Manitowoc Ice Q Model QuietQube Q0600C/Q0800C/Q1000C Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual
MANITOWOC ICE, INC. 2110 S. 26
th
ST., PO Box 1720, Manitowoc, WI. 54221-1720 USA P/N 80-0013-3
920-682-0161 Fax 920-683-7585 Website - www.manitowoc.com 12/06
QuietQube
IJsmachines
Installatie
Plaats van de ijsmachine
De plaats die voor de ijsmachine wordt gekozen, moet aan de
volgende criteria voldoen. Indien aan één van deze criteria niet
wordt voldaan, kiest u een andere plaats.
De plaats moet vrij zijn van zwevende en andere
vervuilende stoffen.
De temperatuur van de lucht moet minstens 1.7C (35F)
bedragen, maar mag niet hoger zijn dan 43C (110F).
De plaats mag zich niet in de omgeving bevinden van
apparatuur die warmte produceert, en evenmin in
rechtstreeks zonlicht.
De lokatie moet een vrije luchtcirculatie door en rond de
ijsmachine mogelijk maken. Zie onderstaande tabel voor de
vereiste vrije ruimten.
Ijsmachine
Q600C/Q800C/Q1000C
Bovenzijde/
zijkanten
Een minimale vrije ruimte is niet vereist,
hoewel 13 cm (5”) wordt aanbevolen voor
een efficiënt gebruik en onderhoud.
Achterzijde Een minimale vrije ruimte is niet vereist,
hoewel 13 cm (5”) wordt aanbevolen voor
een efficiënt gebruik en onderhoud.
IB600C/IB800C/IB1000C
Bovenzijde De noodzakelijke vrije ruimte 51 mm (2”) is
nodig bij het uitvoeren van reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden.
Achterzijde 0 mm (0”) wanneer de elektrische aansluiting, de
watertoevoer- en koelmiddelleidingen via de
bovenzijde van het apparaat worden geleid.
127 mm (5”) wanneer alle aansluitingen via de
achterzijde worden geleid.
Zijkanten 8” (203 mm)
VOORZICHTIG
Defecten als gevolg van blootstelling aan vorst worden niet
door de waarborg gedekt.
Plaats van de condensoreenheid
De plaats die voor de condensoreenheid van de ijsmachine
wordt gekozen, moet aan de volgende criteria voldoen. Indien
aan één van deze criteria niet wordt voldaan, moet u een andere
plaats kiezen.
De temperatuur van de lucht moet minstens -29C (-20F)
bedragen, maar mag niet hoger zijn dan 54C (130F).
De plaats moet zo worden gekozen dat geen warmte van
ventilatiemonden en/of vet in de condensator kan dringen.
De lokatie moet een vrije luchtcirculatie door en rond de
condensoreenheid mogelijk maken. Zie onderstaande tabel
voor de vereiste vrije ruimten.
Condensoreenheid
Bovenzijde/
zijkanten
Een minimale vrije ruimte is niet vereist,
hoewel 15cm (6”) wordt aanbevolen voor een
efficiënt gebruik en onderhoud.
Voor/
achterzijde
1.2m (4')
WAARSCHUWING
Gevaar op lichamelijke letsels
De ijsmachine bevat koelvloeistof. De installatie en het
solderen van de leidingen moeten worden uitgevoerd door een
goed opgeleide koeltechnicus, die zich bewust is van de
gevaren van het omgaan met apparatuur die koelvloeistof
bevat.
2
Elektriciteit
WAARSCHUWING
Alle bedradingen moeten overeenstemmen met de
plaatselijke, nationale en andere voorschriften
Spanning
De maximale toegelaten spanningsvariatie voor zowel de
ijsmachine als de CVD-condensoreenheid bedraagt 10% van
de nominale spanningen tijdens het opstarten (wanneer de
elektrische belasting piekt).
WAARSCHUWING
De ijsmachine en de condensoreenheid moeten volgens de
nationale en plaatselijke elektriciteitsvoorschriften worden
aangesloten op een aardleiding.
Zekering/stroomonderbreker
De ijsmachine en de CVD-condensoreenheden hebben een
gescheiden bedrading.
Minimale amperage van de stroomkring
De minimale amperage van de stroomkring wordt gebruikt bij
het bepalen van de diameter van de bedrading van de
stroomtoevoer. (De minimale stroomsterkte van de stroomkring
is niet hetzelfde als de stroomsterkte van de ijsmachine tijdens de
werking).
De diameter van de draden hangt ook af van de lokatie, de
gebruikte materialen, de kabellengte enz.; hij moet daarom door
een bevoegd elektricien worden bepaald.
Kopgedeelte en condensoreenheid van de QuietQube ijsmachine
De ijsmachine en de CVD-condensoreenheid hebben een gescheiden bedrading.
IJsmachine CVD-condensoreenheid
Modelnummer Spanning
Fase
Cyclus
Maximale
waarde
Zekering/Stroom
onderbreker
Totale
stroomsterkte
Modelnummer Spanning/Fase/
Cyclus
Maximale
waarde
Zekering/Stroom
onderbreker
Minimale
amperage
stroomkring
115/1/60 15 A 1.1
Q670C
230/1/50 15 A 0.6
115/1/60 15 A 1.1
IB600C
230/1/50 15 A 0.6
CVD0675
208-230/1/60
208-230/3/60
230/1/50
15 A
15 A
15 A
9.6
7.3
9.0
115/1/60 15 A 1.1
Q870C
230/1/50 15 A 0.6
115/1/60 15 amp 1.4
IB800C
208-230/1/60 15 amp .8
230/1/50 15 amp .8
CVD0875
208-230/1/60
208-230/3/60
230/1/50
20 amp
15 amp
20 amp
11.7
8.2
11.3
115/1/60 15 A 1.1
Q1070C/IB1000C
208-230/1/60 15 amp .8
230/1/50 15 A 0.6
CVD1075
208-230/1/60
208-230/3/60
230/1/50
25 A
20 A
25 A
15.6
10.6
13.8
3
Diameters/koppelingen van de watertoevoer en -afvoer
WAARSCHUWING
Alle loodgieterij moet voldoen aan de plaatselijke,
nationale en andere voorschriften.
De inlaat van de ijsmachine mag uitsluitend worden aangesloten op drinkbaar water
Niet aansluiten op een warmwatertoevoer
Installeer een afsluitkraan
Isoleer de water- en afvoerleidingen om condensvorming te voorkomen. Aan het kopgedeelte van de ijsmachine moet een
onderhoudsleiding met een lengte van 1 meter of een snelkoppeling worden gemonteerd.
De afvoeren moeten een snelkoppeling of andere voorziening hebben waardoor ze gemakkelijk van de machine losgekoppeld
kunnen worden wanneer onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
Plaats
Watertemperatuur
Waterdruk
Fitting ijsmachine Diameter van de leiding
naar de fitting van de
ijsmachine
Waterinlaat
ijsproductie
0.6
32
138 kPA (20 psi) Min.
3/8” vrouwelijke draad
9,5 mm (3/8”) minimum
binnendiameter
Waterafvoer
ijsproductie
--- ---
1/2” vrouwelijke draad
12,7 mm (1/2”) minimum
binnendiameter
Afvoer ijsbak
--- ---
3/4” vrouwelijke draad
19,1 mm (3/4”) minimum
binnendiameter
VENTILATIE-
OPENING
FITTING
WATERAFVOER
IJSPRODUCTIE
AFVOERLEIDING BAK
2 cm (3/4”) MIN. I.D.
FITTING AFVOER
BAK 3/4” F.P.T.
V
ENTIL
AFVOER: OPEN,
MET SIFON OF
LUCHTS
MOET
LUCHTSPL
GEEN SIFON
FOUT
FITTING
WATERINLAAT
IJSPRODUCTIE
4
Installatie koelsysteem
QuietQube
ijsmachine
CDV-
condensoreenheid
Leidingset*
Q600C
IB600C
Q800C
IB800C
CVD675
CVD875
RC-21
RC-31
RC-51
Q1070C
IB1000C
CVD1075
RC-20
RC-30
RC-50
*Leidingset Aanzuigleiding Vloeistofleiding
RC 20/30/50
19.1 mm
(3/4 inch)
12.7 mm
(1/2 inch)
RC 21/31/51
15.9 mm
(5/8 inch)
9.5 mm
(3/8 inch)
Gebruik met condensoreenheden van
derden
De Manitowoc CVD condensoreenheden zijn specifiek
ontworpen voor het gebruik met een QuietQube ijsmachine.
Een QuietQube kan niet worden gebruikt met standaard
condensoreenheden..
Lading met koelvloeistof bij de
verzending uit de fabriek
Kopgedeelte van de ijsmachine
Elke ijsmachine wordt door de fabriek geleverd met een lading
R-404A koelvloeistof die volstaat voor de werking van het
volledige systeem. Het plaatje met het serienummer op de
ijsmachine vermeldt de hoeveelheid koelvloeistof.
VOORZICHTIG
Voeg voor geen enkele toepassing meer dan de nominale
lading aan het koelsysteem toe.
CVD-condensoreenheid
Elke condensoreenheid wordt door de fabriek onder druk
geleverd, met een mengeling van 50/50 stikstof-helium op
ongeveer 38kPA (20 psig), die bij de installatie moet worden
verwijderd.
BELANGRIJK
Plaats het kopgedeelte van de ijsmachine pas in de
uiteindelijke positie nadat:
Koelleidingen/Sifonset
De koelleidingen en hevelsets worden afgesloten en onder
atmosferische druk geleverd.
1. Alle onderhoudslussen (water, elektra- en
koelmiddelleidingen) zijn geïnstalleerd en de leidingset
aan het kopgedeelte van de ijsmachine en de CVD
condensoreenheid is vastgesoldeerd.
WAARSCHUWING
De installatie van een QuietQube condensoreenheid kan voor
de opstelling het gebruik van een kraan vereisen. Het takelen en
heffen moet gebeuren door opgeleid en bevoegd personeel.
2. De leidingen zijn afgeperst en gedroogd.
3. De onderhoudsklep en de vloeistof- en
aanzuigafsluiters volledig geopend zijn.
4. Alle isolatie voor de leidingen en afsluiters is
aangebracht.
5
Installatie van de koelleidingen
Algemeen
Bij de installatie van de koelleidingen moet u de maximale
verticale en horizontale lengte van de leidingen tussen de
ijsmachine en de condensor in aanmerking nemen. Houd u aan
de volgende richtlijnen om een correcte terugloop van de olie en
werking van de CVD-condensor/ijsmachine te verzekeren.
WAARSCHUWING
De ijsmachine is gevuld met koelvloeistof. De ijsmachine bevat
(3) koelventielen die gesloten moeten blijven tot de leidingen
correct zijn geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Schakel de stroomtoevoer naar de ijsmachine en de CVD-
condensoreenheid uit voor u verder gaat.
Stap 1. Controleer of de plaats van de ijsmachine en de
CVD-condensoreenheid aan de voorschriften voldoet.
Voor u de ijsmachine en de CVD-condensoreenheid installeert,
moet u zich ervan verzekeren dat hun onderlinge afstand
overeenstemt met de voorschriften in deze handleiding.
Penetratie van daken of wanden
Maak indien nodig een rond gat van 8cm (3”) in de wand of het
dak om de koelleiding door te laten..
Openingen in daken moeten door een bevoegde vakman worden
aangebracht.
Stap 2. Plaats de koelleiding
Leid de koelleiding op de correcte wijze van de ijsmachine naar
de CVD-condensoreenheid.
A. Lengte van de leidingset
30m (100’) lengte: De maximale toegelaten lengte van de
leidingset.
De ontvanger is ontworpen om een lading koelvloeistof te
bevatten die volstaat voor de werking van de ijsmachine in
omgevingstemperaturen van -29C (-20F ) tot 54C (130F),
met een leidinglengte van maximum 30 m (100’).
Belangrijk
Een QuietQube ijsmachine werkt niet met leidingen die
langer zijn dan 30m (100’). Tracht geen langere leidingen te
gebruiken en als compensatie meer koelvloeistof toe te voegen!
B. Stijg- of valhoogte van de leidingen
11m (35’) Stijghoogte: De maximale afstand tussen de CVD-
condensoreenheid boven de ijsmachine.
4.5m (15’) Valhoogte: De maximale afstand tussen de CVD-
condensoreenheid onder de ijsmachine
SV1750
11M (35’)
MAXIMALE
AFSTAND
SV1751
4.5M (15')
MAXIMALE
AFSTAND
6
C. Oliehevels aanzuigleiding
VOORZICHTIG
Zorg dat de koelleidingen geen ongewenste hevels vormen.
Wikkel overtollige leiding niet in een spiraal.
Stijging van 0 tot 6m (0 tot 20’): Het kopgedeelte van
kopgedeelte van de ijsmachine bevat een ingebouwde oliehevel
die een maximale stijging van 6m (20’) van de condensor
mogelijk maakt zonder bijkomende hevels in de aanzuigleiding.
Onderhoudslus
Een onderhoudslus in de leiding maakt een vlotte toegang tot de
ijsmachine voor reiniging en onderhoud mogelijk.
Een onderhoudslus is niet verplicht bij de installatie.
Een onderhoudslus wordt niet als een oliehevel beschouwd.
De onderhoudslus wordt niet meegerekend bij de bepaling
van de lengte, stijging of val van de leiding.
Gebruik op deze plaats geen stijve koperen buis.
ALLEEN IB600C/IB800C/IB1000C:
De meegeleverde onderhoudslus moet worden geïnstalleerd.
De resterende leiding moet zo lang zijn dat de ijsmachine
nog 180 º kan worden gedraaid.
VOORZICHTIG
Indien een leiding stijgt en daarna daalt, mag u ze niet
opnieuw laten stijgen. Op dezelfde manier mag na een
daling, gevolgd door een stijging, geen tweede daling
worden aangebracht.
Stijging van 6 tot 11m (21 tot 35’): Voor de aanzuigleiding
moet een bijkomende oliehevel ("S" type) worden geïnstalleerd.
Plaats de hevel zo dicht mogelijk bij het midden tussen de
ijsmachine en de CVD-condensoreenheid. S-hevelsets zijn
verkrijgbaar bij Manitowoc (zie onderstaande tabel).
SV1759
STIJGING VAN 6M OF
MINDER
GEEN BIJKOMENDE
AFSCHEIDER NODIG
STIJGING VAN 6M
OF MEER
BIJKOMENDE
HEVEL NODIG
Model Nummer S-hevelset Diameter leiding
Q600C/Q800C
IB600C/IB800C
K00172 15.9 mm
(5/8 inch)
Q1000C
IB1000C
K00166 19.1 mm
(3/4 inch)
SV1751
SV1760
Manitowoc S-hevelset
7
Stap 3. Leidingen verlengen of verkorten
VOORZICHTIG
Zorg dat de koelleidingen geen ongewenste hevels vormen.
Wikkel overtollige leiding nooit in een spiraal.
Als u leidingen moet verkorten of verlengen, doet u dit voor u de
leidingen aansluit op de ijsmachine of op de CVD-
condensoreenheid.
Stap 4. De leidingen aansluiten
Om oxidatie van het koper te voorkomen, moet u tijdens het
solderen de leidingen en de condensoreenheid met droge stikstof
spoelen..
WAARSCHUWING
De ijsmachine is gevuld met koelvloeistof. De ijsmachine bevat
(3) koelventielen die gesloten moeten blijven tot de leidingen
correct zijn geïnstalleerd.
Sluit de leidingen aan op de ijsmachine
De afsluitventielen aan de achterzijde van de ijsmachine moeten
tijdens het solderen gesloten blijven en beschermd worden tegen
verhitting. Wikkel er voor het solderen een vochtige doek of een
andere vorm van isolatie om.
Sluit de leidingen aan op de CVD-condensoreenheid
WAARSCHUWING
De condensoreenheid wordt geleverd met een mengeling van
50/50 stikstof-helium onder druk. Laat de druk uit de
aanzuigleiding en de vloeistofleiding ontsnappen voor u in
koelleidingen zaagt.
De compressorolie neemt snel vocht op. Zorg dat u klaar bent
om de installatie van de leidingen te voltooien en de evacuatie te
beginnen, zodat de compressor zo kort mogelijk wordt
blootgesteld aan de lucht. (Het systeem mag maximum 15
minuten in contact komen met de lucht).
De leidingen kunnen door de voorzijde of de linkerzijde van de
condensoreenheid worden ingevoerd.
Verwijder de ponsplaatjes op de gewenste plaats.
Plaats de meegeleverde plastic bussen in de openingen,
zodat de leiding niet in contact komt met het plaatmetaal.
Gebruik de meegeleverde ellebogen van 90° om de
leidingen te oriënteren.
Snijd de uiteinden van de aanzuigleiding en de
vloeistofleiding af en soldeer de leidingen aan de
condensoreenheid
SV1757
DE KLEPPEN MOETEN TIJDENS HET SOLDEREN
GESLOTEN BLIJVEN EN BESCHERMD WORDEN
TEGEN VERHITTING
(WIKKEL ER EEN VOCHTIGE DOEK OM)
AANZUIGLIJN
PT1284A
VLOEISTOFLEIDING
STEL HET KOELSYSTEEM ZO KORT MOGELIJK BLOOT AAN DE
LUCHT (MAXIMUM 15 MINUTEN).
8
Stap 5. Test de druk en evacueer de leidingen en de CVD-
condensoreenheid
Om de evacuatie sneller te doen verlopen, is het gebruik
aanbevolen van gereedschap voor het verwijderen van de
Schraderkernen, dat het mogelijk maakt de kernen te verwijderen
en weer aan te brengen zonder de spruitstukslangen te
verwijderen.
Laat de afsluitventielen van de leidingen gesloten (naar rechts
gedraaid). Voer een druktest uit van de leidingen en de CVD-
condensoreenheid met 1035kPA (150 psig) droge stikstof.
Voeg de stikstof toe via de afsluitventielen van de leidingen aan
de achterzijde van de ijsmachine. Voltooi de druktest, controleer
of er een lekken zijn en verwijder de stikstof uit het systeem
voor u de vacuümpomp aansluit. Sluit een vacuümpomp aan op
beide afsluitventielen van de leidingen aan de achterzijde van de
ijsmachine. Evacueer tot 500 micron of minder. Om de CVD-
condensoreenheid volledig te evacueren, blijft u nog 30 minuten
evacueren nadat u de grens van 500 micron hebt bereikt.
Indien nodig, kunnen de leidingen en de condensoreenheid
geëvacueerd worden via de Schraderventielen van de CVD-
condensoreenheid. In dit geval gebruikt u speciaal gereedschap
voor het verwijderen van de kern van de Schraderventielen (dat
het mogelijk maakt de kernen terug te plaatsen zonder de slangen
van de vacuümpomp te verwijderen).
ALTERNATIEVE AANSLUITING OP DE
SCHRADERVENTIELEN VAN DE
CONDENSOR
PT1284
SLUIT DE VACUÜMPOMP AAN
OP DE VENTIELEN VAN DE
LEIDINGEN
Voor u verder gaat, koppelt u de vacuümpomp af van de
afsluitventielen van de leidingen en/of de condensorpoorten.
SV1757
9
Stap 6. Open de afsluitventielen van het koelsysteem.
Bij de verzending en de installatie zijn de afsluitventielen van de
aanzuigleiding en de vloeistofleiding en het serviceventiel van de
ontvanger gesloten.
Open de ventielen voor u de ijsmachine start.
A. Draai de afsluitventiel van de aanzuigleiding langzaam naar
links om ze te openen.
B. Draai de afsluitventiel van de vloeistofleiding langzaam naar
links om ze te openen.
C. Draai het serviceventiel van de ontvanger langzaam naar
links om ze te openen.
Open de afsluitventielen van de aanzuigleiding en de
vloeistofleiding
Belangrijk
Alle doppen van de koelventielen moeten weer worden
geplaatst, om toekomstige lekken van koelvloeistof te
voorkomen.
SV1756
DOP VAN HET
SERVICEVENTIEL
(NAAR LINKS DRAAIEN OM TE
VERWIJDEREN))
NAAR LINKS DRAAIEN OM
TE OPENEN
Open het serviceventiel van de ontvanger
Controleer of de O-ring van de doppen van de
Schraderventielen intact zijn. Installeer ze weer op de
afsluitventielen, om lekken van koelvloeistof te voorkomen.
Breng de doppen van de afsluitventielen weer aan en draai ze
vast met de volgende koppels.
SV 1762
GEBRUIK EEN INBUSSLEUTEL OM DE
SLUITKLEPPEN VAN DE AANZUIGLEIDING
EN DE VLOEISTOFLEIDING TE OPENEN
(
NAAR ILNKS DRAAIEN
)
Koppelwaarden
schacht
2.5-2.8 kg m
doppen
1.7-2.1. kg m
Schraderkern
108-216 g cm
Plaats de dop weer op het serviceventiel en draai hem vast.
Op de vloeistofleiding bevindt zich bij de uitlaat van de
ontvanger een solenoïdeventiel. De koelvloeistof zal niet naar de
CVD-condensoreenheid vloeien tot de ijsmachine gestart is.
Sluit de stroomtoevoer van het kopgedeelte en de
condensoreenheid aan. Plaats de schakelaar van de ijsmachine in
de stand IJS, zodat de koelvloeistof naar de leidingen en de
condensor vloeit.
10
Stap 7. Controleer het koelsysteem op lekken.
Controleer de nieuwe koppelingen van de leidingset op lekken
bij de kop van de ijsmachine en bij de condensoreenheid.
Controleer ook de in de fabriek aangebracht koppelingen van
heel het systeem.
Stap 8. Eisen voor de isolatie.
Om condensvorming te voorkomen moet de gehele
aanzuigleiding inclusief de afsluiter volledig worden geïsoleerd.
De isolatie moet luchtdicht zijn en aan beide uiteinden worden
afgedicht.
Door de volgende eisen aan het isolatiemateriaal te stellen wordt
condensvorming voorkomen bij een omgevingstemperatuur van
maximaal 32,2 ºC (90 F) en een relatieve luchtvochtigheid van
90 %. Wanneer te verwachten is dat de luchtvochtigheid een
hogere waarde kan bereiken, moet een dikkere isolatielaag
worden aangebracht.
De gehele aanzuigleiding inclusief de afsluiter aan de achterzijde
van de ijsmachine, moet worden geïsoleerd met een
isolatiemateriaal met een dikte van minimaal ½ “ (12,7mm).
De gehele vloeistofleiding moet worden geïsoleerd met een
isolatiemateriaal met een dikte van minimaal ¼ “ (6,3 mm).
BELANGRIJK
Om condensvorming te voorkomen moet de gehele
aanzuigleiding inclusief de afsluiter volledig worden
geïsoleerd. De isolatie moet luchtdicht zijn en aan beide
uiteinden worden afgedicht.
Hiervoor is een isolatiemantel noodzakelijk met een
minimale wanddikte van ½” (12,7mm) bij een
omgevingstemperatuur van maximaal 32,2 ºC en een
relatieve luchtvochtigheid van 90 %. Wanneer te
verwachten is dat de luchtvochtigheid een hogere waarde
kan bereiken, moet een dikkere isolatielaag worden
aangebracht.
Isolatie van de afsluitventiel van de aanzuigleiding
De voorgevormde isolatie voor de afsluitventiel van de
aanzuigleiding bevindt zich in het aan het watergordijn
vastgekleefde plastic zakje.
VOORGEVORMDE ISOLATIE
DRAAI DE DOPPEN VAST
VOLGENS DE SPECIFICATIES
a. Controleer of de ventiel en de doppen vastgedraaid zijn
volgens de specificaties (zie stap 6).
b. Plaats de isolatie over de ventieldop en de linkerzijde
van de ventiel. Plaats de lip tussen de montagebeugel en het
achterpaneel.
VOUW DE ISOLATIE OVER DE
RECHTERZIJDE VAN DE KLEP
EN BEVESTIG MET
ELEKTRISCHE TAPE
c. Vouw de isolatie en houd ze tegen de rechterzijde van
de ventiel gedrukt, terwijl u ze met elektrische tape
bevestigt. Kleef de isolatie van de leiding met behulp van
elektrische tap aan de isolatie van de ventiel.
11
Gebruik en onderhoud
Dikte van het ijs
Na een Afgiftesequentie inspecteert u de ijsblokjes in de
bewaarbak. De voeler voor de dikte van het ijs is in de fabriek
afgeregeld voor een ijsbrug van 3.2mm (1/8 inch). Indien een
aanpassing nodig is, gaat u als volgt te werk.
1. Draai de stelschroef van de voeler voor de ijsdikte naar
rechts voor een dikkere ijsbrug en naar links voor een
dunnere ijsbrug.
Aanpassing van de dikte van het ijs
2. Zorg dat de voelerdraad voor de dikte van het ijs en zijn
beugel de beweging van de voeler niet hinderen.
Waterpeil
De sensor voor het waterpeil is ingesteld om het juiste waterpeil
boven de waterpomp in stand te houden. Dit peil kan niet worden
geregeld.
Bij een abnormaal waterpeil controleert u de voeler voor het
waterpeil op schade (verbuiging enz.). Herstel of vervang hem
indien nodig.
Voeler voor het waterpeil
Q600C/Q800C/Q1000C
Voeler voor het waterpeil
IB600C/IB800C/IB1000C
110
SV1208
3.2MM (1/8”)
DIKTE
IJS
STELSCHROEF
VAN DE
BRUG
VOELER VOOR HET
WATERPEIL
WATERPEIL
12
Volgorde van de stappen van de
ijsproductie
EERSTE START OF START NA AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING
1. Waterdoorspuiting
Voor de compressor start, worden de waterpomp en het
waterstortventiel gedurende 45 seconden geactiveerd, om oud
water uit de machine te verwijderen. Dit verzekert dat de cyclus
met vers water begint.
Tijdens het doorspuiten wordt ook het ventiel van de koeldamp
geactiveerd. Tijdens de eerste start van het systeem blijft het 5
seconden extra open (dus in totaal 50 seconden).
2. Start van het koelsysteem
IJsmachine: Het ventiel van de vloeistofleiding wordt na de
doorspuiting van 45 seconden geactiveerd en blijft tijdens de
volledige Vries- en Afgiftesequenties open. Het ventiel van de
koeldamp blijft tijdens de eerste start 5 seconden open en sluit
vervolgens.
Het watervulventiel wordt samen met het ventiel van de
vloeistofleiding geactiveerd.
CVD-condensoreenheid: Wanneer de druk van de
koelvloeistof voldoende hoog is om de lagedrukregelaar te
sluiten (na de activering van het koeldampventiel in stap 1)
wordt de contactspoel geactiveerd en start de compressor. De
compressor en de ventilatorregelaar zijn gedurende de volledige
Vries- en Afgiftesequenties actief. Wanneer de druk van de
koelvloeistof voldoende hoog is om de drukregelaar van de
ventilator te sluiten, start de ventilatormotor van de condensor.
VRIESSEQUENTIE
3.
Voorkoeling
30 seconden voor het water begint te vloeien, wordt de
compressor geactiveerd om de verdamper voor te koelen. Het
watervulventiel blijft actief tot het een signaal krijgt van de
voeler voor het waterpeil.
4. Vriezen
De waterpomp start opnieuw na de 30 seconden voorkoeling.
Het water vloeit gelijkmatig over de verdamper en in de
blokjesvakken, waar het bevriest. Het watervulventiel wordt nog
eenmaal geopend en gesloten, om de waterbak bij te vullen.
Wanneer voldoende ijs gevormd is, maakt het water (niet het ijs)
contact met de voeler voor de ijsdikte. Na ongeveer 7 seconden
doorlopend contact, wordt de Afgiftesequentie gestart. De
ijsmachine kan geen Afgiftesequentie starten voor het einde van
een vriesperiode van 6 minuten.
Vriessequentie
Q600C/Q800C/Q1000C SHOWN
13
AFGIFTESEQUENTIE
5. Waterdoorspuiting
De waterpomp blijft werken en het waterstortventiel wordt
gedurende 45 seconden geactiveerd, om het water uit de
vergaarbak te verwijderen. Het watervulventiel wordt gedurende
de laatste 15 seconden van de doorspuitcyclus van 45 seconden
geactiveerd.
Na de doorspuitsyclus van 45 seconden, worden de
watervulventiel, de waterpomp en de stortventiel uitgeschakeld.
(Zie "Afstelling van het waterstortventiel" op pagina 3-5 voor
details).
Het koeldampventiel wordt tijdens het begin van de
waterdoorspuiting eveneens geopend, om koelgas naar de
verdamper af te leiden.
Wanneer de druk van de koelvloeistof laag genoeg is om de
drukregelaar van de ventilator te openen, stopt de
ventilatormotor van de condensor.
6. Afgifte
De koeldampsolenoïde blijft open en het koelgas verwarmt de
verdamper, zodat de ijsblokjes als een blad van de verdamper
naar de bewaarbak glijden. Het glijdende blad blokjes duwt het
watergordijn naar buiten en opent de bakschakelaar.
Het tijdelijke openen en weer sluiten van de bakschakelaar
beëindigt de Afgiftesequentie en brengt de ijsmachine terug naar
de Vriessequentie (stappen 3 - 4).
Afgiftesequentie
Q600C/Q800C/Q1000C SHOWN
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
7. Automatische uitschakeling
IJsmachine: Wanneer de verzamelbak vol is, op het einde van de
Afgiftesequentie, raakt het blad ijsblokjes het watergordijn en
houdt het ze open. Wanneer het watergordijn 7 seconden
geopend blijft, schakelt de machine zichzelf uit. Ze blijft 3
minuten uitgeschakeld voor ze weer automatisch kan starten.
CVD-condensoreenheid: Het ventiel van de vloeistofleiding
sluit, zodat het koelsysteem zich kan leegpompen. Wanneer de
druk van de koelvloeistof laag genoeg is om de drukregelaar van
de ventilator te openen, stopt de ventilatormotor van de
condensor. Wanneer de druk van de koelvloeistof laag genoeg is
om de lagedrukregelaar te openen, wordt de contactspoel
uitgeschakeld en stopt de compressor.
De ijsmachine blijft uitgeschakeld tot voldoende ijs uit de
bewaarbak is verwijderd opdat het ijs het watergordijn niet zou
raken. Wanneer het watergordijn terugkeert naar de werkpositie,
sluit de schakelaar van de bak en start de ijsmachine opnieuw
(stappen 1-2), op voorwaarde dat de wachtperiode van 3 minuten
afgelopen is.
Automatische uitschakeling
Q600C/Q800C/Q1000C SHOWN
14
Inwendige reiniging en ontsmetting
ALGEMEEN
Voor een efficiënte werking, moet u de ijsmachine elke zes
maanden reinigen en ontsmetten. Indien de ijsmachine vaker
moet worden gereinigd en ontsmet, raadpleegt u een bevoegd
onderhoudsbedrijf om de waterkwaliteit te onderzoeken en een
gepast waterbehandelingssysteem of de installatie van het
AuCS
-accessoire (Automatic Cleaning System) aan te bevelen.
Een zeer vuile ijsmachine kan worden gedemonteerd om ze te
reinigen en te ontsmetten.
VOORZICHTIG
Gebruik uitsluitend het door Manitowoc goedgekeurde
reinigingsmiddel (Cleaner, artikelnummer 94-0546-3) en
ontsmettingsmiddel (Sanitizer, artikelnummer 94-0565-3).
Het is verboden deze stoffen anders te gebruiken dan op het
etiket wordt voorgeschreven. Zorg dat u alle etiketten op de
flessen leest en begrijpt vóór u de producten gebruikt.
VOORZICHTIG
Meng de reiniger en het ontsmettingsmiddel niet met elkaar.
Het is verboden deze oplossingen anders te gebruiken dan op
het etiket wordt voorgeschreven.
WAARSCHUWING
Draag rubberen handschoenen en een veiligheidsbril (en/of
gelaatsmasker) wanneer u met de reiniger of het
ontsmettingsmiddel werkt.
REINIGINGSPROCEDURE
Gebruik reiniger om algen of slijm te verwijderen. Gebruik hem
niet om kalkaanslag of andere minerale afzettingen te
verwijderen. Ga als volgt te werk om met behulp van de
gepatenteerde reinigings/ontsmettingstechnologie van
Manitowoc een reinigingscyclus te starten.
Stap 1 Plaats de schakelaar in de UIT-stand nadat het ijs op het
einde van een Afgiftesequentie uit de verdamper is gevallen. U
kunt de schakelaar ook op UIT zetten en het ijs van de
verdamper laten smelten.
VOORZICHTIG
Tracht nooit ijs van de verdamper los te wrikken. Dit kan de
machine beschadigen.
Stap 2 Om een reinigingscyclus te beginnen, plaatst u de
schakelaar in de positie REINIGEN. Het water zal door het
stortventiel in de afvloer lopen. Het lampje Reinigen begint te
branden, als teken dat de ijsmachine in reinigingsmodus werkt.
Stap 3 Wacht ongeveer één minuut, of tot het water over de
verdamper vloeit.
Stap 4 Giet de juiste hoeveelheid Manitowoc reiniger voor
ijsmachines in de waterbak.
CVD-modellen Hoeveelheid
reiniger
Q600C Q800C Q1000C
IB600C IB800C IB1000C
150 ml (5 ounces)
Stap 5 De ijsmachine zal automatisch een reinigingscyclus van
tien minuten uitvoeren, gevolgd door zes spoelcycli. Daarna
stopt ze. Wanneer het lampje Reinigen dooft, is de
reinigingscyclus afgelopen. De volledige cyclus duurt ongeveer
25 minuten..
OPMERKING: Aangrenzende vlakken die niet met het
waterdistributiesysteem in contact komen, moeten regelmatig
worden schoongemaakt.
Stap 6 Wanneer de reiniging stopt, plaatst u de schakelaar in de
UIT-positie. Zie "Ontsmettingsprocedure" op de volgende
pagina.
Stap 7
A. De ijsmachine kan zo worden ingesteld dat ze een
ontsmettingsprocedure start, voltooit en vervolgens
automatisch ijs begint te maken.
B. Wacht na het begin van de reinigingsprocedure
ongeveer een minuut (tot het water over de verdamper
vloeit) en plaats de schakelaar dan van de positie
REINIGEN in de positie IJS.
C. Na afloop van de reinigingscyclus dooft het lampje
Reinigen en begint de ijsproductie automatisch.
OPMERKING: Wanneer de schakelaar in de positie IJS staat,
wordt de reinigingscyclus afgebroken als de gordijnschakelaar
wordt geopend. Bij het sluiten van de gordijnschakelaar gaat de
cyclus vanaf de onderbreking verder.
15
ONTSMETTINGSPROCEDURE
Gebruik ontsmettingsmiddel om algen of slijm te verwijderen.
Gebruik het niet om kalkaanslag of andere minerale afzettingen
te verwijderen. Ga als volgt te werk om met behulp van de
gepatenteerde reinigings/ontsmettingstechnologie van
Manitowoc een ontsmettingscyclus te starten.
CVD-modellen Hoeveelheid
ontsmettingsmiddel
Q600C Q800C Q1000C 90 ml
IB600C 207 ml
IB800C IB1000C 280 ml
Stap 1 Plaats de schakelaar in de UIT-stand nadat het ijs op het
einde van een Afgiftesequentie uit de verdamper is gevallen. U
kunt de schakelaar ook op UIT zetten en het ijs van de
verdamper laten smelten.
VOORZICHTIG
Tracht nooit ijs van de verdamper los te wrikken. Dit kan de
machine beschadigen.
Stap 5 De ijsmachine zal automatisch een ontsmettingscyclus
van tien minuten uitvoeren, gevolgd door zes spoelcycli. Daarna
stopt ze. Wanneer het lampje Reinigen dooft, is de
ontsmettingsprocedure afgelopen. De volledige cyclus duurt
ongeveer 25 minuten..
Stap 2 Om een ontsmettingscyclus te beginnen, plaatst u de
schakelaar in de positie REINIGEN. Het water zal door het
stortventiel in de afvloer lopen. Het lampje Reinigen begint te
branden, als teken dat de ijsmachine in reinigingsmodus werkt.
Opmerking: Aangrenzende vlakken die niet met het
waterdistributiesysteem in contact komen, moeten regelmatig
worden schoongemaakt. Als de bak ontsmet moet worden,
verwijdert u al het ijs en ontsmet u hem met een oplossing van
120 ml ontsmettingsmiddel in 23L water.
Stap 3 Wacht ongeveer één minuut, of tot het water over de
verdamper vloeit.
Gesteriliseerde ruimtes niet naspoelen s.v.p.
Stap 4 Giet de juiste hoeveelheid Manitowoc
ontsmettingsmiddel voor ijsmachines in de waterbak.
Stap 6 Wanneer de ontsmettingsprocedure stopt, plaatst u de
schakelaar in de positie IJS om weer ijs te produceren.
Stap 7
A. De ijsmachine kan zo worden ingesteld dat ze een
ontsmettingsprocedure start, voltooit en vervolgens
automatisch ijs begint te maken.
B. Wacht na het begin van de ontsmettingsprocedure
ongeveer een minuut (tot het water over de verdamper
vloeit) en plaats de schakelaar dan van de positie
REINIGEN in de positie IJS.
C. Na afloop van de ontsmettingscyclus dooft het lampje
Reinigen en begint de ijsproductie automatisch.
OPMERKING: Wanneer de schakelaar in de positie IJS staat,
wordt de ontsmettingscyclus afgebroken als de gordijnschakelaar
wordt geopend. Bij het sluiten van de gordijnschakelaar gaat de
cyclus vanaf de onderbreking verder.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Manitowoc Ice Q Model QuietQube Q0600C/Q0800C/Q1000C Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual