doorlopend blijven flitsen. Deze doorlopende reeks flitsen, samen met hun reflecties uit de omgeving, kunnen leiden tot lichamelijk ongemak, zoals duizelingen, voor mensen die daar gevoelig voor zijn. Stop in een dergelijk geval onmiddellijk met het gebruiken van de flitser. 5 NL NL Plaats deze flitser niet op de volgende locaties Plaats deze flitser niet op de volgende locaties, ongeacht of deze wordt gebruikt of wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing optreden. • Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht, zoals op het dashboard of in de buurt van een verwarming, kan deze vervormd of defect raken. • Plaatsen waar sterke trillingen optreden • Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld • Plaatsen met veel zand Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan. Hierdoor kan een storing optreden. Afstandsbereik voor de communicatie Het afstandsbereik voor de draadloze radiocommunicatie tussen deze flitser en de camera is ongeveer 30 m. (Gemeten onder onze eigen testomstandigheden.) • Bovenstaande afstand geldt alleen in situaties waarin geen obstakels, afscherming of storende radiogolven aanwezig zijn. • De communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de plaats van het apparaat, de omgevingstemperatuur en de weersomstandigheden. Update de software van uw camera vóór gebruik naar de nieuwste versie. Raadpleeg de specifieke ondersteuningssite voor informatie over de compatibiliteit van de camera. http://www.sony.net/flash/f45rm/ NL 6 Plaats van de onderdelen   NL   Ingebouwde groothoekadapter (42)  Flitslamp  LED-lampmodule (40) /AF-lamp (47)  Ontvanger voor signalen van de draadloze afstandsbediening (voor optisch draadloze communicatie)  Multi-interfacevoet (12)  Multi/micro-USBaansluiting  Plaatje voor indirect flitsen (46)          Indicator indirect flitsen (boven/onderhoek) (45)  Ontgrendelknop (12)  LINK-lamp (33)  Deksel batterijhouder (11)  LCD-scherm (9)  Mini-standaard (30)  Bedieningspaneel (8) * Statiefbevestigingsgat  Vergrendelhendel (12) Het getal tussen haakjes geeft het bladzijdenummer waar u de omschrijving kunt vinden. NL 7 Bedieningspaneel  Power-schakelaar (13)  Fn (functie)-knop (18) Selecteer "LOCK" (Vergrendelen)  TEST-knop (41) om hetbesturingswiel en de  Besturingswiel toetsen op de flitser uit te Gebruik het wiel om een item te schakelen om te voorkomen selecteren of de ingestelde waarde dat er per ongeluk iets op het Quick Navi-scherm of op het veranderd wordt. MENU-instelscherm te veranderen.  MENU-knop (20)  Toetsen richting  Middenknop Het getal tussen haakjes geeft het bladzijdenummer waar u de omschrijving kunt vinden. Over de achterverlichting van de LCD De achterverlichting van de LCD blijft ongeveer 8 seconden lang branden wanneer u op een toets drukt of het besturingswiel van de flitser gebruikt. • Terwijl de achterverlichting van de LCD brandt, kunt u op een toets drukken of het besturingswiel gebruiken om de verlichting langer te laten branden. • Om de achterverlichting van de LCD uit te schakelen, moet u op de MENU-knop drukken, [BACKLIGHT] (Achterverlichting) selecteren en dan [OFF] (UIT). NL 8 Indicators op het scherm De volgende schermen worden gegeven als voorbeeld en kunnen verschillen van wat u daadwerkelijk ziet op het LCDscherm. TTL-flitsstand    MANUAL-flitsstand  MULTI-flitsstand    Flitsstand  Hoge synchronisatiesnelheid  Geheugen oproepen  Flitshoek (zoom)  Indirect flitsen  Klaar om te flitsen  Flitsverdelingsinstelling  Bevestigd aan camera NL  Flitsbereik  Sterkteniveau  Frequentie multi-flitsen  Herhaling multi-flitsen  Draadloos kanaal  Draadloos kanaal  Instelling belichtingsverhouding  Flitscompensatie  Belichtingsverhouding  Afstandsbedieningsinstelling ontvanger  Draadloze groepsinstelling  Flitsverdelingsinstelling/ afstandsbediening/ flitsinstelling stuureenheid  Batterij bijna-leeg-indicator  Oververhittingsindicator  9 NL Draadloze zendstand (radiobesturing)       Draadloze ontvangststand (radiobesturing)        Draadloze controllerstand (optisch draadloze communicatie)        Draadloze remote-stand (optisch draadloze communicatie)       NL 10  Flitsstand  Hoge synchronisatiesnelheid  Geheugen oproepen  Flitshoek (zoom)  Indirect flitsen  Klaar om te flitsen  Flitsverdelingsinstelling  Bevestigd aan camera  Flitsbereik  Sterkteniveau  Frequentie multi-flitsen  Herhaling multi-flitsen  Draadloos kanaal  Draadloos kanaal  Instelling belichtingsverhouding  Flitscompensatie  Belichtingsverhouding  Afstandsbedieningsinstelling ontvanger  Draadloze groepsinstelling  Flitsverdelingsinstelling/ afstandsbediening/ flitsinstelling stuureenheid  Batterij bijna-leeg-indicator  Oververhittingsindicator Plaatsen van de batterijen De flitser is geschikt voor één van de volgende sets: • Vier AA-formaat alkalibatterijen • Vier AA-formaat oplaadbare nikkel-metaalhydride (Ni-MH) batterijen Voor u de oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen gaat gebruiken, moet u ze volledig opladen met de daarvoor bedoelde batterijlader. Er worden geen batterijen meegeleverd met de flitser. 1 Druk het deksel batterijhouder in en schuif het in de richting van de pijl zoals u hieronder kunt zien.  2 Plaats de batterijen in het batterijvak zoals aangegeven ( ). ( geeft de richting van de batterijen aan.) 3 Sluit het deksel batterijhouder. Schuif het deksel in de tegenovergestelde richting van de pijl bij stap 1. 11 NL NL De flitser op de camera zetten/van de camera halen De flitser op de camera zetten 1 4 Steek de Multiinterfacevoet van de flitser in de Multiinterfaceschoen van de camera en druk de voet helemaal op zijn plaats. 5 Draai de vergrendelhendel naar "LOCK" om de flitser vast te maken op de camera. Zet de flitser uit. Als uw camera voorzien is van een ingebouwde flitser, moet u ervoor zorgen dat deze niet openklapt. 2 3 Verwijder de beschermingskap van de Multi-interfacevoet van de flitser; en ook de bescherming van de Multiinterfaceschoen van de camera. Houd de ontgrendelknop ingedrukt en draai de vergrendelhendel weg van "LOCK". De flitser van de camera halen Zet eerst de flitser uit. Houd de ontgrendelknop ingedrukt, draai de vergrendelhendel weg van "LOCK" en schuif de voet van de flitser dan uit de Multiinterfaceschoen. Opmerkingen Wanneer u de flitser niet gebruikt, moet u de beschermingskap weer terugdoen op de Multi-interfacevoet. NL 12 De flitser aan zetten Zet depowerschakelaar aan. Wanneer de flitser aan staat, verschijnen de indicators op het LCD-scherm. • U kunt op de MENU-knop drukken en [POWER SAVE] (Stroomspaarstand) selecteren om de gewenste tijd in te stellen, of [WL POWER SAVE] (WL-stroomspaarstand) om de gewenste tijd voor draadloze flitsfotografie in te stellen. Controleren van het resterende batterijvermogen Stroomspaarstand • Als er 3 minuten lang niets gedaan wordt met de flitser terwijl deze alleenstaand of op een camera wordt gebruikt in een stroomspaarstand, zal het LCD-scherm automatisch uit gaan om de batterijen te sparen. • Bij draadloze flitsfotografie met de flitser los van de camera (bladzijde 29), gaat de flitser na 60 minuten in de stroomspaarstand. • Als de power-schakelaar van de aangesloten camera* uit wordt gezet, wordt de flitser automatisch in de stroomspaarstand gezet. * Behalve de DSLR-A100 NL Wanneer de batterijen leeg raken, zal de batterij bijnaleeg-indicator verschijnen op het LCD-scherm om u te waarschuwen. Wanneer knippert: Het is aanbevolen de batterijen te vervangen. De flitser kan echter in deze staat nog steeds gebruikt worden. wordt Wanneer alleen weergegeven op het LCDscherm: De flitser kan niet meer gebruikt worden. Vervang de batterijen. 13 NL Opmerkingen bij doorlopend flitsen Als u de flitser korte tijd doorlopend gebruikt, is het mogelijk dat de ingebouwde beveiliging in werking treedt om het aantal flitsen te verminderen door de flitsfrequentie te veranderen. Als de temperatuur binnenin de flitser verder stijgt, zal (de oververhittingsindicator) oplichten op het LCD-scherm ten teken dat de flitser een poosje niet zal werken. Zet in een dergelijk geval de powerschakelaar van de flitser uit en laat de flitser ongeveer 10 minuten afkoelen. Bij doorlopend flitsen kunnen de batterijen in de flitser warm worden. Wees daarom voorzichtig wanneer u de batterijen moet vervangen. NL 14 Koppelen met een draadloze radiozender/ontvanger (voor draadloze flitsfotografie met radiobesturing) Om draadloos te kunnen flitsen met deze flitser heeft u nog een andere flitser nodig die ook draadloze communicatie via radiosignalen ondersteunt, of een draadloze radiozender/ ontvanger voor flitsfotografie (niet meegeleverd) naast deze flitser en moet u ze aan elkaar koppelen. Dit gedeelte beschrijft hoe u twee HVL-F45RM flitsers (dit model flitser) aan elkaar moet koppelen. Om de flitser te koppelen aan een radiozender/ontvanger voor flitsfotografie (niet meegeleverd) moet u de gebruiksaanwijzing van het apparaat in kwestie raadplegen. Tips • U moet beide toestellen binnen 1 m afstand van elkaar brengen om ze te kunnen koppelen. • U kunt de flitser koppelen aan maximaal 15 draadloze radioapparaten. 1 Zet deze flitser en het andere apparaat aan. 2 Druk op de WLknop () om het instelscherm voor de draadloze stand te openen en stel dan de ene flitser in als de zendeenheid (master) en de andere als de ontvangsteenheid (slave).  • Om een flitser in te stellen als de zendeenheid, moet u [CMD] (Commander) selecteren. 15 NL NL • Om een flitser in te stellen als de ontvangsteenheid, moet u [RCV] (Receiver) selecteren. 3 Druk op deze flitser en op de andere flitser op de MENU-knop () en selecteer and selecteer [PAIRING] (Koppelen). Opmerkingen • De aanwijzingen hierboven gaan ervan uit dat deze flitser de standaard draadloze radiocommunicatie gebruikt. Deze flitser is in staat om 2 verschillende soorten draadloze communicatie te gebruiken voor draadloze flitsfotografie: draadloze communicatie via radiosignalen of via optische signalen. Zie bladzijde 29 als u de flitser wilt gebruiken met draadloze optische communicatie. • U kunt op de MENU-knop drukken en [PAIRED DEVICE] (Gekoppeld apparaat) selecteren om de flitser(s) te zien die gekoppeld zijn als ontvanger(s), of om de gekoppelde ontvanger(s) te verwijderen. • Wanneer u de instelling van de zendeenheid hebt veranderd in een ontvangsteenheid, of andersom, moet u de koppeling tussen de apparaten opnieuw tot stand brengen. NL 16  • Op de zendeenheid zal het volgende scherm verschijnen. • Op de ontvangsteenheid zal het volgende scherm verschijnen. 4 Selecteer [OK] om de koppeling tot stand te brengen. • Op de zendeenheid zal het volgende scherm verschijnen.  De koppeling wordt tot stand gebracht. Op de zendeenheid kunt u nu doorgaan met het koppelen van andere ontvangsteenheden. Telkens wanneer er een koppeling tot stand wordt gebracht met een ontvangsteenheid, zal het aantal gekoppelde apparaten () hoger worden. • Op de ontvangsteenheid zal het volgende scherm verschijnen. Een koppeling tot stand brengen met 2 of meer apparaten Stel elk apparaat dat u wilt koppelen met deze flitser in als ontvangsteenheid en herhaal de stappen 3 en 4. Wanneer u klaar bent en alle gewenste ontvangsteenheden NL gekoppeld hebt, moet u [EXIT] selecteren op de zendeenheid en dan [OK] op het scherm dat vervolgens zal verschijnen. De koppeling wordt tot stand gebracht. Wanneer de koppeling tot stand is gebracht, zal de LINK-lamp van rood veranderen in groen. 17 NL Quick Navi-instellingen U kunt op de Fn (functie)knop op de flitser drukken om de in te stellen items voor het fotograferen, zoals de geselecteerde flitsstand, te veranderen volgens de aanduidingen op het scherm. Selecteer de gewenste instelling en draai aan het besturingswiel om het in te stellen item te veranderen. 1 2 Door op de middenknop te drukken op de bedieningsschermen hierboven, wordt het scherm voor het instellen van het geselecteerde in te stellen item geopend. Druk op de Fn (functie)-knop (). 3 Draai aan het besturingswiel om de instelling te veranderen. 4 Druk op de Fn (functie)-knop.  NL 18 Selecteer de gewenste instelling met de richtingstoetsen. In te stellen items TTL HSS Beschrijvingen Instelling flitsstand Geheugen oproepen OFF(*)/MR1/MR2 Instelling draadloze stand WF OFF(*)/CMD/RCV (radiobesturing) WF OFF(*)/CTRL/RMT (optische besturing) Instelling hoge synchronisatiesnelheid ON(*)/OFF Instelling flitshoek (zoom) AUTO(*)/24-105 Instelling flitscompensatie -3.0 - +3.0 1/1 5Hz 10TIMES Instelling sterkteniveau Frequentie multi-flitsen Herhaling multi-flitsen CMD flitsinstelling (radiobesturing) CTRL flitsinstelling (optische besturing) RATIO CONTROL: Instelling OFF belichtingsverhouding Instelling ABC sterkteniveauverhouding Afstandsbedieningsinstelling RCV REMOTE: OFF ontvanger GROUP: A Instellingen TTL(*)/MANUAL/MULTI/ flitser uit/GROUP Draadloze groepsinstelling NL 1/1 - 1/128, CMD LINK 1 - 100 2 - 100, -ON(*)/OFF ON/OFF(*) OFF/1(*) - 16 ON/OFF(*) OFF/ A(*)/B/C/D/E (radiobesturing) RMT(*)/RMT2 (optische besturing) * Fabrieksinstelling De items en opties die beschikbaar zijn voor de instelling hangen mede af van de flitsstand. 19 NL MENU-instellingen U kunt op de MENU-knop op de flitser drukken om de MENUinstellingen te veranderen. Selecteer het gewenste in te stellen item met de richtingstoetsen en druk dan op de middenknop om het item te selecteren. 1 Druk op de MENUknop ().  2 NL Selecteer het gewenste in te stellen item met de richtingstoetsen en druk dan op de middenknop. 20 3 Verander de instelling met de richtingstoetsen en druk dan op de middenknop. Groepen In te stellen items FLASH DISTRIBUT. LIGHT MODE MEMORY AF LED LEVEL Beschrijvingen Flitsverdelingsinstelling LED-lampON/OFF instelling Geheugeninstellingen AF-illuminator niveau-instelling TEST Instelling testflits LEVEL STEP CUSTOM KEY Instelstappen sterkteniveau Aangepaste toetsinstellingen / SELECT RECEIVER SET Instelling draadloos besturingstype Ontvangerinstellingen Instelling van het draadloze kanaal CH SET voor de radiobesturing Instelling van het draadloze kanaal CH SET voor de optische besturing PAIRING Instelling koppeling PAIRED DEVICE Scherm gekoppeld apparaat Instelling paraatlampje draadloos WL READY LAMP flitsen BACKLIGHT Instelling LCD-achterverlichting Instelling van de eenheid voor het m/ft flitsbereik Instelling van de timer voor de POWER SAVE stroomspaarstand Instelling van de timer voor de WL POWER SAVE stroomspaarstand bij draadloos flitsen Scherm met de softwareversie van VERSION dit product /RCV Instelling voor Quick Navi-scherm RESET resetten Herstellen van de INITIALIZE fabrieksinstellingen Instellingen STD(*)/CENTER/ EVEN ON/OFF MR1/MR2 HIGH(*)/LOW GROUP/1TIME (*)/ 3TIMES/4SEC 0.3EV(*)/0.5EV (*)/ AUTO(*)/CH1CH14 CH1(*)-CH4 ON/OFF(*) AUTO(*)/ON/OFF m(*)/ft 30SEC/3MIN(*)/ 30MIN/OFF 60MIN(*)/ 240MIN/OFF - * Fabrieksinstelling 21 NL NL Fotograferen Instellen van de flitsstand U kunt op de MODE-knop () drukken en dan draaien aan het besturingswiel om de flitsstand van de flitser te selecteren. • Groepsflitsstand (bladzijde 34) U kunt deze flitsstand selecteren voor draadloze flitsfotografie met radiobesturing. Flitser uit • De flitser is nu uitgeschakeld. TTL-flitsfotografie 1 Selecteer de TTL-flitsstand.  • TTL* -flitsstand De flitser meet hoeveel licht er door de lens komt en past de sterkte van de flits automatisch daaraan aan. *T  TL staat voor Through The Lens (Door De Lens). • MANUAL-flitsstand (bladzijde 24) U moet de flitssterkte met de hand instellen om de belichting te regelen. • MULTI-flitsstand (bladzijde 26) U kunt het aantal herhalingen en de frequentie bepalen bij multiflitsen. NL 22 Selecteer de flitsstand. 2 Druk de sluiterknop in om een foto te nemen. Zorg ervoor dat de flitser klaar is om te flitsen voor u de sluiterknop indrukt. Als de TEST-knop oranje oplicht, is de flitser klaar om te flitsen. • Neem foto's binnen het aangegeven flitsbereik. Deze flitser is in staat om afstanden aan te geven van 0,7 m t/m 28 m. Als de afstand buiten dit bereik of oplichten ligt, zal naast de indicator voor het flitsbereik. • U kunt op de +/-knop drukken om de flitscompensatie te veranderen (om het flitssterkteniveau te regelen) op het scherm voor het instellen van de flitscompensatie. • Om de invulflitsstand of de automatische flitsstand van de camera te gebruiken, moet u deze stand selecteren op de camera. • Voor u gaat fotograferen met de flitser en de zelfontspanner van de camera, moet ervoor zorgen dat de TEST-knop brandt. • Als er zowel op de flitser als op de camera flitscompensatie wordt ingesteld, worden beide waarden bij elkaar opgeteld wanneer de flitser afgaat. Op het LCD-scherm van de flitser wordt echter alleen de compensatiewaarde aangegeven die op de flitser zelf is ingesteld. Automatische WB-regeling met kleurtemperatuurinformatie De witbalans wordt automatisch geregeld op de camera (behalve voor de DSLR-A100) op basis van de kleurtemperatuurinformatie op het moment dat de flits afgaat. • Deze functie werkt wanneer de flitser op de camera is bevestigd en in de TTLflitsstand wordt gebruikt. • Deze functie werkt wanneer [Auto] of [Flash] is ingesteld voor de witbalans op de camera. NL TTL*-flitsstand De handmatige flitsstand zorgt voor een vaste flitsintensiteit, onafhankelijk van de helderheid van het onderwerp en van de camera-instellingen. In de TTLflitsstand wordt het licht van het onderwerp gemeten dat gereflecteerd wordt door de lens. TTL-meting heeft ook een P-TTLmeetfunctie, waarbij een voorflits aan de TTL-meting wordt toegevoegd, en een ADImeetfunctie, waarbij afstandsgegevens aan de P-TTLmeting worden toegevoegd. * TTL = door de lens • ADI-meting is mogelijk in combinatie met een lens met een ingebouwde afstandsencoder. Controleer voordat u de functie voor ADImeting gebruikt of de lens over een ingebouwde afstandsencoder beschikt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de lens is geleverd. 23 NL Handmatige flitsfotografie (MANUAL) In de handmatige flitsstand wordt het flitssterkteniveau constant gehouden, ongeacht de helderheid van het onderwerp of de instellingen van de camera. 1 Selecteer de M (Manual; handmatig) opnamestand op de camera. 2 Druk op de MODEknop () om het instelscherm voor de flitsstand te openen en selecteer [MANUAL].  3 Druk op de +/- -knop om het gewenste flitssterkteniveau te bepalen op het instelscherm voor het sterkteniveau. • U kunt het flitssterkteniveau bepalen binnen een bereik van 1/1 (lichtst) t/m 1/128 (donkerst). • De flitssterkte met één niveau verlagen (bijv. 1/1  1/2) is hetzelfde als het diafragma één stap sluiten (bijv. F4  5.6). 4 Druk de sluiterknop in om een foto te nemen. Tips • U kunt de sluiterknop half indrukken om de afstand voor de juiste belichting te laten weergeven op het LCD-scherm. • U kunt de MENU-knop indrukken en [LEVEL STEP] selecteren om de grootte van de instalstappen voor het flitssterkteniveau te bepalen ([0.3EV] of [0.5EV]). NL 24 Fotograferen met hoge synchronisatiesnelheid (HSS) NL Fotograferen met hoge synchronisatiesnelheid Normale flitsfotografie Met hogesnelheidsync worden de beperkingen van de X-sync flitssluitertijd opgeheven en wordt het mogelijk om de flitser te gebruiken in combinatie met het volledige sluitertijdbereik van de camera. Met het grotere te selecteren diafragmabereik wordt flitsfotografie met een groot diafragma mogelijk. Hierbij blijft de achtergrond onscherp en wordt het onderwerp op de voorgrond benadrukt. Zelfs wanneer u in de A- of M-modus met een grote f-stop fotografeert terwijl de achtergrond zeer helder is en de opname normaal overbelicht zou zijn, kunt u de belichting aanpassen door de hogesnelheidsluiter te gebruiken. Om de HSS-functie uit te schakelen, moet u de instructies volgen voor de Quick Navi-instellingen (bladzijde 18) en de instelling voor [HSS] veranderen naar [OFF]. X-sync flitssluitertijd Flitsfotografie wordt meestal geassocieerd met een kortste sluitertijd die ook wel wordt aangeduid als de X-sync flitssluitertijd. Deze beperking is niet van toepassing op camera’s die zijn ontworpen voor hogesnelheidsyncfotografie (HSS), omdat hiermee flitsfotografie mogelijk is met de kortste sluitertijd van de camera. Opmerkingen Als u de sluitertijd van de camera instelt op een snellere tijd dan 1/4000 en dan een foto maakt, kunnen er lichte en donkere stroken verschijnen op de foto. We bevelen u aan het flitssterkteniveau minstens op MANUAL 1/2 in te stellen voor het maken van foto's. 25 NL Multiflitsfotografie (MULTI) Deze flitser is in staat om meerdere keren te flitsen terwijl de sluiter van de camera open staat (multiflitsfotografie). Multiflitsfotografie geeft u de mogelijkheid om een reeks bewegingen vast te leggen op een enkele foto. Voor multiflitsfotografie moet de camera in de M-opnamestand staan. Is dit niet het geval, dan wordt de opname mogelijk niet goed belicht. 1 Druk op de MODEknop () om het instelscherm voor de flitsstand te openen en selecteer [MULTI].  2 Druk op de Fn (functie)knop, selecteer de volgende items met de richtingstoetsen en bepaal de instelling met het besturingswiel.  [Hz]: Frequentie multi- flitsen  [TIMES]: Herhaling multi- flitsen  [ LEVEL]: Instelling sterkteniveau  NL 26   3 • Instellingen  [Hz]: 1 Hz - 100 Hz  [TIMES]: 2 - 100, - [LEVEL]: 1/8 - 1/128 Wanneer [TIMES] is ingesteld op [--], zal de flitser doorlopend zo vaak mogelijk blijven flitsen met de opgegeven frequentie voor multiflitsen. 4 Stel de sluitertijd en het diafragma in op de camera. Maximum aantal herhalingen bij multiflits De sluitertijd moet minstens gelijk zijn aan de instelling voor de herhaling bij multiflitsopnamen (TIMES) gedeeld door de opgegeven frequentie bij multiflitsopnamen (Hz). Als bijvoorbeeld de instelling voor herhaling bij multiflits is ingesteld op "10" en de frequentie bij multiflits op "5 Hz", dan moet u de sluitertijd van de camera minimaal instellen op 2 seconden. Zorg ervoor dat de flitser klaar is om te flitsen en druk dan pas op de sluiterknop om de foto te maken. Om bewegingsonscherpte te voorkomen, raden we u aan om een statief te gebruiken NL voor multiflitsfotografie. Vanwege de beperkte capaciteit van de batterijen, kunt u het maximale aantal herhalingen bij multiflitsfotografie aflezen in de richtlijnen in de volgende tabellen. 27 NL Bij gebruik van alkalibatterijen Flitsfrequenties (Hz) Sterkteniveaus 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7 1/8 5 5 5 5 5 7 6 5 4 3 7 8 9 10 100* 100* 2 1 5 5 5 6 6 6 6 10 15 15 20 20 30 45 65 100* 100* 100* 1/16 8 8 9 9 9 9 10 10 1/32 15 15 15 15 17 17 18 18 20 40 50 65 80 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/64 30 30 32 32 35 37 40 45 75 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/128 60 60 65 65 70 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* "100*" geeft 100 of hoger aan. Bij gebruik van nikkel-metaalhydride batterijen (2100 mAh) Flitsfrequenties (Hz) Sterkteniveaus 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 9 8 7 1/8 5 5 5 5 5 8 8 6 5 4 10 10 25 100* 100* 100* 3 2 1 5 5 6 6 7 7 10 10 10 15 20 30 60 75 100* 100* 100* 100* 100* 1/16 8 8 9 9 9 9 1/32 17 17 18 18 18 19 20 20 40 80 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/64 32 33 35 36 40 45 55 95 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 1/128 63 65 70 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* 100* "100*" geeft 100 of hoger aan. Opmerkingen Het maximale aantal herhalingen dat u kunt instellen bij multiflits hangt mede af van het type en de toestand van de batterijen. NL 28 Draadloze flitsfotografie (via radioof optische communicatie) Deze flitser ondersteunt 2 verschillende soorten draadloze communicatie voor draadloze flitsfotografie: draadloze communicatie via radiosignalen of via optische signalen. Draadloze flitsfotografie met radiobesturing U kunt draadloos flitsen door communicatie via radiosignalen. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld foto's maken in een omgeving met veel obstakels. Om draadloos te kunnen flitsen met radiobesturing, heeft u naast deze flitser nog een andere flitser nodig, of een radiozender/ ontvanger voor draadloze flitsfotografie (niet meegeleverd), die dezelfde soort draadloze radiocommunicatie ondersteunt. Om draadloos te kunnen flitsen met optische besturing, heeft u naast deze flitser nog een andere flitser nodig die dezelfde soort draadloze optische communicatie ondersteunt. Omschakelen van de draadloze communicatiemethode 1 Druk op de MENUknop () sen selecteer [ / SELECT] met de richtingstoetsen.  Opmerkingen Voor draadloze flitsfotografie met radiobesturing heeft u een camera nodig die draadloze radiocommunicatie ondersteunt. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van de camera. Draadloze flitsfotografie met optische besturing U kunt draadloos flitsen door communicatie via optische signalen. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld foto's maken in een omgeving waar communicatie via radiosignalen niet mogelijk of niet toegestaan is. 2 Selecteer de gewenste draadloze communicatiemethode. : Draadloze communicatie met de flitser via radiosignalen : Draadloze communicatie met de flitser via optische signalen 29 NL NL Bevestigen en verwijderen van de mini-standaard Wanneer u de flitser van de camera heeft gehaald om draadloos te kunnen gebruiken, kunt u er de meegeleverde ministandaard aan bevestigen. Bevestigen van de ministandaard Verwijderen van de ministandaard Zie voor instructies over het gebruiken van de ontgrendelknop en de vergrendelhendel bladzijde 12. NL 30 Tips U kunt de mini-standaard op een statief schroeven met behulp van het schroefgat in de mini-standaard. Gebruik een statief met een schroef die korter is dan 5,5 mm. Op een statief met een langere schroef zult u de mini-standaard niet stevig kunnen vastzetten, wat kan leiden tot mogelijke schade aan de ministandaard. Draadloze flitsfotografie (via draadloze radiocommunicatie) Draadloze flitsfotografie met radiobesturing Deze flitser ondersteunt draadloze radiocommunicatie voor flitsfotografie. Stel [CMD] in voor de zendeenheid die bevestigd is aan de camera; en [RCV] voor de ontvangsteenheid (flitser die los van de camera wordt gebruikt) waarvan de flits draadloos zal worden aangestuurd. Tips Om draadloos te kunnen flitsen met radiobesturing, moet u de zendeenheid en de ontvanger(s) van tevoren met elkaar koppelen (bladzijde 15). 1 Druk op de WL-knop () op deze flitser en selecteer [CMD] als u de flitser als zendeenheid wilt gebruiken; of selecteer [RCV] als u de flitser als ontvangsteenheid wilt gebruiken.  • Om de flitser in te stellen als de zendeenheid, moet u [CMD] (Commander) selecteren. NL  • Om de flitser in te stellen als ontvangsteenheid, moet u [RCV] (Receiver) selecteren.  Het afstandsbereik voor de draadloze radiocommunicatie tussen de zendeenheid en de ontvangsteenheid is ongeveer 30 m. (Gemeten onder onze eigen testomstandigheden.) 31 NL Draadloze flitsfotografie (via een ontvangsteenheid) U kunt een andere flitser die is aangesloten op de camera als de zendeenheid gebruiken, of een aparte draadloze radiozender, om deze flitser aan te sturen wanneer deze los van de camera wordt gebruikt.  2 Druk op deze flitser op de WL-knop en selecteer [RCV] (Receiver). 3 Druk op de Fn (functie)-knop en specificeer de draadloze groep voor deze flitser. 4 Bevestig de ministandaard aan deze flitser (bladzijde 30). 5 Zet een andere flitser als [CMD] (zendeenheid) op de camera.   Zendeenheid (CMD)  HVL-F45RM Als zendeenheid kunt u deze flitser gebruiken of een aparte draadloze radiozender. 1 Selecteer de draadloze (WL (WireLess)) flitsstand op de camera. Om de flitsstand te selecteren op de camera, moet u de gebruiksaanwijzing van de camera raadplegen. NL 32 Controleer of [CMD] verschijnt op het LCDscherm van de zendeenheid. 6 Stel de camera en deze flitser op. 7 Zorg ervoor dat de flitser op de camera (zendeenheid) en deze flitser draadloos met elkaar verbonden zijn en klaar zijn om te flitsen. Draadloos verbonden: De LINK-lamp brandt groen. Klaar om te flitsen: De TESTknop op de achterkant van de flitser brandt oranje. Daarnaast zal, wanneer [ON] is geselecteerd voor [WL READY LAMP] op het MENU-instelscherm, de AFilluminator aan de voorkant van de ontvangsteenheid knipperen. 8 Druk de sluiterknop in om een foto te nemen. Om een testflits af te vuren, moet u op de TEST-knop van de zendeenheid drukken. Tips • Op de ontvangsteenheden zal de flitsstand van de zendeenheid worden toegepast. • Bij handmatige flitsfotografie kunt u op de Fn (functie)-knop drukken en [CMD LINK] instellen voor de instelling van het sterkteniveau om de instelling daarvan op de zendeenheid mogelijk te maken. Draadloze multiflitsfotografie met regeling van de belichtingsverhouding U kunt draadloos flitsen terwijl u de belichtingsverhouding regelt tussen maximaal 3 groepen, waaronder de zendeenheid plus NL 2 groepen flitsers los van de camera. Zendeenheid: HVL-F45RM (deze flitser) of een aparte draadloze radiozender Ontvangsteenheid (flitser los van de camera): HVL-F45RM (deze flitser) of een aparte draadloze ontvanger     Zendeenheid (CMD)  Draadloze ontvanger  Ontvangsteenheid (RCV) • Druk op de Fn (functie)knop op de zendeenheid en selecteer [ON] voor [RATIO CONTROL: OFF]. • De zendeenheid werkt als flitser in de A-groep. • Als u niet wilt dat de zendeenheid zelf flitst, moet u op de Fn (functie)-knop drukken en [OFF] instellen voor de CMD flitsinstelling. 33 NL Instellen van de belichtingsverhouding van de zendeenheid Druk op de Fn (functie)-knop op deze flitser en specificeer de verhouding van het sterkteniveau voor de groepen A, B, en C. Voorbeeld: Wanneer de verhouding tussen de sterkteniveaus [4:2:1] wordt weergegeven op het LCDscherm, zal elk van de groepen flitsen met het aangegeven deel van de totale flitssterkte: respectievelijk 4/7, 2/7, en 1/7. Draadloze multiflitsfotografie (groepsflitsfotografie) U kunt draadloos flitsen met maximaal 5 groepen, waaronder de zendeenheid plus 4 groepen flitsers los van de camera. Om groepsflitsfotografie uit te kunnen voeren, moet u [GROUP] instellen als flitsstand. Zendeenheid: HVL-F45RM (deze flitser) of een aparte draadloze radiozender NL 34 Ontvangsteenheid (flitser los van de camera): HVL-F45RM (deze flitser) of een aparte draadloze ontvanger U kunt [TTL], [MANUAL], of [OFF] instellen als flitsstand voor de groepen A, B, en C. Voor de groepen D en E kunt u echter alleen [MANUAL] of [OFF] instellen. De flitsers in een groep waarin [OFF] is ingesteld voor de flitsstand, zullen niet flitsen. Instellen voor groepsflitsfotografie Druk op de Fn (functie)-knop op deze flitser en stel de flitsstand, de flitscompensatie en het sterkteniveau in voor de groepen A, B, C, D, en E op het instelscherm voor de groepsflitsstand.    Instelling flitsstand  Instelling flitscompensatie/ sterkteniveau Veranderen van de instellingen van individuele ontvangsteenheden (RECEIVER SET) U kunt op de MENU-knop op de zendeenheid drukken en [RECEIVER SET] instellen om de draadloze groepsinstelling en de flitshoek (zoom) van individuele ontvangsteenheden die gekoppeld zijn met de zendeenheid te veranderen.     Draadloze verbindingsstatus  Draadloze groepsinstelling U kunt kiezen uit [A], [B], [C], [D], [E], of [OFF]. Z  oominstelling U kunt de zoominstelling van de ontvangsteenheid veranderen. Opmerkingen bij draadloze flitsfotografie via draadloze radiocommunicatie • Bij fotograferen met flitsers die los van de camera gebruikt worden, wordt automatisch NL P-TTL-flitsmeting gebruikt in plaats van ADI-meting. • U kunt maximaal 15 ontvangsteenheden (los van de camera gebruikte flitsers) tegelijkertijd gebruiken. • Druk op de zendeenheid op de MENU-knop, selecteer [CH SET] en geef vervolgens het kanaal op dat u wilt gebruiken voor de draadloze radiocommunicatie. Wanneer [AUTO] is geselecteerd voor [CH SET], zal er een kanaal worden gebruikt dat geschikt is voor de omstandigheden op het moment dat u de flitser aan zet. Opmerkingen Om het de zendeenheid mogelijk te maken om de instellingen van individuele ontvangsteenheden te veranderen, moet u op de Fn (functie)-knop van elk van de ontvangsteenheden drukken en [ON] selecteren bij [RCV REMOTE]. 35 NL Draadloze flitsfotografie (via draadloze optische communicatie) Draadloze flitsfotografie met optische besturing Deze flitser ondersteunt draadloze optische communicatie voor flitsfotografie. Stel [CTRL] in voor de controllereenheid die bevestigd is aan de camera; en [RMT] voor de flitser die los van de camera wordt gebruikt en waarvan de flits draadloos op afstand ("remote") zal worden aangestuurd. 1 Druk op de WL-knop () en selecteer [CTRL] voor de controllereenheid; selecteer [RMT] voor de remote-eenheid. • Om de flitser in te stellen als controllereenheid, moet u [CTRL] (Controller) selecteren.  • Om de flitser in te stellen als remote-eenheid, moet u [RMT] (Remote) selecteren.   Plaats de controllereenheid en de remote-eenheden binnen een straal van 5 m van het onderwerp. NL 36 Draadloze flitsfotografie (via een remote-eenheid) U kunt een andere flitser die is aangesloten op de camera als de controllereenheid gebruiken, of de ingebouwde flitser van de camera, om deze flitser aan te sturen wanneer deze los van de camera wordt gebruikt. 2 Om de flitsstand te selecteren op de camera, moet u de gebruiksaanwijzing van de camera raadplegen. 3 Haal de flitser van de camera (bladzijde 12) en bevestig de mini-standaard aan het toestel (bladzijde 30). 4 Maak de ingebouwde flitser van de camera of zet een andere flitser op de camera.      Ingebouwde flitser  Controllereenheid (CTRL)  HVL-F45RM Als controllereenheid kunt u de ingebouwde flitser van een camera met A-bajonet "montagestuk") gebruiken, of een ander daarvoor geschikt model flitser (HVL-F20M, HVL-F32M, HVL-F43M, HVL-F60M, enz.) dat in de apart in de handel verkrijgbaar is. 1 Selecteer de draadloze (WL (WireLess)) flitsstand op de camera. • Controleer of [RMT] verschijnt op het LCDscherm van deze flitser. Als [CTRL] wordt weergegeven, moet u op de WL-knop drukken en de instelling veranderen naar [RMT]. • Zorg ervoor dat de flitser die is bevestigd aan de camera wordt ingesteld als de controllereenheid. Raadpleeg voor details de de gebruiksaanwijzing van de flitser in kwestie. Bevestig deze flitser op de camera en zet beide toestellen aan. 5 Stel de camera en deze flitser op. 37 NL NL 6 Zorg ervoor dat de flitser op de camera (controllereenheid) en deze flitser klaar zijn om te flitsen. Wanneer deze flitser klaar is om te flitsen, zal de TESTknop aan de achterkant van de flitser oranje oplichten. Daarnaast zal, wanneer [ON] is geselecteerd voor [WL READY LAMP] op het MENU-instelscherm, de AFilluminator aan de voorkant van de ontvangsteenheid knipperen. 7 Druk de sluiterknop in om een foto te nemen. • Om een testflits uit te voeren met de flitser van de camera, moet u de gebruiksaanwijzing van de camera raadplegen. • Als deze flitser niet afgaat, moet u de locatie van de camera, deze flitser of het onderwerp veranderen; of moet u de Ontvanger voor signalen van de draadloze afstandsbediening van deze flitser naar de camera richten. NL 38 Draadloze multiflitsfotografie met regeling van de belichtingsverhouding U kunt draadloos flitsen terwijl u de belichtingsverhouding regelt tussen maximaal 3 groepen, waaronder de controllereenheid plus 2 groepen flitsers los van de camera. Controllereenheid: HVL-F45RM (deze flitser) Remote-eenheid (flitser los van de camera): HVL-F45RM (deze flitser) of een andere flitser met ondersteuning van draadloze optische communicatie     Controllereenheid (CTRL)  Remote-eenheid (RMT)  Remote-eenheid (RMT2) • Druk op de Fn (functie)-knop op de controllereenheid en selecteer [ON] voor [RATIO CONTROL: OFF]. • U kunt los van de camera gebruikte flitsers (remoteeenheden) in 2 groepen splitsen (RMT en RMT2). Druk op de Fn (functie)-knop op de remote-eenheid en verander de draadloze groepsinstelling. • Als u niet wilt dat de zendeenheid zelf flitst, moet u op de Fn (functie)-knop drukken en [OFF] instellen voor CMD flitsinstelling. de Instellen van de belichtingsverhouding van de controllereenheid Druk op de Fn (functie)-knop op deze flitser en specificeer de verhouding van het sterkteniveau voor CTRL, RMT, en RMT2. Voorbeeld: Wanneer de verhouding tussen de sterkteniveaus [4:2:1] wordt weergegeven op het LCDscherm, zal elk van de groepen flitsen met het aangegeven deel van de totale flitssterkte: respectievelijk 4/7, 2/7, en 1/7. • Wanneer de controllereenheid in de MANUAL-flitsstand staat, zal deze flitsen met de ingestelde flitssterkte. Opmerkingen bij draadloze flitsfotografie via draadloze optische communicatie • Bij draadloze flitsfotografie kan er niet gemeten worden met een flitsmeter of kleurmeter vanwege de voorflits van de flitser. NL • Wanneer [AUTO] is ingesteld voor de flitshoek (zoom) van deze flitser als deze los van de camera als remote-eenheid wordt gebruikt, zal de flitshoek automatisch worden ingesteld op 24 mm. • Bij fotograferen met flitsers die los van de camera gebruikt worden, wordt automatisch P-TTL-flitsmeting gebruikt in plaats van ADI-meting. • U kunt meerdere remoteeenheden (los van de camera gebruikte flitsers) tegelijkertijd gebruiken. • Wanneer de remote-eenheden (los van de camera gebruikte flitsers) in de MANUALflitsstand staan, zullen ze flitsen met de op die flitser zelf ingestelde flitssterkte. • Alle voor draadloze flitsfotografie gebruikte flitsers moeten gebruik maken van hetzelfde draadloze kanaal (CH). Op deze flitser kunt u het draadloze kanaal instellen door op de MENU-knop te drukken en dan [ CH SET] te selecteren. 39 NL Verlichting voor video-opnamen (LED-lamp) U kunt de LED-lamp van deze flitser gebruiken als lichtbron voor video-opnamen. Dit helpt om natuurlijke hoge lichten en schaduwen te creëren in een donkere omgeving, bijvoorbeeld binnen, om betere modellering te verkrijgen in video-opnamen. Gebruiken van de LEDlamp 1 Druk op de MENUknop () en selecteer [LIGHT MODE].  2 Druk op de middenknop om de LED-lamp aan te zetten. Om de lamp weer uit te zetten, moet u nog eens op de middenknop drukken. 3 Stel de helderheid van de LED-lamp in met het besturingswiel. • Wanneer de LED-lamp van de flitser brandt, wordt de flitsstandindicator ( ) niet weergegeven op de camera (de flitser van de camera is uitgeschakeld). • Afhankelijk van de camera, lens, en de helderheidsinstellingen voor de video-opnamen is het mogelijk dat de witbalans afwijkt. Regel in een dergelijk geval de witbalans op de camera zelf. • Om de LED-lamp uit te zetten, moet u op de MENU-knop drukken. Opmerkingen Let op, want het licht van de LED-lamp kan worden afgeschermd door het uiteinde van de lens, afhankelijk van de afmetingen van de lens op de camera. NL 40 Testflitsen U kunt een testflits afvuren voor u begint te fotograferen. Als u een flitsmeter wilt gebruiken voor handmatige flitsfotografie (bladzijde 24), moet u een testflits uitvoeren. Druk wanneer de TEST-knop () oranje oplicht op de TEST-knop. NL  • Als de TEST-knop oranje oplicht, is de flitser klaar om te flitsen. • De flitssterkte voor een testflits hangt af van het flitssterkteniveau dat is ingesteld voor de flitsstand in kwestie. Bij TTL-flitsfotografie flitst deze flitser met een richtgetal (GN) dat overeenkomt met 2. • Met de testflitsfunctie kunt u van tevoren beoordelen hoe de schaduwen en lichten vallen op uw onderwerp (modelleerflits). Op deze flitser kunt u kiezen tussen [3TIMES] (3 keer) of [4SEC] (4 seconden doorlopend flitsen met constante intervallen) voor wat betreft het soort modelleerflits. Om de testflitsinstelling te veranderen op de flitser, moet u op de MENU-knop drukken, [TEST] selecteren en dan de instelling veranderen. • Wanneer [1TIME] of [GROUP] is gespecificeerd als testflitsinstelling, kunt u de TEST-knop ingedrukt houden om het ingestelde aantal testflitsen met de ingestelde frequentie en sterkte af te geven in de MULTI-flitsstand. • Bij draadloze flitsfotografie met radiobesturing kunt u op de zendeenheid op de testflitsknop drukken om de ontvangsteenheid(-eenheden) te laten flitsen in overeenstemming met de testflitsinstelling op de zendeenheid. • Als deze flitser is ingesteld als de zendeenheid bij draadloze flitsfotografie met radiobesturing, zal de TEST-knop oranje oplichten wanneer alle flitsers, inclusief de ontvangsteenheden, klaar zijn om te flitsen. 41 NL Selecteren van de flitshoek (zoom) Automatische instelling van de flitshoek (auto zoom) Deze flitser stelt automatisch de juiste flitshoek in aan de hand van de brandpuntsafstand van de lens op de bijbehorende camera, binnen een bereik van 24 mm t/m 105 mm (auto zoom). Meestal zult u de flitshoek niet met de hand hoeven in te stellen. Wanneer [AUTO] wordt weergegeven als de instelling voor de flitshoek (zoom) op het LCD-scherm, is de auto zoomfunctie ingeschakeld. • Als u een lens gebruikt met een kortere brandpuntsafstand dan 24 mm terwijl de auto zoomfunctie is ingeschakeld, zal [WIDE] (Groothoek) gaan knipperen op het LCD-scherm. In een dergelijk geval raden we u aan om de ingebouwde groothoekadapter van deze flitser te gebruiken. Om de groothoekadapter te kunnen gebruiken, moet u dit voorzichtig naar buiten trekken, samen met het plaatje voor indirect flitsen, waarna u de groothoekadapter naar beneden klapt, over de flitslamp heen, zodat u het plaatje voor indirect flitsen weer terug in de flitser kunt duwen. • [WIDE] (Groothoek) wordt weergegeven op het LCD-scherm. • Wanneer u de groothoekadapter terugdoet, moet u deze helemaal terug in de flitser duwen en controleren of de aanduiding [WIDE] is verdwenen van het LCD-scherm. • Wanneer u de ingebouwde groothoekadapternaar buiten trekt, moet u niet teveel kracht zetten, want dit kan de adapter gemakkelijk beschadigen. NL 42 • Wanneer u een 2D-onderwerp van voren fotografeert met een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 18 mm, kan de rand van het beeld iets donkerder worden vanwege het verschil in intensiteit van het flitslicht in het midden en aan de rand. • Wanneer u een groothoeklens gebruikt met een brandpuntsafstand van minder dan 15 mm, kan de rand van het beeld nog donkerder worden. • De brandpuntsafstand zoals aangegeven op het LCD-scherm geeft de equivalente brandpuntsafstand voor kleinbeeldformaat (35 mm film/24x36mm beeldformaat). NL • Deze flitser biedt geen ondersteuning voor de beeldhoek van een 16 mm F2.8 fisheyelens. • Voor u deze flitser opbergt in de meegeleverde tas, moet u de groothoekadapter en het plaatje voor indirect flitsen terugduwen in de flitser. Handmatige instelling van de flitshoek (manual zoom) Ongeacht de brandpuntsafstand van de gebruikte lens, kunt u de flitshoek van deze flitser ook met de hand instellen (manual zoom). Druk op de ZOOM-knop () en selecteer de gewenste flitshoek met de richtingstoetsen.  43 NL Flitsverdelingsinstelling U kunt op de MENU-knop drukken en [FLASH DISTRIBUT.] selecteren om het flitsverdelingspatroon in te stellen. (De flitsverdelingsinstelling wordt toegepast op de flitshoek ongeacht of deze automatisch of handmatig is ingesteld.) STD : CENTER : EVEN : Flitshoek met standaard flitsverdeling Flitshoek met lichtverdeling die voorrang geeft aan richtgetallen Flitshoek met de nadruk op het midden van het beeld Opmerkingen Afhankelijk van de ingestelde brandpuntsafstand, is het mogelijk dat de rand van het beeld donkerder wordt. Verander in een dergelijk geval het flitsverdelingspatroon. NL 44 Indirecte flitsfotografie Door de flitslamp van de flitser op het plafond of een wand te richten in plaats van direct op het onderwerp, kunt u het onderwerp verlichten met gereflecteerd licht, waardoor de schaduwen minder hard worden en het beeld zachter verlicht wordt. Brandpuntsafstand Indirecte van de lens verlichtingshoek 70 mm minimum 30°, 45° 28 mm - 70 mm 60° 28 mm maximum 75°, 90° NL Tips Bovenaanzicht Ook bij indirect flitsen is flitsen met hoge synchronisatiesnelheid mogelijk. 1 Kantel of draai de flitslamp. 2 Druk op de MODEknop en selecteer [TTL]. 3 Druk de sluiterknop in om een foto te nemen. wordt weergegeven op het LCD-scherm van de flitser om aan te geven dat er indirect geflitst wordt. 45 NL Gebruiken van het plaatje voor indirect flitsen Het plaatje voor indirect flitsen geeft glans aan de ogen van uw onderwerp en maakt het onderwerp levendiger. 1 Trek de groothoekadapter voorzichtig naar buiten. Het plaatje voor indirect flitsen zal ook mee naar buiten komen. Duw alleen de groothoekadapter terug. 2 Kantel deflitslamp 90 graden omhoog. 3 Druk op de MODEknop en selecteer [TTL]. 4 Druk de sluiterknop in om een foto te nemen. NL Dichtbij fotograferen Kantel de flitslamp iets naar beneden wanneer u onderwerpen fotografeert die tussen 0,7 m en 1,0 m van de camera verwijderd zijn om deze goed te kunnen verlichten. 46 1 Kantel deflitslamp 8 graden omlaag. • Wanneer u een onderwerp fotografeert dat minder dan 0,7 m van de camera verwijderd is, moet u de flitser van de camera halen en los van de camera gebruiken (accessoires niet meegeleverd) (bladzijde 37), of moet u een dubbele macroflitser of ringflitser (niet meegeleverd) gebruiken. • Wanneer er een lange lens op de camera zit, kan het licht van de flitser door het uiteinde van de lens afgeschermd worden. Over de AF-illuminator Als de helderheid of het contrast onvoldoende is om het onderwerp met de camera alleen te forograferen, kan de AF-illuminator (AFhulplicht) aan de voorkant van de flitser oplichten wanneer u de sluiterknop half indrukt om scherp te stellen. De AF-illuminator is bedoeld om de automatische scherpstelling van de camera te helpen. NL • De AF-lamp functioneert zelfs wanneer [ ] op het LCD-scherm wordt weergegeven. • Wanneer u de helderheid van de AF-illuminator wilt veranderen, moet u op de MENU-knop drukken, [AF LED LEVEL] selecterenen dan kiezen tussen de instellingen [HIGH] of [LOW]. • Om de AF-illuminator uit te schakelen, moet u het menu op de camera gebruiken. • Wanneer de AF-illuminator op de flitser oplicht, is de AF-illuminator op de camera uitgeschakeld. • Wanneer de camera in de doorlopende automatische scherpstelstand staat (de camera stelt scherp op bewegende onderwerpen), zal de AF-illuminator niet oplichten. • Als de brandpuntsafstand van de lens groter is dan 300 mm, is het mogelijk dat de AF-illuminator niet zal oplichten. Bovendien zal de AF-illuminator ook niet oplichten wanneer de flitser van de camera wordt gehaald. • Afhankelijk van de camera waarop de flitser is bevestigd, is het mogelijk dat de AF-illuminator niet oplicht. 47 NL Toewijzen van aangepaste toetsfuncties Als u dat wilt, kunt u aan bepaalde bedieningsorganen op het bedieningspaneel een andere functie toewijzen. de richtingstoetsen, de middenknop, en hetbesturingswiel. 1 3 Druk op de MENUknop () en selecteer [CUSTOM KEY].  2 NL Selecteer het gewenste bedieningsorgaan met de richtingstoetsen. 48 Selecteer de functie die u daaraan wilt toewijzen. Groepen Toe te wijzen functies MODE Beschrijvingen Wiel en toetsen Wiel Midden Links Rechts Omhoog Omlaag Instelling flitsstand Instelling sterkteniveau Instelling flitshoek (zoom) Instelling als zend-/ controllereenheid       *      *   *  -      Flitsverdelingsinstelling -      Instelling hoge HSS  synchronisatiesnelheid Instelling RATIO CONTROL  belichtingsverhouding Instelling RATIO VALUE  sterkteniveauverhouding MODE(GROUP) Instelling groepsflitsstand  Instelling LED-lampAAN/ LIGHT MODE  UIT RECALL Geheugen oproepen  Een waarde voor een MEMORY stand/instelling in het  geheugen opslaan WL MODE Instelling draadloze stand  RECEIVER SET Ontvangerinstellingen  GROUP Draadloze groepsinstelling  Afstandsbedieningsinstelling RCV REMOTE  ontvanger Instelling kanaal CH voor CH SET  radiobesturing Instelling kanaal CH voor  CH SET optische besturing OTHERS NOT SET Geen instelling * *                                *                         /LEVEL ZOOM CMD/CTRL FLASH FLASH DISTRIBUT. * Fabrieksinstelling 49 NL NL Opslaan/oproepen van instellingen in/uit het geheugen U kunt een vaak gebruikte stand of combinatie van instellingen opslaan in het geheugen onder [MR1] of [MR2]. Oproepen 1 Druk op de Fn (functie)-knop en selecteer het item voor het oproepen van het geheugen. 2 Selecteer [MR1] of [MR2] met het besturingswiel. Opslaan 1 Druk op de MENUknop en selecteer [MEMORY].  2 NL Selecteer [MR1] of [MR2]. 50 • U kunt het geheugen oproepen, de instelling veranderen en dan opnieuw opslaan met [MEMORY]. • Als u de opgeslagen geheugeninstelling niet wilt gebruiken, selecteert u [OFF]. • Wanneer er een geheugeninstelling is opgeroepen, is [RESET] op het MENU-instelscherm uitgeschakeld. Opmerkingen bij het gebruik Tijdens het fotograferen • Deze flitser genereert fel licht en mag daarom niet vlak voor de ogen worden gebruikt. • Gebruik de flitser niet 20 keer op een rij of snel achter elkaar om oververhitting en vermindering van de werking van de camera en de flitser te voorkomen. (Wanneer de sterkte 1/32 is, 40 keer op rij.) Stop het gebruik van de flitser en laat deze minimaal 10 minuten afkoelen wanneer de flitser het maximale aantal keren snel achter elkaar is gebruikt. • Bij draadloze flitsfotografie kan deze flitser onverwacht afgaan wanneer er vanwege de locatie geen correcte signalen kunnen worden ontvangen van een andere flitser die los van de camera wordt gebruikt. Verander in een dergelijk geval de locatie van de los van de camera gebruikte flitser of de instelling van het kanaal voor de draadloze communicatie. • Plaats deze flitser niet in een tas terwijl hij bevestigd is op een camera. Dit kan resulteren in een defect van deze flitser of de camera. • Draag deze flitser niet als er een camera aan bevestigd is. Dit kan resulteren in een defect. • Gebruik de flitser niet vlak bij andere mensen wanneer u tijdens indirect flitsen de flitslamp draait. Het flitslicht kan de ogen beschadigen of de hete flitslamp kan brandwonden veroorzaken. • Bij het draaien van de flitslamp, dient u erop te letten dat uw vingers niet vast komen te zitten in het draaiende gedeelte. U kunt hierdoor letsel oplopen. • Deze camera is ontworpen om stof- en vochtbestendig te zijn, maar is niet waterdicht of spatwaterdicht. NL • Druk bij het sluiten van het deksel van de batterijhouder deze stevig in, terwijl u hem volledig in de andere richting schuift. Wees voorzichtig dat u zichzelf niet verwondt door uw vinger te klemmen tussen het deksel van de batterijhouder wanneer u deze sluit. Batterijen • Het batterijniveau dat op het LCD-scherm wordt weergegeven, kan lager zijn dan de daadwerkelijke batterijcapaciteit, afhankelijk van de temperatuur en de opslagomstandigheden. Het weergegeven batterijniveau wordt mogelijk weer correct weergegeven nadat de flitser een aantal keren is gebruikt. • Ni-MH-batterijen kunnen plotseling leeg zijn. Als tijdens het fotograferen de indicator batterijen bijna leeg begint te knipperen of de flitser niet langer kan worden gebruikt, vervangt u de batterijen of laadt u deze weer op. 51 NL • Gebruik geen lithiumionbatterijen, want door herhaaldelijk te flitsen worden de batterijen heet en werkt de flitser niet meer. • De flitsfrequentie en het aantal flitsen dat wordt geleverd door nieuwe batterijen, kunnen verschillen van de in de tabel weergegeven waarden, afhankelijk van de tijd die is verstreken na de productie van de batterijen. • Pas nadat de flitser is uitgezet en er enkele minuten verstreken zijn, kunt u de batterijen verwijderen om ze te vervangen. Afhankelijk van het type, kunnen de batterijen heet zijn. Verwijder ze voorzichtig. • Verwijder de batterijen en berg ze op wanneer u van plan bent om de camera geruime tijd niet te gebruiken. Temperatuur • De flitser mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C. • Stel de flitser niet bloot aan extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld direct zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid. • Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in een gesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een warme omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u deze uit de zak verwijdert. NL 52 • Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer. Bij koud weer kan de indicator batterijen bijna leeg knipperen, zelfs wanneer er nog enige lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit terug wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur. Onderhoud • Verwijder de flitser van de camera. Maak de flitser schoon met een droge, zachte doek. Als de flitser in contact is gekomen met zand, wordt het oppervlak beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig verwijderd worden met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een doek die licht is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en veegt u de flitser vervolgens droog met een droge, zachte doek. Gebruik nooit sterke oplosmiddelen, zoals thinner of benzine, omdat deze de afwerking kunnen beschadigen. • Als er vingerafdrukken of vuil aanwezig zijn op de lens of flitslamp, raden wij u aan het vuil voorzichtig te verwijderen en de lens of flitslamp schoon te maken met een zachte doek. Technische gegevens Richtnummer Normale flits/STD flitsverdeling (ISO 100) Handmatige flits/35mm-formaat Stroomsterkte Instelling flitsdekking (mm) 15* 24 28 35 50 70 1/1 13 23 25 26 30 36 105 45 1/2 9,2 16,3 17,7 18,4 21,2 25,5 31,8 1/4 6,5 11,5 12,5 13 15 18 22,5 1/8 4,6 8,1 8,8 9,2 10,6 12,7 15,9 11,3 1/16 3,3 5,8 6,3 6,5 7,5 9 1/32 2,3 4,1 4,4 4,6 5,3 6,4 8 1/64 1,6 2,9 3,1 3,3 3,8 4,5 5,6 1/128 1,1 2 2,2 2,3 2,7 3,2 4 * Als de groothoekadapter is vastgemaakt. APS-C-formaat Stroomsterkte Instelling flitsdekking (mm) 15* 24 28 35 50 70 1/1 13 24 26 30 36 41 105 45 1/2 9,2 17 18,4 21,2 25,5 29 31,8 1/4 6,5 12 13 15 18 20,5 22,5 1/8 4,6 8,5 9,2 10,6 12,7 14,5 15,9 1/16 3,3 6 6,5 7,5 9 10,3 11,3 1/32 2,3 4,2 4,6 5,3 6,4 7,2 8 1/64 1,6 3 3,3 3,8 4,5 5,1 5,6 1/128 1,1 2,1 2,3 2,7 3,2 3,6 4 * Als de groothoekadapter is vastgemaakt. 53 NL NL HSS vlakke flits/STD flitsverdeling (ISO 100) Handmatige flits/35mm-formaat Sluitertijd Instelling flitsdekking (mm) 15* 24 28 35 50 70 1/250 4,6 8,4 9,1 9,5 11,3 12,9 105 16 1/500 3,2 5,9 6,4 6,7 8 9,1 11,3 1/1000 2,3 4,2 4,6 4,8 5,7 6,4 8 1/2000 1,6 3 3,2 3,4 4 4,6 5,7 1/4000 1,1 2,1 2,3 2,4 2,8 3,2 4 1/8000 0,8 1,5 1,6 1,7 2 2,3 2,8 1/16000 0,6 1 1,1 1,2 1,4 1,6 2 * Als de groothoekadapter is vastgemaakt. APS-C-formaat Sluitertijd Instelling flitsdekking (mm) 15* 24 28 35 50 70 1/250 4,6 8,7 9,5 11,3 12,9 15,3 105 16 1/500 3,2 6,2 6,7 8 9,1 10,8 11,3 1/1000 2,3 4,4 4,8 5,7 6,4 7,7 8 1/2000 1,6 3,1 3,4 4 4,6 5,4 5,7 1/4000 1,1 2,2 2,4 2,8 3,2 3,8 4 1/8000 0,8 1,5 1,7 2 2,3 2,7 2,8 1/16000 0,6 1,1 1,2 1,4 1,6 1,9 2 * Als de groothoekadapter is vastgemaakt. NL 54 Kenmerken van de draadloze radiobesturing: Frequentieband: 2,4 GHz Aantal kanalen: 14 kanalen Communicatieafstand: Ongeveer 30 m (Gemeten onder onze eigen testomstandigheden.) • Bovenstaande afstand geldt alleen in situaties waarin geen obstakels, afscherming of storende radiogolven aanwezig zijn. • De communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de plaats van het apparaat, de omgevingstemperatuur en de weersomstandigheden. Frequentie/Herhaling Frequentie (sec) Herhaling (aantal keer) Alkaline Ongeveer 0,1 - 2,5 Nickelhydride Ongeveer 0,1 - 2,0 Ongeveer 210 of meer Ongeveer 270 of meer • Herhaling is het geschatte aantal keren dat kan worden geflitst voordat een nieuwe batterij volledig is uitgeput. Flitserregeling Prestaties bij doorlopend flitsen AF-lamp Flitserregeling met voorflits (P-TTL/ADI) 40 flitsen bij 10 flitsen per seconde (Normaal flitsen, sterkte 1/32, 105 mm, Ni-MHbatterijen) Automatisch flitsen bij laag contrast en lage helderheid Actieradius (Bij gebruik met een 50 mm lens met het diafragma ingesteld op F5.6 en het [AF LED LEVEL] van de flitser ingesteld op [HIGH]) Centrum van het beeld (Ongeveer): 0,5 m tot 6m Randen van het beeld (Ongeveer): 0,5 m tot 3m 55 NL NL LED-lamp Belichtingsintensiteit van het midden: Ongeveer 400 lx bij 0,5m of ongeveer 100 lx bij 1m Belichtingsafstand: Ongeveer 1m (Stel, bij het opnemen van films, in op ISO 3200 & F5.6) Ondersteund brandpuntsafstand: 35mm (35mm formaat zichthoek) Doorlopende belichtingstijd: Ongeveer 4 uur (met AA-alkaline batterijen, bij belichtingsintensiteit van het midden) Kleurtemperatuur: Ongeveer 5.500 K 0 °C t/m 40 °C –20 °C t/m +60 °C 69,4 mm × 113,7 mm × 88,3 mm (b/h/d) Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Afmetingen (Ongeveer) Gewicht (Ongeveer) 317 g (exclusief de batterijen) Voedingsvereisten 6 V gelijkspanning Aanbevolen batterijen Vier LR6 (AA-formaat) alkalinebatterijen Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (AA-formaat) Bijgeleverde Flitser (1), Beschermkap van de connector (1), toebehoren ministandaard (opgeborgen in de draagtas) (1), Draagtas (1), Handleiding en documentatie Het getal tussen haakjes geeft de hoeveelheid aan. De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de testomstandigheden bij ons bedrijf. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Handelsmerk "Multi Interface Shoe" is een handelsmerk van Sony Corporation. NL 56
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463

Sony HVL-F45RM de handleiding

Categorie
Camera knippert
Type
de handleiding